Competentiekaarten Praktijkleren Assistent dierverzorger
Aequor
Ede, december 2008
Inleiding Als u zich wel eens hebt afgevraagd hoe u een deelnemer binnen het bedrijf beter kunt begeleiden bij het leerproces, dan bieden deze Competentiekaarten Praktijkleren mogelijk uitkomst. Het is een hulpmiddel om tijdens het leren in de praktijk te gebruiken. Dit document bevat de competentiekaarten voor de Assistent dierverzorger. De deelnemer voert niet alleen (beroeps)taken uit, maar dient zich ook correct te gedragen naar de klant en de collega’s. Dit alles in de dagelijkse beroepssituatie. Welke handelingen en “gedragingen” belangrijk zijn, hebben wij op een rij gezet. Daarbij kijkt u vooral naar de ontwikkeling van de zogenoemde competenties. U kunt daarvoor de competentiekaarten gebruiken en hierop aantekeningen maken. Deze competentiekaarten zijn gebaseerd op de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur, die binnen het scholenveld wordt gebruikt. Binnen deze kwalificatiestructuur zijn kwalificatiedossiers ontwikkeld die de diplomavereisten voor alle reguliere MBO-opleidingen beschrijven. In het stappenplan leest u hoe de kaarten gebruikt kunnen worden. Hou er wel rekening mee dat in de kaarten beschreven wordt wat het gewenste gedrag is aan het einde van de opleiding! Heeft u een extra exemplaar nodig voor een volgende deelnemer dan kunt u deze via onze website www.aequor.nl printen (klik bij het gedeelte ‘bedrijven’ op ‘downloads’. Vervolgens kunt u de gewenste set competentiekaarten kiezen).
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 3
Stappenplan voor de begeleiding van deelnemers
1. start met de leerdoelen Bespreek bij het begin van de stageperiode met de deelnemer wat zijn leerdoelen zijn en hoe hij die denkt waar te maken. Motiveer de deelnemer om zijn ambities waar te maken maar wees wel realistisch. Laat de deelnemer zijn leerdoelen benoemen in uitwerking deel 1: leerdoelen. Geef de deelnemer een exemplaar en houd er ook een voor uzelf.
2. competenties ontwikkelen Begeleid stap voor stap. Leg de lat na iedere stap wat hoger om een volgend doel te halen. De competentiekaarten in uitwerking deel 2 kunnen u daarbij helpen: ze geven de essentie weer van het hele beroep. Ze gaan uit van kerntaken, onderverdeeld in werkprocessen. Een overzicht van deze kerntaken en werkprocessen vindt u op bladzijde 3. Deze werkprocessen bestaan uit (beschrijvingen van) competenties. Bespreek met de deelnemer en eventueel de begeleider van school aan welk(e) werkproces(sen) (of welke competenties daarbij) hij in een bepaalde periode gaat werken. Geef de deelnemer meerdere malen feedback (minimaal 3 beoordelingsmomenten) bij de diverse werkprocessen. U kunt uw beoordeling kwijt op de competentiekaarten zelf. Moedig de deelnemer aan, help/ondersteun hem indien nodig en geef hem voldoende complimenten als blijk van waardering (al gaat iets nog niet helemaal zoals het moet). Ook verbeterpunten zijn belangrijk om te noemen, maar wees niet te kritisch. Als de deelnemer een werkproces nog onvoldoende beheerst bij een beoordelingsmoment, blijft het een doelstelling voor de volgende periode. Bedenk dat een startende deelnemer nu nog niet op het gewenste niveau is en de ervaring heeft die later verwacht kan worden. De competentiekaarten geven u een algemeen en schematisch beeld van het beroep. De beroepsbeschrijving vindt u op bladzijde 4. Uw eigen bedrijfssituatie kan daar van afwijken. U kunt zonodig onderwerpen toevoegen of andere accenten leggen. Besteed regelmatig tijd aan de persoonlijke leerdoelen van de deelnemer, zoals vermeld in uitwerking deel 1.
3. beeld over het totaal Kijk steeds na afloop van een periode naar het totale beeld: Hoe ver is de deelnemer? Wat is zijn ontwikkelproces? Voer hierbij een voortgangsgesprek met de deelnemer om uw bevindingen aan de deelnemer duidelijk te maken, almede om de deelnemer zijn ervaringen te laten vertellen. U kunt uw totaalbeeld weergeven in uitwerking deel 3: beeld over het totaal.
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 4
Overzicht kerntaken en werkprocessen assistent dierverzorger * Kerntaak
Werkproces
1. Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Transporteert producten en/of materialen Onderhoudt materiaal en omgeving Voorziet dieren van voer en water Verzorgt exterieur dieren Stalt dieren
* voor een beschrijving van de gehele beroepengroep zie bijlage
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 5
Beroepsbeschrijving
De assistent dierverzorger werkt in een omgeving waar dieren gehuisvest zijn. Het kan gaan om een productiebedrijf waar dieren gehouden worden voor melk, vlees, pels of eieren. Hij kan ook werkzaam zijn in een asiel, pension, kennel of een dierenspeciaalzaak. Ook kan het gaan om een paardenhouderij of op een bedrijf waar paarden gehouden worden voor recreatie of sport. Zijn werkzaamheden hebben betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het schoonmaken en onderhouden van de werk- en leefomgeving. De assistent dierverzorger toont inzet en werkt zorgvuldig. Ook stelt hij zich collegiaal op, is hij bereid tot samenwerking met collega’s en kan hij op een correcte wijze omgaan met leveranciers, chauffeurs, klanten of omstanders, waar hij in meer of mindere mate mee te maken kan krijgen. Tot slot houdt hij rekening met het welzijn van dieren. De assistent dierverzorger heeft een assisterende en uitvoerende rol met een beperkte uitvoeringsverantwoordelijkheid: hij is verantwoordelijk voor eigen werk, voor het correct gebruik van voorgeschreven materialen en middelen, voor de eigen veiligheid en voor de veiligheid van omstanders en dieren. Hij werkt onder toezicht of directe begeleiding en op basis van instructies, procedures en veiligheidsvoorschriften. De assistent dierverzorger voert routinematige werkzaamheden uit. Hij heeft algemene basiskennis en bezit basisvaardigheden om eenvoudige werkzaamheden uit te voeren.
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 6
Uitwerking Deel 1. Persoonlijke leerdoelen Deel 2. Competentiekaarten Deel 3. Beeld over het totaal
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 7
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 8
Deel 1. Persoonlijke leerdoelen Op deze pagina kunt u samen met de deelnemer opschrijven wat de deelnemer op uw bedrijf goed wil oefenen en leren beheersen. Het kan gaan om onderwerpen waarmee de deelnemer nog wat moeite heeft of onderwerpen die heel belangrijk zijn. Het is goed voor uzelf en voor de deelnemer om te weten waar de deelnemer aan wil werken en waar zijn interesse ligt. Iedere keer als u met de deelnemer een leerdoel hebt besproken kunt u uw paraaf zetten.
Leerdoelen van:
Datum 1
Datum 2
Datum 3
Ik wil tijdens deze praktijkperiode werken aan ….
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 9
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 10
Deel 2. Competentiekaarten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 11
Kerntaak 1 Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving Werkproces 1.1 Transporteert producten en/of materialen Omschrijving: De assistent dierverzorger neemt instructies van zijn begeleider aan met betrekking tot het transport en de eventuele opslag van producten en/of materialen, hij voert producten en materialen aan (zoals mest en voer), hij voert producten en materialen af (zoals afval en eieren) en hij slaat ze op indien nodig, rekening houdend met de kwetsbaarheid en eventuele bederfelijkheid van producten. Hij werkt volgens instructie en veiligheidsvoorschriften en waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen zijn begeleider. Beheersingscriteria (competenties zijn schuingedrukt) Hij volgt instructies van zijn begeleider en veiligheidsvoorschriften op om producten en/of materialen op voorgeschreven wijze te transporteren en op te slaan.
Datum 1
Datum 2
Datum 3
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Hij gaat zorgvuldig en netjes om met voorgeschreven transportmiddelen, gebruikt ze waarvoor ze bedoeld zijn en werkt efficiënt, om verspilling van tijd en materiaal te voorkomen.
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Hij waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen direct zijn begeleider. Hij voert de transport- en eventuele opslagwerkzaamheden op bedreven en accurate wijze uit met inachtneming van de kwetsbaarheid en eventuele bederfelijkheid van producten.
Feedback
Datum1
Datum 2
Datum 3
Complimenten
Verbeterpunten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 12
Kerntaak 1 Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving Werkproces 1.2 Onderhoudt materiaal en omgeving Omschrijving: De assistent dierverzorger neemt instructies van zijn begeleider aan met betrekking tot het onderhoud van materiaal en omgeving, hij scheidt afval, hij ruimt mest, materialen, gereedschap en apparatuur op, hij voert schoonmaakwerkzaamheden uit aan materialen, gereedschap, apparatuur, werkruimtes en dierenverblijven, voert er klein onderhoud aan uit indien nodig en hij ontsmet dierenverblijven voordat hij de dieren stalt. Hij werkt volgens instructies, procedures en veiligheidsvoorschriften en waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden zijn begeleider. Beheersingscriteria (competenties zijn schuingedrukt) Hij volgt instructies van zijn begeleider, procedures met betrekking tot hygiëne en veiligheidsvoorschriften op.
Datum 1
Datum 2
Datum 3
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Hij gaat zorgvuldig en netjes om met voorgeschreven onderhoudsmaterialen en -middelen, gebruikt ze waarvoor ze zijn bedoeld en werkt efficiënt.
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Hij waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden zijn begeleider. Hij voert de werkzaamheden ten behoeve van het onderhoud van materiaal en omgeving op bedreven en accurate wijze uit.
Feedback
Datum1
Datum 2
Datum 3
Complimenten
Verbeterpunten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 13
Kerntaak 1 Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving Werkproces 1.3 Voorziet dieren van voer en water Omschrijving: De assistent dierverzorger neemt instructies van zijn begeleider aan met betrekking tot de voer- en watervoorziening van dieren, hij meet het voer af en hij geeft dieren voer en water, rekening houdend met het dierenwelzijn. Hij registreert gegevens met betrekking tot de voer- en wateropname en draagt ze over aan zijn begeleider. Hij werkt volgens instructie, veiligheidsvoorschriften en waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen zijn begeleider. Beheersingscriteria (competenties zijn schuingedrukt) Hij voorziet de dieren van voer en water in lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn. Hij registreert de gegevens met betrekking tot de voer- en wateropname nauwkeurig. Hij volgt instructies van zijn begeleider op. Hij gaat zorgvuldig en netjes om met voorgeschreven voermiddelen, gebruikt ze waarvoor ze bedoeld zijn en werkt efficiënt. Hij draagt geregistreerde gegevens met betrekking tot de voer- en wateropname over aan zijn begeleider en hij waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen direct zijn begeleider. Hij meet voer af en voorziet dieren van voer en water op bedreven en accurate wijze.
Feedback
Datum1
Datum 2
Datum 1
Datum 2
Datum 3
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Datum 3
Complimenten
Verbeterpunten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 14
Kerntaak 1 Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving Werkproces 1.4 Verzorgt exterieur dieren Omschrijving: De assistent dierverzorger neemt instructies van zijn begeleider aan met betrekking tot de exterieurverzorging van dieren, hij wast dieren, hij kamt en/of borstelt dieren en hij verzorgt huid, klauwen of hoorns van dieren indien nodig, rekening houdend met het dierenwelzijn. Hij werkt volgens instructie, veiligheidsvoorschriften en waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen zijn begeleider. Beheersingscriteria (competenties zijn schuingedrukt) Hij voorziet de dieren van voer en water in lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn. Hij volgt instructies van zijn begeleider en veiligheidsvoorschriften op. Hij gaat zorgvuldig en netjes om met voorgeschreven exterieurverzorgingsmaterialen en -middelen, gebruikt ze waarvoor ze bedoeld zijn en werkt efficiënt. Hij waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen direct zijn begeleider. Hij voert de werkzaamheden ten behoeve van de verzorging van het exterieur van dieren op bedreven en accurate wijze uit.
Feedback
Datum1
Datum 2
Datum 1
Datum 2
Datum 3
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Datum 3
Complimenten
Verbeterpunten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 15
Kerntaak 1 Voert werkzaamheden uit binnen de sector voedsel en leefomgeving Werkproces 1.5 Stalt dieren Omschrijving: De assistent dierverzorger neemt instructies van zijn begeleider aan met betrekking tot het stallen van dieren, hij zondert dieren af, hij zet dieren eventueel vast, hij maakt de hokken/verblijven gereed, hij verplaatst dieren en hij sluit de hokken/verblijven af, rekening houdend met het dierenwelzijn. Hij werkt volgens instructie, veiligheidsvoorschriften en waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen zijn begeleider. Beheersingscriteria (competenties zijn schuingedrukt) Hij voorziet de dieren van voer en water in lijn met de geldende ethische maatstaven voor dierenwelzijn. Hij volgt instructies van zijn begeleider en veiligheidsvoorschriften op. Hij gaat zorgvuldig en netjes om met voorgeschreven materialen en middelen om dieren te stallen, gebruikt ze waarvoor ze bedoeld zijn en werkt efficiënt. Hij waarschuwt bij onvoorziene omstandigheden en/of afwijkingen direct zijn begeleider. Hij stalt dieren op bedreven en accurate wijze.
Feedback
Datum1
Datum 2
Datum 1
Datum 2
Datum 3
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
-- / - / + / ++
Datum 3
Complimenten
Verbeterpunten
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 16
Deel 3. Beeld over het totaal
Wat is uw algemene indruk van de deelnemer t.a.v. het uitoefenen van het (gehele) beroep?
Naast uw indruk m.b.t. het beheersen van (een aantal) van de zojuist geschetste werkprocessen die het beroep kenmerken, kunt u in uw oordeel meenemen in hoeverre een deelnemer met de voor het vak geldende beroepsdilemma’s om kan gaan. -
veiligheid versus werkuitvoering werken volgens voorschriften werken onder (tijds)druk hygiënisch werken/schoon werken kwaliteit leveren afwachten van instructie versus initiatief nemen
Datum 1:
Datum 2:
Datum 3:
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 17
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 18
Bijlage Beschrijving van de beroepengroep Kwalificaties De kwalificatie assistent medewerker voedsel en leefomgeving is bruikbaar is voor medewerkers op assistentenniveau in de sector voedsel en leefomgeving. De uitstroom assistent dierverzorger is specifiek op de dierverzorging gericht. Binnen de beroepengroep dierverzorging en veehouderij bestaan er 3 kwalificaties (beschrijving van een beroepengroep), die elk weer uitstromen hebben (herkenbare functies binnen die beroepengroep en de vereisten). Op het diploma van een deelnemer komt de naam van de kwalificatie én de uitstroom te staan. Kwalificatie Assistent medewerker voedsel en leefomgeving
Uitstroom Assistent dierverzorger (niveau 1)
Dierverzorging 2
Medewerker dierverzorging (niveau 2)
Dierverzorging 3/4
Dierverzorger melkvee (niveau 3) Dierverzorger hokdieren (niveau 3) Dierverzorger graasdieren (niveau 3) Dierverzorger recreatiedieren (niveau 3) Proefdierverzorger (niveau 3) Biotechnicus (niveau 4)
Dierenhouderij
Melkveehouder (niveau 4) Dierenhouder hokdieren (niveau 4) Dierenhouder graasdieren (niveau 4) Manager dierverzorging (niveau 4)
Voor meer informatie over de kwalificaties, zie www.mbo2010.nl. Klik op ‘kwalificatiedossiers’ en vervolgens op ‘bekijk dossier’.
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 19
Omschrijvingen van de uitstromen binnen de dierverzorging en veehouderij Assistent dierverzorger De assistent dierverzorger functioneert op niveau 1. Hij werkt op een bedrijf waar dieren gehouden worden. Zijn werkzaamheden hebben betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het schoonmaken en onderhouden van de werk- en leefomgeving. De assistent dierverzorger toont inzet en werkt zorgvuldig waarbij hij let op het welzijn van de dieren. De assistent dierverzorger heeft een assisterende en uitvoerende rol met een beperkte uitvoeringsverantwoordelijkheid: hij is verantwoordelijk voor eigen werk, voor het correct gebruik van voorgeschreven materialen en middelen, voor de eigen veiligheid en voor de veiligheid van omstanders en dieren. Hij werkt onder toezicht of directe begeleiding en op basis van instructies, procedures en veiligheidsvoorschriften. De assistent dierverzorger voert routinematige werkzaamheden uit. Hij heeft algemene basiskennis en bezit basisvaardigheden om eenvoudige werkzaamheden uit te voeren. Kerntaken: - Voert werkzaamheden uit binnen de dierverzorgingssector Medewerker dierverzorging De medewerker dierverzorging functioneert op niveau 2. In het algemeen hebben zijn werkzaamheden betrekking op het voeren en verzorgen van de dieren en het schoonmaken en onderhouden van de werk- en leefomgeving. Daarnaast past hij de kwaliteitssystemen en procedures van het bedrijf toe. De medewerker dierverzorging heeft vooral een uitvoerende en signalerende rol en voert zijn werkzaamheden onder begeleiding uit. Hierbij volgt hij de instructies op van zijn leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Het werk van de medewerker dierverzorging wordt gekenmerkt door routinematige handelingen, waarbij het werken met levende dieren een continue oplettendheid vereist. Hij dient regelmatig terug te koppelen naar zijn leidinggevende en/of collega’s. Hij heeft een proactieve houding en moet steeds rekening houden met het welzijn van de dieren en met de veiligheid van mens en dier. Verder neemt hij ook milieu en arbeidsomstandigheden in acht bij al zijn werkzaamheden. Kerntaken: - Voert en verzorgt dieren - Verzorgt leef- en werkomgeving
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 20
Dierverzorger graasdieren, dierverzorger hokdieren, dierverzorger melkvee, dierverzorger recreatiedieren, proefdierverzorger, biotechnicus De (proef)dierverzorger functioneert op niveau 3. De biotechnicus op niveau 4. De (proef)dierverzorger en biotechnicus hebben een signalerende en proactieve houding waarbij te allen tijde rekening wordt gehouden met de gezondheid en het welzijn van de dieren en met de veiligheid van mens en dier. Daarnaast zijn ze omgevingsgericht en zijn zich bewust dat hij bij hun handelen een positief beeld van het bedrijf en/of de instelling bij de klanten en/of bezoekers moet achterlaten. Bij de werkzaamheden houden zij rekening met de consequenties voor milieu en arbeidsomstandigheden. De (proef)dierverzorger en biotechnicus hebben een uitvoerende en signalerende rol en voeren uitvoerende werkzaamheden zelfstandig en vaak op eigen initiatief uit. Hierbij hebben zij een eigen verantwoordelijkheid, maar de eindverantwoording ligt bij de ondernemer of bedrijfsleider (of voor de proefdierverzorger en biotechnicus: bij de onderzoeker). De biotechnicus heeft ook een adviserende rol ten aanzien van de opdrachtgever bij het vaststellen van de onderzoeksopzet en de inzet van proefdieren. Daarnaast hoort het bij zijn rol innovatief te zijn inzake de gehanteerde technieken en controlerend en coachend/begeleidend te handelen inzake de werkzaamheden van (beginnende) collega’s. Kerntaken: - Voert en verzorgt dieren - Begeleidt voortplanting - Verzorgt leef- en werkomgeving - Melkt vee (dierverzorger melkvee) - Verricht publieksgerichte werkzaamheden (dierverzorger recreatiedieren, biotechnicus) - Verricht proefdierwerkzaamheden (proefdierverzorger, biotechnicus) Dierenhouder graasdieren, dierenhouder hokdieren, melkveehouder, manager dierverzorging De dierenhouder functioneert op niveau 4. Hij is ondernemer/eigenaar of manager. Hij beschikt over uitgebreide product- en vakkennis. De dierenhouder voert zijn werk zelfstandig uit. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen takenpakket en dat van de medewerkers. De dierenhouder werkt efficiënt, productiegericht en met respect voor mens, dier en product: hij houdt rekening met de wensen van de markt, het dierenwelzijn en de kwetsbaarheid en beperkte houdbaarheid van dierlijke producten. Ook houdt hij rekening met milieu-, veiligheids- en arbeidsomstandighedenvoorschriften. Veilig werken, milieubewust werken en ketendenken komen terug in zijn bedrijfsbeleid. De dierenhouder recreatiedieren is eindverantwoordelijk voor het bedrijf. Hij heeft een beleidsbepalende en een beleidsbewakende rol, doorgaans in een familiebedrijf. Daarnaast is hij organiserend en coördinerend bezig; afhankelijk van de omvang van het bedrijf heeft hij bovendien een coachende, adviserende en leidinggevende rol. Als ondernemer heeft hij verder een innovatieve en initiërende rol. Hij moet anticiperen op ontwikkelingen en wisselende omstandigheden. Hij houdt bij de beleidsvorming rekening met marktontwikkelingen, maatschappelijke ontwikkelingen en wetgeving. Het opstellen van goed beleid is doorslaggevend voor succesvol ondernemen. Hiervoor zijn specialistische kennis en vaardigheden nodig van het werkveld en de bedrijfsvoering. Kerntaken: - Voert dagelijkse zorg uit op dierenhouderij - Organiseert dierlijke productie of activiteitenaanbod en draagt zorg voor uitvoering - Coördineert werkzaamheden - Onderneemt
Assistent dierverzorger, december 2008
Pagina 21