Colofon Redactie: Bianca Koolwijk Michiel Hartkamp Vormgeving & illustraties: Irene Berbee Dit is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Pharmacie (KNMP) Postbus 30460 2500 GL Den Haag telefoon: 070-373 73 73 e-mail:
[email protected]
e j k j i een k w u o j in k e e h t apo
inhoudsopgave pag.
1. EEN KIJKJE IN JOUW APOTHE
EK
2. ZIEK ZIJN
4
3. ZIEK WORDEN
5
4. NAAR DE APOTHEEK
8
5. GENEESMIDDELEN IN SOORTE
N EN MATEN
6. WAT DOEN GENEESMIDDEL
EN?
7. HOE WERKT HET?
3
10 16 20
jouw apotheek doe je als het 1. Een kijkje in wel eens niet lekker. Wat
Iedereen voelt zich ? Dan ga niet vanzelf overgaat? Of als je je heel ziek voelt waarmee uit, t recep een hij ft schrij je naar de dokter. Soms je een krijg eker apoth de Van je naar de apotheek gaat. lfde). hetze is dat cijn, geneesmiddel (of medi Sommige mensen moeten zelfs elke dag medicijnen doet: gebruiken. Misschien ken je wel iemand die dat tje. enoo klasg een een vriend, vriendin of eker. Je Dit boekje gaat over geneesmiddelen en de apoth . Er cijnen medi over n vrage ei krijgt antwoorden op allerl dus kunt Je je. boek het in chten staan ook allemaal opdra ook zelf aan de slag. Veel plezier met ‘Een kijkje in jouw apotheek’!
Naam: .......................................................................................... Groep: ................................................leeftijd ..................... jaar Adres: .......................................................................................... Naam meester, juf: ......................................................................
2
3
2. Ziek zijn
Stefan is ziek. Hij is al twee dag en niet naar school geweest. Het begon met een dikke, zere keel. Hij kon bijna geen boterham meer ete n, zo’n pijn deed het als hij slikte! Toen hij gisterochtend wakker werd, had hij het vreselijk warm. Zijn moeder nam de temperatuur op en zei dat hij 39 graden koorts had. Hij mocht niet naar school. Stefan vond het fijn dat hij in bed mocht blijven. Hij voelde zich helemaal niet lekker. Hij hoestte flink en dat deed pijn in zijn borst. Vandaag voelt Stefan zich nie t veel beter. Hij heeft nog stee ds koorts en helemaal geen zin om te ete n. Zijn moeder zegt dat hij vee l moet drinken. Ze brengt hem regelmatig water of thee met honing. Dat is goed voor zijn keel. Zijn moeder belt de dokter om te vragen of hij langs wil komen. Als de dokter er is, onderzoekt hij Stefan. Hij meet Stefans temper atuur, kijkt in zijn keel en luistert naar zijn longen. De dokter zegt dat Stefan een kee lontsteking heeft en nog een paar dagen in bed moet blijven. Hij schrijft een recept uit en geeft dat aan de moeder van Stefan . Er staan twee dingen op: capsules tegen keelontsteking en een hoestdrankje tegen het hoesten.
4
3. ZIEK WORDEN lijk dat Stefan ziek is? In dit hoofdstuk gaan we dat Hoe komt het nu eigen uitleggen.
Bacterien en virussen
kleine ziekmaker. Er zijn De keelontsteking van Stefan komt door een hele virussen zijn zo klein dat twee soorten: bacteriën en virussen. Bacteriën en m komen, gaan ze zich je ze niet kunt zien. Als deze ziekmakers in je lichaa dus steeds meer, totdat het telkens opnieuw in tweeën delen. Het worden er er zoveel zijn dat je ziek wordt. mond of een wondje. Een ziekmaker komt in je lichaam via je neus, je gaat je lichaam meteen Gelukkig gaat dat niet zó maar. Als het toch lukt, dan afweerstoffen. En jij vechten tegen de ziekmakers. Je lichaam maakt zijn trouwens slecht. Er zijn merkt dan dat je koorts krijgt. Niet alle bacteriën zorgen ervoor dat je eten ook hele nuttige, bijvoorbeeld in je darmen. Zij goed wordt verteerd.
Opdrachten bij ziek zijn
1
Schrijf eens op wat jij zelf voelt als je ziek
2
Probeer eens in eigen woorden te vert ellen wat ‘gezond zijn’ is. Als ik gezond ben, dan voel ik me:
bent
5
Elke ziekte heeft zijn eigen ziek maker. Een paar voorbeelden: • mazelen komt door een ma zelenvirus; • rode hond door een rode-hond virus; • griep door een griepvirus; • longontsteking door bacteri ën in je longen; • blaasontsteking door een bac terie in je blaas.
Opdrachten bij vaccinatie
3.
Vraag thuis eens welke kinderziektes jij hebt gehad. Weet je ook tegen welke ziektes je bent ingeënt? Je kunt ze hieronder op schrijven . Deze kinderziektes heb ik gehad:
4.
Tegen deze ziektes ben ik ingeënt:
Besmetting
Je vader of moeder heeft vast wel eens gezegd dat je niet naar een vriendje toe mo cht, omdat hij ziek is. Een ziekte kan besmettelijk zijn. Dat betekent dat jij ook ziek zou kunnen worde n. Besmetten kan bijvoorbeeld door niezen of hoe sten. Er vliegen dan kleine druppeltjes in het rond, waarmee de ziekmakers zich verspreiden. Sommige besmettelijke ziektes kun je trouwens maar één keer krijgen, bijv oorbeeld kinderziektes als mazelen, rod e hond, waterpokken en de bof.
Inenting of vaccinatie (zeg: vak-sie-na
at-
sie) Als het goed is, heb je een aan tal keren een prik gehad in je arm. Dat heet een inentin g. De dokter spuit een heel klein beetje ‘ziekmaker’ in je lichaam. Je wordt daar niet ziek van, maar je lich aam gaat wel afweerstoffen maken. Als dez elfde ziekmakers later in je lichaam zouden kom en, word je niet meer ziek. Door de inenting is het net alsof je die ziekte al hebt gehad.
6
Aangeboren en erfelijke ziektes
gewoon weer overgaan. Tot nu toe hebben we het gehad over ziektes die oor een medicijn nodig. Soms gaan ze vanzelf over en soms heb je daarv t. Sommige mensen Maar er zijn ook ziektes waarmee je geboren word helemaal goed werkt. niet dat hart een of hebben bijvoorbeeld slechte ogen Je kunt er wel voor Meestal is zo’n aangeboren ziekte niet te genezen. een operatie of door kan Dat hebt. van zorgen dat je er niet zo veel last iken, zoals een bril of door medicijnen. Je kunt ook een hulpmiddel gebru een gehoorapparaat. voorEr zijn ook ziektes die in sommige families vaker (dit te rziek suike ld komen dan normaal, bijvoorbee heet eigenlijk diabetes) of astma. Dit noem je een erfelijke ziekte. Net als aangeboren ziektes heb je deze ziekte vaak je hele leven. Dat betekent dat je altijd medicijnen moet blijven gebruiken. Een erfelijke ziekte betekent natuurlijk niet dat iedereen in je familie ook echt ziek wordt!
7
5.
6.
Opdrachten bij aangeboren en erfelijke
ziektes Ken jij kinderen met een aangeboren afwi jking? Of met een erfelijke ziekte? Weet je ook wat daar tegen gedaan wor dt? Weet je nog meer hulpmiddelen, beha
lve een bril of een gehoorapparaat?
Bijsluiter
Wanneer de moeder van Stefan de apotheek binnenkomt, is het niet druk. Achter de balie staat een apo thekersassistent. Wanneer Ste fans moeder aan de beurt is, geeft ze het rec ept aan de assistent. Die leest het en controleert of Stefan de medici jnen wel mag hebben. Er mag natuurlijk niets mis gaan! Als alles klopt, gaat de apothekersassistent het medicijn halen. Voordat Stefans moeder het me dicijn meekrijgt, controleert een andere assistent of er geen vergissing en zijn gemaakt. Alle gegevens worden in de computer gezet en nageke ken. Dan print de assistent een etiket, dat op het doosje wordt geplakt. Daarop staat dat het medicijn voor Stefan is, hoe vaak hij het moet gebruik en en hoe hij het moet innem en. Zo moet Stefan alle capsules die hij krij gt, opmaken. Dan weet hij zek er dat daarna alle ziekmakers weg zijn.
8
s ik ru ing eb jz G wi n
4. NAAR DE APOTHEEK
Ondertussen ligt Stefan nog stee ds ziek in bed! De dokter had een recept uitgeschreven, weet je nog? Me t dat recept gaat de moeder van Stefan nu naar de apotheek.
aa
een Bij elk geneesmiddel zit ook een bijsluiter. Dit is t, werk del esmid gene het papiertje waarop staat hoe Als inzit. es preci er wat en wat de bijwerkingen zijn kun je je nog meer wilt weten over je medicijnen, dan en hebb eek apoth de In n. vrage ook nog om een folder de hillen versc ze heel veel folders over geneesmiddelen en ziektes. Vraag maar of je zo’n folder mee mag nemen als je in de apotheek bent!
Opdrachten bij naar de Apotheek
7.
In het flesje dat Stefan krijgt, zit 200 milli liter hoestdrank. Hij moet 4 keer per dag 5 milliliter nemen. Hij slikt dus per dag ……. milliliter. Hoeveel dagen duurt het voor het drankje op is?
8.
Stefans moeder heeft een folder meegekr egen. Er staat op wat het voor drankje is en hoe het bewaard moet worden. Er staa t iets over dosering. Wat betekent het woo rd dosering?
9.
Maak zelf een folder voor keeltablette n. Vergeet niet te vertellen wat er in zit, hoe je ze moet gebruiken, hoe je ze bewaart en of je ergens speciaal op moet letten. Je kunt er natuurlijk ook leuke tekeningen bij mak en. Veel succes!
9
5.GENEESMIDDELEN IN SOORTEN EN MATEN
De moeder van Stefan heeft van de apotheek capsules en een hoestdrank meegekregen. Meestal denk je bij geneesmiddelen aan een dra nkje of aan pillen. Dat laatste klopt nie t helemaal, want in plaats van pillen moet je eigenlijk tabletten zeggen. Je hebt geneesmiddelen in alle rlei vormen, maten en kleuren. Belangrijk om te weten is dat de grootte, de vorm en de kleur niets zeggen over hoe goe d het geneesmiddel werkt! Er zijn veel verschillende soorten geneesmiddelen. Hieronder staa n de meeste soorten op een rijtje:
Tabletten
Tabletten moet je via je mond innemen. Meestal kun je een tablet met een paar slokken water in één keer doorslikken. Als ze heel gro ot zijn, kun je ze ook breken. Som mige tabletten kun (of moet) je in water oplossen of uit elkaar late n vallen. Er zijn ook tabletten waar je op moet kauwen. Vergeet nie t in de apotheek te vragen hoe je jouw tabletten het beste kunt innemen!
Dragees (zeg: drazjees)
Dragees zijn tabletten met een glanzend wit of gekleurd suik erlaagje. Ze lijken een beetje op M&M’s . Dat suikerlaagje is tegen de viez e smaak. Dragees moet je heel doorslik ken met veel water. Niet op zui gen of kapot bijten dus!
Zuigtabletten
De naam zegt het eigenlijk al: deze tabletten mag je niet kap ot bijten of heel doorslikken! Je moet ze opzuigen. Hierdoor wordt het medicijn beter opgenomen op de plek waar het nodig is, in je keel bijvoor beeld.
10
Capsules
e kokertjes van gelaCapsules, die Stefan ook heeft gekregen, zijn klein pudding mooi stijf te een ld orbee bijvo tine. Gelatine gebruik je ook om niet. In het het is dat maar c, krijgen. Het lijkt een beetje op plasti le nooit opencapsu een moet Je del. gelatine kokertje zit het geneesmid gemakkelijkst met maken, maar altijd heel doorslikken. Dat gaat het medicijn eruit. Precies het kan dan en water. De gelatine lost op in je maag op de plaats waar het moet.
Drankjes
per dag je een beOp de fles waarin het drankje zit, staat hoe vaak id wordt gemeten in eelhe hoev Die en. paalde hoeveelheid moet innem op je het juiste aantal milliliters. Je krijgt er een maatbekertje bij, waar ze geen maatbekers, milliliters precies kunt aflezen. Vroeger gebruikten pel. Je hebt natuurmaar stond er op de fles: drie keer per dag een eetle dat niet! lijk grote en kleine lepels, dus erg nauwkeurig was
Druppels
een drankje. Dat is Kleine kinderen krijgen vaak druppels in plaats van per dag acht milliliter, makkelijker met innemen. In plaats van drie keer drankje zit in een krijgen ze dan drie keer per dag drie druppels. Zo’n ook druppels voor je klein flesje met een druppelaar erbij. Let op: er zijn n! ogen, je oren of je neus. Die zijn niet om in te slikke
Poeders
of in een zakje. Poeders zitten altijd in een papiertje gevouwen, doorslikken. Zo’n berg poeder kun je natuurlijk niet makkelijk , zodat het oplost. Daarom moet je het eerst in een glas water doen Even goed roeren en achter elkaar opdrinken!
11
23 5
30
4
25
21 !
27! 13 14!
18
9! 11
16
! !
28 28
34 36 37
! 39
Zetpillen
Zetpillen zien er heel anders uit dan gewone pillen. Ze zijn bed oeld om in je bips (anus) te stoppen. Je bre ngt ze in met de punt naar vor en. Dat gaat vaak het gemakkelijkst doo r het puntje van de zetpil nat te maken met wat water. Een zet pil is gemaakt van een soort vet waar het geneesmiddel in zit. Als de zetpil in je bips zit, smelt het vet. En dan komt het geneesmiddel dat er in zit vrij. Maar wanneer gebruik je nu een zetpil? Een drankje of een tab let is toch veel gemakkelijker? Stel: iemand is bewusteloos. Dan kan hij gee n medicijn innemen. Of je bent misselijk en moet steeds overgeven. Dan heeft een tablet of drankje weinig zin. Oo k heel kleine kinderen of erg zieke mensen hebben vaak moeite met slikken . In zo’n geval is een zetpil vee l handiger!
Zalf en creme
Net als een zetpil, is zalf een vet met een genezende stof erin. Crème lijkt op zalf, maar er zit meer water in. Daardoor is een crème vee l minder vet dan zalf. Crème smeer je gem akkelijker op je huid en je wa st het er ook sneller af. Een zalf of een crème zit altijd in een tube of in een potje. Een tube is eigenlijk veel schoner dan een potje. Als de zalf in een potje zit, stop je misschien per ongeluk je vinger in. En daar zitten bac teriën op!
Oogdruppels
Je ogen zijn heel gevoelig. Dat merk je wel als je een vuiltje in je oog hebt! Oogdruppels worden daa rom op een heel bijzondere ma nier klaargemaakt. Ze zijn steriel, dat bet ekent dat er geen bacteriën of stofjes in zitten. Oogdruppels zitten in een speciaal oogdruppelflesje . Daarmee kun je gemakkelijk een druppe l in je oog laten vallen. Je mag de druppelaar niet aanraken. Het is namelijk belangrijk dat er gee n vuil in de oogdruppel komt. De dru ppels kun je het beste in de koe lkast bewaren. Ze blijven ongeveer een maand goed. Daarna mag je ze niet meer gebruiken!
14
Oordruppels
vuil in je oor zit. Oordruppels gebruik je bijvoorbeeld als er een prop als je je hoofd vallen laten oor je in Je kunt de oordruppels het beste ld. Vaak is het orbee bijvo n, ligge gaat zij helemaal opzij houdt. Als je op je iger in je prett voelt dat n, make te beter om de druppels eerst even warm eking in je oor. Die mag oor. Er zijn ook druppels die helpen tegen een ontst soort druppels het zijn. je niet warm maken! Kijk daarom goed wat voor
Neusdruppels
maar alleen als de Neusdruppels gebruik je als je neus verstopt zit, dokter ook wel eens de dat je Wist is. dokter vindt dat het echt nodig druppels gaan dan Die hebt? jn oorpi je neusdruppels voorschrijft als ikt, moet je altijd gebru ls ruppe neusd je at via je neus naar je oor. Voord achterover en goed hoofd je je houd eerst goed je neus snuiten. Dan druppels in je keel de n kome rs ande s, recht draai je je hoofd naar links en terecht. Dat is natuurlijk niet de bedoeling!
Injectie (prik)
t altijd heel schoon Een prik krijg je in je arm of in je bil. Hierbij word al bij de oogdruppels gewerkt. Steriel heet dat, je kwam dat woord ook , moeten schoon zijn. tegen. Ook je arm of je bips waar je de prik krijgt n met een watje met Daarom maakt de dokter eerst een plekje schoo alcohol. Dan is de huid ook steriel. slikken, of als een zetpil Een injectie krijg je bijvoorbeeld als je niet kunt en moet werken, is of tablet niet werkt. Ook als het geneesmiddel mete t in je bloed terecht. een injectie het beste. Het medicijn komt dan direc dag injecties nodig. Bij sommige ziektes, zoals suikerziekte, heb je elke . De dokter of Het is dan lastig om steeds naar de dokter te gaan . geven te ie inject een jezelf apotheker kan je leren om
15
Opdrachten bij geneesmiddelen in soo
rten en maten 10. Geneesmiddelen zijn er in vele vorm en, maar ze zijn onder te verdelen in twee grote groepen. Groep 1: middelen die je door je mon d moet innemen; Groep 2: middelen die je juist niet doo r je mond moet innemen. Kun je van de volgende geneesmiddelen zeggen in welke groep ze thuishoren? Poeders, injectie, zalf of crème, capsules, oogdruppels, tabletten, dranken, zetpillen, neu sdruppels. Wel door je mond: Niet door je mond:
ijden de symptomen, de voor dat zijn benauwdheid minder erg is. Ze bestr veel vaker ziek voelen. verschijnselen. Zonder medicijnen zou Peter zich
Ze nemen de pijn weg
zelfs stoppen: pijnstillers. Als Er zijn geneesmiddelen die pijn verminderen of je kiespijn hebt. Dan moet er iets mis is met je gebit bijvoorbeeld, waardoor dat je het niet kunt uithouje naar de tandarts. Maar soms is de pijn zo erg el tegen pijn je helpen. De den tot je bij de tandarts bent. Dan kan een midd is uitgewerkt. Je moet dus pijn is even weg, maar komt terug als de pijnstiller est dus niet, maar neemt wel iets aan je gebit laten doen. Een pijnstiller gene alleen de pijn weg!
Ze pakken de oorzaak aan 11. Bij de volgende woorden zijn de letters door elkaar geraakt. Weet jij wat er moet komen te staan? 1: lipetz 4: batlet 2: poheetak 5: tecfinie 3: pelpordoug 6: retillilim
6. WAT DOEN GENEESMIDDELEN? Ze verminderen de klachten
Weet je nog dat we het hadden over aangeboren ziektes? Bij Stefan in de klas zit Peter. Hij heeft het vaa k benauwd. Soms heeft hij het gev oel dat hij stikt. Dat komt omdat hij astm a heeft. Gelukkig zijn er genees middelen die hem helpen als hij het zo benauwd heeft. Peter voelt zo’ n aan val van benauwdheid vaak van tevore n aankomen. Dan gebruikt hij me tee n zijn medicijnen. De medicijnen gen ezen de astma niet. Maar ze zor gen er wel
16
zen. Dat gebeurt bijEr zijn ook geneesmiddelen die een ziekte echt gene Als het geneesmiddel de voorbeeld bij ziektes die ontstaan door bacteriën. nog dat de keelontsteking bacterie doodt, dan houdt de ziekte op. Weet je dokter schreef hem van Stefan door bacteriën werd veroorzaakt? De geneesmiddel dat de antibioticumcapsules voor. Een antibioticum is een mkuur moet je helemaal oorzaak van de ziekte aanpakt. Zo’n antibioticu bacteriën dood. Bacteriën afmaken. Als je te vroeg stopt, zijn nog niet alle je weer ziek! kunnen zich weer vermenigvuldigen en dan word esmiddelen opmaken. gene deze je moet , voelt Ook als je je niet ziek meer
Ze voorkomen ziektes
voorkomen. Denk Met geneesmiddelen kun je ziek worden soms ook hadden. Petra heeft bijvoorbeeld aan de inentingen waar we het over bewusteloos kunt raken en epilepsie. Dat is een ziekte waarbij je plotseling gebruikt elke dag waarbij je lichaam schokbewegingen maakt. Petra epilepsie heel belangrijk. medicijnen. Altijd op dezelfde tijd, want dat is bij een aanval krijgt. De geneesmiddelen moeten voorkomen dat Petra
17
Zo’n aanval is niet alleen heel vervelend, maar kan er ook voo r zorgen dat Petra’s hersenen beschadigen. Maar gevaarlijker is dat ze doo r zo’n aanval hard kan vallen. En dat moet natuurlijk worden voorkomen!
Ze vullen tekorten aan
Je lichaam heeft veel nodig. Den k maar aan zuurstof, eiwitten, suikers, vetten, ijzer en vitamines. Dat zijn voedingsstoffen. Als een van die stoffen ontbreekt, dan gaan er dingen fout. Bij te weinig zuu rstof krijg je het benauwd en kun je zelfs fl auwvallen. En als je heel weinig eet, krijg je te weinig eiwitten, suikers en vetten binnen. Je lichaam mo et dan zijn reservevoorraden gebruiken. Dan merk je dat je dunner wo rdt! Soms heeft je lichaam geneesmiddelen nod ig om die tekorten aan te vullen . Bijvoorbeeld ijzer als je bloedarmoede hebt, of insuline bij suikerziek te (diabetes).
Opdrachten bij wat doen geneesmid
ddel eleenn 12. Zoals je hebt gelezen, zijn er gene esmiddelen die: A. klachten verminderen B. even de pijn verlichten C. de oorzaak van de ziekte aanpakke n D. voorkomen dat je ziek wordt E. een tekort aanvullen Hieronder zie je een aantal geneesmidde len staan. Bedenk nu zelf wat ze voor je doen (dus: A, B, C, D of E). Het kan zijn dat ze meer dan één functie hebben! 1. Middel tegen astma 2. Fluortabletjes 3. Slaapmiddel 4. Neusdruppels 5. Antibioticum 6. Middel tegen epilepsie 7. Insuline 8. Inenting tegen polio 9. Vitamine A 10. Pijnstiller
18
19
7.HOE WERKT HET?
Hoe weten de capsules die Ste fan slikt nu eigenlijk dat ze naa r zijn keel moeten? Of stel je voor: je heb t pijn in je knie en de dokter sch rijft je een tablet voor. Hoe kan dat nu hel pen voor je knie? Nou, als je zo’ n capsule slikt, komt het geneesmid del dat erin zit in je maag en in je darmen terecht. Daar wordt het zo kle in gemaakt dat het in je bloed kan worden opgenomen. Via je bloed kom t het geneesmiddel door je hel e lichaam: bij je knie, maar ook bij Stefan s keel.
Wat je wel en wat je niet moet doen
moet gebruiken. Vraag altijd aan de apotheker hoe je de medicijnen grijk zijn omdat belan kan Dat Soms moet dat voor en soms na het eten. . maag volle een op het medicijn beter werkt op een lege of
•
lang je het mag Vraag altijd hoe lang je het medicijn móet en hoe cijn op is. Vraag ook medi het gebruiken. Twee dagen, een week, of tot orbeeld als je bijvo zijn, of je medicijnen in het buitenland te koop aadje meenemen. voorr een je op vakantie gaat. Als dat niet zo is, moet
•
Bijwerkingen
Het geneesmiddel komt overal in je lichaam, maar werkt alle en op de plek van de ziekte. Het gaat daarom op zoek naar de plaats waar het moet zijn: een hoofdpijnmiddel naar je hoo fd en een buikpijnmiddel naa r je buik. Pas daar gaat het geneesmiddel werken. Soms gebeurt het we l eens dat een medicijn ook werkt waar het niet hoort. Je kunt bijvoor bee ld van een pijnstiller tegen hoofdpijn last van je buik krijgen. Of je wordt er zo moe van dat het zelfs gevaarlijk kan zijn om te fietsen of buiten te spelen. Dit noemen ze een bijwerking: een werking die er extra bij komt, maar die niet de bedoeling is. Bijwerkingen kunnen lastig en soms ook gevaarlijk zijn. Gelukk ig heb je er bij het ene geneesmiddel min der last van dan bij het andere . Als een geneesmiddel erge bijwerking en heeft, dan word je daar doo r de dokter of door de apotheker voor gew aarschuwd. Soms staat er ook nog een extra waarschuwing op het doo sje. Een gele sticker bijvoorbee ld. Als je een geneesmiddel gebruik t, dan wil je natuurlijk ook dat het werkt. Daarom is het heel belangrijk dat je het op de goede manie r geb ruikt. Luister dus altijd goed naar wa t de dokter of de apotheker zeg t en lees altijd de bijsluiter. Als je de bijs luiter niet begrijpt, dan kun je natuurlijk altijd aan je vader, moeder of iemand anders vragen of ze het uit willen leggen.
20
•
•
staat op voor wie Op het doosje of het flesje zit altijd een etiket. Daar vaak je het moet hoe en en hebb het is, wat het is, hoeveel je ervan moet gebruiken. moet het je eer gebruiken. Ook staat er op hoe en wann wat er op het altijd Doe r. wate Bijvoorbeeld: na het eten innemen met etiket staat! flesje waarin je het Bewaar geneesmiddelen altijd in het doosje of het staan alle belangdan pt, insto hebt gekregen. Als je het ergens anders op. Je kunt je dan meer niet er ) rijke dingen (zoals die op het etiket staan zijn! makkelijk vergissen en dat kan gevaarlijk
•
rs! Het kan zijn dat Gebruik nooit de geneesmiddelen van iemand ande zieker van wordt! veel nog er je die bij jou helemaal niet werken, of dat
•
En, heel belangrijk: medicijnen zijn geen snoepgoed
!
21
Kleurplaat
Ten slotte
De apotheker kan je natuurlijk nog veel meer over medicijnen en ziek zijn vertellen. Over wat er gebeur t met medicijnen die te oud zijn , of die over zijn. Of hoe medicijnen precies gemaakt worden. En hij of zij kan ook vertellen hoe je apotheker of apothekerassistent kunt worde n. Bedenk zelf maar alvast vragen die je zou willen stellen.
Wil jij de Apotheek van Professor Prik wat kleur geven? Kleur de kleurplaat zo mooi mogelijk in!
En hoe is het nu eigenlijk met Stefan?
Inmiddels slikt Stefan al een aan tal dagen zijn antibioticumcapsu les. Ook neemt hij iedere dag zijn hoe stdrankje. Gelukkig voelt hij zich al veel beter. Zijn koorts is weg en zijn keel doet minder pijn. Hij mag al snel weer naar school en lekker bui ten spelen!
1:A, 2:E, 3:A, 4:A, 5:A,C, 6:D, 7:E, 8:D, 9:E,D, 10:A,B.
12:
20 milliliter, 10 dagen. Hoeveel je van een medicijn per keer moet innemen. Wel door je mond: poeders, capsules, tabletten, dranken. Niet door je mond: injectie, zalf of crème, oogdruppels, zetpillen, neusdruppels. 1:zetpil, 2: apotheek, 3: oogdruppel, 4: tablet, 5: infectie, 6: milliliter.
11: 7: 8: 10:
Antwoorden: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm, publicatie op websites of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. © 2007 KNMP, Den Haag.
22
KNMP © - Illustratie: Irene Berbee ©
Pillen
23