COMMISSIE GEZOND, SCHOON EN GEZUIVERD WATER Delft, 16 juni 2015 AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Advies van de commissie Gezond, Schoon en Gezuiverd water, tevens conceptverslag van de vergadering op 16 juni 2015 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 2 juli 2015. Aanwezig: mevr. I.J.A. ter Woorst dhr. drs. M. Smits* dhr. drs. P.J.R. Baeten dhr. drs. ing. M.W. Belt dhr. L. Boekestijn dhr. A.J. Breeuwsma mevr. M.J.T. van der Burg-van Leeuwen mevr. drs. E.E. van Hijlckama Vlieg mevr. drs. M.J. Hilders dhr. ing. P.J. Hofman** mevr. H.M.M. Hoogerwerf dhr. M.H.P. Jansen dhr. L.H.C. de Keijzer*** dhr. ir. C.L.C. van Kretschmar dhr. J. de Nooy
hoogheemraad, voorzitter hoogheemraad secretaris categorie ingezetenen, Water Natuurlijk categorie ingezetenen, AWP Delfland categorie ingezetenen, CDA categorie ongebouwd categorie ingezetenen, PvdA categorie ingezetenen, VVD categorie ingezetenen, ChristenUnie-SGP categorie ingezetenen, Partij voor de Dieren categorie ingezetenen, CDA categorie ingezetenen, 50PLUS categorie bedrijven categorie ingezetenen, AWP Delfland
Overige aanwezigen: mevr. J. Burger dhr. J. Filius mevr. S. van Heusden dhr. R. Hoefnagel dhr. J. Willems
senior beleidsadviseur teamleider Watersysteemkwaliteit teamleider Waterhuishouding senior beleidsadviseur strategisch beleidsadviseur
Afwezig: dhr. J.W.A. van Olphen dhr. P.J. van Adrichem mevr. P.J. Brocke dhr. mr. S.F. Fekkes dhr. C. Kuijvenhoven dhr. J.G.M. Schouffoer MPA mevr. drs. W.H. de Zoete-van der Hout
hoogheemraad, vicevoorzitter categorie ingezetenen, VVD categorie ingezetenen, Partij voor de Dieren categorie ingezetenen, 50PLUS categorie ingezetenen, CDA categorie natuurterreinen categorie ingezetenen, ChristenUnie-SGP
* ** ***
vervangt dhr. J.W.A. van Olphen vervangt mevr. drs. W.H. de Zoetevan der Hout vervangt dhr. mr. S.F. Fekkes
00
Presentatie Waterkwaliteitsrapportage
De heer Filius geeft een presentatie over de Waterkwaliteitsrapportage. De presentatie kan worden geraadpleegd via iBabs.
2
De voorzitter zegt toe dat de vraag van mevrouw Van der Burg naar de benutting van de capaciteit van het inlaatpunt Brielse Meer zal worden opgenomen in het vragenformulier (noot secretaris: deze vraag is mondeling beantwoord in de rondvraag). 01
Opening, vaststellen agenda
De voorzitter opent de vergadering om 19.30 uur. De heer De Keijzer merkt op dat hij de heer Fekkes permanent vervangt in deze commissie. Op verzoek van mevrouw Hilders en de heer Hofman wordt agendapunt H.15 een bespreekstuk. Met deze wijziging wordt de agenda vastgesteld. 02
Vaststellen notulen van de vergadering van 19 mei 2015, inclusief toezeggingenlijst
Tekstueel Pagina 6 De heer Van Kretschmar wijst op de term „verbrandingsgassen‟ in de vijfde alinea. Dit moet zijn: verbrandingsas. Pagina 7 De heer Van Kretschmar merkt op dat de term „brief‟ in de derde alinea moet worden vervangen door „begroting‟. De term „fosfaatwinning‟ moet zijn: fosfaatterugwinning. Daarnaast citeert de heer Van Kretschmar uit de weergave van de beantwoording van de vragen door portefeuillehouder Smits ten aanzien van de GR Slibverwerking. In het verslag staat dat in de brief aan de GR kan worden gevraagd om een visie op te stellen met betrekking tot ontwikkelingen binnen de fosfaatmarkt. De heer Van Kretschmar kan zich niet herinneren dat de portefeuillehouder deze opmerking heeft gemaakt. Bovendien is dit in tegenspraak met de opmerking van de voorzitter dat een doorkijk wordt gegeven ten aanzien van de fosfaatterugwinning, zoals geformuleerd op pagina 8 van het verslag. Mevrouw Van der Burg merkt op in de vorige vergadering een vraag te hebben gesteld over het verschil in de aangeboden hoeveelheden slib per waterschap. Zo levert een groot waterschap zoals Rivierenland slechts een kleine hoeveelheid slib. Mevrouw Van der Burg kan de weergave van de beantwoording van deze vraag door de heer De Been op pagina 7 van het verslag niet plaatsen. Portefeuillehouder Smits zegt toe de juiste beantwoording via het vragenformulier na te zullen sturen. Pagina 8 De heer Van Kretschmar stelt voor om de laatste zin van de vierde alinea aldus aan te vullen: „een doorkijk wat betreft ontwikkelingen en positieve gevolgen van de fosfaatterugwinning‟. Met deze wijzigingen wordt het verslag vastgesteld. Naar aanleiding van Pagina 2 Mevrouw Van Hijlckama Vlieg herhaalt haar vraag van de vorige vergadering naar het juridisch effect van de verlenging van de overeenkomst aangaande de grondwateronttrekking DSM. Heeft de verlenging effect op de wens van Delfland om uit te treden? Daarnaast vraagt spreekster of het mogelijk is om dit onderwerp in de toekomst een keer vertrouwelijk te bespreken. Portefeuillehouder Smits zegt toe dat de vraag naar het juridisch effect van de verlenging zal worden opgenomen in het vragenformulier. In reactie op het verzoek om een vertrouwelijke bespreking te agenderen, licht de portefeuillehouder toe dat er momenteel oriënterende ge-
3
sprekken plaatsvinden met de gemeente Delft. De portefeuillehouder zegt toe de commissie te zijner tijd in een vertrouwelijke bijeenkomst nader te zullen informeren over de uitkomsten. Pagina 8 Mevrouw Van Hijlckama Vlieg wijst op de vierde alinea op pagina 8 van het verslag en vraagt naar de procedure nu de formulering van de zienswijze met een amendement is aangepast. Portefeuillehouder Smits licht toe dat de visie is verwerkt in de brief. De brief is inmiddels verzonden. Toezeggingenlijst commissie Waterkwaliteit 16 juni 2015 Alle toezeggingen zijn afgedaan, met uitzondering van: Team Communicatie besteedt extra aandacht aan het terugwinnen van fosfaat. 03.
Mededelingen
Vispaaiplaats Oranjebonnen De voorzitter deelt mee dat de vispaaiplaats in de Oranjebonnen op zaterdag 6 juni 2015 is geopend. Riooloverstort Schipluiden Ten aanzien van de lokale knelpunten deelt de voorzitter mee dat de voorbereidingen voor de riooloverstort in Schipluiden meer tijd in beslag nemen dan gedacht. De realisatie schuift door naar volgend jaar. Dit heeft geen gevolgen voor de begroting, maar wel voor de buitenwereld. Het waterschap zal dit onderwerp agenderen voor bestuurlijke overleg met Delflands Groen en gemeente Midden-Delfland. Zwemwateren Wat de zwemwateren betreft deelt de voorzitter mee dat het baggeren van de Delftse Hout nog niet het gewenste resultaat heeft opgeleverd. Om deze reden gaat het waterschap aan de slag met waterstofperoxide. Dit gebeurt ook bij de Krabbeplas in Vlaardingen. De commissie zal hier te zijner tijd nader over worden geïnformeerd. Waterspeeltuin Korftlaan De voorzitter deelt mee dat er ondanks de diverse maatregelen sprake is van een bacteriële overschrijding in de waterspeeltuin aan de Korftlaan in Delft. Momenteel wordt een DNAonderzoek uitgevoerd om de veroorzaker te achterhalen. Nationaal Waterplan De voorzitter deelt mee dat Delfland via de Unie van Waterschappen invloed heeft uitgeoefend om de zienswijze aan te passen, zodat het gat tussen de KRW-doelen en het rijksbeleid kenbaar wordt gemaakt. De zienswijze van de Unie wordt aangepast. Terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen De voorzitter deelt mee dat de eerste kwartaalrapportage van Aquon er financieel gezien goed uitziet. Dit geeft echter geen voorspelling voor het gehele jaar. 04
Bespreekstukken B.01
Waterbeheerplan 5
(In aanwezigheid van de heer J. Willems) Vanwege de integraliteit worden de programma‟s Gezuiverd afvalwater en Schoon water gezamenlijk besproken. Eerste termijn De heer De Nooy merkt op dat de AWP tevreden is met het Waterbeheerplan 2016-2021. Hoewel de effectiviteit van de maatregelen nog onzeker is wat betreft het behalen van de
4
KRW-doelen in 2027, is de AWP toch positief, zeker als de KRW voldoende wordt gemonitord en jaarlijks wordt bijgesteld. Hierbij is integraal werken volgens de fractie een must. De AWP is content met de vele samenwerkingsverbanden. Vervolgens stelt de heer De Nooy de volgende concrete vragen, met verwijzing naar het ontwerpplan: − Op pagina 13 staat dat de verbetering van de chemische waterkwaliteit stagneert. Wat is hiervan de oorzaak en hoe denkt het waterschap dit aan te pakken? − Op pagina 14 staat (ten aanzien van water op straat/ruimte in het watersysteem) dat burgers zelf kleine voorzorgsmaatregelen kunnen nemen. Aan welke maatregelen wordt gedacht? Hoe wil het waterschap dit met de burger gaan communiceren? − In het tekstdeel over de waterharmonica op pagina 29 staat dat Delfland nadrukkelijk samenwerkt met andere partijen in de pilot waarbij wordt getest wat de beste methode is om stoffen zoals bestrijdingsmiddelen, medicijnresten en hormoonverstorende stoffen te verwijderen. Wie zijn deze partijen? − Op pagina 44/45 staat dat Delfland samen met andere partijen nieuwe concepten ontwikkelt om de kringloop te sluiten. Aan welke partijen denkt het waterschap om de kringloop te sluiten wat betreft de ontwikkelingen tot zuivering na hergebruik van afvalwater tot schoon water? Welke concrete maatregelen worden genomen tegen lozen in het water en voor het optimaliseren van slibverwerking? De heer Hofman sluit zich aan bij de heer De Nooy wat betreft de inhoud van het plan en noemt vervolgens de volgende aandachtspunten: − ChristenUnie-SGP hecht eraan dat de burgerparticipatie in de uitwerking van het uitvoeringsprogramma meer inhoud krijgt, zodat de betrokkenheid van de burger bij vraagstukken in beeld komt. − Het KRW-programma wat betreft de chemische waterkwaliteit is een zorgpunt. Hoe kan het waterschap hard maken dat in 2027 aan de gewenste doelen wordt voldaan? Duidelijkheid ten aanzien van het behalen van de KRW-doelen is gewenst. − Ten aanzien van het plan vindt ChristenUnie-SGP het positief dat de exploitatie en instandhouding van maatregelen bovenaan staan. − De heer Hofman pleit voor meer aandacht voor de Watertoets, zowel wat waterkwaliteit als -kwantiteit betreft. Spreker zou deze toets graag meer geïntegreerd zien in de ruimtelijke ordening. − ChristenUnie-SGP hecht eraan dat de bodemdaling op goede wijze wordt getemporiseerd en de waterkwaliteit middels peilbeheer wordt gewaarborgd, waarmee de populatie van de weidevogels wordt beschermd. − Ten aanzien van de zoetwatervoorziening vraagt de heer Hofman om in de strategie ook te kijken naar technische maatregelen. Mevrouw Hilders heeft de volgende vragen en opmerkingen: − Ten aanzien van lokale knelpunten en kansen staat op pagina 23: “Burgers en bedrijven hebben geen last meer van lokale verontreinigingen.” Mevrouw Hilders vraagt zich af of Delfland hiermee niet een te grote broek aantrekt. Hoe ambitieus is dit bedoeld? − Ten aanzien van de ecologische waterkwaliteit merkt mevrouw Hilders op dat Delfland in 2008 waterlichamen heeft aangewezen. De provincie heeft daar later waterlichamen aan toegevoegd. De VVD vindt het vanzelfsprekend dat wanneer er maatregelen worden genomen in de waterlichamen van de provincie, de provincie deze dan zelf betaalt. De fractie hecht eraan om dat hier uit te spreken. − Bij maatregelen buiten waterlichamen is het de vraag of de hectares meetellen voor de KRW. Mevrouw Hilders heeft begrepen dat de maatregelen buiten een waterlichaam, maar in hetzelfde peilgebied, meetellen. Is dat juist? Zet het college uitsluitend in op de maatregelen die meetellen voor de KRW? De voorzitter antwoordt bevestigend op de laatste vraag van mevrouw Hilders. Mevrouw Hilders vervolgt haar bijdrage. De VVD maakt een voorbehoud bij de zoetwaterfabriek en de waterharmonica in afwachting van besluitvorming. De heer De Keijzer heeft de volgende vragen en opmerkingen: − Spreker noemt het voorliggende Ontwerp-Waterbeheerplan een gedegen, maar massaal stuk. Spreker vindt het jammer dat er weinig zienswijzen zijn ingediend door bur-
5
− −
− − −
−
gers. De heer De Keijzer hecht eraan dat ook de burgers betrokken raken bij het plan en stelt voor een populaire samenvatting te maken voor de burgers. Heeft er afstemming plaatsgevonden met de andere waterschappen? In paragraaf 4.1, Een zelfvoorzienend gezond en schoon watersysteem, worden vijf elementen genoemd: waterhuishouding, zoetwatervoorziening, chemische waterkwaliteit, ecologische kwaliteit watersysteem en zuivering huishoudelijk afvalwater. De heer De Keijzer merkt op dat slechts zeer globaal is omschreven wat er gaat gebeuren. Spreker pleit ervoor om de tekst meer SMART te maken. Op pagina 22 staat: “Voor 2021 gaat Delfland in gesprek met het Rijk en partijen om een nagenoeg emissieloos Delfland mogelijk te maken.” De heer De Keijzer stelt de vraag aan de orde of de datum van dit gesprek niet kan worden gespecifieerd. Op pagina 22 staat verder: “Naast adviseren en ondersteunen gaat Delfland scherp toezicht houden op het handhaven van de regels.” Gebeurt dat op dit moment niet? Waarom niet? Op pagina 23 staat: “De chemische waterkwaliteit is als gevolg van strengere wetgeving in de periode tot begin deze eeuw sterk verbeterd. Inmiddels wordt er nauwelijks meer vooruitgang geboekt en kan de waterkwaliteit in Delfland als onvoldoende gekwalificeerd worden.” Wanneer kan verwacht worden dat de waterkwaliteit in Delfland wel als voldoende gekwalificeerd kan worden? Tot slot vraagt de heer De Keijzer om de volgende formulering op pagina 28 ten aanzien van het sluiten van kringlopen in de waterketen SMART te formuleren: “In deze planperiode richt Delfland zich op een reductie van het eigen energiegebruik en een toename van de eigen energieproductie.”
De heer Jansen benadrukt het belang van het Waterbeheerplan, maar mist duidelijke keuzes. Hij stelt de volgende vragen: − Volgens de OESO heeft Nederland wat waterkwaliteit betreft een laag ambitieniveau. De heer Jansen merkt op dit niet te kunnen rijmen met het voorliggende plan, waarin een hoog ambitieniveau wordt nagestreefd. Is Delfland anders dan de overige waterschappen of zou er een nog hoger ambitieniveau moeten worden nagestreefd? − Het CDA is van mening dat de inspraak goed geregeld moet zijn en vindt het jammer dat de inspraak in de zomer plaatsvindt. Hoe kan Delfland de inspraak van belangrijke stakeholders garanderen? − In het voorliggende plan wordt meermaals genoemd dat Delfland meer gaat samenwerken met gemeenten. Het CDA mist een nadere specificering. Hoe gaat Delfland ervoor zorgen dat water goed tussen de oren zit bij de gemeenten? − Ten aanzien van zoetwaterverkwisting vindt de heer Jansen de ambities laag. Spreker is van mening dat Delfland op dit punt ambitieuzer mag zijn. Wanneer wordt welk deel van het water gezuiverd in het systeem? − De heer Jansen zou graag in het plan een passage terugzien over de vraag hoe de glastuinbouw kan worden verleid/voorgelicht om lozing tegen te gaan, anders dan door strenge handhaving. − Spreker wil toe naar een volledig visvriendelijk waterschap en pleit ervoor om sluizen en gemalen bij aanpassingen of vernieuwingen visvriendelijk te maken. De voorzitter merkt op dat dit laatste al gebeurt, tenzij het niet mogelijk of niet efficiënt is. De heer Jansen vervolgt zijn bijdrage en vraagt hoe het college de achterstand in gaat halen als het gaat om het terugdringen van rioolvreemd water. De voorzitter merkt op dat deze vraag ook is gesteld aan de portefeuillehouder Klimaatbestendige stad. De voorzitter kan de vraag niet beantwoorden. Tot slot vraagt de heer Jansen hoe de hoge slibgehaltes gereduceerd kunnen worden. De heer Belt spreekt namens Water Natuurlijk zijn waardering uit voor het voorliggende concept-Waterbeheerplan 5. Spreker sluit zich aan bij het voorstel om een populaire samenvatting toe te voegen. De fractie spreekt de verwachting uit dat de doelen nader zullen worden gekwantificeerd in het uitvoeringsprogramma. Daarnaast heeft de heer Belt de volgende vragen en opmerkingen bij het plan:
6
− − −
− − −
− − − −
Water Natuurlijk is zeer tevreden over paragraaf 4.1, Een zelfvoorzienend gezond en schoon watersysteem. De fractie kijkt uit naar de strategie om de kringloop te sluiten. De heer Belt is van mening dat paragraaf 5.4, Chemische waterkwaliteit, concreter kan worden geformuleerd. Waar staat Delfland nu en welke verbetering is bereikt in 2021? Op pagina 21 staat: “Voor bestrijdingsmiddelen moet het aantal overschrijdingen van de norm met 75 procent worden teruggebracht ten opzichte van 2013.” De heer Belt verzoekt aan de tekst toe te voegen wanneer dit doel moet zijn bereikt. Daarnaast vraagt de heer Belt of het klopt dat dit percentage voor PAK‟s eerst hoger was. Op pagina 22 staat: “Voor 2021 gaat Delfland in gesprek met het Rijk en partijen om een nagenoeg emissieloos Delfland mogelijk te maken.” De heer Belt is van mening dat dit eerder mogelijk moet zijn. Water Natuurlijk kan zich vinden in de ambitie wat betreft zwemwater in paragraaf 5.6. De fractie vraagt of het budget voldoende is om de ambitie daadwerkelijk te realiseren. De subtitel van paragraaf 6.1, Een toekomstbestendige zoetwaterfabriek, is: “In 2021 zijn alle voorbereidende technologische maatregelen getroffen om op een toekomstbestendige wijze de waterketen te sluiten en de zuiveringen te kunnen doorontwikkelen tot energie-, grondstoffen- en zoetwaterfabrieken.” De heer Belt vraagt zich af wat Delfland na 2021 gaat doen. Ten aanzien van paragraaf 6.2, Doelmatig transport en zuivering van afvalwater, zou Water Natuurlijk graag toegevoegd willen hebben dat er permanent aangestuurd wordt op duurzaamheid. In paragraaf 7.3, Beheer van het watersysteem, staat: “Delfland wil het watersysteem op een aantal punten verbeteren, maar over het algemeen voldoet het systeem.” Volgens de heer Belt klopt dit niet wat betreft waterkwaliteit. De heer Belt vraagt hoe Delfland aankijkt tegen het versterken van cultuurhistorische en belevingswaarde (pagina 35). Gaat het uitsluitend over gebouwen of is er ook aandacht voor aspecten zoals historische verkaveling? Tot slot merkt de heer Belt dat in het plan een kaart is opgenomen met de knelpunten van de polders. Water Natuurlijk zou graag een kaart zien van de knelpunten in de polder.
Mevrouw Hoogerwerf merkt op dat de Partij voor de Dieren het waterkwaliteitsplan een gedegen stuk vindt waarin de doelstellingen uit het coalitieakkoord goed zijn verwerkt. Spreekster steunt het voorstel om een populaire samenvatting toe te voegen. De fractie vindt met name de chemische waterkwaliteitsaspecten zeer belangrijk. De sanering van bedrijfslozing is voor de Partij voor de Dieren een belangrijk punt. De fractie is verheugd met de toevoeging van de paragraaf over duurzaamheid. Er wordt toegewerkt naar een energieneutraal beheer, maar de fractie vraagt waarom in dit verband voor het jaartal 2050 is gekozen. Is het mogelijk om dit doel naar voren te schuiven? Verder vindt de fractie het positief dat vismigratie wordt benoemd en dat wordt toegewerkt naar een oplossing voor migratieproblemen. De Partij voor de Dieren noemt het echter een gemiste kans dat andere diersoorten die afhankelijk zijn van waterkwaliteit en waterbeheer niet genoemd zijn, met name weidevogels. Kan hier een paragraaf over toegevoegd worden? Verder merkt mevrouw Hoogerwerf op dat het ontkoppelen van de waterketen een kans zou kunnen zijn om burgers te betrekken bij het waterketenproces. Mevrouw Van der Burg spreekt namens de fractie ongebouwd haar waardering uit voor het voorliggende plan. Spreekster noemt het hoge abstractiegehalte logisch, aangezien het een strategisch document betreft. In het uitvoeringsprogramma moet een en ander concreter worden. Ten aanzien van het ambitieniveau voor zwemwater merkt mevrouw Van der Burg op dat er een afweging gemaakt worden indien de kosten te hoog zijn. De fractie is positief over de procesgang en de aanpak van de inspraak. De heer Van Kretschmar merkt op dat de fractie bedrijven het positief vindt dat er een strategisch plan is, maar de fractie is van mening dat het voorliggende plan op een aantal punten aanscherping behoeft. Daarnaast vindt de fractie het ambitieniveau op een aantal punten bescheiden. De fractie kijkt met belangstelling uit naar het uitvoeringsplan. In het voorstel wordt zowel een uitvoeringsplan voor de gehele planperiode als een uitvoeringsplan enkel voor 2016 genoemd. Welke periode behelst het uitvoeringsplan dat wordt voorgelegd in augustus? Verder heeft de heer Van Kretschmar de volgende vragen en opmerkingen bij de tekst:
7
−
− −
Ten aanzien van paragraaf 4.2, Interactie tussen watersysteem en waterketen, wijst de heer Van Kretschmar op het geformuleerde doel: “Delfland vervult zijn zorgplichten door de kerntaken integraal uit te voeren en de werkzaamheden te koppelen aan een steeds sneller veranderende omgeving.” Spreker pleit voor een meer strategische formulering van het doel. Op pagina 22 staat met betrekking tot het Activiteitenbesluit: “Bij het opstellen van het WBP 5 is nog onduidelijk wat de exacte datum van inwerkingtreding zal zijn, 2016 of 2018.” De heer Van Kretschmar vraagt of het jaartal 2017 bewust weggelaten is. Op pagina 23 staat: “Zoveel mogelijk afgesproken lokale waterkwaliteit knelpunten worden opgelost en kansen worden benut binnen taakstellend budget.” De heer Van Kretschmar stelt voor om „zoveel mogelijk afgesproken‟ weg te laten.
Mevrouw Van Hijlckama Vlieg spreekt haar complimenten uit voor het voorliggende plan. Spreekster wijst op de mogelijkheid om urgente zaken, zoals de waterkwaliteit, flink aan te zetten. Daarnaast stelt spreekster voor om, wanneer er nog keuzes gemaakt moeten worden, de vragen of afwegingen die er zijn te formuleren. Verder merkt mevrouw Van Hijlckama Vlieg op dat het plan tamelijk generiek van aard is, terwijl in het gebied sprake is van gedifferentieerde omstandigheden. In het plan komen opmerkingen voor die over stedelijk gebied gaan. Mevrouw Van Hijlckama Vlieg stelt voor om de strategische doelen te zwaluwstaarten met de uitdagingen waar de gemeenten voor staan, namelijk enerzijds de noodzakelijke verdichting en anderzijds de hittestress en de toekomst van ecologische verbindingszones die daardoor binnenstedelijk onder druk staan. Vervolgens heeft mevrouw Van Hijlckama Vlieg de volgende vragen en opmerkingen: − In paragraaf 4.1, Een zelfvoorzienend gezond en schoon watersysteem, wordt het sluiten van de kringloop genoemd. Dit lijkt de PvdA vrij ambitieus en prijzig. Bovendien: hoe groot en gedifferentieerd wordt de kringloop dan sluitend gemaakt? − Op pagina 13 is een alinea opgenomen over de ecologische kwaliteit van het watersysteem. Volgens spreekster gaat dit ook over natuurwaarden en ecologische verbindingszones waar een aansluiting bij zal moeten worden gezocht. − Ten aanzien van de alinea over de chemische waterkwaliteit op pagina 13 vraagt mevrouw Van Hijlckama Vlieg aandacht voor de vragen van haar fractie over multiresistente bacteriën. − Ten aanzien van de chemische waterkwaliteit staat op pagina 22: “Samen met gemeenten en provincie werkt Delfland aan een campagne die erop gericht is bedrijven en burgers zelf verantwoordelijkheid te laten nemen om het water schoon te houden.” Mevrouw Van Hijlckama Vlieg vraagt of het verstandig is om op te nemen welke incentives Delfland hiervoor kan bieden. Daarnaast merkt spreekster op dat de verantwoordelijkheid niet opgaat voor besmettingsgevaar, aangezien dit een algemeen gezondheidsbelang betreft. − Ten aanzien van paragraaf 5.6, Zwemwater, vraagt spreekster wat Delfland gaat doen aan het verhogen van het zelfreinigend vermogen van zwemwater. − In paragraaf 6.2, Doelmatig transport en zuivering van afvalwater, komt schaalvergroting in de organisatie van de afvalwaterketen aan de orde. Spreekster zou graag toegevoegd zien wat de verwachtingen zijn ten aanzien van de specialisatiemeerwaarde. In reactie op het voorstel om een populaire samenvatting toe te voegen licht de heer Willems toe dat in de commissie BOB suggesties van soortgelijke strekking zijn gedaan. De dijkgraaf heeft aangegeven dit punt te zullen bespreken in het college. De voorzitter merkt op de aandachtspunten te hebben genoteerd en reageert op de vragen in de eerste termijn: − De voorzitter beaamt het hoge abstractieniveau van het plan. Een aantal doelen is nog niet gekwantificeerd. Deze doelen zullen nader worden gespecifieerd in het uitvoeringsplan, de begroting en/of het KRW-maatregelenpakket. − Ten aanzien van de stagnatie in de chemische waterkwaliteit wijst de voorzitter op het gebrekkige naleefgedrag van glastuinbouwbedrijven. De gebiedsgerichte aanpak met partners biedt resultaat. − In reactie op de vraag naar voorzorgsmaatregelen die burgers zelf kunnen nemen, licht de voorzitter toe dat de oorzaken van knelpunten divers zijn. Zo kan het voeren van eendjes een oorzaak zijn. − In de pilot met de waterharmonica zijn ook andere waterschappen geïnteresseerd.
8
− −
− − − −
− − − − − − − − − − −
Het activiteitenbesluit moet in 2016 óf in 2018 intreden. Hierover zal het Rijk een beslissing nemen. Met de beoogde maatregelen hoopt het college de doelen in 2027 te behalen. De voorzitter wijst op de afspraak dat de ecologische maatregelen in 2021 klaar zijn, zodat de natuur de tijd heeft om zelf aan te groeien. Mocht dit niet voldoende werken, dan is er tijd om in de laatste planperiode aanvullende maatregelen te nemen. Op de vraag of er afstemming heeft plaatsgevonden met andere waterschappen, antwoordt de voorzitter bevestigend. Het college komt terug op de doelen voor de lange termijn in het kader van het sluiten van de kringloop. De laatste jaren is al veel ingezet op extra handhaving. Daarbij dient te worden gedacht aan het gehele palet, waaronder voorlichting. Ten aanzien van de OESO en het ambitieniveau licht de voorzitter toe dat Delfland het maatregelenpakket via het RBO Rijn-West en het Rijk aanlevert aan Europa. Indien het ambitieniveau van Delfland te laag wordt geacht, dan komt de voorzitter daar op terug. Op dit moment zijn er echter geen signalen die hierop duiden. Wel geeft Delfland in gesprekken met het Rijk regelmatig aan dat de uiteindelijke KRW-doelstellingen met het huidig beleid niet worden behaald wat betreft nutriënten en bestrijdingsmiddelen. Delfland probeert er op diverse manieren voor te zorgen dat water goed tussen de oren zit bij de gemeenten. De voorzitter wijst bijvoorbeeld op de bestuurlijke watertafels. Bij renovatie wordt de visvriendelijkheid van gemalen meegenomen. Het college komt terug op de vraag van de heer Belt inzake het terugbrengen van het aantal overschrijdingen van de norm voor PAK‟s. In reactie op de oproep om eerder dan 2021 in gesprek te gaan met het Rijk, licht de voorzitter toe dat Delfland in het RBO Rijn-West twee keer per jaar aan tafel zit met het Rijk. Hierbij is het doelengat een terugkerend aandachtspunt. Het budget voor zwemwater is tot nu toe voldoende. De voorzitter zegt toe het verzoek ten aanzien van de knelpuntenkaart mee te nemen naar het college. Het zwaluwstaarten met de gemeente, zoals genoemd door Van Hijlckama Vlieg, gebeurt volgens de voorzitter regelmatig. Later dit jaar komt het college terug op het sluiten van de kringloop. De voorzitter zegt toe het verzoek van mevrouw Van Hijlckama Vlieg om een passage over multiresistente bacteriën toe te voegen, mee te nemen naar het college. In reactie op de vraag naar de incentives antwoordt de voorzitter dat Delfland diverse stimuleringsmogelijkheden heeft, zoals bedrijfsboeken. Bij specifieke projecten komt het college hier op terug. Ten aanzien van het zelfreinigend vermogen van zwemwater licht de wethouder toe dat Delfland probeert de zwemwateren zo goed mogelijk op orde te hebben. Daarbij kijkt Delfland nadrukkelijk naar het gehele systeem. De vraag van de ChristenUnie-SGP naar de relatie tussen bodemdaling en peilbeheer en weidevogels wordt in het vragenformulier behandeld.
Portefeuillehouder Smits reageert op de vragen en opmerkingen in de eerste termijn. Het sluiten van de kringloop is een van de ambities van Delfland. In de vorige vergadering heeft de portefeuillehouder toegelicht dat Delfland een aantal samenwerkingsverbanden heeft. De heer Smits kan zich vinden in de gedachte van mevrouw Van Hijlckama Vlieg om te streven naar een specialisme in het kader van de samenwerking. Verder licht de heer Smits toe dat elke portefeuillehouder is gekoppeld aan een gemeente. Ook zijn er bestuurlijke overleggen met de verschillende gemeenten. Een van de ambities is ervoor te zorgen dat elke gemeente een eigen waterplan maakt. Tot op heden zijn hier goede afspraken over gemaakt. Met betrekking tot de duurzaamheidsambitie licht de portefeuillehouder toe dat het jaartal 2050 voortvloeit uit het klimaatakkoord. Tot slot merkt de portefeuillehouder op positief te staan tegenover burgerparticipatie. De heer Willems merkt op dat in de informatieve VV een korte toelichting is gegeven op de totstandkoming van het plan. Een verlengde inspraakperiode bleek juridisch niet mogelijk. Delfland zal alle relevante stakeholders (zowel overheden als belangenorganisaties) actief informeren over het plan en de inspraakmogelijkheid. Het voornemen is om de begroting, het uitvoeringsprogramma en het strategisch deel in november te behandelen in de VV.
9
Tweede termijn Ten aanzien van de inspraak wijst mevrouw Van Hijlckama Vlieg op het feit dat 2013 alweer twee jaar geleden is. Dit betekent dat de informatie opnieuw moet worden geactiveerd. Verder raadt spreekster aan om de inspraak te benutten bij de uitwerking van het plan. De heer Jansen merkt op dat in het plan ontbreekt hoe wordt omgegaan met bagger in water en waterbodem. De voorzitter licht toe dat Delfland twee soorten baggeren kent: baggeren om het water op diepte te houden en aanvullend baggeren om de waterkwaliteit te bevorderen. De heer De Keijzer vraagt naar de periode die het uitvoeringsprogramma behelst. De heer Willems antwoordt dat het uitvoeringsprogramma de gehele looptijd van het Waterbeerplan beslaat, dus zes jaar. Jaarlijks wordt het uitvoeringsprogramma geactualiseerd. De heer Hofman merkt op dat het voor zijn fractie van belang is om burgers zoveel mogelijk te betrekken bij onderdelen waarvoor burgers zelf ideeën kunnen aandragen. Daarnaast vraagt de heer Hofman naar de mogelijkheid om de watertoets in te zetten in het kader van de waterkwaliteitsmaatregelen. Tot slot merkt de heer Hofman op het van belang te vinden om de waterkwaliteitsaspecten te betrekken bij de peilbesluiten als het gaat om de beoordeling van integraal waterbeheer. De heer De Nooy merkt op dat zijn vragen naar het optimaliseren van slibverwerking en de concrete maatregelen die genomen zijn tegen cellulose in het water, nog niet zijn beantwoord. Portefeuillehouder Smits licht toe dat scherp wordt gekeken naar grondstoffen die een rol spelen bij het sluiten van het proces. Het optimaliseren van de slibverwerking gebeurt bedrijfsmatig om te bekijken welke grondstoffen uit het water gedestilleerd en hergebruikt kunnen worden. De PvdA overweegt amendering en neemt het punt in beraad. De VVD maakt een voorbehoud. De voorzitter concludeert dat het Waterbeheerplan 5 voor het overige met een positief advies als bespreekstuk zal worden aangeboden aan de VV. B.13
Aquon jaarstukken 2014, begroting 2016 en meerjarenraming 20172019
De voorzitter verwijst voor achtergrondinformatie over Aquon naar de informatieve VV. De verwachting waarmee Delfland in de GR is gestapt, is niet waargemaakt. Uit de jaarstukken 2014 blijkt dat Aquon inmiddels financieel op orde is. Er is 1,9 miljoen euro. De GR heeft besloten om dit bedrag te benutten voor de aanstaande sanering die hard nodig is om de kosten omlaag te dringen. Vervolgens draagt portefeuillehouder Ter Woorst het voorzitterschap over aan portefeuillehouder Smits. De heer De Nooy merkt op dat AWP Delfland de zienswijze van harte ondersteunt. Verder blijft de fractie van mening dat Delfland beter uit de GR kan treden. De heer Hofman spreekt zijn waardering uit voor de interventie en de kritische opstelling wat betreft de bedrijfsmatige kant van het verhaal. Zijn fractie kan instemmen met de huidige begroting. De heer Hofman vraagt Delfland het tijdig aan te geven indien Delfland voornemens is uit de GR te treden, zodat de overblijvende partijen tijdig maatregelen kunnen nemen. Tot slot vraagt de heer Hofman naar het achterstallig onderhoud van het bedrijfspand. Welke kosten worden verwacht en in hoeverre zijn deze begroot? Mevrouw Hilders vraagt aan welke partij de begroting moet worden toegezonden: aan het algemeen bestuur of aan het dagelijks bestuur? De heer De Keijzer merkt op benieuwd te zijn hoe het ombouwplan eruit zal zien.
10
De heer Breeuwsma geeft aan als nieuw bestuurslid onbevangen naar de stukken te hebben kunnen kijken. Spreker is geschrokken van de problemen bij Aquon. Daarnaast vraagt de heer Breeuwsma of de zienswijze al is verstuurd. Verder staat in het voorstel dat de begroting is opgesteld op basis van ongewijzigd beleid. In hoeverre is sprake van een lege huls? Daarnaast heeft de heer Breeuwsma er moeite mee om het bedrag van 1,9 miljoen euro als een blanco cheque nu alvast te reserveren voor een grote reorganisatie. Hoe kijkt het college hier tegenaan? Tot slot wijst de heer Breeuwsma op de mogelijkheid om met Aquon een andere weg in te slaan, zoals verkoop of fusie met een andere partij. De heer Belt merkt op dat Water Natuurlijk tevreden is met de ingeslagen koers. De fractie is van mening dat Aquon de kans moet krijgen om gezond te worden. Delfland dient echter scherp te zijn op het doorzetten van de bedrijfsmatige aanpak. De heer Belt stelt voor om voorlopig geen signaal te geven dat Delfland uittreedt, om aan te geven dat Delfland Aquon een kans geeft en rust in de tent te scheppen. Mevrouw Hoogerwerf merkt op dat haar fractie kan instemmen met het voorstel. De fractie ziet geen reden om op dit moment uit de GR te treden. Portefeuillehouder Ter Woorst merkt ter verduidelijking op dat uittreding nu niet voorligt. Er zal binnenkort een informatieve VV worden georganiseerd over wel of niet uittreden uit de GR. Mevrouw Van der Burg noemt de monsterneming in het veld een groot voordeel van Aquon. De heer Van Kretschmar merkt op dat het hoge ziekteverzuim hem een indicatie geeft dat er geen rust is binnen de organisatie. Daarnaast vraagt spreker waarom Delfland de monsterafname heeft uitbesteed en niet zelf uitvoert. Mevrouw Van Hijlckama Vlieg verwijst naar de zienswijze. Naar aanleiding van de tweede alinea vraagt de PvdA zich af wat het directe verband is tussen de genomen maatregelen en de betere uitkomsten. Daarnaast noemt spreekster de laatste alinea tamelijk dreigend. Portefeuillehouder Ter Woorst licht toe dat de zienswijze is verstuurd. In de brief staat nadrukkelijk vermeld: onder voorbehoud van goedkeuring door de VV. De secretaris reageert op de vraag van de heer Van Kretschmar over de uitbesteding van de monsterafname. Het uitvoeren van de monsterafname door Aquon is minder kwetsbaar en bovendien goedkoper dan wanneer Delfland het zelf zou doen. De heer Breeuwsma merkt op dat in de conceptbegroting wordt gesteld dat het ombouwplan in concept nagenoeg klaar is. De commissie heeft dit ombouwplan niet ontvangen en kan dit plan dan ook niet duiden in relatie tot de begroting. In dit licht heeft de heer Breeuwsma moeite met het beoordelen van de begroting. Portefeuillehouder Ter Woorst zegt toe de commissie te zullen informeren zodra er meer bekend is over een ombouwplan. De heer Hofman merkt op dat zijn vraag over het achterstallig onderhoud van het bedrijfspand niet is beantwoord. Gaat het om constructieve schade of een verfbeurt? Portefeuillehouder Ter Woorst antwoordt dat het achterstallig onderhoud meer omvat dan een gewone verfbeurt. De portefeuillehouder neemt de vraag naar de precieze kosten mee. Mevrouw Hilders herhaalt haar vraag of de zienswijze formeel gericht moet worden aan het algemeen bestuur of aan het dagelijks bestuur en wijst op de rechtsgeldigheid. Portefeuillehouder Ter Woorst merkt op dat de vraag zal worden opgenomen in het vragenformulier. Het CDA neemt het punt in beraad. De voorzitter concludeert dat het voorstel met een positief advies als hamerstuk zal worden aangeboden aan de VV.
11
B.14
Maatregelenpakket ter verbetering zwemwaterkwaliteit Plas Prinsenbos (gemeente Westland)
(in aanwezigheid van mevrouw J. Burger en de heer R. Hoefnagel) Eerste termijn De heer Boekestijn noemt het een goede zaak dat wat gedaan wordt aan de zwemwaterkwaliteit van Plas Prinsenbos. Door de maatregelen worden ook de recreatiemogelijkheden vergroot en daarmee neemt bovendien het waterbewustzijn toe. Het voorstel is volgens de heer Boekestijn een goed voorbeeld van burgerparticipatie. De heer Hofman sluit zich aan bij de opmerkingen van de heer Boekestijn, maar plaatst een kanttekening bij de effectiviteit van de maatregel. Hoe kan de waterkwaliteit behouden blijven zolang de glastuinbouw nog niet geheel aan zijn verplichtingen heeft voldaan wat lozing betreft? Daarnaast vraagt de heer Hofman waarom de gemeente een deel van de voorziening qua beheer en onderhoud behartigt. Mevrouw Hilders noemt het maatregelenpakket op zich een goede zaak, maar vraagt hoe Delfland het stoppen van illegale lozingen kan zekerstellen. De heer Jansen noemt het een goede zaak dat maatregelen worden genomen, maar het CDA vreest voor blijvende nalevering uit de waterbodem. De fractie vraagt of gekeken kan worden naar mogelijkheden om de bron aan te pakken in plaats van het effect. De heer Belt merkt op dat Water Natuurlijk kan instemmen met de maatregelen. De fractie betreurt het echter dat de gemeente Westland geen financiële bijdrage levert. Water Natuurlijk zou graag nader geïnformeerd willen worden over de resultaten van de communicatieactie door de gemeente Westland. Tot slot adviseert de heer Belt om een informatiebord te plaatsen waarop ook de rol van de glastuinbouw benoemd wordt. Mevrouw Hoogerwerf geeft aan dat de Partij voor de Dieren kan instemmen met het voorstel. Spreekster kan zich vinden in het voorstel van de heer Belt om een informatiebord te plaatsen. Mevrouw Van den Burg merkt op dat de fractie ongebouwd kan instemmen met het voorstel. De heer Van Kretschmar geeft aan dat de categorie bedrijven enkele kritische noten heeft bij het voorstel. Volgens de fractie is het voorstel in strijd met de kadernota, waarin staat dat een zwemwaterbeheerder bereid is mee te investeren. Dat wordt hier niet gedaan. De fractie vraagt zich af of de prioriteitstelling juist is gekozen. Daarnaast noemt de heer Van Kretschmar het onverantwoord om de aanbestedingsprocedure uit te besteden aan de gemeente Westland als Delfland de investering op zich neemt. Mevrouw Van Hijlckama Vlieg stelt de vraag aan de orde hoe het waterschap de vervuiler mee kan laten betalen aan de maatregelen. Portefeuillehouder Ter Woorst licht toe dat Delfland in een beperkt aantal zwemwateren investeert. In het voorstel is nadrukkelijk aangegeven dat ook brongerichte maatregelen belangrijk zijn. De communicatie over het plan heeft al veel winst opgeleverd qua bewustwording van de inwoners van glastuingebied. Delfland werkt samen met de gemeente Westland, maar er wordt strak gekeken naar de taken en verantwoordelijkheden. Delfland is verantwoordelijk voor de waterkwaliteit, maar de gemeente doet de communicatie en het beheer van de voorziening die aangebracht wordt. De portefeuillehouder zegt toe te bekijken hoe informatie over waterbewustzijn gekoppeld kan worden aan de waterkwaliteit op de locatie Prinsenbos. Ten aanzien van de aanbestedingsprocedure licht mevrouw Burger toe dat de gemeente de aanbesteding voorbereidt en op de markt zet. De gemeente heeft meer ervaring. In de gesprekken met de gemeente bleek dat er een goot komt te liggen die wordt gebruikt door kleine kinderen. Dat betekent dat er meer naar speeltoestellen moet worden gekeken dan naar
12
waterhuishoudkundige zaken. Het daadwerkelijk aanbesteden gaat echter niet zonder de goedkeuring van het waterschap. De heer Van Kretschmar benadrukt moeite te hebben met het aanbestedingsproces. Spreker neemt aan dat het waterschap contractspartner wordt. Mevrouw Burger merkt op dat daarover nog afspraken gemaakt moeten worden. Portefeuillehouder Ter Woorst vat samen dat de verantwoordelijkheid voor de aanbesteding bij Delfland ligt. De inkoopadviseur is hier scherp op. In reactie op de vraag naar de waterbodem licht de heer Hoefnagel toe dat het aanpakken van de waterbodem weinig zin heeft, omdat er een veenlaag onder zit. De grond blijft naleveren. Ten aanzien van de effectiviteit van het doorspoelen licht de heer Hoefnagel toe dat de verblijftijd van het water slechts twee dagen is, waardoor er vrijwel geen kans is dat er blauwalg gaat groeien. Tweede termijn De heer Hofman begrijpt de beantwoording, maar adviseert het waterschap serieus te kijken naar eventuele afdekking. Daarnaast stelt de heer Hofman voor om bedrijven rond de plas uit te nodigen om het belang ervan te onderstrepen om in gezamenlijkheid ervoor te zorgen dat de kwaliteit van zwemwater wordt behaald. De heer Jansen vraagt Delfland te kijken naar de aanpak van de waterbodem. De heer Van Kretschmar merkt op dat zijn zorgen over de aanbestedingsprocedure niet zijn weggenomen. Portefeuillehouder Ter Woorst zegt toe dat de aanbestedingsprocedure in het vragenformulier nader onderbouwd zal worden. Mevrouw Van Hijlckama Vlieg stelt de keuze voor de contractvorm UAV-GC aan de orde. Bij deze vorm zijn de voorwaarden en het eindbedrag bepalend. Spreekster noemt deze keuze link, aangezien het stuk (en dus het bedrag) openbaar is. Spreekster stelt de vraag aan de orde of het stuk vertrouwelijk zal moeten zijn. Portefeuillehouder Ter Woorst merkt op dat de commissie mag aannemen dat de voorgestelde maatregel de meest effectieve is. De VVD maakt een voorbehoud ten aanzien van de aanbesteding. De voorzitter concludeert dat het voorstel met een positief advies in beginsel als hamerstuk zal worden aangeboden aan de VV. B.13
Waterkwaliteitsrapportage 2014
(in aanwezigheid van de heren J. Filius en R. Hoefnagel) De heer Boekestijn noemt de Waterkwaliteitsrapportage een mooi document om de grote lijn te benadrukken. Spreker merkt op dat in de samenvatting en de berichtgeving in de media de somberheid overheerst. Dat werkt niet stimulerend. Daarnaast constateert de heer Boekestijn dat doorpakken wel degelijk mogelijk is. Het waterbewustzijn wordt door alle aandacht flink vergroot. De AWP verwacht dat de lijn van verbetering ingezet in 2008 zich zal versterken bij monitoring in 2017. Tot slot vraagt de heer Boekestijn om een toelichting op de term „niet toetsbaar‟. De heer Hofman spreekt zijn waardering uit voor de rapportage. Spreker denkt dat het een goede zaak is om samen met de glastuinbouwsector en de kennisinstituten een aanvalsplan in te gaan zetten voor de laatste slag. De heer Hofman verwacht dat de rapportage een goede katalysator is om het gesprek te voeren.
13
Mevrouw Hilders sluit zich aan bij de waardering voor de rapportage. In de rapportage wordt verwezen naar de glastuinbouwsector. Daarbij wil mevrouw Hilders aantekenen om niet de gehele sector over één kam te scheren. In dit verband verwijst mevrouw Hilders naar eerdere vragen van haar fractie over een prijsbeleid voor water, waarbij bedrijven die schoner produceren dan wettelijk vereist, beloond worden voor hun inzet. Tot slot vraagt mevrouw Hilders de portefeuillehouder te bekijken wat er kan gebeuren aan de PAK‟s. Hoe zit het met de verantwoordelijkheden, wie mag handhaven en hoe kan Delfland hier een bijdrage aan leveren? De heer De Keijzer is positief over de rapportage. Spreker vraagt in hoeverre ernaar gestreefd wordt om 100% van de tuinders aan te sluiten op het riool. De heer Jansen spreekt zijn complimenten uit voor de rapportage. Spreker vraagt naar de stand van zaken van de toezegging dat de resultaten onder een breed publiek worden verspreid. De heer Belt sluit zich aan bij de waardering voor het stuk. Spreker is van mening dat de bijgevoegde flyer aantrekkelijker kan worden gemaakt. Mevrouw Hoogerwerf noemt de rapportage een gedegen stuk, maar de Partij voor de Dieren uit haar zorgen over het niet voldoen aan allerlei normen. Op het gebied van bestrijdingsmiddelen vraagt de fractie aandacht voor verbetering van het nalevingsgedrag. Verder vraagt mevrouw Hoogerwerf of de gegevens van de monitoring van de visstand in 2014 gedeeld worden met de commissie. Mevrouw Van der Burg merkt op het principe „one out, all out‟ een verkeerd principe te vinden, omdat het demotiverend werkt. Daarnaast geeft spreekster aan dat de fractie ongebouwd kwaliteitsbaggeren zeer belangrijk vindt. Verder is de fractie van mening dat het goed zou zijn als de chemische industrie kennis zou meegeven over hoe stoffen reageren in water. De heer Van Kretschmar spreekt namens de categorie bedrijven zijn waardering uit voor het rapport. De fractie heeft moeite met het aantal malen dat de glastuinbouw wordt genoemd als veroorzaker. Ook heeft de fractie moeite met het woord handhavingsbeleid. Tot slot vraagt de heer Van Kretschmar wat het waterschap doet ten aanzien van exoten. Mevrouw Van Hijlckama Vlieg noemt de rapportage belangwekkend. Spreker heeft moeite met de vraag om in te stemmen met de rapportage en pleit ervoor om de rapportage voor kennisgeving aan te nemen. Tot slot herhaalt mevrouw Van Hijlckama Vlieg haar vraag naar incentives. Portefeuillehouder Ter Woorst licht toe dat het waterschap op zoek is naar een andere term voor gebiedsgericht meten/positief handhaven. Het waterschap staat open voor suggesties. Ten aanzien van het aansluiten op het riool licht de portefeuillehouder toe dat 98 procent van de glastuinbouwbedrijven aangesloten is op het riool. Gebiedsgericht meten levert veel op. De samenwerking staat voorop. Daarnaast heeft de portefeuillehouder binnenkort een gesprek met Nefyto, de brancheorganisatie voor bestrijdingsmiddelen. De waterkwaliteitsrapportage wordt gebruikt als katalysator voor de bewustwording. De doelgroep van de folder is de glastuinbouw. Er zijn echter ook andere bronnen van vervuiling. Het waterschap wacht niet af, maar gaat aan de slag met bovenwettelijke maatregelen. Ten aanzien van het exotenbeleid zal in het vragenformulier een verwijzing worden opgenomen naar een brief over dit beleid van 2011. De rapportage wordt voor kennisgeving aangenomen. De heer Filius licht toe dat het niet toetsbaar zijn van een aantal wateren ermee te maken heeft dat zowel de normwaarde als de meetwaarde onder de detectiegrens ligt. De heer Hofman doet de suggestie om beter te communiceren over de ervaringen met het werk. Portefeuillehouder Ter Woorst merkt op dat het waterschap geen mogelijkheid onbenut laat om de ervaringen te delen. De vraag van mevrouw Hilders naar de bevoegdheden inzake de handhaving van PAK‟s zal worden opgenomen in het vragenformulier.
14
De voorzitter concludeert dat het voorstel voor kennisgeving wordt aangenomen. H.15
Bestuursovereenkomst Zoetwater regio West-Nederland
(in aanwezigheid van mevr. S. van Heusden) Mevrouw Hilders informeert naar de hardheid van de financiële bijdragen van de partners. Daarnaast vraagt mevrouw Hilders om een toelichting op de volgende passage in het voorstel: “Er is bewust gekozen om één totaalbedrag voor de hele regio samen en dit niet direct toe te delen per organisatie, hiermee wordt ruimte gehouden voor de precieze invulling. Wel kunnen we als regio gezamenlijk aangesproken worden op het genoemde bedrag en zullen we hierover rapporteren. De inschatting is dat het daadwerkelijke bedrag aan zoetwatermaatregelen in West-Nederland (veel) hoger uit zal vallen.” Mevrouw Hilders merkt op dat het lijkt alsof Delfland een groot risico aangaat. De heer Hofman vindt de mate van vrijblijvendheid groot. Spreker adviseert om gelijktijdig op te treden met de waterakkoorden en de resultaten per onderdeel te vertalen in het waterakkoord. Het waterakkoord is immers richtinggevend voor de watervoorziening. Tot slot brengt de heer Hofman de aspecten van de verdieping van de Nieuwe Waterweg onder de aandacht. Door de verdieping verloopt de afschrijving sneller. Portefeuillehouder Ter Woorst merkt op dat de verdieping van de Nieuwe Waterweg een aandachtspunt is. Zodra er ontwikkelingen gemeld kunnen worden, komt de portefeuillehouder er op terug. Ten aanzien van de waterakkoorden antwoordt de portefeuillehouder bevestigend. Mevrouw Van Heusden reageert op de vraag naar de hardheid van de financiële bijdragen. De bijdrage van het Rijk is opgenomen in de Rijksbegroting als onderdeel van het Deltaprogramma. Vervolgens licht mevrouw Van Heusden de door mevrouw Hilders geciteerde passage uit het voorstel toe. Als regio is afgesproken om te investeren in zoet water. Het budget dat voor de investeringen is uitgetrokken in de begrotingen van de verschillende waterschappen, is veel hoger dan beloofd was aan het Rijk. Dat maakt het risico dat de beloofde investeringen niet worden behaald, zeer klein. 05.
Informatie
06
Rondvraag en sluiting
Portefeuillehouder Ter Woorst komt terug op de vraag van mevrouw Van der Burg naar de benutting van de capaciteit van het inlaatpunt Brielse Meer. De capaciteit wordt op dit moment maximaal benut met 4 m3/s. Hierna sluit de voorzitter om 22.30 uur de vergadering. Aldus vastgesteld in de vergadering van de commissie Gezond, Schoon en Gezuiverd water d.d. 8 september 2015.
De Voorzitter,
De Secretaris,
I.J.A. ter Woorst
drs. P.J.R. Baeten