CONCEPT VISIE BINNENSTAD 2030 0. Leeswijzer Hoofdstuk 1: Waarom? Hoofdstuk 2: Wat? Hoofdstuk 3: Hoe? Hoofdstuk 4: Hoe verder?
Inleiding Visie op hoofdlijnen Visie in detail Uitvoering van de visie (pm)
1. Inleiding De Binnenstad is dat wat van Breda de Parel van het Zuiden maakt. In dit visie document zal worden uitgelegd hoe die binnenstad de komende jaren nog verder versterkt kan worden. Een aantrekkelijk gebied, zowel voor bezoekers als bredanaars. Dat zijn verschillende doelgroepen waar de gemeente doorlopend en op verschillende manieren mee overlegt. Ondernemers en vastgoedeigenaren, via o.a. stakeholdersoverleg, retailplatform en horecaoverleg. De bewoners, op de eerste plaats natuurlijk van de binnenstad zelf, via diverse wijk- en buurtorganisaties. De bredase jongerenraad heeft zich de laatste jaren nadrukkelijker gemanifesteerd. Expats, kenniswerkers, forenzen, toeristen, professionals in verschillende vakgebieden, kortom iedereen voor wie de binnenstad een belangrijke rol in hun leven speelt. Bij alle gelegenheden waar gesproken is over thema’s in de binnenstad heeft dat in sommige gevallen geleid tot beleid dat in deze visie verder is verwerkt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het retail- of horecabeleid. De gemeenteraad heeft in dat soort gevallen bij haar besluiten daarmee al een voorzet gegeven voor de ontwikkelingsrichting van de binnenstad. Soms zijn er door de betrokkenen ook meer algemene thema’s aangereikt zoals bijvoorbeeld de verblijfskwaliteit en leefbaarheid. Al die signalen zijn verzameld en zo goed als mogelijk verder uitgewerkt in dit document. Dit is een ruimtelijk-economische visie waarin soms expliciet, soms meer ‘onder de motorkap’ belangrijke waarden als een duurzaam beeld op mens en omgeving zijn opgenomen. Binnenstad + Via Breda = Centrum De komende jaren maakt Breda een schaalsprong die van grote betekenis voor de stad ten opzichte van de regio en ver daarbuiten. De binnenstad met zijn wervende mix van winkels, wonen, cultuur en uitgaan in een prachtige historische context gaat een nieuwe wereld van hoogstedelijkheid ontmoeten. Het nieuwe stadsdeel Via Breda zal zich gaan kenmerken door internationale stromen van mensen en kennis in een moderne wereld. De uitdaging voor de planvorming Via Breda en de visie binnenstad is om te zorgen voor een goede aansluiting van de nieuwe dynamiek bij de vertrouwde aantrekkingskracht. Hierdoor onstaat één goed aaneengesloten centrumgebied met meerdere herkenbare identiteiten en kwaliteiten. De uitwerking van deze elkaar aanvullende en versterkende waarden heeft een plaats in een apart hoofdstuk van de structuurvisie Breda 2030. 1.1 Aanleiding In het Coalitieakkoord @Breda wordt de binnenstad omschreven als één van de voornaamste economische motoren van Breda en een bron van veel werkgelegenheid. Daarnaast ziet de coalitie de uitstraling van de historische binnenstad als belangrijke element van het aangename woon- en leefklimaat van Breda. De woon- en leefomgeving zijn bepalend voor het binden van bedrijven en bewoners aan Breda en de regio. Deze ruimtelijk-economische visie op de binnenstad is opgesteld om in deze financieel zware tijden de economische motor draaiende te houden. Getracht wordt om de aantrekkingskracht van Breda, zowel ruimtelijk als programmatisch, te vergroten en kansen op het gebied van werkgelegenheid waar mogelijk te benutten. Alleen op die manier kan Breda haar continue positie in de top drie van beste binnensteden van Nederland waarmaken en behouden. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 1
van 73
Op 24 januari 2007 heeft de raadscommissie bestuur gevraagd om een totaalvisie op de binnenstad. De economische visie op de binnenstad ‘Het stadshart moet kloppen’, de eerste stap naar een bredere visie, is op 13 november 2007 door het college vastgesteld. De raadscommissie Onderwijs & Economie van 29 november 2007 heeft benadrukt dat deze economische visie een goede aanzet vormt om tot een meer omvattende integrale visie te komen, als basis voor de op te stellen bestemmingsplanherziening. Deze bestemmingsplanherziening betrof de herziening van bestemmingsplan binnenstad 1995. Bestemmingsplan binnenstad 1995 verving destijds een dertigtal (deel)bestemmingsplannen in de binnenstad en was daarmee het eerste integrale bestemmingsplan voor de binnenstad van Breda. Doel was destijds de bescherming van bestaande kwaliteiten en functies enerzijds en anderzijds een maatschappelijk gedragen en afgewogen toetsingskader voor ontwikkelingen. In 2008-2009 is een eerste versie van een Integrale Visie Binnenstad opgesteld. Het college heeft in april 2009 echter besloten de visievorming tijdelijk stop te zetten. Tussen 1995 en 2009 zijn er namelijk dusdanig veel projecten gerealiseerd in de binnenstad (circa 1600 woningen, Chassé Theater, Casino, Mezz, Breda’s Museum, de Barones, ’t Sas, kantoorgebouwen etc.), dat er in het kader van helderheid en rechtszekerheid voor is gekozen om eerst al deze wijzigingen in een conserverend bestemmingsplan vast te leggen en daarna pas weer met een visie en een ontwikkelingsgericht bestemmingsplan verder te gaan. Het conserverende bestemmingsplan Binnenstad is inmiddels vastgesteld door de gemeenteraad, op 7 februari 2013. Nu er een geactualiseerd bestemmingsplan ligt, is het proces van visievorming hervat. De visievorming gaat vooral over het benutten van ruimtelijke en economische kansen die er liggen voor de binnenstad, maar ook over het beteugelen van bedreigingen zoals leegstand en het tekort aan programma terwijl de dynamiek hoog is. 1.2 Doel Het doel van de ruimtelijk-economische visie op de binnenstad is: de economische motor van Breda draaiende houden (programmatische en ruimtelijke aantrekkingskracht, werkgelegenheid, kansen benutten en bedreigingen beteugelen); inhoudelijke basis scheppen voor het op te stellen ontwikkelingsgerichte bestemmingsplan binnenstad; een inhoudelijk inspiratie-, regie-, en toetsingskader voor ontwikkelingsgerichte initiatieven, dat is afgestemd op de gewijzigde marktomstandigheden , de gewijzigde stedelijke programmering (Koers Gezet 2010) en de structuurvisie Breda 2030; programmatische en ruimtelijke aansluiting op Via Breda. Het nieuwe stadsdeel Via Breda zal zich gaan kenmerken door internationale stromen van mensen en kennis in een wereld van moderne architectuur. Onderhavige visie moet zorgen voor een goede aansluiting van de nieuwe dynamiek bij de vertrouwde aantrekkingskracht van de binnenstad, zodat er een aaneengesloten gebied ontstaat met meerdere herkenbare identiteiten en kwaliteiten; het formuleren van een uitvoeringsprogramma dat onder andere als basis dient voor de op te stellen Wijkplannen Stadshart-Valkenberg, Fellenoord-Schorsmolen en Chassé-Oud Boeimeer.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 2
van 73
1.3 Plangebied Het plangebied betreft de binnenstad die wordt begrensd door de singels. Binnen het plangebied onderscheiden we de historische binnenstad, “het eitje” dat tot 1533 begrensd werd door de oude stadsmuur die vanaf dat moment in verschillende fasen werd afgebroken. Het studiegebied betreft het centrum van Breda. Het centrum betreft globaal gezien de binnenstad en Via Breda tezamen.
De historische binnenstad “het eitje”
De binnenstad ten tijde van de vestingwerken
De binnenstad net na de ontmanteling, aanleg singels
1.4 Planologische context De visievorming voor de binnenstad loopt gelijk op met het opstellen van de Structuurvisie Breda 2030. De hoofdijnen van de Keuzenota van de Structuurvisie zijn dan ook verder uitgewerkt in onderhavige Conceptvisie Binnenstad. Het betreft: Compacte en duurzame stad: transformatie opgaven in de bestaande stad, stijgende mobiliteitsbehoefte opvangen met bestaande infrastructuur en duurzame mobiliteitsvormen, effecten van klimaatverandering manifesteren zich sterker in verdichte stedelijke ruimte, historie en diversiteit koesteren, stedelijk gebied verbinden met landelijk gebied); Knooppunt Breda: Knooppunt Breda stelt de economische kracht en de regionale positie van Breda centraal. Er is een sterke relatie met mobiliteit; Breda Markstad: Breda Markstad stelt de kansen en kwaliteiten van het water in Breda centraal. Water is belangrijk voor de identiteit van Breda en heeft een sterke relatie met duurzaamheid; Bredaas Mozaïek: Bredaas Mozaïek stelt de diversiteit aan gebiedskarakteristieken als kwaliteit voor de stad. Het gaat om lokale karakteristieken en behoeften van de delen van de stad; Spontaan Breda: Spontaan Breda biedt ruimte voor initiatief, experiment en eigen verantwoordelijkheid. Het gaat over de veranderende houding van de overheid; visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 3
van 73
Daarnaast wordt de visie binnenstad afgestemd op het Ontwikkelingsperspectief Via Breda. De ambitie die hierin wordt verwoord is om Via Breda op de kaart te zetten middels een: Uniek (inter)nationaal verblijf- en vestigingsmilieu, de toplocatie in de regio (Knooppunt) Dynamische stedelijke werkomgeving voor verschillende doelgroepen: zakelijke dienstverlening, internationaal georiënteerde bedrijven, internationale hoofdkantoorfuncties Dynamische stedelijke woonomgeving voor verschillende doelgroepen: gezinnen, ouderen, studenten, expats, powercouples, alleenstaanden; Duurzaam, attractief en levendig (verblijfs)gebied met bebouwing en openbare ruimte van topkwaliteit; Hoogwaardig knooppunt voor openbaar vervoer; Mogelijk podium voor Brabant Culturele Hoofdstad 2018; Verbinding tussen Breda noord en zuid (samenhang Via Breda en de omliggende wijken) Versterking van Breda aan het water (Markstad), Markoevers en aansluiting met project Bruisend Waterplein;
1.5 Rol en houding van de gemeente en derden Deze visie wordt opgesteld terwijl Europa in financiële crisis zit. Daarom is het des te belangrijker de economische motor van Breda draaiende te houden. De bedoeling is om de aantrekkingskracht van de binnenstad op het gebied van winkelen, recreëren, cultuur, wonen, werken, leefbaarheid en bereikbaarheid te vergroten. Daarmee kan Breda haar positie in de top drie van beste binnensteden van Nederland waarmaken, behouden en verder uitbouwen. Dat zal van alle belanghebbenden een flinke inzet betekenen. Breda wil met deze visie realistisch richting geven en een open vizier houden naar de toekomst. Nieuwe kansen en bestaande of sluimerende kwaliteiten worden benoemd als ‘stip op de horizon’. In dit document worden geen panklare oplossingen voorgeschreven, wel worden de opgaven zo goed mogelijk aangeduid. De bedoeling is om alle belanghebbenden de komende tijd te inspireren en uit te nodigen In de visie binnenstad passeren velerlei ideeën en maatregelen de revue. De rol die de gemeente voor zichzelf ziet om de ideeën en maatregelen te realiseren varieert per onderwerp. De rol van de gemeente kent in het kader van de terugtredende overheid en het gewijzigde grond- en vastgoedbeleid meer maatwerk dan in het verleden. (Spontaan Breda) In onderhavige visie worden ontwikkelingen voorgesteld waarbij de gemeente Breda een regierol heeft. Dit betreft met name de herinrichting van de openbare ruimte, het domein dat in eigendom en in beheer is bij de gemeente. Dit zijn projecten waarvoor de gemeente zelf budget dient te reserveren. Daarnaast worden initiatieven toegelicht die reeds spelen en waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft. Het gaat hierbij om projecten van derden zoals Achter de Lange Stallen of een vijf sterren hotel, waarbij de gemeente meedenkt met de initiatiefnemers en randvoorwaarden formuleert als basis voor een op te stellen postzegelbestemmingsplan, stedenbouwkundig plan of bouwplan. Ook komen ontwikkelingen aan bod waarbij de gemeente een sturende rol heeft. Dit zijn nog niet bestaande, maar wel concreet benoembare en gewenste initiatieven die zich in de toekomst voor zouden kunnen doen en die door middel van het vaststellen van beleid (bijvoorbeeld bestemmingsplannen) naar de meest geschikte plekken gestuurd worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om culturele initiatieven, wonen boven winkels etc. De gemeente stuurt hierop door ontwikkelingsmogelijkheden en bijbehorende randvoorwaarden op te nemen in een bestemmingsplan. De gemeente heeft een verbindende rol bij het (in de toekomst) vrijkomen van locaties waarvoor op korte termijn geen alternatief programma voorhanden is. Een voorbeeld hiervan is het Seelig-terrein. Dit is in handen van Defensie die het rond 2016 af zal stoten. Het is aan de gemeente om enerzijds Defensie in contact te brengen met potentiële kopers die de gemeente daar graag zou zien landen en anderzijds om e met potentiële kopers afspraken te maken over gewenste ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de 3 fase Mark. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 4
van 73
Tenslotte heeft de gemeente een stimulerende rol bij projecten die tijdelijk van aard zijn zoals (culturele) evenementen, activiteiten, festivals, producties en manifestaties. Deze rol vertaalt zich met name in het verlenen van subsidies en het vaststellen van subsidiebeleid. 1.6 Lopende ontwikkelingen/opgaven/initiatieven De binnenstad is en blijft een dynamisch gebied, ook in deze wat lastiger economische tijd is de belangstelling voor de binnenstad groot. Op bijgevoegd kaartbeeld een weergave van: - Ontwikkelingen, liggen vast in bestemmingsplannen of bestuurlijke besluiten; - Opgaven, zijn de grotere taken of ambities die de gemeente zichzelf heeft gesteld; - Initiatieven, komen uit de koker van andere partijen dan de gemeente; - Vragen, zijn ruimtelijke opgaven die de komende jaren mogelijk kunnen gaan spelen. Deze inventarisatie betreft een momentopname, die de komende jaren ongetwijfeld vaak zal veranderen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 5
van 73
2. Visie op hoofdlijnen 2.1 Hoofdkeuzes Hoofdkeuze 1: Centrum als toeristisch-recreatief product versterken (Knooppunt Breda en Breda Markstad) Breda heeft vanaf het jaar 2000 een schaalsprong gemaakt als toeristische bestemming. Tot en met 2008 kende Breda zelfs als enige grote Nederlandse stad, een constante groei het aantal toeristische bezoekers. De groei in bezoekers is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de komst van nieuwe voorzieningen en gebiedsontwikkelingen zoals de haven, Chassépark, Graphic Design Museum (nu MOTI), ’t Sas en Holland Casino. Ook grote landelijke evenementen zoals het Glazen Huis hebben positief aan het bezoekersaantal bijgedragen. Jaarlijks brengen in totaal circa 3 miljoen mensen een bezoek aan de stad om te winkelen. Dit betreft zowel mensen uit de stad en omgeving, als Nederlandse en Belgische toeristen. Breda heeft dan ook één van de drukste winkelstraten van Nederland. Uit onderzoek blijkt dat bezoekers ook graag en vaker terugkeren naar de stad. De toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van Breda zit in de combinatie van een ruim winkelaanbod in een historische en gastvrije setting. Sinds 2008 laat het aantal toeristische bezoekers echter een daling zien. Dit als gevolg van de economische crisis maar waarschijnlijk ook door het uitblijven van vernieuwing van het toeristisch product. Het is voor Breda dan ook noodzakelijk om het centrum als toeristisch-recreatief product te vernieuwen en versterken, voor zowel de toeristen als voor de Bredanaars zelf, want ondanks de economische crisis zullen toerisme en vrije tijd voor de consument belangrijk blijven. Toerisme zit nu eenmaal in het gedragspatroon van de mens. Verdere groei in de toeristisch-recreatieve sector is dan ook zeker niet ondenkbaar, mede vanwege - het rond deze periode -met pensioen gaan van, doorgaans financieel draagkrachtige, babyboomers die dus meer vrije tijd krijgen en erop uit trekken. Het toeristisch aanbod kan worden verdeeld naar de mate waarin zij aantrekkingskracht uitoefent op bezoekers.
Het beeldbepalende aanbod zijn de imagobepalende voorzieningen die ervoor zorgen dat bezoekers voor de eerste keer Breda bezoeken. Voor Breda is dit het winkel- en horeca-aanbod samen met het historische decor van de binnenstad. Het aantrekkelijke aanbod zorgt ervoor dat de toerist langer in Breda verblijft of vaker terugkomt. Evenementen, musea en onder meer de rondvaarten vormen dit aanbod. De basisinfrastructuur zijn de voorzieningen – die bij het ontbreken ervan – reden zijn om weg te blijven. Voorbeelden hiervan zijn goede parkeergelegenheden en toeristische informatie. Het is belangrijk om het aanbod dat reeds beeldbepalend is verder te verbreden en te vernieuwen. Om te kunnen blijven concurreren met andere winkelsteden is het van belang om het winkel- en horeca aanbod te blijven vernieuwen en de historische setting waar nodig een kwaliteitsimpuls te geven. Daarnaast is het belangrijk om het aantrekkelijke aanbod verder te thematiseren, te clusteren, te innoveren en aan te vullen zodat het kan uitgroeien tot beeldbepalend aanbod. Het gaat dan om het uitbreiden van de mogelijkheden voor (water)recreatie in het kader van Breda Markstad, om het faciliteren visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 6
van 73
en stimuleren van culturele initiatieven (o.a. in het kader van Culturele Hoofdstad) en om het ruimte geven aan (nieuwe) evenementen met een meerwaarde voor de stad (stedelijke promotie, economische en toeristische impuls, sociale/culturele/sportieve cohesie). Bij de deelkeuzes in paragraaf 2.2 zal hier verder op in worden gegaan. De basisinfrastructuur van Breda is in principe goed, de opgave voor de toekomst is om ervoor te zorgen dat deze kwaliteit gehandhaafd blijft. Onderwerpen als bereikbaarheid en parkeervoorzieningen komen uitgebreid aan de orde in 3.2 Mobiliteit. Hoofdkeuze 2: Binnenstad af maken (Bredaas Mozaïek) Om Breda als toeristisch-recreatief product te kunnen versterken, is het noodzakelijk om de bestaande plannen voor de binnenstad af te maken en daarmee de aantrekkelijkheid en de verblijfskwaliteit te verbeteren. De afgelopen decennia is er veel geld geïnvesteerd in het opknappen van de binnenstad. Denk aan de ontwikkeling van winkelcentrum de Barones, ‘t Sas, de herinrichting van de openbare ruimte (inclusief het herstel van beeldbepalende gevels en panden), het heropenen van de haven en de aanleg van de Binnenmark. Er is extra geïnvesteerd in het ontwerp van het Chassé Theater, de Nieuwe Veste, het Graphic Design Museum en Poppodium Mezz, en in de kwaliteit en duurzaamheid van het Chassé Park en het park Valkenberg. Nooit eerder waren zoveel architecten en projectontwikkelaars van zo’n hoog niveau in Breda aan de slag. Deze kwaliteitsimpulsen bepalen samen met het historische karakter de hoge ruimtelijke kwaliteit van de binnenstad. Het hoge ambitieniveau dat in het verleden gold voor de binnenstad, wordt voortgezet bij de herontwikkeling van de laatste “rotte” plekken in de stad, op die manier wordt voorkomen dat de kwaliteitsimpulsen uit het verleden desinvesteringen worden. Een viertal maatregelen die indertijd zijn bedacht, zijn om verschillende redenen uitgesteld. Het betreft het doortrekken van de Mark (blauwe westflank), het herinrichten en vergroenen van de oostflank, het voltooien van het winkelrondje middels de herontwikkeling van het Molsterrein en de herinrichting van het Stadserf. Bij de nadere ruimtelijke uitwerking in 3.3 zal hier verder op in worden gegaan.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 7
van 73
Hoofdkeuze 3: Behoud en versterking van de leefbaarheid (Bredaas Mozaïek en Breda Markstad) Naast een toeristische en recreatieve trekpleister is het centrum van Breda tegelijkertijd een uniek woonen werkmilieu. Er wordt dan ook naar gestreefd om de leefbaarheid van het centrum te behouden en waar nodig te versterken voor zowel bewoners, werkenden als recreanten. Dit kan door bij woningbouwontwikkelingen doelgroepen aan te spreken die bewust kiezen voor een stedelijk woonmilieu en wonen boven winkels te stimuleren in het kader van sociale veiligheid en levendigheid. Maar ook door de verblijfskwaliteit van het centrum te verbeteren en het voorzieningenniveau op peil te houden. De verblijfskwaliteit zit met name in de historische setting/architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving, de aanwezigheid van groen en water, een goede inrichting en verlichting van de openbare ruimte en het terugdringen van (doorgaand) autoverkeer. Bij de deelkeuzes in paragraaf 2.2 en de nadere ruimtelijke uitwerking in 3.3 zal hier verder op in worden gegaan. Hoofdkeuze 4: Centrum goed bereikbaar houden voor bestemmingsverkeer, overig/doorgaand verkeer anders leiden (Knooppunt Breda en compacte en duurzame stad) Ten behoeve van de kwaliteit van het centrum als toeristisch-recreatief product is het noodzakelijk dat het centrum goed bereikbaar blijft. Ten behoeve van de verblijfskwaliteit is het van belang om doorgaand verkeer dat geen bestemming in het centrum anders te leiden. De wegenstructuur van Breda loopt medio 2020 tegen een fysieke grens aan, verder uitbreiden is haast niet meer mogelijk en daarmee ook het blijven faciliteren van autobereikbaarheid. Om te voorkomen dat de bereikbaarheid van de belangrijkste economische toplocaties (o.a. binnenstad) onder druk komt te visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 8
van 73
staan, is ingrijpen noodzakelijk en is een koerswijziging gewenst. In het kader van de Structuurvisie 2030 wordt er momenteel gewerkt aan het zogenaamde bundelen en ontvlechten. In essentie betekent dit het bundelen van het noodzakelijke autoverkeer op een beperkt aantal assen die gekoppeld zijn aan bedrijventerreinen, de stationslocatie en de binnenstad. Op andere plekken in de stad ontstaat ruimte om juist de fiets en het openbaar meer te stimuleren. Zeker voor de binnenstedelijke verplaatsingen van en naar de binnenstad. Binnen deze filosofie speelt de bereikbaarheid van de binnenstad een cruciale rol. Onderzoek heeft uitgewezen dat ongeveer 35% van het verkeer in de binnenstad doorgaand verkeer betreft. De verblijfskwaliteit van de binnenstad verbetert aanzienlijk wanneer het doorgaand verkeer om de binnenstad heen geleid wordt. Dit zou kunnen door de invalswegen tot aan de parkeergelegenheden te laten lopen en verder alleen bestemmingsverkeer door te laten. Een dergelijk systeem wordt ‘de inprikkers’ genoemd. De goede autobereikbaarheid blijft gewaarborgd, maar de auto’s worden beter over het centrum verspreid En er ontstaat meer ruimte voor fietsers en voetgangers. Bovendien wordt de parkeerdruk hiermee beter verdeeld over alle parkeervoorzieningen. Het is dan niet meer mogelijk om vanuit het zuiden door te rijden naar een parkeerlocatie aan de noordkant van de binnenstad. De noordelijke en zuidelijke rondweg zullen meer als parkeerverdeelassen gaan functioneren. De parkeerlocaties worden voortaan direct gekoppeld aan een naderingsrichting; dit zijn de zogenaamde inprikkers. Daarnaast zal er op termijn een keuze geboden worden om aan de stadsrand te kunnen parkeren gecombineerd met pendelservice naar de binnenstad. Hiermee zal voor de stedelijke verplaatsingen naar de binnenstad toe de fiets en het openbaar vervoer aantrekkelijker worden. Voor de bezoeker vanuit de regio blijft de binnenstad per auto goed bereikbaar. Het systeem van de zogenaamde ‘ inprikkers’ zal op termijn ook worden toegepast in het openbaar vervoer. Nu gaan de buslijnen dwars door de binnenstad terwijl een aanzienlijk deel van de reizigers niet in de binnenstad hoeft te zijn, maar op weg is naar het centraal station, school, ziekenhuis etc. Door het openbaar vervoer op termijn via de flanken van de binnenstad en/of via de singels te leiden en onderscheid te gaan maken tussen het verbinden van economische knooppunten en het verbinden van buurten en wijken onderling (niet via binnenstad), verdwijnt een aanzienlijk aantal bussen uit de binnenstad, wat de verblijfskwaliteit ten goede komt. Hoofdkeuze 5: Inzetten op duurzaamheid (Breda compacte en duurzame stad) Duurzaamheid is geen op zichzelf staand onderwerp, maar centraal en integraal gedachtegoed voor alle onderdelen van de visie binnenstad. De keuze voor een compacte en duurzame stad in de Structuurvisie 2030 leidt tot aanpassingen in de bestaande infrastructuur om de stijgende mobiliteitsbehoefte op te vangen en vraagt om duurzamere mobiliteitsvormen. Daarnaast manifesteren de effecten van klimaatverandering zich sterker in een verdichte stedelijke ruimte, die ontstaat doordat de transformatieopgaven binnen de bestaande (binnen)stad worden opgelost. De thema’s die bij duurzaamheid een rol spelen zijn: Klimaatadaptatie Groen en water Duurzame mobiliteit, waaronder inzetten op verminderen verplaatsingen en gebruik van alternatieven voor de auto; Optimale benutting van duurzame energie: bodem, zon, wind en water; Warmte en koude vraag (warmtevragers naast warmteaanbieders, zoals een datacentrum naast woningen); Cradle2Cradle Luchtkwaliteit Geluid Hergebruik bebouwing/gebouwd erfgoed Bij de deelkeuzes in paragraaf 2.2 en de nadere ruimtelijke uitwerking in 3.3 zal hier verder op in worden gegaan.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 9
van 73
2.2 Deelkeuzes Deelkeuze 1: Vernieuwing van het toeristisch en recreatief product middels het winkelaanbod aantrekkelijk houden en blijven vernieuwen De toeristisch-recreatieve aantrekkingskracht van Breda zit in de combinatie van een ruim winkelaanbod in een historische en gastvrije setting. Om te kunnen blijven concurreren met andere winkelsteden is het van belang om het winkelaanbod te blijven vernieuwen. Daarom wordt er bij het voltooien van het winkelrondje ingezet op het aantrekken van winkels die Breda nog niet heeft en waarvoor Bredanaars en mensen uit de regio op dit moment uitwijken naar Rotterdam en Antwerpen.
A. Kwalitatieve aanvulling op het winkelaanbod binnenstad in Achter de Lange Stallen Een belangrijke trend in de retail die doorzet is schaalvergroting. Ook grootschalige formules willen zich graag in binnensteden vestigen. In het project Achter de Lange Stallen wordt ingezet op de realisatie van winkels met een zeer groot vloeroppervlak waarvoor elders in de binnenstad fysiek geen ruimte is. Qua kledingzaken zal het gaan om ketens die zich profileren als Cheap chic, goedkope kleren met een chique uitstraling. Op deze manier heeft het centrum van Breda in de toekomst voor ieder wat wils, chique winkels aan de Ginnekenweg/Wilhelminastraat, Cheap chic in Achter de Lange Stallen, mainstream/grote (inter)nationale ketens (Blokker, Hema, H&M) in de Ginnekenstraat/Barones/Eindstraat, authentieke lokale winkels in de historische binnenstad (het dwaalmilieu) en to go winkels in Via Breda. Het is dus belangrijk dat het project een bijzondere kwaliteit toevoegt aan de binnenstad van Breda zowel qua branchering, concept maar ook qua stedenbouwkundige opzet en uitstraling. Het gaat om het toevoegen van een uniek stukje binnenstad dat de binnenstad van Breda in zijn geheel nog aantrekkelijker maakt als “place to be”.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 10
van 73
Naast schaalvergroting is er ook sprake van schaalverkleining en superspecialisatie. Ook hiervoor moet ruimte beschikbaar zijn. ’t Sas en het dwaalmilieu rondom het kernwinkelgebied zijn hiervoor geschikte locaties.
B. Nieuwe trekkers in historische binnenstad (dwaalmilieu) Om de authentieke, meer lokale winkels in met name de Brugstraten en de Veemarktstraat te laten overleven wordt onder andere ingezet op het versterken van het dwaalmilieu en worden zogenaamde commerciële trekkers aan het eind van Brugstraten en de Veemarktstraat gefaciliteerd. Aan het eind van de Veemarktstraat wordt de Gasthuispoort herontwikkeld. Hierbij wordt qua detailhandel ingezet op de vestiging van een concept dat een grote aantrekkingskracht heeft op winkelend publiek. Deze formule zal zich vestigen in het op te knappen winkelpand waar zich op dit moment een glashandel bevindt. Aan het eind van de Brugstraten wordt met het project bruisend waterplein geïnvesteerd in het vergroten van de levendigheid en verblijfskwaliteit van de haven. C. Nieuwe toekomst voor de inloopstraten In veel steden staat de functie van de aan-of inloopstraten onder druk. De oorzaken hiervan moeten gezocht worden in het veranderend koopgedrag van de consument en de geringere bestedingen door de economische crisis. Ook is vooral in deze straten sprake van vergrijzing van het ondernemersbestand. Het gevolg is leegstand, functieverandering en daling van huurprijzen. De verwachting is dat winkelgebieden in binnensteden compacter worden en door de afnemende vraag naar winkel- en horecapanden de leegstand in de inloopstraten de komende jaren verder zal toenemen. De functie van enkele inloopstraten in Breda verandert. Deze straten worden steeds meer zelfstandig functionerende gemengde milieu’s, die niet meer tot het winkelgebied van de binnenstad horen. Het is belangrijk samen met ondernemers en vastgoedeigenaren een visie en plan van aanpak te ontwikkelen voor het transitieproces van deze straten.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 11
van 73
(Nieuwe) Haagdijk De (Nieuwe) Haagdijk was lange tijd de belangrijkste commerciële zone van Breda. In de jaren ’50 en ’60 echter, werd de Ginnekenstraat opgeknapt en getransformeerd tot voetgangersgebied waardoor deze de winkelfunctie van de Haagdijk overnam. Naast specialistische winkels zijn er op de Haagdijk winkels voor de dagelijkse boodschappen voor bewoners van Fellenoord, Schorsmolen, Haagpoort en Tuinzicht te vinden. De voor Bredase begrippen multi-culturele samenstelling van deze wijken (gemiddeld een kwart van de inwoners is van buitenlandse afkomst), zie je tevens terug op de Haagdijk/Haagweg waar onder andere een Roti restaurant, de Kenfood en een Poolse delicatessenwinkel gevestigd zijn. De verwachting is dat deze ontwikkeling doorzet en dat naast een verscheidenheid aan winkels voor de dagelijkse boodschappen, het accent op kleinschalige dienstverlening van lokale ondernemers/bewoners (redelijk lage huren waardoor makkelijk instappen) en wonen komt te liggen. Van pure winkelstraat met een centrumfunctie transformeert de Haagdijk/Haagweg naar een gemengd milieu met vooral een functie voor de omliggende buurten.
Boschstraat De Boschstraat wordt gekenmerkt door specialistische winkels zoals de Fopshop, een stripboekenwinkel, een winkel voor modeltreinen etc. Zij profiteren van de autobereikbaarheid die de inloopstraten kenmerkt. De Boschstraat heeft reeds jaren te kampen met geringe leegstand. In tegenstelling tot de Ginnekenweg en Haagdijk grenzen er geen grote woonwijken aan de Boschstraat, alleen de wijk Valkenberg met circa 1700 inwoners grenst direct aan de Boschstraat. Het is wel zo dat bewoners van Brabantpark en/of LinieDoornbos initiatieven ontplooien in en rond de Boschstraat, zoals bijvoorbeeld de Turkse gemeenschap die een ontmoetingscentrum zou willen realiseren in de Incom in combinatie met Huize Raffy. Wellicht worden er in de toekomst vaker van dit soort initiatieven ontplooid, aangezien bijna 40% van de bewoners van Doornbosch-Linie en bijna 30% van de bewoners van Brabantpark van buitenlandse afkomst is. Het uitbouwen van MOTI als culturele broedplaats en de nabijheid van VIA Breda kunnen ervoor zorgen dat de Boschstraat aantrekkelijk wordt voor low-budget overnachtingen in hostels/jeugdherbergen en visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 12
van 73
bed&breakfastgelegenheden. De Boschstraat zal in plaats van pure winkelstraat op termijn gekenmerkt worden als gemengd milieu voor specialistische winkels, hostels/jeugdherbergen en zorgwonen voor specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld Turkse, Marokaanse, Molukse of Antiliaanse ouderen. Nieuwe Ginnekenstraat/Wilhelminastraat/Ginnekenweg De Ginnekenweg/Wilhelminastraat kent praktisch geen leegstand en wordt gekenmerkt door de wat duurdere, chique winkels. Deze straat heeft dan ook een groot verzorgingsgebied in de vorm van de achterliggende, wat duurdere, woonwijken Zandberg, Sportpark, Boeimeer en Ginneken, waarvan de bewoners gemiddeld 5.000 euro per jaar meer verdienen dan de gemiddelde Bredanaar. De verwachting is dat deze “Bredase PC Hooftstraat” in de toekomst op eigen kracht blijft floreren. De Nieuwe Ginnekenstraat ligt tussen het kernwinkelgebied van de binnenstad en de Ginnekenweg. De winkelfunctie van deze straat is minder sterk en er is meer leegstand . Een aantal jaren heeft hier een concentratie van uitzendbureau’s gezeten. Er is hier meer leegstand dan in de Wilhelminastraat/Ginnekenweg. De verwachting is dat deze straat naast winkels ook een belangrijke functie voor dienstverlenende bedrijven zal blijven vervullen. Willemstraat Een straat die in de toekomst wellicht wel letterlijk als “inloper” benoemd kan worden is de Willemstraat. Deze straat wordt door de komst van het nieuwe station een belangrijke toegangsweg naar de binnenstad voor bezoekers die naar Breda met het openbaar vervoer komen. Ook hier moet gedacht worden aan een mix van functies, maar meer gericht op bezoekers van de binnenstad.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 13
van 73
Deelkeuze 2: Vernieuwing van het toeristisch en recreatief product middels het inzetten op functies die de winkelfunctie aanvullen Om de toerist te verleiden om niet alleen een dagje te winkelen in Breda, maar een heel weekend in Breda door te brengen is het van belang om de winkelfunctie aan te vullen met andere functies. “Wat kan een toerist, naast winkelen, op zondag in Breda doen?”. Het gaat hierbij om het vergroten van de mogelijkheden voor watergebonden recreatie, het versterken en uitbreiden van het culturele aanbod (waaronder musea), het versterken en uitbreiden van het evenementenaanbod, het faciliteren van verschillende overnachtingsmogelijkheden, gedoceerde uitbreiding van onderscheidende horeca, uitbreiding van het dwaalmilieu en aantrekkelijke verbindingen met het mooie buitengebied van Breda.
A. Vergroten van de mogelijkheden voor watergebonden recreatie Met de realisatie van de nieuwe verhoogde Trambrug in juni 2014 wordt een grote stap gezet met de transformatie van de haven naar een bruisend waterplein. De nieuwe Trambrug kent een doorvaarthoogte van 3,20 m waardoor de Bredase haven bereikbaar wordt voor het merendeel van de recreatietoervaart. De mogelijkheid om tot in de Bredase haven te varen biedt nieuwe kansen voor water- maar ook landgebonden recreatie. De haven moet gaan bruisen en een plek worden waar boten komen en gaan. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 14
van 73
Het karakter van de haven moet verder worden versterkt door de komst van meer nautische evenementen. De verwachte grotere toestroom van passanten biedt kansen voor ondernemers een passantenhaven in de haven en aan de Prinsenkade te realiseren. De ontwikkeling van meer ligplaatsen dient te worden afgestemd met de beoogde ontwikkeling van een sloepenhaven binnen Via Breda en de bestaande havens en passantenvoorzieningen.
B. Betere afstemming op regionaal aanbod Om te komen tot een grotere betekenis van het beeldbepalende aanbod zijn meer en sterkere verbindingen met de regio en daarbuiten van belang. Thema’s als Culturele Hoofdstad 2018 en Van Gogh in combinatie met een internationale toegangspoort als de HSL-verbindingen bieden hiervoor goede kansen. Breda biedt aantrekkelijke verblijfs- en overnachtingsmogelijkheden voor toeristen die het Vincent van Goghhuis in Zundert en het Vincent van Gogh Informatiecentrum in Etten-Leur bezoeken.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 15
van 73
bron: beleidskader vrijetijdseconomie provincie Noord-Brabant Innovatie van het toeristisch product kan ook gebeuren door het toerisme te koppelen aan andere sectoren als beeldcultuur en gaming maar ook een betere verbinding tussen erfgoed, topsectoren als logistiek, maintenance en biobased bieden kansen.
bron: beleidskader vrijetijdseconomie provincie Noord-Brabant C. Ontwikkelen museumcluster Verspreid over de oostflank van de binnenstad kent Breda culturele voorzieningen als MOTI (museum voor grafische vormgeving), Chassé Theater, Bredaas Museum en poppodium Mezz. Het Chassé Theater en de Mezz zijn relatief sterke, op zichzelf staande voorzieningen die zich redelijk goed staande houden. De musea hebben het echter zwaar.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 16
van 73
Om in het kader van toerisme het museumaanbod te versterken en op termijn uit te kunnen breiden is het belangrijk om de musea meer te concentreren op één plek, zodat de bezoeker van de ene voorziening meteen ook even de andere voorziening meepakt. Denk hierbij aan het Museumpark in Rotterdam of het Museumplein in Amsterdam. Het gebied rondom MOTI kan op dit moment worden aangemerkt als een eerste begin van een culturele broedplaats, vanwege de omringende horeca waar museumbezoekers gebruik van kunnen maken en vanwege het initiatief van de Boschstraat om kunstwerken te exposeren in de etalages van leegstaande panden. Bredase musea onderzoeken meer en meer vernieuwing en samenwerkingsmogelijkheden, bijvoorbeeld met het Noord-Brabants Museum in ’s-Hertogenbosch. Daarnaast kan door grote en kleine musea elders uit de stad op termijn te verplaatsen naar het gebied rondom MOTI en door hier dependances van grote musea elders uit het land te openen, een sterk museumcluster ontstaan dat een bezoekje waard is. D. Culturele Loper tussen MOTI/museumcluster en Grote Kerk met een concentratie van cultureel erfgoed en culturele voorzieningen Om de culturele aantrekkingskracht van Breda maximaal te kunnen benutten, is het logisch de belangrijke culturele activiteiten te clusteren op een beperkt aantal locaties in de stad. Kleinere initiatieven op het gebied van cultuur kunnen dan tot ontwikkeling komen rondom grotere instellingen en broedplaatsen zoals MOTI. De meest logische plek om culturele initiatieven en voorzieningen met een bovenregionale aantrekkingskracht te concentreren is het oudste deel van de historische binnenstad waar het cultureel erfgoed zich reeds heeft geconcentreerd en zich de toeristische bezienswaardigheden bevinden zoals het Kasteel van Breda, de Grote Kerk, de Waalse Kerk, het Begijnhof (met kleine musea), verschillende Hofhuizen en de historische entree naar het Valkenberg. Een bezoek aan de toeristische bezienswaardigheden kan op die manier eenvoudig worden gecombineerd met een bezoek aan een culturele broedplaats, (dependance van) museum, galerie of expositieruimte. Met name naar expositieruimte is in Breda veel vraag. Daarnaast is er, in het Havenkwartier rond de Belcrum ruimte voor experiment en vernieuwing die specifieke doelgroepen bedient. Om de hoek van deze zone bevinden zich nog de historische verzameling van de KMA op het Kasteelplein, de beeldencollectie in de Willem Merxtuin en net iets verder Bibliotheek/Nieuwe Veste, bibliotheek nieuwe stijl, de centrale bibliotheek in de Molenstraat wordt omgevormd tot een modern stedelijk cultureel centrum voor leesplezier, informatie, ontmoeting en cultuurparticipatie. Daarbij wodt synergie gezocht tussen de Bibliotheek Breda en het Centrum voor de kunsten centraal. Daarnaast speelt er een aantal initiatieven die hun pijlen richten op Catharinastraat/Reigerstraat: Stichting cultuurbehoud wil in het kader van immaterieel erfgoed (Unesco) in leegstaande panden oude ambachten weer tot leven roepen; Het Begijnhof heeft een legaat gekregen om een kunstcollectie tentoon te stellen; Paleis van Volksvlijt zoekt hier een locatie; Er speelt een initiatief om hier een carnavalsmuseum op te richten;
In het kader van Open Monumentendag wordt het verdwenen erfgoed van de stad, zoals de Gasthuispoort, het Oud-Begijnhof (ter hoogte van kasteelplein) en het opgegraven Glazen Kanon (ter hoogte van het Kapucijnenhof) via Urban Augmented Reality nieuw leven ingeblazen. Samen met de voorgestelde ontwikkelingen rondom MOTI en een mogelijke (zondags)openstelling van het Kasteel van Breda zou dit gebied uit kunnen groeien tot een Culturele Loper waar men zich een hele dag zou kunnen vermaken. Een tweede voordeel van het verlevendigen van de Catharinastraat/Reigerstraat is dat dit een verbindende schakel gaat vormen tussen het kernwinkelgebied en Via Breda, zodat het centrum niet uiteenvalt in drie afzonderlijke delen (station, leeg en doods tussengebied en winkelzone). Tevens zorgt het voor meer aanloop en levendigheid in de winkelstraten van het dwaalmilieu zoals de Veemarktstraat, Brugstraten en de straten daar omheen. Bovendien wordt fysiek een link gelegd met een culturele voorzieningen en initiatieven in Via Breda, zoals podium Bloos, Electron en Breda Broeit. Breda Broeit betreft een initiatief in het Havenkwartier waarbij de relatie tussen creatief ondernemerschap, economie visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 17
van 73
en de industrie wordt versterkt door een combinatie van formele en informele stedelijke ontwikkeling waarbij leegstaande (historische) panden en terreinen worden ingezet. Tevens biedt het een podium voor Culturele Hoofdstad 2018.
Een tweede voordeel van het verlevendigen van de Catharinastraat/Reigerstraat is dat dit een verbindende schakel gaat vormen tussen het kernwinkelgebied en Via Breda, zodat het centrum niet uiteenvalt in drie afzonderlijke delen (station, leeg en doods tussengebied en winkelzone). Tevens zorgt het voor meer aanloop en levendigheid in de winkelstraten van het dwaalmilieu zoals de Veemarktstraat, Brugstraten en de straten daar omheen. Bovendien wordt fysiek een link gelegd met een culturele voorzieningen en initiatieven in Via Breda, zoals podium Bloos, Electron en Breda Broeit. Breda Broeit betreft een initiatief in het Havenkwartier waarbij de relatie tussen creatief ondernemerschap, economie en de industrie wordt versterkt door een combinatie van formele en informele stedelijke ontwikkeling waarbij leegstaande (historische) panden en terreinen worden ingezet. Tevens biedt het een podium voor Culturele Hoofdstad 2018.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 18
van 73
E. Locatiespecifieke evenementen Er is een spanningsveld tussen een levendige binnenstad met evenementen, de beheersbaarheid ervan en de overlast voor omwonenden. Het streven is om evenementen zoveel mogelijk te spreiden qua locatie, tijdstip en doelgroep. Er zijn in het centrum verschillende evenementenlocaties voorhanden en het doel is om het type locatie leidend te laten zijn voor het type evenement. Daarnaast is het zaak om in de toekomst in het kader van spreiding nieuwe evenementenlocaties te vinden, zoals bijvoorbeeld Seelig Zuid of een deel van het CSMterrein. In 3.1.4 wordt nader ingegaan op het evenementenbeleid van Breda. F. Meer variatie en aanbod overnachtingsmogelijkheden De huidige Bredase hotelmarkt bestaat met name uit hotels met drie tot vier sterren. Uit de onlangs gehouden quickscan van de gemeente Breda naar de hotelmarkt blijkt dat er voor de komende jaren een kleine marktruimte is voor de toevoeging van extra hotelkamers. Omdat de marktruimte beperkt is wordt gefocust op nieuwe en onderscheidende initiatieven.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 19
van 73
Een hotel van een vijf sterren niveau gevestigd in een historisch pand in de binnenstad voegt wezenlijk wat toe. In dit topsegment kent Breda nog geen hotels. De komst van een vijfsterren hotel zorgt voor een meer compleet hotelaanbod en het hotel zal bovendien (deels) gasten vanuit een nieuwe markt aan trekken. Ook nieuwe en onderscheidende low-budget initiatieven zijn welkom, zoals bijvoorbeeld een twee sterren hotel (hierop wordt ingezet bij de herontwikkeling van de Gasthuispoort). De stad kent relatief weinig bed&breakfast-gelegenheden, jeugdherbergen en campings. Het uitbouwen van MOTI als culturele broedplaats en de nabijheid van VIA Breda kunnen ervoor zorgen dat de Boschstraat aantrekkelijk wordt voor low-budget overnachtingen in hostels/jeugdherbergen en bed&breakfastgelegenheden. Mogelijkheden voor een (tijdelijke) stadscamping liggen wellicht op Seelig Zuid. G. Extra horecacluster Van Coothplein met onderscheidend profiel De horeca in de binnenstad heeft een relatief eenzijdig profiel door de oriëntatie op jeugdig uitgaand en winkelend publiek. Opvallend is de sterke concentratie van horeca rondom de Havermarkt en de Grote Markt. Het van Coothplein krijgt de kans om zich verder te ontwikkelen in de richting van een horecaplein met een onderscheidend profiel en ook de oostzijde van de heropende haven is bij uitstek een geschikte locatie voor horeca. H. Uitbreiding van het dwaalmilieu middels nieuwe (woon)hofjes De herinrichting van het Stadserf vormt een eerste kwalitatieve impuls voor het Dwaalmilieu. De verdere versterking en uitbreiding van het dwaalmilieu wordt gestimuleerd door bij elke herontwikkeling in de historische binnenstad als randvoorwaarde mee te geven dat er een semi-openbaar groen (woon)hof dient te worden gerealiseerd. Daarnaast zou in de bestaande en nieuwe hofjes, in navolging van de Willem Merkxtuin, een beeld of sculptuur kunnen worden gesitueerd dat past bij de karakteristiek van het hofje, zoals de begijntjes op het Begijnhof of bijvoorbeeld een groot hart op het Stadserf waarbij kersverse bruidsparen zich kunnen laten fotograferen. Op die manier ontstaat er een beeldenroute waarbij men van hofje naar hofje wandelt, als aanvulling op de bestaande routes.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 20
van 73
I. Aantrekkelijke verbindingen met het buitengebied van Breda De radiale opzet van Breda met korte lijnen van de binnenstad naar het buitengebied zijn uniek. Het groene buitengebied reikt hierdoor ter hoogte van de groene (voormalige) militaire terreinen tot aan de historische binnenstad. Breda heeft een mooi en divers buitengebied met beekdalen en bossen in het zuiden en uitgestrekte kleipolders in noorden. Typisch voor Breda is de grote hoeveelheid landgoederen, verspreid in haar omgeving. Door de verbindingen met het buitengebied via de historische linten en via de beekdalen aantrekkelijker te maken wordt Breda interessanter voor de toerist die een bezoek aan het centrum wil combineren met een bezoek aan de natuur. Dit wordt in het kader van de Structuurvisie Breda 2030 verder opgepakt.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 21
van 73
Deelkeuze 3: Inzetten op leefbaarheid en duurzaamheid middels het inzetten op verschillende woonmilieus, onderwijsvoorzieningen, cultureel erfgoed, groen en water en openbare ruimte Er wordt naar gestreefd om de leefbaarheid van het centrum voor bewoners, werkenden en recreanten te behouden en waar nodig te versterken door in te zetten op verschillende woonmilieus, door de verblijfskwaliteit van het centrum te verbeteren en door het voorzieningenniveau op peil te houden. De verblijfskwaliteit zit met name in de historische setting/architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving, de aanwezigheid van groen en water, een goede inrichting en verlichting van de openbare ruimte en het terugdringen van (doorgaand) autoverkeer. A: Behouden en waar mogelijk versterken verschillende woonmilieus in de binnenstad De binnenstad is een uniek woonmilieu in Breda en kent een groot palet aan verschillende woonsferen. In Via Breda richten de ontwikkelingen zich met name op het creëren van een hoogdynamische stedelijke woonomgeving voor verschillende doelgroepen: gezinnen, ouderen, studenten, expats, powercouples en alleenstaanden. Als algemeen credo voor wonen in de binnenstad geldt dat wonen een bijdrage moet leveren aan de levendigheid, leefbaarheid en sociale veiligheid in dit gebied. Bij nieuwe ontwikkelingen worden dan ook doelgroepen aangesproken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet alleen om te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de binnenstad biedt. Dit betekent dat we ook in de binnenstad uitdagende woonmilieus willen realiseren die bewoners associëren met het stedelijk wonen en die aanvullend zijn op de ontwikkelingen in Via Breda. De doelgroepen in de binnenstad betreffen met name: - Studenten en jongeren - Starters / Jonge gezinnen-huishoudens - Empty Nesters en ouderen (50+ en 65+) Studenten, jongeren en starters vestigen zich met name in kamers, studio’s en appartementen boven winkels, terwijl 50-plussers zich met name aangetrokken zullen voelen door rustige en groene woonsferen zoals het Chassépark. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel, dus ook specifieke doelgroepen die zich bijvoorbeeld richten op combinaties van wonen en werken, speciale woonvormen voor ouderen of gethematiseerde woongroepen voor bijvoorbeeld kunstenaars, kunnen een plek krijgen in het centrum. Huidige woonmilieus in de binnenstad: - Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters - Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische binnenstad) - Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang kent (Fellenoord) - Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen) e - Stedelijk wonen in een 19 eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer) - Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark) - Bewaakt wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie) Vanuit de woningbehoefte en de aanwezige ruimtelijke kwaliteit is het voorstelbaar dat nieuwe aanvullende woonmilieus zouden kunnen worden ontwikkeld op de locatie Seelig Zuidwest/rechtbank/belastingkantoor. De mogelijkheden hiervoor hangen mede af van de structuurvisie Breda 2030.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 22
van 73
Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig verleiden van potentiële kopers. De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die, onder andere afhankelijk van keuzes in de structuurvisie 2030, naar alle waarschijnlijkheid op de markt worden gezet betreffen: - Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters, (jonge) gezinnen en Empty Nesters) - Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren) - Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2018) grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters, ouderen en zeer specifieke doelgroepen) B. Openbare ruimte completeren volgens ingezette weg met bijpassend beheer Het gebruik, de inrichting en het beheer van de openbare ruimte in de stad en de dorpen moeten het goed toeven van Bredase burgers, forensen en toeristen bevorderen. Dit gebeurt door de mogelijkheden te verhogen om samen de openbare ruimte te delen, door de identiteit van buurt, wijk, dorp en stad te versterken en de openbare ruimte duurzaam te gebruiken, in te richten en te beheren. Dit is in twee zinnen de ambitie van de Visie Openbare Ruimte Breda 2020. Middels het weren van doorgaand verkeer, het doortrekken van de Mark (blauwe westflank) en het vergroenen van de oostflank, krijgt de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte in de binnenstad een impuls en wordt het goed toeven bevorderd. De identiteit van de openbare ruimte van de binnenstad wordt bepaald door de klassieke uitstraling: rustig, groen als het kan. Ingetogen, maar zeker niet karig: gebruik van mooie materialen. Traditioneel, maar ook visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 23
van 73
wars van trends, en daardoor tijdloos en duurzaam. Dit geldt ook als credo bij het completeren van de openbare ruimte ter hoogte van de oost- en westflank. Ten aanzien van beheer wordt er voor de binnenstad (en belangrijke stedelijke structuren als historische bebouwingslinten, dorpskernen etc.) een nieuwe beheerstrategie nagestreefd, waarbij de ambitie hoog is en het primaat bij de gemeente ligt in tegenstelling tot andere gebieden in Breda waar ruimte is voor het versoberen van het beheer en voor samenwerking met andere partijen. D. Verlichtingsplan verder uitvoeren Een goede en sfeervolle verlichting is voor Breda van groot belang. ‘Sfeer’ is één van de toeristische troeven van de stad. Uit de analyse van het bezoekmotief blijkt dat Breda vaak wordt bezocht voor de horeca en het vermaak. Dit bezoek speelt zich vaak in de avond- en nachtelijke uren af. De kwaliteit van de beleving die men overdag van de binnenstad heeft dient ook in de avond en begin van de nacht te worden gehandhaafd. Een betere sfeerbeleving in het donker kan ervoor zorgen dat bezoekers langer blijven en dat de stad ook in de avonduren meer bezoekers kan trekken. Het Masterplan Illuminatie dat in 2009 is opgesteld streeft naar een optimale nachtelijke beleving door een goede verlichting van de monumenten, pleinen en straten in de binnenstad. Begin 2013 wordt het eerste project gerealiseerd, de verlichting van de wanden van de haven. Daarnaast wordt het Spanjaardsgat in de loop van 2013 aangelicht. In de nabije toekomst worden stap voor stap de overige projecten, waaronder de Grote Kerk, MOTI (Beyerd) en Kloosterkazerne (Holland Casino) uitgevoerd, met het doel om in 2018 het totale plan te hebben gerealiseerd. E. Meer groen en water realiseren in de binnenstad Groen en water brengen meer ruimtelijke kwaliteit, levendigheid, verblijfskwaliteit, verkoeling. Daarnaast hebben groen en water een positieve invloed op huuropbrengsten, koopgedrag, bezettingsgraad, productiviteit, energiekosten etc. e De visie binnenstad is dan ook gericht op het (her)introduceren van water (3 fase Mark, maar wellicht ook op andere plekken zoals bijvoorbeeld Vlaszak/Oude Vest), op het groen houden van bestaand groen, op de realisatie van groene (woon)hoven bij herontwikkelingen in de historische binnenstad en op vergroening van de Oostflank en wellicht in de toekomst het Chasséveld en CSM-terrein. Daarnaast wordt ingezet op groene daken/gevels en zonnepanelen/warmte-koude-opslag/windenergie op daken bij herontwikkelingen in de binnenstad.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 24
van 73
F. Hergebruik gebouwd erfgoed voorrang bij nieuwe ontwikkelingen De cultuurhistorische waarden en monumenten van de binnenstad vormen de grondslag voor het fungeren van de binnenstad als economische motor van Breda. Als gevolg van de economische crisis zijn er op dit moment meer herontwikkelingslocaties (locaties die leeg (komen te) staan) voorhanden in de binnenstad, dan dat er programma voorhanden is. Bij de locatieafweging van initiatieven die zich voordoen, wordt dan ook allereerst gekeken naar locaties waar sprake is van cultuurhistorische en monumentale waarden. Mocht nieuwbouw toch de enige mogelijke optie zijn, dan wordt hier de ambitie aan gekoppeld dat er toekomstig erfgoed wordt ontwikkeld.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 25
van 73
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 26
van 73
3. Visie in detail 3.1 Programma 3.1.1 Retail Trends en ontwikkelingen De detailhandel is een dynamische sector. Er doen zich continue nieuwe ontwikkelingen voor. Grootschalige conceptuele winkelplannen worden geïntroduceerd (Factory Outlets), de schaalvergroting bij supermarkten zet zich voort (Jumbo van 6.000 m2), winkels zoeken de periferie en brancheverruiming en branchevervaging (ook tussen detailhandel en horeca) zet door. Tegenover de schaalvergroting is tegelijkertijd een trend van schaalverkleining en superspecialisatie waar te nemen. Vraag naar winkelunits in A1 gebieden in de grote-en middelgrote steden blijft stabiel of wordt groter. Druk op A1 gebieden wordt groter, terwijl vraag naar winkelruimten in randgebieden binnensteden en aanloopstaten afneemt. A1 gebieden worden compacter en retailers en beleggers investeren allen nog in goede retaillocaties. Het is belangrijk dat ondernemers de kansen pakken die internet biedt. Ook de consument verandert en men kan niet meer spreken van “de consument”. De consument is mobieler en winkelen wordt steeds meer een vorm van vrije tijdsbesteding. De consument is op zoek naar beleving, sfeer en onderscheid. Daarnaast wordt er steeds meer gekocht via internet en men verwacht nog een forse toename van de internetbestedingen. De toenemende vergrijzing en de lichte daling van het inwonertal in de regio zijn factoren waar rekening mee moet worden gehouden. Winkelgebieden onderscheiden zich steeds meer op basis van de koopmotieven van de consument. Zo kan onderscheid gemaakt worden in winkelgebieden voor de (dagelijkse) boodschappen (buurt-en wijkwinkelcentra), winkelgebieden voor doelgerichte aankopen (perifere subcentra) en winkelgebieden voor recreatief funshoppen (binnensteden). Wat betekenen deze trends voor binnenstad Breda? Breda heeft met de historische binnenstad een bijzonder product in huis. Het bepaalt in sterke mate het karakter, het imago en de aantrekkingskracht van Breda. De afgelopen decennia is er zowel door ondernemers als de gemeente fors geïnvesteerd in de kwaliteit van de binnenstad. Dat past bij de hoge ambities van het hedendaagse Breda. Van winkelvoorziening voor de lokale bevolking is het stadshart in toenemende mate een bovenregionaal centrum geworden. Met de HSL-shuttleverbinding komt daar ongetwijfeld een (inter)nationale dimensie bij. De binnenstad biedt een tamelijk compleet beeld met een ruim en onderscheidend aanbod aan winkels en horecagelegenheden, maar ook met uitgaans- en leisurevoorzieningen, evenementen, cultuur, rust- en verblijfsaccommodaties. Het historisch decor afgewisseld met moderne architectuur, en de aanwezigheid van water, een fraai park, steegjes, en pleinen met uitnodigende terrassen bepalen voor een groot deel de ambiance en het imago van Breda. Het is daarom van groot belang de kwaliteit van de Bredase binnenstad scherp te bewaken en waar mogelijk te versterken. Succesvolle binnensteden onderscheiden zich in de toekomst door het belevenis- en betekenisaspect in het gehele winkelgebied tot uiting te laten komen. Places to buy worden places to be. De Bredase binnenstad scoort op velerlei gebied hoog. Niet alleen bij de inwoners, maar ook bij de vele bezoekers uit de regio en daarbuiten. Jaarlijks brengen ruim 3 miljoen dagtoeristen een bezoek aan de stad om te winkelen. Breda heeft één van de drukste winkelstraten van Nederland. Uit onderzoek blijkt dat bezoekers ook graag en vaker terugkeren naar de stad. Breda heeft zich de afgelopen jaren nóg meer ontwikkeld tot een complete winkelstad met een regionale en bovenregionale functie. De binnenstad van Breda wordt met het cijfer 7,6 gewaardeerd. Breda scoort bovengemiddeld op bereikbaarheid, variatie in winkelaanbod, kwaliteit van de horeca en sfeer en gezelligheid (bron: passantenonderzoek BRO november 2011). De Bredase binnenstad is veruit de populairste winkellocatie voor mensen uit West-Brabant. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 27
van 73
Breda heeft de ambitie om als winkelstad bij de top van Nederland te horen. Die ambitie vloeit voort uit het gegeven dat de meeste toeristisch-recreatieve bezoekers van Breda hier komen om te winkelen. Het zijn echter niet alleen de vele functies en de daarbij horende diversiteit in aanbod die de binnenstad zo concurrerend maken, maar vooral de wisselwerking tussen de functies en de unieke setting waarbinnen dit alles plaatsvindt. Vooral van de binnenstad wordt een grote bijdrage verwacht aan het behalen van de ambities op het vlak van ‘Breda winkelstad’. Voorwaarde daarvoor is een zorgvuldige afstemming van de ontwikkelingen in de binnenstad met de perifere en grootschalige detailhandelsontwikkelingen elders. Hetzelfde gaat op voor ontwikkelingen op het terrein van horeca, leisure, evenementen, bereikbaarheid en parkeren. Op het gebied van detailhandel is het economisch beleid gericht op: - Creëren van mogelijkheden voor vestigingen van meer grootschalige winkels, passend in een binnenstadsmilieu; - Creëren van nieuwe en uitbouwen van verschillende winkelmilieu’s in de binnenstad; - Verbeteren van de voetgangersrouting in het winkelgebied door realisatie van nieuwe winkel- cq loopcircuits; - Versterking van enkele bronpunten, plekken waar bezoekers bezoek aan de binnenstad beginnen en eindigen. Op basis van deze speerpunten zijn de volgende prioriteiten benoemd: - Herontwikkeling gebied Achter de Lange Stallen; De locatie “Achter de Lange Stallen” wordt herontwikkeld tot integraal deel van de binnenstad van Breda. Met het plan wordt de detailhandelsstructuur van de binnenstad versterkt. Er wordt een aantrekkelijk gebied om te winkelen, wonen en te verblijven toegevoegd. Realisatie van het project Achter de Lange Stallen is een belangrijke ruimtelijke versterking van de binnenstad. De routing in de binnenstad wordt verbeterd en er ontstaat een betere koppeling met het Chassépark. De schaalvergroting in de detailhandel zet door, ook in binnensteden. De verwachting is dat er de komende jaren een grote vraag blijft bestaan naar grote moderne winkelpanden in A1-gebieden door met name (inter)nationale modeformules. Het contrast tussen A1 winkelgebied en omliggende winkelgebieden in binnensteden wordt groter. Binnensteden zullen compacter worden. De (inter)nationale winkelformules willen op de beste locaties zitten. De plannen voor Achter de Lange Stallen bieden hiervoor mogelijkheden. Dit gebied zal zich functioneel, ruimtelijk en fysiek moeten onderscheiden van andere delen in de binnenstad. Door vergroting van het A1-gebied rondom de Ginnekenstraat neemt de concurrentie op het reeds bestaande A1-gebied toe. Toch leidt het toevoegen van een substantieel nieuw winkelgebied met meerdere trekkers en een bijzonder verblijfsklimaat vaak ook tot een modernisering van het bestaande aanbod om “klaar te zijn” om te kunnen profiteren van de extra bezoekers. Bij Achter de Lange Stallen komt de nadruk te liggen op (inter)nationale formules in de branchegroep mode & luxe. Het midden- en prijsvriendelijke segment met een hoogwaardige uitstraling, ook wel “cheap chic” genoemd. Omdat het hier gaat om het toevoegen van een nieuw, uniek stukje binnenstad, is het belangrijk de kwaliteit van de invulling van het concept te bewaken.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 28
van 73
- Versterking dwaalmilieu rond het kernwinkelgebied; Een goede mogelijkheid is het creëren van een zogenoemd ‘dwaalmilieu’. Zo’n alternatief binnenstadcircuit rondom het kernwinkelgebied heeft een sterk toeristisch-recreatief karakter waarmee Breda zich onderscheidt van andere (minder historische) binnensteden. Een optimaal dwaalmilieu bevat een variatie aan hoogwaardige elementen op het gebied van horeca en vermaak, recreatief winkelen, cultuur en historie, parken, hofjes en water. In de Bredase binnenstad zijn al deze aspecten in voldoende mate aanwezig, maar ze worden nog te weinig uitgebuit. Dwaal- en snuffelmilieus die sterk zijn aangehaakt op de routing van het kernwinkelgebied kunnen zeker in een stad als Breda perspectief behouden, mits een grote diversiteit aan branches en specialistische winkels wordt aangeboden. Een lager huurniveau is hiervoor een vereiste. Een mogelijkheid is om het dwaalmilieu te onderscheiden in verschillende domeinen (Visie dwaalmilieu) historie (Grote Markt, Reigerstraat, Kasteelplein, Catharinastraat) hofjes, tuinen, park (Begijnhof, Merkxtuin, Kapucijnenhof, Valkenberg en - op termijn - Stadserf) gespecialiseerde detailhandel (t’ Sas, Veemarktstraat) religieuze bezienswaardigheden (diverse kerken) leisure (Holland Casino) cultuur (Chassé Theater, Nieuwe Veste, Breda’s Museum, Poppodium Mezz Nationaal Museum voor Grafische Vormgeving) water (havenkwartier) Nieuwe toekomst voor de inloopstraten De (nieuwe) Haagdijk, (Nieuwe) Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat zijn tot op heden omschreven en gekarakteriseerd als “inlopers”. Er werd gekozen voor de term inlopers omdat het om van oudsher belangrijke toegangswegen naar de binnenstad ging. “Inloper” is voor ondernemers een begrip en staat voor een vestigingsmilieu dat bereikbaar is met de auto en de mogelijkheid van parkeren voor de deur heeft. Geconstateerd kan worden dat de term “inloper” niet meer overeenkomt met de huidige functie van
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 29
van 73
de (Nieuwe) Haagdijk en de (Nieuwe) Boschstraat in de zin van letterlijke betekenis van “inloper” naar het kernwinkelgebied. In veel steden en ook in Breda staat de functie van de aan-of inloopstraten onder druk. Oorzaken hiervan zijn ondermeer het veranderende koopgedrag, geringere bestedingen door de economische crisis en de vergrijzing van ondernemers in het MKB. Ook zijn in Inlopers vaak branches gevestigd waarin webwinkelen momenteel populair is, zoals media, bruin- en witgoed, telecom, hard- en software en reizen. Het gevolg is leegstand, functieverandering en dalende huurprijzen. De gemeente heeft de afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de Haagdijk, Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat door herinrichting. Toch neemt vooral in de Haagdijk en de Boschstraat mede door de vergrijzing van het MKB-bestand en het economisch tij, de vraag naar winkelruimten af waardoor leegstand ontstaat. De binnenstad van Breda wordt “compacter”. Om hun attractiviteit te blijven behouden zullen ook ondernemers en eigenaren in deze straten moeten blijven investeren. De toegevoegde waarde moet niet meer gezocht worden in de functie van aanloopstraat met winkels naar het centrum maar veel meer in een bijzondere invulling bijvoorbeeld in de vorm van een thema of menging van functies. Lokale omstandigheden zoals de kracht van directe omgeving, combinatie van functies en bereidheid tot samenwerking bepalen het perspectief van deze straten. Meer functiemenging (naast detailhandel en horeca ook dienstverlening, wonen, zorg) kan een oplossing zijn. Bereikbaarheid en de mogelijkheid van parkeren voor de deur blijft een belangrijke onderscheidende kwaliteit van deze straten. Voor de de voormalige inlopers van de Bredase binnenstad kan dan gedacht worden aan: Transformatie naar meer gemengd milieu: (Nieuwe) Haagdijk: belangrijke straat met voorzieningen voor de omliggende buurten; met name richten op combinatie van buurtvoorzieningen (dagelijkse artikelen), broedplaats voor startende ondernemers in detailhandel, horeca en (commerciële) dienstverlening en wonen. (Nieuwe) Boschstraat: . Te weinig woningen in de directe omgeving voor buurtfunctie. Gemengd milieu met accent op cultuur en horeca (waaronder hostels) rondom MOTI , specialistische winkels , (zorg)wonen en verschillende vormen van bedrijvigheid. Nieuwe Ginnekenstraat: Hoogwaardig milieu door statige panden en aansluiting op Wilhelminastraat. Winkelfunctie komt nog niet goed van de grond. Enerzijds richten op aansluiting op aanbod Wilhelminastraat, anderzijds op aansluiting zuidelijk deel Ginnekenstraat door komst Achter de Lange Stallen. Menging van winkelfunctie met commerciële dienstverlening. Met de komst van het nieuwe station wordt de Willemstraat een belangrijke verbinding tussen het station en de binnenstad. Met name de ruimte voor voetgangers is belangrijk in de vorm van een promenade. Ook hier moet gedacht worden aan een menging van economische functies (commerciële dienstverlening, daghoreca, detailhandel, zorg, en wonen). De enige toekomstige letterlijke “inloper” naar de binnenstad. Duidelijk wordt dat het begrip “inloper” niet meer van toepassing is op de (Nieuwe) Haagdijk en (Nieuwe) Boschstraat. Elke straat vereist een eigen benadering. Voor de leefbaarheid van de directe omgeving en het tegengaan van verdere verloedering is het met name voor de Haagdijk en de Boschstraat belangrijk dat ook de overheid hier een belangrijke, actieve rol inneemt. Daarbij gaat het dan vooral om het helpen bij het voor deze straten zo belangrijke transitieproces: het opwaarderen van deze straten naar aantrekkelijk gemengd milieu.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 30
van 73
Organisatie van belanghebbenden in de binnenstad Overheid, ondernemers en bewoners zijn als belanghebbenden op zoek naar nieuwe vormen van samenwerken en een goed organisatiemodel voor de binnenstad. Breda heeft als werktitel hiervoor ‘Bureau Binnenstad’. In veel steden is sprake van binnenstadsmanagement of centrummanagement. Centrummanagement kan in het algemeen omschreven worden als een structureel samenwerkingsverband van publieke en private partijen in een centrum, op basis van gelijkwaardigheid, met een gezamenlijke inzet van middelen , teneinde de aantrekkingskracht en daarmee het economisch functioneren van het centrum te versterken. Voor de binnenstad spreekt men van binnenstadsmanagement. Centrum- of binnenstadsmanagement kent de volgende kenmerken: -
Gelijkwaardig samenwerken: versterken van het centrum is een gezamenlijk belang en vraagt om een gezamenlijke, gedeelde verantwoordelijkheid, inzet en enthousiasme. Samenwerking is niet vrijblijvend en vereist goede interne organisatie van partijen en goede open communicatie
-
Onafhankelijk: intermediaire, onafhankelijke organisatie tussen en boven de partners. Geen belangenbehartiging namens een van de partners.
-
Structurele aanpak: praktische werkorganisatie met heldere structuur, gericht op continuïteit op middellange en lange termijn (procesaanpak). Daarnaast ook “quick wins”.
-
Structurele middelen:lange termijn financiering met middelen afkomstig van gemeente, ondernemers, eigenaren en andere betrokken partijen.
-
Integrale benadering waarbij alle facetten van het centrum in hun onderlinge samenhang worden aangepakt.
-
Beleid en uitvoering: centrummanagement is discussieplatform voor beleid én richt zich op activiteiten die concreet resultaat opleveren. Gezamenlijk beleid voor een centrum, de binnenstad, staat aan de basis van alle activiteiten van het binnenstadsmanagement. Het gaat om een gezamenlijke visie, ambitie en de wijze waarop men deze ambitie via binnenstadsmanagement wil realiseren. Aanpak leegstand Eén van de eerste activiteiten van centrummanagement of een bureau binnenstad zou de aanpak van leegstand kunnen zijn. De leegstand in Nederlandse binnensteden groeit. Leegstand vormt vooral een probleem wanneer een winkelpand langdurig leeg staat waardoor omliggende pander er ook nadeel van ondervinden en het een negatieve uitwerking heeft op het straatbeeld en daarmee de leefbaarheid in de straat en omgeving. De leegstand concentreert zich met name in de zogenaamde oude aanloopstraten naar en de randen om het kernwinkelgebied. Het aanpakken van leegstand is belangrijk om de binnenstad aantrekkelijk te houden. Vastgoedeigenaren vervullen daarin een cruciale rol. Bij een investering in een pand zijn snelle, heldere procedures bij gemeenten gewenst. Een binnenstadsvisie, detailhandelsvisie of brancheringsplan schept duidelijkheid voor marktpartijen. Leegstandsbestrijding en -begeleiding is zowel een bedrijfseconomisch als maatschappelijk belang; het gaat om het economisch functioneren van de binnenstad, veiligheid en het behoud van de leefbaarheid Partijen hebben verschillende instrumenten ter beschikking om leegstand te bestrijden: Gemeente: stelt kaders door het opstellen van visies en bestemmingsplannen, met verkeers-en parkeerbeleid en het reclame-en uitstallingsbeleid kan procedures versnellen verantwoordelijk voor inrichting en beheer openbare ruimten visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 31
van 73
-
kan straatmanager of binnenstadsmanager binnenstadsmanagement/bureau binnenstad
mee
financieren
en/of
participeren
in
Vastgoedeigenaren: verantwoordelijk voor op peil houden en kwaliteit vastgoed beheer van en investeringen in vastgoed aanpassen huurprijzen tijdelijke invulling met ateliers of zgn pop-up stores participeren en mee financieren binnenstadsmanagement/bureau binnenstad Winkeliers: aanbod aanpassen aan veranderende consumentenbehoeften; integratie van bricks en clicks inzetten op service en gastvrijheid participeren in en mee financieren (bv ondernemersfonds ) van een vorm van samenwerking met andere partijen, bv in de vorm van binnenstadsmanagement/bureau binenstad het organiseren van evenementen Warenmarkt Twee keer per week, op de dinsdag en vrijdag, is er een warenmarkt op de Grote Markt in de binnenstad van Breda. Het functioneren van warenmarkten staat onder druk en dit is ook te constateren in de binnenstad van Breda. Met name de warenmarkt op dinsdag functioneert slecht door het afnemend aantal kramen. Doordat de warenmarkten in de binnenstad plaatsvinden op de Grote Markt conflicteert dit met de toegankelijkheid van de winkels en horeca en met de mogelijkheid van meerdaagse evenementen. Alleen voor het jazzfestival is het gelukt een oplossing te vinden door de vrijdagmarkt te verplaatsen naar het Chasséveld. Voor een oplossing van bestaande conflicten tussen warenmarkt, detailhandel en horeca zou gezocht moeten worden naar een andere en betere opstelling, desnoods andere locatie, van de weekmarkt. In het verleden zijn hiertoe diverse pogingen ondernomen die niet tot succes hebben geleid. Bij het opstellen van het Wijkplan Stadshart-Valkenberg zal dit opnieuw worden opgepakt. 3.1.2 Horeca Horeca heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen in de binnenstad van Breda. Opvallend is de sterke concentratie van horeca rondom de Havermarkt en de Grote Markt. Het van Coothplein ontwikkelt zich ook meer in de richting van een horecaplein en ook de Westflank met de heropende haven is bij uitstek een locatie voor horeca. In het horecabeleidsplan uit 2005 wordt het horeca-aanbod in de binnenstad als volgt omschreven: “Breda wil bekend staan als een Bourgondische stad (en de relatie met de horeca is dan essentieel), maar (b)lijkt dat op dit moment niet waar te maken door het ontbreken van kwalitatief daarop inspelende horeca in de binnenstad. De horeca in de binnenstad heeft ook een relatief eenzijdig profiel door de oriëntatie op jeugdig uitgaand en winkelend publiek. Signalen zijn: relatief weinig variëteit, relatief weinig zelfstandige winkelondersteunende voorzieningen, weinig horeca voor 30+ en cultuurbezoekers en weinig moderne hippe concepten. Koppeling van horeca met winkels en cultuur/toerisme is belangrijk om bezoekers langer in de stad te houden.” In 2011 heeft de gemeenteraad een nieuwe categorie-indeling voor de horeca vastgesteld waardoor meer ruimte wordt geboden aan winkelondersteunende daghoreca concepten. -
-
Winkelondersteunende daghoreca (horeca 1) kan onbeperkt in heel de binnenstad; Uitgaanshoreca blijft geconcentreerd in horecaconcentratiegebied rondom de Havermarkt; Met uitzondering van nieuwe ontwikkelingslocaties (Achter de Lange Stallen, Westflank, Via Breda) géén uitbreiding van aantal zelfstandige horecavestigingen in de binnenstad (geldt niet voor horeca 1); Aantal zelfstandige horecavestigingen in de Haagdijk en Boschstraat blijft, met uitzondering van de nieuwe categorie horeca 1, gelimiteerd; visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 32
van 73
-
Locaties die in aanmerking komen voor horecaontwikkeling: Van Coothplein Achter de Lange Stallen Haven, met name de oostzijde
Op de Grote Markt verdwijnt langzaam de detailhandelsfunctie. Doordat de Grote Markt zich steeds meer ontwikkelt in de richting van een horecaplein wordt het voor detaillisten steeds minder aantrekkelijk zich hier te vestigen, met als gevolg leegstand. Door de mogelijkheden voor dag-en avondhoreca op de Grote Markt te verruimen kan hier een aantrekkelijk horecaplein als huiskamer van de binnenstad ontstaan. Op de lange termijn, indien er voldoende groeimogelijkheden zijn, zouden het Van Coothplein en de haven met elkaar verbonden kunnen worden via de Markendaalseweg/Seelig Noord, aangezien zich ook hier horecagelegenheden bevinden (Ume, Bali, restaurant Cingelcollege) en nieuwe initiatieven ontplooid worden (restaurant Rooi Pannen op Seelig Noord).
3.1.3 Recreatie en toerisme Economische crisis en vrijetijdsgedrag Ondanks de economische crisis zullen toerisme en vrije tijd voor de consument belangrijk blijven. Toerisme zit in het gedragspatroon van de mens. Dit maakt dat de consument op dit fenomeen niet snel sterk zal bezuinigen. Wel is het vrijetijdsgedrag aan trends onderhevig. Trends Voor toerisme en vrije tijd zijn de volgende belangrijke trends van toepassing: Vrije tijd en toerisme blijven groeien ondanks de conjuncturele schommelingen Vergrijzing en toenemend aantal alleenstaanden Grotere behoefte aan (korte) unieke belevenissen Beschikbare vrije tijd meer versnipperd Groei behoefte zingevende, duurzame en betekenisvolle belevenissen Toename vrijetijdsmobiliteit, informatisering, technologisering en net-generatie Authenticiteit Ontwikkelingen Naast de bovenstaande trends kunnen verder nog de volgende belangrijke ontwikkelingen worden genoemd: Nederlanders blijven meer in eigen land. Korte hotelvakanties nemen toe Aantal citytrips blijft groeien Er wordt meer waarde gehecht aan unieke verblijfsaccommodaties Regionale en provinciale ontwikkelingen SES West-Brabant ontwikkelt namens de gemeenten regionaal toeristisch beleid en voert in dit kader ook enkele regionale projecten uit. In 2010 wordt in samenwerking met de gemeenten een nieuw regionaal toeristisch beleids- en actieplan ontwikkeld. De ontwikkeling van het West-Brabants watertoerisme is één van de speerpunten vanuit de regionale Strategische Agenda van de Bestuurlijke Regiegroep. Dit heeft geleid tot de visie met projectplan Brabant aan Zee waarin de West-Brabantse ‘watergemeenten’ samenwerken om het watertoerisme in samenhang verder te ontwikkelen. De Gemeente Breda is hierbij actief betrokken. De B5-steden (Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg) en de provincie werken gezamenlijk aan de kandidaatstelling voor ‘BrabantStad Culturele Hoofdstad 2018’. De eventuele titel maar ook de activiteiten voorafgaand aan de kandidaatstelling kunnen een belangrijke impuls geven aan het toerisme.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 33
van 73
Breda heeft het afgelopen decennium een schaalsprong gemaakt als toeristische bestemming. Tot en met 2008 heeft Breda als enige grote Nederlandse stad, een constante groei gekend in het aantal toeristische bezoekers. De groei in bezoekers is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de komst van nieuwe voorzieningen en gebiedsontwikkelingen zoals de haven, Chassépark, Graphic Design Museum (nu MOTI), ’t Sas, Holland Casino. Ook grote landelijke evenementen als het Glazen Huis hebben positief aan het bezoekersaantal bijgedragen. De afgelopen jaren laat het aantal toeristische bezoekers (betreft alleen Nederlandse toeristen. Belgische toeristen, mensen uit Breda/regio en herhalingsbezoeken zijn niet meegerekend) een daling zien van 1,5 miljoen in 2008 tot 1,3 miljoen in 2011. Dit als gevolg van de economische crisis maar waarschijnlijk ook door het uitblijven van vernieuwing van het toeristisch product. De betekenis van toerisme en leisure in Breda kan worden gedefinieerd op basis van een drielaagsmodel, bestaande uit een: 1. Een smal topsegment; de mustsee of mustdo bezienswaardigheden. Dit zijn bezienswaardigheden die beeld- en imagobepalend zijn voor Breda en een primaire reden zijn voor een toerist om de stad te bezoeken. Voor Breda is dit het funshoppen in combinatie met horeca- en restaurantbezoek. Het historische decor waarin dit plaatsvindt draagt hier in een belangrijke mate aan bij. Duidelijk mag zijn dat de historische binnenstad dé trekker is voor Toeristisch Breda. 2. Brede tussenlaag met aantrekkelijke bezienswaardigheden; bezienswaardigheden die ervoor zorgen dat de toerist langer (ver)blijft in Breda of nog een keer terugkomt. In Breda zijn dit onder meer de evenementen, musea, stadswandelingen en de rondvaarten. 3. Brede basisinfrastructuur; dit zijn alle voorzieningen die voor een toerist nodig zijn om aangenaam te kunnen verblijven. Over het algemeen niet de reden om een stad te bezoeken maar als ze er niet zijn, kan dit een reden zijn om weg te blijven. De basis in Breda goed. De bereikbaarheid, parkeermogelijkheden en toeristische informatie worden goed gewaardeerd. De onderlinge verhoudingen tussen de drie lagen lijkt in onbalans te zijn. Het topsegment is relatief smal en ‘productonderdelen’ uit het middensegment als stadswandelingen, museum- en evenementenbezoek blijven achter bij het landelijk gemiddelde. De toeristische bestedingen in Breda zijn relatief hoog. Dit komt met name door het grote winkel- en horecabezoek en het herhalingsbezoek. De overall waardering van de Nederlandse bezoeker voor Breda als toeristische bestemming is al jaren één van de hoogste van Nederland. Leisure kwalitatief brede ambitie versus mogelijkheden De doelstellingen uit het ‘Toeristisch Programma Bestemming Breda’ zijn onder andere, een toename van het aantal toeristische bezoeken (5% tov 2009), zorgen voor handhaven van het herhalingsbezoek, behoudt van de top 6 positie van meest bezochte toeristische stad en minimaal een keer de titel meest gastvrije (binnen)stad krijgen. Onder de noemer ‘hospitality’ wil Breda haar vrijetijdseconomie op een breed vlak versterken door onder andere het ondersteunen of realiseren van meerdere stedelijke vrijetijdsclusters. Dit zijn clusters van functies op het gebied van toerisme, detailhandel, sport, cultuur en zorg. De clusters kennen een onderscheidende thematische invulling, zijn multifunctioneel, hoogwaardig en variëren in omvang en intensiteit van gebruik. De Bredase binnenstad is een goed voorbeeld van zo’n vrijetijdscluster.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 34
van 73
Leisure kwantitatief In onderstaande tabellen zijn de twee sporen van het thema leisure uitgewerkt voor de binnenstad en het nieuw te ontwikkelen, ook in tijdelijke vorm, van het CSM-terrein/havenkwartier. Versterken en/of koesteren Leisure locaties type Binnenstad sfeergerichte leisure
Haven, Markt en Singels (vastgesteld)
blauwe leisure
CSM-terrein en Havenkwartier (mogelijke ontwikkeling)
sfeergerichte of doelgerichte leisure
branchering winkels, cultuur, erfgoed, horeca en vermaak
waterrecreatie, nautische evenementen
programma versterken beleving kwaliteit aanbod kwaliteit OR gastvrijheid rondvaarten, ligplaatsen, singel als drager, toervaarders, sloepen en kano’s water, architectuur, kunst/cultuur en evenementen (?)
dekkingsgraad Regionaal/landelijk
regionaal
landelijk/ regionaal
Leisure is voor Breda een belangrijke bedrijfstak waar jaarlijks honderden miljoenen aan bestedingen in omgaan. De binnenstad fungeert hierbij als motor met haar winkel- en horeca-aanbod in een historisch decor. Het is belangrijk het product ‘Breda’ te blijven vernieuwen. Dit kan door nieuwe mustsee/mustdo bezienswaardigheden toe te voegen maar ook door er voor te zorgen dat de huidige bezienswaardigheden, activiteiten en evenementen aantrekkelijker worden. Het CSM-terrein en havenkwartier bieden kansen voor een vernieuwing van het toeristisch product. Op korte afstand van de binnenstad is er ruimte om een nieuwe beleving toe te voegen. Het vrijetijdscluster ‘binnenstad’ wordt hiermee uitgebreid waardoor Breda aantrekkelijker wordt voor een langer verblijf. Afstemming en synergie met de binnenstad is hierbij belangrijk. Toeristisch programma 2010-2014: Zorgen voor een landelijk onderscheidend evenement of mix aan evenementen In Nederlandse steden, zo ook Breda, vinden steeds meer evenementen plaats. Evenementen verschillen naar aard en schaal en aantrekkingskracht op de bezoekers. In 2008 heeft Breda landelijke mediaaandacht gekregen door de grote evenementen ‘3FM Serious Request (Het Glazen Huis)’, ‘Mijn tent is top’, en het ‘Tros Muziekfeest’. Het onderzoek naar de betekenis van het Glazen Huis heeft aangetoond hoe belangrijk een grootschalig evenement voor een stad kan zijn. Vanuit het Toeristisch Programma zal in samenwerking met evenementenorganisatoren, de VVV en (in ieder geval) de gemeentelijke disciplines citymarketing en evenementen worden bekeken welke evenementen (maar ook exposities) vanuit het oogpunt van nieuwe bezoekers en imago het beste kunnen worden versterkt en gestimuleerd. Het stimuleren van deze zogenoemde ‘high profile’ evenementen dient breed te worden gezien. Het ontwikkelen van thematische arrangementen, het aantrekkenen van nieuwe evenementen, of het verder ontwikkelen van bestaande evenementen zijn allemaal manieren om de betekenis van evenementen, in termen van bestedingen en imago, te stimuleren. Er wordt nauw aangesloten bij het ‘intake overleg evenementen’, dat is voortgekomen uit de nota ‘Breda Evenementenstad’.
3.1.4
Evenementen
Nota Breda Evenementenstad De binnenstad van Breda vormt een prachtig decor voor evenementen, een decor dat zeker benut moet worden. Voor het economisch rendement van evenementen is het bovendien van groot belang om visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 35
van 73
evenementenbezoekers aan de binnenstad te binden zodat zij hun verblijf combineren met winkel- en horecabezoek. Ruimte voor evenementen is van essentieel belang voor een bruisende binnenstad. Uiteraard is er een spanningsveld tussen een levendige binnenstad met evenementen, de beheersbaarheid ervan en de overlast voor omwonenden. Het streven is om hierin een goede balans te vinden. Omdat het stadscentrum verreweg de meest gewilde locatie is voor evenementenorganisatoren, zijn criteria opgesteld voor evenementen die in het stadscentrum plaats moeten kunnen vinden. Evenementen die hier niet aan voldoen, worden niet toegestaan in de binnenstad. De NHTV heeft in samenwerking met de gemeente en evenementenorganisaties de economische spin-off bij enkele individuele evenementen onderzocht. Daaruit blijkt dat evenementen van grote betekenis voor de Bredase economie zijn. Zo zijn bijvoorbeeld Carnaval en het Breda Jazz Festival samen al goed voor ca. €30 mln. aan economische impuls. Breda koestert alle inzet van evenementenorganisatoren en het evenementenaanbod in de stad. Een structurele impuls zou ook de ambitie om actief aansprekende en bij de stedelijke ambitie passende evenementen te werven kunnen verwezenlijken. Breda kent evenementen in alle soorten en maten. Samen met evenementenorganisatoren, bewoners en bedrijfsleven werkt de gemeente Breda aan de realisatie van een gezamenlijke ambitie: een evenementenaanbod, dat vernieuwend is, dynamiek aan de stad geeft voor zowel inwoners als bezoekers, en de stedelijke ambities waar mogelijk versterkt. De gemeente Breda erkent de meerwaarde van evenementen in de stad. Evenementen zijn vaak diepgeworteld in de stedelijke samenleving en kunnen economisch, cultureel, sportief en/of sociaalmaatschappelijk een grote toegevoegde waarde hebben. De organisatie van zowel grote als kleinere evenementen ligt primair bij het particulier initiatief in de stad. Draagvlak in de stad is dan ook bepalend voor de stabiliteit en het succes van een evenement. Samenwerking met en betrokkenheid van lokale partners als het bedrijfsleven, het onderwijs, instellingen en vrijwilligers is van groot belang en wordt waar mogelijk gestimuleerd. De rol van de gemeente is in alle gevallen stimulerend, randvoorwaardenscheppend en regulerend. De meerwaarde voor de stad van evenementen geldt voor zowel grootstedelijke evenementen met een bovenlokale uitstraling, als voor kleinere evenementen, die op het gebied van cultuur, sport of maatschappelijke ontwikkeling bijdragen aan de gemeentelijke doelstellingen. Hoewel beide soorten evenementen van even groot belang zijn voor de gemeente Breda, wordt onderkend dat zij nadrukkelijk een verschillend doel dienen en een verschillende benadering behoeven. Zo zijn grootstedelijke evenementen naast de inhoudelijke kwaliteit met name belangrijk voor de stedelijke promotie en de economische en toeristische impuls voor de stad. Daarnaast vragen de grote publieksstromen om maatwerk op het gebied van beheersbaarheid. Kleinere evenementen zijn er vooral voor de inwoners van de stad en zorgen voor sociale, culturele en sportieve cohesie. Grootstedelijke evenementen moeten voldoen aan de volgende doelstellingen: Het stimuleren van het (dag)toerisme; Het stimuleren van de lokale economie en werkgelegenheid; Het versterken van het imago van Breda Belangrijk hierbij is een evenwichtige spreiding qua aard van het evenement: evenwichtige spreiding in tijd evenwichtige spreiding in locatiegebruik evenwichtige spreiding m.b.t. te bereiken doelgroepen Het inhoudelijk kader van de kleine en middengrote evenementen is vastgelegd in de beleidsnota’s ‘Factor C’ (cultuur) en ‘Sportimpuls Breda’. Inhoudelijk ligt het accent binnen cultuur op Erfgoed en Beeldcultuur De huidige evenemententerreinen in de historische binnenstad betreffen het Valkenbergpark, de Grote Markt, de Haven, het Kerkplein, de Havermarkt en het Kasteelplein. Daarnaast is ook het Van Coothplein een evenementenlocatie. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 36
van 73
De criteria voor evenementen die hier kunnen worden gehouden zijn: - Evenementen die een historisch decor behoeven - Evenementen met een typisch Bredase identiteit maar bovenlokale uitstraling - Evenementen die een sterke stadspromotionele waarde hebben - Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan het thema water in de stad - Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan de thema’s beeldcultuur en erfgoed - Evenementen die van oudsher in het stadshart plaatsvinden en waarvoor in het verleden toestemming is gegeven Indien evenementen niet aan één of meer van bovenstaande criteria voldoen, worden zij niet toegestaan in de binnenstad. Uiteraard kan een evenement er andersom wel voor kiezen zich uit het stadscentrum te verplaatsen. Met name het Valkenberg zit aan de grenzen van de maximaal toelaatbare belasting. Ter ontlasting van het park wordt overwogen op termijn een evenementenbestemming te geven aan het Seeligterrein, mocht de kans zich voordoen
Chasséveld Het Chasséveld houdt op korte termijn haar evenementenbestemming, waarbij de parkeerfunctie secundair blijft. Op lange termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg gerealiseerd is kan de evenementenbestemming (en eventueel de openbare parkeerfunctie) komen te vervallen, mits er een alternatieve locatie wordt gevonden voor Kermis en Circus. Chassépark Het Chassépark biedt een uniek decor voor middengrote tot grote evenementen die relatief weinig geluid produceren. Hierbij kan gedacht worden aan evenementen op het gebied van (beeld)cultuur, architectuur, erfgoed, urban sports als free running en skateboarden en culinaire evenementen. Bij het architectonisch in het oog springende ontwerp van het Chassépark is destijds nadrukkelijk dynamiek aan het gebied gegeven door er een evenementenbestemming op te leggen. Deze dynamische functie komt echter onvoldoende tot uitdrukking en kan en dient meer benut te worden. Passende evenementen zullen dan ook gestimuleerd worden om op deze locatie plaats te vinden. Seeligterrein Zuid Zoals al even genoemd wordt het toevoegen van een evenemententerrein aan de rand van het centrum serieus overwogen op het moment dat het Seeligterrein beschikbaar komt. Deze unieke groene plek in het stadscentrum wordt in 2016 afgestoten door Defensie en biedt reële kansen. Zo kan deze locatie het Valkenberg ontlasten, dat qua fysieke belastbaarheid aan haar maximum zit. Extra aantrekkelijk wordt het e Seeligterrein omdat de 3 fase van de Nieuwe Mark het terrein doorkruist, zodat ook de verbinding met het water evident is. Ook wordt het terrein in het kader van Brabant Culturele Hoofdstad 2018 interessant geacht. Bavelse Berg De ontwikkeling van de evenementenzone aan de Bavelse Berg kan ervoor zorgen dat de betekenis van het evenementenbezoek wordt vergroot. Hier zal met name ruimte worden gecreëerd voor grootschalige binnen- en buitenevenementen. Het is de bedoeling dat de Bavelse Berg op termijn de binnenstad ontlast, met name waar het gaat om grote binnen- en buitenevenementen. Voor evenementen in de binnenstad wordt vanaf het moment dat er alternatieve locaties voorhanden zijn (zoals de Bavelse Berg) een grens gesteld aan het aantal Dancefestivals van twee per jaar. Dit geldt tevens voor grootschalige popconcerten; ook hiervoor geldt dan een maximum van twee per jaar. Via Breda De spoorzone bevat op dit moment geen formele evenemententerreinen. Wel is de zone interessant voor met name incidentele evenementen op het gebied van urban culture en wat meer experimentele evenementen die weinig faciliteiten behoeven. Zo zijn er reeds plannen in het kader van Culturele Hoofdstad 2018 zoals de Souk van Piet-Hein Eek en wordt er een skatehal gerealiseerd. Op termijn komt wellicht een deel van het CSM terrein in aanmerking als evenementenlocatie. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 37
van 73
NAC Momenteel wordt multifunctioneel gebruik van het stadion en de aangrenzende parkeerterreinen nader onderzocht. Visie water en vrijetijdsbesteding De beleving van de haven als waterplein moet versterkt worden door evenementen. Naast de reeds bestaande evenementen zet Breda in op kleinschalig en veelvuldig gebruik van de haven voor watergebonden activiteiten. Breda ondersteunt en stimuleert nautische activiteiten en wil flexibel omgaan met initiatieven. Zij wil burgers, bedrijven en verenigingen stimuleren te komen met voorstellen. Uitgangspunt is dat het water beperkt en alleen voor het betreffende evenement ingericht kan worden, maar dat er geen permanente inrichtingselementen nodig zijn. De evenementen moeten gericht zijn op beleving en beweging vanaf de kade en de terrassen, om een bijdrage te leveren aan de specifieke aantrekkelijkheid van deze omgeving. Kansrijk is ook een Bredase waterpalio, waarbij wijken tegen elkaar strijden in een vaarwedstrijd. Een andere mogelijkheid om evenementen met water te stimuleren is het organiseren van kleinschalige concerten en voorstellingen op plaatsen die alleen via het water bereikbaar zijn. Aanbieders van rondvaartboten en huurboten kunnen dan toegangskaarten verkopen voor exclusieve belevingen op het water. Andere steden zijn hiermee zeer succesvol. Een koppeling aan bestaande muziekfestivals en het filmfestival in samenwerking met partners is een mogelijk goede start. 3.1.5 Cultuur Breda is stad van beeldcultuur en erfgoed. Cultuur draagt bij aan economische groei, citymarketing, kwalitatief hoogwaardig onderwijs en sociale verbanden. Denk aan de opkomende kracht van de creatieve industrie, maar ook aan de toeristische waarde van ons cultureel erfgoed. Breda investeert in het versterken van het cultureel burgerschap van haar inwoners. Met betrekking tot jeugd en jongeren zet Breda in op de brede ontwikkeling van deze doelgroep op het gebied van sport en cultuur. De afgelopen periode zijn een aantal culturele initiatieven opgebloeid. Verandering in het cultuurbeleid op landelijk en provinciaal nivo leiden ertoe dat de culturele organisaties maar ook individuele cultuurmakers zich nu beraden op hun eigen positie, daarbij is de verwachting dat de komende periode innovatie, afstemming en samenwerking leidend worden voor de doorontwikkeling van culturele instellingen. De eerste acties hiertoe zijn al ondernomen. Dit heeft consequenties voor het toekomstige ruimtebeslag. De vraag naar individuele atelierruimtes zal naar verwachting afnemen, de vraag naar gezamenlijke werkplekken en netwerklocaties toenemen. Eigenstandige presentatieruimtes zoeken samenwerking met andere organisaties om hun slagvaardigheid te vergroten. Door het wegvallen van de rijkssubsidie sluit Lokaal 01 na 33 jaar haar deuren definitief, de mogelijkheden om de culturele locatie te behouden, eventueel in samenwerking met onderwijsinstellingen, worden onderzocht. Op het gebied van beeldcultuur onderzoeken de diverse partners hoe ze op de meest efficiënte werkwijze verder kunnen samenwerken, samengaan op één locatie is een optie. De bibliotheek in Breda zal een aantal vestigingen sluiten, maar tegelijkertijd in de verschillende wijken een doorstart maken op de basisscholen. De centrale bibliotheek aan de Molenstraat zet een nieuwe koers in met de bibliotheek van de toekomst, zij vormt zich tot een modern stedelijk cultureel centrum voor leesplezier, informatie, ontmoeting en cultuurparticipatie. Zij werkt hierin nauw samen met het centrum voor cultuureducatie ‘de nieuwe veste maar in de toekomst kunnen ook andere partners, zoals het stadsarchief, hierbij aansluiten. Onderzocht wordt of de historische collectie van Breda’s Museum ondergebracht kan worden in een Brabantbrede kunstcollectie, waardoor een goede samenwerking aangegaan wordt met andere musea in Brabant. Het Breda’s Museum zal zich in relatie tot de historie van de stad op een meer verrassende wijze zich in de stad profileren, om hiermee het historische karakter van de stad irt tot de mogelijkheden vanuit beeldcultuur meer te versterken.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 38
van 73
Tegelijkertijd vervullen de grote podia in de binnenstad (zoals Chassé Theater, Mezz, Moti, Breda’s Museum) een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de stad. Nog meer dan nu het geval is, krijgen cultuur en evenementen een sleutelrol in de promotie en de economische ontwikkeling van Breda. De inspanningen zijn mede gericht op het verwezenlijken van de ambities van Brabant om in 2018 Culturele hoofdstad van Europa te zijn. De gemeente heeft vooral een faciliterende, verbindende en stimulerende rol door het ondersteunen van culturele instellingen en het verlenen van subsidies voor activiteiten, festivals, producties, manifestaties en evenementen. De gemeente probeert hierbij intrinsieke waarde aan cultuur te geven. Zij stimuleert kwaliteit in de breedte en topkwaliteit op met name de speerpunten beeldcultuur en erfgoed. Projecten erfgoed en beeldcultuur die op een innovatieve manier en bijdrage leveren aan de zichtbaarheid en publieksparticipatie van de stad worden gestimuleerd. Dit geeft kleur aan de stad en bevordert de culturele dynamiek. Beeldcultuur wordt zichtbaar in de stad in de festivals en de presentaties van culturele instellingen, maar ook in de openbare ruimte, doordat beeldcultuurprojecten in de openbare ruimte worden uitgevoerd. Ondanks dat de herontwikkeling van Via Breda getemporiseerd is wordt ook daar impuls gegeven op cultureel gebied. De panden podium Bloos en Electron blijven tot 2020 beschikbaar. Dit plaatst beheer en exploitatie van slooppanden in een ander perspectief. Middels de opzuid aanvraag wordt geïnvesteerd in de hardware kant, Brabant Culturele hoofdstad biedt daarnaast mogelijkheden om dit gebied verder cultureel te exploiteren.
3.1.6 Onderwijs Vanuit het project VIVID (Value increase by Visual Design), een door de gemeente Breda geleid Europees project worden concrete Visual Design toepassingsmogelijkheden voor het bedrijfsleven ontwikkeld in samenwerking met universiteiten en instellingen. Visual Design (onder meer Gaming, animatie, nieuwe media) wordt hierbij ingezet als middel ter ondersteuning en aanvulling op bepaalde sectoren. Er is sprake van steeds meer samenwerking tussen Avans (incl. St Joost), NHTV en Nederlandse Defensie Academie, het ROC West Brabant en de Rooi Pannen. 3.1.7 Kantoren Het centrum van Breda (binnenstad tezamen met stationsgebied) is één van de drie belangrijkste kantorenconcentraties in Breda. Het gebied binnen de singels en het stationsgebied zijn samen goed voor bijna 30% van de totale Bredase kantorenvoorraad. De economische crisis heeft een sterke impact op de kantorenmarkt, het aanbod is momenteel groter dan de vraag met leegstand tot gevolg. Dit vraagt om het opschonen van de plancapaciteit in bestemmingsplannen en een duidelijke keuze voor sterke locaties met toekomstwaarde. In de Kantorennota Breda 2020 is aangegeven dat in de periode tot 2020 de ontwikkeling van het Stationskwartier de hoogste prioriteit krijgt en dat onder andere in het gebied Slingerweg zoveel mogelijk plancapaciteit voor kantoren moet worden geschrapt, uitgezonderd het Triple O-gebied omdat er voldoende vertrouwen is in de kansen van de creatieve industrie. Het kantorencluster aan het begin van de Claudius Prinsenlaan wordt in stand gehouden, tijdelijke verhuur voor andere functies in geval van leegstand is wel mogelijk. De kantoorfunctie van het gebied op de hoek Gasthuisvelden/Fellenoordstraat (rechtbank/belastingkantoor) en aan weerszijden van de Markendaalseweg (UWV/Rabobank) kan op termijn komen te vervallen.
3.1.8 Bedrijven Een groot deel van de Bredase bedrijventerreinen kan tot de categorie modern-gemengd worden gerekend. Het Triple O-gebied, dat onderdeel uit maakt van het bedrijventerrein Slingerweg, behoort tot de categorie hoogwaardig vanwege de creatieve bedrijvigheid. Het overige deel van bedrijventerrein Slingerweg wordt aangemerkt als gemengde economische zone. Er zijn uiteenlopende functies aanwezig, van een dansschool tot een gezondheids- en welzijnswinkel en van een milieustraat tot een daklozenopvang. Er is medewerking verleend aan de bouw van een kinderspeelparadijs en een leegstaand kantoorpand aan de Smederijstraat wordt omgezet naar studentenhuisvesting. Daarnaast
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 39
van 73
bouwt WonenBreburg aan de Tramsingel studentenwoningen. Hiermee is het Slingerweggebied een zeer gevarieerde zone waarbij voor de braakliggende terreinen een nieuwe functie gezocht dient te worden.
3.1.9 Wonen Algemeen: vastgesteld beleid Wonen Het beleidskader wonen is vastgelegd in de Woonagenda 2011-2014. Het aantrekken en binden van jonge huishoudens aan de stad Breda is een belangrijke doelstelling. Het centrum is bij uitstek het gebied waar deze doelstelling goed kan worden verwezenlijkt vanwege de natuurlijke aantrekkingskracht op jongeren voor de eerste stap in hun wooncarrière. Vanuit het beleid voor studentenhuisvesting ligt de focus op het toevoegen van meer onzelfstandige woonruimte en studio’s voor studenten en jonge huishoudens (o.a. pas afgestudeerden). Dit bij voorkeur in het centrum of in de nabijheid van de hogescholen. Dit sluit goed aan bij het beleid om Wonen Boven Winkels te stimuleren in de binnenstad. Het is van belang dat de binnenstad aantrekkelijk blijft om in te wonen en te verblijven. Ook het bieden van geschikte woonruimte voor ouderen en specifieke doelgroepen is van belang mede gezien de verwachte vergrijzing in dit gebied. Woonmilieu, woningvoorraad en bevolking Binnenstad Woonmilieu De binnenstad is een uniek woonmilieu in Breda. Een unieke combinatie van vooral jonge mensen, variëteit aan woonruimten en functies op de historische plek van de stad. De binnenstad biedt ruimte aan een groot palet aan verschillende woonsferen. Bijvoorbeeld de studentencampus van de Nederlandse Defensie Academie, Wonen boven Winkels in de binnenstad en op de inlopers Haagdijk-BoschstraatGinnekenweg, de nieuwe Haven, etc. De woonbuurten rondom het stadshart maken het palet nog gevarieerder. Het architectonisch en ruimtelijk hoogstaande Chassé park, de volksbuurt Fellenoord, de starters- en ouderenappartementen in Schorsmolen, herenhuizen in oud Chasse, Valkenberg en Spoorbuurt of een appartement dichtbij het park zoals in de Poort van Breda. In de afgelopen tien jaren is het woonmilieu in de binnenstad versterkt met meer wonen, meer parkeren en (ver)nieuwde woonsferen. Bijvoorbeeld de herinrichting van het Valkenbergpark, de ontwikkeling van het Chassé park en het heropenen van de Haven. Betreffende ontwikkelingen geven een stimulans voor de leefbaarheid en veiligheid van de binnenstad. De nieuwbouw werd de afgelopen jaren sterk gedomineerd door duurdere appartementen. Voorbeelden zijn het (wederom) Chassé park, de Poort van Breda, de Westflank, De Prins, het Sas, Boeimeerhof en de Heren van Breda. Aan de Oude Vest zijn twee projecten voor bijzondere doelgroepen gerealiseerd, in de Bleekstraat studentenstudio’s en natuurlijk de ouderenzorgwoningen in De Prins. Met deze projecten zijn meer koopkrachtige huishoudens aan de binnenstad gebonden en is een aantal specifieke doelgroepen bediend. De afgelopen jaren kwamen er vanuit de markt ook meer initiatieven voor betaalbare huisvesting veelal in de vorm van studio’s en vaak gecombineerd met Wonen Boven Winkels. Woningvoorraad Het woongebied heeft een woningvoorraad die voor 64% bestaat uit huurwoningen en 36% uit koopwoningen. In Breda liggen deze percentages op respectievelijk 42% en 58%. In de binnenstad is 44% van de huurwoningen in bezit van particulieren/beleggers. Dit percentage is hoog vergeleken met de rest van Breda waar 24% van de huurwoningen een particuliere woning is. De verhouding tussen meergezins- en eengezinswoning is in het woongebied 83% tegen 17%. In Breda is 34% een meergezinswoning. Binnen het woongebied zijn aanmerkelijke verschillen tussen de buurten. Zo kent Fellenoord het laagste percentage koopwoningen, Chassé het hoogste. Fellenoord kent het laagste percentage meergezinswoningen, Schorsmolen en Valkenberg bestaan nagenoeg geheel uit meergezinswoningen. De huurwoningen in het woongebied vallen met name in het goedkope/bereikbare segment, de koopwoningen vallen vooral in de prijsklasse ‘goedkoop’ en ‘middelduur’. In totaal behoort 41% van de woningvoorraad tot de bereikbare categorie (dit is bereikbare sociale huur en bereikbare koop, exclusief de particuliere huursector), in Breda is dit 33% van de voorraad. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 40
van 73
In het woongebied hebben Fellenoord en Station binnen de huursector een hoger aandeel bereikbare huurwoningen. Binnen de koopsector hebben de buurten City en Chassé park juist een hoger aandeel middeldure en dure koopwoningen. Het aandeel nultreden toegankelijke woningen ligt met 40% van de woningvoorraad ruim boven het Bredase gemiddelde (22%) Bevolking Het woongebied heeft een bevolking met een afwijkende leeftijdsopbouw ten opzichte van Breda als geheel. In de binnenstad wonen relatief weinig kinderen (ondervertegenwoordiging). Jongeren (veel studenten) in de leeftijdscategorie 20 tot 30 jaar zijn sterk oververtegenwoordigd. In de buurten Schorsmolen, Valkenberg en Chassé wonen relatief gezien meer ouderen, in Fellenoord en Station relatief meer kinderen. In Chassé woont relatief gezien het kleinste aandeel jongeren. Van de woningen wordt 56% bewoond door een alleenstaande, in Breda is dit 32%. Overeenkomstig het beeld van de bevolkingspiramide wonen in het woongebied Centrum weinig gezinnen met kinderen, slechts 10% ten opzichte van 34% in Breda. De buurten laten weer enkele verschillen zien. Zo zijn er relatief gezien meer alleenwonenden in Schorsmolen en juist minder in Station en Chassé; het aandeel gezinnen met kind(eren) is het hoogst in Fellenoord en Station; in Chassé wonen relatief gezien meer tweepersoonshuishoudens dan in de andere buurten. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau, waarbij Chassé beter scoort maar nog altijd op een niveau onder het gemiddelde van Breda. Wooncarrière en doorstroming Wooncarrière De binnenstad is geen gemiddeld woongebied in Breda. Het heeft een specifieke functie op de stedelijke en regionale woningmarkt. Het heeft een grote aantrekkingskracht op jongeren die veel waarde hechten aan de nabijheid van stedelijke voorzieningen en horeca. Dit is terug te vinden in de bevolkingssamenstelling en de woningvoorraad van het gebied. De binnenstad (wijk centrum) bestaat uit de buurten Stadshart, Schorsmolen, Fellenoord, Spoorbuurt, Valkenberg en Chasse. Zoals hiervoor aangegeven bestaat de woningvoorraad overwegend uit huurwoningen (64%) en appartementen (83%). Er wonen weinig gezinnen met kinderen in het centrum, relatief veel jongeren in de leeftijd 20 tot 30 jaar en alleenstaanden. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau. Volgens de bevolkingsprognose tot 2020 stijgt het inwonersaantal nauwelijks. De prognose verwacht wel tot 2020 een flinke toename van ouderen: een derde zal 55-plusser zijn. Het aandeel ouderen stijgt daarmee boven het stedelijk gemiddelde uit (Breda 2020: 30%). Tussen de buurten zijn verschillen te constateren. Stadshart: weinig ouderen, grote midden groep met voornamelijk bewoners onder de 40, weinig kinderen en veel jongeren tot 25 jaar; Valkenberg: heeft een gemiddelde bevolkingssamenstelling ten opzichte van Breda Chassé: heeft relatief veel meer ouderen en weinig jongeren; Fellenoord: heeft minder ouderen en relatief veel kinderen; Schorsmolen: grote middengroep en weinig jongeren tot 25 jaar; Station: weinig ouderen en veel jongeren tot 25 jaar. Doorstroming In het woongebied ligt de doorstroming in de bestaande voorraad op 13% (In Breda komt 8% van de totale woningvoorraad jaarlijks vrij). De doorstroming in City en Schorsmolen is hoger, Chassé en Valkenberg scoren lager dan het gemiddelde van het woongebied. Hoewel de doorstroming in Chassé het laagst is, is die in de huursector daar juist het hoogst. Opvallend is verder de hoge doorstroming in de koopsector in Fellenoord en Schorsmolen gevolgd door City en Station. Wanneer alleen gekeken wordt naar de vrijkomende woningen in de bereikbare sector dan komt jaarlijks 15% van de totaal bereikbare voorraad vrij (waarvan 13% in de bereikbare voorraad huur en 23% in de bereikbare voorraad koop). In Schorsmolen en City komen relatief gezien de meeste bereikbare woningen visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 41
van 73
vrij. Van het totaal aan vrijgekomen woningen in het woongebied is 42% (absoluut gezien gaat het om 353 woningen) een nultrede toegankelijke woning. Gebiedsontwikkeling De belangrijkste ontwikkeling in de binnenstad is die van Via Breda in de Spoorbuurt. De projecten Stationskwartier en Drie Hoefijzers betekenen een aanzienlijke uitbreiding van het aantal woningen en een vernieuwd woon en leefmilieu. Voor het gehele centrumgebied wordt Wonen Boven Winkels gestimuleerd. Het aantal woongebouwen blijft grotendeels gelijk, maar via studio’s en kamerverhuur neemt het aantal wooneenheden toe. De kwalitatieve match tussen de bestaande nieuwbouwplannen en de woonbehoefte moet worden verbeterd (ca 12% bereikbaar en ca 4% grondgebonden woningen). Bijvoorbeeld door meer bereikbare huur en koop in de nieuwbouw en meer woonruimte voor jonge huishoudens en studenten. Het aantal te verwachten voorstellen ter verbetering van de leefbaarheid en voorraadtoevoeging is echter veel groter dan de behoefte en de stedelijke programmering toelaat in 10 jaar. De behoefte van de woonconsument aan centrum stedelijk wonen is limitatief. Overzicht van de te verwachten voorstellen: WonenBovenWinkels: 100 – 175 studio’s / wooneenheden Via Breda: 600 woningen stationskwartier en 300 woningen Drie Hoefijzers Achter De Lange Stallen: 150 woningen Seelig/ Belastingkantoor/ Gerechtsgebouw: 250 - 750 woningen en 100 - 250 wooneenheden Gasthuispoort: 80 woningen Transformatie Smedrijstraat e.o. pm Tramsingel 80 woningen Totaal: 1350-2050 woningen en 200-500 wooneenheden. de
Dit betekent 1/6 tot 1/3 woononderzoek RIGO).
de
van de productieafspraken 2010-2020 (komt wel aardig overeen met
Visie op Wonen in de Binnenstad Credo: Het wonen in de binnenstad moet een bijdrage leveren aan de levendigheid in dit gebied. We willen doelgroepen aanspreken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet alleen om te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de binnenstad biedt. Dit betekent dat we uitdagende woonmilieus willen realiseren die bewoners associëren met het stedelijk wonen. Doelgroepen In de woningmarkt zoals we die nu kennen en zoals we die de komende jaren zullen kennen is het bewust kiezen voor doelgroepen en anticiperen op de vraag van groot belang. Zeker daar waar het gaat om het bouwen van woningen in de binnenstad of centrumgebied. De binnenstad onderscheidt zich van de andere locaties in de zin dat dit gebied zich in belangrijke mate nabij het kernwinkelgebied bevindt. Een specifieke niche in de woningmarkt. De doelgroepen waarop ingezet wordt komen voort uit ambitie, maar vooral ook uit de ontwikkelingen die we de afgelopen jaren hebben gezien. Geconstateerd is dat het centrum in trek is bij starters, alleenstaanden en senioren. Het bouwen voor starters in de binnenstad sluit goed aan bij de ambitie om de uitstroom van jonge huishoudens te keren. Hiermee richt Breda zich op de jongere doelgroep. Bij de invulling van het programma voor deze doelgroep zit nog wel een groot stuk flexibiliteit. Het programma voor jongeren richt zich op zowel studenten als jongeren, waarbij de woonproducten voor deze twee groepen van elkaar zullen verschillen. Afhankelijk van de markt zullen er meer woningen voor starters of meer woningen voor studenten gebouwd kunnen worden. Aansluitend op huisvesting voor jongeren zullen ook jonge gezinnen de kans gegeven moeten worden om in de binnenstad te wonen. Het aantal gezinnen met kinderen is de visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 42
van 73
afgelopen jaren in absolute aantallen in de binnenstad afgenomen. Deze ontwikkeling wil Breda keren door ook deze groep van jongeren in de gezins (vormende) fase interessante woonmilieus aan te bieden. Belangrijk in het huidige economische klimaat is dat het aanbod zich voornamelijk in het goedkope segment moet bevinden. Betaalbaarheid in relatie tot woninggrootte wordt de opgave voor de binnenstad. Dit geldt voor zowel de studenten als de starters (jonge gezinnen/huishoudens). Appartementen met een woninggrootte van circa 50 m2 is daarbij de standaard. In de ontwikkeling zal daarbij moeten worden uitgegaan van kleinschaligheid. Tot slot biedt het bouwen voor senioren kansen voor het woningbouwprogramma in de binnenstad. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in de doelgroep empty nesters en ouderen. Onder Empty Nesters verstaan we de 50+ doelgroep waarvan de kinderen het huis uit zijn. Deze groep heeft een hoger dan gemiddeld besteedbaar inkomen. Onder ouderen verstaan we de doelgroep 65+. Deze doelgroep is veelal op zoek naar 0-treden woningen dichtbij voorzieningen. Samenvattend levert dit de volgende doelgroepen op: Studenten en jongeren Starters / Jonge gezinnen-huishoudens Empty Nesters en ouderen Een woningbouwprogramma uitgaande van de bovenstaande doelgroepen sluit aan de ene kant aan bij de ontwikkeling van de vraag en de verschillende beleidsdoelstellingen voor de binnenstad, maar kent ook de ambitie om nieuwe vraag of latent aanwezige vraag in de binnenstad te accommoderen. Het programma levert een goede bijdrage aan het keren van de uitstroom voor zowel de leeftijdsgroep van 1824 jarigen als de leeftijdsgroep 25-39 jarigen. De aandacht voor gezinnen in de zogenaamde middengroepen–op dit moment voornamelijk gehuisvest in Fellenoord en Schorsmolen- blijft in de binnenstad gehandhaafd. De aandacht richt zich voornamelijk op het behoud van de bestaande voorraad voor deze groep bewoners. Belangrijk is wel dat er in de Binnenstad redelijk veel particulier bezit aanwezig is dat op dit moment door ouderen wordt bewoond. Het zelfstandig blijven wonen door deze groep zal een van de aandachtspunten van beleid worden. Met name in de particuliere markt zien we weinig initiatieven, daar waar het gaat om verbetering en aanpassing om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen. De ervaring elders opgedaan, zowel binnen als buiten Breda zal hier moeten worden benut. De Binnenstadsvisie wordt geschreven in een tijd van veel onzekerheid op de woningmarkt. Eerder geformuleerde woonprogramma’s zullen opnieuw moeten worden bekeken en getoetst aan de huidige marktontwikkelingen. Tegen deze achtergrond is het van belang om voldoende flexibiliteit in te bouwen in het woonprogramma voor de Binnenstad. Hierdoor ontstaat ruimte voor nadere uitwerking. Dit past bij deze tijd en bij binnenstedelijke ontwikkelopgaven. Met name in combinatie met het verder te ontwikkelen winkelprogramma zal het woonprogramma verder vorm moeten gaan krijgen. Hierbij past een programma dat meegroeit met deze ontwikkelingen en maximaal aansluit bij de dan geldende behoefte. In het merendeel van de te ontwikkelen locaties wordt gebouwd voor een nichemarkt. De uitdaging zal zijn om maximale aansluiting te vinden bij deze niche met als basis de uitgangspunten zoals hierboven geformuleerd. Er vanuitgaande dat er gebouwd wordt voor een nichemarkt is timing en fasering van belang. In gepaste hoeveelheden zullen woningen op de markt gebracht moeten worden om tijdig verkocht of verhuurd te wordenBij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering in combinatie met te ontwikkelen winkelruimte en het tijdig verleiden van potentiële kopers.
De doelgroepen in de binnenstad betreffen met name: - Studenten en jongeren - Starters / Jonge gezinnen-huishoudens - Empty Nesters en ouderen (50+ en 65+)
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 43
van 73
Studenten, jongeren en starters vestigen zich met name in kamers, studio’s en appartementen boven winkels, terwijl 50-plussers zich met name aangetrokken zullen voelen door rustige en groene woonsferen zoals het Chassépark. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel, dus ook specifieke doelgroepen die zich bijvoorbeeld richten op combinaties van wonen en werken, speciale woonvormen voor ouderen of gethematiseerde woongroepen voor bijvoorbeeld kunstenaars, kunnen een plek krijgen in het centrum. Huidige woonmilieus in de binnenstad: - Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters - Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische binnenstad) - Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang kent (Fellenoord) - Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen) e - Stedelijk wonen in een 19 eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer) - Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark) - Bewaakt wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie) Vanuit de woningbehoefte en de aanwezige ruimtelijke kwaliteit is het voorstelbaar dat nieuwe aanvullende woonmilieus zouden kunnen worden ontwikkeld op de locatie Seelig Zuidwest/rechtbank/belastingkantoor. De mogelijkheden hiervoor hangen mede af van de structuurvisie Breda 2030. Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig verleiden van potentiële kopers. De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die, onder andere afhankelijk van keuzes in de structuurvisie 2030, naar alle waarschijnlijkheid op de markt worden gezet betreffen: - Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters, (jonge) gezinnen en Empty Nesters) - Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren) - Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2018) grondgebonden woningen en appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters, ouderen en zeer specifieke doelgroepen)
PM: Uitkomsten uit het Woon onderzoek zijn nog niet voorhanden en kunnen nog niet worden meegenomen bij de kwantitatieve en kwalitatieve behoefteraming voor het centrumgebied. Zodra de cijfers ter onderbouwing van de woningbehoefte in het centrum beschikbaar zijn worden deze alsnog ingebracht. Wonen boven winkels Kwalitatieve doelstellingen: 1. Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod; 2. Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad; 3. Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad; 4. Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad. Ad 1 Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod Het belangrijkste beleidsdoel van de gemeente bij de vermindering van de leegstand en het weer bewoonbaar maken van de etages is het bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod in de binnenstad. Met het creëren van woningen boven winkels kan een deel van het kwantitatieve visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 44
van 73
woningtekort worden teruggedrongen. In aanvulling op het kwantitatieve aspect kan ook een grotere differentiatie van het woningaanbod één van de oplossingen voor de fricties op de woningmarkt zijn. Voor een deel kan het kwalitatieve woningtekort worden aangevuld met appartementen boven winkels voor bijvoorbeeld kinderloze stadsliefhebbers. Daarnaast kan het realiseren van woningen boven winkels bijvoorbeeld ook bijdragen aan het woningaanbod voor starters en studenten. In het algemeen kan gesteld worden dat de binnenstad voor bepaalde groepen mensen een zeer gewilde plek is om te wonen. Ad 2 Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad Voor veel van de leegstaande etages boven winkels geldt dat er nauwelijks wordt geïnvesteerd in het onderhouden van deze verdiepingen. De onderhoudstoestand van deze panden gaat dan ook snel achteruit. Het achterstallig onderhoud laat zich onder meer zien in de vorm van kapotte ramen, verrotte vloeren, duivenpoep, dode vogels en lekkages die vaak pas worden opgemerkt als het water de winkel instroomt. Deze situatie wordt steeds erger doordat de leegstaande etages niet of nauwelijks bezocht worden of soms zelfs niet eens meer bezocht kúnnen worden. De panden die met leegstaande etages kampen, zijn vaak ook monumenten of maken op zijn minst deel uit van een monumentaal stadsgezicht. Verdere verloedering van deze monumenten is een bedreiging voor het cultureel en historisch erfgoed van de binnenstad. Door het stimuleren en realiseren van woningen boven winkels kunnen veel van deze panden gerenoveerd worden en zijn beheer en onderhoud van de panden op de langere termijn gewaarborgd. Het weer bewoonbaar maken van de etages kan op deze manier dus een bijdrage leveren aan het behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad.
Ad 3 Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad Het Wonen boven Winkels is een onlosmakelijk onderdeel geworden van de algehele verbetering van de binnenstad. Met het opknappen en weer bewoonbaar maken van de leegstaande etages verbetert de leefbaarheid, uitstraling en aantrekkingskracht van de kernwinkelgebieden in de binnenstad. Daarnaast komt er meer evenwicht in de verschillende functies van de binnenstad, te weten het wonen, werken en recreëren. Het verbeterde verblijfsklimaat heeft op zijn beurt weer een positief effect op het winkelklimaat en biedt zodoende voordelen voor bezoekers, winkeliers en eigenaars. Het gewenste gevolg van dit alles is dat de markt blijft investeren in de binnenstad. Ad 4 Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad Het creëren van woningen boven winkels kan een belangrijke bijdrage leveren aan een toename van de sociale veiligheid in de binnenstad. Nu is het nog vaak zo dat veel plekken in de binnenstad er ’s avonds leeg en verlaten uitzien en daardoor een gevoel van onveiligheid oproepen. Na sluitingstijd worden het dan een soort spookstraten/-plekken waar voorbijgangers geen potentiële klanten meer zijn. Door een toename van de woonfunctie en daarmee de permanente aanwezigheid van bewoners (met name tijdens de perioden dat de winkels gesloten zijn) kan de sociale controle en het gevoel van veiligheid vergroot worden. Het herstel van de sociale veiligheid dient natuurlijk ook het belang van de aanwezige winkeliers in de binnenstad.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 45
van 73
3.2 Mobiliteit Aanleiding De wegenstructuur van Breda loopt medio 2020 tegen een fysieke grens aan, verder uitbreiden is haast niet meer mogelijk en daarmee ook het blijven faciliteren van autobereikbaarheid. Om te voorkomen dat de bereikbaarheid van de belangrijkste economische toplocaties (o.a. binnenstad) onder druk komt te staan, is ingrijpen noodzakelijk en is een koerswijziging gewenst. Op structuurniveau wordt er momenteel gewerkt aan het zogenaamde bundelen en ontvlechten. In essentie betekent dit het bundelen van het noodzakelijke autoverkeer op een beperkt aantal assen die gekoppeld zijn aan bedrijventerreinen, de stationslocatie en de binnenstad. Op andere plekken in de stad ontstaat ruimte om juist de fiets en het openbaar meer te stimuleren. Zeker voor de binnenstedelijke verplaatsingen van en naar de binnenstad. Binnen deze filosofie speelt de bereikbaarheid van de binnenstad een cruciale rol.
De ontwikkeling van Via Breda gekoppeld aan de HSL-shuttleverbinding en de vele busverbindingen die Breda kent, waaronder het HOV, waarborgen de bereikbaarheid middels het openbaar vervoer. Om de autobereikbaarheid en tegelijkertijd de verblijfskwaliteit van het centrum in de toekomst te garanderen, dienen er echter maatregelen getroffen te worden. Op korte termijn is dat het doorgaand verkeer uit het centrum weren, op lange termijn zal er gewerkt gaan worden met transferia. In de Structuurvisie is een keuze gemaakt voor het model ‘de compacte stad’. Dit houdt tevens een keuze in voor een bereikbaarheidsmodel gebaseerd op bundelen en ontvlechten. Het verkeer wordt zo snel mogelijk afgewikkeld naar de noordelijke en de zuidelijke rondwegen (stroomwegen). Verkeer kan alles bereiken maar niet meer onnodig dwars door de stad rijden. Hiermee ontstaat meer ruimte voor andere vervoerwijzen en verblijven.
Hoofdstructuur fiets
Hoofdstructuur OV
Hoofdstructuur auto
Dit houdt tevens een keuze in voor de binnenstad, er wordt een grotere verkeersfunctie toegekend aan een aantal inprikkers naar de binnenstad: Claudius Prinsenlaan, Graaf Hendrik III laan en de combinatie Belcrumweg/Lunetstraat ( na 2025 vervangen door verbinding Etnastraat-Noordelijke Rondweg). Structuurvisie en Binnenstadvisie worden direct afhankelijk van elkaar; maatregelen in de binnenstad hebben direct invloed op de verkeersstructuur eromheen. Oftewel zonder maatregelen op structuurvisie niveau kunnen geen maatregelen worden genomen in de binnenstad. De Binnenstadsvisie staat voor de volgende opgaven: meer ruimte voor verblijven, langzaam verkeer en openbaar vervoer (duurzame mobiliteit) Hoe houden en maken we de binnenstad weer bereikbaar voor alle modaliteiten. visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 46
van 73
Hoe gaan we de parkeervoorzieningen beter benutten (verdelingsvraagstuk) en daarmee een betere exploitatie.
De Singelring vormt momenteel de draaischijf voor het kruisend doorgaand verkeer in de stad (bron: herijking verkeersplan 2004). Nog meer verkeer kan deze as niet meer verwerken zonder dat het directe gevolgen heeft voor het economisch functioneren van de binnenstad (slecht bereikbaar) en voor de stadsleefbaarheid (lucht, geluid en veiligheid). Daarnaast belemmert de huidige Singelring de ruimtelijke ambities die vanuit de binnenstad voorliggen. Niets doen is dus geen optie; ingrijpen is gewenst.
Bereikbaarheid Binnenstad Breda Auto Bereikbaarheid De auto heeft momenteel een dominante plaats in de binnenstad. Dit gaat vaak ten koste van voetgangers, fietsers en openbaar vervoer maar vooral ook van de verblijfskwaliteit in de binnenstad. Met name de oost- en westflank heeft op drukke dagen te leiden onder de druk van het autoverkeer. Op drukkere winkeldagen vormen zich vaak wachtrijen voor de parkeergarages welke het doorgaande verkeer maar vooral het openbaar vervoer en fietsverkeer frustreren. Het verminderen van auto’s door de binnenstad geeft dus meer ruimte aan andere modaliteiten en daarmee de aantrekkelijkheid en bereikbaarheid van de binnenstad. Ook ontstaan er kansen voor transformatie van de openbare ruimte. Door groei in gebruik van autoverkeer en ontwikkelingen in de binnenstad zal de bereikbaarheid van de binnenstad zonder maatregelen verslechteren en in de toekomst kan dit zelfs leiden tot afnemende bereikbaarheid. Dit kan in de concurrentie met omliggende binnensteden leiden tot economische effecten . In oost-west en v.v. zijn er geen doorgaande autoroutes door de binnenstad . In noord-zuid richting en v.v. zijn deze echter nog aanwezig. Deze routes vormen voor veel automobilisten een onderdeel van hun route door de stad. Dit is dus veelal verkeer wat niet in de binnenstad hoeft te zijn. De binnenstad dient juist bereikbaar te blijven voor autoverkeer met een bestemming in de binnenstad, het is echter niet meer vanzelfsprekend dat men er ook doorheen kan rijden. Het gaat om een herdefintite van autobereikbaarheid waarbinnen het op termijn geen vanzelfsprekendheid meer is dat aan de bestemmingskant geparkeerd kan worden. Onderdelen van de route of de hele route kunnen op een duurzamere wijze worden afgelegd. Daarnaast is er ook een scheve verhouding in gebruik van de parkeervoorzieningen in de binnenstad. De voorzieningen aan de Westflank staan vaak vol terwijl aan de Oostflank nog veel parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Er is sprake van een verdelingsvraagstuk als het om binnenstedelijk parkeren gaat. Een systeem voor het bereikbaar houden van de binnenstad moet voldoen aan de volgende uitgangspunten: - Goede bereikbaarheid en betere verdeling autoverkeer over de aanwezige parkeervoorzieningen. - Goede bereikbaarheid bevoorrading binnenstad - Verkeer wat niet in de binnenstad moet zijn mag de binnenstad niet meer onnodig belasten. - Verbetering van de kwaliteit en omvang van verblijfsruimte in de binnenstad. - Meer ruimte voor duurzamere vormen van bereikbaarheid dan auto zoals fietsers, voetgangers, openbaar vervoer en eventueel toekomstige alternatieve vervoerwijzen. - Het systeem dient logisch en begrijpbaar te zijn voor alle verkeersdeelnemers en gebruikers van de openbare ruimte. - duidelijke keuzes te maken op de Singelring Aansluitend op het systeem van de structuurvisie met de ‘inprikkers’ wordt aan de volgende wegen een verkeersfunctie toegekend om de parkeervoorzieningen goed bereikbaar te houden en te komen tot een betere verdeling van de parkeerdruk over zowel de west- als zuidflank: - Claudius Prinsenlaan als inprikker naar de parkeerlocaties aan de zuid-oost kant van de binnenstad (winkel en cultuur). Deze behoudt een belangrijke verkeersfunctie t/m de toegangen van de parkeervoorzieningen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 47
van 73
-
Graaf Hendrik III laan als inprikker naar de zuid-west kant van de binnenstad (winkel, horeca) tot aan de Concordiagarage. Lunetstraat+Belcrumweg als inprikker naar de noord-west kant van de binnenstad (winkel, water en horeca) om de parkeergarage de Prins, Baronesgarage en garage Markendaal. Na 2025 wordt deze functie overgenomen door de nieuwe aansluiting tussen Noordelijke Rondweg en de Zoete Inval.
Claudius Prinsenlaan Zoals genoemd heeft deze een belangrijke functie in het ontsluiten van de zuid-oost kant van de binnenstad als inprikker van de Zuidelijke Rondweg naar de binnenstad. Deze heeft een belangrijke verkeersfunctie tot de ontsluitingen van de belangrijkste parkeervoorzieningen: de Chasségarage, Chasséveld en de Turfschipgarage. Het parkeer terrein Beyerd/Vlaszak blijft bereikbaar maar vraagt minder ruimte in capaciteit. Om de Oostflank verder te ontlasten wordt de toekomstige ontwikkeling op het huidige Molsterrein ontsloten via de Wilhelminasingel/Vierwindenstraat. Op deze manier kan het gehele gedeelte tussen Vlaszak (later zelfs aansluiting Chasségarage/Chassëveld) en aansluiting garage Achter de Lange Stallen verkeersluw worden gemaakt. Deze ruimte biedt enorme kansen voor (H)OV, fietsers en verblijfsruimte. Zo kan de Oude Vest een grote kwaliteitsimpuls krijgen op een vrij eenvoudige manier. Het huidige parkeerterreintje Oude Vest kan worden gebruikt voor fietsenstallingen, terrasjes, voetgangers enz..
Graaf Hendrik III laan Deze inprikker vormt een verbinding tussen de Zuidelijke Rondweg en de zuid-west kant van de binnenstad. De belangrijkste verkeersfunctie loopt hierbij tot aan de Concordiastraat (evt. in toekomst tot Seeligterrein), deze heeft dus geen functie meer voor de parkeervoorzieningen verderop aan de Westflank. Het gedeelte tussen de Concordiastraat en de Polanenkade wordt verkeersluw. De vrijgekomen ruimte zal vooral worden benut voor het (H)OV (momenteel een van de grootste knelpunten op de route) en fiets. Met het eventueel doortrekken van de Mark ontstaan hier kansen voor een totaal andere inrichting en gebruik van de openbare ruimte en ontvlechting van verkeersstromen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 48
van 73
Lunetstraat+Belcrumweg Deze inprikkers vormen de verbinding tussen de Noordelijke Rondweg en de parkeervoorzieningen aan de noord-west kant van de binnenstad; garage de Prins, Baronesgarage en garage Markendaal. Tot en met deze laatste garage behoud de westflank in afnemende mate een verkeersfunctie. Op langere termijn kunnen de garages Barones en Markendaal worden gebruikt voor andere doelgroepen dan openbare garage (bewoners, werknemers enz..) om ruimte te creëren voor (H)OV op de Westflank. Indien garage Markendaal in gebruik moet blijven (particuliere garage) dan dient ontvlechting plaats te vinden van (H)OV en autoverkeer.
Singelring De Singelring is de sleutel tot het al of niet succesvol uitvoeren van de bovenstaande maatregelen, hierop ligt direct een koppeling met de Mobiliteits Aanpak Breda (MAB) uit de structuurvisie. Het weren van onnodig autoverkeer uit de binnenstad heeft direct gevolgen voor de singelring. Deze bereikt op piekmomenten op een aantal plaatsen al zijn maximale capaciteit met forse wachtrijen tot gevolg. De oorzaak hiervoor is het onvoldoende functioneren van de bestaande hoofdstructuur. Zowel de west- (Westerparklaan-Princenhagelaan) als oosttangent (Beverweg en Cl. Prinsenlaan) verwerken te weinig verkeer. Enerzijds vanwege de grote onderlinge afstand en anderzijds omdat de Singelring met de inprikkers nog voldoende alternatieven bieden. Vandaar dat voor een groot deel van de radiale stedelijke ritten de singelring momenteel een alternatief is. Het autoverkeer naar Breda groeit de komende jaren nog door. Dit bekent ook dat de druk op de binnenstad verder toeneemt. Zowel vanuit de binnenstad (aantrekkelijk verblijfs- als winkelklimaat) als vanuit de stedelijke opgave (bundelen en ontvlechten) is ingrijpen op de Singelring noodzakelijk. Op de Singelring dienen dus maatregelen te worden genomen om binnenstad en aanliggende woonwijken bereikbaar te houden. Belangrijk hierbij is ook weer het ontvlechten van verkeer; onnodig doorgaand autoverkeer moet plaats maken voor bestemmingsverkeer en op lange termijn ook eventueel (H)OV en de fiets. Uiteraard zonder daarbij de bereikbaarheid van de belangrijkste parkeerlocaties om gevaar te brengen. Hiermee wordt de directe relatie met de structuurvisie zichtbaar. Ingrijpen op de Singelring is alleen mogelijk als er een alternatief wordt geboden; Aan de noordzijde van de binnenstad wordt deze momenteel al gerealiseerd in de vorm van de Stationslaan en verderop de doorstromingsmaatregelen op de Noordelijke Rondweg. Tussen 2020 en 2030 ontstaan er nog meer mogelijkheden door verbetering van de doorstroming van de Noordelijke en Zuidelijke Rondweg. Pas na 2030 is rigoureus weren van niet bestemmingsverkeer op de singels mogelijk door het uitvoeren van de maatregelen uit het MAB voor die periode (ombouw NRW en ZRW tot stroombundels).
Parkeren In de huidige situatie is er een scheefgroei in de parkeerdruk en de beschikbare capaciteit Breda heeft geen capaciteitsprobleem maar juist een verdelingsvraagstuk. De parkeerlocaties aan de Westflank vullen zich veel sneller dan de parkeervoorzieningen aan de Oostflank. Zelfs op piekmomenten zijn er nog vele plaatsen beschikbaar aan de oostzijde van de binnenstad en dan met name in de voorzieningen welke op grotere afstand van de binnenstad zijn gelegen. Op piekmomenten zijn er op de minder aantrekkelijke parkeerlocaties nog 2.000 vrije parkeerplaatsen beschikbaar. De opgave is dan ook om een betere verdeling in het gebruik van de parkeervoorzieningen te krijgen. Op lange termijn wordt ook toegewerkt naar het verplaatsen van parkeercapaciteit vanuit de binnenstad naar een op grotere afstand gelegen parkeervoorziening. Combinaties met nieuwe vervoerssytemen bieden hiervoor goede kansen. De binnenstad blijft naar de toekomst toe onder voorwaarden goed bereikbaar voor de auto. Het is niet meer mogelijk om vanuit het zuiden door te rijden naar een parkeerlocatie aan de noordkant van de binnenstad. De noordelijke en zuidelijke rondweg zullen meer als parkeerverdeelassen gaan functioneren. De parkeerlocaties worden voortaan direct gekoppeld aan een naderingsrichting; dit zijn de zogenaamd inprikkers. Voor de bezoeker vanuit de regio blijft hiermee de binnenstad per auto goed bereikbaar.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 49
van 73
Het model met de inprikkers zorgt ervoor dat al vroegtijdig moet worden gekozen in welke parkeergarage geparkeerd zal worden. Het doorrijden van de west- naar de oostzijde en v.v. van de binnenstad is dan ook via de singel niet meer of hoogstens moeizaam mogelijk. Dit stelt hoge eisen aan een duidelijke dynamische bewegwijzering vanaf het moment van binnenkomen van de stad. Ook de verdere ontwikkeling van in-car systemen kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. In de huidige situatie zien we een duidelijk verschil in gebruikers van verschillende parkeervoorzieningen. Zo worden de voorziening het dichtst bij het winkelgebied voornamelijk gebruikt door winkelend publiek. De voorzieningen op iets grotere afstand van de winkels maar dichter bij de kantoren worden veelal gebruikt door werknemers en in mindere mate ook bewoners. Deze natuurlijke doelgroepen benadering kan verder worden versterkt door tariefdifferentiatie en verschil in uitgifte in abonnementen enz. De bouw van de parkeergarage op het molsterrein t.b.v. ADLS is voorlopig de laatste parkeergarage die gebouwd wordt in de binnenstad. Dit biedt de mogelijkheid om het straatparkeren in de binnenstad meer aan banden te gaan leggen. Door het opheffen van openbare parkeerplaatsen in de openbare ruimte, vergroten van vergunning gebieden buiten de singels, groei in parkeerbehoefte door ontwikkelingen binnenstad en groei in compensatie in het parkeerfonds worden de huidige parkeervoorzieningen steeds verder opgevuld. Bij nieuwe ontwikkelingen zal ook de afweging moeten worden gemaakt of alle openbare parkeerplaatsen nog wel in de binnenstad dienen te worden aangebracht. Op deze manier kunnen ook transferia op langere termijn interessant worden. Op korte termijn is hiervoor nog teveel capaciteit in de binnenstad aanwezig om transferia kansrijk te laten zijn. Deze aanscherping van het parkeerbeleid, gericht op aanpassen van normen en vergunning gebieden en regels, vindt nu plaats. Deze zegt echter niets over parkeerbalans en beleid hierop naar de toekomst.Juist deze benadering is van belang voor de juiste omvang van het bezoekersparkeren in relatie tot de nieuwe binnenstad in2020. Een nadere uitwerking van dit parkeervraagstuk zal in 2013 worden opgestart in de kader van toekomstige parkeerbouwstenen
Openbaar Vervoer Het openbaar vervoer in zijn huidige vorm staat onder druk. Het aandeel bus in alle verplaatsingen in Breda bedraagt momenteel 5% en de verwachting is dat het de komende jaren verder zal afnemen. Toenemende kosten en een afnemende vraag maken het een kostbaar systeem. Toch is het niet allemaal negatief. Juist gebundelde snelle en comfortabele lijnen doen het goed in Breda en trekken meer reizigers. Een van de voorbeelden hiervan is de HOV lijn tussen Etten-Leur en Breda (en verder naar Oosterhout). Sinds de in gebruik name hiervan is het aantal reizigers op deze verbinding gestegen met 25%, ondanks de aanwezigheid van een rechtstreekse treinverbinding. Mensen hebben blijkbaar behoefte aan een systeem dicht bij de herkomst en bestemming. De Schaalsprong OV gemeente Breda sorteert voor op een verandering in de mobiliteitsstructuur, meer gericht op doelgroepen en hun behoeften. Het toekomstige systeem bestaat uit zgn “officierslijnen” (verbinden van economische knooppunten) , sociaal collectief vervoer (verbinden van buurten en wijken) en individueel openbaar vervoer (vervoer binnen de wijken tot voor de deur). De binnenstad is als geheel een belangrijk vervoersknooppunt. De schaalsprong zegt echter niets over de manier waarop het (H)OV door de binnenstad rijdt maar geeft wel een lonkend perspectief voor een beter functionerend stedelijk openbaar vervoerssysteem met een groter aandeel binnen de verplaatsingen. Ook biedt het handvaten voor een verdere verduurzaming van het mobiliteitssysteem. Onderstaande verkenning geeft de (toekomstige) mogelijkheden aan, afgestemd op de mobiliteitsaanpak en een zo optimaal mogelijk verblijfsgebied.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 50
van 73
Verkennende studie OV binnenstad Ook voor de binnenstad is het doel het verduurzamen van het openbaar vervoer om de binnenstad als toeristisch recreatief product te versterken met het verbeteren van de bereikbaarheid als peiler. Hierbij is de binnenstad gebaat bij een goede OV bereikbaarheid en is andersom het openbaar vervoer gebaat bij een goede bediening vanuit de binnenstad (voldoende aanbod). In de huidige situatie gaat het overgrote deel van de buslijnen dwars door de binnenstad (Karnemelkstraat/Houtmarkt) met een belangrijke halte op de Karnemelkstraat. In deze verkenning is rekening gehouden met reeds ingezette beleidskoers (de MAB), gemaakte en op korte termijn te maken investeringen, subsidies en afspraken met provincie Noord-Brabant. Daarnaast dient het te passen in de fasering van de investeringen van de de MAB uit de Structuurvisie. Voor de studie zijn een drietal ‘eindbeelden’ opgesteld welke uitgaan van verschillende vervoersmodellen in de binnenstad. Deze eindbeelden zijn: 1. Schakelmodel: Oost-west verbinding door de binnenstad handhaven met knooppunt in de binnenstad: Dit model borduurt voort op de bestaande situatie met een belangrijk OV knooppunt in de binnenstad. Deze halte brengt passagiers midden in het winkelgebied en dient tevens als belangrijke overstaphalte tussen oost en west Breda. Dit model is vanaf heden inpasbaar en kan met relatief geringe investeringen verder worden geoptimaliseerd. De grote uitdaging in dit model is het opheffen van de barrièrewerking door het OV in het winkelgebied. Een verbetering van de inpassing met herinrichting van de openbare ruimte kan hiertoe bijdragen. Het invoeren van nieuwe vervoerssystemen zoals tram, ultra PRT enz.. kan hierin een belangrijke bijdrage leveren. De plaats van het knooppunt is in beperkte mate flexibel en kan dus ook op een andere plaats in de stad liggen. 2. Flankenmodel: Schampverbindingen over de West- en Oostflank. In dit model gaan de OV lijnen niet meer door het winkelgebied maar rijden alle lijnen over de Oost- en de Westflank naar het station. Het station wordt hierbij het belangrijkste overstappunt voor doorgaande lijnen. De Westflank wordt veel zwaarder belast door OV, om een goede doorstroming te garanderen dienen in de route op de Westflank en richting Station busperron ingrijpende maatregelen worden getroffen. Te denken valt hierbij aan het opheffen van de Baronesgarage als openbare garage om het autoverkeer te verminderen, de garage Markendaal dient los van de OV route te worden ontsloten. Doorgaand autoverkeer dient volledig van de Westflank te worden gehaald. Tevens dient een goede binennstadshalte te worden voorzien op de Westflank. De route Trambrug-Belcrumweg-Stationslaan (hellingbaan)dient autoluw te worden gemaakt, hiervoor is de verbinding Etnastraat-Noordelijke Rondweg noodzakelijk als alternatief voor het autoverkeer ofwel dient een nieuwe verbinding voor het OV langs het spoor over de Mark te worden aangelegd. Voor doorgaande reizigers wordt de reistijd langer met kans op verlies van reizigers. Een groot voordeel is het vrijkomen van openbare ruimte in de Karnemelkstraat-Houtmarkt welke onderdeel van het winkelgebied kan gaan vormen. Dit model is pas uitvoerbaar als een aantal maatregelen uit de MAB zijn uitgevoerd welke nu op de planning staan na 2025 (CSM terrein). Bovendien dient een kleinschaliger interwijk vervoer gerealiseerd te zijn om de verbindingen binnen de stad in stand te houden zonder extra reistijd.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 51
van 73
Nieuwe vormen van vervoerssystemen kunnen ook hier een belangrijke bijdrage leveren aan de inpasbaarheid ervan. 3. Periferiemodel: Verbindingen tot rand van de binnenstad. Het idee achter dit model is dat doorgaande lijnen niet meer door de binnenstad gaan maar eromheen. Vanuit deze ring worden verbindingen gemaakt naar het winkelgebied. Er wordt in principe een ring gemaakt om de binnenstad heen, de precieze ligging hiervan is nader te bepalen. Aangezien hiervoor ruimte moet worden gemaakt dient het autoverkeer in de omgeving binnenstad fors te zijn teruggedrongen. Randvoorwaarde is dat de maatregelen uit de structuurvisie moeten zijn uitgevoerd (o.a. ombouw NRW en ZRW). Bovendien kan dit alleen met toepassing van nieuwe vervoerssystemen waarbij geen overstap moet worden gemaakt ongeacht welke richting men op wilt. Een dergelijk systeem is pas op langere termijn toepasbaar, ongeveer na 2035.
De conclusie uit deze verkenning is dat alle eindbeelden mogelijk zijn binnen het gekozen verkeersmodel voor het autoverkeer (inprikkers). Het moment en de keuze van het model is sterk afhankelijk van de investeringsplanning in de structuurvisie (zie onderstaande figuur) waarbij ook rekening moet worden gehouden met afspraken m.b.t. concessies en de provincie i.v.m. subsidies.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 52
van 73
Op kortere termijn zijn binnen het “Schakelmodel” verschillende varianten mogelijk. Het centrale knooppunt kan op verschillende plaatsen in de binnenstad worden gesitueerd zolang de doorgaande lijnen door de binnenstad rijden. In het kader van het opheffen van de barrièrewerking KarnemelkstraatHoutmarkt zijn dan ook verschillende oplossingen mogelijk. In een nader uit te werken deelplan worden verschillende mogelijkheden (inpassen Houtmarkt, route via van Coothplein) verder uitgewerkt. Elke verandering in lijnvoering heeft weer zijn invloed op het gebied waar het doorheen rijdt.
Fiets De Fiets is een belangrijk vervoermiddel van en naar en in de binnenstad en is een goed alternatief voor de auto. De fietser besteedt per binnenstadbezoek minder dan de autobezoeker maar komt vaker. Per saldo besteedt de fietser evenveel dan de autobezoeker. In de huidige situatie krijgt de fiets niet overal de ruimte . Ook de fiets zal in het centrum meeprofiteren van de nieuwe bereikbaarheidsstructuur. Feitelijk verandert de concurrentiepostie in de binnenstad ten gunste van de fiets. De binnenstad wordt beter toegankelijk gemaakt voor de fietsers. Het fietsverbod in de binnenstad wordt opgeheven. Daarmee krijgt de fiets meer ruimte. Uit onderzoek blijkt dat het probleem voetganger <> fietser zich vanzelf oplost bij toenemende bezoekersaantallen. Het opheffen van het verbod past ook prima binnen het het concept van deregulering en een terugtrekkende overheid. De binnenstad hangt op aan een fijnmazig netwerk van fietsrelaties: Zo zijn er op de inprikkers zijn goede fietsvoorzieningen aanwezig. Door het verminderen van het autoverkeer in het centrum ontstaat daarnaast meer fysieke ruimte voor fietsers. Veelal maken deze gebruik van fietsstroken en zelfs vrijliggende fietspaden (zoals bij de Haven) op de flanken van de binnenstad. Binnen deze flanken is het fietsverkeer gemengd met het overige verkeer, veelal is dit autovrij. De snelfietsroute Etten-Leur <> Breda eindigt momenteel bij de Tramsingel. Vanaf de Lunetstraat richting Etten Leur is een succesvolle snelfietsroute aanwezig, deze houdt momenteel op bij de singel. Deze route wordt in 2014 via de noord-oostzijde van de binnenstad parallel aan de voorgenomen busbaan langs het spoor doorgetrokken richting Teteringen, Oosterhout en Tilburg. Het routedeel in de binnenstad is vormt een ontbrekende schakel. Deze route dient herkenbaar te worden gemaakt en doorlopend te zijn. Tussen Lunetstraat en Hoge Brug moet een herkenbare, comfortabele en veilige verbinding te komen. Belangrijke fietsroutes via de aanloopstraten naar de binnenstad winnen aan status. Zowel de Boschsstraat als de Haagdijk kunnen worden ingericht als fietsstraat. De fiets krijgt hiermee een een prominente plaats zonder dat de auto inlevert aan bereikbaarheid. In zuidelijke richting wordt een dergelijke fietsroute voorzien via de Keizerstraat/Vierwindenstraat en verder via de Generaal visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 53
van 73
Maczekstraat.Het fietspad gelegen aan de binnenzijde van de haven kan door de vrijgekomen ruimte worden doorgetrokken over de Karnemelkstraat, Houtmarkt, Oude Vest en verder over de Vlaszak. Reeds in de studie van de Oost-West Flank uit 2000 is dit als uitgangspunt aangegeven.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 54
van 73
Stallingen: Met de fiets in de binnenstad kunnen komen, impliceert ook de fiets goed en veilig in de binnenstad kunnen stallen. Bij de ontwikkeling van ADLS wordt daarom voorzien in een nieuwe bewaakte fietsenstallingen. Ook biedt een nieuwe bewaakte stalleing Keizerstraat een enorme meerwaarde voor het binnenstadbezoek. . Bij herontwikkeling van de Vlaszak zal ook gezocht worden naar bewaakte fietsenstalling . De bewaakte fietsenstalling Keizerstraat wordt meegenomen met de ontwikkeling Achter de Lange Stallen. Met het vrijstellen van het fietsen in de gehele binnenstad, zal de vraag naar onbewaakt en stallen toenemen. In de openbare ruimte zal hiervoor een oplossing geboden worden. Meer fietsenrekken op strategische plekken in de binnenstad zijn nodig. Eerste mogelijkheid is meeliften met het opheffen van betaald auto-straatparkeren. Fietsbereikbaarheid en het stallen van de fiets worden vanuit het perspectief van de binnenstad verder uitgewerkt in de nieuwe fietsnota.
Voetgangers Uiteindelijk eindigt elke consument in de binnenstad als voetganger . Ook in een groter gebied is de voetganger een belangrijke vorm van verplaatsen in de binnenstad (verblijven). In de huidige situatie ondervindt de voetganger aan de randen van het voetgangersgebied nog teveel hinder van overig verkeer. Daarnaast zijn er geen duidelijke en aantrekkelijke looproutes van b.v. parkeervoorzieningen naar de binnenstad en (culturele) voorzieningen. Ook is de positie van de voetganger in het gebied rondom het eitje vaak onduidelijk. Vaak is dit een onaantrekkelijk gebied en is niet duidelijk dat men in het centrum is. Het verbeteren van de positie van de voetganger in de binnenstad gaat via de volgende sporen plaatsvinden: Uitbreiden van het voetgangersgebied en bieden van meer comfort en veiligheid. Versterken van de positie van de voetganger rondom ‘het eitje’; Verbindingen vanuit fietsenstallingen en Parkeergarages naar de functies (cultuur, horeca, winkelen enz.); aantrekkelijk en duidelijk maken. Het uitbreiden van het voetgangersgebied wordt onderstaand behandeld in ‘Toegankelijkheid Stadshart’. Door het model met inprikkers naar de belangrijkste voorzieningen voor autoverkeer ontstaat naast ruimte voor (H)OV en fiets ook meer ruimte voor voetgangers. Verbreden van trottoirs, aanleg van pleintjes (Oude Vest), veiliger maken van oversteken en opheffen van obstakels dragen in belangrijke mate bij aan een aangenamer verblijfsklimaat. Daarnaast dient veel aandacht te worden besteed aan het verduidelijken en aantrekkelijk maken van de voetgangersverbindingen tussen parkeergarages en het winkelgebied. Veelal is niet duidelijk welke kant men op moet lopen als men uit een garage komt. Duidelijke inrichting, bebording en een aantrekkelijke en sociaal veilige omgeving is hierbij noodzakelijk. Op deze manier zullen mensen ook gemakkelijker accepteren om iets verder te lopen en gebruik te maken van garages welke op grotere afstand liggen van het winkelgebied.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 55
van 73
Toegankelijkheid Stadshart
In het kader van de Visie Binnenstad wordt ook de toegankelijkheid en omvang van het venstertijden gebied tegen het licht gehouden. Het betreft het gebied binnen de flanken van de binnenstad. Nieuwe wensen en eisen vanuit de maatschappij vragen om aanpassingen. Een voorbeeld hiervan is bevoorrading van de binnenstad; nieuwe, schonere methodes van bevoorrading vraagt ook flexibiliteit in toegankelijkheid van het voetgangersgebied. Omvang venstertijdengebied In de huidige situatie is het voetgangersgebied duidelijk afgebakend met paaltjes en zichtbaar in de manier van inrichting van de straat. Het gebied waar enkel voetgangers buiten de venstertijden worden toegelaten zijn straten met volledig vlakke bestrating; het kernwinkel gebied. Direct daaromheen liggen straten met dezelfde bestratingsmateriaal maar met een ander profiel. Hier is met banden een duidelijke rijbaan aangegeven. In deze straten is ook fietsen toegestaan buiten de venstertijden. In de Molenstraat – Catharinastraat is ook autoverkeer toegestaan buiten de venstertijden, deze zijn dan ook niet afgesloten met paaltjes. In praktijk wordt het rondje Vismarktstraat-Reigerstraat-Kasteelplein-Cingelstraat, wat officieel tot het venstertijden gebied behoort, niet afgesloten voor autoverkeer met paaltjes. Dit veroorzaakt veel overlast door geparkeerde auto’s en onnodig rondrijdend autoverkeer. Het is zeer wenselijk om meer eenduidigheid te verschaffen in het regime van de binnenstad. Ook de komst van het project ‘Achter de Lange Stallen’ vraagt om een herijking van het venstertijdengebied. Het voorstel is dan ook om dit gebied uit te breiden met de Molenstraat- Catharinastraat, het gehele molsterrein tbv ontwikkelingen en het rondje Vismarktstraat-Cingelstraat (uitvoeren van bestaande regeling). Hiermee ontstaat een duidelijk begrensd gebied en wordt onnodig verkeer in de binnenstad voorkomen.
Huidig Venstertijden gebied
Voorstel Venstertijden gebied
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 56
van 73
Toegankelijkheid voetgangersgebied In de huidige situatie gelden venstertijden voor laden en lossen en is fietsen niet toegestaan in het voetgangersgebied tijdens de venstertijden, uitgezonderd de ‘rand’straten. De venstertijden gelden van 7.00-11.00 en van 17.00- 19.00 u.(koopavond 21-22.00 en zaterdag 17.-18.00u.). Daarnaast kunnen aannemers met ontheffing toegang krijgen tot het voetgangersgebied. Ook zijn er uitzonderingen voor de markten, deze kunnen buiten de venstertijden het voetgangersgebied via vooraf bepaalde routes betreden. Wie willen we wanneer toelaten? - Fietsers: Het voorstel is om fietsers gedurende de gehele dag toe te laten in het gehele voetgangersgebied. Uit ervaring in andere steden blijken fietsers zich aan te passen aan de drukte. Op het moment dat het te druk wordt om te fietsen dan stappen deze vanzelf af of besluiten eerder hun fiets te stallen. Voor fietsers blijven de ‘rand’straten het meest aantrekkelijk om te fietsen door de inrichting en rust. In rustige tijden kan ook gemakkelijk kortsluitingen door het voetgangersgebied worden gemaakt om de kortste route te fietsen, fietsenstallingen worden hiermee ook gemakkelijker bereikbaar. Voordelen zijn een beperking van borden en flexibiliteit in ruimtegebruik. Dit biedt ook kansen voor fietskoerierdiensten (KPN maakt al geruime tijd ‘illegaal’ gebruik van bakfiets buiten de venstertijden.) Fietsbeleid aanpassen 2013/2014.
Huidig fietsers stadshart -
-
Voorstel fietsers stadshart
Laden en lossen: regelmatig wordt gevraagd om verruiming van de venstertijden. In praktijk blijkt echter het grootste deel van de bevoorradingen plaats te vinden tussen 9.00 en 11.00 u. Een verruiming levert op dit moment nog geen voordeel op. Zolang er nog geen initiatieven uit de markt komen welke groot voordeel kunnen opleveren in aantal voertuigbewegingen en milieuvoordelen is er geen reden om deze te gaan verruimen. Op het moment dat een dergelijk voorstel komt kan worden nagedacht of bevoorrading buiten deze venstertijden voordeel op kan leveren. Onder strikte voorwaarden kan hiervan worden afgeweken. Met de openstelling van winkels op zondagen kan wel worden bekeken of een verruiming op bv maandag een verbetering kan geven. Eea dient in overleg met markt te worden bepaald. Hierin kunnen ook afspraken over Voertuiglengtes/gewicht, milieu eisen, routes van bevoorraden worden uitgewerkt. Met het vergroten van het venstertijden gebied dienen, met name aan de Oostflank, extra laad- en losplekken buiten dit gebied te worden voorzien aan de entree punten van dit gebied. In het bestaande systeem kunnen verbeterslagen worden gemaakt zoals het invoeren van gezamenlijke opslag- afleveradres. Bewoners stadshart: Door uitbreiding van het venstertijden gebied kunnen ook minder bewoners hun woning de gehele dag bereiken. Bij uitbreiding van dit gebied dient een ander toelatingssysteem te worden toegepast. Het huidige handmatig bediende systeem voldoet dan niet meer. Bewoners en andere belanghebbenden kunnen dan met een visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 57
van 73
-
pasje/transponder/ontheffing toegang krijgen tot hun woning. Het gros van de bewoners met gelegenheid tot parkeren is gesitueerd aan de ‘randstraten’. Ook voorzieningen zoals hotels kunnen in dit ‘rand’gebied gebruik maken van dezelfde regeling. Hotels is het huidige voetgangersgebied kunnen hier, buiten de venstertijden, geen gebruik van maken. Markt: Op de grote Markt vindt 2 maal per week in de ochtenduren een markt plaats. Ook voor hen zou een dynamisch toegangssysteem duidelijker en eenvoudiger zijn en kan voorkomen worden dat ook ander verkeer hier ‘misbruik’ van maakt.
Stedelijke Distributie In de huidige situatie kan men in het venstertijdengebied bevoorraden binnen de daarvoor gestelde tijden. Dit levert vaak een rommelig en druk beeld op in de winkelstraten. Veelal wordt dit veroorzaakt doordat veel kleine leveringen met verschillende vrachtwagens wordt gedaan. Het zou een grote winst in aantrekkelijkheid, veiligheid en milieu opleveren als dit meer gestroomlijnd zou plaatsvinden. Hiervoor is echter de markt hard nodig. Zolang deze nog niet de voordelen en kostenbesparing hierin zien komen er geen initiatieven van de grond. Een prijsvraag welke hierop gericht was leverde uiteindelijk geen enkele kandidaat op die kon voldoende aan de doelstellingen. Initiatieven op dit gebied moeten uit de markt zelf komen, als overheid kunnen we op dat moment bezien in welke vorm we hierin kunnen bijdragen.
Afstemming en afhankelijkheid Meerjarenprogrammering mobiliteit In het kader van de Structuurvisie is ook een meerjarenprogrammaring opgesteld. Deze geeft een fasering aan in de investeringen in de infrastructuur van de stad. Deze fasering is grofweg als volgt opgedeeld: 2010-2020; werken aan Modal Shift: Beperkte investeringen, optimaliseren Noordelijke en Zuidelijke Rondweg en inzetten op fiets en openbaar vervoer; o Doortrekken snelfietsroute Etten Leur-Breda in oostelijke richting. o Aanleg (H)OV naar Amphia/Bavelse Berg.
2020-2030; Tweaken van de assen: Verder upgraden van Noordelijke Rondweg als drager van economische ontwikkelingen: o Snelfietsroute zuidelijke richting o Verdere uitbouw HOV en vormgeven vraagafhankelijk vervoer o Investeringen Noordelijke Rondweg; aanleg fietstunnels en ombouw kruising Emerparklaan/Noordelijke Rondweg.
2030-2040; Verbouwen tot doorstroomassen: Doorstromenassen uitbouwen en ontvlechten van de stad; o Implementatie van nieuwe openbaar vervoerssystemen (b.v. Ultra PRT) o NRW en ZRW ombouwen tot doorstroomassen door aanleg ongelijkvloerse kruisingen
Voor de binnenstadsvisie betekent dit het volgende: 2010-2020: Met beperkte middelen en door mee te liften met ontwikkelingen implementeren van het ‘inprikkersmodel’ op de flanken. Tevens verder investeren in (H)OV en fiets- en verblijfsruimte. Vormgeven snelfietsroute EttenLeur-Breda-Oost; o Verbinding tussen Lunetsraat en Hoge Brug vormgeven.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 58
van 73
o
Route door Reigerstraat-Catharinastraat herkenbaar, veilig en comfortabel maken (minder autoverkeer door uitbreiding venstertijdengebied). o Route door Boschstraat herkenbaar maken (fietsstraat?) o Zoeklocatie bewaakte fietsenstalling Reigerstraat vormgeven (Oude Bioscoop) o Bewaakte fietsenstalling Gasthuispoort in ontwikkeling meenemen. Uitbreiden onbewaakte stallingen openbare ruimte: o Opheffen parkeerplaatsen t.b.v. stallingsplaatsen o Onbenutte ruimten gebruiken voor stallingsplaatsen. Oostflank: o Invoering circulatie t.b.v (afhankelijk van beschikbare alternatieven autoverkeer).: Verbeteren doorstroming (H)OV Oude Vest/Vlaszak Bouw ontwikkeling ADLS (ontsluiting garage) Verdeling parkeer verkeer. Westflank: o Invoering circulatie t.b.v. ( afhankelijk van beschikbare alternatieven autoverkeer): Voorkomen hinder door wachtrij parkeergarage en betere verdeling parkeerdruk. Verbetering doorstroming OV.
2020-2030: Creëren van meer verblijfsruimte en eventueel een start met de implementatie van een nieuw vervoerssysteem. Aanleg snelfietsroute in zuidelijke richting via Vierwindenstraat/Keizerstraat. Oostflank: o vergroten van verblijfsruimte door o.a. verminderen parkeerplaatsen langs openbare weg. o Doorstromingsmaatregelen (H)OV Claudius Prinsenlaan-Vlaszak (implementatie nieuw systeem?). o Verminderen parkeerterreinen meeliftend met ontwikkelingen (Chassëveld) als opstap naar transferia. Westflank: o Opheffen openbare functie Parkeergarage de Barones (functie voor bewoners, werknemers, distributie enz.) Eventueel compensatie op Seeligterrein. o Ontvlechten van ontsluiting garage Markendaal van (H)OV route Fellenoordstraat. >2030: Overgang naar nieuwe vervoerssystemen en een autoluwe binnenstad. Door de toegenomen stroomfunctie van de NRW en de ZRW kunnen in en rond (singels) meer maatregelen worden genomen om deze te ontlasten van autoverkeer t.b.v. OV en andere modaliteiten. Het OV loopt buitenom de binnenstad waarbij nieuwe vervoerssystemen het uitgangspunt zijn (b.v. Ultra PRT enz.) Parkeren zal grotendeels buiten het centrum plaatsvinden (transferia) waarbij het nieuwe systeem rechtstreeks verbindingen maakt met de binnenstad ofwel met andere vormen van transport (trein).
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 59
van 73
3.3 Ruimtelijke vertaling Rol en houding van de gemeente In het voorgaande zijn velerlei ideeën en maatregelen de revue gepasseerd. In onderhavige paragraaf wordt dieper ingegaan op hoe de voorgestelde ontwikkelingen er in ruimtelijke zin uit komen te zien, maar ook op de rol die de gemeente per geval voor zichzelf ziet. De nieuwe rol van de gemeente kent in het kader van de terugtredende overheid en het gewijzigde grond- en vastgoedbeleid meer maatwerk en variatie. (Spontaan Breda) In het onderstaande worden allereerst de ontwikkelingen toegelicht waarbij de gemeente Breda een regierol heeft. Dit betreft met name de herinrichting van de openbare ruimte, het domein dat in eigendom en in beheer is bij de gemeente. Dit zijn projecten waarvoor de gemeente zelf budget dient te reserveren. Hierna worden initiatieven toegelicht die reeds spelen en waarbij de gemeente een faciliterende rol heeft. Het gaat hierbij om projecten van derden zoals Achter de Lange Stallen of het vijf sterren hotel, waarbij de gemeente meedenkt met de initiatiefnemers en randvoorwaarden formuleert als basis voor een op te stellen postzegelbestemmingsplan, stedenbouwkundig plan of bouwplan. Vervolgens komen de ontwikkelingen aan bod waarbij de gemeente een sturende rol heeft. Dit zijn nog niet bestaande, maar wel concreet benoembare en gewenste initiatieven die zich in de toekomst voor zouden kunnen doen en die door middel van het vaststellen van beleid (bijvoorbeeld bestemmingsplannen) naar de meest geschikte plekken gestuurd worden. Het gaat dan bijvoorbeeld om culturele initiatieven die zouden moeten landen in de Culturele Loper, low-budget overnachtingsmogelijkheden die zouden moeten landen in de Boschstraat, Wonen boven winkels etc. De gemeente stuurt hierop door ontwikkelingsmogelijkheden en bijbehorende randvoorwaarden op te nemen in een bestemmingsplan. De gemeente heeft een verbindende rol bij het (in de toekomst) vrijkomen van locaties waarvoor op korte termijn geen alternatief programma voorhanden is. Een voorbeeld hiervan is het Seelig-terrein. Dit is in handen van Defensie die het rond 2016 af zal stoten. Het is aan de gemeente om enerzijds Defensie in contact te brengen met potentiële kopers die de gemeente daar graag zou zien landen en anderzijds om e met potentiële kopers afspraken te maken over gewenste ontwikkelingen, zoals bijvoorbeeld de 3 fase Mark. Tenslotte heeft de gemeente een stimulerende rol bij projecten die tijdelijk van aard zijn zoals (culturele) evenementen, activiteiten, festivals, producties en manifestaties. Deze rol vertaalt zich met name in het verlenen van subsidies en het vaststellen van subsidiebeleid. Indien van toepassing is dit aan de orde gekomen in 3.1 Programma. Hier zal in onderhavige paragraaf niet verder op in worden gegaan. In het onderstaande worden per ontwikkeling de ruimtelijke randvoorwaarden toegelicht, die een inhoudelijke basis vormen voor het vervolg. De ruimtelijke randvoorwaarden betreffen o.a. stedenbouw, openbare ruimte, groen, water en cultuurhistorie. Het detailniveau van de randvoorwaarden is afhankelijk van de rol die de gemeente voor zichzelf ziet bij de desbetreffende ontwikkeling. Daarnaast is het detailniveau gebaseerd op het moment van ontwikkeling. Een aantal projecten wordt redelijk gedetailleerd beschreven omdat deze op korte termijn kunnen worden uitgevoerd terwijl andere projecten slechts in hoofdlijnen aan de orde komen omdat zij moeten wachten op maatregelen elders in de stad (zoals de herinrichting van de Oostflank die voor wat betreft sommige delen pas mogelijk is als er verschillende investeringen in de Noordelijke Rondweg zijn gedaan). Regierol Oostflank en Karnemelkstraat/Houtmarkt/Oude Vest (vanaf 2013) De Oostflank betreft de Vlaszak, Oude vest, Keizerstraat en Vierwindenstraat. Deze straten zijn vanaf de jaren ‘50 aangelegd in het kader van de cityring en staan al heel lang genomineerd voor een integrale visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 60
van 73
herinrichting waarbij het autoverkeer en busverkeer dient af te nemen en de straten een hoogwaardige, groene uitstraling dienen te krijgen. De Westflank is voor wat betreft het noordelijk deel (waaronder de haven) reeds heringericht en hierbij is gekozen voor het situeren van de verblijfsruimte aan binnenzijde van de cityring en voor situering van de infrastructuur aan de buitenzijde cityring. Deze keuze zal worden doorgezet bij de Oostflank. De complete herinrichting van de Oostflank is echter pas mogelijk als er verschillende investeringen in de Noordelijke Rondweg zijn gedaan. De gewenste herinrichting van de Karnemelkstraat, Houtmarkt en een deel van de Oude vest is echter wel op korte termijn mogelijk. Het gaat dan om het wijzigen van de profielen en het aanbrengen van passende bestrating en groen, waarbij de Houtmarkt deel uit gaat maken van het winkelrondje. Op termijn verdwijnen de bussen uit deze straten.
Schematische weergave van mogelijke herinrichting Karnemelkstraat/Houtmarkt/Oude Vest
Huidig beeld Houtmarkt
Visualisatie mogelijke herinrichting Houtmarkt
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 61
van 73
Huidig beeld Oude Vest
Visualisatie mogelijke herinrichting Oude Vest
Op het moment dat het openbaar vervoer een alternatieve route gaat rijden zou zelfs het water dat eeuwenlang via de Vlaszak en Oude Vest liep kunnen worden geherintroduceerd. Op de locatie van het Vlaszak en Oude vest liep vroeger een gracht. De gracht liep van de huidige Seeligsingel via de J.F. Kennedylaan, Vlaszak, Oude Vest, Houtmarkt en Karnemelkstraat naar de kruising Markendaalseweg-Waterstraat-Snellenshof. Na de sloop van de stadsmuur in 1537'-38 bleef de stadsgracht als open (riool)water in de stad liggen. Vanaf de Grote Markt (het hoogste punt van de stad) werden onder de belangrijkste straten gemetselde buizen aangelegd die uitmondden in de Mark of de Oude Vest. Veel kreken achter de woningen werden gedempt en vervangen door een riool. Veel buizen kwamen uit op de Oude Vest. Deze oude vestinggracht was door o.a. de lozing van al dat afvalwater schadelijk voor de gezondheid van de burgers van Breda. Om deze reden werden vanaf 1863 delen uitgediept en voorzien van een overwelving. Vlaszak (1864) en Oude Vest (1876-'77) zijn pas gedempt, nadat Breda in 1863 met de aanleg van een 'modern' ondergronds rioolstelsel was begonnen. Oorspronkelijk waren er openingen in het gewelf uitgespaard, waardoor men met hardstenen trappen bij het water kon komen. Hierdoor kon men in geval van brand bluswater uit de Oude Vest halen. Zo kon het gebeuren dat bij erg droog weer een brand werd geblust met rioolwater in plaats van regenwater.
Foto Oude Vestriool Dit deel van de historie van Breda is volledig onder de grond verdwenen en daarom voor iedereen uit het zicht verdwenen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 62
van 73
De kwaliteit van de openbare ruimte kan een sterke impuls krijgen door het water en/of het historische riool weer in beeld te brengen. Hierbij is het mogelijk een zichtbare waterstroom aan te leggen maar ook het zichtbaar maken van de overkluisde gracht. Mooie voorbeelden van geslaagde projecten waarbij water zichtbaar teruggebracht is, zijn het terugbrengen van de Grift in Apeldoorn en van de Roombeek in Enschede.
Foto Grift, Apeldoorn
Foto Roombeek, Enschede
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 63
van 73
Gasthuispoort (vanaf 2013) Op basis van een in 2012 gehouden marktconsultatie met 5 marktpartijen heeft de gemeente Breda een uitwerkingsrichting geformuleerd voor de herontwikkeling van de locatie Gasthuispoort in het centrum van Breda. Teneinde te komen tot verkoop van de panden en gronden die in eigendom zijn van de gemeente en tot realisatie van de ontwikkeling organiseert de gemeente in 2013 een marktselectie met 3 marktpartijen, waarbij wordt gevraagd de gewenste uitwerkingsrichting nader uit te werken.
Wensbeeld De belangrijkste onderdelen van de gewenste uitwerkingsrichting zijn: Een semi-openbaar groen woonhof; Een commerciële trekker; Een hotel (2 sterren); Marktconforme woningen met een brede differentiatie; Architectonische en stedenbouwkundige afstemming op en inpassing in de omgeving; Behoud/verbetering van de steeg.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 64
van 73
Route door het Valkenberg (vanaf 2013) Voor mensen die Breda nog niet zo goed kennen is de route vanuit het centraal station naar het stadshart vaak onduidelijk doordat het Valkenberg hiertussen is gelegen. Tijdens het Graphic Design Festival in 2012 echter, was de route vanuit het centraal station naar de binnenstad gemarkeerd met vlaggen die speciaal waren ontworpen voor het jubilerende Valkenbergpark (200 jaar publiek toegankelijk), waardoor de route opeens een stuk duidelijker was.
Het is interessant om te onderzoeken of bijvoorbeeld deze vlaggen opnieuw kunnen worden opgehangen langs deze route of dat de route voortaan zou kunnen worden gemarkeerd met hanging baskets met bloemen.
Bron: trappedinsuburbia.nl
Bron: BN De Stem
Bron: beaconhillparkhistory.org
Bron: annagroot.punt.nl
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 65
van 73
Belastingkantoor en rechtbank (vanaf 2015/2017) Het belastingkantoor en de rechtbank verhuizen medio 2015/2017 naar Via Breda. De panden komen op dat moment in eigendom van de gemeente. Bij herontwikkeling of transformatie is het nevendoel een positieve impuls aan de wijk Fellenoord te geven. Bij de uitwerking hiervan wordt gepoogd het groene singelmilieu zover mogelijk naar binnen te trekken.
Chasséveld Het Chasséveld fungeert op dit moment als parkeerplaats en evenemententerrein. Op lange termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg gerealiseerd is, zou de evenementenbestemming kunnen vervallen. Dan dient er wel een alternatieve locatie te worden gevonden voor Kermis en Circus. Dat zal verder worden uitgewerkt in het evenementen- en locatiebeleid. In principe is er voldoende parkeergelegenheid in de binnenstad waardoor ook de openbare parkeerfunctie (deels) zou kunnen vervallen. Dit is een kans om deze oostelijke entree van de binnenstad te herinrichten waarbij groen en eventueel water een grote rol zouden kunnen spelen. Qua ruimtelijke e uitwerking zou het terrein kunnen worden betrokken bij het Chassépark, waar het eind 19 eeuw eveneens deel van uitmaakte. De routes vanuit parkeerterrein Chasséveld naar MOTI, de Veemarktstraat (via parkeerterrein de Beyerd) en de Oude Vest laten qua duidelijkheid en ruimtelijke kwaliteit te wensen over. De Pasbaan en Claudius Prinsenlaan zouden bij een eventuele herinrichting moeten worden meegenomen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 66
van 73
e
Binnenstad eind 19 eeuw, Chassépark en Chasséveld nog één exercitie terrein
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 67
van 73
Faciliterende rol Achter de Lange Stallen 2013-2016 Haalbaarheidsonderzoek in afrondingsfase PM
Sturende rol Historische binnenstad Bij elke herontwikkeling in de historische binnenstad wordt er gestreefd naar de realisatie een semiopenbaar groen (woon)hof, zodat het dwaalmilieu wordt uitgebreid. Bij de Gasthuispoort zet de gemeente hier zelf op in en ook het Stadserf zal op termijn een groene kwaliteitsimpuls krijgen. Voor de overige locaties die niet in eigendom zijn bij de gemeente, zal de randvoorwaarde van een groen semi-openbaar hof worden meegegeven. Daarnaast wordt bij herontwikkelingen ingezet op behoud of herintroductie van smalle straatjes, stegen, gangen en poorten ten behoeve van het dwaalmilieu. Daarnaast zou in de bestaande en nieuwe hofjes, in navolging van de Willem Merkxtuin, een beeld of sculptuur kunnen worden gesitueerd dat past bij de karakteristiek van het hofje, zoals de begijntjes op het Begijnhof of bijvoorbeeld een groot hart op het Stadserf waarbij kersverse bruidsparen zich kunnen laten fotograferen. Op die manier ontstaat er een beeldenroute waarbij men van hofje naar hofje wandelt, als aanvulling op de bestaande routes.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 68
van 73
Fellenoord, Schorsmolen en Haagdijk Van pure winkelstraat met een centrumfunctie transformeert de Haagdijk/Haagweg naar een gemengd milieu met vooral een functie voor de omliggende buurten. De verwachting is dat deze ontwikkeling doorzet en dat naast een verscheidenheid aan winkels voor de dagelijkse boodschappen, het accent op kleinschalige dienstverlening van lokale ondernemers/bewoners (redelijk lage huren waardoor makkelijk instappen) en wonen komt te liggen. Het is dan wel belangrijke dat de fysieke verbindingen tussen Schorsmolen en Fellenoord met de Haagdijk verbeteren zodat deze straat nog meer dan nu de ontmoetingsplek van deze wijken wordt en waar wijkbewoners logischerwijs hun eigen bedrijfje starten.
Lunet(straat) Wanneer het systeem van de doodlopende inprikkers is ingevoerd en het verkeer via een andere weg naar het centrum wordt geleid, ontstaat er aan het eind van de Lunetstraat meer verblijfskwaliteit. Een mogelijkheid zou kunnen zijn om de Triple O campus uit te breiden naar de overkant en daar eveneens een campus te ontwikkelen.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 69
van 73
Verbindende rol e
Seelig Noord en Zuid, 3 fase Mark Westflank, Markendaalseweg 2016-2020 Het Seelig-terrein is op dit moment in handen van Defensie, maar wordt waarschijnlijk in 2016 afgestoten. e Dit biedt kansen om de 3 fase Mark aan te leggen, Seelig Noord fysiek meer bij de Markendaalse weg te trekken (indien Markendaalse weg een ‘inprikker’ wordt) en wellicht zelfs op te nemen in het (groene) Dwaalmilieu. Seelig Noord kan op dat moment een groene impuls aan Fellenoord geven. Daarnaast zou Seelig Zuid als alternatief voor het Valkenberg kunnen gaan fungeren in het kader van evenementen en kunnen de monumentale gebouwen worden ingevuld met nieuwe functies die iets bijdragen aan het nieuwe horecacluster op het Van Coothplein, het Dwaalmilieu of de functies aan de Markendaalseweg. De oorspronkelijke loop van de Mark was ongeveer ter hoogte van de e Markendaalseweg. Het exacte traject van de 3 fase Mark is dan ook nog onderwerp van studie. In samenwerkingmet het Rijk als eigenaar van de gronden en opstallen wordt de toekomst van dit gebied verder bestudeerd.
KMA terrein De Nederlandse Defensie Academie is in het Bredase bekend als ‘de KMA’. Het terrein van de KMA is uit veiligheidsoverwegingen niet toegankelijk. Een kleine ronde door het terrein per boot, alleen voor groepen onder begeleiding, zou een zeer aantrekkelijke en unieke aanvulling zijn op de beleving van Breda, met name omdat men dan door het beruchte Spanjaardsgat kan varen. Daarnaast zou een zondagsopenstelling van het Kasteel een waardevolle bijdrage zijn aan het toeristische en recreatieve aanbod. Op dit moment kunnen studenten van andere scholen reeds een (deel)opleiding volgen aan de KMA, wellicht is het op termijn ook mogelijk dat de roeivereniging, de atletiekbaan en andere sportvoorzieningen en –lessen openbaar toegankelijk worden. Defensie en gemeente gaan hierover het gesprek aan, met in achtneming van de beheers- en veiligheidsaspecten die dit met zich meebrengt.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 70
van 73
CSM terrein De enorme waterbergingsopgave die Breda kent is tot nu toe altijd opgelost in het buitengebied. Indien het CSM-terrein ooit vrij komt ligt er een kans om ook binnenstedelijk maatregelen te nemen door een bypass aan te leggen in de Mark, net ten noorden van het KMA-terrein. Op die manier krijgt Breda haar eigen “Bossche Broek”, een eiland in de stad waar je met de trein overheen rijdt en waar wellicht evenementen zouden kunnen landen of een stadscamping. Op deze manier wordt een kwalitatieve koppeling gelegd tussen de binnenstad en het havenkwartier. Tevens biedt het een solide overgang tussen Via Breda en CSM zodat er meer vrijheid is voor de invulling van CSM en de Zoete Inval.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 71
van 73
Totaalvisie
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 72
van 73
4. Uitvoering van de visie De visie binnenstad is in enige mate afhankelijk van de keuzes die gemaakt zullen worden in de structuurvisie 2030. Dat is een paralel proces aan het opstellen van dit document. Ook is het van belang tussentijds de dialoog te voeren met de stad over de in hoofdstuk 1,2 en 3 benoemde thema’s en uitgangspunten. In deze conceptversie is daarom het hoofdstuk over uitvoering nog niet uitgewerkt. Omdat veranderingen in de stad elkaar snel opvolgen zal hier aandacht worden besteed aan een geregelde herijking van deze visie en de aansluiting daarvan op zowel signalen uit de samenleving (bottom-up) als de ontwikkeling van de economie en het investeringsprogramma van de gemeente (topdown). In de volgende versie van de visie zullen in dit hoofdstuk de volgende zaken worden benoemd : UITWERKING VAN DE VISIE 1. Vervolgopgaven a. inventarisatie van de te houden vervolg- of verdiepingsonderzoeken * b. fasering daarvan c. overzicht van kosten en investeringen daarvan d. rollen van overheid en derden daarbij e. communicatie en participatie van belanghebbenden in brede zin daarover. 2. Cyclisch proces van visievorming: periodieke herijking van de uitgangspunten in relatie tot de korte en lange termijn van o.a. de agenda wijkplannen en het meerjareninvesteringsprogramma gemeente, o.a. wat betreft de openbare ruimte. 3. Uitgangspunten voor een nieuw op ontwikkeling gericht bestemmingsplan
*denk hierbij bijvoorbeeld onder andere aan : - verkeerscirculatie plan - toegankelijkheid voor verkeer tot de kern van de binnenstad (‘palenplan’) e - 3 fase Nieuwe Mark - etc.
visie binnenstad Breda – concept versie - maart 2013 – 73
van 73