“Ons tarief is inclusief adviesgesprekken op kantoor, uitgebreide alimentatieberekening en verdere begeleiding.”
Compleet scheiden voor een vast en laag tarief
Scheiden Een scheiding is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven. Een groot aantal zekerheden verdwijnt door het aankondigen van de scheiding. Op zowel juridisch, financieel als fiscaal gebied moeten veel knopen worden doorgehakt, waarbij de belangen van beide partijen niet altijd parallel lopen. Om een scheiding in goede banen te leiden is een goede adviseur en begeleider van groot belang. Indien u de scheiding samen wilt en kunt regelen, kan een goede scheidingsadviseur u in relatief weinig tijd door het hele traject begeleiden en adviseren. Het ScheidingCentrum heeft ervaren, goed opgeleide en betrokken scheidingsadviseurs in dienst die u in dit hele proces begeleiden en adviseren.
Scheidingsadviseur Mevr. A. (Aislinn) Broeren
Scheidingsadviseur Dhr. mr. R. (Remo) Roem
Scheidingsadviseur Dhr. mr. B.A. (Bertus) Elings
Gratis kennismakingsgesprek Juist omdat u wellicht met veel vragen en onduidelijkheden zit, bieden wij u de mogelijkheid van een gratis en vrijblijvend eerste gesprek op kantoor. In dit gesprek kunt u al uw vragen stellen, kunnen wij uw situatie doornemen en op basis daarvan aangeven welke vervolgstappen in welke volgorde genomen kunnen worden. Uiteraard beslist u zelf of u na dit gesprek uw scheiding via ons concept wilt laten regelen. Het gesprek is gratis en vrijblijvend. Drs. P. (Peter) Dinkla ScheidingCentrum BV
De unieke werkwijze van het ScheidingCentrum In een aantal adviesgesprekken op kantoor informeert en adviseert uw scheidingsadviseur u over de woning, uw pensioenen, de verdeling van goederen, de omgangsregeling of het co-ouderschap, een eventuele onderneming en andere relevante onderwerpen. Tevens wordt een uitgebreide berekening gemaakt voor de partner- en kinderalimentatie. Hierna stellen onze juristen het verzoekschrift, convenant en ouderschapsplan op, dienen wij na goedkeuring en ondertekening alles via onze advocaten in bij de Rechtbank en begeleiden u gedurende het verdere traject van de scheiding.
De voordelen: ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Laag en vast tarief Snelle procedure Begeleiding en advisering door uw persoonlijke adviseur Duidelijke financiële afspraken in uitgebreid convenant Veel aandacht voor de kinderen in uitvoerig ouderschapsplan Inclusief berekening partner- en kinderalimentatie Inclusief na-service
Door onze na-service krijgt u 3 jaar lang gratis: ■
■ ■
Herberekening van de alimentatie Juridische vragen-service Aanpassing van het ouderschapsplan bij wijzigingen
Gratis boekje Het ScheidingCentrum heeft een informatief en actueel boekje uitgegeven, waarin wij de meest gestelde vragen over scheidingen hebben gebundeld, op basis van onze jarenlange ervaring in echtscheidingszaken. Onderwerpen die worden behandeld, betreffen de scheidingsprocedure, boedelverdeling, woning, pensioen, alimentatie, kinderen, ondernemingen, internationale scheidingen en zaken die na de scheiding relevant zijn. U kunt het boekje gratis en anoniem aanvragen via onze website. Daarna ontvangt u het boekje per post in een blanco enveloppe.
Wie zijn wij? Het ScheidingCentrum heeft scheidingskantoren door heel Nederland. Jaarlijks schakelen honderden echtparen ons in voor het snel en professioneel regelen van hun scheiding tegen lage kosten. Binnen ons team is kennis en ervaring aanwezig op juridisch, fiscaal en financieel gebied. Met onze expertise en inzet kunnen wij uw scheiding snel, betrouwbaar en tegen lage kosten regelen.
Hoofdkantoor Korvelplein 182, 5025 JX, Tilburg Tel: (0800) 44 22 442 Fax: (087) 784 80 91 Kijk op onze website voor het dichtsbijzijnde kantoor bij ú in de buurt.
Wat nu 50 vragen over scheiden
Voorwoord Beste lezer, Een scheiding is een van de meest ingrijpende gebeurtenissen in een mensenleven. Een groot aantal zekerheden verdwijnt door het aankondigen van de scheiding. Op zowel juridisch, financieel als fiscaal gebied moeten veel knopen worden doorgehakt, waarbij de belangen van beide partijen niet altijd parallel lopen. Daarnaast spelen op de achtergrond, maar regelmatig ook op de voorgrond, diverse emoties een rol die het traject beïnvloeden en nog lastiger kunnen maken. Indien er kinderen in het gezin zijn, is het van groot belang ervoor te zorgen dat zij zo min mogelijk de dupe worden van de situatie. In dit boekje hebben wij de meest gestelde vragen over scheidingen in kaart gebracht, op basis van onze jarenlange ervaring in echtscheidingszaken. Ik hoop dat dit boekje u helpt om meer inzicht te verkrijgen in uw situatie, rechten en plichten en dat het u van daaruit zal helpen om betere beslissingen te nemen.
Drs. P. (Peter) Dinkla ScheidingCentrum BV
Scheidingsprocedure 1 2 3 4
Hoe verloopt een gezamenlijke scheiding? Kan ik scheiden als mijn partner dat niet wil? Heb ik altijd een advocaat nodig? Wat wordt bedoeld met het kinderverhoor bij de rechter?
Inhoud
Boedelverdeling 5 6 7 8 9 10 11
Wat is gemeenschap van goederen? Zijn er uitzonderingen op de gemeenschap van goederen? Hoe moeten bezittingen en schulden worden verdeeld? Wat is de peildatum voor de omvang en de waardering van de gemeenschap van goederen? Wie is aansprakelijk voor de schulden? Wat als mijn partner schulden maakt voordat we gescheiden zijn? Wat zijn huwelijkse voorwaarden?
Woning en fiscaliteiten 12 13 14 15 16
Wie mag er in de echtelijke woning blijven wonen? Wat gebeurt er met een koop- of huurwoning? Kunnen we alvast een nieuw huis kopen of huren? Hoe zit het met de hypotheekrenteaftrek? Tot wanneer zijn we fiscale partners?
Pensioenverdeling 17 18 19 20
Wat is ouderdomspensioen? Hoe kunnen we het ouderdomspensioen verdelen? Wat is partnerpensioen? Hoe moet het partnerpensioen worden verdeeld?
Alimentatie 21 22 23 24
Is partneralimentatie verplicht? Hoe lang moet er partneralimentatie worden betaald? Wat is een redelijk bedrag aan partneralimentatie? Kan er worden afgeweken van de alimentatieberekening en de wettelijke regeling over partneralimentatie?
50 vragen over scheiden
3
25 26 27 28 29
Kan de partneralimentatie later worden gewijzigd? Is kinderalimentatie verplicht? Wat is een redelijk bedrag aan kinderalimentatie? Hoe lang moet kinderalimentatie worden betaald? Kan de kinderalimentatie later worden gewijzigd?
Kinderen 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
Wat betekent een scheiding voor kinderen? Worden kinderen altijd de dupe? Moeten wij onze kinderen laten meebeslissen? Hoe voorkomen wij dat onze kinderen een loyaliteitsprobleem krijgen? Wie neemt na de scheiding de beslissingen over de kinderen? Wat is een ouderschapsplan? Bij wie gaan de kinderen wonen? Is een omgangsregeling verplicht? Wat is een goede omgangsregeling? Wat is co-ouderschap?
Ondernemer 40 41 42 43 44 45
Wat gebeurt er met een eenmanszaak? Wat gebeurt er met aandelen van een bv? Wat gebeurt er met aandelen in een vof of maatschap? Hoe wordt de hoogte van de alimentatie bepaald? Hoe moet het in eigen beheer opgebouwd pensioen worden verdeeld? Moet het lijfrentepensioen ook worden verdeeld?
Internationale echtscheidingen 46 47 48
Kan ik in Nederland scheiden als ik in het buitenland ben getrouwd? Is de Nederlandse rechter bevoegd ten aanzien van partneralimentatie en kinderalimentatie? Waar moeten we het uittreksel uit het huwelijksregister opvragen?
Na de scheiding 49 50
Kunnen de afspraken in het echtscheidingsconvenant later nog worden gewijzigd? Wat als het ouderschapsplan niet wordt nagekomen door een van de ouders?
4
Scheiden | Wat nu ?
Scheidingsprocedure
Hoe verloopt een gezamenlijke scheiding? Een gemeenschappelijke scheiding is geschikt voor iedereen die bereid is ook juist in de moeilijke periode van scheiden met elkaar te blijven overleggen. De wil moet aanwezig zijn om samen tot een oplossing te komen. U hoeft het nog niet over alles eens te zijn. Wilt u liever niet scheiden, maar u accepteert de echtscheiding en u wilt samen de gevolgen daarvan regelen, dan kan ook een gezamenlijk traject gevolgd worden. Samen met één echtscheidingsadviseur worden de zaken rond de scheiding in onderling overleg geregeld. In tegenstelling tot een procedure waarbij ieder een eigen advocaat heeft komt u niet lijnrecht tegenover elkaar te staan, wat escalerend kan werken, maar regelt u samen uw echt50 vragen over scheiden
scheiding. Een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek is goedkoper, kan vaak sneller afgehandeld worden en de afspraken die door de echtgenoten gemaakt zijn, worden over het
5
algemeen beter nagekomen. Indien er kinderen ouder dan twaalf jaar zijn, kan het traject bij de rechtbank wel wat langer duren, omdat er eerst een kinderverhoor kan plaatsvinden. Dit kinderverhoor zou er echter ook zijn bij een scheiding op eenzijdig verzoek. In vrijwel alle gevallen duurt een gezamenlijke scheiding korter dan een eenzijdig verzoek. Bij een eenzijdig verzoek is het eerst wachten op het verweer, vervolgens de mondelinge behandeling, wellicht een tussenbeschikking, soms een hoger beroep of een nader onderzoek van de rechtbank. Vooral de verdeling van de gemeenschap van goederen duurt heel lang. Daarnaast zijn er hoge kosten als u beiden één advocaat neemt en vooral als de advocaten of één van hen een vechtadvocaat is een geen mediator. Een gezamenlijke echtscheiding is eenvoudiger. Het meeste werk is al in het voortraject gedaan, tijdens de diverse besprekingen. Tijdens de onderhandelingen kunt u geven en nemen en tot betere oplossingen komen in uw individuele situatie, in plaats van de standaard oplossing van de rechtbank. De afspraken die u in onderling overleg heeft gemaakt, worden door de scheidingsadviseur vastgelegd in het echtscheidingsconvenant en/ of het ouderschapsplan. De advocaat stuurt uw gezamenlijk verzoekschrift vergezeld van het echtscheidingsconvenant en/of het ouderschapsplan (indien echtgenoten minderjarige kinderen hebben) naar de rechtbank. Er vindt in beginsel geen zitting plaats. De rechter zal dan ook de echtscheiding uitspreken, zonder
6
u of uw echtgenoot om nadere toelichting te vragen. De rechter neemt de afspraken uit het convenant in de echtscheidingsbeschikking op. Op deze manier krijgen de afspraken kracht van vonnis en kunnen ze ook meteen ten uitvoer worden gelegd. Een ander belangrijk voordeel van een gezamenlijke scheiding is dat u blijft communiceren met elkaar en dat de kans op escalaties sterk wordt verminderd. Dit is met name heel belangrijk als er kinderen zijn. Na de echtscheiding blijft u de ouders van de kinderen en er zullen zich nog dikwijls situaties voordoen waarbij een goed contact met elkaar nodig is. De echtscheidingsadviseur met wie u gesprekken voert, coördineert de hele scheiding. De echtscheidingsadviseur heeft ervaring met het voeren van gesprekken tussen (ex-)echtgenoten. Niemand wordt ondergesneeuwd. De echtscheidingsadviseur begeleidt als neutrale doch wel betrokken derde het proces van overleg en onderhandeling tussen de partners en bevordert een goede communicatie. Tijdens de gesprekken kan desgewenst aandacht worden gegeven aan de reden van de echtscheiding en de emotionele aspecten van de echtscheiding. Indien de echtgenoten voldoende informatie hebben over de motieven van degene die de echtscheiding wil, de oorzaak en ieders aandeel daarin, komt het acceptatieproces beter op gang. Dit vereenvoudigt de gesprekken en onderhandelingen met de echtgenoten over de afwikkeling van de scheiding. Scheiden | Wat nu ?
Kan ik scheiden als mijn partner dat niet wil? In de wet staat dat er voor een echtscheiding sprake moet zijn van een duurzame ontwrichting van het huwelijk. Duurzame ontwrichting is de enige reden die de wet geeft voor echtscheiding. Er is sprake van duurzame ontwrichting als de verhouding binnen het huwelijk zo moeilijk is geworden, dat het niet mogelijk is om nog langer bij elkaar te blijven. De rechter is degene die aan de hand van objectieve maatstaven moet beslissen of hiervan sprake is. Voor een echtscheiding moet u dus altijd naar de rechter. De rechter komt betrekkelijk snel tot het oordeel dat er sprake is van bedoelde ontwrichting en in de praktijk komt het er
dan ook op neer dat als een van de partners aangeeft niet meer met de ander te kunnen of willen samenleven, dat dit voldoende is voor een echtscheiding. Indien uw echtgenoot niet wil scheiden of u niet met elkaar kunt overleggen, is een echtscheiding op gezamenlijk verzoek in uw geval niet aan de orde. U wordt dan geadviseerd om naar een advocaat te gaan.
Heb ik altijd een advocaat nodig? De echtscheidingsadviseur coördineert de hele scheiding, maar voor het indienen van een verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank is altijd een advocaat nodig. Daarom werken echtscheidingsadviseurs samen met advocaten, die namens u het verzoekschrift, echtscheidingsconvenant en/of het ouderschapsplan indienen.
50 vragen over scheiden
7
Wat wordt bedoeld met het kinderverhoor bij de rechter? Kinderen die 12 jaar of ouder zijn, mogen zelf de rechter vertellen wat zij van bepaalde zaken van de echtscheiding van hun ouders vinden. Dit heet kinderverhoor. In de wet staat dat kinderen vanaf 12 jaar door de rechter moeten worden ‘gehoord’. Het doel van deze wettelijke bepaling is om de mening van het kind te leren kennen. De kinderen ontvangen van de rechter een brief, waarbij zij in de gelegenheid worden gesteld hun mening mondeling of schriftelijk kenbaar te maken. Dit wordt ook gedaan indien de ouders het eens zijn over de inhoud van het ouderschapsplan en zelfs indien de kinderen al eerder een verklaring hebben opgestuurd naar de rechtbank waarin zij aangeven dat ook zij het eens zijn met het ouderschapsplan. Kinderen die jonger dan 12 jaar zijn en graag met de rechter willen praten over de scheiding en de gevolgen ervan, kunnen dat de rechter laten weten. Ze kunnen een brief schrijven aan de rechter of telefonisch contact opnemen met de rechtbank. Een medewerker van de kinderrechtswinkel (www.kinderrechtswinkel. nl) kan het kind helpen met het schrijven van de brief. Ook kunnen de kinderen gebruik maken van de mogelijkheid van het kinderverhoor.
wie het kind het liefst wil wonen, naar welke school hij of zij gaat en hoe het kind over de omgangsregeling denkt. Het betekent niet dat alles wat het kind wil, ook gebeurt. De rechter beslist, niet het kind. De rechter krijgt met het gesprek wel een duidelijker beeld van het kind, waardoor de rechter beter kan beoordelen wat het beste voor het kind zelf is. Het kind mag alleen naar de rechtbank komen of met een van de ouders. De ouders mogen tijdens het kinderverhoor niet aanwezig zijn en moeten in de gang wachten. De kinderen hoeven niet naar het kinderverhoor te komen. Indien het kind wel naar het kinderverhoor is gekomen en aan de rechter heeft verteld het niet eens te zijn met het ouderschapsplan, dan kan de rechter via de advocaat vragen om een extra toelichting of een zitting te plannen. De echtscheidingsprocedure met kinderen van 12 jaar en ouder duurt daarom wat langer. Dit kan niet voorkomen worden.
Bij het kinderverhoor informeert de rechter bij het kind naar de volgende zaken rond de scheiding van zijn of haar ouders: waar en bij
8
Scheiden | Wat nu ?
Boedelverdeling
Wat is gemeenschap van goederen? Als u geen huwelijkse voorwaarden heeft, dan bent u automatisch in gemeenschap van goederen gehuwd. Dit betekent dat alle bezittingen en schulden van de echtgenoten gemeenschappelijk zijn. Als u dit niet wilt, dan kunt u voorafgaand aan of tijdens het huwelijk afwijkende afspraken maken over vermogen en inkomen. Deze afspraken noemt men ook wel huwelijkse voorwaarden. De meeste mensen trouwen in gemeenschap van goederen. Hoofdregel is dan dat alle goederen en schulden in de gemeenschap van goederen vallen. 50 vragen over scheiden
Zowel de goederen en schulden die ieder van de echtgenoten heeft bij de aanvang van het huwelijk als de goederen en schulden die ieder van de echtgenoten tijdens het huwelijk verkrijgt. Ook al staat een auto of huis op naam van een van de echtgenoten, beide zijn eigenaar, ieder voor de helft.
9
Zijn er uitzonderingen op de gemeenschap van goederen? Ja, er zijn een aantal uitzonderingen. Goederen en schulden die niet in de gemeenschap van goederen vallen zijn: ■ Een erfenis, schenking of gift valt niet in de gemeenschap van goederen als er een uitsluitingsclausule van toepassing is waarbij is bepaald dat de erfenis, schenking of gift niet in de gemeenschap van goederen valt. Schulden die samenhangen met deze erfenissen, schenkingen of giften, zoals successie- of schenkingsrechten, vallen niet in de gemeenschap van goederen. ■ Verknochte goederen en schulden zijn goederen en schulden die op bijzondere wijze zijn verbonden aan u of aan uw partner. Bij verknochtheid kan worden gedacht aan onder meer een ontslagvergoeding, een letselschadevergoeding, smartengeld, een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid, een invaliditeitspensioen, alimentatieaanspraken uit een eerdere echtscheiding en goodwill. Schulden die samenhangen met verknochte goederen vallen soms niet in de gemeenschap van goederen, zoals bijvoorbeeld een verplichting tot
10
het betalen van alimentatie uit een eerdere echtscheiding. Als er sprake is van verknochte goederen of schulden zal er nader moeten worden uitgezocht of het goed of de schuld in de gemeenschap van goederen valt en of de ander aanspraak kan maken op de helft van de waarde daarvan. De Hoge Raad stelt strenge eisen aan de voorwaarden voor verknochtheid. De Hoge Raad wilt voorkomen dat mensen zich op het standpunt stellen dat (bijna) alle bezittingen en schulden verknocht zijn. ■ Het recht op vestiging van vruchtgebruik en het vruchtgebruik zelf vallen niet in de gemeenschap van goederen. Het vruchtgebruik is het recht om gebruik te maken van goederen die aan een ander toebehoren en daarvan de vruchten te genieten. Volgens het erfrecht heeft de langstlevende echtgenoot het recht om, als dat voor zijn of haar verzorging nodig is, het vruchtgebruik te vestigen op woning, inboedel en andere tot de nalatenschap behorende goederen.
Scheiden | Wat nu ?
Hoe moeten bezittingen en schulden worden verdeeld? Ieder van de echtgenoten heeft na de echtscheiding recht op de helft van de (waarde van) huwelijksgoederengemeenschap. Het gaat om de waarde in het economische verkeer (verkoopwaarde) op het moment dat u de goederen en schulden verdeelt. Indien u de verdeling van de gemeenschap van goederen in onderling overleg wilt regelen, dan wordt dat vastgelegd in het echtscheidingsconvenant, de overeenkomst die door de scheidingsadviseur wordt opgesteld waarin de afspraken over de gevolgen van de echtscheiding staan. U kunt ook kiezen voor het maken van twee lijsten, waaruit blijkt wat de een krijgt en wat de ander krijgt. Het gaat niet alleen om de inboedel, maar ook om de verdeling van alle goederen en schulden. Het is niet de bedoeling dat op deze verdelingslijsten goederen en schulden van de gemeenschap van goederen worden verrekend met alimentatie of pensioen. Indien de echtgenoten kiezen voor het maken van verdelingslijsten, is het belangrijk om duidelijke lijsten te maken. In de toekomst kan dan door de andere (ex-)echtgenoot niet gesteld worden dat een bepaald goed of schuld nog niet in de verdeling is betrokken. Kan niet bewezen worden dat een bepaald goed tijdens de echtscheiding in de verdeling is betrokken, dan moet dat alsnog worden verdeeld en heeft ieder recht op de helft van de waarde. Uiteraard geldt hetzelfde voor de schulden. In onderling overleg kunnen de echtgenoten 50 vragen over scheiden
van de verdeling ‘ieder voor de helft’ afwijken. Dit kan bij huwelijkse voorwaarden of bij een echtscheidingsconvenant. Als de verdeling wordt vastgesteld in het echtscheidingsconvenant en de een ontvangt aan waarde meer dan de ander, dan is het in beginsel een geldige verdeling. Echter, de Belastingdienst kan deze verdeling aanmerken als een schenking, waarover schenkbelasting betaald moeten worden. Dit is slechts anders als de ongelijke verdeling zijn grondslag vindt in de voldoening aan een natuurlijke verbintenis door de ene echtgenoot ten behoeve van de andere echtgenoot of als de ongelijke verdeling beschouwd moet worden als een afkoop van alimentatie. Een natuurlijke verbintenis bestaat onder meer wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard, dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke opvattingen als een voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt. Schenkingen dienen tijdig na ontvangst van de schenking te worden gemeld bij de Belastingdienst.
11
Het is de bedoeling dat de echtgenoten alle goederen en schulden samen in kaart brengen en elkaar volledig inzage geven in alle financiële stukken en dat geen goederen en schulden opzettelijk worden verzwegen, zoekgemaakt of verborgen worden gehouden.
Indien een echtgenoot goederen opzettelijk heeft verzwegen, zoek heeft gemaakt of verborgen heeft gehouden dan komt volgens de wet dat goed als sanctie volledig aan de ander toe of de waarde van het goed wordt geheel vergoed.
Wat is de peildatum voor de omvang en de waardering van de gemeenschap van goederen? Wettelijk loopt de gemeenschap van goederen door tot de datum waarop het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend bij de rechtbank. Tegenover derden kan de ontbonden gemeenschap van goederen worden tegenworpen nadat een afschrift van het ingediende verzoekschrift tot echtscheiding is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. Voor de omvang van de gemeenschap van goederen (bezittingen en schulden) is deze datum van belang. Wat er op de datum en het tijdstip van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding aan schulden en bezittingen is, moet in beginsel verdeeld worden. Een andere vraag is tegen welke datum de bezittingen en schulden moeten worden gewaardeerd. Dat is de datum waarop feitelijk tot verdeling van de bezittingen en schulden wordt overgegaan. Deze datum kan een veel latere datum zijn. Bijvoorbeeld een woning die in de gemeenschap van goederen valt,
12
terwijl de woning veel later feitelijk wordt verdeeld. Dan geldt voor de waardering van de woning de datum van de feitelijke verdeling. De waarde van de woning kan bij de feitelijke verdeling gestegen of gedaald zijn. U kunt samen kiezen voor een andere peildatum voor de omvang en de waardering van de gemeenschap van goederen. Dit geldt dan wel alleen in de onderlinge verhouding tussen de echtgenoten. Er kan ook per goed of schuld worden afgeweken van de wettelijke peildatum.
Scheiden | Wat nu ?
Wie is aansprakelijk voor de schulden? Na het einde van het huwelijk blijft in principe ieder afzonderlijk (hoofdelijk) aansprakelijk voor de huwelijkse en de voorhuwelijkse schulden als u in gemeenschap van goederen bent gehuwd. Dit is zelfs het geval als u in een echtscheidingsconvenant een bepaalde verdeling bent overeengekomen. De gemeenschap van goederen eindigt - we spreken dan over een ontbonden huwelijksgemeenschap of ontbonden gemeenschap van goederen - zodra het verzoekschrift tot echtscheiding is ingediend bij de rechtbank. Wordt een afschrift daarvan ook ingeschreven in het huwelijksgoederenregister, dan werkt de ontbonden huwelijksgemeenschap ook tegenover schuldeisers. Alle schulden gemaakt door een van de echtgenoten of samen voor de datum van ontbinding van de huwelijksgemeenschap zijn zogenaamde ‘gemeenschapsschulden’. Deze schulden komen voor rekening van beide echtgenoten. Beiden moeten daarvan de helft betalen. We hebben het over de interne verhouding tussen de echtgenoten. Iedere echtgenoot moet de helft van deze schulden betalen. Een andere vraag is wie aansprakelijk is voor de schulden ten opzichte van de crediteuren: de zogenaamde externe verhouding. Beide echtgenoten zijn - na de ontbinding van de huwelijksgemeenschap - hoofdelijk aansprakelijk en de schuldeiser kan bij beiden de gehele schuld vorderen. De schuldeiser kan zich verhalen op het gehele vermogen van zijn schuldenaar. Maar in het geval de schuld destijds door een van de echtgenoten is aan50 vragen over scheiden
gegaan, dan kan de schuldeiser zich op diens hele vermogen verhalen, maar wat de andere echtgenoot betreft die de schuld niet zelf is aangegaan alleen op diens vermogen voor zover dit is verkregen uit de verdeling van de gemeenschap van goederen. Een voorbeeld ter verduidelijking. Tijdens het huwelijk is de man alleen een schuld aangegaan. Uit de verdeling van de gemeenschap van goederen heeft de vrouw een auto gekregen. Nadat de gemeenschap van goederen is ontbonden, heeft de vrouw € 10.000, - gespaard. De schuldeiser kan zich wel verhalen op de auto die de vrouw uit de ontbonden huwelijksgemeenschap heeft gekregen, maar niet op haar spaargeld.
Schulden vastleggen Het is belangrijk wie welke schuld zal betalen in uw onderlinge verhouding vast te leggen in een echtscheidingsconvenant. Let op: als u in gemeenschap van goederen bent getrouwd, blijft u hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden ten opzichte van de schuldeisers. Ook al staan er afspraken over de schulden in het echtscheidingsconvenant! Die afspraken in het convenant gelden alleen tussen u beiden. Wel kunt u schuldeisers vragen akkoord te gaan
13
met uw verdeling van de schulden door de andere echtgenoot te ontslaan uit de hoofde-
lijke aansprakelijkheid voor de desbetreffende schulden.
Wat als mijn partner schulden maakt voordat we gescheiden zijn? Wat kunt u doen als uw (ex-)partner in het zicht van de echtscheiding schulden maakt of het huis leeghaalt? Een praktische oplossing kan zijn gemeenschappelijke rekeningen te blokkeren, zodat het niet langer mogelijk is dat een van de (ex-)partners bedragen van deze rekeningen opneemt. Vraag uw bank naar de voorwaarden voor de opheffing van gemeenschappelijke rekeningen. Dit kan per bank verschillen. Denk daarnaast aan regelingen die u kunt treffen om te voorkomen dat uw (ex-)partner nog gebruik kan maken van internetbankieren. Zet ook niet langer handtekeningen voor schulden of leningen die uw (ex-)partner wil aangaan. Gaat het niet alleen om het opnemen van bedragen van gemeenschappelijke bankrekeningen, maar ook om het wegmaken van gemeenschappelijke spullen, dan kunt u denken aan maritaal beslag. U kunt maritaal beslag leggen, indien u in gemeenschap van goederen bent getrouwd en indien er een duidelijke vrees is dat de (ex-) partner spullen zal wegmaken. Via een advocaat kunt u de rechter vragen om
14
toestemming voor het leggen van beslag op de huwelijksgoederengemeenschap door een deurwaarder. De deurwaarder beschrijft waaruit de huwelijksgoederengemeenschap bestaat (spullen, bankrekeningen, etc.). Meenemen van spullen is na het leggen van maritaal beslag strafbaar en eventuele schade moet worden vergoed. Banken zullen geen bedragen meer uitkeren aan uw (ex-)partner, automatische afschrijvingen lopen gewoon door. Het praktische belang van maritaal beslag is sinds 1 januari 2012 veel minder groot geworden. Sinds die datum eindigt de gemeenschap van goederen door het indienen van een verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank. Heeft een (ex-)partner de gemeenschap van goederen bijvoorbeeld benadeeld, onder meer door lichtvaardig schulden te maken of goederen van de gemeenschap te verspillen tijdens de echtscheidingsprocedure of binnen zes maanden daarvoor, dan moet de schade vergoed worden.
Scheiden | Wat nu ?
Wat zijn huwelijkse voorwaarden? Voor of tijdens het huwelijk kan bij de notaris in een notariële akte worden vastgelegd dat niet alle bezittingen en schulden automatisch gemeenschappelijk worden. Met huwelijkse voorwaarden kunnen vermogens van beide echtgenoten geheel of gedeeltelijk gescheiden blijven. In het geval van zogenaamde ‘koude uitsluiting’ wordt er helemaal geen gemeenschap aangegaan. Er worden door de huwelijkse voorwaarden helemaal geen bezittingen gemeenschappelijk. Soms wordt er een beperkte gemeenschap afgesproken, bijvoorbeeld voor de inboedel of de echtelijke woning. In dat geval worden alleen de inboedel of de woning gemeenschappelijk eigendom. Bij een echtscheiding met huwelijkse voorwaarden is een belangrijke vraag of er iets is afgesproken over inkomen dat tijdens het huwelijk is verdiend, maar dat niet is opgegaan aan de kosten van de huishouding. Vaak staat er dat het overgespaarde inkomen moet worden verrekend. Dit is een verrekenbeding. In de tekst van de huwelijkse voorwaarden staat de term ‘verrekenbeding’ vaak niet letterlijk opgenomen en staat de verrekenafspraak niet altijd duidelijk verwoord. Zeker als er sprake is van koude uitsluiting komt het in de praktijk voor dat het verrekenbeding wordt vergeten. Dit kan een van de partners veel geld kosten. Ook kan er in de huwelijkse voorwaarden
50 vragen over scheiden
een zogenaamd ‘finaal verrekenbeding’ staan opgenomen, bijvoorbeeld de afspraak dat er in geval van een echtscheiding moet worden afgerekend alsof de partners in gemeenschap van goederen waren getrouwd. Zijn alle bezittingen van de ene partner, dan kan het zo zijn dat de andere partner op grond van een verrekenbeding weliswaar geen aanspraak kan maken op de bezittingen zelf, maar wel op een deel van de waarde daarvan. In het geval van huwelijkse voorwaarden kan niet in algemene bewoordingen worden uitgelegd hoe de bezittingen en schulden moeten worden verdeeld. Dit hangt af van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden en of er tijdens het huwelijk gemeenschappelijke bezittingen zijn verkregen en/of gemeenschappelijke schulden zijn ontstaan. Er bestaan heel veel verschillende soorten huwelijkse voorwaarden. De notaris kan gevraagd worden op welke manier uw bezittingen en schulden moeten worden verdeeld.
15
Woning en fiscaliteiten Wie mag er in de echtelijke woning blijven wonen? Wie in de echtelijke woning mag blijven wonen hangt af van de afspraken die de echtgenoten samen maken. Is de woning een huurwoning of gemeenschappelijk eigendom, dan hebben allebei de partners evenveel recht om in de woning te blijven wonen. Meestal wordt er afgesproken dat een van de echtgenoten in de echtelijke woning mag blijven wonen. In de meeste gevallen lukt het beide echtgenoten
16
die een gezamenlijke scheiding hebben aangevraagd, om hier in onderling overleg afspraken over te maken. Het is raadzaam af te spreken wie in de woning blijft wonen en tot wanneer en wie welke kosten van de woning betaalt.
Scheiden | Wat nu ?
Wat gebeurt er met de koop- of huurwoning? Heeft u een koopwoning en bent u getrouwd in gemeenschap van goederen en zijn er geen privévermogens, dan bent u samen eigenaar van de woning. Het maakt niet uit op wiens naam de woning staat. In geval van huwelijkse voorwaarden moet aan de hand van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden worden bepaald van wie de woning is. Er moet een beslissing worden genomen over de woning. De echtelijke woning kan worden verkocht en de opbrengst kan gedeeld worden. In het geval er aan de hypotheek een overeenkomst van levensverzekering is gekoppeld, dan kan hierin kapitaal zijn opgebouwd dat vrij valt nadat de hypotheek is afgelost uit de verkoopopbrengst van de woning. De afkoopwaarde van deze polis kan worden gedeeld. Een andere mogelijkheid is dat een van u de echtelijke woning overneemt en de ander uitkoopt. In dat geval moet u overeenstemming bereiken over de waarde van de woning. Komt u samen niet tot overeenstemming over de waarde van de echtelijke woning, dan adviseren wij u gezamenlijk een makelaar opdracht te geven tot taxatie. U kunt er ook voor kiezen om de verdeling van de echtelijke woning en de hypotheek uit te stellen. De echtelijke woning en de hypothecaire geldlening blijven in een dergelijk geval gemeenschappelijk bezit. Voor deze mogelijkheid kan gekozen worden als de echtgenoot die in de echtelijke woning blijft wonen niet voldoende geld heeft en geen of niet voldoende hypotheek 50 vragen over scheiden
kan krijgen om de ander uit te kopen. Het onverdeeld laten van de woning heeft een aantal gevolgen. Een van de gevolgen is dat ieder van u hoofdelijk aansprakelijk blijft voor de schuld. U bent namelijk destijds beiden de hypothecaire geldlening aangegaan. Een ander gevolg is dat een van u beiden altijd aan de rechtbank kan vragen om de woning alsnog te verdelen. De hoofdregel daarbij is dat wanneer een van u om verdeling verzoekt, deze vordering in beginsel wordt toegewezen, tenzij dit door bijzondere omstandigheden voor de ander onevenredig veel nadeel met zich meebrengt. Op het moment dat u op een in de toekomst gelegen datum overgaat tot verdeling van de echtelijke woning en de hypotheekschuld, wordt voor de financiële afrekening uitgegaan van de waarden van deze vermogensbestanddelen op dat moment, tenzij hierover in onderling overleg andere afspraken worden gemaakt. In het geval van een huurwoning is de echtgenoot die de huurovereenkomst niet zelf heeft ondertekend automatisch medehuurder. Als medehuurder bent u naast de huurder ook volledig aansprakelijk voor
17
het nakomen van de verplichtingen uit de huurovereenkomst. Bij een echtscheiding zal er dus een afspraak gemaakt moeten worden over de vraag wie de woning blijft bewonen.
In het echtscheidingsconvenant kan worden opgenomen aan wie het huurrecht van de woning wordt toebedeeld.
Kunnen we alvast een nieuw huis kopen of huren? Vaak is het nadat de definitieve beslissing tot de echtscheiding is genomen niet meer mogelijk om nog lang samen in de echtelijke woning te blijven wonen. Ook voorafgaand aan de echtscheiding is het mogelijk om alvast een ander huis te huren of te kopen. Tijdens de scheidingsprocedure zijn er in dat geval twee woningen en is het verstandig om goede afspraken te maken over wie welke lasten van welke woning betaalt en deze afspraken vast te leggen in het echtscheidingsconvenant, de overeenkomst waarin de afspraken over de gevolgen van de echtscheiding staan. Wordt er tijdens het huwelijk door de ene partner een nieuwe woning gehuurd, dan wordt de ander automatisch medehuurder. In de praktijk levert dit vaak geen problemen op, omdat de andere partner in de voormalige echtelijke woning blijft wonen. De wachttijden voor een huurwoning zijn vaak lang, daarom is het van belang om u zo snel mogelijk bij diverse woningbouwverenigingen en verhuurmakelaars in te laten schrijven. Bent u getrouwd in gemeenschap van
18
goederen en wilt u of uw echtgenoot voorafgaand aan de echtscheiding een andere woning kopen, dan valt ook de nieuwe woning in de gemeenschap van goederen. Nadat de gemeenschap van goederen is ontbonden, moet de nieuwe woning met een notariële akte aan de desbetreffende partner toebedeeld worden, waardoor twee keer notariskosten verschuldigd zullen zijn. Het is praktisch, voordat de gemeenschap van goederen zal zijn ontbonden, een woning te zoeken en eventueel een voorlopig koopcontact te tekenen, maar met de verkoper een datum gelegen na de ontbonden huwelijksgemeenschap af te spreken voor de notariële levering van de nieuwe woning. De gemeenschap van goederen is ontbonden per datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding bij de rechtbank. Dit kan ten
Scheiden | Wat nu ?
opzichte van derden (schuldeisers) worden tegengeworpen nadat een afschrift van het ingediende verzoekschrift tot echtscheiding is ingeschreven in het huwelijksgoederenregister. In geval van een verzoening herleeft de gemeenschap van goederen met terugwerkende kracht. Daarom wachten de
notaris en de hypotheekverstrekker vaak totdat de echtscheiding definitief is. Wat de gevolgen zijn van de koop van een nieuwe woning tijdens het huwelijk in geval van huwelijkse voorwaarden hangt af van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden.
Hoe zit het met de hypotheekrenteaftrek? Per 1 januari 2013 gelden nieuwe regels voor de aftrek van hypotheekrente. Deze nieuwe regels zijn niet alleen van toepassing bij het afsluiten van nieuwe hypotheken, maar ook bij het overnemen van de woning indien de partners in gemeenschap van goederen zijn gehuwd en gaan scheiden. In geval van een scheiding en een gemeenschappelijke eigen woning zijn er verschillende mogelijkheden. Een van de partners kan de woning overnemen en de andere partner uitkopen of de woning kan worden verkocht. Soms kiezen (ex-)partners ervoor dat de woning vooralsnog gemeenschappelijk blijft en dat de woning later wordt verdeeld.
De eigenwoningregeling Als sprake is van een eigen woning, dan moet een percentage van de WOZ-waarde (in principe 0,6%), het eigenwoningforfait, worden aangegeven in box 1 , maar de rente van schulden, kosten van geldlening en de periodieke erfpachtbetalingen mogen in aftrek worden gebracht. Dat levert dan een aftrekpost op.
50 vragen over scheiden
Uitkoop In geval van uitkoop sluit de partner die de woning overneemt vaak een extra lening af om van de ander zijn of haar aandeel in de woning te kunnen overnemen. Voor het afsluiten van de extra hypotheeklening gelden de nieuwe regels van de hypotheekrente die op of na 1 januari 2013 worden gesloten. Als er vóór 1 januari 2013 al een echtscheidingsconvenant was waaraan beide partijen zijn gebonden en waarin de verkoopprijs van de woning is vastgelegd en de schuld is vóór 31 december 2013 op naam gesteld van degene die de woning overneemt, dan geldt overgangsrecht en gelden nog de regels van vóór 1 januari 2013 . Vanaf 1 januari 2013 moeten huiseigenaren nieuwe leningen in maximaal 30 jaar volledig en tenminste
19
annuïtair (maandelijks een vast bedrag) aflossen. Vaak wordt de al voor 1 januari 2013 bestaande hypotheekschuld overgenomen door de partner die alleen eigenaar wordt van de woning. De Belastingdienst ziet de vóór 1 januari 2013 afgesloten bestaande hypotheekschuld voor de helft als schuld van de ene partner en voor de helft van de andere partner. Neemt de ene partner de helft van een schuld van de andere partner over dan wordt dit aangemerkt als een nieuwe hypotheekschuld voor de overnemende partner. Om voor hypotheekrenteaftrek in aanmerking te komen zal de partner die de halve bestaande hypotheekschuld overneemt met de kredietverstrekker een annuïtair aflossingsschema moeten overeenkomen voor deze helft van de schuld. De rente op deze hypotheekschuld is maximaal 30 jaar aftrekbaar. Wie de hypotheekrente vóór de scheiding in de aangifte heeft afgetrokken (dat was ter vrije keuze van partners) is daarbij niet van belang, ieder der partners “bezat” de helft van de schuld door het bestaan van de goederengemeenschap en dat is doorslaggevend voor de dertigjaarstermijn. Voor de halve schuld die de overnemer al had, worden de jaren sinds het bestaan van de schuld van de 30 jaar afgetrokken. Werd vóór 1 januari 2013 nogal eens overeengekomen dat de overnemer het bedrag schuldig bleef aan de verkopende (ex-)partner, dan gaat dit vanaf 1 januari 2013 problemen geven met de renteaftrek. Dit zal immers
20
meestal geen schuld zijn die tenminste annuïtair wordt afgelost. Wil de overnemer renteaftrek claimen dat zal het schuldig gebleven bedrag moeten worden omgezet in een lening bij de (ex-) partner die aan de voorwaarden voor renteaftrek voldoet.
Onverdeeld laten Soms komen de (ex-)partners overeen om de woning nog niet te verdelen of blijft hij onverdeeld omdat hij niet verkocht kan worden. De woning blijft gemeenschappelijk eigendom, terwijl een van de partners in de voormalige echtelijke woning blijft wonen en de andere partner de woning verlaat. De woningverlater moet toch nog gedurende twee jaar (24 maanden, de echtscheidingstermijn) het eigenwoningforfait aangeven en mag de door hem of haar betaalde hypotheekrente (maximaal 50% zodra hij de woning heeft verlaten) aftrekken in box 1. Verlaat ook de andere echtgenoot de voormalige woning binnen deze twee jaar en wordt de woning leeg te koop gezet, dan wordt de echtscheidingstermijn omgezet in de termijn van de verhuisregeling (de woning blijft dan een eigen woning als hij belastingplichtige in de afgelopen drie jaar, vanaf 1 januari 2014 in de afgelopen twee jaar, als eigen woning ter beschikking stond). De verhuistermijn begint voor degene die de woning heeft verlaten dan te lopen op het moment dat hij uit het huis is vertrokken. Voor de andere echtgenoot, die dus eerst in het huis is blijven wonen, begint de verhuistermijn pas op het moment dat hij het Scheiden | Wat nu ?
huis werkelijk leeg te koop zet. De verhuistermijn kan dus op verschillende tijdstippen eindigen. Wie niet meer in het huis woont, mag het halve eigenwoningforfait als alimentatie aftrekken en degene die in het huis blijft wonen moet dit als ontvangen alimentatie aangeven. Zodra de vertrokken echtgenoot een nieuwe woning koopt dan valt ook deze onder de eigenwoningregeling en kan ook de rente van deze nieuwe woning fiscaal in aftrek worden genomen, mits deze daadwerkelijk als eigen woning wordt bewoond. Na afloop van de echtscheidingtermijn valt het aandeel van de woning en van de bestaande hypothecaire geldlening van de vertrokken (ex-)echtgenoot niet langer in box 1, maar in box 3. Vanaf dit moment is de hypotheekrente niet langer fiscaal aftrekbaar en wordt het eigenwoningforfait niet langer in aanmerking genomen. De (ex-)partner die de woning heeft verlaten kan wel de helft van het eigenwoningforfait als alimentatie aftrekken.
50 vragen over scheiden
De (ex-)partner die in de woning is blijven wonen geeft de helft van het eigenwoningforfait op als ontvangen alimentatie.
Bijleenregeling De bijleenregeling speelt ook een rol bij de overname van de halve woning. Ingevolge deze regeling is bij de aankoop van een nieuwe woning de gerealiseerde overwaarde op de oude woning niet te financieren met een eigenwoningschuld met renteaftrek. Tot het bedrag van deze overwaarde valt een eventuele financiering in box 3. Zolang de oude echtelijke woning niet is verkocht hoeft bij de aankoop van een nieuwe woning de bijleenregeling nog niet toegepast te worden. Maar zodra de oude woning is verkocht of door het verloop van de echtscheidings- of verhuistermijn naar box 3 verhuist, moet de schuld voor de nieuwe woning opnieuw worden beoordeeld. Het kan zijn dat een deel van die schuld dan naar box 3 verhuist en dat de rente dan niet meer aftrekbaar is.
21
Tot wanneer zijn we fiscale partners? Tijdens het huwelijk bent u fiscale partners. Zodra u niet meer op hetzelfde adres staat ingeschreven bij de gemeente en er is een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank, dan bent u geen fiscale partners meer. Dit betekent dus dat zolang u niet meer samenwoont, maar er is geen verzoekschrift tot echtscheiding ingediend bij de rechtbank of u staat nog op het zelfde adres bij de gemeente geregistreerd, u nog wel fiscale partners bent. Het kan voordelig zijn om als fiscale partners aangemerkt te worden, omdat u dan bepaalde inkomsten en aftrekposten onderling mag verdelen. Denk hierbij
22
bijvoorbeeld aan de hypotheekrenteaftrek. U mag in het jaar waarin u de echtscheiding aanvraagt samen met uw echtgenoot kiezen om het hele jaar als fiscale partners te worden beschouwd. Dit kan ook als u slechts voor een deel van dat jaar fiscale partners was. Dan mag u bij bepaalde inkomsten en aftrekposten in onderling overleg kiezen wie welk deel van die inkomsten of aftrekposten aangeeft of aftrekt.
Scheiden | Wat nu ?
Pensioenverdeling Wat is ouderdomspensioen? Het ouderdomspensioen is de uitkering waarop recht bestaat vanaf het bereiken van een bepaalde leeftijd. Dit was vaak de 65-jarige leeftijd, maar het wordt waarschijnlijk de 66-jarige of 67-jarige leeftijd. Het gaat om een maandelijkse uitkering die vanaf de pensioendatum levenslang aan de pensioengerechtigde wordt uitgekeerd.
50 vragen over scheiden
23
Hoe kunnen we het ouderdomspensioen verdelen? Volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) wordt het ouderdomspensioen als volgt verdeeld (de wet spreekt over ‘verevening’): iedere echtgenoot heeft recht op de helft van het tijdens het huwelijk opgebouwde ouderdomspensioen. Dit betekent dat volgens de wet het ouderdomspensioen dat is opgebouwd vóór en na het huwelijk niet wordt verdeeld. Kleine ouderdomspensioenen worden volgens deze regeling niet verdeeld. In de wet is namelijk een ondergrens opgenomen. Het bedrag dat de echtgenoot die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd krijgt, na verdeling van het ouderdomspensioen, moet per 1 januari 2013 meer zijn dan € 451,22 bruto per jaar. Is het bedrag € 451,22 bruto per jaar of minder, dan wordt het ouderdomspensioen niet verdeeld op basis van de wettelijke regeling. De ondergrens wordt jaarlijks geïndexeerd. Indien de echtscheiding binnen twee jaar wordt gemeld aan alle pensioenuitvoerders, dan betalen de pensioenuitvoerders rechtstreeks aan iedere (ex-)partner zijn of haar aandeel in het opgebouwde ouderdomspensioen uit. Dan bent u niet meer afhankelijk van de medewerking van uw (ex-) partner in de toekomst. Van deze wettelijke regeling kan worden afgeweken bij huwelijkse voorwaarden en een echtscheidingsconvenant. Binnen twee jaar na de echtscheiding moet in dat
24
geval naar iedere pensioenuitvoerder een afschrift van het echtscheidingsconvenant gestuurd worden dat door een advocaat is getekend. De echtgenoten kunnen afspreken dat de tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten helemaal niet worden gedeeld of dat niet ieder de helft krijgt, maar de ene partner bijvoorbeeld 60% en de andere partner 40%. Er mag alleen gekozen worden voor een afwijkend percentage voor zover het laagste aandeel niet onder de grens van de zogenaamde kleine pensioenen valt. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een afwijkende periode. Zo kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden dat ook (een deel van) de jaren voorafgaand aan het huwelijk meetellen. Ook kan er gekozen worden voor een kortere periode dan de duur van het huwelijk. Bijvoorbeeld de periode vanaf het moment dat het eerste kind is geboren tot de datum van de echtscheiding. Een andere mogelijkheid is conversie. In geval van conversie worden aanspraken die de partner die niet zelf het pensioen heeft opgebouwd heeft op een deel van het ouderdomspensioen en diens recht op partnerpensioen, omgezet in een eigen recht op ouderdomspensioen. Scheiden | Wat nu ?
Conversie kan alleen indien beide echtgenoten en de pensioenuitvoerder(s) hiermee instemmen. Indien u kiest voor conversie,
wordt u aangeraden te overleggen over de mogelijkheden met uw pensioenuitvoerder(s).
Wat is partnerpensioen? Bijzonder partnerpensioen (ook wel bijzonder nabestaandenpensioen genoemd) is de uitkering aan de ex-partner bij overlijden van de andere expartner die het pensioen heeft opgebouwd. Tijdens het huwelijk wordt er gesproken over opbouw van ‘partnerpensioen’. Na de scheiding spreekt men over ‘bijzonder partnerpensioen’.
Hoe moet het partnerpensioen worden verdeeld? Bij echtscheiding krijgt de ex-partner zelf een aanspraak op de pensioenuitvoerder(s) bij wie de andere ex-partner partnerpensioen heeft opgebouwd. Het recht op het bijzondere partnerpensioen is na echtscheiding een recht van de ex-partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd en niet langer een recht van de andere expartner die het pensioen heeft opgebouwd. Partnerpensioen kan worden opgebouwd op opbouwbasis en op risicobasis. Er bestaat alleen recht op bijzonder partnerpensioen wanneer de pensioenregeling
50 vragen over scheiden
voorziet in een partnerpensioen op opbouwbasis. Bij de pensioenuitvoerder kunt u navragen of het partnerpensioen is opgebouwd op risicobasis of op opbouwbasis. Is er sprake van een partnerpensioen op opbouwbasis, dan is volgens de wet al het opgebouwde partnerpensioen vanaf de datum van opbouw van het partnerpensioen tot de datum van de echtscheiding voor de ex-partner, tenzij er sprake was van een andere eerdere
25
(ex)partner die aanspraak kan maken op een deel van het bijzonder partnerpensioen. Er kan worden afgeweken van de wettelijke regeling van het bijzonder partnerpensioen bij een echtscheidingsconvenant en bij huwelijkse voorwaarden. De afwijkende afspraken zijn alleen geldig als de pensioenuitvoerder(s) de afwijkende afspraken schriftelijk hebben geaccepteerd, inclusief het dekken van het eventueel afwijkende risico, dan wel het niveau van de uitkering aan te passen. Het is niet voldoende dat er wordt afgesproken dat er geen aanspraak wordt gemaakt op het bijzonder partnerpensioen dat door de ander is opgebouwd, maar dat er daadwerkelijk wordt afgezien van het recht op partnerpensioen of
26
een deel daarvan. De partner die het pensioen niet zelf heeft opgebouwd, kan afzien van het recht op bijzonder partnerpensioen of de hoogte van de aanspraak kan anders worden afgesproken. Het is raadzaam om aan de pensioenuitvoerder(s) te vragen om een schriftelijke verklaring, zowel met betrekking tot de instemming met de afwijkende afspraken als met betrekking tot het dekken van het eventueel afwijkende risico of het niveau van de uitkering aan te passen. Indien expliciet afstand wordt gedaan van het bijzonder partnerpensioen, dan zal opgebouwd partnerpensioen eventueel aanwassen bij het ouderdomspensioen van de partner die het heeft opgebouwd of worden bestemd voor een eventuele (toekomstige) nieuwe partner.
Scheiden | Wat nu ?
Alimentatie
Is partneralimentatie verplicht? De wettelijke regeling is dat er na echtscheiding partneralimentatie moet worden betaald wanneer de ene partner een bijdrage in het levensonderhoud nodig heeft (behoefte) en de ander voldoende financiële ruimte heeft om deze bijdrage te betalen (draagkracht). Als het tijdens het huwelijk zo was dat de ene echtgenoot meer verdiende dan de ander, dan betekent dit vaak dat er ook na de echtscheiding een verplichting blijft bestaan om de ander te onderhouden. De echtgenoten kunnen in onderling overleg afspraken maken of er partneralimentatie 50 vragen over scheiden
moet worden betaald en hoeveel. Lukt het niet om hierover afspraken te maken, dan kan de echtscheidingsadviseur gevraagd worden een berekening te maken. Daarbij gaat de adviseur uit van de richtlijnen van de rechtbank voor de hoogte van de partneralimentatie. Ook nadat deze berekening is gemaakt
27
kunnen de echtgenoten alsnog besluiten hiervan af te wijken door meer of minder partneralimentatie af te spreken, een bepaalde periode meer of minder partneralimentatie
te betalen, de partneralimentatie langer of korter te betalen dan de wettelijke termijnen, af te zien van partneralimentatie of de partneralimentatie af te kopen.
Hoe lang moet er partneralimentatie worden betaald? Heeft uw huwelijk korter geduurd dan vijf jaar en zijn er uit uw huwelijk geen kinderen geboren, dan is in uw geval de wettelijke duur van de alimentatieplicht gelijk aan die van het huwelijk. In alle andere gevallen is de duur van de alimentatieplicht twaalf jaar. De termijn begint te lopen vanaf de datum waarop de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank wordt ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente. Dus vanaf de dag dat de echtscheiding tot stand is gekomen.
(langer dan twaalf jaar of een periode gelijk aan de duur van het huwelijk) als beëindiging van zo ingrijpende aard is dat deze naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet kan worden gevergd. Dit verzoek moet uiterlijk binnen drie maanden nadat de wettelijke alimentatieverplichting is geëindigd, worden ingediend bij de rechtbank.
In onderling overleg kan van deze regels worden afgeweken. U en uw (ex-)partner kunnen kiezen voor een kortere of langere termijn. Zijn er geen afwijkende afspraken tussen de partners gemaakt, dan eindigt de verplichting tot het betalen van partneralimentatie in beginsel na twaalf jaar of nadat een periode gelijk aan de duur van het huwelijk is verstreken.
Aan de verplichting tot betaling komt niet alleen een einde door het verstrijken van de termijn voor de duur van de alimentatieverplichting, maar ook doordat de (ex-)partner die alimentatie ontvangt of de (ex-)partner die alimentatie betaalt overlijdt, of de ontvanger van partneralimentatie huwt, een geregistreerd partnerschap aangaat of gaat samenwonen met een ander als waren zij gehuwd of als hadden zij hun partnerschap laten registreren. Aan de samenleving als bedoeld in deze wettelijke regeling worden strenge eisen gesteld. Alleen samenwonen in
De (ex-)partner die alimentatie ontvangt kan de rechter vragen om verlenging van de periode dat alimentatie moet worden betaald
28
Scheiden | Wat nu ?
één huis is hiervoor niet voldoende. Doet een van deze situaties zich voor, dan eindigt de alimentatieverplichting automatisch. Ten slotte kan het ook zo zijn dat de (ex-)partner die de alimentatie ontvangt geen behoefte meer heeft (de partneralimentatie niet meer nodig heeft) of dat de (ex-)partner die de alimentatie betaalt geen draagkracht meer heeft (de alimentatie niet langer kan betalen). In dergelijke gevallen kunnen de (ex-)partners in onderling overleg de partneralimentatie beëindigen of het bedrag aan partneralimentatie wijzigen.
Lukt het niet om hierover overeenstemming te bereiken, dan kan de rechtbank worden verzocht de partneralimentatie te wijzigen. Het is raadzaam om dit in een schriftelijke overeenkomst vast te leggen. Zolang er geen overeenkomst is tot wijziging van de partneralimentatie en de rechtbank heeft nog geen ander bedrag aan alimentatie vastgesteld, dan gelden de eerder gemaakte afspraken of de eerdere alimentatievaststelling van de rechtbank. De alimentatieverplichting eindigt niet automatisch als er geen behoefte of draagkracht meer is.
Wat is een redelijk bedrag aan partneralimentatie? In zijn algemeenheid kan geen antwoord gegeven worden op deze vraag. Het hangt af van de individuele omstandigheden, zoals de vraag wat het welstandsniveau was tijdens het huwelijk, of de partner die partneralimentatie vraagt zelf (redelijkerwijs) inkomen verdient of kan verdienen en wat de andere partner kan betalen. Volgens de wettelijke regeling moet eerst kinderalimentatie berekend worden en daarna gekeken worden of er nog draagkracht is om partneralimentatie te betalen. De partners kunnen in onderling overleg afspraken maken over de hoogte van de partneralimentatie. Voor de partner met het laagste inkomen kan in kaart worden gebracht hoeveel geld nodig is voor de kosten van levensonderhoud na de scheiding om 50 vragen over scheiden
na te gaan of deze partner geld tekort komt en hoeveel er aangevuld moet worden. Vervolgens kan gekeken worden of de ander dit kan en wil aanvullen. Lukt het niet om hierover afspraken te maken, dan kan een berekening van de partneralimentatie worden gemaakt volgens de methode van de Rechtbank. Als er behoefte aan partneralimentatie bestaat, wordt onderzocht of, en zo ja, hoeveel de ander kan betalen. Om dit te bepalen wordt
29
er een zogenaamde ‘draagkrachtberekening’ gemaakt, waarbij rekening wordt gehouden met het inkomen, de belasting en sociale heffingen die hiervan ingehouden worden en daarnaast alle vaste lasten die volgens de
geldende normen voor gaan op het betalen van alimentatie.
Kan er worden afgeweken van de alimentatieberekening en de wettelijke regeling over partneralimentatie? Partneralimentatie is regelend recht. Dit betekent dat u ervan af kunt wijken in onderling overleg. U kunt kiezen voor een hoger of lager bedrag, maar ook voor helemaal geen partneralimentatie. Wanneer u afspreekt dat er over en weer helemaal geen partneralimentatie wordt betaald, wordt er gesproken van een ‘nihilbeding’. Een ‘nihilbeding’ dat is vastgelegd in een schriftelijke overeenkomst is in beginsel geldig, maar de rechter kan deze toetsen aan de
redelijkheid en billijkheid. Wanneer een van de ex-partners een beroep doet op een uitkering ingevolge de Wet werk en bijstand is de gemeente niet gebonden aan een nihilbeding. Op grond van de Wet werk en bijstand mag de gemeente een onderhoudsbijdrage verhalen op de ex-echtgenoot, ook als een nihilbeding is afgesproken.
Kan de partneralimentatie later worden gewijzigd? In onderling overleg kan de partneralimentatie worden gewijzigd. Lukt het niet om er samen uit te komen, dan kan de rechter gevraagd worden om de partneralimentatie te wijzigen. De wet geeft drie mogelijkheden om alimentatie te wijzigen.
30
Scheiden | Wat nu ?
De eerste mogelijkheid bestaat wanneer de alimentatie van het begin af aan niet aan de wettelijke maatstaven heeft voldaan. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn wanneer de rechter bij het vaststellen van de alimentatie van onjuiste of onvolledige gegevens is uitgegaan. Vereist is dat door deze onjuiste of onvolledige gegevens de alimentatie nooit aan de wettelijke maatstaven heeft voldaan. Het gaat hierbij alleen om alimentatie die is vastgesteld door een rechter, niet wanneer de alimentatie tussen de (ex-)partners is overeengekomen. De tweede mogelijkheid om de alimentatie te laten wijzigen bestaat wanneer er een wijziging van omstandigheden is geweest, waardoor de alimentatie niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Hierbij kan gedacht worden aan gewijzigde persoonlijke of financiële omstandigheden, zoals gaan samenwonen of trouwen, verandering in inkomen, woonlasten, etc. Zowel alimentatie die door de (ex-)partners in onderling overleg is afgesproken als de door de rechter vastgestelde alimentatie kan op deze grond gewijzigd worden. Bij deze tweede mogelijkheid, de wijziging van omstandigheden, moet het gaan om een wijziging van omstandigheden ten opzichte van de omstandigheden ten tijde van het vaststellen van de alimentatie door de rechter of het maken van de afspraken over de alimentatie door de (ex-)partners. De wijziging moet zich dus daarna hebben voorgedaan en moet er tevens voor zorgen dat de alimentatie 50 vragen over scheiden
niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Een overeenkomst gesloten door de (ex-)partners over de partneralimentatie kan ten slotte worden gewijzigd als zij is aangegaan met grove miskenning van de wettelijke maatstaven. Er mag geen duidelijke wanverhouding bestaan tussen de hoogte van de partneralimentatie waartoe de rechter zou hebben beslist en die welke de partijen zijn overeengekomen. Hierbij is van belang of de (ex-)partners bewust van de wettelijke maatstaven zijn afgeweken. Bij onwetendheid van de wettelijke maatstaven en het niet bewust hiervan afwijken is het makkelijker om de gemaakte afspraken over de partneralimentatie te wijzigen. Is er wel bewust afgeweken van de wettelijke maatstaven, dan kan de rechter alleen tot wijziging overgaan indien zich nadien een wijziging heeft voorgedaan, waardoor het niet langer redelijk is om de (ex-)partners aan de overeenkomst te houden. U kunt afspreken dat de gemaakte afspraken over de partneralimentatie in de toekomst nooit gewijzigd kunnen worden of dat bepaalde omstandigheden nooit aanleiding kunnen zijn om de partneralimentatie te wijzigen. Er wordt dan gesproken over een zogenaamd (gedeeltelijk) nietwijzigingsbeding. Dat houdt in dat de gemaakte alimentatieafspraken in beginsel
31
in de toekomst niet gewijzigd mogen worden. Een niet-wijzigingsbeding is in beginsel geldig, maar kan door de rechter op redelijkheid en billijkheid worden getoetst. Wordt er geen niet-wijzigingsbeding overeengekomen, dan geldt de gewone wettelijke regeling die inhoudt dat in het geval van de drie genoemde omstandigheden de partneralimentatie aangepast kan worden. De rechter maakt niet snel inbreuk op een nietwijzigingsbeding. Als u afspreekt dat u over en weer geen partneralimentatie betaalt en hieraan een niet-wijzigingsbeding koppelt, dan is de kans groot dat in de toekomst niet meer
om partneralimentatie gevraagd kan worden. De alimentatie kan nooit eenzijdig worden gewijzigd, hiervoor is altijd instemming van de (ex-)partner nodig of een wijzigingsbeschikking van de rechtbank. De minister van Justitie stelt jaarlijks een indexeringspercentage vast waarmee de partneralimentatie per 1 januari stijgt. In onderling overleg kan de wettelijke indexering uitgesloten worden of een andere inflatiecorrectie worden afgesproken tussen de (ex-)partners. Wordt er niets afgesproken dan geldt automatisch de wettelijke regeling van de wettelijke indexering.
Is kinderalimentatie verplicht? Ouders zijn verplicht naar draagkracht te voorzien in de kosten van verzorging en opvoeding van hun kinderen, totdat zij de 21-jarige leeftijd hebben bereikt. De onderhoudsplicht van de ouders vloeit voort uit de plicht en het recht zelf hun kinderen te verzorgen en op te voeden. Voor de zogenaamde jongmeerderjarige kinderen van 18 tot 21 jaar moet er alleen door de ouders een bijdrage betaald worden in de kosten van levensonderhoud en studie als het kind niet in het eigen levensonderhoud kan voorzien. Het betalen van kinderalimentatie is een wettelijke verplichting, indien het kind behoefte heeft aan een bijdrage in zijn of haar kosten van levensonderhoud en studie
32
(het kind heeft een financiële bijdrage nodig) en de ouder draagkracht heeft (de ouder kan kinderalimentatie betalen). Voor stiefkinderen bestaat er een onderhoudsverplichting tot aan de scheiding. Afwijkende afspraken die in onderling overleg door de ouders worden gemaakt, worden mogelijk niet geaccepteerd door de rechtbank. De rechter kan gemaakte afspraken, zoals het wel kunnen maar niet of minder betalen of een regeling van afkoop van kinderalimentatie, negeren.
Scheiden | Wat nu ?
Wat is een redelijk bedrag aan kinderalimentatie? Wat een redelijke kinderalimentatie is, valt niet uit te drukken in een vast bedrag. Een kinderalimentatie is redelijk wanneer deze aansluit bij de behoefte van de kinderen en de draagkracht van beide ouders. Belangrijk is dus zowel wat de kinderen nodig hebben aan kosten voor verzorging en opvoeding, als hoeveel de ouders kunnen bijdragen aan deze kosten. Een alimentatieberekening geeft een goed beeld van een redelijke kinderalimentatie volgens de zogenaamde wettelijke maatstaven, zoals deze door de rechter worden gehanteerd. Deze wettelijke maatstaven zijn gebaseerd op behoefte en draagkracht. Voor de behoefteberekening is het netto besteedbaar inkomen van de ouders bepalend, op het moment van uiteengaan. Het netto besteedbaar inkomen is het bruto inkomen, inclusief inkomsten uit vermogen, verminderd met de daarover verschuldigde premies en belasting en vermeerderd met eventuele heffingskortingen die konden worden verzilverd door de niet-verdienende ouder. Bijtelling voor een auto van de zaak en eventuele fiscale voordelen in verband met een eigen woning worden bij bepaling van het netto besteedbaar inkomen buiten beschouwing gelaten. Aan de hand van het netto gezinsinkomen wordt op basis van de NIBUD-tabellen het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen berekend. Bij het opstellen van 50 vragen over scheiden
deze tabellen is er al rekening mee gehouden dat de kinderbijslag een deel van de kosten van de kinderen dekt. Het eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen wordt vervolgens verminderd met het kindgebonden budget waarop recht bestaat in de periode waarvoor de kinderalimentatie is bedoeld. Daarna wordt de zorgkorting berekend. Door middel van gedeelde zorg kunnen de ouders voor een deel in natura in de zorgbehoefte van de kinderen voorzien. In beginsel is de zorgkorting minimaal 15% van het bedrag aan eigen aandeel van de ouders in de kosten van de kinderen. In geval van een ruimere zorgregeling kan de zorgkorting oplopen tot 25% of zelfs 35%. Daarbij wordt verondersteld dat de verzorgende ouder alle kosten, met uitzondering van de kosten die samenhangen met het verblijf bij de andere ouder, voor zijn of haar rekening neemt. De korting in het geval van co-ouderschap is afhankelijk van de omstandigheden. Deze is afhankelijk van de vraag bij welke ouder het kind staat ingeschreven en op welke manier de kosten van het kind tussen de ouders zijn verdeeld. Uitzonderingen op de toepassing van de zorgkorting zijn mogelijk, bijvoorbeeld als de ouder bij wie het kind zijn hoofdverblijf niet heeft, zijn verplichting tot omgang of verdeling van de zorg niet nakomt.
33
Wanneer de gezamenlijke draagkracht voldoende is om in de behoefte van de kinderen te voorzien, vermindert de zorgkorting dus de hoogte van de eigen bijdrage van de ouders. Indien de gezamenlijke draagkracht onvoldoende is om in de behoeften van de kinderen te voorzien, wordt met de zorgkorting niet of slechts in beperkte mate rekening gehouden. Voor het bepalen van de draagkracht van de ouders gaat het om het netto besteedbaar inkomen op het moment van het maken van de berekeningen. Dat is dus een ander moment dan waarop vastgesteld wordt wat de behoefte is van de kinderen. Doorgaans is dat een eerdere datum, met afwijkende netto besteedbare inkomens van de ouders. In geval van een verwijtbaar inkomensverlies kan uitgegaan worden van een fictief inkomen. Een bijstandsuitkering, het kindgebonden budget, de kinderbijslag en toeslagen worden niet als relevant inkomen aangemerkt. De inkomensafhankelijke bijdrage voor ziektekosten wordt in mindering gebracht
34
op het netto besteedbaar inkomen. Bij het netto besteedbaar inkomen moet een (fictief) rendement uit vermogen na aftrek van de daarop drukkende lasten opgeteld worden, inclusief de over die lasten verschuldigde belasting voor zover het rendement uit vermogen positief is. Buiten beschouwing blijven de fiscale voordelen in verband met een eigen woning en bijtelling in verband met een auto van de zaak. Aan de hand van een zogenaamde draagkrachttabel wordt de draagkracht van iedere ouder per kind vastgesteld. De draagkracht wordt verhoogd met eventueel te ontvangen fiscaal voordeel in verband met de persoonsgebonden aftrekpost voor het levensonderhoud van kinderen. De eigen bijdrage van de ouders wordt verdeeld tussen de ouders naar evenredigheid van hun draagkracht. De rechter stelt op deze manier de kinderalimentatie vast , tenzij de berekening in bijzondere omstandigheden tot een onaanvaardbare uitkomst leidt.
Scheiden | Wat nu ?
Hoe lang moet kinderalimentatie worden betaald? Ouders zijn onderhoudsplichtig voor hun kinderen, totdat zij de 21-jarige leeftijd hebben bereikt. De kinderalimentatie wordt betaald aan de ouder bij wie het kind woont. Vanaf het moment waarop een kind 18 jaar wordt, totdat het de 21-jarige leeftijd bereikt heeft, heeft deze zogenaamde ‘jongmeerderjarige’ nog steeds recht op kinderalimentatie, tenzij de jongminderjarige al volledig in zijn of haar eigen levensonderhoud kan voorzien. Van een jongmeerderjarige mag niet worden verwacht dat hij of zij stopt met studeren en gaat werken, zodat de kinderalimentatie beëindigd kan worden. Vanaf het moment waarop het kind 18 jaar wordt, heeft het kind een zelfstandig recht op kinderalimentatie. De kinderalimentatie moet dan aan het kind zelf betaald te worden. Als het kind nog bij een van de ouders woont kunnen de ouder bij wie het kind woont en het kind afspreken welk deel van de kinderalimentatie aan deze ouder wordt betaald. In de kinderalimentatie is inbegrepen een bijdrage voor woonlasten, verzekeringen en algemene verzorging. Het kan praktischer zijn om de kinderalimentatie in overleg met de jongmeerderjarige rechtstreeks aan de ouder
50 vragen over scheiden
te betalen bij wie het kind woont. Indien het jongmeerderjarige kind werkt en volledig in zijn of haar eigen levensonderhoud kan voorzien, kunnen de alimentatieplichtige ouder en het kind in onderling overleg de kinderalimentatie beëindigen. Indien hierover een geschil ontstaat, kan de alimentatieplichtige ouder de rechtbank vragen de kinderalimentatie op nihil te stellen. De alimentatie kan niet eenzijdig worden stopgezet. Zodra het kind 21 jaar wordt, mag de alimentatieplichtige ouder zonder instemming van het kind of tussenkomst van de rechtbank stoppen met het betalen van kinderalimentatie. Ouders kunnen afspreken dat er langer kinderalimentatie wordt betaald, bijvoorbeeld totdat het kind de 25-jarige leeftijd heeft bereikt en zolang hij of zij met goede resultaten studeert of met een beroepsopleiding bezig is. Dit is geen wettelijke verplichting. Het kan alleen indien beide ouders hiermee instemmen.
35
Kan de kinderalimentatie later worden gewijzigd? Het is mogelijk dat een eerder overeengekomen bedrag aan kinderalimentatie gewijzigd wordt. Dit gebeurt dan meestal vanwege verslechterde financiële omstandigheden bij de ouder die de alimentatie moet voldoen. Bij de wijziging van omstandigheden moet het gaan om een wijziging van omstandigheden ten opzichte van de omstandigheden ten tijde van het maken van de afspraken over de kinderalimentatie door de ouders. De wijziging moet zich dus daarna hebben voorgedaan en moet er tevens voor zorgen dat de kinderalimentatie niet meer aan de wettelijke maatstaven voldoet. Lukt het niet om in onderling overleg met de andere ouder overeenstemming te bereiken over een ander bedrag aan kinderalimentatie, dan moet er een verzoekschrift tot wijziging
36
van de kinderalimentatie worden ingediend bij de rechtbank. Hiervoor heeft u een advocaat nodig. De alimentatie kan nooit eenzijdig worden gewijzigd. Hiervoor is altijd instemming van de andere ouder of het jongmeerderjarige kind van 18 tot 21 jaar nodig of een wijzigingsbeschikking van de rechtbank.
Scheiden | Wat nu ?
Kinderen
Wat betekent een scheiding voor kinderen? De scheiding van ouders is niet iets wat kinderen zich wensen. Het meemaken van een scheiding betekent dan ook heel veel voor ze. Ze ervaren verlies van basisvertrouwen, verlies van één ouder in de dagelijkse leefwereld. Diepe emoties zoals onzekerheid, angst, verdriet, maar soms ook opluchting kunnen opkomen. Een scheiding roept bij kinderen veel uiteenlopende gevoelens op. Alles verandert plotseling. Er komen veranderingen zoals verhuizen en naar een andere school gaan, misschien het verdelen van hun spullen tussen het huis van papa en 50 vragen over scheiden
dat van mama. Het betekent dat kinderen zich extra zullen moeten gaan inspannen om bij beide ouders te zijn en hun spullen bij zich te houden, zich aan te passen. Maar ook alle gewone dagelijkse dingen veranderen. Gewone dingen als samen eten of een verhaaltje voor het slapen gaan zijn plotseling niet meer hetzelfde. Daardoor kunnen kinderen als gevolg van een scheiding zich soms anders gaan gedragen.
37
Worden kinderen altijd de dupe? Het is erg afhankelijk van verschillende factoren in hoeverre uw kind last zal krijgen van de scheiding. De leeftijd, het karakter en de leefomstandigheden van het kind spelen natuurlijk een rol. Een doorslaggevende factor is echter de manier waarop de scheiding verloopt. Kinderen hebben meer last van ruzies en langdurige conflictsituaties, dan van het feit dat u gescheiden bent. Ze kunnen
een scheiding beter verwerken als de ouders goede begeleiding bieden en de kinderen zich gehoord voelen. U kunt zich daarom het best richten op te doen wat mogelijk is voor uw kind. Kinderen kunnen ook sterker worden door een nare ervaring, als er goed mee wordt omgegaan.
Moeten wij onze kinderen laten meebeslissen? Geef uw kind vooral de mogelijkheid mee te denken, over gevoelens te praten en angsten en wensen kenbaar te maken. Meebeslissen is een te grote verantwoordelijkheid die als last ervaren zal worden. Iedere beslissing van het kind kan een teleurstelling voor een van de ouders worden. Het kind zal om dit te voorkomen al snel kiezen voor een gelijke verdeling naar papa en mama en daarbij aan zijn of haar eigen gevoel voorbij
gaan. Als uw kind merkt dat er naar zijn of haar gevoel geluisterd wordt, dan zal uw kind zich gehoord voelen en zich een waardige partij voelen in de situatie. De uiteindelijke beslissingen neemt u met uw (ex-)partner, niet met het kind. Het is belangrijk dat uw kind dit goed begrijpt.
Hoe voorkomen wij dat onze kinderen een loyaliteitsprobleem krijgen? Het is niet abnormaal dat u zich als mens gekwetst kunt voelen, wanneer uw kind veel aandacht heeft voor de andere ouder.
38
Scheiden | Wat nu ?
Dit speelt vooral wanneer uw (ex-)partner voor veel verdriet heeft gezorgd. Blijf bewust van het verschil tussen uw eigen negatieve gevoelens jegens uw (ex-)partner en de behoefte van uw kind aan een blijvende relatie met de andere ouder. Misschien wilt u het liefst niets meer te maken hebben met uw (ex-)partner en misschien is dat ook de juiste
beslissing voor u, maar u kunt niet beslissen over de gevoelens van uw kind. U bewijst uw kind een enorme dienst als u uw kind toestemming geeft om van beide ouders te mogen houden. Hoe moeilijk dat ook kan zijn, het is het meest liefdevolle wat gescheiden ouders voor hun kinderen kunnen doen.
Wie neemt na de scheiding de beslissingen over de kinderen? Ouders hebben gezamenlijk ouderlijk gezag over de tijdens het huwelijk geboren kinderen. De wet stelt dat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouders omvat zelf hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. Hieronder wordt in elk geval verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen zowel in als buiten rechte. De hoofdregel is dat na de echtscheiding het ouderlijk gezag gezamenlijk wordt voortgezet. Dit betekent dat beide ouders over en weer verplicht zijn om te overleggen over de (belangrijke) beslissingen aangaande de opvoeding en verzorging van de kinderen, zoals de schoolkeuze, de woonplaats, vertrek naar het buitenland, aanvraag paspoort of visum. Hieruit volgt ook dat ouders elkaar moeten informeren over de kinderen. 50 vragen over scheiden
Kleine alledaagse beslissingen kunnen worden genomen door de verzorgende ouder. Een van de ouders kan in het belang van het kind de rechtbank vragen om alleen met het gezag belast te worden. In dat geval kan de scheiding niet op gemeenschappelijk verzoek worden behandeld, maar moet u via een eigen advocaat de Rechtbank verzoeken het gezag uitsluitend aan u toe te kennen. De rechter gelast in een dergelijk geval doorgaans een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming en een zitting, alvorens hierover een beslissing te nemen. De rechter kijkt vooral naar het belang van het kind.
39
Wat is een ouderschapsplan? In een ouderschapsplan worden afspraken over de uitoefening van het ouderschap na de echtscheiding vastgelegd. Bij het verzoekschrift tot echtscheiding moet een ouderschapsplan worden ingediend bij de rechtbank. Een ouderschapsplan is alleen nodig voor kinderen tot 18 jaar. Het ouderschapsplan heeft als doel dat ouders ook na een scheiding samen verantwoordelijk blijven voor hun kinderen. De achterliggende gedachte is dat kinderen er recht op hebben om na de scheiding hun beide ouders te blijven zien. Uitgangspunt van de wetgever is dat de verzorgende ouder ervoor moet zorgen dat de kinderen contact blijven houden met de andere ouder. Ouders worden hiermee verplicht om al vóór hun scheiding goede afspraken met betrekking tot hun kinderen te maken. In het ouderschapsplan moeten minimaal afspraken worden opgenomen over de wijze waarop de ouders de zorg- en opvoedingstaken verdelen, over de wijze waarop zij elkaar informatie
zullen verschaffen en raadplegen over gewichtige aangelegenheden met betrekking tot de minderjarige kinderen en over de verdeling van de kosten van de verzorging en opvoeding van hun minderjarige kinderen. Verder kunnen ouders een zeer uitgebreide regeling opnemen, onder andere met betrekking tot de school, sport, medische zorg, beheer rekeningen, vakanties, feestdagen en overige bijzondere dagen als verjaardagen, etc. De rechter is in de loop van de tijd steeds strenger de ouderschapsplannen gaan toetsen. Er mag in het ouderschapsplan niet worden opgenomen dat de kinderen bijvoorbeeld bij de ene ouder verblijven en dat de omgang met de andere ouder in onderling overleg wordt geregeld. Uit het ouderschapsplan moet duidelijk blijken dat er daadwerkelijk en regelmatig contact is met beide ouders.
Bij wie gaan de kinderen wonen? Als er een scheiding komt verandert er heel wat, waaronder de woonsituatie van de ouders en hun kinderen. Als er kinderen zijn moet immers worden bepaald bij wie de kinderen gaan wonen, bij vader of moeder, of misschien wel bij beide ouders.
40
Scheiden | Wat nu ?
Als ouders samen het gezag hebben over de kinderen, dan mogen zij samen bepalen waar de kinderen gaan wonen. Vaak wordt er uit praktisch oogpunt voor gekozen dat de kinderen na de scheiding gaan wonen bij de ouder die ook tijdens het huwelijk (het merendeel van) de dagelijkse zorg had over de kinderen. Het kind heeft dan bij die ouder de hoofdverblijfplaats. Met de andere ouder, die vaak tijdens het huwelijk meer werkte en ook na de scheiding meer blijft werken, wordt een omgangsregeling afgesproken. Ook coouderschap is mogelijk, waarbij de kinderen ongeveer evenveel tijd doorbrengen bij hun vader als bij hun moeder. Het is afhankelijk van de situatie welke regeling het best is voor het welzijn van de kinderen. Belangrijk is dat beide
ouders na de scheiding betrokken blijven bij de kinderen, allebei zorgtaken op zich nemen, goed communiceren en samenwerken. De kinderen hebben er vooral baat bij dat hun ouders na de scheiding nog een goede relatie met elkaar hebben. Bij het maken van afspraken over op welk adres de kinderen worden ingeschreven is het raadzaam om rekening te houden met zaken als fiscale heffingskortingen, fiscale voordelen vanwege het betalen van kosten van levensonderhoud van de kinderen, de kinderbijslag, tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, studiefinanciering, huurtoeslag en de Wet werk en bijstand.
Is een omgangsregeling verplicht? Meestal gaan de kinderen na de scheiding bij een van de ouders wonen die de dagelijkse zorg van de kinderen op zich neemt. Met de andere ouder kan een omgangsregeling worden afgesproken. De wet spreekt over de verdeling van ‘de zorgen opvoedingstaken’, maar bijna iedereen heeft het nog over de term ‘omgangsregeling’. Het is belangrijk dat kinderen, indien mogelijk, met beide ouders contact houden na de echtscheiding, waarbij omgang een grote rol speelt. Ouders die uit elkaar gaan, kunnen samen een omgangsregeling afspreken. Een groot voordeel van een zelf door de 50 vragen over scheiden
ouders overeengekomen omgangsregeling is dat deze beter nagekomen wordt. Als de ouders er samen niet uitkomen, kan een van de ouders, of beide, de rechter vragen om een omgangsregeling vast te stellen. De rechter hanteert het uitgangspunt: “omgang moet, tenzij….”. De rechter zal alleen in uitzonderingsgevallen weigeren een omgangsregeling vast te stellen, indien er
41
zwaarwegende indicaties zijn dat omgang niet in het belang van het kind is. Een ouder met ouderlijk gezag kan omgang met zijn of haar kinderen niet definitief worden ontzegd. Als er zwaarwegende redenen zijn waarom het niet in het belang van het kind
is om omgang met een van beide ouders te hebben, dan kan de rechter de omgang schorsen. Er vindt dan gedurende een bepaalde periode geen omgang plaats. De rechter kan in dat geval echter niet beslissen dat het kind nooit meer omgang mag hebben met de desbetreffende ouder.
Wat is een goede omgangsregeling? Wat een goede omgangsregeling is, is eigenlijk per geval verschillend. Omgang is iets persoonlijks en iedere situatie is uniek. Er is dan ook geen standaardomgangsregeling te noemen die ‘goed’ is. De leeftijd van de kinderen speelt een belangrijke rol. In de praktijk wordt vaak de zogenaamde “weekendregeling” afgesproken, waarbij de kinderen gedurende een weekend per veertien dagen bij de niet-verzorgende ouder verblijven en daarnaast vaak de helft van de vakanties en feestdagen. De meeste kinderpsychologen vinden deze weekendregeling voor heel jonge kinderen (tot twee jaar) te belastend. Zij adviseren om een erg jong kind bij bijvoorbeeld de moeder te laten opgroeien en het kind iedere week een aantal keren kort contact te
laten hebben met de vader. Wordt het kind wat ouder, dan kan deze regeling worden uitgebreid naar bijvoorbeeld een weekendregeling. Ouders zijn vrij in het bepalen van een omgangsregeling. Door na te gaan welke ouder altijd wat deed met de kinderen tijdens het huwelijk kan er een omgangsregeling worden afgesproken die goed bij uw situatie past. Het is van groot belang dat de omgangsregeling duidelijk is voor de kinderen en niet te veel onrust creëert. Een omgangsregeling is goed wanneer zowel de kinderen als de ouders zich er prettig bij voelen.
Wat is co-ouderschap? Bij co-ouderschap wordt de zorg over de kinderen gelijkwaardig over de ouders verdeeld. Verblijven de kinderen ongeveer evenveel tijd bij de vader als bij de moeder, dan wordt gesproken over coouderschap. De ouders bepalen samen hoe dit ingevuld wordt. De wet kent de term co-ouderschap niet.
42
Scheiden | Wat nu ?
Co-ouderschap lukt alleen wanneer beide ouders dit willen en hun best ervoor doen om het te laten slagen. De ouders moeten na de scheiding een goede relatie met elkaar hebben en bereid zijn om met elkaar te communiceren en samen te werken. Ook moeten de ouders dicht bij elkaar blijven wonen vanwege de school en de sociale contacten van de kinderen. Is er na de scheiding geen goede relatie met uw (ex-)partner mogelijk, dan is co-ouderschap veelal niet kansrijk. Een co-ouderschapregeling bevordert de betrokkenheid van beide ouders bij de opvoeding. De kinderen krijgen niet het gevoel dat zij moeten kiezen voor één van hun ouders. Kinderen voelen zich vaak schuldig ten opzichte van de ouder bij wie ze niet wonen. Tijdens het huwelijk zijn ze eraan gewend geraakt om beide ouders dagelijks te zien. De kinderen blijven hun ouders evenveel zien. De ouders hebben wanneer de kinderen bij de andere ouder zijn meer tijd voor zichzelf. Kinderen daarentegen vinden het niet altijd prettig om van het ene huis naar het andere huis te gaan. De regels zijn vaak bij beide ouders verschillend en het keer op keer meenemen van spullen wordt als belastend ervaren. Voor de kinderen is het fijn als ze bij beide ouders een eigen plekje hebben en hun eigen spulletjes, zodat er zo min mogelijk meegenomen hoeft te worden van de ene naar de andere ouder. Uit het ouderschapsplan moet echt blijken hoe de co-ouderschapsregeling er uitziet. De rechter 50 vragen over scheiden
wil dat daar geen onduidelijkheden over bestaan en dat het voor de kinderen duidelijk is wanneer ze bij welke ouder zijn. Het is heel belangrijk om goede afspraken te maken over de verdeling van de kosten van de kinderen. De berekening van wie welk deel van de kosten van de kinderen voor zijn of haar rekening neemt, wijkt af van de wijze waarop dit berekend wordt wanneer de kinderen bij de ene ouder verblijven en een omgangsregeling met de andere ouder hebben. Het maken van afspraken hierover is extra lastig, omdat de wet de term ‘co-ouderschap’ niet kent. De meeste regelingen gaan ervan uit dat de kinderen bij een van de ouders wonen. Vaak sluiten de regelingen aan bij het adres waarop de kinderen staan ingeschreven bij de gemeente. Goed nagedacht moet worden over de vraag bij wie de kinderen worden ingeschreven. Dit kan van invloed zijn op fiscale heffingskortingen, fiscale voordelen vanwege het betalen van kosten van levensonderhoud van de kinderen, de kinderbijslag, de tegemoetkoming in de studiekosten, de studiefinanciering en de huurtoeslag. Heeft u twee kinderen dan is een praktische oplossing bij co-ouderschap om bij iedere ouder een kind in te schrijven, waardoor beide ouders van eventuele hieraan gekoppelde financiële voordelen kunnen profiteren. In dit geval kan in principe ook aanspraak worden gemaakt op het fiscale voordeel voor het betalen van kinderalimentatie voor het kind dat bij de andere ouder staat ingeschreven.
43
Ondernemer Wat gebeurt er met een eenmanszaak? De beantwoording van de vraag wat er met het bedrijf (de eenmanszaak) gebeurt hangt ervan af of u in gemeenschap van goederen of op huwelijkse voorwaarden bent getrouwd. Zijn er geen huwelijkse voorwaarden opgesteld bij de notaris voorafgaand aan of tijdens het huwelijk, dan is er sprake van een gemeenschap van goederen. In beginsel zijn alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk. Ook het bedrijf valt in de gemeenschap van goederen. Onderscheid moet gemaakt worden tussen de vraag wie
44
het bedrijf krijgt en wat er met de waarde van het bedrijf moet gebeuren. Op grond van de wettelijke regeling kan de echtgenoot die het bedrijf uitoefent de bedrijfsgoederen tegen de geschatte prijs overnemen. De andere echtgenoot kan geen aanspraak maken op het bedrijf, maar wel op de helft van de waarde daarvan. Een (onafhankelijke) deskundige Scheiden | Wat nu ?
accountant kan gevraagd worden de waarde van het bedrijf vast te stellen. Lukt het niet om de helft van de waarde ineens aan de andere echtgenoot te betalen, dan kan gedacht worden aan betaling in termijnen of verrekeningen met andere bezittingen en schulden. Bent u getrouwd op huwelijkse voorwaarden, dan hangt het af van de inhoud van uw huwelijkse voorwaarden wat er met het bedrijf moet gebeuren. Bent u getrouwd onder koude uitsluiting (de uitsluiting van iedere gemeenschap van goederen) dat is de eigenaar van het bedrijf (bedrijfsgoederen) gerechtigd tot het bedrijf, zonder dat de andere echtgenoot hierop aanspraak kan maken. Er kan discussie ontstaan wie de eigenaar is van het bedrijf of de bedrijfsgoederen. Soms staat hierover in de huwelijkse
voorwaarden een bepaling opgenomen, zoals: ‘ieder van de echtgenoten is eigenaar van de bedrijfsgoederen die bij hem of haar in gebruik zijn’. Ook al kan de andere echtgenoot geen aanspraak maken op het bedrijf dan kan het zo zijn dat de huwelijkse voorwaarden een verrekenbeding bevatten, waardoor de andere echtgenoot aanspraak kan maken op een deel van de waarde van het bedrijf. Denkt u bijvoorbeeld aan een periodiek verrekenbeding dat betrekking heeft op het jaarlijks verrekenen van alle inkomsten uit arbeid, waaronder begrepen winst uit onderneming of een zogenaamd ‘finaal verrekenbeding’, waarbij in het geval van een echtscheiding moet worden afgerekend als waren de echtgenoten in gemeenschap van goederen gehuwd. Laat uw huwelijkse voorwaarden goed bestuderen door een notaris.
Wat gebeurt er met de aandelen van een bv? De aandelen van de bv vallen in de gemeenschap van goederen. In beginsel zijn alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk. Niet relevant is op wiens naam de aandelen staan. Bij een echtscheiding heeft ieder van de (ex-) partners recht op de helft van de aandelen van de bv. Vaak worden alle aandelen aan de (ex-)partner/ondernemer toebedeeld, terwijl de andere partner een vergoeding voor de helft van diens aandelen ontvangt. Aandelen van een bv worden geleverd door nadat de 50 vragen over scheiden
gemeenschap van goederen is ontbonden de notaris een notariële akte te laten verlijden waarbij de aandelen in de bv aan een van de ex-partners geleverd worden. Dit moet ook op deze wijze gebeuren als de aandelen al staan op de naam van degene die de aandelen krijgt toebedeeld. Krijgt een van de (ex-)partners alle
45
aandelen, dan is er sprake van vervreemding van aandelen en moet er in beginsel 25% belasting betaald worden in box 2. Onder bepaalde voorwaarden, waaronder de toedeling van de aandelen binnen twee jaar na de ontbinding van de gemeenschap van goederen, hoeft er op dat moment geen belasting betaald te worden. Bij de waardering van de aandelen wordt er rekening mee gehouden dat op een later moment alsnog belasting betaald moet worden. Zijn de partners onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met koude uitsluiting (er is geen enkele gemeenschap van goederen) zonder verrekenbeding, dan zijn de aandelen van de bv van degene op wiens naam de aandelen staan en hoeft de waarde van de aandelen niet verrekend te worden. Dit kan anders zijn indien de huwelijkse voorwaarden een zogenaamd ‘verrekenbeding’ bevatten. Bij een periodiek verrekenbeding dat betrekking heeft op het jaarlijks verrekenen van alle inkomsten uit arbeid, waaronder begrepen
46
winst uit onderneming, na aftrek van de kosten van de huishouding, moeten de (ex-)partners die dit tijdens het huwelijk niet hebben gedaan, alsnog bij echtscheiding tot verrekening overgaan. Niet alleen moet dan het jaarlijks niet verteerde inkomen verdeeld worden, maar ook hetgeen uit belegging daarvan is verkregen. Dit kan betekenen dat de andere partner weliswaar geen aanspraak kan maken op de aandelen van de bv, maar in sommige gevallen wel op een deel van de waarde van de aandelen of onder omstandigheden op een deel van eventuele opgepotte winsten in de bv, voor zover de continuïteit van het bedrijf daardoor niet in gevaar komt. Ook kunnen huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding bevatten, bijvoorbeeld dat bij echtscheiding wordt afgerekend als waren de (ex-)partners in gemeenschap van goederen gehuwd. De andere partner kan in dat geval geen aanspraak maken op de aandelen, maar wel op de helft van de waarde daarvan. Laat uw huwelijkse voorwaarden goed bestuderen door een notaris.
Scheiden | Wat nu ?
Wat gebeurt er met de aandelen in een vof of maatschap? Een aandeel in een maatschap en een vennootschap onder firma (vof) komt volgens de opvatting van de Hoge Raad toe aan de betrokken echtgenoot in privé. Het aandeel in een vof of maatschap valt niet in de gemeenschap van goederen. Economisch gezien behoort de waarde van een aandeel in een maatschap en vof echter wel toe aan de huwelijksgemeenschap. Dit komt
erop neer dat de echtgenoot van wie de onderneming is, recht heeft op de onderneming, maar dat de andere echtgenoot wel deelt in de waarde van de onderneming. Ieder krijgt dan de helft van de waarde.
Hoe wordt de hoogte van de alimentatie bepaald? De hoogte van alimentatie hangt niet alleen af van de vraag hoeveel de (ex-)partner en eventuele kinderen nodig hebben om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, maar ook van de vraag hoeveel de alimentatieplichtige kan betalen. Bij een werknemer wordt gekeken naar de jaaropgave of de salarisspecificaties. De vraag is wat er wordt beslist als de (ex-)partner die alimentatie betaalt niet alleen inkomen verdient als directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een bv, maar ook gerechtigd is tot de winst. De DGA bepaalt zelf, al dan niet in overleg met de accountant of fiscaal adviseur, de hoogte van het salaris. Vaak wordt gekozen voor een lager salaris dan gebruikelijk is voor soortgelijke functies in de branche. Over het betaalde salaris moet immers het progressieve tarief aan inkomstenbelasting van box I worden betaald. Bij de vraag hoeveel alimentatie de ondernemer kan 50 vragen over scheiden
betalen wordt niet alleen gekeken naar het inkomen en eventuele uitgekeerde winst, zoals daadwerkelijk is ontvangen. Het gaat erom welk inkomen deze ondernemer zich in redelijkheid had kunnen uitkeren, in plaats van bijvoorbeeld winst in de onderneming op te potten, zonder daarbij de continuïteit van het bedrijf in gevaar te brengen. Onder omstandigheden is de rechter ook van mening dat ondanks het ontbreken van voldoende inkomen er desondanks alimentatie betaald moet worden, omdat er voldoende vermogen is. Dit laatste geldt niet alleen voor ondernemers, maar voor iedereen.
47
Hoe moet het in eigen beheer opgebouwd pensioen worden verdeeld? De directeur-grootaandeelhouder, de DGA, kan pensioen hebben opgebouwd in eigen beheer - in de eigen bv - of door oprichting van een pensioen-bv. Voordelen voor de DGA om in eigen beheer pensioen op te bouwen zijn dat de pensioenreservering ten laste van de winst mag worden gebracht en er daardoor minder belasting betaald hoeft te worden en het geld binnen de onderneming blijft. Het gereserveerde bedrag hoeft niet daadwerkelijk in contanten aanwezig te zijn. Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) moet sinds 1 mei 1995 het tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen na scheiding worden gedeeld. Deze wet is ook op het in eigen beheer opgebouwde pensioen van de DGA van toepassing. De Hoge Raad stelt dat de redelijkheid en billijkheid in zijn algemeen ertoe kunnen leiden dat van de (ex-)partner niet kan worden verlangd dat hij of zij bij voortduring afhankelijk blijft van het beleid van de DGA en het risico moet blijven dragen dat zijn of haar pensioendeel te zijner tijd niet kan worden uitbetaald. De ondernemer houdt immers de volledige zeggenschap over het in eigen beheer opgebouwde pensioen.
48
Het door de DGA in eigen beheer opgebouwde pensioen moet volgens de rechtspraak worden afgestort bij een externe pensioenverzekeraar, tenzij hierdoor de continuïteit van het bedrijf in gevaar wordt gebracht. De ondernemer loopt derhalve bij echtscheiding het risico dat het deel van de pensioenreserve van de (ex-) partner moeten worden afstort. Het risico van tegenvallende ondernemingsresultaten, een faillissement of verkoop van de onderneming komt hierdoor alleen bij de ondernemer te liggen en niet bij de (ex-)partner. De meeste bedrijven hebben dit afstortbedrag niet beschikbaar. De ondernemer doet er goed aan bij huwelijkse voorwaarden of bij een samenlevingscontract een regeling te treffen over de pensioenverevening. Huwelijkse voorwaarden van vóór 1 mei 1995 zouden moeten worden aangepast aan de nieuwe pensioenwetgeving. De (ex-)partner van de DGA doet er goed aan om afstorting van zijn of haar pensioendeel te verlangen bij een externe pensioenmaatschappij.
Scheiden | Wat nu ?
Moet het lijfrentepensioen ook worden verdeeld? Ondernemers bouwen geen pensioen op bij een werkgever, maar doen dit vaak in de vorm van een lijfrente. Op grond van de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wet VPS) moet sinds 1 mei 1995 het tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap opgebouwde ouderdomspensioen na scheiding worden gedeeld. Pensioenvoorzieningen die niet in het kader van een arbeidsovereenkomst zijn opgebouwd, vallen buiten de werkingssfeer van de Wet VPS. Een lijfrente valt niet onder deze wet. Op grond van de pensioenwetgeving hoeven pensioenen in de vorm van een lijfrente niet verdeeld te worden. De lijfrente valt meestal in de gemeenschap van goederen en moet worden gedeeld, tenzij onder bepaalde omstandigheden de lijfrente al onherroepelijk uitgekeerd wordt en een verzorgingskarakter heeft.
50 vragen over scheiden
Bent u getrouwd op huwelijkse voorwaarden dan hangt het af van de inhoud van de huwelijkse voorwaarden of de waarde van de lijfrente verdeeld moet worden. Bij koude uitsluiting (geen enkele gemeenschap van goederen) zonder verrekenbeding wordt de waarde van de lijfrente niet verdeeld. Staat er een verrekenbeding opgenomen in de huwelijkse voorwaarden, dan kan het zo zijn dat de ander aanspraak kan maken op een deel van de waarde van de lijfrente.
49
Internationale echtscheidingen
Kan ik in Nederland scheiden als ik in het buitenland ben getrouwd? Steeds meer huwelijken en echtscheidingen hebben internationale aspecten. In het geval u bent getrouwd met een buitenlandse partner, het huwelijk in het buitenland is gesloten of u in het buitenland woont, dan krijgt u te maken met internationaal recht. De Nederlandse rechter dient bevoegd te zijn om van gemeenschappelijke verzoeken tot echtscheiding kennis te nemen. In twee gevallen heeft de Nederlandse rechter de bevoegdheid om van echtscheidingen met internationale
50
aspecten kennis te nemen en mag derhalve de echtscheiding uitspreken:
■
■
beide partners hebben de Nederlandse nationaliteit; beide partners hebben niet de Nederlandse nationaliteit, maar beide partners of een van hen heeft de gewone verblijfplaats in Nederland. Scheiden | Wat nu ?
Een andere vraag is welk recht de Nederlandse rechter moet toepassen. De rechter mag Nederlands recht op het verzoek tot echtscheiding toepassen als de Nederlandse rechter ook bevoegd is om dit verzoek te behandelen. Soms kan ook gekozen worden
voor toepassing door de Nederlandse rechter van het recht van een andere staat, bijvoorbeeld als u samen een rechtskeuze doet voor toepassing van het recht van een andere staat, zoals het recht van de staat van een andere gemeenschappelijke nationaliteit.
Is de Nederlandse rechter bevoegd ten aanzien van partneralimentatie en kinderalimentatie? Op grond van de Europese wet- en regelgeving is de hoofdregel bij partneralimentatie de volgende: de Nederlandse rechter die de bevoegdheid heeft om een echtscheiding uit te spreken, is ook bevoegd een beslissing te nemen over alimentatie. Is de Nederlandse rechter bevoegd om van het gemeenschappelijk verzoek tot echtscheiding kennis te nemen, dan heeft de Nederlandse rechter dus ook de bevoegdheid met betrekking tot de partneralimentatie. De Nederlandse rechter mag dan ook een beslissing nemen over de partneralimentatie. Een andere vraag is welk recht de rechter moet toepassen op de partneralimentatie. Het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van de alimentatiegerechtigde is van toepassing. De hoofdregel is dat indien de alimentatiegerechtigde in Nederland woont, Nederlands recht van toepassing is op de partneralimentatie. Woont de alimentatiegerechtigde niet (meer) in Nederland, dan
50 vragen over scheiden
kan er gekozen worden voor toepassing van Nederlands recht op de partneralimentatie door het sluiten van een schriftelijke overeenkomst voordat het verzoekschrift tot echtscheiding wordt ingediend. De vraag of iemand afstand kan doen van partneralimentatie blijft bepaald door het recht van de staat waar de onderhoudsgerechtigde gewone verblijfplaats heeft. De Nederlandse rechter mag een beslissing geven over de kinderalimentatie als de kinderen hun gewone verblijfplaats in Nederland hebben. De rechter mag Nederlands recht op de kinderalimentatie toepassen als de kinderen hun gewone verblijfplaats hebben in Nederland.
51
Waar moeten we het uittreksel uit het huwelijksregister opvragen? Het uittreksel huwelijksregister is een bewijs dat het huwelijk heeft plaatsgevonden. U heeft een buitenlandse huwelijksakte als u in het buitenland getrouwd bent. Indien u besluit om in Nederland te gaan scheiden, dan dient u uw huwelijksakte op te vragen. Als u een buitenlandse huwelijksakte in Den Haag heeft laten inschrijven, dan kunt u bij de Haagse burgerlijke stand snel en gemakkelijk een recent en geldig internationaal uittreksel van deze akte opvragen.
52
Scheiden | Wat nu ?
Na de scheiding
Kunnen de afspraken in het echtscheidingsconvenant later nog worden gewijzigd? Wanneer de ex-partners het samen eens zijn dat het convenant gewijzigd moet worden, is het geen probleem dat het echtscheidingsconvenant later wordt gewijzigd. De (ex-)partners kunnen dan samen een aanvullende overeenkomst opstellen, waarin precies aangegeven wordt wat uit het oorspronkelijke convenant moet komen te vervallen en wat daarvoor in de plaats komt. Als een van de ex-partners het echtscheidingsconvenant wil wijzigen en de ander is het er niet mee eens, dan hangt het 50 vragen over scheiden
van het convenant af of de afspraken gewijzigd kunnen worden. Onder bepaalde omstandigheden kan wijziging alleen wanneer er sprake is van onvoorziene omstandigheden op grond waarvan het niet redelijk is elkaar aan de gemaakte afspraken te houden.
53
Er is dus geen eenduidig antwoord te geven op de vraag of een echtscheidingsconvenant
gewijzigd kan worden wanneer een van de ex-partners het daar niet mee eens is.
Wat als het ouderschapsplan niet wordt nagekomen door een van de ouders? De ouders zijn verplicht om de afspraken in het ouderschapsplan na te komen. Echter, om diverse redenen kan het zijn dat een of beide ex-partners de afspraken uit het ouderschapsplan niet na (kunnen) komen. Het kan hierbij gaan om de afspraken over bijvoorbeeld de kinderalimentatie of de omgangsregeling. In onderling overleg kunt u de afspraken uit het ouderschapsplan wijzigen. Lukt het niet om samen nieuwe afspraken te maken over bijvoorbeeld de verdeling van de zorgtaken van de kinderen of de hoogte van de kinderalimentatie, dan kunt u de rechter vragen om een andere beslissing. De rechter zal altijd het belang van het kind voorop
54
stellen. Is het in het belang van het kind dat de regeling wordt gewijzigd, dan zal de rechter hier vaak toe overgaan, wat hierover eerder ook is afgesproken en wat hierover ook staat opgenomen in het ouderschapsplan. Kinderalimentatie wordt door de rechter getoetst aan de wettelijke maatstaven en hiervan mag niet ten nadele van het kind worden afgeweken.
Scheiden | Wat nu ?
Het ScheidingCentrum heeft verschillende vestigingen in Nederland en verzorgt het complete scheidingstraject voor een vast tarief.
Een uitgave van ScheidingCentrum.nl