Concept verslag van de vergadering d.d. 24 oktober 2002 van de Statencommissie Economische Zaken. Aanwezig: De heer Dijkstra (PvdA), mevr. Folkerts (GroenLinks), de heer Haasken (VVD), de heer Jager (CDA), mevr. Klein Bleumink (PvdA), de heer Köller (PvdA), de heer Meijndert (CDA), de heer van der Ploeg (GroenLinks), de heer Staghouwer (GPV) en de heer de Vey Mestdagh (D66). Afwezig: De heer Hemmes (SP), de heer van Kammen (VVD), de heer Koot (D66), de heer Roggema (GPV) en de heer Warris (RPF/SGP). Voorts zijn aanwezig: Gedeputeerde Boertjens, gedeputeerde Gerritsen en ambtelijke ondersteuning. Voorzitter: De heer van der Ploeg 1) Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering. De heren Hemmes, van Kammen, Koot, Roggema en Warris zijn afwezig. De commissie gaat op 21 november ('s middags) op werkbezoek naar GAE. De leden van de commissie stellen een rondrit over het vliegveld op prijs. De secretaris regelt e.e.a. De commissie reageert positief op de mogelijkheid om begin volgend jaar een bezoek te brengen aan "de CAVE". De secretaris regelt e.e.a. 2) Regeling van de werkzaamheden - voorstellen vreemd aan de orde van de dag Geen - vaststelling agenda Geen wijzigingen en/of aanvullingen 3) Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden Geen insprekers. 4) Verslag van de vergadering d.d. 29 augustus 2002 van de Statencommissie EZ Redactioneel Geen opmerkingen. Het verslag wordt, onder dankzegging aan de secretaris, ongewijzigd vastgesteld.
N.a.v. Geen vragen en/of opmerkingen Toezeggingenlijst.
1
Gedeputeerde Gerritsen zegt even terug te willen komen op toezegging nr. 12. (Plankader wandelen en fietsen c.a.). De heer Haasken heeft op 23 mei jl. gevraagd hoe e.e.a. in Drenthe is georganiseerd. Wellicht zouden wij dat hier ook zo kunnen doen. Spreker merkt op dat er in Drenthe een recreatieschap is. Daar zijn de gemeenten in vertegenwoordigd. Op basis van een inventarisatie heeft men een plan opgesteld. Daar ook de cofinanciering bij geregeld. Plus afspraken over het onderhoud. Met dat “fietstotaalplan Drenthe” is men naar het SNN gegaan. Wij doen het wat anders, want we hebben geen recreatieschap. Wij maken nu een vervolgstap in de vorm van een aantal geklusterde projecten. Daar wordt een opdracht voor uitgezet. Naar verwachting een 4-tal projecten van fiets- en wandelpaden. Per project wordt de cofinanciering en het onderhoud geregeld. En dan wordt het apart ingediend bij het SNN. Op deze wijze gaan wij daarmee aan de slag. Gedeputeerde Boertjens merkt m.b.t. de privatisering van Essent op dat minister Heinsbroek toch weer een wat andere visie heeft dan mevr. Jorritsma. Er is nu een wat onduidelijke situatie ontstaan. Mevr. Jorritsma heeft geprobeerd om de zaak wat in de versnelling te brengen. Daarop volgende de motie Crone t.a.v. de netwerken. Om dat er buiten te houden. Minister Heinsbroek heeft gezegd: laten we pas op de plaats maken tot 1-1-2004. Spreker constateert dat we even moeten wachten tot de rook is opgetrokken in Den Haag. Misschien komt er een nieuwe minister die hier een visie op heeft. Spreker weet nu ook even niet wat het beleid is. Kennelijk weet men dat in Den Haag momenteel ook niet. Reacties vanuit de commissie De heer Haasken (VVD) zegt heel goed te begrijpen dat er verschil van aanpak is in Drenthe en Groningen. Hij heeft indertijd gevraagd om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn om hier te komen tot een soortgelijke constructie als in Drenthe. Met name omdat er hier geen organisatie is die er echt voor gaat. Die hard wil trekken aan het realiseren van recreatieve fietspaden in deze provincie. De gemeenten leunen toch wat achterover. Hebben niet echt een actieve houding als het gaat om het ontwikkelen van die recreatieve fietspaden. Dan heb je zo’n organisatie nodig die aan dat hele proces wil trekken. Waar een stuk technische kennis aanwezig is etc. De aanpak in Drenthe spreekt dan wel aan. Is een dergelijke constructie hier niet mogelijk? Het hoeft natuurlijk niet perse een recreatieschap te zijn. Het zou ook een stichting kunnen zijn. Zoals in het verleden in Drenthe ook het geval was. Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat wij nu in een 4-tal trajecten aan het werk gaan. Om bepaalde wandel- en fietspaden te realiseren. Op langere termijn moet dat wel bewaakt worden/blijven. Je kunt erover nadenken welke organisatie dat in de toekomst zou kunnen doen. Spreker denkt dan niet perse aan het oprichten van een aparte organisatie. Maar het is wel een aandachtspunt. Er gaat inderdaad onvoldoende van de gemeenten uit op dit punt. Voor wat betreft de langere termijn moeten we daar inderdaad over nadenken. V.w.b. de korte termijn zijn we nu bezig met het realiseren van een groot aantal fiets- en wandelpaden. De voorzitter constateert dat toezegging nr. 9 (actualisering energiebeleid c.a.) afgevoerd kan worden van de lijst. 5) Ingekomen stukken: a) IPO-stukken b) Brief van GS van 25 september 2002, nr.2002-12808/37/A.19, RRN, betreffende PURE North Sea, Interreg 3B, cofinanciering i.v.m. aanpassing project (advies RWG)
2
c) Concept-besluitenlijst van de vergadering d.d.29 augustus 2002 van de Bestuurscommissie EZ (SNN) d) Concept-besluitenlijst van de vergadering d.d. 9 oktober 2002 van de Bestuurscommissie EZ (SNN) Geen vragen en/of opmerkingen 6) Mededelingen gedeputeerde(n) -Algemeen -IPO -Commissie EZ/SNN (hierbij kunnen de ingekomen stukken 5c en 5d betrokken worden) -Provinciale bedrijven -Europese zaken Scheepsbouw Gedeputeerde Boertjens maakt melding van het feit dat minister Heinsbroek vorige week nog een brief heeft gestuurd in de richting van de Tweede Kamer. In de brief staat dat er (alsnog) 60 miljoen euro beschikbaar komt voor generieke steun voor de scheepsbouw. Spreker had toevallig vorige week dinsdag een gesprek met een aantal scheepsbouwers in Hoogezand. Met de heer Schouten van de VNSI en de betrokken wethouder van Hoogezand. Die brief lag er toen ook. De indruk was dat het in ieder geval positief is. Dat het de concurrentiepositie van de Nederlandse scheepsbouw t.o.v. de landen om ons heen weer enigszins gelijk trekt. Daar is immers ook sprake van steun. Het is dus niet direct een plus. Geconstateerd is dat het een soort korte adempauze is. Maar op langere termijn moet er meer worden geïnvesteerd in innovatie, het vasthouden van werkgelegenheid, het ontwikkelen van nieuwe producten/schepen etc. Daar zou je met de scheepsbouw als geheel over moeten kunnen praten. Die suggestie is door spreker en de wethouder gedaan in de richting van de scheepsbouw en daar zal zeker op terug worden gekomen. Die suggestie is redelijk positief ontvangen. Aldel Gedeputeerde Boertjens merkt op dat (de verkoop van) Aldel een actueel onderwerp is. Als Pechiney Aldel koopt, maar de smelterij daar buiten laat, hoe schatten wij dat dan in? Spreker denkt dat de reactie vanuit het bedrijf uiteraard veel belangrijker is dan onze reactie vanuit de provincie. Er zijn de afgelopen twee weken wel gesprekken gevoerd met de voorzitter van de OR en met de directeur van Aldel Delfzijl. Uit die gesprekken is gebleken dat er verschillende opties zijn. Dit is allemaal niet onverwacht. Op voorhand stond niet vast dat Aldel Delfzijl mee zou gaan bij verkoop aan een derde. Mogelijk wordt het bedrijf verkocht aan een andere grote smelter. In dit verband wordt bijvoorbeeld Alcoa wel genoemd. Daarnaast is er de optie van verkoop aan een zogenaamde trader (een handelaar in aluminium). Een andere optie is een management- buy-out. Al die mogelijkheden hebben zo hun plussen en minnen.Het is niet zo zinvol dat wij daar over gaan filosoferen. Binnenkort hebben spreker en collega Musschenga nog een gesprek met de directie van Aldel Delfzijl. Dan zal wel duidelijk worden hoe men de toestand inschat. Spreker denkt niet op voorhand dat deze ontwikkeling slecht hoeft te zijn. Hij heeft toegezegd dat wij onze contacten en onze steun zullen leveren. Om te proberen om hier zo positief mogelijk uit te komen. Philips Stadskanaal
3
Gedeputeerde Boertjens maakt melding van zorgelijke ontwikkelingen. Het aantal arbeidsplaatsen zou nu teruggaan van 500 naar 350. De ontwikkeling is niet nieuw en ook niet onverwacht. Er waren naar het schijnt ook al informele afspraken. Er is constant contact met Philips Stadskanaal. Gezamenlijk (gemeente, directie en OR en NOM) probeert men voor vervangende werkgelegenheid te zorgen. Spreker constateert dat je wel op een punt kunt belanden waar je je moet afvragen: heeft het nog zin om er aan te blijven trekken? Hij wil de moed niet opgeven, maar als het nog verder terugloopt, dan is de “motor” op een gegeven moment weg. De heer de Vey Mestdagh (D66) zegt begrepen te hebben dan men bij Centraal Staal dit jaar eigenlijk al als een verloren jaar beschouwt. De voorbereidingen lopen immers vooruit op orders. In hoeverre is dat onderdeel van het gesprek geweest? Krijgen we nu een dip in het komende jaar? Gedeputeerde Boertjens merkt op dat dat zeker aan de orde is geweest. Hij schat in dat ook de hoogwaardiger banen in de scheepsbouw op de tocht staan. Tekenen, rekenen, ontwerpen, design etc. Dat gaat ook in toenemende mate naar andere landen. Dat kunnen we alleen maar tegengaan door nog meer innovatie en nog meer kennis in de producten te stoppen. Daar willen wij met de scheepsbouw graag in meedenken. De heer Dijkstra (PvdA) zegt geheel achter de suggestie van de gedeputeerde richting scheepsbouw/VNSI te staan om naar die langere termijn te kijken. Positief is in ieder geval dat minister Heinsbroek deze steunmaatregel heeft getroffen. Maar we moeten zeker ook naar de langere termijn kijken en zorgen dat we deze belangrijke sector kunnen behouden voor Groningen en Friesland. Spreker vraagt naar aanleiding van de mededeling inzake Aldel naar de relatie van de ontwikkelingen binnen Aldel met het Magnesiumproject. Ontstaat daar onzekerheid over? Mevr. Folkerts (GroenLinks) merkt op dat de gedeputeerde wat opties heeft genoemd als het om Aldel gaat. Zij hoorde de voorzitter van de OR een voorkeur uitspreken voor verzelfstandigen. Hij sprak daar vol enthousiasme en zelfvertrouwen over. Deelt de gedeputeerde dat vertrouwen en enthousiasme? Is dat een reële optie? Gedeputeerde Boertjens merkt op dat tijdens de gesprekken bij alle opties de plussen en de minnen aan de orde geweest. Bij de MBO-optie is geconstateerd dat vanuit Corus dat waarschijnlijk wel de laatste optie zal zijn die aan de orde komt. Het inkaderen van zo’n smelterij in een grotere organisatie heeft financiële en organisatorische voordelen. De waarde zal ook hoger zijn als je het als een lopend bedrijf aan een ander kunt verkopen. Als je het gaat verzelfstandigen, ben je afhankelijk van wat je op dat moment kunt verkopen. Er zal ook een financiële buffer moeten zijn voor slechte tijden. Dan heb je het wel over vele tientallen miljoenen euro’s. Dan zal er een bank of een NOM achter moeten staan. Spreker constateert dat er ook nog heel veel geïnvesteerd moet worden. Zowel qua productie als qua “milieu”. Daar wordt volgende week verder over gepraat. Hoe men dat dan ziet. Waar men dat geld vandaan wil halen. Spreker constateert dat dat ook geldt voor het Antheus-project en magnesium. Als men denkt aan verzelfstandiging, hoe denkt men die enorme bedragen dan te kunnen genereren? Wie gaat daar dan achter staan en wie durft z’n nek uit te steken? Spreker denkt dat men zich op dit moment sterk focust op Aldel zelf. Dat neemt even de aandacht weg van Antheus. Maar hij ziet de vraag van de heer Dijkstra toch als een steun in de rug om daar aandacht voor de blijven houden.
4
Spreker merkt m.b.t. de scheepsbouw tot slot op dat volgende week nog gesproken wordt met een aantal kamerleden. Vooral ook over de (aanpak op) langere termijn. 7) Brief van GS van 29 augustus 2002, nr. 2002-11042b/35/A.68, IEE, betreffende Subsidieverzoek t.b.v. project Loodskotter Eems. De heer Köller (PvdA) merkt op dat dit een project is dat een aantal keren aan z’n succes ten onder dreigde te gaan. Hij wijst op het enorm hoge uitstroompercentage van 37 procent. Normaal is dat rond de 8 procent. Dit is dus een uitermate geslaagd project en dat project verdient dus subsidie. Spreker wijst op de verbetering van het imago van de regio Delfzijl waarover op bladzijde 2 wordt gesproken. In dit geval is dat ook wel realiteit. Maar het moet met deze loodskotter Eems niet zo gaan als met z’n twee illustere voorgangers. Die zijn beide in handen gekomen van de gemeente en zijn vervolgens uit beeld verdwenen. Spreker hoopt dat er in het vervolgtraject goede afspraken worden gemaakt over het gebruik met de stichting die het schip gaat beheren. Spreker constateert dat het schip volgend jaar juli moet varen. Hij vraagt om een korte toelichting. Hoe zit het met de financiering? Wordt er nog bijgedragen in de exploitatie? Mevr. Folkerts (GroenLinks) zegt dat het haar een prachtig project lijkt. Het heeft van harte de steun van haar fractie. De heer Staghouwer (GPV) zegt dit ook een prima project te vinden. Hij vraagt of dit nu het laatste subsidietraject is. Zijn er na 2003 nog andere aanvragen te verwachten? Spreker merkt op dat het schip tijdens DelfSail zou moeten varen. Lukt dat? Spreker zegt tot slot dat hij wel een beeld zou willen hebben van het totaal aan subsidies/ investeringen. De heer Haasken (VVD) zegt dat hij dit een prachtig project vindt. Hij is een paar keer gaan kijken op de werf waar het schip wordt gebouwd. Hij was onder de indruk van de ambachtelijkheid waarmee e.e.a. vorm begint te krijgen. Het verbaast hem dan ook dat dit project zo weinig publiciteit krijgt. Dat mag wel wat meer zijn. Spreker is onder de indruk van hetgeen er hier wordt gepresteerd. De heer de Vey Mestdagh (D66) vraagt welk risico wij hier lopen. Is het zeker dat sponsorgelden en Kompas-bijdrage er komen. Is het zeker dat die kotter tijdig wordt afgebouwd? Zodat die een rol kan spelen bij DelfSail. De heer Meijndert (CDA) zegt positief tegenover dit voorstel te staan. Hij sluit zich aan bij de woorden van de heer Haasken als het gaat om de ambachtelijkheid. Hij heeft gemerkt dat men daar veel aan scholing en training doet. Vandaar ook dat hoge doorstroomcijfer. In de toekomst kan dit soort projecten wel gehandhaafd worden. Ook zelfs met de huidige WIW-plannen. Gedeputeerde Boertjens ziet de verschillende opmerkingen als een ondersteuning. Hij vindt het zelf ook een fantastisch project. Hij is blij dat het op deze wijze afgemaakt kan worden. Of dat allemaal gerealiseerd wordt voor DelfSail is hem niet bekend. Hij hoopt natuurlijk van wel. Maar omdat het zo ambachtelijk gaat is het niet onder tijdsdruk te zetten. Duidelijk is dat je niet met een halve kotter kunt varen.
5
Spreker zegt dat wat hem betreft dit de laatste aanvraag is in dit kader. Hiermee zou de kotter afgebouwd moeten kunnen worden. Spreker is met de heer Köller eens dat wij er wel voor moeten zorgen dat het schip ook behouden blijft. Maar er is een stichting die daar over waakt. Er zijn belanghebbenden en belangstellenden. Spreker is met de heer Haasken eens dat het project meer aandacht verdient en ook moet krijgen. Dat zal hij doorgeven. De heer Köller (PvdA) merkt op dat het schip iedere zondag vrij te bezichtigen is. Gedeputeerde Boertjens merkt op dat wij niet meer risico lopen dat het toegezegde bedrag. Hier moet het ook voor kunnen. De cijfers zijn gecheckt. De exploitatie/het in de vaart houden van het schip is natuurlijk een ander verhaal. Maar dat is niet ons verhaal, daar is die stichting voor. De voorzitter constateert dat de commissie positief adviseert over dit voorstel/principebesluit.
8) Brief van 18 september 2002, nr. 2002-13307/38/A.10, IEE, betreffende Subsidie Interreg IIIB project Seaplane. De heer Köller (PvdA) merkt op dat je zou kunnen denken dat het hier om een watervliegtuig gaat, maar is sprake van een zeer creatieve afkorting. We hebben hier te maken met een onderzoek m.b.t. luchthavens in het Noordzeegebied. Straks bezitten wij ook één van die luchthavens. Om goed te kunnen bepalen wat wij in de toekomst met die luchthaven willen is onderzoek nodig. Spreker vindt dit dus een goede zaak. Mevr. Folkerts (GroenLinks) zegt dat haar fractie niet zo gelukkig is met dit voorstel. Het gaat om onderzoek m.b.t. de regionale luchthavens in het Noordzeegebied. GroenLinks is van opvatting dat het luchtverkeer de meest vervuilende vorm van verkeer is. Zeker binnen Europa ziet GroenLinks veel meer in snelle treinverbindingen en andersoortige verbindingen. GroenLinks is bovendien van mening dat netwerkverbindingen tussen luchthavens geen overheidstaak is. Groenlinks gaat dus niet akkoord met dit voorstel. De heer Staghouwer (GPV) denkt dat het goed is om de (on)mogelijkheden te inventariseren in dit gebied. Hij steunt daarom dit voorstel. De heer Haasken (VVD) zegt dat zijn fractie positief staat tegenover dit voorstel. De heer Meijndert (CDA) sluit zich aan bij de woorden van de heer Haasken. Gedeputeerde Boertjens merkt op dat we een luchthaven hebben. Daar willen we dus ook wat mee doen. Als je (zakelijk) naar Schotland of Scandinavië wil is dat lastig met de trein. Het gaat hier om het opbouwen van netwerken rond de Noordzee. De luchthaven inkapselen in zo’n netwerk. Op die manier dus ook contacten onderhouden. Er zijn regio’s in Europa waar luchtverkeer het enige alternatief is voor het zakelijke verkeer. Bij ons zijn er meerdere alternatieven.
6
Wij hebben die luchthaven en we proberen om daar zo goed mogelijk mee om te gaan. Die in een netwerk op te hangen. De voorzitter constateert dat de commissie in ruime meerderheid positief adviseert over dit voorstel. 9) Rondvraag t.b.v. gedeputeerde Boertjens. De heer van der Ploeg (GroenLinks)vraagt naar de mogelijkheden om nog deze collegeperiode te spreken over de MTR-Kompas. Gedeputeerde Boertjens doet de suggestie om, als dat qua tijd lukt, deze collegeperiode in evaluerende zin over de MTR te spreken. De toekomstige aanpak zou dan in de volgende periode aan de orde kunnen komen. De commissie stemt hiermee in. Deze suggestie ware mee te geven aan het SNN.
10) Brief van 23 september 2002, nr. 2002-12668/38/A.8, IEE, betreffende Kompas/provinciale bijdrage t.b.v. op te richten fonds Kunst en Economie De heer Dijkstra (PvdA) merkt op dat hij wat vragen over deze brief heeft. In de bijgevoegde motivatie leest spreker dat het project voldoet aan de criteria voor cofinanciering Kompas. Terwijl uit de conceptbesluitenlijst van de BC-EZ blijkt dat er negatief besloten is over de gevraagde Kompasbijdrage van ruim 1 mln. euro. Dat wil spreker graag toegelicht zien. Spreker merkt op dat het voorstel voorziet in de inrichting van een m.o.m. structurele functie van relatiebeheer van een beperkte groep kapitaalkrachtige private partijen. Dit binnen een openbare publieke voorziening. Die functie gaat dan ook nog eens grotendeels betaald worden met ontzettend veel publieke middelen. Sprekers fractie heeft daar moeite mee. Hoe kijk je nu aan tegen het realiseren van dit type functies binnen publieke openbare voorzieningen? Gaat daar niet een bepaalde precedentwerking vanuit? Andere musea die met dat soort voorstellen komen. En om een Kompas-bijdrage vragen. Spreker vraagt of hier een serieus marktonderzoek aan ten grondslag ligt. Om jaarlijks een tentoonstelling te realiseren van een grote internationale allure. Die een grote stroom bezoekers naar Groningen trekt. Repin wordt wel als voorbeeld genoemd, maar daar lopen er niet zo veel van rond in Europa. Spreker constateert dat er een ontmoetingsplaats wordt gerealiseerd. Hoe heb je nu eigendom en zeggenschap over die ontmoetingsplaats binnen dat museum geregeld? Bestaan daar al ideeën over? Er is zelfs sprake van aandeelhouders. Spreker heeft geen moeite met donateurs. Maar aandeelhouders die ook nog wat te zeggen hebben over en toezicht houden op de exploitatie en beheer van zoiets…Hoe verhoudt zich dat tot het bestuur en het management van het museum? Spreker constateert dat de overheid in die stichting zou gaan zitten. Dat lijkt hem een wat vreemde figuur. Aan de ene kant ben je toezichthouder en je bent subsidiënt. Maar je neemt ook bestuurlijke verantwoordelijkheid voor zoiets. Dat lijkt spreker geen goede zaak. Temeer omdat wij als provincie niet in het bestuur van het Groninger Museum zijn gaan zitten.
7
Spreker wil graag antwoorden op de gestelde vragen, want dat bepaalt mede het advies van zijn fractie over dit voorstel. De heer Jager (CDA) merkt op dat de heer Dijkstra in zijn bijdrage aangaf dat de PvdA er moeite mee zou hebben als musea naar Noord-Nederland zouden komen en vervolgens een Kompas-bijdrage zouden vragen. Is het Kompas er niet op gericht om structuurversterking te realiseren in Noord-Nederland? Een museum met heel veel bezoekers kan toch leiden tot structuurversterking. Kan de heer Dijkstra dat nog even toelichten? De heer Dijkstra (PvdA) merkt op dat als je dit soort zaken met Kompas-middelen gaat financieren en binnen publieke voorzieningen dit soort functies gaat realiseren, je dan een precedent schept voor andere openbare publieke voorzieningen die met dit soort verzoeken komen. Morgen kan er wel een autofabrikant komen die een showroom wil inrichten in een museum. Spreker heeft er moeite mee als dit soort functies met veel overheidsgeld worden gerealiseerd binnen publieke openbare voorzieningen zoals het museum. De heer Haasken (VVD) zegt dit op zich een prima initiatief te vinden. Dat er een stichting met deze doelstelling in het leven wordt geroepen. De Repin-tentoonstelling heeft nogal wat impact gehad. Daar is zijn fractie heel gelukkig mee. Spreker heeft wel wat twijfels als het om die ontmoetingsplaats gaat. In hoeverre is het realiseren van de doelstelling van de stichting afhankelijk van de investering in die ontmoetingsplaats? Er zijn in het museum toch de nodige ontmoetingsruimtes. Spreker ziet dat niet zo. Mevr. Folkerts (GroenLinks) zegt zich voor een deel aan te kunnen sluiten bij de opmerkingen van de PvdA. Zij constateert dat kunst en economie iets is dat steeds meer in beeld komt. GroenLinks is dan ook wat minder huiverig om Kompas-middelen in te zetten om kunst en cultuur wat meer op de kaart te zetten. Zodat dat ook een economische spin-off krijgt. Spreekster constateert met verbazing dat dit is afgewezen door het SNN. De kritiek van de andere provincies wordt ook niet gedeeld. Van precedentwerking kan toch geen sprake zijn. Er is in het Noorden immers maar 1 museum dat voor dit soort activiteiten in aanmerking komt. Als het om evenementen gaat, dan zijn er ook wel precedenten geweest. Waarom zou dat dan niet op het gebied van kunst kunnen? Spreekster vraagt zich wel af of dit niet tot het reguliere werk van het museum behoort. Aan de andere kant is het zo dat de Gasunie een behoorlijke input heeft geleverd. Hoe verhoudt dit fonds zich tot de relatie met de Gasunie? Gaat de Gasunie hier in op? Dat is niet helemaal duidelijk. Spreekster vraagt zich ook af of het budget niet aan de hoge kant is voor het beoogde doel. Spreekster constateert dat wat haar betreft dit voorstel niet rijp is voor besluitvorming. Er zit geen exploitatieopzet bij voor de komende jaren. Voor een afgewogen oordeel is dat toch wel belangrijk. Zij neemt aan dat het voorstel nog terugkomt. Het zal toch wel opnieuw worden ingediend bij het SNN. Het zou dan wat beter onderbouwd moeten worden. Wellicht kan de heer van Twist worden uitgenodigd om e.e.a. toe te lichten. Spreekster merkt tot slot op dat die ontmoetingsplaats voor haar fractie onbespreekbaar is. Als je kijkt naar de bijdrage die de aandeelhouders willen leveren in het fonds en ze vragen daar dan een dergelijke prominente plek voor binnen het museum, dan kan dat voor GroenLinks niet.
8
De heer Staghouwer (GPV) vraagt of dit geld nu wordt gebruikt voor het binnenhalen van een grote expositie. Is dit een eenmalige bijdrage? Of komen er voor toekomstige tentoonstellingen nog weer aparte aanvragen? Spreker zegt dat die ontmoetingsplaats ook voor zijn fractie onbespreekbaar is. De heer Jager (CDA) zegt dat zijn fractie op zich positief is over dit fonds. M.n. ook over de koppeling tussen kunst en economie. In de commissie cultuur is daar ook al een aantal keren over gesproken. Met betrekking bijvoorbeeld tot de culturele infrastructuur in de stad Groningen. Waar je als provincie ook economische doelstellingen aan hebt gekoppeld. Spreker vindt dat een goede zaak. Als je ziet wat je met zo’n fonds kunt doen en wat er met het geld van de Gasunie al is gedaan, dan stemt dat tot tevredenheid. Dat draagt bij aan de gewenste versterking van Noord-Nederland in z’n algemeenheid en specifiek natuurlijk voor Groningen. Daar is niets mis mee. Spreker constateert dat er een SNN-advies ligt om negatief te besluiten. Er is dus nog geen besluit genomen. Kan de gedeputeerde aangeven hoe het er voorstaat? Wat zijn de verwachtingen van het college? De heer de Vey Mestdagh (D66) zegt zich aan te kunnen sluiten bij de vragen van PvdA en GroenLinks. Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat dit een coproductie is van cultuur/toerisme en economie. Spreker zal in eerste instantie de beantwoording voor zijn rekening nemen. Collega Boertjens zal hem waar nodig aanvullen. De hoofdgedachte achter dit initiatief is inderdaad de combinatie van kunst en economie. Daarmee zijn wederzijdse voordelen te behalen. Dat ligt ook ten grondslag aan het actieplan culturele infrastructuur. De economische betekenis van kunst, cultuur en manifestaties komt steeds meer naar voren. In dit geval gaat het m.n. om de beeldende kunst. Spreker wijst op het zeer aansprekende voorbeeld van de Repin-tentoonstelling. De Gasunie heeft mogelijkheden gecreëerd om zoiets eens in de twee jaar te doen. Dat heeft een stevige economische impuls opgeleverd. Daar is onderzoek naar gedaan. Het heeft uitstraling naar de regio. Mensen blijven in de stad en dat komt de bestedingen weer ten goede. De gedachte is nu om dat structureler in te zetten. Naast de mogelijkheden van de Gasunie een aparte mogelijkheid creëren om dit jaarlijks te kunnen doen. Om een structureler effect te realiseren. Ieder jaar een tentoonstelling met een duidelijke impact. Zodat er jaarlijks veel bezoekers naar Groningen komen voor die tentoonstelling. Maar die daar vaak ook een bezoek aan de stad en/of aan de regio aan vastknopen. In het museum is met dat doel ook een balie ingericht. Gericht op dit soort publiek. Om een toeristisch effect ook richting de regio te krijgen. Daar zijn de arrangementen ook op gebaseerd. De beeldende kunst wordt in dit geval gebruikt om economische effecten aan te jagen. Spreker denkt dat dat een hele goede gedachtegang is. Het is naar zijn mening dan ook alleszins gerechtvaardigd om daar Kompas-middelen voor in te zetten. Spreker merkt in dat verband op dat nog geen definitieve besluitvorming heeft plaatsgevonden in de BC EZ (SNN). Dat is nog een hangpunt. Er is vanuit dit huis nog een nadere onderbouwing geleverd. Wij zijn er van overtuigd dat dit op een goede wijze is opgezet. En het past in Kompas. Nadere informatie wordt dus geleverd om tegemoet te komen aan de vragen. Het zal dus terugkomen in de BC en het is wellicht een goed idee om de heer van Twist uit te nodigen voor een nadere toelichting. Spreker constateert dat er een negatief advies ligt van de PBC. Daarin wordt gewezen op het aspect van mogelijke verdringing van reguliere middelen van het Groninger museum.
9
Spreker constateert dat het bij dit soort tentoonstellingen om een zeer forse inzet van middelen gaat. Dat komt er bovenop. Tweejaarlijks heb je wat en het gat wil je dichten met een vergelijkbaar initiatief. Daar zou de stichting voor kunnen optreden m.b.v. Kompasgelden. Spreker merkt op dat het in eerste instantie in de bedoeling lag dat de overheid deel zou uitmaken van die stichting. Dat doen wij uiteindelijk niet. Spreker zegt zich de vragen over die ontmoetingsplaats wel voor te kunnen stellen. Daar moet nog eens goed naar worden gekeken. Het is wel zo dat VNO-NCW een bijdrage levert die ongeveer vergelijkbaar is met de kosten die gemoeid zijn met die ontmoetingsruimte. In die zin is er niet iets heel bijzonders aan de hand. Maar in het totaal van het project komt het wellicht wat vreemd over. We moeten maar kijken of we daar bij de definitieve vormgeving een goede oplossing voor kunnen verzinnen. Het hoofddoel is dat er een extra tentoonstelling met een internationale uitstraling komt. Spreker merkt op dat hier een markt mee wordt aangeboord. Er is een aantal grote klappers gemaakt. Dit is zeker een formule om verder mee te gaan. De praktijk is dan het beste marktonderzoek. Het is de moeite waard om dat beleid verder uit te breiden. Spreker merkt in de richting van de heer Staghouwer op dat het niet de bedoeling is om in de toekomst voor solitaire evenementen nog weer extra middelen beschikbaar te stellen. Je hebt regulieren activiteiten vanuit de subsidie en je hebt bijzondere zaken zoals dit. Daar gaan we niet nog een keer op stapelen. Gedeputeerde Boertjens merkt op dat wij in Groningen weinig hele grote trekkers hebben op het gebied van evenementen. Bij de Repin-tentoonstelling is gebleken dat je met een toonaangevende expositie heel veel mensen, ook van buiten het Noorden, naar Groningen kunt halen. Meer dan de helft van de bezoekers van die tentoonstelling kwam van buiten de noordelijke provincies. Dan mag je van stuwend spreken. Uit onderzoek is ook gebleken dat die mensen meer dan 40 euro per persoon hebben uitgegeven. Dat betekent dus ook een belangrijke economische impuls. Dat was voor VNO-NCW ook de invalshoek om dit mee aan te zwengelen. De heer Dijkstra (PvdA) zegt die economische effecten ook te zien. Daar staat zijn fractie ook volledig achter. Repin was inderdaad een heel goed voorbeeld. Dat heeft onze regio aantoonbaar veel opgeleverd. Spreker heeft echter moeite met het realiseren van die functie binnen deze publieke openbare voorziening voor een beperkte groep. Hij wijst voorts op het feit dat de bijdrage van VNONCW in natura wordt geleverd. Dat is hem nog niet helemaal duidelijk. Spreker merkt op dat de gedeputeerde terecht heeft gesteld dat er op een aantal aspecten nog een verdiepingsslag gemaakt moet worden. Daar zal nog informatie over worden verzameld. Met die informatie komt dit dan terug. Spreker denkt dat zijn fractie dat voorstel direct kan overnemen. Meer informatie en dan nog een keer bespreken. De heer Haasken (VVD) zegt dat hij in eerste termijn enthousiast is geweest over de provinciale bijdrage voor de doelstellingen. Hij heeft wat twijfels geuit als het gaat om de rol van die ontmoetingsplaats binnen de gelden die vrijgemaakt worden. Mag hij uit de woorden van de gedeputeerde opmaken dat dat geen wezenlijke rol speelt binnen de middelen die de provincie voornemens is in te zetten? Dat het meer een zaak van VNO-NCW is. Mevr. Folkerts (GroenLinks) zegt er zelfs dan bezwaar tegen te hebben. Je krijgt dan toch een rare oneigenlijke plek binnen het museum. Dat heeft heel weinig met kunst en cultuur te maken. GroenLinks zou daar ernstige bezwaren tegen hebben.
10
Spreekster wacht de reactie van de gedeputeerde op de vragen/opmerkingen van de heer Dijkstra nog even af. De vraag is of het voorstel met een nadere onderbouwing in deze commissie terugkomt. De heer Jager (CDA) sluit zich aan bij de laatste woorden van mevr. Folkerts. De heer de Vey Mestdagh (D66) zegt dat zijn fractie overtuigd is van van het feit dat er een samenhang is/kan bestaan tussen een tentoonstelling als de Repin-tentoonstelling en een economische spin-off. Als er voldoende voorwaarden worden gecreëerd. D66 heeft ook wat moeite met de te ontwikkelen ontmoetingsruimte. Spreker vraagt voorts wat er gebeurt als de Kompas-bijdrage niet wordt verleend. Gaan wij als provincie dan door met onze subsidie? Dan wordt het fonds een stuk kleiner. Op wat voor manier krijgt de commissie dit verhaal terug? Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat e.e.a. zich toespitst op die ontmoetingsplaats. Veel fracties hebben daar bezwaar tegen aangetekend. Spreker denkt dat dat uit het voorstel getild moet worden. Het is geen wezenlijk onderdeel van het verhaal. We moeten dit niet compliceren door er heel ingewikkeld over te gaan doen. We moeten het er maar buiten houden. Ons geld gaat naar het hoofdeffect. Voor die ontmoetingsruimte verzinnen we wat anders. Of niet. Spreker constateert dat het college wel verder wil met dit belangrijke verhaal. Er is sprake van een driftig debat met de BC EZ. De toelichting van de heer Twist kan daar wellicht een positieve rol in spelen. De provincie Groningen meent voldoende goede argumenten te hebben. m.n. als het gaat om additionaliteit en economische effecten. De positie van het Groninger museum is door de commissie genoemd en onderschreven. Het college wil hier dus graag mee verder. Uiteraard kan de commissie nader worden geïnformeerd over de verdere uitwerking van dit verhaal. De vergadering wordt kort geschorst. De voorzitter heropent de vergadering. Hij constateert dat onderling overleg heeft geleid tot het advies van de commissie om 100.000 euro beschikbaar te stellen vanuit de begroting voor het thema kunst en economie. Informatie over de uitwerking van het verhaal komt nog terug in de commissie. Zodat de commissie daar nog een keer over kan spreken. 11) Brief van GS van 27 juni 2002, nr. 2002-06453/26/A.43, IEE, betreffende Subsidieverzoek t.b.v. Nieuwe Accommodaties Erfgoedlogies. De voorzitter deelt mee dat de gedeputeerde mondeling nog wat aanvullende informatie zal verstrekken. Het lukte niet meer om dat tijdig schriftelijk bij de commissie te krijgen. E.e.a. heeft betrekking op een vraag van GroenLinks over de kosten die in het voortraject worden gemaakt. Die zou je ook als acquisitiekosten kunnen betitelen. Dat wordt in de brief niet specifiek aangegeven. Het gaat om een bedrag van meer dan f. 40.000. Gedeputeerde Gerritsen zegt in eerste instantie te willen reageren op de vraag van de heer van der Ploeg betreffende de voorbereidingskosten. Spreker merkt op dat het om voorbereidingskosten voor de accommodaties gaat. Mensen komen met initiatieven, bellen etc. Daar moet mee overlegd worden. Er is sprake van begeleiding. Wat is mogelijk en wat niet? Wat moet er waar worden ingediend etc?
11
Deze reeds gemaakte kosten (bellen, overleggen, reizen) zijn gespecificeerd. Zonder die kosten kan het project niet “los”. Er is een bepaalde voorbereiding nodig. Het is een integraal onderdeel van het project. Spreker constateert dat dat ook geldt voor onze eigen regeling m.b.t. erfgoedlogies. Daar is ook sprake van voorbereiding en kosten die daar annex mee zijn. Daar is ook een voorziening voor getroffen. Spreker merkt op dat dit project in het verlengde ligt van de regeling. In de regeling is aangekondigd de beoogde realisatie van14 extra accommodaties. Voor maximaal 50 % van de bouwkosten tot een maximum van f. 50.000. Daar wordt nu ook aan vastgehouden. Spreker constateert dat het zowel in Kompas, Leader als Interreg mogelijk is om voorbereidingskosten mee te nemen/te subsidiëren. In onze eigen regeling is dat ook mogelijk, zij het op een andere titel. Acquisitie ligt in het verlengde van de regeling. Er wordt in de regeling immers aangegeven dat er een vervolg zou komen. Gepland was 14 extra. Dat zijn er acht geworden. Dat wordt uitgelegd in de brief. Spreker merkt op dat het bij die voorbereidingskosten gaat om werkelijk gemaakte kosten. Dat kan desgewenst worden nagezien. Zonder voorbereiding(skosten) geen erfgoedlogies! De heer Jager (CDA) zegt dat de vorige keer uitgebreid over dit onderwerp is gesproken. Een aantal vragen zou nog middels een aanvullende brief beantwoord worden. Spreker zegt dat zijn fractie de vorige keer heeft geconstateerd dat met deze opzet (Interregproject) met een relatief laag bedrag veel accommodaties kunnen worden gerealiseerd. Toen de voordracht indertijd werd vastgesteld is gediscussieerd over de vraag of wij dit nu zelfstandig moesten doen. Of dat wij zouden moeten wachten op een gezamenlijke regeling in noordelijk verband met Kompas-financiering. Aangeven is toen door het college dat er onder druk van de markt snel moest worden gehandeld. De voordracht zelf heeft overigens wat vertraging opgelopen. Spreker vraagt of het, terugkijkend op dat hele traject, toch niet verstandiger was geweest om niet een individuele regeling te starten als provincie Groningen, maar een Kompas-regeling op te zetten. Om zo efficiënter accommodaties te kunnen realiseren. De heer de Vey Mestdagh (D66) merkt op dat er bij één van de accommodaties sprake was van een bedrag van f. 130.000 aan bouwkosten. Die zouden voor de helft worden gesubsidieerd. De gedeputeerde zei zojuist dat het maximum f. 50.000 is. Wordt die subsidie dan verlaagd? Spreker vraagt of er nu haast is m.b.t. het realiseren van nieuwe kamers. Hij wijst hierbij op de bezettingsgraad van 40% van de huidige kamers. Spreker merkt in de richting van de PvdA op dat bij het vorige onderwerp door die fractie werd gesproken over een structurele functie in het museum voor kapitaalkrachtige partijen. En dat dat met gemeenschapsgeld zou worden bekostigd. Spreker constateert dat het hier ook om kapitaalkrachtige partijen gaat. Die deze huizen überhaupt kunnen bezitten. Het zijn ook hele dure (vier sterren) kamers. Er gaat heel veel geld bij. Er wordt hier omgerekend een subsidie gegeven per nacht die hoger is dan een normaal mens überhaupt besteedt aan een accommodatie. Mevr. Klein Bleumink (PvdA) zegt dat haar fractie deze regeling op zich wel ziet zitten. Los van enige zorg over de zorgvuldigheid en de precieze bedragen.
12
Waar het om gaat is dat dit geen publieke voorziening is. Bij het vorige onderwerp ging het om een investering in een publieke voorziening en om betrokken (kapitaalkrachtige) partijen waarvan onduidelijk was wat nu hun zeggenschap zou zijn. De PvdA verwacht dat we met deze eenmalige investering op een beperkte schaal voor de komende tientallen jaren een flinke impuls kunnen geven aan de toeristische sector in onze provincie. De heer Jager (CDA) merkt op dat de PvdA zegt dat het beter is om overheidsgeld eenmalig in te zetten t.b.v. commerciële voorzieningen dan het inzetten van overheidsgeld t.b.v. publieke voorzieningen waar elke Nederlander in principe gebruik van zou kunnen maken. In dit geval kan je, gelet op de kosten, daar je twijfels bij hebben. Mevr. Klein Bleumink merkt op dat de heer Jager dit insinueert. In dit geval gaat het om een kleine schaal van erfgoedlogiesvoorzieningen binnen de cultuurtoeristische sector. De PvdA is voorstander van investeringen in een publieke voorziening als het Groninger museum. Maar bij het vorige punt werd gevraagd naar de zeggenschap van die “kapitaalkrachtigen”/aandeelhouders. Het ging daar om een andere constructie. De heer de Vey Mestdagh vraagt hoe het staat met de subsidieregeling voor het lagere marktsegment. De heer Haasken (VVD) sluit zich aan bij de opmerking van de heer Jager over de Kompasgelden die nu in beeld komen. Wij hebben in het verleden een regeling opgetuigd en nu komen er opeens Kompas-middelen om de hoek kijken Spreker zegt zich wat zorgen te maken over de exploitatie van een aantal inmiddels gerealiseerde projecten/accommodaties. In Oudeschans en Midwolda zijn er bijvoorbeeld problemen met het beheer. Spreker heeft ook zorg als het gaat om de snelheid waarmee overheden kunnen reageren op die problemen. De heer Staghouwer (GPV) sluit zich aan bij de opmerking van de heer Haasken. Hij vraagt zich af of het niet verstandig is om een integraal onderzoek te gaan houden. Wat wel en niet gewenst is in dit hele kader? Wat kun je doen aan de continuïteit en de begeleiding? Daar wordt naar zijn idee te weinig aandacht aan besteed. De heer van der Ploeg (GroenLinks) dankt voor de nadere informatie. En het cijfermateriaal dat is achterhaald. Dat geeft toch een beter beeld van hoe het loopt. Hij deelt de zorg die andere leden van de commissie hebben verwoord op dit punt. We moeten wel oppassen met wat we gaan doen. Het gaat inderdaad ook om de begeleiding van het geheel. Daar is nu juist die stichting voor opgericht. Daar zijn in aanvulling op de reguliere regeling ook middelen voor beschikbaar gesteld.De accommodaties dragen bij aan die Stichting en dat zou in principe moeten lopen. Via dit soort projecten ziet GroenLinks een stroom van middelen ook naar de stichting gaan. Dat betreft, naar de opvatting van GroenLinks, regulier werk van die stichting. Als je dan kijkt naar voorbereidingskosten, die spreker nog steeds als acquisitiekosten ziet, dan maakt de gedeputeerde het erger door te zeggen: we hebben een regeling waarbij middelen voor dat soort zaken zijn neergelegd. Daar is geld voor gereserveerd. Spreker constateert dat er marktvraag is. Dat bleek uit eerdere voorstellen. Er zijn partijen in de markt aanwezig die graag willen en die zijn bekend bij de stichting. Vervolgens wordt er een project opgetuigd waarbij meer dan f. 40.000 in de voorbereiding gaat zitten. Dat wordt rechtstreeks doorgesluisd naar degene die het uitvoert. Daar is op zich niks mis mee, maar wel dat het voorbereidingskosten betreft.
13
In het begeleidingstraject van het hele voorstel zitten begeleidingskosten. Dat wordt in de brief wel nader toegelicht. Ook dat gaat weer over een behoorlijk bedrag. Dan gaat het spreker om de relatie tussen de provincie als publiek orgaan en de stichting Erfgoedlogies. Wat voor criteria hanteer je nu als het gaat om wanneer wel en wanneer niet het ondersteunen van de activiteiten van een stichting wordt toegelaten? Ook in relatie tot andere partijen die voorstellen indienen. Dat onderdeel wil spreker blijven benadrukken. Daar moet je als provincie hele goede criteria voor hebben. Die zijn er voor sprekers gevoel niet. Het is meer van: we hebben een beleid ontwikkeld en we willen 80 kamers realiseren. Het past daar in en wij regelen dat. Zo'n gevoel komt er naar voren. Reguliere kosten die een stichting maakt worden in feite via dit soort projecten gefinancierd. Wat veel beter zou zijn geweest, was om te zeggen: de stichting heeft financiering nodig, het past in het beleid en we komen met een apart voorstel om dat deel te regelen. Dat is niet gebeurd. Daardoor ontstaat een wat schimmig beeld, waarbij het om behoorlijke bedragen gaat. Spreker constateert v.w.b. de inhoud van het verhaal dat het in dit geval inderdaad gaat om minder geld per kamer qua provinciaal geld. Niet om minder geld per kamer op zich. Het gaat om die 50 % en die f. 50.000. Dat past binnen het beleid zou je kunnen zeggen. Het is voor ons handig dat het geld uit andere fondsen komt. Dat blijft ook staan als optie. GroenLinks was tegen die f. 50.000. En is dus ook tegen voortzetting van deze manier van werken. En adviseert dus negatief over deze subsidie/dit besluit. Gedeputeerde Gerritsen zegt dat wij met deze Interreg-bijdrage een vervolg kunnen realiseren op de regeling. Waarbij wij inderdaad fondsen kunnen aanboren buiten de provinciale reguliere financiering om. In die zin doen wij goede zaken. Op deze wijze wordt een extra aanbod gerealiseerd dat al in de lijn lag. Spreker constateert in de richting van de heer Jager dat dat niet meteen/vorig jaar al had gekund. De zaken zijn toen al uit elkaar gaan lopen. Drenthe kwam met een eigen regeling. De gedachte van een gezamenlijke aanpak is op zich natuurlijk een goede. Dat had ook onze voorkeur. Dat bleek toen echter niet mogelijk. Gelet op de marktvraag wilden wij er ook mee aan de slag. Wij hebben toen voor een eigen provinciale regeling gekozen. En we hebben dat zelfstandig opgepakt. Drenthe is (ook)een eigen traject ingegaan. Dat was al besloten. We hadden op dat moment geen andere keuze. Spreker constateert m.b.t. de bezettingsgraad van de kamers dat de ontwikkelingen bemoedigend zijn. We moeten dat wel heel goed volgen. Maar het is wel goed om deze kans te benutten en deze stap te zetten. Om dit met minder inzet van provinciale middelen te realiseren. Zodat we niet in een later stadium toch weer naar eigen provinciale middelen zouden moeten kijken. De zorg die de heer Haasken heeft verwoord werd ook wel gedeeld door het college. Daarom is nog eens goed naar de ontwikkelingen gekeken. Zeker als het om dit segment gaat. Dat zijn de kamers bij de particulieren. Dat loopt wel bevredigend. Een ander segment wordt gevormd door die Stichtingen. Die hebben wat tegenslag gehad. Dat heeft m.n. te maken met de pachters. Daar heeft men het niet zo goed mee geschoten. Dat heeft minder met de marktvraag te maken. Maar meer met hoe de processen daar zijn gelopen. Dat wordt goed gevolgd. Spreker constateert dat de stichting zorgt voor de begeleiding. Dat moet inderdaad wel goed lopen. De promotie is daarbij een belangrijk bijkomend aspect. Dit project biedt wat dat betreft wat extra mogelijkheden. Om daar wat extra aandacht aan te besteden. Deze sector verdient een steviger vorm van promotie. Om dit verder wat aan te jagen.
14
Spreker geeft aan dat het ook bij dit project gaat om 50 procent van de bouwkosten tot een maximum van f. 50.000. Dat spoort met onze eigen regeling. Spreker blijft van mening verschillen met de heer van der Ploeg als het gaat om de voorbereidingskosten. Het college ziet dat als een integraal onderdeel van het project en niet als acquisitiekosten. Het is nodig om deze projecten van de grond te krijgen. Dat geldt voor de regeling en dat geldt ook hier. Die gelden zijn op een goede manier besteed. Het zit geenszins in de reguliere middelen van de stichting. Spreker vindt het wat jammer dat de heer van der Ploeg wat blijft hangen op dat punt. Hij denkt dat dit heel helder te verantwoorden is. En dat het ook verantwoord is richting het college. Het zijn reële kosten, integraal onderdeel van het project en er is geen verschil met de regeling. Er is geen sprake van het onverantwoord spekken van de stichting. Suggesties als zou het college niet zakelijk met de stichting omgaan werpt spreker verre van zich. Dat is wel het geval. De heer de Vey Mestdagh (D66) veronderstelt dat de subsidie wordt verleend aan de stichting. Dat er dus geen directe relatie is met de particulieren die daar onder hangen. Als men nu binnen 5 jaar stopt met het uitoefen van het logiesbedrijf. Hoe krijgen wij dan ons geld terug? Welk geld krijgen we dan terug? Alleen ons eigen gedeelte? Of ook Interreg-middelen? Spreker merkt op dat hij de woorden van de gedeputeerde zo uitlegt dat deze nog zal nagaan of er in sommige gevallen mogelijk sprake is van een overschrijding van die f. 50.000. En mocht dat zo zijn, dat dan de subsidie wordt verlaagd. Spreker zegt met GroenLinks van mening te zijn dat het merkwaardig is hoe wij de stichting op deze wijze ondersteunen. Het idee was toch in eerste instantie om dit onder Kompas te brengen. Dan zouden we een particuliere regeling kunnen handhaven. En hoeft het niet via de stichting te lopen. Spreker is met GroenLinks van mening dat het te duur is. Dat heeft hij in eerste termijn al duidelijk gemaakt. Daarom is hij ook tegen deze regeling. De heer Jager (CDA) zegt dat de visie van zijn fractie op erfgoedlogies nu niet anders is dan ten tijde van de vaststelling van de voordracht voor de regeling voor particulieren. Spreker verschilt in dat opzicht van mening met GroenLinks en D66. Spreker is blij met de aanvullende brief. Met name met de alinea waarin gesproken wordt over de noodzaak en wenselijkheid om het aanbod te consolideren.Het CDA is het daar volmondig mee eens. Gesteld wordt in de brief dat de situatie na 2003 opnieuw bezien en beoordeeld zal worden. Sprekers fractie vraagt de gedeputeerde toe te willen zeggen dat dat gekoppeld zal worden aan een gedegen onderzoek. Zodat goed inzichtelijk gemaakt kan worden wat de effecten en de resultaten en de kosten zijn. Onder die voorwaarde zou het CDA een positief advies willen geven m.b.t. dit voorstel. De heer Staghouwer (CDA) sluit zich hierbij aan. Hij constateert dat de stichting verantwoordelijk is. Maar moeten wij als subsidiënt die stichting niet stimuleren? Mede gelet op de problemen waar de heer Haasken op heeft gedoeld. We moeten niet alleen afwachten. Mevr. Klein Bleumink (PvdA) zegt dat haar fractie voor deze regeling is. Spreekster pleit er voor om bij het onderzoek ook goed te kijken naar de verwachtingen (qua bezetting en ontwikkelingen). Het is immers een zaak van de langere termijn. De heer van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat hij uitgaat van een goede zakelijke relatie met de stichting. Maar het gaat niet alleen om deze stichting, het gaat ook om anderen die projecten indienen. Kennelijk is in dit geval afgesproken dat de voorbereidingskosten gedeclareerd zouden 15
kunnen worden. Worden dat soort afspraken vaker gemaakt met derden? Die ook initiatieven in willen dienen. Dit initiatief komt ook niet van de provincie. Het gaat spreker om dat soort criteria. Dat we naar partijen toe helder zijn als het gaat om voorbereidingskosten en acquisitiekosten. Hoe dat vertaald kan worden in een voorstel . Hier is kennelijk zakelijk afgesproken dat het kan. Dat het qua aard van de werkzaamheden past. Kennelijk is ook afgesproken wat het eventueel zou mogen kosten. Het gaat wat spreker betreft dus breder dan dit voorstel. Spreker denkt, kijkend naar de inhoud, dat dit voorstel wat overmatig is qua kosten. Ook gelet op de taken en activiteiten die de stichting zichzelf eigen heeft gemaakt. Waar de stichting voor staat. Spreker constateert dat de stichting natuurlijk maar beperkte middelen heeft. Afhankelijk is van een beperkt aantal uren van de manager die daar vanuit zijn eigen zakelijke activiteiten ook als derde partij een rol in speelt. Het gaat in dat geval niet alleen maar om de relatie met de stichting. Daar moet heel zuiver mee om worden gegaan. De heer Haasken (VVD) zegt dat zijn fractie dit voorstel ondersteunt. Hij wil nog even terugkomen op de bezettingsgraad en de zorgen over de exploitatie van de projecten .We zitten nu op een gemiddelde bezettingsgraad van 40 procent.Dat zou naar zeventig procent moeten worden gebracht. Om van een acceptabel project te kunnen spreken. Daar zitten we dus nog een heel eind vanaf. In deze fase kan die 40 procent best positief/bemoedigend zijn. Maar we zijn nog een eind van een break-even-punt vandaan. Daar moeten we veel aandacht aan besteden. Spreker ondersteunt de opmerking om de zaak te consolideren. Dat geldt ook voor de suggestie om t.z.t. een onderzoek te doen. Het gaat daarbij vooral om de vraag hoe wij deze vorm van recreatie zo goed mogelijk verder kunnen helpen in de promotie etc. Gedeputeerde Gerritsen constateert dat wij nu dus ook particulieren hebben die kamers beschikbaar hebben. Er zijn dus verschillende vormen. Hoe gaat het met die sector en hoe kunnen we dat verder ontwikkelen? De marktvraag die er is verder naar ons toe krijgen en verder aanboren. De zaak promoten enz. In die zin voelt spreker ook voor een goed evaluatieonderzoek. Hoe is het gelopen? Hoe kunnen we verdere vervolgstappen zetten? Spreker kan nu nog niet exact aangeven wanneer dat dan zou moeten gebeuren. De sector moet wel verder zijn. Bepaalde zaken moeten gerealiseerd zijn. Er moet wel iets zinnigs gezegd kunnen worden over hoe e.e.a. loopt en hoe zaken zich ontwikkelen. Je moet dat natuurlijk niet voortijdig doen. Spreker merkt op dat die 70 procent zou kunnen gelden voor de wat grotere accommodaties zoals bijvoorbeeld Oudeschans en Midwolda. Bij particulieren ligt dat qua exploitatie en breakeven-point wat anders. Spreker onderschrijft dat er sprake moet zijn van gelijke behandeling als het gaat om voorbereidingskosten enz. Daar moeten heldere richtlijnen voor zijn en die zijn er ook. In verschillende regelingen zoals Leader, Interreg en Kompas is dat ook aan de orde. Onder bepaalde voorwaarden kunnen voorbereidingskosten worden gesubsidieerd. Verschillen per regeling zijn natuurlijk mogelijk. Maar iedereen wordt in die zin gelijk behandeld. Spreker constateert m.b.t. de hoogte van het bedrag dat het om 2 procent van het totaalbedrag gaat. Naar zijn oordeel is het alleszins redelijk. Spreker constateert dat het college zich voorneemt om te consolideren. Bezien moet worden hoe wij daar verder mee omgaan. Daar is zo'n onderzoek heel zinnig voor.
16
Spreker merkt op dat het een subsidierelatie met de stichting is. Als het binnen 5 jaar niet goed komt, dan moet de stichting het geld terugvorderen en dat ook weer aan ons terugbetalen. De heer Köller (PvdA) merkt op dat hij wat moeite heeft met de term erfgoedlogies. Dat ligt hem toeristisch gezien niet zo goed in de oren. Wellicht is het daarom ook wat minder bekend. Het klinkt wat elitair. Misschien moet je wel kiezen voor "brood en bedstee" of zoiets. Spreker heeft de indruk dat de promotiecampagne niet altijd even goed loopt. Dat zou je in dat onderzoek mee moeten nemen. Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat er verschillende mensen in de wereld zijn. En verschillende segmenten. In bepaalde kringen doet de term erfgoedlogies het heel goed. Spreker constateert dat er voor het lagere segment een aparte regeling in de maak is. Daar wordt aan gewerkt. De voorzitter constateert dat de meerderheid van de commissie positief adviseert over dit voorstel. En dat er op termijn een evaluatieonderzoek komt. Daarbij zal aandacht worden geschonken aan aspecten als bezetting en promotionele activiteiten. 12) Brief van GS van 9 september 2002, nr. 2002-09102/36/A.14, IEE, betreffende Subsidieverzoek i.k.v. Kompas project "Toeristisch recreatieve ontwikkeling Lauwersoog, fase 1". De heer Staghouwer (GPV) zegt begrepen te hebben dat er een totaalplaatje zou komen van de verschillende havens. Zou het niet verstandig zijn om e.e.a. met elkaar in relatie te brengen? Hier gaat het om de toeristisch recreatieve ontwikkeling, maar spreker zegt zich voor te kunnen stellen dat de economische ontwikkeling van de haven van Lauwersoog hier parallel aan loopt. Dat moet elkaar niet gaan verstoren. De heer Haasken (VVD) zegt dat hem niet geheel duidelijk is wat er nu ligt als het project klaar is. Hij begrijpt dat het niet in het parkeerdek zit. Het gaat meer om de inrichting rondom dat parkeerdek. Spreker vraagt of ook met Friesland is gesproken over het participeren in de bijdrage. Als het gaat om het parkeren, dan is dat toch bedoeld voor de provincie Friesland i.c. de gemeente Schiermonnikoog. De heer van der Ploeg (GroenLinks) constateert dat de projecten rondom de haven aan die kant gesplitst zijn. Om subsidietechnische redenen. Kan dat worden toegelicht? Voor fase 1 wordt openbaar aanbesteed, dus daar zit het niet in. Het zou kunnen dat het met fase 2 te maken heeft. Dat die nog niet zo ver is. Spreker constateert dat het parkeerdek wel de essentie is van hetgeen er daar gebeurt. Als er geen zekerheid is over de voortgang van dat project, moet je dan het voorterrein wel doen? Spreker heeft daar geen informatie over ontvangen. Daarom nu deze vraag. Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat het hier gaat om de herinrichting van een openbare ruimte. Maar het is zeker ook een bouwsteen in de toeristisch recreatieve ontwikkeling. Er is heel veel gaande in Lauwersoog. Er is sprake van economische aspecten, RO-aspecten, visserij, natuur en landschap etc. Dit is slechts een deelaspect. Veel zaken zijn in ontwikkeling. Er zijn allerlei initiatieven en de ontwikkelingen gaan verder. Het gaat om het creëren van een eerste stap en bepaalde randvoorwaarden. Om andere zaken goed te laten landen. Het wordt in samenhang met andere ontwikkelingen bekeken.
17
Spreker weet niet precies wanneer e.e.a. naar de commissie/de Staten gaat. Om die samenhang zichtbaar te maken. Hij kan zich voorstellen dat daar behoefte aan is. Dat gaat in elk geval gebeuren. Spreker constateert dat het parkeren daar ook onderdeel van uitmaakt. Wat dat betreft is er een relatie met de provincie Friesland. Wat dit onderdeel betreft gaat het om het grondgebied van de provincie Groningen i.c. de gemeente de Marne. Het gaat om het beter structureren van de nu nog wat rommelige openbare ruimte. Spreker zal navragen wat de achtergrond is van die splitsing. Die informatie krijgt de commissie nog. Hij constateert dat de voortgang zeker gewaarborgd is. Er is geen reden om de vraag te stellen: moeten we dit wel doen? Dit is een noodzakelijke stap om naar de rest te gaan. Het college wil de toeristisch recreatieve ontwikkeling verder vorm geven. Samen met de gemeente de Marne zijn we daar een kader over overeengekomen. Met een aantal speerpunten. En Lauwersoog is er daar één van. Gedeputeeerde Boertjens zegt dat dit in samenhang met andere havens wordt bekeken. Dat wordt zeker naast elkaar gelegd. Zeker waar het gaat om de toekomst van het visserijgedeelte. Om welke visserij gaat het dan? Wat komt er voor in aanmerking om eventueel ergens anders naar toe te gaan? Dat wordt in samenhang bekeken met de toekomst van Delfzijl/Eemshaven, Lauwersoog en Harlingen. De heer Staghouwer (GPV) vraagt wanneer het rapport beschikbaar komt. Gedeputeerde Boertjens zegt dat het aanstaande vrijdag wordt gepubliceerd. De heer van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat gedeputeerde Gerritsen in hele algemene bewoordingen antwoordt over Lauwersoog in brede zin. Dit project gaat om de herinrichting van het voorterrein van de veerhaven. Dat is specifiek gekoppeld aan de boot naar Schier. En dus ook aan het parkeerdek. Hoe staat het nu met dat parkeerdek? Gedeputeerde Gerritsen zegt dat het parkeerdek een apart onderdeel is van het traject. Berust ook meer bij de ondernemer ter plekke. Het gaat hier om de openbare ruimte. De heer Haasken (VVD) merkt op dat de gedeputeerde zojuist heeft aangegeven dat de voortgang van de realisatie van dat parkeerdek is gewaarborgd. Gedeputeerde Gerritsen zegt dat dat betrekking had op de toeristisch recreatieve ontwikkelingen c.a. De heer Haasken (VVD) merkt op dat dit project gekoppeld is aan de realisatie van het parkeerdek. Spreker heeft het zo geïnterpreteerd dat wij de realisatie van dat parkeerdek tegemoet kunnen zien. Als daar nu twijfel over bestaat, dan begint het bij hem toch wat te jeuken. De heer van der Ploeg (GroenLinks) maakt uit de woorden van de gedeputeerde op dat er nog steeds geen afspraak/deal is over de realisatie van het parkeerdek. Dat we daar nog over in onderhandeling zijn. Gedeputeerde Gerritsen zegt dat zo niet te weten. Hij constateert dat dit niet alleen voor het parkeerdek is. Maar voor het totaal.
18
De heer van der Ploeg (GroenLinks) constateert dat dit fase 1 is. Fase 2 moet dat parkeerdek worden. Op die plek. Gedeputeerde Gerritsen merkt op dat het natuurlijk de bedoeling is dat dat parkeerdek gerealiseerd gaat worden. De ondernemer gaat dat volgens zijn informatie ook realiseren. Spreker zal ook dit punt nog even laten uitzoeken. De commissie zal daar nog informatie over ontvangen. De voorzitter constateert dat de commissie positief adviseert over dit voorstel. Noot secretaris: De bij dit agendapunt toegezegde nadere informatie zal worden nagezonden. 13) Rondvraag Geen vragen. 14) Sluiting De voorzitter sluit de vergadering.
19