Auteur REMUNERATIECOMMISSIE RAAD VAN TOEZICHT Inlichtingen E
[email protected] Datum 17 mei 2010 © Hogeschool Utrecht, Utrecht, 2010
Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudigen voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
1. REMUNERATIEBELEID COLLEGE VAN BESTUUR 1.1. Inleiding De Raad van Toezicht van HU stelt het remuneratiebeleid vast voor het College van Bestuur op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie van de Raad. Binnen het goedgekeurde Remuneratiebeleid stelt de Raad van Toezicht, eveneens op advies van de Selectie- en Remuneratiecommissie, de bezoldiging van de individuele leden van het College van Bestuur vast.
1.2 Grondslagen voor het remuneratiebeleid: de uitwerking van de branchecode Good Governance Uitgangspunt van de Raad van Toezicht is om zich met het remuneratiebeleid te conformeren aan hetgeen in de branche gebruikelijk is. Binnen het HBO is in 1998 de Adviesregeling Totaal Vast Inkomen door HAY Group ontworpen en opgesteld. Deze Adviesregeling is onderdeel geworden van de AMvB waarin de rechtspositie van de leden 1 van het college van bestuur nader wordt geregeld . In februari 2006 is door middel van een bindingsbesluit van de leden van de HBO-raad de Branchecode Governance vastgesteld. In hoofdstuk II, principe II.2 en uitwerking II. 2.2 van de code werd verwezen naar de Adviesregeling. De herziene Adviesregeling is dan ook een onderdeel van de Branchecode, en wordt daarom aangeduid als “uitwerking”. De HU heeft zich geconformeerd aan de Branchecode, en conformeert zich ook aan de “Uitwerking 2 bezoldiging bestuurders hogescholen” . In oktober 2008 heeft de Hay Group in aanvulling op de uitwerking de salarisgroepen geïndexeerd.
1.3 Positionering HU In de uitwerking zijn 3 criteria omschreven, aan de hand daarvan wordt bepaald in welke salarisgroep Hogeschool Utrecht moet worden ingedeeld. Het betreft de totale baten, de maatschappelijke geldstroom en het aantal HBO-sectoren. De Raad van Toezicht heeft vastgesteld dat de berekening voor de Hogeschool Utrecht al meerdere jaren op een stabiele positie in groep F uitkomt. De salariëring in groep F kent ultimo 2009 een salarisbandbreedte van € 133.800,- tot € 178.400,-. bruto op jaarbasis. Deze norminkomens omvatten 12 x het maandsalaris en 8 % vakantietoeslag. De bezoldiging van de voorzitter bedraagt 85 tot 100 % van het maximum, dat van de leden 75 tot 90 %. Bij variabele beloning is een verhoging tot 115% van het norminkomen mogelijk. In 2008
1
Algemene Maatregel van Bestuur houdende regelen betreffende de rechtspositie van de leden van de centrale directies en de colleges van bestuur van de hogescholen, Koninklijk Besluit dd. 26 juni 2001. 2 HAY Group, dd november 2006
2/6 © Hogeschool Utrecht, 17-05-2010
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
had de Raad van Toezicht het op termijn te verwerven maximum vastgesteld op 110 % van het norminkomen. In 2009 is overgegaan naar totaal vaste bezoldiging, en bedraagt het maximaal te verwerven inkomen derhalve 100 % van het norminkomen.
1.4 Remuneratiepakket College van Bestuur in 2010 De voorzitter en leden worden benoemd voor een periode van 4 jaar. De benoemingsperiode van de heer prof. mr. H.M. de Jong loopt af op 31 augustus 2010. De Raad van Toezicht heeft op 17 mei 2010 besloten tot herbenoeming over te gaan. Daarbij heeft de Raad overwogen dat nog niet was voorzien in de functie van vice-voorziter, en besloten de heer De Jong met ingang van 1 juni 2010 te benoemen to vice-voorzitter van het College van Bestuur. Op grond van uitwerking II.2.6 van de branchecode good governance geeft de hogeschool inzicht in de arbeidsvoorwaarden. De totale bezoldiging van het College van Bestuur bestaat in 2010 uit: - een vaste bezoldiging, bestaande uit maandsalaris en 8 % vakantietoeslag. Het salaris wordt vastgesteld aan de hand van de in de uitwerking van de branchecode opgegeven bedragen indien een totaal vast inkomen wordt toegekend. - pensioen: de bijdrage van HU in de pensioenpremie bedraagt 70 % en is gelijk aan de regeling voor personeelsleden. - opzegtermijn: 6 maanden voor de werkgever en 3 maanden voor de voorzitter en leden van het College. - afvloeiingsregeling: bij de aanstelling van voorzitter en leden van het College van Bestuur is een afvloeiingsregeling overeengekomen. Ingeval van een ontslag dat niet zijn voornaamste reden vindt in aan de persoon toe te rekenen verwijtbare omstandigheden bedraagt de vergoeding voor de voorzitter 1,5 bruto jaarsalaris, en voor de leden bij een dienstverband van 4 jaar één bruto jaarsalaris, en bij een dienstverband van 8 jaar 1,5 bruto jaarsalaris (inclusief het variabele deel)
3/6 © Hogeschool Utrecht, 17-05-2010
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
2. INVULLING VAN HET BELEID IN 2009
2.1. Overgang van variabele naar vaste beloning in 2009 In 2007 en 2008 bestond de bezoldiging van het College van Bestuur uit een vast en een variabel deel. De hoogte van het variabel deel werd bepaald door een beoordeling van het functioneren van betrokkene, en aan de hand van een aantal prestatiecriteria . Het voldoen aan de prestatiecriteria werd getoetst door de externe accountant. De Raad van Toezicht heeft in goed overleg met het College van Bestuur de ervaringen met de variabele beloning, gebaseerd op een aantal indicatoren, geëvalueerd. Het College van Bestuur heeft aangegeven dat het vertalen van strategische en bestuurlijke doelstellingen in eenduidige indicatoren vrijwel onmogelijk is. De waarde van een indicator buiten een context van relevante ontwikkelingen is zeer beperkt. Een deel van de indicatoren valt binnen het normale functioneren van het College van Bestuur, en daarom heeft dit deel te weinig toegevoegde waarde. De Raad van Toezicht heeft daarom besloten af te zien van variabele beloning, en de remuneratie van de leden van het College van Bestuur te baseren op de bedragen die de uitwerking aangeeft voor het totale vaste inkomen binnen groep F. Het College van Bestuur heeft daarbij afstand gedaan van het perspectief op een hogere beloning op de langere termijn. Voor de beoordeling van het functioneren van het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht gemeend het voor de beloning ontwikkelde toetsingskader, bestaande uit zowel kwalitatieve als kwantitatieve criteria, te kunnen blijven handhaven. De criteria hebben onder meer betrekking op kengetallen van financieel beleid en personeelsbeleid, opleidingassortiment en kwaliteit (waaronder de uitkomsten van tevredenheidsonderzoeken). De Raad van Toezicht en College van Bestuur hebben ook afgesproken dat de onkostenvergoeding voor de leden van het College ten bedrage van € 150,- netto per maand met ingang van 1 juli 2009 is komen te vervallen.
2.2. Informatie op grond van uitwerking II.2. De Raad van Toezicht heeft mevrouw drs. G.T.C. Bonhof en de heer prof. mr H.M. de Jong als bijzonder blijk van waardering voor hun inzet in 2008, waaronder vanaf 1 september 2008 in een tweehoofdig college, een weekend met partner aangeboden. De daarmee gemoeide kosten zijn gebruteerd opgenomen in het jaarverslag en de jaarrekening 2009.
4/6 © Hogeschool Utrecht, 17-05-2010
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
3. TOEPASSING VAN HET BELEID IN 2010 3.1 Bezoldiging College van Bestuur 2010 De Raad van Toezicht heeft het functioneren van voorzitter en leden van het College van Bestuur in 2009 beoordeeld aan de hand van een zelfevaluatie, een 360º-feedback en een overzicht van hiertoe door de Raad vastgestelde prestatie-indicatoren. De realisatie van de prestatie-indicatoren is getoetst door de accountant. Tevens is de CMR verzocht zijn visie te geven op de invulling van de relatie tussen College van Bestuur en CMR. De Raad van Toezicht is op deze wijze goed in staat een oordeel te vormen over kwalitatieve en kwantitatieve elementen van het functioneren van het College van bestuur, alsook het persoonlijk functioneren van alle leden van het bestuur. De Raad van Toezicht heeft vastgesteld dat voorzitter en leden tot volle tevredenheid functioneren. De Raad heeft in het bijzonder geconstateerd dat de heer Bogerd de overstap van faculteitsdirecteur naar lid van het College tot tevredenheid gestalte heeft gegeven, De Raad van Toezicht heeft hierin aanleiding gezien om de bezoldiging van de heer Bogerd, die bij zijn aanstelling per 1 januari 2009 aanvankelijk van 90 % van het maximale normbedrag voor leden van het College van Bestuur bedroeg, met ingang van 1 januari 2010 te verhogen tot 100 % van het maximale normbedrag. De uitwerking van de branchecode voorziet niet in indexering van de bezoldiging per 1 januari 2010. De bezoldiging van mevrouw Bonhof en de heer De Jong is dan ook niet aangepast. De Raad van Toezicht stelt vast dat haar beleid past binnen de kaders die in de Uitwerking bezoldiging bestuurders hogescholen van de branchecode Good Governance zijn aangegeven. Ook constateert de Raad van Toezicht dat de totale bruto bezoldiging van de voorzitter, en de individuele leden van het College van Bestuur, over 2008 en 2009 op jaarbasis past binnen de zogeheten “Balkenendenorm”. Aangezien echter pas in 2009 het variabele deel van 2008 is uitgekeerd, leidt dit voor 2008 op kasbasis tot een te laag bedrag in de jaarrekening en voor 2009 door het variabele deel 2008 en het geheel vaste salaris van 2009 tot een te hoog bedrag. De voorzitter komt op kasbasis aldus in 2009 eenmalig boven genoemde norm als gevolg van de gehanteerde systematiek en niet als gevolg van het jaarsalaris. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de bezoldiging opgenomen en wordt dit inzichtelijk gemaakt. Ter informatie is ook het maximaal normbedrag conform de uitwerking van de branchecode vermeld.
5/6 © Hogeschool Utrecht, 17-05-2010
REMUNERATIE RAPPORT 2010 RAAD VAN TOEZICHT HU
Totaal inkomen 2007
Mw. Bonhof
Waarvan variabel deel betaald in 2008
Totaal inkomen 2008
169.519,-
165.094,11.914,-
Dhr. De Jong
148.583,-
16.339,152.567,-
10.723,Dhr. Bogerd
Waarvan variabel deel betaald in 2009
nvt
Totaal belastbaar loon in 2009*
Vast inkomen in 2010
Max. vast inkomen F 1-1-2009
178.400,-
182.658,-
178.400,-
178.400,-
164.442,-
160.560,-
160.560,-
134.811,-
160.560,-
160.560,-
(100 % norm vz. CvB) 160.560,-
14.707,nvt
Vast inkomen in 2009
(100 % norm lid CvB) 144.504,(90 % norm lid CvB)
* Bedragen in deze kolom zijn opgenomen, zoals bedoeld in de “Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT).Dit bedraagt voor mevrouw Bonhof en de heer De Jong derhalve het totale vaste salaris over 2009, de nabetaling van het variabele deel over 2008 en de brutering van de posten genoemd in paragraaf 2.2. Tevens is er tot juli 2009 een onkostenvergoeding van € 150,- per maand verstrekt.
3.2 Remuneratie Raad van Toezicht in 2010 In 2009 is besloten de vergoeding voor de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht aan te passen aan de uitwerking van de branchecode good governance, maar dat werd afgezien van een bezoldiging geheel conform de normen van schaal F. Ook werd afgezien van het toekennen van een extra vergoeding op grond van het lidmaatschap van de vaste commissies van de Raad van Toezicht. Dit beleid is voor 2010 niet gewijzigd. Omdat in de uitwerking van de branchecode geen indexatie is voorzien, is de remuneratie voor de Raad van Toezicht niet aangepast. Voor de inzichtelijkheid zijn de bedragen hieronder in een tabel weergegeven.
3
Remuneratie 2009
Remuneratie 2010
Maximum groep F 3
Voorzitter
€ 7.000,-
€ 7.000,-
€ 10.900,-
Leden
€ 5.000,-
€ 5.000,-
€ 7.600,-
Zonder vergoeding voor het lidmaatschap van een vaste commissie.
6/6 © Hogeschool Utrecht, 17-05-2010