Auteur Tom van Weert Debby Goedknegt Rien van Stigt Inlichtingen T (030) 230 83 20 E
[email protected] Datum November 2005 © Hogeschool Utrecht, Lectoraat ICT en hoger onderwijs, Afdeling Bureau Strategisch Beleid, Utrecht, 2005 Creative Commons 1.0 Nederland Naamsvermelding-GeenAfgeleideWerkenNietCommercieel
Competenties die werken Leren=werken =leren
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Inhoudsopgave Management samenvatting 3 0 1 Samenvatting 7 1.1 Professionals en kenniswerk ..................................................................................... 7 1.1.1 Kenniswerkers .................................................................................................... 7 1.1.2 Praktijkrol ............................................................................................................ 7 1.1.3 Handelingsgericht leren ...................................................................................... 8 1.1.4 De kenniswerkende professional ........................................................................ 9 1.1.5 Nadere invulling van de kenniswerk rol .............................................................. 10 1.2 Niveau’s in rolvervulling............................................................................................. 11 1.3 Reviewen en reflecteren............................................................................................ 13 2 Casus: minor PeoplePlanetProfit 17 2.1 Advertentietekst......................................................................................................... 17 2.2 Uitgebreide beschrijving Praktijkvraag op website..................................................... 18 2.3 Functiebouwwerk op website .................................................................................... 20 2.4 Nadere taakinvulling aankomend vastgoedontwikkelaar ........................................... 22 2.5 Nadere invulling van de taak “Verbeteren professionele uitvoering kenniswerk” (kenniswerkrol) ...................................................................................... 25 2.5.1 Lerende professional .......................................................................................... 26 2.5.2 De O3I-kenniswerkrollen .................................................................................... 26 2.5.3 Aankomend Organisator ..................................................................................... 27 2.5.4 Aankomend Ontwerper ....................................................................................... 28 2.5.5 Aankomend Onderzoeker ................................................................................... 28 2.5.6 Adviseur.............................................................................................................. 29 3 Achtergrond 31 3.1 Kenniseconomie en kenniswerk ................................................................................ 31 3.2 Lerende organisatie................................................................................................... 31 3.3 Kenniswerk ................................................................................................................ 32 3.4 Kennisprojecten......................................................................................................... 32 3.4.1 Valideren............................................................................................................. 33 3.4.2 Mobiliseren van kennis ....................................................................................... 33 3.4.3 Kwaliteit reviewen ............................................................................................... 33 3.5 Competenties van de kenniswerker........................................................................... 34 3.5.1 Basiscompetentie: handelingsgericht leren......................................................... 34 3.5.2 Competentiegebieden: O3I-model ...................................................................... 35 3.6 Verbondenheid van praktijk en kenniswerk ............................................................... 37 3.7 Verbeteren en leren door reflecteren......................................................................... 38 3.8 Competentieniveaus.................................................................................................. 39 4 Referenties 42
2/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
0 Management samenvatting Het blijkt voor het hoger onderwijs moeilijk om greep te krijgen op het competentiebegrip. Recente discussies in de landelijke pers over het ontbreken van domeinkennis in competentiegericht leren illustreren dit. Het hoger onderwijs worstelt met een aantal problemen bij de vormgeving van competentiegericht leren: 1. Hoe verbinding te leggen tussen competenties en de professionele praktijk, 2. Hoe in deze relatie de rol van domeinkennis expliciet te maken, 3. Hoe verbinding te maken tussen professionele praktijkcompetenties (bijvoorbeeld die van een vastgoedontwikkelaar) en generieke professionele competenties van HBO- of academisch niveau, 4. Hoe niveaus van competentieontwikkeling te onderscheiden, 5. Hoe kwaliteitskenmerken van deze competentieniveaus operationeel te maken, zodat deze leiden tot verbeteringen, dat wil zeggen: leren. In deze notitie wordt een operationeel model uitgewerkt waarmee deze problemen ondervangen kunnen worden.
Ondervangen van probleem 1 en 2 (verbinding professionele praktijk; rol domeinkennis expliciet) In het model wordt de rol van een professional in de praktijk als volgt beschreven (Figuur A). Een competente professional kan een probleem door een op methoden gebaseerde professionele taakuitvoering tot een valide oplossing brengen, onder de inzet van domeinkennis en gebruik van lessons learned uit de praktijk. De professionele kwaliteit van taakuitvoering en van de oplossing wordt geborgd door deze te reviewen tegen kwaliteitscriteria.
Praktijkrol Probleem
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Taakuitvoering
Lessons learned
Valide oplossing HU lectoraat ICT en HO
Figuur A. Werkwijze van een professional in de praktijk
3/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Ondervangen van probleem 3 (verbinding praktijkcompetenties met generieke competenties) De generieke professionele competenties van HBO- of academisch niveau worden waargemaakt in een handelingscyclus ‘Plan, Do, Check, Act’. Een competente HBO- of academische professional kan handelen vanuit patronen, onder de inzet van proceskennis en gebruik van expertise. De professionele kwaliteit van handelen wordt geborgd door handelingscyclus: Plannen, Handelen, Waarnemen en Reflecteren. Het handelen van de competente kenniswerker van HBO- of academisch niveau vindt plaats binnen de praktijkgerichte taakuitvoering (Figuur B).
Praktijkrol
Kenniswerkrol
Probleem
Plannen
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Doel Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Lessons learned
Valide oplossing
Proceskennnis
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise
Waarnemen HU lectoraat ICT en HO
Figuur B. Handelen als kenniswerker in professionele taakuitvoering
Ondervangen van probleem 4 (Niveaus van competentieontwikkeling) Er worden vier niveaus van competentieontwikkeling onderscheiden: opgave gericht (reproductief), taakgericht (uitvoerend), probleemgericht (tactisch) en situatiegericht (strategisch). De niveaus zijn gekoppeld met kenmerken van praktijkrol en kenniswerk rol (Tabel I). Rolvervulling op taakgericht niveau (operationeel) is weergegeven in Figuur C. Door de professional in te vullen elementen en activiteiten zijn in kleur; gegeven elementen in wit.
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Domeinkennnis
Reviewen
Methode Lessons learned
Valide oplossing
Doel Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Venster
Poort
Proceskennnis
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur C Competentie op taakgericht niveau
4/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Praktijkrol
Kenniswerkersrol
Opgave gericht
Taak gericht
Probleem gericht
Situatie gericht
Probleem (wat)
Doel (wat)
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Af te bakenen
Methode (hoe)
O3I Patroon (hoe)
Bekend
Bekend
Te kiezen
Te kiezen
Domeinkennis
Proceskennis
Gegeven
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Uitvoering (wie, wanneer, waar)
Handelen
Reproductief
In te vullen
In te vullen
In te vullen
“Lessons learned”
Expertise
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Valide oplossing
Valide resultaaat
Afgebakend
Af te bakenen
Af te bakenen
Af te bakenen
Tabel 1. De relatie tussen competentieniveaus en rollen
Ondervangen van probleem 5 (Kwaliteitskenmerken die leiden tot kwaliteitsverbetering en leren) Kwalitatief goede taakuitvoering en handelen leiden tot betere resultaten. De kwaliteitskenmerken voor taakuitvoering en handelen dragen hieraan bij. Verder zijn er kwaliteitskenmerken voor de oplossing van het onderhanden probleem en voor de resultaten van handelen. Kwaliteitskenmerken voor Taakuitvoering en Handelen zijn: Goede toepassing van: • Methode, domeinkennis, lessons learned in Taakuitvoering • O3I-patronen, proceskennis, expertise in Handelen Goede mobilisatie van: • Methoden, domeinkennis, lessons learned (indien in competentieniveau) • O3I-patronen, proceskennis, lessons learned (indien in competentieniveau) Goed georganiseerde uitvoering Kwaliteitgerichte uitvoering Effectieve uitvoering Efficiënte uitvoering Informatieve en transparante (begrijpelijke) uitvoering
5/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Kwaliteitskenmerken voor Oplossing en Resultaat van handelen zijn: Verankerd in: • Domeinkennis, lessons learned voor wat betreft de oplossing • Proceskennis en expertise voor wat betreft de oplossing Valide in context Functioneel Duurzaam Relevant Logisch en consistent Precies Informatief en transparant (begrijpelijk) Betrouwbaar De kwaliteitskenmerken zijn nader uitgewerkt in SMAI format: S Specifiek M Meetbaar, waar te nemen, constateerbaar A Activerend, leidend tot verbeteractiviteiten I Inspirerend tot verbetering Het beschreven model is in een casus uitgewerkt voor de minor PeoplePlanitProfit van Hogeschool Utrecht waar studenten in multi-disciplinaire teams werken aan innovatieve praktijkopdrachten.
6/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
1 Samenvatting 1.1
Professionals en kenniswerk
1.1.1 Kenniswerkers De samenleving vraagt het hoger onderwijs professionals (kenniswerkers) op te leiden die een bijdrage kunnen leveren aan de sociale innovatie van de kenniseconomie. Deze kenniswerkende professionals zijn in staat om (Andriessen 2005): •
kennis toe te passen in hun specifieke praktijkcontext,
•
een innovatief, kwalitatief goed resultaat te implementeren in die praktijkcontext,
•
handelingsgericht te leren ‘on the job’,
•
gegeneraliseerde praktijkkennis te ontwikkelen.
De kenniswerker is een professional met andere kwalificaties dan de traditionele, zoals bijvoorbeeld het onderwijsprofiel van Hogeschool Utrecht laat zien (HU 2005). De kennissamenleving vraagt het hoger onderwijs om: • Meer hoogopgeleide professionals (vooral door meer doorstroming in de beroepskolom) • Professionals met een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef en een multiculturele en internationale oriëntatie • Professionals met een brede achtergrond die flexibel inzetbaar zijn maar tegelijkertijd ook expert zijn in specifieke functies • Professionals die kunnen functioneren in relevante kennisnetwerken • Professionals die in staat zijn hun competentieontwikkeling te sturen voor verdere studie, beroepsuitoefening en maatschappelijke participatie • Professionals die hart hebben voor hun werk en in staat zijn tot dienstverlening op maat. Onderwijsprofiel Hogeschool Utrecht 2005
1.1.2 Praktijkrol Uiteraard werkt een kenniswerker als professional op een praktijkdomein. Kenniswerkers houden zich bezig met innovatieve praktijkproblemen die zij methodisch tot een valide (‘het werkt’) en kwalitatief goede (‘het deugt’) oplossing brengen. Zij zijn specialist op hun domein: in hun taakuitvoering passen zij domeinkennis en gebruiken zij daarnaast de ‘lessons learned’ uit de professionele praktijk. Hun taken zijn complex en daarom is werken volgens een methode gewone noodzaak. Aandacht voor kwaliteit is vanzelfsprekend, maar kwaliteit wordt ook geregeld formeel nagegaan (reviewen) om verbeteringen te kunnen realiseren. Kennisontwikkeling, indien aan de orde, maakt integraal onderdeel van hun taakvervulling uit. Hun werkwijze is weergeven in Figuur 1.
7/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Praktijkrol Probleem
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Taakuitvoering
Lessons learned
Valide oplossing HU lectoraat ICT en HO
Figuur 1. Werkwijze van een moderne professional in de praktijk
De praktijkrol van kenniswerkers specifiek tot uiting in de volgenden punten: •
kennis toepassen in specifieke praktijkcontext,
•
een innovatief, kwalitatief goed resultaat implementeren in die praktijkcontext,
•
handelingsgericht leren ‘on the job’,
•
gegeneraliseerde praktijkkennis ontwikkelen.
1.1.3 Handelingsgericht leren De kenniswerkersrol van professionals steunt op handelingsgericht leren: •
kennis toepassen in specifieke praktijkcontext,
•
een kwalitatief goed resultaat implementeren in die praktijkcontext,
•
handelingsgericht leren ‘on the job’,
•
gegeneraliseerde praktijkkennis ontwikkelen.
Voor handelingsgericht leren bestaan verschillende modellen die hun nut bewezen hebben. Zo zijn er de bekende Deming-cyclus: ‘Plan, Do, Check, Act’, en de ‘experiental learning cycle’ van Kolb. Een model dat het voordeel heeft dat het een relatie legt met de werkomgevingen, is het model van Juch (1983) dat veel bij Shell wordt toegepast. De rol van kenniswerker komt tot uiting in een cyclus van activiteiten: Plannen, Doen, Waarnemen en Reflecteren (Figuur 2).
8/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Kenniswerkrol Plannen
Brug
Poort
Doel Reflecteren
Handelen Resultaat
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 2. Handelingsgericht leren van de kenniswerker
Juch onderscheidt vier stijlen van handelingsgericht leren die verbinding leggen met de werk/leeromgeving: De brug: handelingsgericht zijn, plannen tot uitvoering brengen. Het venster: oplettend zijn, ontvankelijk zijn voor informatie en ervaringen. De huid: gevoelig zijn voor informatie en ervaringen, deze inpassen in bestaande referentiekaders. De poort: naar buiten treden met eigen intenties en deze omzetten in plannen; anderen betrekken en er warm voor maken.
1.1.4 De kenniswerkende professional Praktijkrol en handelingsgericht leren van de kenniswerker zijn met elkaar verbonden (Figuur 3).
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Reviewen
Methode
Brug
Taakuitvoering
Poort
Reflecteren
Handelen
Expertise Valide oplossing
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 3. Praktijkrol in verbinding met handelingsgericht leren
9/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
1.1.5 Nadere invulling van de kenniswerk rol In de kenniswerkrol heeft de kenniswerkende professional volgens het 3I-model van Tissen, Andriessen & Lekanne Deprez (1998) drie competentiegebieden: a.
Intellect,
b.
Informatie,
c.
Interactie.
Kenniswerk is echter beperkt voorspelbaar en activiteiten moeten worden georganiseerd, waardoor nog een competentiegebied in beeld komt: d. Organisatie. In dit O3I-model onderscheiden wij aansluitend bij de elementen van handelingsgericht leren (Plannen, Handelen, Waarnemen, Reflecteren) de volgende deelcompetenties: a. Organisatie; rol: Organisator Afbakenen en project ontwikkelen; plan en draagvlak ontwikkelen; plan uitvoeren; kwaliteit van uitvoering beheersen. b.
Intellect; rol: Ontwerper Analyseren; conceptueel modelleren; concepten toepassen; reflecteren op concepten.
c.
Informatie; rol: Onderzoeker Mobiliseren (zoeken en vinden); ontwikkelen; toepassen; evalueren en integreren.
d.
Interactie; rol: Adviseur Interactiebehoefte ontwikkelen; interacties vormgeven; dialoog voeren en interactief samenwerken; interacties beoordelen.
De O3I-activiteiten zijn complex en worden verricht vanuit handelingspatronen (Figuur 4)
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Poort
Doel Reviewen
Methode
Taakuitvoering
Handelen
O3I Patronen
Reflecteren
Resultaat
Valide oplossing
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 4. Werken vanuit patronen in kenniswerkrol 10/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
De rolvervulling van de kenniswerkende professional kan nu compleet in beeld worden gebracht in Figuur 5.
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Lessons learned
Valide oplossing
Doel Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Venster
Poort
Proceskennnis
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 5. De rolvervulling van de kenniswerkende professional
1.2 Niveau’s in rolvervulling Rolvervulling kent niveau’s. Wij kennen allemaal het onderscheid: junior-professional, professional en senior-professional (bijvoorbeeld in: assistent arts, arts, specialist). Waar zitten de niveauverschillen in de competentie van rolvervulling? Van Weert (2001) hanteert de volgende indeling van competentieniveaus voor de rollen van professionals: a. b. c. d.
Opgave gericht Reproductieve roluitvoering; in taakvervulling of handelen is alles afgebakend en bekend,alles is standaard. Taak gericht Door de taak bepaald uitvoerend karakter van rolvervulling; in taakuitvoering of handelen zijn uitvoerende keuzes te maken. Probleem gericht: Door probleem bepaald tactisch karakter van rolvervulling; in taakuitvoerig of handelen zijn tactische keuzes te maken. Situatie gericht: Door de context bepaalde, strategische rolvervulling; in taakuitvoering of handelen zijn strategische keuzes te maken.
Deze niveaus brengt van Weert in verband met de werk/leercontext van professionals uit Figuur 5. In de Tabel 1 staat deze relatie weergegeven.
11/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Praktijkrol
Kenniswerkersrol
Opgave gericht
Taak gericht
Probleem gericht
Situatie gericht
Probleem (wat)
Doel (wat)
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Af te bakenen
Methode (hoe)
O3I Patroon (hoe)
Bekend
Bekend
Te kiezen
Te kiezen
Domeinkennis
Proceskennis
Gegeven
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Uitvoering (wie, wanneer, waar)
Handelen
Reproductief
In te vullen
In te vullen
In te vullen
“Lessons learned”
Expertise
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Valide oplossing
Valide resultaaat
Afgebakend
Af te bakenen
Af te bakenen
Af te bakenen
Tabel 1. De relatie tussen competentieniveau’ en rollen
Als voorbeeld staat het taakgerichte competentieniveau van een kenniswerkende professional weergegeven in Figuur 6. De witte onderdelen zijn gegeven. De gekleurde onderdelen vult de professional zelf in.
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Domeinkennnis
Reviewen
Methode Lessons learned
Valide oplossing
Doel Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Venster
Poort
Proceskennnis
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
12/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Figuur 6. Taakgericht competentieniveau Als tweede voorbeeld staat het probleemgerichte competentieniveau van een kenniswerkende professional staat weergegeven in Figuur 7. De witte onderdelen zijn gegeven. De gekleurde onderdelen vult de professional zelf in.
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Domeinkennnis Doel Reviewen
Methode
Lessons learned
Valide oplossing
Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Proceskennnis Reflecteren
O3I Patronen
Expertise
Venster HU lectoraat ICT en HO
Poort
Huid Waarnemen
Figuur 6. Probleemgericht competentieniveau
1.3 Reviewen en reflecteren Kwalitatief goede taakuitvoering en handelen leiden tot betere resultaten. De kwaliteitskenmerken voor taakuitvoering en handelen dragen hieraan bij. Verder zijn er kwaliteitskenmerken voor de oplossing van het onderhanden probleem en voor de resultaten van handelen. De activiteiten Reviewen en Reflecteren leiden tot verbeteringen en zijn dus toekomst gericht. Reviewen en reflecteren vindt plaats tegen genoemde kwaliteitscriteria die bij voorkeur een operationele vorm hebben, zodat de constatering dat niet wordt voldaan aan het kwaliteitscriterium, meteen leidt tot gerichte verbetering. Operationele kwaliteitscriteria zijn SMAI-geformuleerd: S Specifiek M Meetbaar, waar te nemen, constateerbaar A Activerend, geformuleerd in de vorm van activiteiten I Inspirerend tot verbetering Verbeteracties worden SMARTI geformuleerd: S Specifiek M Meetbaat, waar te nemen resultaat A Activerend, geformuleerd in activiteiten R Realistisch, haalbaar gezien omstandigheden T in Tijd gezet, voorzien van een tijdsplanning
13/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
I
Leren=werken=leren
Inspirerend tot verbetering
Praktijkrol
Kenniswerkrol
Verbeteracties
Verbeteracties
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Proceskennnis Taakuitvoering
Handelen
Lessons learned
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise Goed toegepast Goed gemobiliseerd Goed georganiseerd Kwaliteitgericht Effectief Efficicient Informatief en Transparant
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 7. Terreinen van kwaliteit voor Taakuitvoering en Handelen
Tijdens Reviewen wordt expliciet nagegaan of domeinkennis en lessons learned adequaat zijn toegepast, en – indien van toepassing – hun inhoud adequaat is gekozen. Kwaliteitskenmerken voor Taakuitvoering en Handelen zijn (Figuur 7): Goede toepassing van: • Methode, domeinkennis, lessons learned in Taakuitvoering • O3I-patronen, proceskennis, expertise in Handelen Goede mobilisatie van: • Methoden, domeinkennis, lessons learned (indien in competentieniveau) • O3I-patronen, proceskennis, lessons learned (indien in competentieniveau) Goed georganiseerde uitvoering Kwaliteitgerichte uitvoering Effectieve uitvoering Efficiënte uitvoering Informatieve en transparante (begrijpelijke) uitvoering Kwaliteitskenmerken voor Oplossing en Resultaat van handelen zijn: Verankerd in: • Domeinkennis, lessons learned voor wat betreft de oplossing • Proceskennis en expertise voor wat betreft de oplossing Valide in context
14/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Functioneel Duurzaam Relevant Logisch en consistent Precies Informatief en transparant (begrijpelijk) Betrouwbaar De kwaliteitskenmerken zijn nader uitgewerkt in SMAI format: S Specifiek M Meetbaar, waar te nemen, constateerbaar A Activerend, leidend tot verbeteractiviteiten I Inspirerend tot verbetering
Praktijkrol
Kenniswerkrol
Probleem
Domeinkennnis
Doel
Proceskennnis Reflecteren
Reviewen
Lessons learned
Valide oplossing
Resultaat Expertise
Verankerd Valide in context Functioneel Duurzaam Relevant Logisch consistent Precies Informatief en Transparant Betrouwbaar
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 8. Terreinen van kwaliteit voor Oplossing en Resultaat van Handelen
15/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Praktijkrol
Kenniswerkrol
Verbeteracties
Verbeteracties
Domeinkennnis
Reviewen
Proceskennnis Taakuitvoering
Methode
Handelen
O3I Patronen
Lessons learned
Reflecteren
Expertise Goed toegepast Goed gemobiliseerd Goed georganiseerd Kwaliteitgericht Effectief Efficicient Informatief en Transparant
Praktijkrol
HU lectoraat ICT en HO
Kenniswerkrol
Probleem
Domeinkennnis
Doel
Proceskennnis Reflecteren
Reviewen
Lessons learned
Valide oplossing
Resultaat Expertise
Verankerd Valide in context Functioneel Duurzaam Relevant Logisch consistent Precies Informatief en Transparant Betrouwbaar
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 9. Reviewen en Reflecteren
16/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
2 Casus: minor PeoplePlanetProfit Hogeschool Utrecht, Faculteit Natuur en Techniek, Instituut Bebouwde Omgeving People Planet Profit: (re)search for sustainable urban development. Think global, act local Minor PPP Een HBO minor, waarin studenten gedurende een periode van een semester (ca. een half jaar) werken aan een onderzoeksopdracht. De minor wordt aangeboden in het najaarssemester van begin september tot eind januari aan derdejaars studenten. Het minorprotocol is een draaiboek, waarin het proces en de fasering is beschreven, de begeleiding en de wijze van toetsing en beoordeling. Short courses bieden ondersteuning bij het werken. Er zijn twee onderzoekslocaties: Zuid-Afrika en Nederland. In Nederland gaat het om onderzoek naar de revitalisering van stedelijke gebieden in de stad Utrecht. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld: locaties voor geluidswalwoningen, bouwen in/op het water, externe veiligheid en duurzame revitalisering van de wijk Lombok). Studenten van verschillende opleidingen en/of afdelingen werken in multi-disciplinaire virtuele adviesgroepen (3 a 4 studenten) aan vooraf opgestelde onderzoeksopdrachten. Elke student brengt daarbij eigen expertise in: bouwtechniek, planologie en stedenbouw, mediatechnologie, journalistiek etc. De minor wordt afgerond met een presentatie aan alle betrokkenen. Kenniscirculatie De onderzoeken hebben een continu karakter: onderzoeksvragen worden door opvolgende groepen opgepakt en voortgezet. Hierdoor kan gebruik worden gemaakt van elkaars kennis en daarop voortgeborduurd. Het project beoogt deze kennis te verzamelen, te waarmerken en beschikbaar te stellen, zowel voor studenten als de opdrachtgevers. In het PPP-minor onderwijs wordt professioneel gewerkt in specifieke functies. Het gaat daarbij om drie dingen: • beantwoorden van een praktijkvraag, • beantwoorden van een gerelateerde kennisvraag (onderzoeksvraag), • ontwikkelen van competenties. Praktijkvraag en Kennisvraag worden verwoord in een advertentietekst waarop studenten kunnen solliciteren. De advertentie geeft ook een beeld van de functies die studenten kunnen vervullen en de bijbehorende competenties. 2.1
Advertentietekst
Het Kenniscentrum Gebouwde Omgeving heeft een interessante opdracht verworven van de gemeente Utrecht. Voor de ontwikkeling van het voormalige Cereol-terrein wordt gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is een plan te ontwikkelen binnen de gegeven ruimtelijke en financiële randvoorwaarden, waarbij de culturele en creatieve bedrijvigheid die nu in de gebouwen zijn gevestigd in het plan worden opgenomen. Dit nieuwe plan zal in nauwe samenspraak met de buurtgroepen worden ontwikkeld. Een uitgebreide beschrijving van de gestelde vraag vindt op onze website: http://www.XXXX.hu.nl.
17/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Het Kenniscentrum zoekt tevens antwoord op de vraag hoe de gangbare praktijk van stedelijke vernieuwing door vroegtijdig ontwerpen van alternatieve plannen kan worden verbeterd. Wij zoeken gemotiveerde junior-medewerkers voor het projectteam dat een oplossing voor de gestelde vragen gaat ontwerpen. Gezocht worden een aankomend vastgoedontwikkelaar (m/v) en domeinexperts (m/v) met een planologische, juridische, bouwkundige of communicatie achtergrond. De vastgoedontwikkelaar treedt op als projectmanager. Aankomend Vastgoedontwikkelaar (m/v) U bent als vastgoedontwikkelaar in staat om conform de binnen onze organisatie gangbare methoden een projectteam te managen en het planvormingsproces te ontwerpen en te begeleiden. Uw relatie tot het projectteam is die van meewerkend voorman. Daarnaast bent u in staat om conform de binnen onze organisatie gebruikelijke methode het proces van kennisontwikkeling te managen. Taken: • Managen van een projectteam conform projectmethode • Begeleiden van een complex planvormingsproces conform planvormingsmethode • Begeleiden van kennisontwikkelingsproces conform onderzoekmethode • Haalbaarheidsonderzoek uitvoeren zoals binnen onze organisatie gebruikelijk • Opstellen programma van eisen conform het door ons gehanteerde format Domeinexpert (m/v) U bent als domeinexpert in staat …… Uitgebreide functiebeschrijvingen vindt u op onze website: http://www.XXXXX.hu.nl Uw gemotiveerde sollicitatie kunt u richten aan: [email protected]. Nadere infomatie kunt u krijgen bij Rien van Stigt ([email protected]) of Debby Goedknegt ([email protected]).
2.2
Uitgebreide beschrijving Praktijkvraag op website
Het Cereol-terrein ligt in de populaire woonbuurt Oog in Al in Utrecht, naast het park Oog in Al en aan het Merwedekanaal. De Mozartlaan en de Everard Meijsterlaan vormen samen de belangrijkste wegen in het gebied. Uitgangspunten Op het terrein van de voormalige Sojafabriek Cereol en de aangrenzende terreinen van TPG en KPN komen ruim 200 woningen met ondergrondse parkeergelegenheid, een bibliotheek met ondersteunende horeca en een grand café of restaurant. Bovendien zal de Mozartlaan worden doorgetrokken in de richting van het Merwedekanaal. Met dit plan krijgt het gebied een kwaliteitsimpuls die past bij de gemeentelijke visie op de Merwedekanaalzone.
18/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Door de integrale ontwikkeling van de drie terreinen ontstaat een gebied van 2,55 hectare met mogelijkheden om zowel de wijk Oog in Al op een verantwoorde manier af te ronden als om het Cereolterrein op een passende manier te herontwikkelen.
Tegelijk wordt er gestreefd naar een hoge opbrengst. Dit is noodzakelijk vanwege de uitkoop van de fabriek en de kosten die daarnaast zijn gemaakt om hinder (stof, stank, verkeersoverlast) voor de wijk weg te nemen. Er is gekozen voor nadruk op de woonbestemming, waarbij enkele essentiële functies toegevoegd zijn die de meerwaarde van het gebied versterken. De rijksmonumentale gebouwen van Cereol worden behouden en krijgen een nieuwe functie. Omschrijving van de functies die in het gebied worden ontwikkeld Wonen Het gevarieerde woningaanbod komt tegemoet aan de wensen van een breed publiek: starters, gezinnen en ouderen. Het woongebied van Oog in Al wordt afgerond in de stijl van Berlage met zogenaamde stadsvilla’s langs een verlenging van de Mozartlaan. In verband met de gewenste opbrengsten wordt de bebouwing op sommige plaatsen enkele lagen hoger dan de huidige bebouwing. De nieuwbouw zal de stijl en sfeer van het industriecomplex versterken. Openbare ruimte De openbare ruimte kent twee sferen. Aansluitend op de woonwijk Oog in Al en de Mozartlaan wordt de parkrand in de richting van het Merwedekanaal doorgezet. Het tuinstedelijke karakter staat hier centraal. Op en rond het fabriekscomplex gaat het vooral om het robuuste industriële karakter van de openbare ruimte.
19/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Openbare bibliotheek In het oude fabrieksgebouw, dat een Rijksmonument is, wordt een bibliotheekaccommodatie ingericht. Voor meer informatie: www.cereol.nl. 2.3 Functiebouwwerk op website Het Kenniscentrum Gebouwde Omgeving heeft voor Vastgoedontwikkelaars de onderstaande functieopbouw. Zie voor een verklaring van de kleurcodering Tabel 2.3.A
Senior – Vastgoedontwikkelaar U bent als senior-vastgoedontwikkelaar in staat de praktijksituatie naar uw hand te zetten (functievervulling rood). U haalt opdrachten binnen, formeert een projectteam en ontwerpt en begeleidt het planvormingsproces en het kennisontwikkelingsproces. Taken • Dialoog voeren met de opdrachtgever • Draagvlak creëren in de organisatie van de opdrachtgever • Managen van projectteam • Ontwerpen en begeleiden van een complex planvormingsproces • Ontwerpen en begeleiden van een complex proces Reviewen van kennisontwikkeling • Haalbaarheidsonderzoek • Opstellen programma van eisen • ‘Lessons learned’ vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik • U weet uw professionele niveau van kenniswerk te handhaven op het hoogste niveau.
Praktijkrol Probleem
Domeinkennnis
Methode
Taakuitvoering
Lessons learned
Valide oplossing HU lectoraat ICT en HO
Vastgoedontwikkelaar U bent als vastgoedontwikkelaar in staat om bij gegeven opdracht een geformeerd projectteam te leiden (functievervulling oranje). U ontwerpt en begeleidt het planvormingsproces en het kennisontwikkelingsproces. Taken Praktijkrol • Binnen een afgebakende opdracht de dialoog voeren met de opdrachtgever Probleem • Bij de opdrachtgever draagvlak creëren Domeinkennnis • managen van projectteam • Ontwerpen en begeleiden van een complex Reviewen Methode planvormingsproces • Ontwerpen en begeleiden van een complex Lessons learned proces van kennisontwikkeling • Haalbaarheidsonderzoek Valide oplossing • Opstellen programma van eisen • ‘Lessons learned’ vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik • U weet uw professionele niveau van kenniswerk stelselmatig te verbeteren.
Taakuitvoering
HU lectoraat ICT en HO
20/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Aankomend Vastgoedontwikkelaar U bent als aankomend vastgoedontwikkelaar in staat conform binnen onze organisatie gangbare methoden een projectteam te leiden, het planvormingsproces en het proces van kennisontwikkeling te begeleiden (functievervulling groen). Praktijkrol
Taken Probleem • Managen van projectteam conform projectmethode • Begeleiden van een complex planvormingsproces Domeinkennnis conform onze planvormingsmethode • Begeleiden van een complex proces van kennisontwikkeling Reviewen Methode conform onze onderzoeksmethode Lessons learned • Haalbaarheidsonderzoek uitvoeren zoals binnen onze organisatie gebruikelijk Valide oplossing • Opstellen programma van eisen conform ons gehanteerde format • ‘Lessons learned’ vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik • U weet uw professionele niveau van kenniswerk stelselmatig te verbeteren.
Praktijkrol
Taak gericht
Probleem gericht
Situatie gericht
Probleem (wat)
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Af te bakenen
Methode (hoe)
Bekend
Te kiezen
Te kiezen
Domein-kennis
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Uitvoering (wie, wanneer, waar)
In te vullen
In te vullen
In te vullen
“Lessons learned”
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Valide oplossing
Af te bakenen
Af te bakenen
Af te bakenen
Taakuitvoering
HU lectoraat ICT en HO
Tabel 2.3A Invulling van de praktijkrol op verschillend niveau
21/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
2.4 Nadere taakinvulling aankomend vastgoedontwikkelaar Als aankomend vastgoedontwikkelaar bent u in staat voor gegeven probleem uw taken resultaatgericht uit te voeren volgens een bij ons gebruikelijke methode, onder gebruikmaking van beschikbare domeinkennis en zo te komen tot een valide resultaat. U bent daarnaast in staat relevante ‘lessons learned’ te mobiliseren en toe te passen. Tevens bent u in staat volgens onze standaardwerkwijze resultaten te valideren en er kwaliteitsreviews op uit te voeren. Hieruit weet u nieuwe ‘lessons learned’ af te leiden voor hergebruik. U bent in staat om deze taken gezamenlijk met een projectteam uit te voeren en dit te managen. U weet uw niveau van kenniswerk daarbij stelselmatig te verbeteren. Uw functievervulling vindt plaats op niveau groen.
Praktijkrol
Kenniswerkrol
Probleem
Plannen
Brug
Domeinkennnis
Reviewen
Methode Lessons learned
Valide oplossing
Doel Taakuitvoering
Handelen Resultaat
Venster
Poort
Proceskennnis
O3I Patronen
Reflecteren
Expertise
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
U vervult de volgende taken: Taak Managen van een team dat binnen de gestelde voorwaarden volgens onze gebruikelijke projectmethode een project realiseert. Activiteiten Binnen door ons gestelde kaders de dialoog voeren met opdrachtgever(s) over middelen en bevoegdheden Plan van Aanpak maken met o.a. SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) maken van de doelen en activiteiten Teamwerk managen Beheersen van de projectkwaliteit door kennis mobiliseren, valideren en reviewen conform de bij ons gebruikelijke werkwijze Ervaringen vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik
22/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Kwaliteit van Plan van Aanpak en projectresultaten (praktijkresultaat en kennisresultaat) Team performance
Taak Het volgens onze gebruikelijke standaarden ontwerpen en begeleiden van een planvormingsproces waarbij vele actoren zijn betrokken, afkomstig uit diverse disciplines. Activiteiten In beeld brengen van actoren Opdracht analyseren op taken Plannings- en organisatieschema’s maken Planvormingsvergaderingen plannen en voorzitten Planning bewaken en eventueel bijstellen Proces bewaken en zo nodig initiatieven ontplooien Goed communiceren, rekening houdend met de uiteenlopende actoren Schriftelijk en mondeling rapporteren Ervaringen vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik
U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Efficiënte en doelmatige samenwerking tussen betrokkenen Goed en duurzaam plan voor alle partijen
Taak Het volgens onze gebruikelijke standaarden ontwerpen en begeleiden van een proces van kennisontwikkeling met vele actoren, afkomstig uit diverse disciplines. Activiteiten In beeld brengen van actoren Opdracht analyseren op gevraagde contextkennis, methodenkennis en oplossingkennis Relevante kennis mobiliseren Relevante menskracht mobiliseren Plan van Aanpak maken met o.a. SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden) maken van de doelen en activiteiten Teamwerk managen Beheersen van de projectkwaliteit door kennis mobiliseren, valideren en reviewen conform kennisontwikkelingsmethode Ervaringen vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik
U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Efficiënte en doelmatige samenwerking tussen betrokkenen Kwaliteit van de ontwikkelde kennis
23/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Taak Conform onze gebruikelijke standaarden de haalbaarheid van ontwikkelde plannen onderzoeken. Activiteiten Vaststellen van de taakstelling/opgave en afbakenen aandachtsgebied (domein bepalen) Inventariseren van wensen en belangen van betrokken partijen Vaststellen van uitgangspunten voor de (fysische) duurzaamheidaspecten Overleggen, onderhandelen met diverse partijen Uitvoeren markt-/klantonderzoek Maken risicoanalyse en een procesanalyse Ervaringen vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Een voor partijen bruikbare startnotitie die aan de daaraan te stellen professionele eisen voldoet
Taak Conform onze gebruikelijke standaarden een programma van eisen opstellen Activiteiten Inventariseren, analyseren en formuleren van: o procedurele eisen o functionele eisen o prestatie-eisen o technische eisen o financiële eisen o minimaal noodzakelijke informatie voor het verdere ontwerp o maatschappelijke, economische en technische risico’s Overleggen en onderhandelen met betrokken partijen over geformuleerde eisen Ervaringen vastleggen en terugkoppelen voor hergebruik U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Opgeleverd programma van eisen
Taak Conform onze gebruikelijke standaarden ‘lessons learned’ identificeren en verifiëren Activiteiten Inventariseren Analyseren Formuleren Verifiëren Presenteren U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Relevantie, diepgang en effectiviteit van ‘lessons learned’
24/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Taak Verbeteren van het professionele niveau van kenniswerk (kenniswerkrol) Activiteiten Overtuigend in kaart brengen van uw huidige competentieniveau Opstellen van een Persoonlijk OntwikkelingsPlan Verbeteren van uw competentie als: • Lerende professional • Organisator • Ontwerper • Onderzoeker • Adviseur U wordt beoordeeld op de volgende resultaten Mate waarin u de voornemens uit uw Persoonlijk OntwikkelingsPlan aantoonbaar heeft waargemaakt
2.5
Nadere invulling van de taak “Verbeteren professionele uitvoering kenniswerk” (kenniswerkrol) Als aankomend vastgoedontwikkelaar (functievervulling groen), bent u in staat uw niveau van kenniswerk stelselmatig te verbeteren. Tabel 2.5a brengt de niveaus van rolvervulling in kaart.
Kennis-werkersrol
Taak gericht
Probleem gericht
Situatie gericht
Doel (wat)
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Af te bakenen
O3I Patroon (hoe)
Bekend
Te kiezen
Te kiezen
Proces-kennis
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Handelen
In te vullen
In te vullen
In te vullen
Expertise
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Valide resultaaat
Af te bakenen
Af te bakenen
Af te bakenen
Tabel 2.5A Invulling van de kenniswerkrol op verschillend niveau
25/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
2.5.1 Lerende professional Onze organisatie werkt in een scherp concurrerende markt waar voortdurend op nieuwe ontwikkelingen moet worden ingespeeld. Daarom eisen wij van onze medewerkers dat zij de rol van lerende professional waar maken. Van u als aankomend vastgoedontwikkelaar vragen wij in uw handelen een kritisch lerende aanpak (rolvervulling groen): o Bij gegeven doel bepaalt u via analyse een aanpak van handelen, o U voert deze aanpak uit, o U verzamelt feedback op uw handelen en het resultaat daarvan, o U reflecteert op deze feedback en o U past via hernieuwde analyse uw aanpak aan.
Kenniswerkrol Plannen
Brug
Poort
Doel Taakuitvoering
Reflecteren
Handelen Resultaat
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
U hebt daarbij oog voor uw eigen mogelijke leerbarrières: De brug: u heeft problemen om handelingsgericht te zijn, om gemaakte plannen tot uitvoering brengen. Het venster: u heeft problemen met oplettend zijn en bent minder ontvankelijk voor informatie en ervaringen. De huid: u bent minder gevoelig voor ontvangen informatie en ervaringen; u hebt problemen deze in te passen in uw bestaande referentiekaders. De poort: u hebt problemen met naar buiten treden met uw gedachten en intenties, en deze in concrete plannen om te zetten; ook is het lastig anderen te betrekken en warm te maken.
2.5.2 De O3I-kenniswerkrollen Naast de rol van lerende kenniswerker vervult u nog vier andere kenniswerkrollen, op de O3I-gebieden: a. Organisatie: afbakenen; plan ontwikkelen; plan uitvoeren; kwaliteit van uitvoering beheersen. b. Intellect: analyseren; conceptueel modelleren; concepten toepassen; reflecteren op concepten. c. Informatie: mobiliseren (zoeken en vinden); ontwikkelen; toepassen; evalueren en integreren. d. Interactie: dialoog voeren; interactief werken in team; actief zijn in netwerken; interacties beoordelen.
26/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Uw rollen op deze vier gebieden zijn respectievelijk: a. Organisator (Gebied: Organisatie) b. Ontwerper (Gebied: Intellect) c. Onderzoeker (Gebied: Informatie) d. Adviseur (Gebied: Interactie) In Tabel 2.5B zijn de aandachtsgebieden binnen elke rol weergegeven.
Organisator
Ontwerper
Onderzoeker
Adviseur
Organisatiecompetenties
Intellectuele competenties
Informatie competenties
Interactie competenties
Vraag en project ontwikkelen
Situatie analyseren
Kennis mobiliseren
Interactiebehoefte ontwikkelen
Planvorming Draagvlak creëren
Conceptueel modelleren
Kennis ontwikkelen
Interacties vormgeven
Uitvoering
Modellen toepassen
Kennis toepassen
Dialoog voeren Interactief samenwerken
Kwaliteitsborging
Kritisch reflecteren op toepassing
Kennis beoordelen
Interacties beoordelen
Tabel 2.5B Aandachtsgebieden in kenniswerkrollen
2.5.3 Aankomend Organisator Binnen uw taken van aankomend vastgoedontwikkelaar vervult u een hoofdrol als aankomend Organisator. Hier liggen extra uitdagingen die tot uiting komen in het niveau van uw rolvervulling (zie Tabel 2.5A). Hoofdrol Organisator Taken U weet middelen en bevoegdheden af te bakenen, een team samen te stellen en het werk te organiseren; u wordt beoordeeld op aanpak, uitvoering en resultaat (rolvervulling oranje) U weet binnen het projectteam draagvlak te creëren voor dit project, voor de door u beoogde kwaliteit van werken en voor uw managementbijdrage; u wordt beoordeeld op uw aanpak, de uitvoering en het resultaat (rolvervulling oranje)
27/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
U weet uw activiteiten en de projectactiviteiten te organiseren en een Plan van Aanpak te ontwikkelen; u wordt beoordeeld op aanpak, uitvoering en resultaat (rolvervulling groen) U weet de kwaliteit van het project, de bijdrage van teamleden aan het project en hun competentieontwikkeling te borgen; u wordt beoordeeld op aanpak, uitvoering en resultaat (rolvervulling groen)
2.5.4 Aankomend Ontwerper Binnen uw taken wordt van aankomend vastgoedontwikkelaar vervult u de rol van aankomend Ontwerper. Rol Aankomend Ontwerper Taken De situaties waarmee u wordt geconfronteerd analyseren volgens gebruikelijke analysemethoden en beschikbare rolpatronen; u wordt beoordeeld op uitvoering en resultaat (rolvervulling groen) De problemen op de gebruikelijke wijze en volgens beschikbare rolpatronen conceptueel modelleren; u wordt beoordeeld op rolvervulling en resultaat (rolvervulling groen) Modellen toepassen en uitwerken; u wordt beoordeeld op uw keuze van wijze van uitwerking, aanpak, uitvoering en resultaat (rolvervulling oranje) Volgens gebruikelijke reviewmethoden en beschikbare rolpatronen kritisch reflecteren op de uitwerking; u wordt beoordeeld op uitvoering en resultaat (rovervulling groen)
2.5.5 Aankomend Onderzoeker Binnen uw taken wordt van aankomend vastgoedontwikkelaar vervult u de rol van aankomend Onderzoeker. Rol Aankomend Onderzoeker Taken De kennis mobiliseren die ondersteunend is aan de taken van vastgoedontwikkelaar; u wordt beoordeeld op de volledigheid van de mobilisatie, de presentatie, de bruikbaarheid en de deugdelijkheid van de gevonden kennis (rolvervulling groen) Daarnaast weet u op de gebruikelijke wijze en op basis van beschikbare rolpatronen de kennis te mobiliseren die ondersteunend is bij de beantwoording van de gestelde kennisvraag; u wordt beoordeeld op de uitvoering, de presentatie, bruikbaarheid, deugdelijkheid en diepgang van de gemobiliseerde kennis (rolvervulling groen) U ontwikkelt op gebruikelijke wijze en op basis van beschikbare rolpatronen kennis rond ‘lessons learned’ van het project, zowel ten aanzien van de taken van vastgoedontwikkelaar als ten aanzien van de
28/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
werkwijze en resultaten in het uitgevoerde project ; u wordt beoordeeld op de uitvoering, de presentatie, de bruikbaarheid, de deugdelijkheid en de diepgang van ‘lessons learned’ (rolvervulling groen) Daarnaast weet u op de gebruikelijke wijze en op basis van beschikbare rolpatronen gevraagde nieuwe kennis te ontwikkelen; u wordt beoordeeld op de uitvoering, de presentatie, bruikbaarheid, deugdelijkheid en diepgang van de ontwikkeld kennis (rolvervulling groen)
U weet gemobiliseerde kennis toe te passen in uw werk; u wordt beoordeeld op de wijze van toepassen en de kwaliteitsverhoging als resultaat van de toepassing (rolvervulling oranje) U weet ontwikkelde kennis toe te passen in de gegeven praktijksituatie; u wordt beoordeeld op de wijze van toepassen en het resultaat van de toepassing (rolvervulling oranje) U beoordeelt de toepassing van de gemobiliseerde en ontwikkelde kennis volgens de bij ons gebruikelijke standaard; u wordt beoordeeld op toepassing van de standaard en de kwaliteit van de beoordeling (rolvervulling groen)
2.5.6 Adviseur Binnen uw taken van aankomend vastgoedontwikkelaar vervult u de hoofdrol van Adviseur. Hier liggen extra uitdagingen die tot uiting komen in het niveau van uw rolvervulling (zie Tabel 2.5A). Hoofdrol Adviseur Taken Dialoog voeren met stakeholders, projectsponsor, gebruikers en anderen; u wordt beoordeeld op uw aanpak en rolvervulling, de door u gekozen middelen, de uitvoering van de dialoog en de door uw dialoogpartners gepercipieerde kwaliteit (rolvervulling oranje) Interactief samenwerken in team; u wordt beoordeeld op uw aanpak en werkwijze, de uitvoering en de door uw teampartners gepercipieerde kwaliteit van uw bijdrage (rolvervulling oranje) Actief deel uit maken van de aanwezige netwerken; u wordt beoordeeld op de kwaliteit van uw bijdrage aan het netwerk en de kwaliteit van uw bijdrage vanuit het netwerk (rolvervulling groen) Interacties en activiteiten beoordelen volgens de gegeven standaarden en rolpatroenen; u wordt beoordeeld werkwijze en de kwaliteit van de beoordeling (rolvervulling groen)
Tabel 2.5C geeft een totaal overzicht over de invulling van de kenniswerkrollen.
29/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Lerende professional
Organisator
Ontwerper
Onderzoeker
Adviseur
Leer competenties
Organisatiecompetenties
Intellectuele competenties
Informatie competenties
Interactie competenties
Plannen
Vraag en project ontwikkelen
Situatie analyseren
Kennis mobiliseren
Interactie Behoefte ontwikkelen
Handelen
Draagvlak creëren
Conceptueel modelleren
Kennis ontwikkelen
Interacties vormgeven
Waarnemen
Planvorming en uitvoering
Modellen toepassen
Kennis toepassen
Dialoog voeren Interactief werken
Reflecteren
Kwaliteitsborging
Kritisch reflecteren op toepassing
Kennis beoordelen
Interacties beoordelen
Tabel 2.5C Overzicht van de kennis rolvervulling
30/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
3 Achtergrond Onderstaande is gebaseerd op: “Hoger onderwijs voor kenniswerkers” (van Weert 2005)
3.1 Kenniseconomie en kenniswerk De begrippen ‘kenniseconomie’ en ‘kenniswerker’ zijn nauw met elkaar verbonden, maar ook met Informatie en Communicatie Technologie. Aan de bron liggen snelle technologische ontwikkelingen, wereldwijde concurrentie en toenemende complexiteit en diversiteit in activiteiten. In de kenniseconomie draait het om economische groei door innovatie van producten en diensten.(Kennis)werkers moeten zich steeds opnieuw aan nieuwe situaties aanpassen. Kenniswerk impliceert dus een Levenlang Leren (‘LifeLong Learning’). Maar kenniswerk impliceert ook kennisontwikkeling om het bedrijf of de organisatie in de innovatie te ondersteunen. Een deel van de benodigde kennis voor innovatie is in de regel te mobiliseren door die van elders te halen (hergebruik van kennis), maar een ander deel moet, gezien het strategische belang, zelf worden ontwikkeld. Kennisontwikkeling wordt daarmee steeds meer een normale taak van de kenniswerker. Kennisontwikkeling is gedemocratiseerd en ‘kennis maken’ geworden. De penetratie van ICT en het Internet lijken bij te dragen aan de ontwikkeling van nieuwe kennis en nieuwe houdingen ten opzichte van kennis. Het begrip ‘kennis’ is uitgebreid van puur theoretische kennis (oude kennis) naar meer toepassingsgeoriënteerde kennis (nieuwe kennis). De kennis moet een directe bijdrage leveren aan het oplossen van problemen in de praktijk die met innovatie van producten en diensten in de kenniseconomie samenhangen. Niet de nieuwsgierigheid van de kenniswerker, maar de situaties in de praktijk bepalen de innovatieagenda.. De kennis moet daarbij niet (alleen) beschrijven en verklaren, maar (ook) verbeteren. Verbeteren betekent in de meeste gevallen het veranderen van situaties waarin mensen een rol spelen, het gaat veelal om interveniëren. 3.2 Lerende organisatie Innovatie maakt competentieontwikkeling noodzakelijk, zowel van individuele kenniswerkers als van kennisorganisaties. Die competentieontwikkeling maakt het mogelijk om te blijven opereren in de veranderende omgeving. Daaruit is het beeld ontstaan van de ‘lerende kennisorganisatie’, een ICTintensieve kennisorganisatie die zich permanent aanpast aan de veranderende samenleving (innoveren en leren), die kan concurreren op toegevoegde waarde en kennis en die snel kan reageren met maatwerk, aangepast aan de situatie. Kenmerkend voor een lerende kennisorganisatie is dat deze (Andriessen 2005): • in staat is de veranderingen in de omgeving bij te houden, •
op basis hiervan doelen, waarden en normen ter discussie stelt en aanpast,
•
koers en manier van organiseren van de eigen organisatie voortdurend bijstelt,
•
in staat is te voorkomen dat ze gevangen wordt in ‘single-loop learning’.
Had de industriële organisatie een ‘small brain’ en een ‘large body’, de lerende organisatie is ‘all brains’. De cultuur in een lerende kennisorganisatie is gericht op kwaliteiten (Andriessen 2005):
31/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
•
Leren=werken=leren
ongelijkheid wordt erkend; professionals zijn als mens gelijkwaardig, maar verschillen in competentie en affiniteit,
•
mensen worden gemobiliseerd op kwaliteit en affiniteit, niet op taken en targets,
•
er wordt gestuurd op vergroten van kwaliteit door leren en kennisuitwisseling,
•
de cultuur is actiegericht en niet documentgericht.
Sleutelelementen voor succes van lerende kennisorganisaties liggen in de ‘driehoek van Joiner’ (Joiner 1994): 1. kwaliteitsbewustzijn en toegevoegde waarde voor de vraagsteller (klant), 2.
wetenschappelijke aanpak leidend tot voortdurende verbeteringen,
3.
omgeving van teamwerk en samenwerking.
3.3 Kenniswerk Kenniswerk plaats in een lerende kennisorganisatie waar in multi-disciplinaire of multi-professionele teams gewerkt wordt aan de ontwikkeling van kennisintensieve, innovatieve resultaten. De kenniswerker heeft daarbij een grote verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het resultaat. Tijdens het kenniswerk wordt ook permanent geleerd (‘lifelong learning’) en wel op twee manieren: • door competentieontwikkeling (ontwikkeling van ‘tacit knowledge’), •
door kennisontwikkeling (ontwikkeling van ‘explicit knowledge’).
Dit leren maakt het de kenniswerker zelf én de lerende kennisorganisatie mogelijk ‘het beter te doen’ en ‘te innoveren’ (Figuur 10).
Kenniswerker ik ntw tieo
UitgangsBasis positie
ng keli
en pet Com Resultaatontwikkeling Kenn isontw ikkeli ng
Kennis
Innovatief Relevant resultaat
Kennis
Kennis Kennis
ICT-ondersteuning -
Figuur 10. De drie elementen van kenniswerk Kenniswerk draait niet alleen om het boeken van innovatieve resultaten: ook competentieontwikkeling en kennisontwikkeling maken er deel van uit. Kennisontwikkeling en ontwikkeling van competenties zijn dus integraal onderdeel van kennisprojecten. In het hoger onderwijs staat competentieontwikkeling centraal. Vraag is welke competenties aankomend kenniswerkers zich eigen moeten maken. 3.4 Kennisprojecten Kenniswerkers houden zich bezig met innovatieve praktijkproblemen die zij methodisch tot een valide (‘het werkt’) en kwalitatief goede (‘het deugt’) oplossing brengen. 32/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
3.4.1 Valideren Een innovatieve vraag uit de praktijk die om een oplossing vraagt, zal meestal projectmatig moeten worden aangepakt en opgelost. Opgelost betekent dat in de actuele praktijk een oplossing is geïmplementeerd, ofwel: het probleem is uit de actuele praktijk verdwenen. Dit betekent dat een oplossing moet worden ontworpen die effectief is in de actuele praktijk: de specifieke context van dít bedrijf of déze organisatie. Om dit te garanderen moet worden nagegaan of aanpak en resultaten ‘valide’ zijn in de praktijkcontext. In het verleden was het niet ongebruikelijk dat experts een oplossing voor een probleem bedachten die “over de schutting werd gegooid”. Deze aanpak is weinig succesvol gebleken. Tegenwoordig worden de “gebruikers” van de te ontwikkelen oplossing nauw bij probleemanalyse en daarna bij ontwerp, ontwikkeling en implementatie van de oplossing betrokken, zodat er goede garantie bestaat dat de oplossing ook echt werkt.‘Valideren’ is het proces waarmee wordt nagegaan dat daadwerkelijk aan de behoefte van de omgeving tegemoet wordt gekomen ‘Valideren’ is daarmee een centraal element in kennisprojecten. 3.4.2 Mobiliseren van kennis Hergebruik van kennis is noodzaak om een goede, werkzame oplossing te kunnen realiseren. Daarbij moet worden nagegaan of er lokaal voldoende kennis beschikbaar is om dit specifieke probleem op te lossen of dat er ook nog kennis van elders nodig is. Consultatie van experts en literatuurstudie zal hierover uitsluitsel moeten geven. Gevonden bruikbare kennis moet worden geïntegreerd met reeds beschikbare kennis en vertaald worden naar de specifieke probleemsituatie
Kenniswerk in de praktijk Probleem
Domeinkennnis
Reviewen
Methode
Taakuitvoering
Lessons learned
Valide oplossing HU lectoraat ICT en HO
3.4.3 Kwaliteit reviewen Maar ook al is een resultaat of oplossing valide, deugt het resultaat dan ook? En hoe moet dat worden vastgesteld? Vroeger ging het vaak om standaardproblemen waarvoor een professional werd ingeschakeld om het probleem op te lossen volgens een gefixeerde en alom bekende kwaliteitsstandaard. In die situatie wisten alle betrokkenen waar zij aan toe waren. Tegenwoordig gaat het echter vaak om innovatieve problemen waarvoor geen gefixeerde kwaliteitsstandaarden beschikbaar zijn en het niet meteen duidelijk is of een oplossingsproces effectief is en of de oplossing kwaliteit heeft. Om toch de kwaliteit van probleemoplossing en resultaat te kunnen garanderen en transparant te maken wordt “reviewing” gebruikt. In de eerste fase van het project worden de kwaliteitscriteria ontwikkeld waaraan een en ander moet
33/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
voldoen. De professionele validiteit van de kwaliteitseisen wordt aangetoond vanuit literatuuronderzoek en expertoordelen. Verder wordt nagegaan of de kwaliteitscriteria in de gegeven probleemcontext valide zijn (zie hierboven bij valideren). En daarna wordt geregeld geverifieerd of het ontwerp/ontwikkelproces en de (tussen)resultaten aan de geformuleerde kwaliteitscriteria voldoen. Zo niet, dan worden verbeteracties ondernomen, ook ten aanzien van de rolvervulling van de ontwerpers/ontwikkelaars. Deze aanpak blijkt succesvol in situaties waar professionals innovatieve problemen aanpakken. De hier gepresenteerde projectmethode voor kenniswerk sluit aan bij de gedachte van “Projectmatig creëren” (Bos & Harting 1998). 3.5 Competenties van de kenniswerker Kenniswerkers zijn personen die in kennisprojecten bijdragen aan de innovatie van producten, diensten en processen in een specifieke context. Omdat zij grote verantwoordelijkheid voor het resultaat van hun primaire taak werken zij volgens geaccepteerde professionele methoden. Zij hebben een helder idee over hun drijfveren en kunnen omgaan met complexiteit en diversiteit. Zij zijn in staat: •
(prescriptieve) kennis toe te passen in de specifieke context,
•
een kwalitatief goed resultaat te implementeren in deze context,
•
te leren ‘on the job’ (‘tacit knowledge’),
•
gegeneraliseerde kennis (‘explicit knowledge’) te ontwikkelen.
3.5.1 Basiscompetentie: handelingsgericht leren Aan de basis van kenniswerk ligt het vermogen tot handelingsgericht leren: leren van wat je doet, leren ‘on the job’. Kritische reflectie staat in dit leren centraal. Voor handelingsgerichte leren bestaan verschillende modellen, zoals bijvoorbeeld de bekende Deming-cyclus: ‘Plan, Do, Check, Act’, of Kolb met de ‘experiental learning cycle’ (Concrete ervaring, Observatie en reflectie, Conceptualiseren, Testen). Een weinig bekend, maar erg veel bij Shell toegepast model is dat van Juch (1983). Ook het model van Juch is cylisch en sluit nauw aan bij de modellen van Deming en Kolb (Figuur 11).
Denken Methode
Huid
Poort
Waarnemen
Plannen
Consequenties
Actiestrategie
Venster
Brug
Doen Acties
Figuur 7. Cirkel van Juch voor handelingsgericht leren
34/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Juch onderscheidt vier stijlen van handelingsgericht leren: 1.
de poort: naar buiten treden met eigen intenties en anderen betrekken en er warm voor maken,
2.
de brug: handelingsgericht zijn, plannen tot uitvoering brengen,
3.
het Venster: ontvankelijk zijn voor informatie en ervaringen,
4.
de huid: informatie inpassen in bestaande referentiekaders.
Een competente kenniswerker verenigt alle vier de stijlen in zich. Deze vier stijlen van leren en werken (poort, brug, venster en huid) kennen ook hun keerzijde. Juch noemt dit leerbarrières: tussen denken en plannen, tussen plannen en doen, tussen doen en waarnemen en tussen waarnemen en denken. De leerbarrière van de poort betreft mensen die voortdurend fantastische ideeën hebben, maar hiervoor geen draagvlak weten te creëren. Ook kunnen ze deze niet vertalen in een planning, waarbij ook anderen zijn betrokken. De brug representeert de leerbarrière van mensen die blijven steken in plannen. Zij maken steeds mooie plannen (ook voor anderen) maar komen niet tot uitvoering. Het venster hoort bij de leerbarrière van mensen die wel veel doen maar niet kijken wat het effect is van hun handelen: ze leren niet van ervaring. De huid tenslotte houdt als het ware tegen dat waargenomen verschijnselen en effecten leiden tot nieuwe inzichten. (leren van feedback). In modernere taal zouden we de leerbarrières ook kunnen omschrijven als geen draagvlak weten te creëren, plannen niet weten om te zetten in daden, niet leren van ervaring en feedback, en niet buiten gebaande paden treden.
Kenniswerkrol Plannen
Brug
Doel
Proceskennnis
Handelen Resultaat
Poort
Reflecteren
Expertise
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
3.5.2 Competentiegebieden: O3I-model Vanuit het project ‘ Virtueel Discursief Kennisnetwerk’ van de Digitale Universiteit is het volgende model ontwikkeld voor de bekwaamheden van de kenniswerker. Volgens dit 3I-model, dat is gebaseerd op (Tissen et al. 1998), zijn er drie terreinen waarop de kenniswerker handelingsgericht leert (Figuur 12): a.
Intellect: cognitief leren (ontwikkelen van concepten en overtuigingen),
b.
Informatie: systeemleren (leren door terugkoppelen van informatie),
c.
Interactie: sociaal leren (leren door interactie met andere mensen).
35/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Figuur 12. 3I-model voor handelingsgericht leren Zoals aangegeven in Figuur 12 onderscheiden Tissen et al. daarbij op elk terrein drie deelcompetenties. Hier breiden wij dit model uit. Kenniswerk is beperkt voorspelbaar en activiteiten moeten worden georganiseerd, waardoor nog een competentieterrein in beeld komt: e. Organisatie (organisatie leren: leren van succes of falen van contextueel handelen). In dit O3I-model onderscheiden wij aansluitend bij de elementen van handelingsgericht leren (Plannen, Handelen, Waarnemen, Reflecteren) de volgende deelcompetenties: e.
Organisatie; rol: Organisator Afbakenen en project ontwikkelen; plan en draagvlak ontwikkelen; plan uitvoeren; kwaliteit van uitvoering beheersen.
f.
Intellect; rol: Ontwerper Analyseren; conceptueel modelleren; concepten toepassen; reflecteren op concepten.
g.
Informatie; rol: Onderzoeker Mobiliseren (zoeken en vinden); ontwikkelen; toepassen; evalueren en integreren.
h.
Interactie; rol: Adviseur Interactiebehoefte ontwikkelen; interacties vormgeven; dialoog voeren en interactief samenwerken; interacties beoordelen.
Onder interactie zijn mede begrepen de zogenaamde ‘soft skills’. Onder informatie is mede begrepen de competentie van kennismanagement om gebruik te kunnen maken van in de lerende organisatie aanwezige kennis en kwaliteiten. Maar de nieuwe professional heeft ook eigen (virtuele) informatienetwerken en expertnetwerken waarin het er om gaat om informatie uit te wisselen tijdens bijeenkomsten, te participeren in vakontwikkeling en gebruik te maken van het informele circuit. Aan de basis van een adequate vervulling van bovenstaande kenniswerk rollen liggen ‘handelingspatronen’, vergelijkbaar met ‘design patterns’. Deze geven richting aan het handelen in een rol op een wijze die vergelijkbaar is met het gebruik van methoden als basis voor de taakuitvoering in de 36/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
praktijk. In het bewust op hoger plan brengen van de rolvervulling spelen deze ‘O3I-patronen’ een essentiële rol.
Kenniswerkrol Plannen
Brug
Poort
Proceskennnis
Doel Handelen
O3I Patronen
Resultaat
Reflecteren
Expertise
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
3.6 Verbondenheid van praktijk en kenniswerk Praktijk en kenniswerk zijn met elkaar verbonden (Figuur 13).
Praktijkrol
Kenniswerkrol Plannen
Probleem
Brug
Poort
Doel Reviewen
Methode
Taakuitvoering
Handelen
O3I Patronen
Reflecteren
Resultaat
Valide oplossing
Venster
Waarnemen
Huid
HU lectoraat ICT en HO
Figuur 13. Verbinding van praktijk en kenniswerk
37/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
3.7 Verbeteren en leren door reflecteren In onderstaande is gebruik gemaakt van www.infed.org (the informal education homepage). Järvinen & Poikela (2001) stellen, zich baserend op (Mezirow 1991), dat reflectie de kern van het leren van volwassenen is en een preconditie voor de vorming van betekenis gevende mentale schema’s die weer leiden tot nieuwe activiteiten. Betekenis is daarbij iets dat zich alleen maar in het brein van een persoon bevindt, en niet een of andere symbolische voorstelling buiten dat brein (Laslo et al. 1995). Bateson (1972), Argyris en Schön (1978) en Engeström (1987) zien reflectie als een mogelijkheid voor mensen om inzicht te krijgen in hoe activiteiten en hun gevolgen samenhangen. Personen kunnen op drie manieren op een potentiële leersituatie reageren: door niet te leren, door impliciet te leren en door expliciet te leren (Jarvis 1987). Het begrip ‘reflectie’ heeft vele interpretaties. Op basis van literatuuronderzoek onderscheidt van Woerkom (2003; p. 46) vier soorten (dimensies) in reflectie: a. b.
c.
d.
De eerste is het begrip ‘reflectie’ zoals Mezirow (1990) reserveert voor een individuele activiteit in een probleem oplossingsproces, die instrumenteel, vaak impliciet, leren ondersteunt. De tweede is het begrip ‘reflectie als sociale interactie’, die er op is gericht impliciete (‘tacit’) kennis expliciet te maken en in het probleemoplossingsproces continue kwaliteitsverbeteringen tot stand te brengen. Deze reflectie leidt tot expliciet leren. De derde is ‘kritische reflectie’, zoals Mezirow reserveert voor een activiteit in het communicatieve domein, die er op is gericht de waarden van de (organisatie)omgeving, expliciet te maken en te verbeteren. Deze reflectie leidt eveneens tot expliciet leren. De vierde is ‘kritische zelfreflectie’ gericht op de emancipatie, dat wil zeggen de ontwikkeling van het individu in de organisatieomgeving; ook hier gaat het om expliciet leren.
‘Reflectie’ verenigt dus zowel verbeteren, als leren in zich. In Reviewen en Reflecteren komen de vier vormen van reflectie samen (Tabel 2). Verbeteringen in taakuitvoering en handelen worden expliciet gemaakt in Taakomschrijving, Methode en O3I-patronen.
Leren
Soort reflectie
Single-loop learning
Impliciet
Reflectie
Doubleloop learning Triple-loop learning
Expliciet
Reflectie in sociale context
Expliciet
Kritische reflectie
Triple-loop learning
Expliciet
Kritische zelfreflectie
Reviewen in Praktijkrol Verbeteren & leren
Reflecteren in Kenniswerkrol Leren & verbeteren Handelen Theory-in-use (Schön)
Taakuitvoering
Handelen
Taakomschrijving Taakuitvoering
Espoused theory (Schön)
Methode Handelen O3I-patroon Tabel 2. Verbetering en leren door (kritische) reflectie
38/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
3.8
Leren=werken=leren
Competentieniveaus
Ellström (1999) onderscheid in leerintensief werk verschillende niveaus (Tabel 3) die bepaald worden door de regulatie van werken (en daardoor leren): a. Reproductief leren: behandeling van routine problemen zonder veel aandacht voor regulatie (die is immers ook standaard) b. Productief leren I: het gaat om problemen die vrijheidsgraden laten in de aan het resultaat te stellen eisen met slechts beperkte aanpassingen van de werkmethode c. Productief leren II: het gaat om problemen die zowel vrijheidsgraden laten in werkmethode als in aan het resultaat te stellen eisen d. Creatief leren: situaties die moeten worden geanalyseerd, werkmethode die gekozen moet worden, resultaateisen die geformuleerd moeten worden.
Probleem Methode Resultaat
Niveaus Reproductief Gegeven Gegeven Gegeven
van Productief I Gegeven Gegeven Te kiezen
leren Productief II Gegeven Te kiezen Te kiezen
Creatief Te kiezen Te kiezen Te kiezen
Tabel 3. Aanpassing op van Woerkom (2003; p. 72)
Van Weert (2001) hanteert een indeling van leer/werksituaties die overeenkomt met die van Ellström (Tabel 4): a. Opgave gerichte situaties: de student leert in een rol, die vooral reproductief is en waarbij standaard problemen worden herkend en opgelost op een standaard wijze; de werkwijze van de student en de resultaten worden beoordeeld ten opzichte van standaardwerkwijzen en standaarduitkomsten. b. Taak gerichte leersituaties: de student leert in een uitvoerende rol waarbij kenmerkende, taak gerelateerde problemen worden opgelost, gebruik makend van taak georiënteerde methoden; de werkwijze van de student en de resultaten worden beoordeeld ten opzichte van standaarden voor het selecteren van methoden van aanpak, de manier van werken en de resultaten. c. Probleem gerichte leersituaties: de student leert in een tactische rol waarbij nietstandaard problemen worden aangepakt met behulp van aan te passen methoden; specificaties voor het resultaat moeten daarbij nog ontwikkeld worden; de werkwijze en resultaten van de student worden beoordeeld ten opzichte van standaarden voor specificaties, selectie van methoden van aanpak, het toepassen daarvan, de manier van werken en de resultaten. d. Situatie gerichte leersituaties: de student functioneert in een, door de context bepaalde, strategische rol, waarin de student zelf relevante problemen en methoden van aanpak moet onderkennen, formuleren en uitwerken; de werkwijze en resultaten van de student worden beoordeeld ten opzichte van standaarden voor het onderkennen van problemen en methoden van aanpak, het toepassen daarvan, de manier van werken en de resultaten.
39/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leer/werksituatie Opgavegericht
Verantwoordelijkheid voor Beoordeling Ontwikkeling
Taakgericht
Methode Beoordeling Ontwikkeling
Probleemgericht
Resultaat Methode Beoordeling Ontwikkeling
Situatiegericht
Probleem Resultaat Methode Beoordeling Ontwikkeling
Leren=werken=leren
Beschikbaar
Manier van werken
Rol
Type kennis
Probleem Standaard voor resultaat Standaardmethode Beoordelingsnorm Probleem Standaard voor resultaat Meta-standaard voor methode Beoordelingsnorm Probleem Standaard voor resultaat Meta-standaard voor methode Beoordelingsnorm Meta-standaard voor probleem Meta-standaard voor resultaat Meta-standaard voor methode Beoordelingsnorm
Voorgeschreven
Reproductief
Know What
Aangepast
Uitvoerend
Know How
Afhankelijk van probleem en context
Tactisch
Know Why
Afhankelijk van situatie Strategisch
Care Why
Tabel 4. Karakteristieken van leersituaties (Weert 2001; p. 49) Als deze niveaus van complexiteit vertaald worden naar praktijkrol en kenniswerkrol ontstaat het volgende beeld (Tabel 5).
Praktijkrol
Kenniswerkersrol
Opgave gericht
Taak gericht
Probleem gericht
Situatie gericht
Probleem (wat)
Doel (wat)
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Afgebakend gegeven
Af te bakenen
Methode (hoe)
O3I Patroon (hoe)
Bekend
Bekend
Te kiezen
Te kiezen
Domeinkennis
Proceskennis
Gegeven
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Uitvoering (wie, wanneer, waar)
Handelen
Reproductief
In te vullen
In te vullen
In te vullen
“Lessons learned”
Expertise
Gegeven
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Te mobiliseren
Valide oplossing
Valide resultaaat
Afgebakend
Af te bakenen
Af te bakenen
Af te bakenen
Tabel 5. De relatie tussen competentieniveaus en rollen 40/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
De onderscheiden niveaus van complexiteit maken het mogelijk om de volle complexiteit van de academische of de beroepspraktijk concentrisch te benaderen. Kenniswerkers en aankomende kenniswerkers (studenten) doorlopen een loopbaan die zich van een reproductieve rol naar een strategische rol ontwikkelt; zij krijgen in die loopbaan te maken met werk/leersituaties die bij deze rollen passen. In opgave gerichte werk/leersituaties is van alles voorgeschreven; wat overblijft is de voorschriften uitvoeren. In taakgerichte werk/leersituaties zijn probleem en randvoorwaarden gegeven; daarbinnen is nog vrijheid van handelen. In probleemgerichte werk/leersituaties is het probleem gegeven, maar is er ruimte om het probleem op verschillende manieren aan te pakken, met mogelijk ook variatie in resultaat. In de situatiegerichte werk/leersituatie wordt het aan de (aankomend) professional overgelaten om de situatie te beoordelen en zinnige resultaten te boeken.
41/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
4 Referenties Argyris, M. & D. Schön (1974) Theory in Practice. Increasing professional effectiveness, San Francisco: Jossey-Bass. Argyris, C. & D. A. Schön (1978) Theory in practice. Jossey-Bass, San Francisco, CA. Bateson, G. (1972) Steps of ecology of mind. Ballantine Books, New York, NY. Andriessen, Daan (2005) Presentatie “Bekwaamheden van kenniswerkers,Denken in ontwikkeling”, versie 8 juni 2005, Hogeschool InHolland. Ellström, P. E. (1999) Integrating learning and work: problems and prospects. Contribution to the Forum workshop Learning in Learning Organizations. University of Evora. Engeström, Y. (1987) Learning by expanding. An Activity Theoretical approach to developmental research. Orienta-Konsultit, Helsinki. Geerding, Arie & Pieter Jongepier (2002) Naar een hanteerbaar competentiebegrip. Nijmegen: IOWO, Radboud Universiteit. Hogeschool Utrecht (2005) Onderwijsprofiel Hogeschool Utrecht, Kader voor innovaties 2005-2007. Utrecht: Hogeschool Utrecht. Järvinen, A. & E. Poikela (2001) Modelling reflective and contextual learning at work. Journal of Workplace Learning Vol. 13 (8), pp. 282-289. Jarvis, P. (1987) Adult learning in the social context. Croom Helm, New York. Juch, B. (1983) Personal Development Theory and Practice in Management Training. Chichester, UK: John Wiley & Sons. Laslo, E., I. Masulli, R. Artigiani & V. Csanyi (Eds.) (1995) The evolution of cognitive maps. New paradigms for the Twenty-First Century. Gordon & Breach, Luxembourg. Mezirow, J. (1991) Transformative dimensions of adult learning. Jossey-Bass, San Francisco, CA. Simons, Robert-Jan & Tom van Weert (2005) Visie op leren met ICT in het hoger onderwijs, Ontwerp van effectieve ICT-rijke leeromgevingen. Universiteit Utrecht/Hogeschool van Utrecht. Versie maart 2005. Tissen, R., Andriessen, D. and Lekanne Deprez, F. (1998) Value-Based Knowledge Management. Amsterdam: Addison Wesley. Weert, T. J. van (2001). Co-operative IT-supported learning, A practical approach to design. In: R. KeilSlawik & J. Magenheim (Hrsg.), Informatikunterricht und Medienbildung INFOS 2001, GI-Edition – Lecture Notes in Informatics (LNI) – Proceedings Series of the German Informatics Society. (pp. 47-61), Berlin: Springer.
42/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005
Competenties die werken
Leren=werken=leren
Weert, Tom van (2005) Hoger onderwijs voor kenniswerkers. Utrecht: Lectoraat ICT en hoger onderwijs, Hogeschool Utrecht. Woerkom, M. van (2003) Critical reflection at work, Bridging individual and organisational learning, Universiteit Twente.
43/43 © Hogeschool Utrecht, November 2005