Collectiebeschrijvingen Bijlage 1
Katholieke Universiteit Leuven 2011-2012
SYNTHESE ............................................................................................................. 4 INLEIDING .............................................................................................................. 5 1. OORSPRONKELIJKE EN HUIDIGE FUNCTIE ........................................................................ 5 2. BEHOUD EN BEHEER ................................................................................................ 8 2.1 Bewaarplaats................................................................................................ 8 2.2 Bewaaromstandigheden ................................................................................. 9 2.3 Preservatie, conservatie en restauratie ...........................................................11 3. ONTSLUITING ......................................................................................................12 3.1 Registratiesysteem.......................................................................................12 3.2 Registratiestandaard ....................................................................................15 3.3 Digitalisering ...............................................................................................16 3.4 Online toegankelijkheid ................................................................................17 3.5 Toegankelijkheid fysieke objecten ..................................................................18 4. COLLECTIEBELEID .................................................................................................20 4.1 Acquisitiebeleid............................................................................................20 4.2 Collectieplan................................................................................................22 5. DE COLLECTIEBEHEERDER AAN HET WOORD ...................................................................23 5.1 Behoud en beheer ........................................................................................23 5.2 Ontsluiting ..................................................................................................24 5.3 Collectiebeleid .............................................................................................26 OVERZICHT COLLECTIES ...........................................................................................28 1. GROEP HUMANE WETENSCHAPPEN ..............................................................................29 1.1
Archeologie .............................................................................................29
1.2
Voormalig Bijbelmuseum...........................................................................34
1.3
Kunstwetenschappen ................................................................................38
1.4
Psychologie (collectie Michotte) ..................................................................42
1.5
Pedagogie ...............................................................................................47
2. GROEP BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN .......................................................................51 2.1
Anatomie ................................................................................................51
2.2
Embryologie ............................................................................................55
2.3
Farmacie .................................................................................................59
2.4
Oftalmologie ............................................................................................64
2.5
Pathologie - microscopen ..........................................................................68
2.6
HistarUZ .................................................................................................72
2
3. GROEP WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE ........................................................................78 A. FACULTEIT WETENSCHAPPEN ....................................................................................78 3.1
Bodemprofielen en bodemkaarten ..............................................................78
3.2
Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) .............................83
3.3
Entomologie ............................................................................................87
3.4
Gesteenten..............................................................................................91
3.5
Herbarium en Xylarium .............................................................................95
3.6
Mineralogie..............................................................................................99
3.7
Natuurkunde..........................................................................................103
3.8
Paleontologie .........................................................................................107
3.9
Prehistorie.............................................................................................112
3.10
Sterrenkunde.........................................................................................116
3.11
Wiskunde ..............................................................................................120
3.12
Museum voor Dierkunde..........................................................................123
B. FACULTEIT BIO-INGENIEURWETENSCHAPPEN ................................................................128 3.13
Bio-ingenieurswetenschappen ..................................................................128
3.14
Landbouwmaquettes...............................................................................132
3.15
Plantkunde en Microbiologie.....................................................................136
C. FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN ....................................................................140 3.16
Afgietsels architectuur (ASRO) .................................................................140
3.17
Chemische Ingenieurswetenschappen .......................................................144
3.18
Computermuseum ..................................................................................148
3.19
Elektrotechniek ......................................................................................152
3.20
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut).............................................156
3.21
Werktuigbouwkunde ...............................................................................160
3
Synthese
4
Inleiding In 2008 voerde de Commissie Academisch Erfgoed een doorlichting uit van de wetenschappelijke en didactische collecties aan de universiteit. Drieëndertig verzamelingen werden bezocht en gedocumenteerd 1. Voor de inventarisatie in het kader van het project "Balans en perspectief. Verkenning en ontwikkeling van de erfgoedgemeenschap rond Academisch Erfgoed in Vlaanderen" werden de beheerders niet opnieuw gecontacteerd. De collectiegegevens werden wel overgezet naar de registratiefiche2. Elke collectie wordt onderworpen aan elf criteria die iets zeggen over de functie, behoud en beheer, ontsluiting en het beleid van de collectie. De collectieverantwoordelijken formuleerden tot slot zelf enkele acties binnen de drie gebieden die ze prioritair 3 beschouwen .
1. Oorspronkelijke en huidige functie Een universitaire collectie kan drie functies hebben: onderwijs, onderzoek en/of presentatie of ze kan inactief zijn. Het is mogelijk dat binnen één verzameling de objecten meerdere functies hebben. Enkele voorwerpen kunnen bijvoorbeeld nog gebruikt worden in het onderwijs, terwijl anderen alleen worden tentoongesteld. Een collectie is inactief wanneer de objecten geen onderwijzende, onderzoeks-, of presentatiegebonden functie meer hebben.
Oorspronkelijke functie Beheerder Groep Humane Wetenschappen
Collectie Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang
Onderwijs
Onderzoek Presentatie
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie Oftalmologie
700 60 115 50
1
De drieëndertig collecties werden geïdentificeerd op basis van het rapport De Ranter uit 2005 en door de inventarisatie uitgevoerd door wetenschappelijk medewerker Marieke Jaenen. Camille De Ranter, Anne Verbrugge, Mark Derez, Academisch Erfgoed aan de KU Leuven, onuitgegeven nota, Leuven 2005; Marieke Jaenen en E. van den Bulck, Het Thermotechnisch Instituut. Een voorbeeld van industrieel academisch erfgoed, Leuven, 2008. 2 De collectie preparaten van de afdeling Pathologische Ontleedkunde werd afgevoerd. Er bleven hierdoor 32 in plaats van 33 collecties over. 3 De criteria zijn geïnspireerd op de matrices van de Stichting Academisch Erfgoed (SAE) in Nederland en het Cometamodel (Stichting Academisch Erfgoed, Om het Academisch Erfgoed, 1996). Cometa staat voor Collectie MetaData en is ontwikkeld door FARO, PACKED vzw en de Vlaamse Erfgoedbibliotheek met steun van de Vlaamse Overheid. Cometa biedt een model aan om collectiebeschrijvingen binnen de erfgoedsector op een gestandaardiseerde manier uit te voeren. Onder meer de groeperingen in behoud en beheer, collectiebeleid en ontsluiting gaan terug naar het Cometamodel.
5
Pathologie - microscopen Faculteit Wetenschappen
50
HistarUZ
5.000
Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
1.106
Entomologie
300
Gesteenten
10.000
Herbarium en Xylarium
800
Mineralogie
10.000
Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde
100
Wiskunde
20
Museum voor Dierkunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
Faculteit Ingenieurswetenschappen
100
6.000
Bio-ingenieurswetenschappen
300
Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
10 8
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen
120 5
Computermuseum
50
Elektrotechniek Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
100 15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 1: Oorspronkelijke functie
Huidige functie
Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Omvang
Onderwijs
Onderzoek Presentatie
Inactief
10.000 20 300 200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie Oftalmologie Pathologie - microscopen
Faculteit Wetenschappen
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
700 60 115 50 50 5.000 1.106 100
6
Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium
10.000 800
Mineralogie
10.000
Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
Faculteit Ingenieurswetenschappen
300
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) Werktuigbouwkunde
Figuur 2: Huidige functie
100 20 6.000 300 10 8 120 5 50 100 15 25
Van de tweeëndertig verzamelingen werden er dertig oorspronkelijk gebruikt voor onderwijs en/of onderzoek. De twee collecties die hiervan afwijken zijn de instrumenten uit de farmacie en de geneeskundige toestellen en voorwerpen uit HistarUZ. De oorspronkelijke opzet van deze collecties was meteen het verzamelen van objecten om tentoon te stellen. Vijftien van de dertig hebben hun didactische en/of wetenschappelijke functie behouden. Ze komen nog steeds aan bod in colleges en/of ze worden nog gebruikt voor onderzoek. Het gaat voornamelijk om natuurhistorische collecties (bodemprofielen en bodemkaarten, entomologie, gesteenten, mineralogie,...). Van de overige vijftien collecties is de functie verschoven van onderwijs en/of onderzoek naar museaal of van onderwijs en/of onderzoek naar inactief. Een voorbeeld van deze laatste groep zijn onder meer de wetenschappelijke meetinstrumenten (Verwimp) die in een kelder zijn opgeslagen. De verzameling motoren daarentegen werd in het Thermotechnisch Instituut ondergebracht waar ze wordt tentoongesteld voor studenten, onderzoekers en het brede publiek. Bij een aantal collecties verschilt de huidige functie van collectiestuk tot collectiestuk. Het is mogelijk dat enkele objecten binnen één verzameling nog worden gebruikt, terwijl anderen in vitrines liggen of in depots zijn ondergebracht. De collectie pathologie bestaat bijvoorbeeld uit apparaten voor histologie en microscopen die voor didactische en wetenschappelijke doeleinden werd samengebracht. Het merendeel wordt vandaag nog voor onderzoek en onderwijs gebruikt, maar de verouderde microscopen staan in een depot.
7
2. Behoud en beheer 2.1 Bewaarplaats De museale ruimte is een lokaal dat specifiek is ingericht om de collectie te presenteren. Het is mogelijk dat in deze ruimte ook activiteiten plaatsvinden die inhoudelijk niet aansluiten bij de collectie (vb. recepties, lezingen,....). De werkruimte of gang is een ruimte die een andere functie heeft. Het kan gaan om een labo, een onderwijslokaal, bibliotheek, bureau, vergaderlokaal of studieruimte. Het depot is de opslagplaats waarin collectiestukken worden bewaard die niet in de museale ruimte of werkruimte staan (dubbels of toevoegingen aan de collectie) of waarin tentoonstellingmateriaal is ondergebracht (vitrines, panelen,...). Dit kan een lokaal zijn dat alleen in functie van de collectie wordt gebruikt, maar het is ook mogelijk dat de ruimte dienst doet als algemene opslagplaats.
Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang
Museale ruimte
Werkruimte/ gang Depot
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
60 115
Oftalmologie
50
Pathologie - microscopen
50
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
5.000 1.106 100 300 10.000 800 10.000
Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
700
Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
100 20 6.000 300 10 8
8
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
Figuur 3: Bewaarplaats
120 5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
De meeste verzamelingen zijn in een werkruimte of gang ondergebracht. Wanneer dit een onderwijslokaal of bibliotheek is, worden delen van de collectie soms nog gebruikt in het onderwijs. De verzamelingen van HistarUZ, Archeologie, Museum voor Dierkunde en de Motorencollectie worden in een speciaal daarvoor ingerichte museumruimte tentoongesteld. Afhankelijk van de collectie gaat het om één of meerdere lokalen. De machinezaal van het Thermotechnisch Instituut waarin de Motorencollectie is ondergebracht vormt daarnaast het decor voor promotie, presentaties, wetenschappelijke symposia en feestelijke alumnibijeenkomsten. De meeste collecties beschikken niet over een depot dat volledig aan de collectie is gewijd, maar worden bewaard in gedeelde opslagruimtes. Het is ook mogelijk dat objecten uit één collectie over verschillende plaatsen verspreid zijn. Enkele objecten uit de collectie bio-ingenieurswetenschappen zijn bijvoorbeeld tentoongesteld in de gang, terwijl de rest van de verzameling wordt bewaard in de kelders van het Kasteel Arenberg.
2.2 Bewaaromstandigheden Museale ruimte en werkruimte De bewaaromstandigheden zijn goed wanneer de collectie op zodanige wijze wordt gepresenteerd dat de bestaande toestand van de objecten redelijk is gewaarborgd en dat mogelijk verval grotendeels wordt tegengegaan. Bij matige bewaaromstandigheden ontbreken voor een gedeelte van de collectie specifieke voorzieningen of zijn de voorzieningen ontoereikend. De bewaaromstandigheden zijn slecht als de wijze waarop de collectie wordt gepresenteerd onvoldoende bescherming biedt tegen mogelijk verval.
Depot De bewaaromstandigheden worden goed beschouwd wanneer de klimaatomstandigheden, de lichtregeling en de bescherming tegen vernielzucht, ongevallen en technische storingen zodanig zijn dat de bestaande toestand van de objecten redelijk is gewaarborgd en dat mogelijk verval grotendeels wordt tegengegaan. Bij matige bewaaromstandigheden zijn de klimaatomstandigheden, de lichtregeling en de bescherming tegen vernielzucht, ongevallen en technische storingen zodanig dat voor een gedeelte van de collectie de bestaande toestand van objecten niet is gewaarborgd en dat mogelijk verval van deze objecten niet kan worden tegengegaan. Bij een slechte quotering zijn de omstandigheden in zijn geheel of gedeeltelijk ongeschikt voor het bewaren van een collectie.
9
De bewaaromstandigheden in de museale ruimte, werkruimte of gang en in het depot worden afzonderlijk bekeken. Museale ruimte Beheerder Groep Humane Wetenschappen
Collectie Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
nvt
Kunstwetenschappen
300
nvt
nvt
nvt
Psychologie (collectie Michotte)
200
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
700
nvt
nvt
nvt
60
nvt
nvt
nvt
115
nvt
nvt
nvt
Oftalmologie
50
nvt
nvt
nvt
Pathologie microscopen
50
nvt
nvt
nvt
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten
5.000 1.106
nvt
nvt
nvt
Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
100
nvt
nvt
nvt
Entomologie
300
nvt
nvt
nvt
10.000
nvt
nvt
nvt
800
nvt
nvt
nvt
10.000
nvt
nvt
nvt
Natuurkunde
200
nvt
nvt
nvt
Paleontologie
50.000
nvt
nvt
nvt
Prehistorie
10.000
nvt
nvt
nvt
100
nvt
nvt
nvt
20
nvt
nvt
nvt
Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Bioingenieurswetenschapp en Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie Afgietsels architectuur (ASRO)
Goed Matig
4
Depot
Slecht
10.000 nvt
Farmacie
Faculteit Ingenieurswetensc happen
Slecht
nvt
Embryologie
Faculteit BioIngenieurswetensc happen
Goed Matig
20
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen Anatomie
Faculteit Wetenschappen
Omvang
Werkruimte/gang
6.000
nvt
nvt
nvt
nvt
5
Goed
Matig
Slecht
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
onbeke onbeke onbeke nd nd nd
nvt nvt nvt onbeke onbeke onbeke nd nd nd nvt nvt nvt onbeke onbeke onbeke nd nd nd nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt nvt nvt onbeke onbeke onbeke nvt nd nd nd
nvt
nvt
nvt
300
nvt
nvt
nvt
10
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
onbeke onbeke nd nd
nvt
nvt
nvt
onbeke onbeke nd nd
nvt
nvt
nvt
8
nvt
nvt
onbe nvt kend
120
nvt
nvt
onbe nvt kend
4
Van de collecties plantkunde- en microbiologie en de afgietsels architectuur (ASRO) werd in het verslag van Marieke Jaenen niets vermeld over de bewaaromstandigheden in de werkruimte/gang. 5 Van de collecties pathologie-microscopen, plantkunde - en microbiologie en de afgietsels architectuur (ASRO) werd in het verslag van Marieke Jaenen niets vermeld over de bewaaromstandigheden in het depot.
10
Chemische Ingenieurswetenschapp en Computermuseum Elektrotechniek
5
nvt
nvt
nvt
50
nvt
nvt
nvt
100
nvt
nvt
nvt
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
nvt nvt
nvt
nvt
nvt
Figuur 4: Bewaaromstandigheden museale ruimte, werkruimte en depot
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
Het tentoonstellen van collectiestukken in werkruimtes of gangen is vaak een noodoplossing. De stukken kunnen nergens anders worden ondergebracht. De instrumenten staan er niet met het doel om ze te ontsluiten voor onderzoekers of studenten, maar eerder om ze ergens te kunnen bewaren. De meeste objecten zijn niet geïdentificeerd, waardoor het onduidelijk is wat er precies wordt gepresenteerd. Meer dan de helft van de toestellen wordt ook maar tijdelijk tentoongesteld in de werkruimte. De kans is reëel dat ze verplaatst worden. Bij grotere collecties zijn de objecten verspreid over meerdere lokalen en/of gangen waardoor het totaaloverzicht verloren gaat. De elektrische machines uit de verzameling elektrotechniek zijn in verschillende ruimtes ondergebracht. Hierdoor is het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van de omvang en de inhoud van de collectie. De bewaaromstandigheden in de depots zijn ook niet altijd optimaal. Er is vaak geen ruimte voorzien om collectiestukken systematisch en verantwoordelijk in op te slaan. De meest objecten zijn ondergebracht samen met ander materiaal in stoffige opslagruimtes.
2.3 Preservatie, conservatie en restauratie Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang Preservatie Conservatie Restauratie 10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
700 60 115
Oftalmologie
50
Pathologie - microscopen
50
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Entomologie
5.000 1.106 100 300
Gesteenten Herbarium en Xylarium
10.000 800
Mineralogie
10.000
Natuurkunde
200
11
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
100 20 6.000 300 10 8 120 5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 5: Preservatie, conservatie en restauratie
Zeven van de tweeëndertig collecties worden gerestaureerd. De toestellen van HistarUZ worden op vrijwillige basis één voor één gekuist, waar nodig gerestaureerd en in een droge ruimte geplaatst. De verantwoordelijke van de collectie natuurkunde heeft de verzameling eigenhandig en met eigen middelen gerestaureerd: ontbrekende elementen heeft hij aangekocht of zelf vervaardigd, glas vervangen, de objecten schoongemaakt en hersteld zodat ze opnieuw functioneren. De motorencollectie in het Thermotechnisch Instituut wordt op geregelde tijdstippen onderhouden door een technisch medewerker. Bij collecties die nog voor onderzoek en/of onderwijs worden gebruikt, worden de stukken eerder vervangen dan behandeld. De beenderen uit de collectie anatomie worden om de tien jaar vernieuwd.
3. Ontsluiting Een collectie kan op drie (aanvullende) manieren ontsloten worden: door gebruik te maken van een registratiesysteem, door de objecten te digitaliseren of door ze fysiek toegankelijk te maken voor studenten, onderzoekers of het brede publiek.
3.1 Registratiesysteem Bij een inventaris op papier wordt verwezen naar een steekkaartinventaris of publicaties waarin de objecten worden opgelijst, maar niet systematisch worden geïnventariseerd (eindverhandeling, cursus, artikel, uitgebreide toelichting bij het object....). Een kantoorautomatiseringssysteem houdt in dat de collectie of een gedeelte van de collectie geïnventariseerd is met een tekstverwerker (MS Word, OpenOffice.org Writer), een spreadsheet (MS Excel, OpenOffice.org Calc) of met een databaseprogramma (MS Access, FileMaker Pro). Bij een gespecialiseerd registratieprogramma wordt tot slot de collectie of een gedeelte van de collectie online ontsloten (Erfgoedplus.be, MovE,...). De categorieën sluiten elkaar niet uit. Het is bijvoorbeeld mogelijk om zowel te werken met steekkaarten als met Adlib. In de meeste gevallen volgen de systemen elkaar op: de
12
informatie op de verouderde registratieprogramma ingevoerd. Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie
steekkaarten
wordt
Voormalig Bijbelmuseum
aangevuld
Omvang
en
in
een
Geen Papier Automat Prog
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
115 50
Pathologie - microscopen
50
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
5.000 1.106 100 300 10.000 800 10.000
Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie Faculteit Ingenieurswetenschappen
60
Oftalmologie
Entomologie
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
700
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) Werktuigbouwkunde
Figuur 6: Registratiesysteem
100 20 6.000 300 10 8 120 5 50 100 15 25
13
Raadpleegbaarheid Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Groep Biomedische wetenschappen
10.000 300 200
Anatomie
700
Farmacie
115
Oftalmologie
50
Pathologie - microscopen
50
Gesteenten Herbarium en Xylarium
5.000 10.000 800
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Museum voor Dierkunde Faculteit Ingenieurswetenschappen
Ter plaatse Online
Pedagogie
HistarUZ Faculteit Wetenschappen
Omvang Niet
Elektrotechniek Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) Werktuigbouwkunde
Figuur 7: Raadpleegbaarheid
6.000 100 15 25
Vijftien van de tweeëndertig collecties zijn niet geïnventariseerd. Wanneer er toch sprake is van een inventaris, dan gaat het meestal om een publicatie waarin de objecten worden opgelijst of om een steekkaarteninventaris. De klassieke afgietsels uit de collectie Archeologie en de Motorencollectie van het Thermotechnisch Instituut zijn resp. in 2004 en 2008 in een publicatie geïnventariseerd en beschreven. Bij de verzamelingen Kunstwetenschappen, Herbarium en Xylarium en Oftalmologie zijn bepaalde collectiestukken beknopt omschreven op steekkaarten 6. Van de anatomische collectie zijn alleen de platen geregistreerd vanuit didactische overwegingen. De gesteenten zijn voor het grootste deel geïnventariseerd, maar het is niet duidelijk op welke manier7. Drie collecties maken gebruik van een kantoorautomatiseringssysteem: van de farmaceutische toestellen is er in Word een overzichtslijst en de collecties uit het Museum voor Dierkunde en Paleontologie zijn geïnventariseerd in Excel. Alleen de historische collectie onderzoeksapparatuur uit de psychologie (Michotte) is integraal ontsloten via Erfgoedplus.be en Europeana. Van de collectie pedagogie zijn de leerboeken online te raadplegen via LIMO. De collecties van HistarUZ zijn geïnventariseerd in een gespecialiseerde databank (Cumulus), maar ze zijn niet online ontsloten.
6
Arnold Provoost, De afgietselverzameling klassieke sculpturen aan de Katholieke Universiteit Leuven, Leuven, 2004; Marieke Jaenen en E. Van den Bulck, Het Thermotechnisch Instituut. Een voorbeeld van industrieel academisch erfgoed, Leuven, 2008. 7 Dit wordt niet vermeld in het doorlichtingsrapport van Marieke Jaenen uit 2008.
14
3.2 Registratiestandaard 8 Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie
Omvang 20
1
Kunstwetenschappen
300
1
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Anatomie
60
1
115
1
Oftalmologie
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
HistarUZ
5.000
1
Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
1.106
1
100
1
300
1
10.000
1
800
1
10.000
1
Natuurkunde
200
1
Paleontologie
50.000
1
Prehistorie
10.000
1
100
1
20
1
6.000
1
300
1
10
1
8
1
120 5
1 1
50
1
100
1
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
1
Werktuigbouwkunde
25
1
Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie Faculteit Ingenieurswetenschappen
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
TOTAAL
Figuur 8: Registratiestandaard
1 1
Farmacie
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
1
700
Embryologie
Faculteit Wetenschappen
Ja 1
Voormalig Bijbelmuseum
Groep Biomedische wetenschappen
Neen
10.000
31
1
8
Een registratiestandaard is "een geheel van erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode" (definitie CEST - Cultureelerfgoedstandaarden Toolbox: http://www.projectcest.be/index.php/Over_CEST.
15
De collectie historische psychologie (Michotte) is in Erfgoedplus ontsloten volgens het MovE-invulboek9.
3.3 Digitalisering Een tweede manier om een collectie te ontsluiten is het omzetten van analoge bestanden naar digitale dragers en deze voor een doelgroep ter beschikking te stellen.
Beheerder Groep Humane Wetenschappen
Collectie Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Digitalisering Raadpleegbaarheid Ter Online Omvang Neen Ja plaatse Databank 10.000 20 300 200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie
1 700
1
115
1
Oftalmologie
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
HistarUZ
5.000
Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
1.106
1
100
1
300
1
10.000
1
800
1
10.000
1
Natuurkunde
200
1
Paleontologie
50.000
1
Prehistorie
10.000
1
100
1
20
1
Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Faculteit Ingenieurswetenschappen
1
1
Entomologie
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
1
60
Farmacie
Faculteit Wetenschappen
1 1
Plantkunde en microbiologie Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum
1
6.000
1
300
1
10
1
8
1
120
1
5
1
50
1
9
Het MovE-invulboek is gebaseerd op internationale standaarden voor objectregistratie (SPECTRUM, CCO). Het biedt richtlijnen voor een vierhonderdtal velden in het registratieprogramma Adlib. Voor elk veld geeft het invulboek een uitgebreide toelichting: definitie, toelichting, schrijfwijze, opmerkingen en voorbeelden (http://www.projectcest.be/index.php/MovE_invulboek).
16
Elektrotechniek
100
1
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
1
Werktuigbouwkunde
25
TOTAAL
1 24
Figuur 9: Digitalisering en raadpleegbaarheid digitale collecties
8
Acht van de tweeëndertig collecties zijn gedigitaliseerd. Hiervan zijn slechts drie collecties online te raadplegen. Van sommige verzamelingen zijn de stukken gedigitaliseerd, maar (nog) niet online beschikbaar. Van de collectie Archeologie is er een foto-inventaris van de stukken die in het MSI zijn opgesteld en van elke vogel uit het Museum voor Dierkunde is er een digitale foto. In 2008 werd ook gestart met het fotograferen van alle waardevolle oude instrumenten binnen de elektrotechniek.
3.4 Online toegankelijkheid Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte) Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie
1
300 200
1 1 1
700
1
60
1 1
Oftalmologie
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
5.000 1.106
1
100
1
300
1
10.000
1
800
1
10.000
1
Natuurkunde
200
1
Paleontologie
50.000
1
Prehistorie
10.000
1
100
1
20
1
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde
Faculteit Ingenieurswetenschappen
1
20
115
Farmacie
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
Ja
10.000
Pedagogie
Embryologie
Faculteit Wetenschappen
Omvang Neen
Bio-ingenieurswetenschappen
1
6.000
1
300
1
Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
10 8
1 1
Afgietsels architectuur (ASRO)
120
1
5
1
Chemische Ingenieurswetenschappen
17
Computermuseum
50
Elektrotechniek
1
100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
1 1 1
TOTAAL
26
Figuur 10: Online toegankelijkheid (eigen website)
6
Zes van de tweeëndertig collecties hebben een eigen website waarop de geschiedenis van de verzameling wordt geschetst en waarop de werking van enkele collectiestukken wordt toegelicht 10 . Naast de eigen website worden de activiteiten van HistarUZ ook ingegeven in de UiTdatabank11.
3.5 Toegankelijkheid fysieke objecten Een laatste manier om een collectie te ontsluiten is door toegang tot de objecten te verlenen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de mate waarin de collectie te toegankelijk is (alleen op afspraak of vrij te raadplegen) en de wijze waarop een collectie bekeken kan worden (een tentoonstelling en/of rondleiding of randactiviteit). Bij collecties die alleen op afspraak toegankelijk zijn, is het wel mogelijk dat op bepaalde momenten (vb. Erfgoeddag, paasvakantie,...) de collectie of een gedeelte van de collectie wordt opengesteld.
Toegankelijkheid - mate
Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Op Omvang afspraak 10.000
1
20
1
300 200
1 1
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie
Faculteit Wetenschappen
1 700
1
60
1
115
1
Oftalmologie
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
Farmacie
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten
Vrij raadpleegbaar
5.000 1.106
1 1
Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
100
1
Entomologie
300
1
10
Museum voor dierkunde: http://bio.kuleuven.be/museum/welkom; Collectie psychologie (Michotte): http://www.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/psy; HistarUZ: http://www.uzleuven.be/histaruz/over-histaruz; Computermuseum: http://www.cs.kuleuven.be/museum; Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut): http://www.mech.kuleuven.be/en/tme/research/Thermotech/ThermoInst, Collectie anatomie: http://med.kuleuven.be/neuroanatomieleuven/index.htm. 11 HistarUZ: http://www.uitinvlaanderen.be/agenda/search?query=HistarUZ.
18
Gesteenten Herbarium en Xylarium
10.000 800
Mineralogie
10.000
1
200
1
Paleontologie
50.000
1
Prehistorie
10.000
1
100
1
20 6.000
1 1
Wiskunde Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes
300
Afgietsels architectuur (ASRO)
1
8
1
120
1
5
1
Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
1
10
Plantkunde en microbiologie Faculteit Ingenieurswetenschappen
1
Natuurkunde
Sterrenkunde
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
1
50
1
100
1
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
1
Werktuigbouwkunde
25
TOTAAL
1 20
Figuur 11: Toegankelijkheid - mate
12
Toegankelijkheid - wijze
Beheerder Groep Humane Wetenschappen
Collectie Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang
Tentoonstellingen
Rondleidingen en randactiviteiten
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
700 60 115
Oftalmologie
50
Pathologie - microscopen
50
HistarUZ
5.000
Bodemprofielen en bodemkaarten
1.106
Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
100
Entomologie
300
Gesteenten Herbarium en Xylarium
10.000 800
19
Mineralogie Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Faculteit BioIngenieurswetenschap pen
Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
Faculteit Ingenieurswetenschap pen
10.000
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
100 20 6.000 300 10 8 120 5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 12: Toegankelijkheid - wijze
Twintig van de tweeëndertig collecties zijn alleen toegankelijk op afspraak. De verzamelingen in de gang zijn vrij te raadplegen. De collecties die in dozen en kasten in onderwijslokalen staan, kunnen alleen geraadpleegd worden onder begeleiding van de docent. De collecties die tentoongesteld worden in een museale ruimte - HistarUZ, het Museum voor Dierkunde en het Thermotechnisch Instituut - organiseren tentoonstellingen rond hun objecten en op aanvraag zijn rondleidingen mogelijk.
4. Collectiebeleid Het collectiebeleid is "gericht is op de verwerving van, de zorg voor en het gebruik van 12 collecties" . Twee onderdelen van het collectiebeleid zijn het acquisitiebeleid en collectieplan.
4.1 Acquisitiebeleid Bij een actief acquisitiebeleid wordt volledigheid van de collectie nagestreefd. Er is een selectiebeleid om de verwerving van nieuwe objecten in goede banen te leiden. Bij een passief acquisitiebeleid is er geen sprake van een selectiebeleid. Er wordt niet gezocht naar aanvullingen aan de collectie. De collectie wordt eerder toevallig uitgebreid.
12
Collectiebeleid wordt zo gedefinieerd in de 'Etische code voor musea' (ICOM Vlaanderen: http://www.icomvlaanderen.be/nl/icomvlaanderen/icom/ethische-code-voor-musea.html).
20
Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Omvang Actief
Passief Afgesloten
10.000
1
20
1
300 200
1 1
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
1
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
HistarUZ
5.000
1
Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
1.106
Mineralogie
10.000 10.000 50.000
Prehistorie
10.000
Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
1 1
800
Paleontologie
Museum voor Dierkunde
1
300
200
Wiskunde
1
100
Natuurkunde
Sterrenkunde
TOTAAL
60
Oftalmologie
Herbarium en Xylarium
Figuur 13: Acquisitiebeleid
1 1
Gesteenten
Faculteit Ingenieurswetenschappen
700 115
Entomologie
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
1
1 1 1 1 1
100
1
20
1
6.000
1
300
1
10
1
8
1
120 5
1 1
50
1
100
1
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
1
Werktuigbouwkunde
25
1 5
11
16
Zestien van de tweeëndertig collecties worden niet meer aangevuld. Wanneer dit toch het geval is, dan gaat het om passieve uitbereidingen. Als er binnen de afdeling oogziekten objecten opduiken die buiten gebruik zijn geraakt, dan worden ze aan de collectie toegevoegd. Ook bij de bio-ingenieurswetenschappen, het computermuseum en de collectie elektrotechniek vullen verouderde toestellen de collectie aan. Nieuwe stukken worden nooit aangekocht. Kenmerkend voor deze passieve uitbereidingen is dat er geen
21
sprake is van een selectiebeleid. De collecties van HistarUZ blijven zo maar aangroeien. In de periode van 2003 tot 2008 is de collectie vertienvoudigd. Verzamelingen die voor wetenschappelijk onderzoek worden gebruikt, worden actief aangevuld. De collectie Entomologie wordt uitgebreid als er op excursie vreemde insecten opduiken en onderzoekers blijven monsters van verschillende stratigrafische lagen van over heel de wereld meebrengen om aan de collectie Gesteenten toe te voegen.
4.2 Collectieplan Een collectieplan is "een document waarin de samenstelling en de betekenis van de collectie, het collectiebeleid en de geplande activiteiten van een museum of andere collectiebeherende instelling beschreven zijn. Het is een uitwerking van het algemene beleidsplan. Onderwerpen die in het collectieplan aan de orde komen zijn bijvoorbeeld 13 verzamelen en afstoten, behoud, registratie en gebruik." Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Omvang
Ja
Neen
10.000 20
1 1
300 200
1 1
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie
700
1
60
1
115
1
Oftalmologie
50
1
Pathologie - microscopen
50
1
Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
5.000 1.106
1 1
100
1
300
1
10.000
1
800
1
10.000
1
Natuurkunde
200
1
Paleontologie
50.000
1
Prehistorie
10.000
1
100
1
20
1
Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
Sterrenkunde Wiskunde Museum voor Dierkunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
1
Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
6.000
1
300
1
10
1
8
1
13
Erfgoedwijs.nl - 'registratie en documentatie/collectieplan' (http://www.erfgoedwijs.nl/index.cfm?art_id=42). Deze definitie van Erfgoedwijs wordt ook gehanteerd binnen het Cometamodel.
22
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen
120 5
Computermuseum Elektrotechniek Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) Werktuigbouwkunde
1 1
50
1
100 15
1
1
25
TOTAAL
1 4
Figuur 14: Collectieplan
28
Achtentwintig van de tweeëndertig collecties worden niet beheerd op basis van een collectieplan, omdat ze niet als 'één collectie' worden beschouwd. De objecten zijn vaak verspreid over verschillende lokalen. De collecties die wel volgens een collectieplan worden beheerd - HistarUZ, Museum voor Dierkunde, Computermuseum en het Thermotechnisch Institut - trekken naast studenten en onderzoekers ook het brede publiek aan.
5. De collectiebeheerder aan het woord 5.1 Behoud en beheer Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang
Geen
PRES
MUS/ CONS WERK
BW
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
Faculteit Wetenschappen
700 60 115
Oftalmologie
50
Pathologie - microscopen
50
HistarUZ
5.000
Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp)
1.106
Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
100 300 10.000 800 10.000
Natuurkunde
200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Sterrenkunde Wiskunde
100 20
23
Museum voor Dierkunde Faculteit BioIngenieurswetenschappen
Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes
Faculteit Ingenieurswetenschappen
Plantkunde en microbiologie Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
6.000 300 10 8 120 5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 15: Collectiebeheerder: behoud en beheer
Verschillende collectiebeheerders geven aan dat er nood is aan een betere conservatie (CONS) en preservatie (PRES) van de collectiestukken. De beheerders van het Voormalig Bijbelmuseum, de collectie Sterrenkunde en Natuurkunde zien mogelijkheden voor een betere conservatie door alle objecten in één ruimte samen te brengen en ze tentoon te stellen met de nodige beveiliging. De wetenschappelijke meetinstrumenten (Verwimp) zouden ook van bewaarplaats (BW) moeten veranderen. De Commissie Academisch Erfgoed is in mei 2008 gestart met een 30-tal objecten te selecteren, te inventariseren en te verhuizen naar het depot in de Copalkelder. Het initiatief om de collectie te verhuizen en te inventariseren zou meerdere malen herhaald moeten worden om zo de waardevolle en unieke stukken te bewaren. Indien de collectie een beheerder zou hebben, zou de verhuis en inventarisatie beter opgevolgd worden. Ook de vertebratencollectie van de Paleontologie, de collectie uit de Bioingenieurswetenschappen en de landbouwmaquettes zouden overgebracht moeten worden naar bewaarplaatsen die meer geschikt zijn. De beheerders van de Anatomische collectie en van de Gesteenten willen de verzamelingen verhuizen en onderbrengen in een grote didactische ruimte. Momenteel liggen verschillende collecties - prehistorie, herbarium en xylarium - in dezelfde ruimte. Het onderscheid tussen de verschillende collecties is moeilijk te bepalen. Het zou een meerwaarde zijn als de verzamelingen beter worden geordend.
5.2 Ontsluiting Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum Kunstwetenschappen Psychologie (collectie Michotte)
Omvang
Geen
INV DG
TOEG
10.000 20 300 200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie
700 60 115
24
Oftalmologie Pathologie - microscopen Faculteit Wetenschappen
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
100 300 10.000 800 10.000 200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Wiskunde Museum voor Dierkunde
Faculteit Ingenieurswetenschappen
5.000 1.106
Natuurkunde
Sterrenkunde
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
50 50
Bio-ingenieurswetenschappen
100 20 6.000 300
Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie
10 8
Afgietsels architectuur (ASRO)
120
Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 16: Collectiebeheerder: ontsluiting
De beheerders van de collecties Kunstwetenschappen, Oftalmologie, Paleontologie, Farmacie, Werktuigbouwkunde en Bio-ingenieurswetenschappen willen hun collecties inventariseren (INV) om ze toegankelijk te maken. De toestellen en voorwerpen van HistarUZ zijn al gedeeltelijk geïnventariseerd. In de toekomst willen ze dit verder uitbouwen. De beheerders van de verzamelingen Farmacie, Paleontologie, Elektrotechniek en Oftalmologie raden aan om een selectie te maken van objecten die tentoongesteld kunnen worden om de collectie toegankelijker te maken (TOEG). Daarnaast zouden er tijdelijke tentoonstellingen georganiseerd kunnen worden rond een bepaald thema door de objecten om de zoveel tijd te verwisselen. HistarUZ organiseert al tentoonstellingen en is toegankelijk voor het brede publiek. In de toekomst wil de beheerder meer tijdelijke tentoonstellingen organiseren. De collecties Bodemprofielen en Bodemkaarten en Prehistorie zouden geïnventariseerd worden voor didactische doeleinden. Vooral voor de bodemkaarten zou het ideaal zijn om iemand gedurende twee of drie jaar in dienst te hebben om de kaarten te inventariseren, die dan naderhand deeltijds de collectie beheert. De beheerder van de prehistorische verzameling wil door het gebruik van een digitale databank de collectie beter integreren in het onderwijs (DG). Met extra middelen zou het mogelijk zijn om iemand in dienst te nemen om de collecties nog efficiënter te inventariseren.
25
5.3 Collectiebeleid Beheerder
Collectie
Groep Humane Wetenschappen
Archeologie Voormalig Bijbelmuseum
Omvang
Geen
OND
AFST BH
10.000 20
Kunstwetenschappen
300
Psychologie (collectie Michotte)
200
Pedagogie Groep Biomedische wetenschappen
Anatomie Embryologie Farmacie Oftalmologie Pathologie - microscopen
Faculteit Wetenschappen
HistarUZ Bodemprofielen en bodemkaarten Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) Entomologie Gesteenten Herbarium en Xylarium Mineralogie
115 50 50 5.000 1.106 100 300 10.000 800 10.000 200
Paleontologie
50.000
Prehistorie
10.000
Wiskunde Museum voor Dierkunde Bio-ingenieurswetenschappen Landbouwmaquettes Plantkunde en microbiologie Faculteit Ingenieurswetenschappen
60
Natuurkunde
Sterrenkunde
Faculteit BioIngenieurswetenschappen
700
Afgietsels architectuur (ASRO) Chemische Ingenieurswetenschappen Computermuseum Elektrotechniek
100 20 6.000 300 10 8 120 5 50 100
Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut)
15
Werktuigbouwkunde
25
Figuur 17: Collectiebeheerder: collectiebeleid
Bij een aantal collecties geeft de beheerder aan dat het gunstig zou zijn om (delen van) de collectie af te stoten naar andere verzamelingen binnen de KU Leuven of naar externe organisaties (AFST). Zo zou het interessant zijn om enkele objecten uit de collectie werktuigbouwkunde een plaats te geven binnen het Thermotechnisch Instituut. De beheerder van de Pedagogische collectie zou graag de leerboeken onderbrengen in de
26
Stadsbibliotheek van Antwerpen, het Schoolmuseum in Ieper of in het Georg-EckertInstitut in Braunschweig. De monografieën, tijdschriften en wandplanten zouden het best in de/een bibliotheek van de KU Leuven blijven. Daarnaast zijn er collecties die geen beheerder hebben of waarvan de verantwoordelijke op emeritaat gaat waardoor het voortbestaan van de verzameling in het gedrang komt (BH).
27
Overzicht collecties
28
1. Groep Humane Wetenschappen 1.1 Archeologie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-HW01 1.2 Titel Collectie archeologie 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 10.000-tal maquettes, originelen, afgietsels, tekeningen en andere didactische middelen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie In de nacht van 25 op 26 augustus 1914 ging de universiteitsbibliotheek in de universiteitshal in vlammen op. Door artikel 247 van het Verdrag van Versailles werd in 1919 aan de Duitse Staat een restitutie opgelegd voor de vernielde handschriften, wiegendrukken, kostbare boeken en kunstvoorwerpen die in het bezit waren van de universiteit. De werken die hieronder vielen zijn: een verzameling afgietsels van overwegend Griekse en in mindere mate Romeinse beeldhouwwerken, enkele kleinere authentieke voorwerpen en een aantal afgietsels van Egyptische, vóór-Aziatische en Italiaanse renaissancewerken. Zij dragen het merk van het moulageatelier van de ‘Staatliche Museen zu Berlin’. In maart 1920 besliste de Griekse staat om voor 10.000 drachmen afgietsels van Griekse beeldhouwwerken te schenken aan de zwaar geteisterde universiteit. Die kwamen in 1925 in Leuven aan. De afgietsels uit Duitsland volgden snel. Alles moest immers klaarstaan voor de eeuwfeesten van het vijfhonderdjarig bestaan van de
29
universiteit in 1925-1926. Het Museum van de kunst van de Klassieke Oudheid werd ondergebracht op de eerste verdieping van de universiteitshal en werd door prof. dr. F. Mayence didactisch ingericht. In de nacht van 10 op 11 mei 1944 werd de collectie opnieuw slachtoffer van oorlogsgeweld. Bij een luchtbombardement van de geallieerden kwam een bom terecht op de achterhoek van de oude vleugel aan de Krakenstraat. De hoek van de Naamsestraat waarin zopas een Museum van Egyptische en vóór-Aziatische kunst was ingericht werd vernield en meer dan de helft van die afgietsels ging verloren. De schade aan de stukken in de Romeinse zaal en in de ruimte ernaast met archaïsche en vroeg-Klassieke kunst was ook aanzienlijk. De zaal op de tweede verdieping, aan de hoek Naamsestraat-Zeelstraat, met een reserve van afgietsels bleef ongedeerd. Deze stukken werden in 1953 overgebracht naar het gebouw dat door het Hoger Instituut voor Oudheidkunde en Kunstgeschiedenis in de Vlamingenstraat 83 in gebruik was genomen. In april 1968 werd een diefstal gepleegd waarbij veel van het mooiste vaatwerk en van de galvanoplastische kopieën van Mykeens edelsmeedwerk werd ontvreemd. De buit werd slechts gedeeltelijk teruggevonden. Inmiddels had zich de splitsing van de universiteit voorgedaan waardoor ook het kunstpatrimonium en de didactische verzamelingen werden verdeeld. Als gevolg van de verdeling en van de beslissing om de universiteitshal te ontruimen, werden de afgietsels in maart 1975 ondergebracht in de kelderruimte van het nieuwe gebouw van de faculteit letteren, het huidige Erasmushuis. Ook de stukken
uit de
Vlamingenstraat werden overgebracht. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep humane wetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie archeologie is opgevat als een Didactisch Museum Archeologie. Via originelen, maquettes, afgietsels, tekeningen en andere didactische middelen wordt de materiële cultuur toegelicht van die periodes en gebieden die in het onderwijs en in het wetenschappelijk onderzoek van de subfaculteit archeologie centraal staan. De verzameling wordt hiervoor nog steeds gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit originele stukken met betrekking tot de nationale archeologie, de Klassieke Oudheid, het vroege christendom en de middeleeuwen. De opgezette
30
dieren, de kruidpotten met fauna en flora uit de Bijbel en een aantal afgietsels van klassieke sculpturen zijn afkomstig van het voormalige Bijbelmuseum. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet aangevuld. Als er bepaalde stukken tijdens expedities opduiken wordt de collectie wel uitgebreid. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De meeste stukken verkeren in goede conditie. Enkele afgietsels zijn beschadigd. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) In 2004 is door professor Provoost een inventaris van de klassieke afgietsels in boekvorm opgesteld: De afgietselverzameling klassieke sculpturen aan de Katholieke Universiteit Leuven. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Van de stukken in het MSI bestaat er een foto-inventaris. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Provoost, A., De Afgietselverzameling Klassieke sculpturen aan de Katholieke Universiteit Leuven, KU Leuven, Afdeling Archeologie 2004. 6. AANTEKENINGEN De collectie is in goede staat, hoewel enkele stukken beschadigd zijn. De objecten zijn achter slot en grendel weggeborgen. Voor een didactisch museum is het spijtig dat de ze geen bijschrift hebben. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER
31
7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 09/07/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. em. Arnold Provoost en Prof. dr. Philip Van Peer 8.2 Adres Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail Prof. dr. em. Arnold Provoost:
[email protected] Prof. dr. Philip Van Peer:
[email protected], tel. 016 32 64 12 of 016 32 64 33, fax 016 32 64 00 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collectie is verspreid over het Monseigneur Sencie-Instituut en het Erasmushuis. Sinds 1986 is het MSI heringericht en biedt het keldermuseum, de hal, de vestiaire van de Parthenonzaal en de gangen een onderkomen voor een deel van de collectie. De rest van de afgietsels bleef in het keldermuseum van het Erasmushuis (09.34) dat intussen ook de verzameling terracotta-lampen en maquettes herbergt en tegelijk fungeert als didactische ruimte voor de practica Archeologie. Een gedeelte van de ceramische verzamelingen bevindt zich semi-permanent in het MSI (02.18) en op de agora van de zevende verdieping van het Erasmushuis. De meeste marmerstalen staan op de agora van de vierde verdieping van het Erasmushuis en een deel van de vondsten uit Oost-Brabant en Leuven worden in het depot van Museum M bewaard. De stukken hangen op in de gang of worden in een afgesloten vitrine tentoongesteld. De objecten die in de gang hangen lopen elke dag risico op beschadiging. De Erasmuskelder dient als werkruimte voor de studenten archeologie en het ‘Museumlokaal’ in MSI wordt ook gebruikt als didactische ruimte tijdens de colleges. Deze drie lokalen zijn afgesloten en niet toegankelijk zonder sleutel. De kelderruimtes van het Erasmushuis zijn verschillende keren bij overstromingen ondergelopen, met behoorlijke schade voor sommige afgietsels. Het probleem is nu opgelost, maar er zijn wel nog enkele natte muren. Onderhoudswerkzaamheden aan de technische installatie in de kelder zorgen regelmatig voor nieuwe schade.
32
9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) Naast de inventaris door Prof. dr. Provoost zijn er een zeventigtal publicaties waar één of meerdere collectiestukken in vermeld staan. De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit en in de UMAC Worldwide Database of University Museums & Collections 14. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. De collectiestukken in de gang zijn vrij toegankelijk. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
14
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20 en UMAC: http://publicus.culture.huberlin.de/collections/detail.php?dsn=3248
33
1.2 Voormalig Bijbelmuseum 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-HW02 1.2 Titel Collectie van het Voormalig Bijbelmuseum 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De
collectie
bestaat
uit
een
20-tal
maquettes,
kruidenpotten,
lampen
en
gebruiksvoorwerpen in terracotta en glas. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De verzameling van het Voormalig Bijbelmuseum of Musée Biblique stond in het gelijknamige museum van de faculteit theologie. Naast enkele lampen bestond de collectie uit opgezette dieren, planten en kleine dieren op sterk water die met de Bijbel in verband konden worden gebracht. Het grootste deel van de verzameling werd bijeengebracht door Prof. J. Vandervorst. Het museum ontstond op initiatief van rector Ladeuze. In een brief van 1913 aan kanunnik Honoré Coppieters deelde Ladeuze mee dat tijdens hun laatste vergadering de bisschoppen besloten hadden jaarlijks 300 frank toe te kennen voor het onderhoud en de ontwikkeling van het Bijbelmuseum. In de correspondentie tussen pater Léon Cré van de Bijbelschool in Jeruzalem, E.H. Vandervorst en rector Paulin Ladeuze van 1911 tot 1915 worden de aanwinsten vermeld, waarvan de eerste directeur Honoré Coppieters een handgeschreven inventaris had opgesteld. De verzameling was voor toekomstige theologen een illustratie van het dagelijkse leven in het land waar Christus leefde en bestond uit een reeks opgezette dieren, een rijk herbarium, enkele maquettes van gebouwen en archeologisch materiaal afkomstig van clandestiene opgravingen. Oorspronkelijk bevond het Bijbelmuseum zich in het Spoelberchinstituut. Het werd later overgebracht naar de lokalen van het Hoger Instituut voor Archeologie en Kunstwetenschap in de Vlamingenstraat. Bij de splitsing van de universiteit werd de collectie verdeeld door haar laatste conservator prof. dr. P. Naster. Het gedeelte
34
toegewezen aan de U.C.L staat nu bij de voorwerpen uit de Klassieke Oudheid van het Fonds F. Mayence in het museum van Louvain-la-Neuve. Enkele lampen die bij de splitsing aan de KU Leuven werden toegekend, werden rond 1977 gestolen en niet teruggevonden. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep humane wetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd in het onderwijs gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Er is geen sprake van een echte collectie, er zijn alleen nog overblijfsels van het voormalige museum. In het Didactisch Museum Archeologie staan nog enkele kruidenpotten en opgezette dieren. Enkele archeologische objecten worden bewaard in de Bibliotheek Godgeleerdheid. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Na de splitsing met Louvain-la-Neuve zijn de collectiestukken verwaarloosd of verdwenen. De materiële toestand van deze collectie is niet goed. De opgezette dieren zijn er slecht aan toe. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd.
35
4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Van den Driessche, B., ‘De Musea van de Leuvense universiteiten,’ Leuven/Louvainla-Neuve Kennis Maken, Leuven, 2001. 6. AANTEKENINGEN Er is nood aan conservatie en herwaardering van wat er nog overblijft van deze historisch unieke collectie. Alle objecten van het voormalige Bijbelmuseum zouden moeten worden samengebracht. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 25/06/2008 en 09/07/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. em. Arnold Provoost, Prof. dr. Philip Van Peer en Etienne d’Hondt 8.2 Adres Blijde-Inkomststraat 21, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail Prof. dr. em. Arnold Provoost:
[email protected] Prof. dr. Philip Van Peer:
[email protected], tel. 016 32 64 12 of 016 32 64 33, fax 016 32 64 00 Etienne d’Hondt:
[email protected], tel. 016 32 38 13, fax 016 32 38 62 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
36
9.5 Museale ruimte De collectiestukken zijn over verschillende ruimtes verspreid. De objecten in het Didactisch Museum Archeologie zijn beveiligd tegen diefstal, maar worden gebrekkig geconserveerd. De stukken in de Bibliotheek Godgeleerdheid zijn verwaarloosd. De maquettes zijn verspreid over het gebouw en kunnen eenvoudig verplaatst of weggenomen worden. 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 15. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. De collectiestukken in de gangen zijn vrij toegankelijk. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
15
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
37
1.3 Kunstwetenschappen 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-HW03 1.2 Titel Collectie kunstwetenschappen 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bevat originele beelden, verschillende afgietsels (Duitse) van bekende beeldhouwwerken, een grote collectie foto’s en twee dozen met prenten. Het gaat om een 300-tal objecten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Net zoals de afgietsels van het Didactisch Museum Archeologie waren de afgietsels uit de collectie van Kunstwetenschappen een compensatie van de Duitse Staat voor de oorlogsschade van augustus 1914. Waarschijnlijk behoorden beiden oorspronkelijk tot dezelfde collectie en werd ook hier een gedeelte naar de U.C.L. overgebracht. Naast de afgietsels bevat de verzameling enkele originele beeldhouwwerken. De prentencollectie werd acht jaar geleden samengebracht en opgeborgen in twee zuurvrije dozen. De meeste gravures zijn afkomstig uit de collectie van Prof. Muls. Op sommige staat de aankoopprijs nog vermeld. De collectie Kunstwetenschappen had ook een verzameling prentbriefkaarten, maar deze zijn naar het prentenkabinet van de universiteitsbibliotheek gegaan. Ze worden daar beter geconserveerd en beheerd. Er wordt overwogen om ook de prentencollectie naar het prentenkabinet te verhuizen. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep humane wetenschappen
38
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd oorspronkelijk in het onderwijs gebruikt. De prentcollectie wordt nog tijdens de colleges gebruikt om de verschillende technieken te illustreren: koperets, lithografie… Af en toe worden de afgietsels getoond om een bepaald beeld op ware grootte te bestuderen. De fotocollectie wordt niet meer gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit afgietsels, originele beelden, een foto- en prentcollectie. Na de scheiding met de U.C.L. werd de fotocollectie niet grondig onderzocht. Dit maakt het moeilijk om de inhoud van de collectie te bepalen. Er zijn daarnaast nog allerlei secundaire beelden, architecturale bouwelementen, afgietsels… Deze stukken worden niet gebruikt, omdat de oorspronkelijke context verloren is gegaan. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De prenten worden goed bewaard en zijn in een goede toestand. De afgietsels hebben de laatste decennia enkele kleine beschadigingen opgelopen. De fotocollectie zou onderzocht moeten worden om materiële toestand te kunnen bepalen. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Van bepaalde collectiestukken waaronder enkele beelden en afgietsels is er een inventaris op steekkaarten. Het is niet duidelijk welke werken hierin zijn opgenomen. Een aantal dossiers worden bewaard bij de dienst Kunstpatrimonium. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie
39
5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Er zou een inventaris van de afgietsels, prenten en foto’s moeten worden opgemaakt en de fotocollectie moet onderzocht worden. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 09/07/08 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Jan Van der Stock 8.2 Adres Blijde Inkomstraat 21, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel. 016 32 48 70, fax 016 32 48 72 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De belangrijkste afgietsels en beelden zijn in een beveiligde ruimte ondergebracht (MSI 02.08). Ze worden goed geconserveerd. 9.6 Bewaarplaats De prentencollectie wordt in twee zuurvrije dozen bewaard. De collectie foto's is ondergebracht in dozen en opgeborgen in een metalen kast. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
40
De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 16. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. De collectiestukken in de gang zijn vrij toegankelijk. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
16
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
41
1.4 Psychologie (collectie Michotte) 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-HW04 1.2 Titel Collectie psychologie (collectie Michotte) 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit toestellen (stimulusmateriaal) waarmee Prof. dr. Albert Michotte (1881-1965) heeft gewerkt en uit filmrollen. Het betreft allerlei apparaten die hij ontwikkelde en gebruikte bij psychologische experimenten, voornamelijk in het onderzoek naar de werking van de zintuigen aan het begin van de twintigste eeuw. De collectie bestaat uit een 200-tal objecten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Aan het begin van de twintigste eeuw vond er baanbrekend onderzoek plaats naar de werking van de zintuigen, het geheugen en de motoriek. Psychologen deden tal van experimenten en probeerden ‘prestaties’ te meten. De studie van reactietijden op prikkels kreeg veel belangstelling. Ze deden dat met speciaal daartoe ontwikkelde apparatuur die dit soort onderzoek voor het eerst mogelijk maakte. De experimentele psychologen van de generatie van Prof. Michotte waren pioniers en zijn verzameling instrumenten laat dat ook zien. Michotte was een van de stichters van de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen. In zijn Laboratoire de psychologie expérimentale ontwikkelde hij tussen 1912 en 1952 de modernste apparatuur voor zijn onderzoek. De experimentele psychologie is in die periode nog sterk verweven met de fysica en de fysiologie. Met schaarse technische middelen maar ook met veel inventiviteit en creativiteit ontwierpen Michotte, zijn collega’s en de fabrikanten van die tijd meetapparatuur. Eén van de opvolgers van Michotte, Prof. dr. Joseph Nuttin, schreef hierover: ‘Zijn laboratorium omvatte onder meer twee grote zalen. Het gaf de indruk van het atelier van een kunstenaar of een ambachtsman te zijn, waar volgens de noden van het moment apparaten werden gemonteerd of uit elkaar gehaald’.
42
Prof. Michotte kocht apparaten uit het atelier ‘Fabrik für wissenschaftliche Apparate’ van Emil Zimmerman en van ateliers in Neuchâtel, Göttingen, Giessen, Utrecht en Parijs. Andere onderzoekers in het laboratorium hebben de collectie aangevuld. Een deel van de verzameling verhuisde met de splitsing naar Louvain-la-Neuve. Een ander deel werd ondergebracht in een depot in de kelders van het Kasteel de Maurissens in Pellenberg. De apparatuur in het kasteel is ondertussen verdwenen en mogelijk in privé-bezit van Prof. dr. em. Tines. 2.4 Verwerving Prof. Michotte bracht zijn verzameling meetinstrumenten te vervaardigen.
bijeen
door
aankopen
en
door
zelf
2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep humane wetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie is historisch en materieel belangrijk. Ze wordt tentoongesteld in de bibliotheek. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit psychologische onderzoeksapparatuur (De olfactometer van Zwaardemaker, de Hipp-chronoscoop, de esthesiometer, de tachistoscoop, de tamboer van Marey,...). Enkele opmerkelijke stukken zijn een koffer van bouwer König met 67 genummerde stemvorken
met
een
houten
handvat.
Daarnaast
zijn
er
elektromagnetisch
geactiveerde stemvorken en de toga van Prof. Michotte bewaard. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie is afgesloten. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De verzameling is in goede staat, onder meer dankzij de goede zorgen van Prof. Nuttin. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...)
43
In 1904 verscheen er een voorlopige inventaris. De meeste objecten die daarin worden beschreven bestaan niet meer. Dat komt door de beschadigingen tijdens de Eerste Wereldoorlog en doordat apparaten uit elkaar werden gehaald wanneer er stukken voor een ander experiment nodig waren. In 1981 werd er een inventaris opgemaakt: Luyten H., en Vandenbussche E., De onderzoeksapparatuur uit het ‘Laboratoire de psychologie expérimentale van prof. A. Michotte. Een inventaris, Leuven 1981 en in 2008 was de verzameling beschikbaar via de interne databank Cumulus. In 2010 werd de collectie verder beschreven, geïnventariseerd, gedigitaliseerd en online ontsloten via Erfgoedplus.be en op Europeana.eu. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) Stukbeschrijving 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 85 instrumenten zijn geregistreerd. 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? 85 instrumenten zijn gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
Brock, Marleen (ed.), Verlengstukken van het bewustzijn. Psychologische onderzoeksapparatuur uit de Collectie Michotte, Leuven, 2010. De Rynck, Patrick, 'Het levenswerk van Albert Michotte', Openbaar Kunstbezit Vlaanderen. Themanummer Academisch Erfgoed KU Leuven, Antwerpen, 5 (2006): 20-25. Luyten, H. en E. Vandenbussche, De onderzoeksapparatuur uit het 'laboratoire de psychologie expérimentale' van prof. A. Michotte. Een inventaris, Leuven, 1981. Michotte, Albert, ‘Albert Michotte van den Berck’ in: Edwin G. Boring, e.a. (ed.), A history of psychology in autobiography. Volume 4 , Worcester, 1952: 213-236. Autobiografie van Michotte. Michotte, A., G. Thinès, A. Costall en G. Butterworth, Michotte's experimental phenomenology of perception, Hillsdale, 1991. Deze bundel bevat een volledige bibliografie van het werk van Michotte. Wagemans, J., R. van Lier en B.J. Scholl, 'Introduction to Michotte’s heritage in perception and cognition research', Acta Psychologica 123 (2006) 1-19.
44
6. AANTEKENINGEN Deze collectie heeft een hoge erfgoedwaarde en is materieel in zeer goede staat. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 10/09/08. 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Karl Verfaillie (
[email protected]) 8.2 Adres Tiensestraat 102 - bus 3711, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected], tel. 016 32 59 66 of 016 32 59 65, fax 016 32 60 99 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De ruim 200 instrumenten staan sinds 2004 in de bibliotheek van de faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen aan de Dekenstraat in Leuven. 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) Publicaties De collectie is ontsloten in de eerste inventaris van H. Luyten en E. Vandenbussche uit 1981. De geschiedenis en de collectiestukken worden vervolgens uitgebreid toegelicht in de publicatie van Marleen Brock uit 2010.
45
Online Ruim 85 objecten van de collectie Michotte zijn raadpleegbaar via erfgoedplus.be en europeana.eu. Door de splitsing van de universiteit in 1970 in een Nederlandstalige en een Franstalige universiteit kwam een deel van de oorspronkelijke collectie in Louvainla-Neuve terecht. Ook daar worden de objecten tentoongesteld in de faculteitsbibliotheek, met daarbij een digitaal Musée Albert Michotte17. De verzameling is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 18. In het verlengde van de inventarisatie van de collectie Michotte in 2010 werd er een eigen website over de geschiedenis en de instrumenten van Michotte opgebouwd19. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectiestukken in de bibliotheek zijn vrij toegankelijk voor studenten. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
17 18 19
http://www.uclouvain.be/musee-michotte.html http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20 http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/psy
46
1.5 Pedagogie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-HW05 1.2 Titel Collectie pedagogie 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 200 à 300-tal wandplaten, testapparatuur en boeken (leerboeken, leerplannen, programma’s, reglementen, monografieën). 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving
De collectie is bijeengebracht door schenkingen en samenvoegingen van persoonlijke collecties van professoren zoals Maurits de Vroede, Marc De Paepe en Marc d’Hover. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep humane wetenschappen - Centrum voor Historische Pedagogiek 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De wandplaten en testapparatuur worden niet meer gebruikt in het onderwijs, maar ze zijn wel nog het onderwerp van wetenschappelijk onderzoek. Ook de boeken worden binnen de afdeling historische pedagogie nog regelmatig geraadpleegd voor onderzoek. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie van de ADHP-bib bestaat uit:
47
Geschreven bronnen: tijdschriften, statistieken van de universiteiten, leerboeken, leerplannen, programma’s, reglementen, verschillende archieven, het archief van de uitgeverij Van Inn en monografieën. Een gedeelte van deze collectie is ondergebracht in het KADOC. Wandplaten die in de lager en middelbaar onderwijs gebruikt werden tijdens de lessen aardrijkskunde, geschiedenis, biologie…
3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wandplaten en boeken groeit nog steeds. Schenkingen worden wel niet meer aangenomen wegens plaatsgebrek. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de wandplaten is moeilijk te bepalen. Ze zijn wanordelijk opgeborgen wat niet bevorderlijk is voor de materiële toestand. De geschreven bronnen zijn redelijk goed bewaard. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Wandplaten: een gedeelte zou handgeschreven geïnventariseerd zijn, maar het is niet duidelijk waar de inventaris is. Boeken: een gedeelte van de leerboeken is geïnventariseerd in LIMO. De rest van de geschreven bronnen worden alfabetisch of per onderwerp gerangschikt. Er komt elke maandag een vrijwilliger werken om de verschillende boeken te ordenen. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De meeste aandacht gaat naar de boeken. De wandplaten en het testapparatuur worden veel minder bekeken.
48
Prof. Van Gorp zou graag de leerboeken willen onderbrengen in de Stadsbibliotheek van Antwerpen, het Schoolmuseum in Ieper of in het Georg-Eckert-Institut in Braunschweig. De monografieën, tijdschriften en wandplanten zouden het best in de/een bibliotheek van de KU Leuven blijven. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 10/09/08 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof.dr. Angelo Van Gorp 8.2 Adres Andreas Vesaliusstraat 2 - bus 3761, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected], tel. 016 32 58 82 of 016 32 62 02, fax 016 32 62 00 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collectie is ondergebracht in het Centrum voor Historische Pedagogiek (ADHP-bib). Een gedeelte van de wandplaten wordt bewaard in een kaartenkast, het ander gedeelte ligt onder, boven, naast de kast in dozen. De testapparatuur is opgeborgen in een metalen kast tussen de boeken. De geschreven bronnen staan in verschillende lokalen. In enkele van deze lokalen is schade door vocht. 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
49
De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 20. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. De boeken in de bibliotheek zijn vrij toegankelijk voor studenten. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
20
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
50
2. Groep Biomedische Wetenschappen 2.1 Anatomie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED01 1.2 Titel Collectie Anatomie 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit beenderen, platen, plastieken en gipsen modellen en epoxy organen. Het gaat over ongeveer een 200-tal platen en een 500-tal beenderen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Al in 1835 bestond er een Kabinet voor Menselijke Anatomie. Dit kabinet werd ingericht in het anatomisch amfitheater dat in 1744 door Rega werd gebouwd. Er werden oude universitaire collecties in ondergebracht: twaalf natuurlijke skeletten, twintig hoofden met gewricht, tweehonderd bokalen met diverse stukken van het menselijke lichaam, vijftig artificiële pathologische ogen, dertien gipsen stukken die verschillende pathologieën voorstelden en enkele nierstenen. Door de splitsing met U.C.L werd de collectie opgedeeld. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder
51
Groep Biomedische Wetenschappen - Faculteit Geneeskunde - Vaardigheidscentrum Anatomie/Vesalius Instituut 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke en huidige functie is didactisch. De beenderen, skeletten en modellen worden nog steeds tijdens de lessen gebruikt. De platen zijn opgeborgen, maar de meeste zijn gedigitaliseerd en worden tijdens de colleges getoond. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit beenderen en skeletten die gerecupereerd zijn van dissectielijken. Deze beenderen worden om de tien jaar vervangen. De grote verzameling didactische platen is zeer oud en de meeste zijn nog vervaardigd door tekenaars in opdracht van professoren. Enkele kaarten zijn gemaakt door Jean Senten en de heer Verschuren. Senten vervaardigde ook enkele gipsen modellen. De collectie bevat ook enkele skeletten met en/of zonder weefsels. Er zijn enkele voorbeelden van aders en hun vertakkingen in epoxy, doorsneden van hoofden, plastieken en oude gipsen modellen van organen. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld, maar de beenderen worden wel om de tien jaar vervangen omdat er automatisch slijtage verschijnt. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Sommige platen zijn in een slechte materiële toestand. Het karton of papier is aan het verpulveren. 4.2 Inventarisatie Alleen de didactische platen zijn geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) Stukbeschrijving 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie platen is volledig gefotografeerd en gedigitaliseerd zodat ze tijdens de colleges gebruikt kunnen worden. 4.3 Topstukken
52
4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Van den Driessche, B. 'De Musea van de Leuvense universiteiten', Leuven/Louvain-laNeuve Kennis Maken, Leuven, 2001. 6. AANTEKENINGEN De afdeling anatomie zal binnen zes jaar naar Gasthuisberg verhuizen. De professoren zouden graag de collectie onderbrengen in een grote didactische ruimte 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 15/12/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Paul Herijgers 8.2 Adres Minderbroedersstraat 12, Blok Q, bus 1031, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of 016 34 46 21 of 016 34 42 60 8.4 Contactpersonen Peter Geens (Vaardigheidscentrum Geneeskunde);
[email protected] of tel.: 016 33 03 83 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte
53
De skeletten worden tentoongesteld in vitrines in de gang, de platen staan in een speciale kaartenkast en de beenderen zijn opgeborgen in een aparte kast (Minderbroederstraat 12 blok q, 3000 Leuven. Gebouwnummer: 162). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De didactische platen zijn voor studenten ontsloten op een eigen website en de collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit21. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectie is vrij toegankelijk. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
21
http://med.kuleuven.be/neuroanatomieleuven/index.htm en http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
54
2.2 Embryologie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED02 1.2 Titel Collectie embryologie 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit ca. 60 bokalen van foetussen met afwijkingen en enkele didactische wandplaten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Centrum Menselijke erfelijkheid UZ Leuven (CME) 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie behoort tot het Centrum Menselijke Erfelijkheid. De verzameling bleef in de Minderbroederstraat nadat het Centrum naar de Campus Gasthuisberg verhuisde. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep Biomedische Wetenschappen - Faculteit Geneeskunde 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd bijeengebracht voor didactische doeleinden. De verzameling wordt niet meer gebruikt.
55
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Het is een verzameling foetussen met afwijkingen in bokalen en enkele didactische wandplaten. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de embryo’s is moeilijk te bepalen. Met uitzondering van één, zijn ze allen nog volledig ondergedompeld in formol. 4.2 Inventarisatie Er is geen inventaris opgemaakt, maar sommige potten hebben wel een etiket met enige verduidelijking. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De collectie heeft geen beheerder. Vroeger was prof. dr. Jean-Jacques Cassiman (
[email protected]) verantwoordelijk voor de collectie. Hij heeft ze enkele jaren geleden overgedragen aan prof. dr. Philippe Moerman, maar die bleek er niet van op de hoogte te zijn. Er zou een beheerder gezocht moeten worden voor deze interessante en mooie collectie. Naar verluidt acht men de opbouw van een embryologische collectie tegenwoordig niet langer ethisch verantwoord.
56
7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 09/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Er is geen beheerder of contactpersoon. De collectie is samen met prof. dr. Joost van de Oord bezocht. 8.2 Adres Minderbroedersstraat 12, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of 016 33 65 91 of 016 33 65 50 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collectie staat niet in een museale ruimte. 9.6 Bewaarplaats De bokalen zijn ondergebracht in lange houten kasten met glazen deuren. Het lokaal heeft grote ramen waar veel zonlicht doorkomt dat rechtstreeks op de collectie schijnt. Het niet zeker of veel lichtinval schade veroorzaakt aan de foetussen. Het lokaal is met een sleutel afgesloten (Minderbroederstraat 12, 3000 Leuven. Gebouwnummer: 154.). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 22. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen
22
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
57
10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Aangezien er geen beheerder is zijn er geen specifieke voorwaarden voor raadpleging opgesteld. De sleutel kan afgehaald worden bij het technisch personeel van de afdeling. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
58
2.3
Farmacie
1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED03 1.2 Titel Collectie farmacie 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype In de collectie bevinden zich ongeveer 115 objecten met een analytische functie, kruiden, kasten, boeken en collegedictaten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Alumnus Guy Gillias en professor Lemli (Collectie van Albert Couvreur) 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Oorspronkelijk bezat de faculteit farmaceutische wetenschappen van de KU Leuven de collectie van Albert Couvreur die door de familie Couvreur was geschonken. De Couvreurzaal in het gebouw in de Van Evenstraat 4 werd speciaal voor deze collectie ontworpen. De ingebouwde kasten zijn naar het voorbeeld van de oude apotheek van apotheker Couvreur gemaakt. Toen er sprake was van de splitsing heeft de U.C.L. contact opgenomen met de familie Couvreur om de collectie naar Louvain-la-Neuve te verhuizen. Vanuit de KU Leuven werd er toen niet zoveel belang gehecht aan de verzameling. De oude collectie verhuisde bijgevolg naar Louvain-la-Neuve. Naderhand heeft prof. dr. em. J. Lemli een oproep gedaan bij emeriti en alumni van de KU Leuven. Er werd gedurende dertig jaar vlijtig verzameld. De uitbreiding van de collectie is sinds twee jaar min of meer stil gevallen. De faculteit is ondertussen naar de campus Gasthuisberg verhuisd, waardoor er geen echt contact meer tussen de faculteit en de collectie bestaat. De zaal waar de collectie opgeslagen en tentoongesteld wordt, werd voordien ook gebruikt als vergaderzaal. 2.4 Verwerving
59
De meeste objecten zijn geschonken door emeriti en alumni. Verschillende objecten werden door Prof. Lemli van de vernieling gered. Prof. dr. Castille heeft na zijn emiraat wel een aantal oude onderzoeksobjecten weggedaan. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep Biomedische Wetenschappen - Faculteit Farmaceutische Wetenschappen (F.F.W). De faculteit farmaceutische wetenschappen is verantwoordelijk voor de collectie. 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is museaal. De collectie heeft geen rechtstreekse binding met het onderwijs en/of onderzoek. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit een reeks objecten met een analytische functie: spectroscoop, colorimeter, dichtheidsmeter, galvanometers, ph-meter, microscoop, pompen, gewichten, bokalen met substantie, weegschalen, vijzels, kymograaf, spectograaf….. Verder zijn er ook nog kruiden, kasten, boeken en collegedictaten. In de collectie is de volledige verzameling van kruidenpotjes van dezelfde producent E. Merk - Darmstadt uit 1920 opmerkelijk. Deze kruidenpotjes werden gebruikt tijdens de lessen en de examens van de studenten. Zij moesten de kruiden in de potjes herkennen. Er is ook een kast met gelijke rechthoekige deurtjes waarin de studenten hun microscoop konden opbergen. Voorts is er een collectie boeken waaronder enkele handgeschreven cursussen van professoren. Van de aankopen en schenkingen zijn de officiële brieven bewaard. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Alumnus Guy Gillias en professor Lemli verzamelen nog steeds. De alumni blijven allerlei objecten schenken, wat wijst op de blijvende interesse van deze doelgroep. Voor deze schenkingen is de heer Gilias verantwoordelijk en ook de contactpersoon. Er is sprake van dat de faculteit, via een duolegaat, een nieuwe collectie in handen zou kunnen krijgen: de Collectie Moyens. De apotheker Moyens heeft zijn farmaceutische collectie (van drie generaties apothekers) na zijn dood overgelaten aan zijn vrouw, die op haar beurt na haar dood deze collectie aan een Nederlandstalige Katholieke Universiteit moet geven. Als weduwe Moyens sterft, zou met enige financiële steun van de KU Leuven, de collectie voor de faculteit aangekocht kunnen worden om deze dan bij de reeds bestaande collectie te voegen. De Collectie Moyens blijkt erg waardevol te zijn.
60
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie is in een goede materiële toestand. Enkele objecten zijn misschien onvolledig, maar dat moet blijken uit de inventaris van de collectie. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) De collectie is opgelijst in een Worddocument. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Een deel van de collectie is gedigitaliseerd, maar de foto's zijn niet in een databank ondergebracht. 4.3 Topstukken Het meest opmerkelijke object is de vijzel uit 1650 met de inscriptie ‘DE STOTEN DIE ICK LEYDEN DOEN DE KRUYDENIERS VERBLEYDEN’. Het is afkomstig van de dienst Kunstpatrimonium van de universiteit en in bruikleen gegeven aan het Instituut voor Farmaceutische Wetenschappen ter gelegenheid van de viering van het 50-jarig bestaan van het Instituut en van de eerste farmaceutische tentoonstelling in Leuven. De voet van de vijzel werd bij deze gelegenheid speciaal vervaardigd door de schrijnwerker van de universiteit. Een gelijkaardige vijzel (1650) met hetzelfde opschrift is aanwezig in het Museum Gruuthuse te Brugge, maar de friezen zijn verschillend (Wittop Koning, D.A en A. Dirk, Nederlandse vijzels, Weert 1989). 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën Collectie Moyens 5.2 Publicaties Zeven eeuwen farmacie. Beroep en onderwijs te Leuven sinds de 13e eeuw, tent. cat., KU Leuven, Universiteitshal, Leuven, 1982. 6. AANTEKENINGEN De collectie is in goede staat, er is een beheerder en er zijn verschillende bronnen. Er is een mogelijkheid om de collectie te inventariseren. Zowel Prof. Lemli, Prof. de Witte en Prof. Gillias willen graag de collectie voor de toekomst bewaren, een selectie maken en
61
de objecten tentoonstellen. Bij de verbouwing van het gebouw is het wenselijk om de Couvreurzaal te behouden en te optimaliseren voor de conservatie van de collectie. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 8 en 28/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Peter de Witte 8.2 Adres Albert Couvreurzaal, E. Van Evenstraat 4, 3000 Leuven. 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of 016 32 34 32 of 016 33 04 17 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. Er is officieel nog steeds een museumcommissie aangesteld waarvan professor De Witte voorzitter is, maar de commissie is niet meer actief. 9.5 Museale ruimte De collectie wordt bewaard in het gebouw in de Van Evenstraat 4 op de tweede verdieping (gebouwnummer 114). De objecten staan in houten kasten deels tentoongesteld, deels opgeslagen. Ze worden goed en veilig bewaard. Momenteel wordt de Couvreurzaal ook gebruikt als opslagplaats van allerlei objecten die geschonken worden. De ruimte is eenvoudig toegankelijk als men eerst de sleutel bij Prof. De Witte vraagt. Toch moet men eerst nog de Technische Dienst van de KU Leuven contacteren om het alarm af te zetten vooraleer men ongestoord de ruimte kan betreden. 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
62
De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 23. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
23
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
63
2.4
Oftalmologie
1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED04 1.2 Titel Collectie oftalmologie 1.3 Datering 19de eeuw - 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat ongeveer uit een 50-tal grote en kleine objecten die te maken hebben met het onderzoek van de ogen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie is ontstaan vanuit onderzoek. Naarmate de technologie groeide, kwamen er telkens meer geavanceerde toestellen. Oudere toestellen kregen hierdoor een museale status. De evolutie van de collectie is vrij homogeen. Tijdens de wereldoorlogen is de afdeling oftalmologie redelijk gespaard gebleven. Na de oorlogen werden alle overgebleven objecten verzameld en in dozen opgeborgen. In het ziekenhuis worden nu nog steeds dozen gevonden met objecten van na de Tweede Wereldoorlog. 2.4 Verwerving De afdeling oogziekten heeft de meeste onderzoekstoestellen bewaard. Er zijn in het verleden ook enkele schenkingen geweest door de oogarts mevrouw Van Assche. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep Biomedische Wetenschappen - Faculteit Geneeskunde 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
64
De collectie werd oorspronkelijk gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Een aantal objecten wordt tentoongesteld in de gang van de afdeling oftalmologie in het SintRaphaëlziekenhuis. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit grote en kleine objecten voor het onderzoek van de ogen: sideroscoop, stereo-oftalmoscoop, diploscoop van Remy, registrerende campimeter, diaphanoscoop, elektromagneet, cryodes, boogperimeter, spleetlamp, boogperimeter, bonnoscoop… 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. Als er binnen de afdeling oogziekten objecten opduiken of buiten gebruik raken dan worden die wel toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de collectie is voor sommige objecten moeilijk te bepalen, omdat ze achter slot worden bewaard. Hoewel van enkele instrumenten er onderdelen ontbreken, bevindt de collectie zich in een redelijke materiële toestand. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. Er is een beknopte inventaris van de voornaamste objecten, maar deze is erg summier en bevat enkel de benaming, datum en zeldzaamheidsfactor van de voornaamste objecten. Sommige objecten dragen een label ter identificatie. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken Er zijn enkele exclusieve objecten: Oftalmoscopie training-oogmodel van Perrin (1870); Sideroscoop van Gallemaerts eerste versie De Chanaud Brussel (1894); Diploscope van Remy later model (1920) en Electronenmicroscoop (1965-1970). 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL
65
5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Er zijn artikels verschenen over bepaalde onderzoeksobjecten, maar hier was binnen de dienst geen zekerheid over. 6. AANTEKENINGEN Er is geen duidelijk zicht op de omvang en de inhoud van de collectie. De afdeling oftalmologie is zelf niet op de hoogte wat er waar opgeborgen is. Sommige objecten hebben onderdelen verloren en zijn niet meer volledig. Volgens Prof. Missotten zijn een aantal bijzondere objecten en toestellen zeer zeldzaam. Een verduidelijking van deze instrumenten zou een meerwaarde voor de collectie betekenen. Verder is Prof. Missotten de enige die nog kennis van de objecten heeft. Er bestaan verder geen bronnen die de collectie verduidelijken. In de toekomst zou een mogelijkheid moeten worden gecreëerd om de objecten met hulp van Prof. Missotten te inventariseren. Binnen enkele jaren verhuist de gehele dienst naar de Campus Gasthuisberg. Prof. Spileers zou daar graag in de gang van de dienst enkele kasten plaatsen waar de mooiste oftalmologische objecten tentoongesteld kunnen worden. Verder zou hij ook thematische tentoonstellingen in de kasten willen organiseren door de objecten om de zoveel tijd te verwisselen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 15/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Werner Spileers en Prof. dr. em. Luc Misotten 8.2 Adres Sint-Raphaëlziekenhuis, Kapucijnenvoer 33 blok c bus 7001, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of 016 33 23 86 of 016 33 23 70 en
[email protected] of 016 33 74 76 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid.
66
9.5 Museale ruimte De collectie is verspreid over meerdere ruimtes. Een deel staat in de gang van de afdeling oftalmologie in het Sint-Raphaëlziekenhuis. Verschillende objecten zijn opgestapeld in een kamer op de voormalige afdeling pediatrie. Blijkbaar zouden er nog enkele verborgen kamertjes in het ziekenhuis zijn waar ook deelcollecties zijn ondergebracht. Deze kamers zijn moeilijk toegankelijk en konden tijdens het onderzoek niet bezocht worden. Enkele objecten staan vrij, zonder toezicht en minimale bescherming in de gangen van het ziekenhuis waar patiënten ongecontroleerd de objecten kunnen aanraken. 9.6 Bewaarplaats Verschillende lokalen worden als opslagruimte gebruikt. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 24. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Een deel van de collectie wordt in de gangen tentoongesteld en kan vrij geraadpleegd worden. Om de collectie volledig te bezoeken dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
24
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
67
2.5
Pathologie - microscopen
1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED05 1.2 Titel Collectie pathologie - microscopen 1.3 Datering Tweede helft van de 20ste eeuw - 21ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit ongeveer een 50-tal objecten. De afdeling pathologie groeide pas na 1963. Ze bevat voornamelijk apparaten voor histologie en allerlei microscopen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? De afdeling pathologie aan de KU Leuven is door Prof. dr. Paul Brusselmans opgericht rond 1936. De collectie kwam door de werking van de dienst tot stand. Het is ook een traditie dat elke professor en assistent zich een eigen microscoop aankoopt, wat na verschillende jaren veel microscopen opgeleverd heeft. 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Prof. dr. em. Paul Brusselmans werkte in de beginjaren alleen op de dienst. Toen hij in 1963 met emeritaat ging, begon het werk en de capaciteit van de dienst te groeien. Momenteel werken er ongeveer 100 medewerkers. Er werden door de dienst apparaten aangekocht voor onderwijs of onderzoek. Doorheen de jaren zijn er microscopen verloren gegaan. Om diefstal te vermijden krijgen studenten nu les via een digitaal gestuurde microscoop waar het beeld op een centraal en groot scherm voor iedereen zichtbaar is. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder
68
Groep Biomedische Wetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd voor didactische en wetenschappelijke doeleinden samengebracht. Het merendeel wordt vandaag nog voor onderzoek en onderwijs gebruikt. Daartegenover staat dat de technologie evolueert en dat alle microscopen na verloop van tijd vervangen worden door digitaal gestuurde microscopen. De oudere microscopen worden bijgehouden, maar niet meer gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De microscopen blijven een twintig jaar in gebruik vooraleer ze verouderd zijn en worden vervangen. De collectie bevat microscopen vanaf de jaren vijftig tot nu en bestaat uit lichtmicroscopen, elektronenmicroscopen en apparaten voor histologie (weefselleer). De lichtmicroscopen zijn onderverdeeld in transmissie en scanning (stereo)microscopen. De belangrijkste producenten zijn Zeiss en Philips. Als er kleine ‘coupes’ van weefsels worden gemaakt, worden ze in flinterdunne monsters gekleurd, tussen twee dunne glazen plaatjes geplaatst en in archiefkasten (coupeschuifkasten/preparatenkasten) bewaard. Het is de gewoonte dat een monster dertig jaar bewaard wordt. De KU Leuven heeft ‘alle’ monsters in kasten opgeborgen in de kelder en in de gangen. Naast de collectie onderzoeksobjecten heeft het gebouw in de Minderbroederstraat 12 ook vier glasramen met portretten van enkele bekende pathologen of anatomen. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De afdeling pathologie gaat verhuizen naar de Campus Gasthuisberg. Het departement zal van deze verhuizing gebruik maken om nieuwe microscopen aan te kopen. De oudere microscopen worden bij de collectie van HistarUZ toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De apparaten zijn in goede staat. Ze zijn volledig en ze worden nog gebruikt. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Enkele jaren geleden startte de dienst met de inventarisatie van de verschillende objecten. Alle microscopen en onderzoeksgerelateerde objecten zijn genummerd en verwijzen naar een inventaris. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
69
De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken Enkele apparaten zijn vrij exclusief. De lichtmicroscoop van Prof. dr. em. J. Lauweryns uit de jaren zeventig is een uniek stuk, omdat deze in een tafel ingewerkte microscoop hem werd geschonken door het National Cancer Institute (NCI) in Bethesda USA. 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Er zijn weinig geschreven bronnen. In enkele tijdschriften, zoals ‘Cancer’ en ‘Tijdschrift voor Geneeskunde’ is er iets geschreven over bepaalde microscopen, maar nooit over de collectie zelf. Wel zijn er nog enkele emeriti zoals Prof. dr. J. Lauweryns die informatie kunnen geven over het departement Pathologie en de verwerving en het gebruik van de verschillende microscopen en andere gerelateerde onderzoeksobjecten. 6. AANTEKENINGEN De collectie apparaten van de afdeling pathologie is een jonge collectie. De meesten worden nog steeds gebruikt. Binnen enkele jaren worden ze vervangen en moet er gewaakt worden dat deze apparaten niet verdwijnen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 25/03/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. em. Boudewijn Van Damme 8.2 Adres Pathologie, Minderbroederstraat 12 blok q, 3000 Leuven. 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] (geen telefoonnummer) 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat
70
9.3 Administratieve structuur 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collectie staat niet in een museale ruimte. 9.6 Bewaarplaats De apparaten die niet meer gebruikt worden staan in depots. Twee microscopen uit de jaren vijftig en zestig staan in het kantoor van Prof. Van Damme. Enkele verouderde microscopen zijn ondergebracht bij HistarUZ. Blijkbaar zijn er enkele microscopen verdwenen door de nalatigheid van de dienst (Pathologie, Minderbroederstraat 12 blok q, 3000 Leuven. Gebouwnummer: 162). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 25. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
25
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
71
2.6
HistarUZ
1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-BIOMED06 1.2 Titel Collectie van HistarUZ 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit meer dan 5.000 toestellen en voorwerpen die in het ziekenhuis gebruikt werden voor onderzoek en verpleging. Daarnaast is er een collectie foto’s, video’s, dia’s en boeken. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie kwam tot stand in 2003 bij de voorbereidingen van de tentoonstelling rond het 75-jarig bestaan van het Universitair Ziekenhuis van Leuven. Twee verplegers, Frans Cuypers en Gerard Mangelschots van de spoedafdeling zijn negentien jaar geleden gestart met het verzamelen van enkele objecten. Na de tentoonstelling werden ze in de cafetaria ondergebracht, maar deze plaats was niet geschikt voor bewaring. Het regende er binnen en het vroor. In 2006 kwam er een halve verdieping in het ziekenhuis vrij waar vroeger de foto-ontwikkeling plaatsvond. HistarUZ kreeg deze ruimte om er het erfgoed van U.Z. in onder te brengen. Werkstudenten hebben het materiaal uit de cafetaria naar de nieuwe bewaarruimte gebracht. Het erfgoed van het U.Z. kwam onder hoede van Gerda Ceulenaere die er grote plannen mee had. In september 2006 deed ze een oproep naar gepensioneerde vrijwilligers om zich een dag per week in te zetten voor het verdere bestaan van het U.Z.-erfgoed. Er kwamen positieve reacties en in november 2006 werden de eerste stappen gezet. In januari 2007 telde de groep, HISTARUZ genaamd, 10 tot 12 personen. In dezelfde maand werd Bruno Vandermeulen gecontacteerd om van de verzamelde objecten digitale foto’s te nemen.
72
2.4 Verwerving De oorsprong van de collectiestukken is verschillend: 90% is oud apparatuur uit het U.Z. en 10% zijn giften van particulieren. Er werden binnen het U.Z. verschillende magazijnen gecontacteerd met de vraag of er oude objecten, die gerelateerd zijn aan het ziekenhuis en de geneeskunde, verzameld en bewaard konden worden. De diensten in Hulshout, de technische dienst en de campus Gasthuisberg werden afgegaan. Er werden oproepen in de medische wereld van Leuven gelanceerd om niets weg te doen, maar aan HistarUZ toe te vertrouwen. De collectie bestaat ook uit giften van emeriti en artsen die met hun oude spullen geen blijf wisten en het afstonden om de U.Z. collectie te vergroten. HistarUZ is alles gaan verzamelen wat met het U.Z. en geneeskunde te maken heeft. Het is moeilijk te onderscheiden wat er nu echt door de KU Leuven is aangekocht en wat van elders komt. Het komt er op neer dat alle verzamelde objecten ergens met het U.Z. te maken hebben. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Groep Biomedische Wetenschappen - Faculteit Geneeskunde 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De huidige functie van de collectie komt overeen met de oorspronkelijke opzet, met name het verzamelen van objecten om tentoon te stellen. De instrumenten worden niet meer in het ziekenhuis en/of voor onderzoek of onderwijs binnen de KU Leuven gebruikt. De bedoeling van HistarUZ is om van een bepaald object alle mogelijke bestaande vormen te verzamelen zodat de evolutie - van prototype tot modern toestel - visueel kan worden voorgesteld. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie is groot en erg divers: kleine en grote objecten, boeken en foto’s die met het ziekenhuis en geneeskunde te maken hebben. De objecten zijn afkomstig van het ziekenhuis, de verpleegsterschool en de faculteit. Er zijn ook een aantal objecten uit de collectie Verwimp in de kelders van het kasteel ‘Maurissens’ in Pellenberg gehaald. De verzamelde objecten zijn oa: voetverwarmer, keukengerei, schilderijen die in de gangen en kamers hingen, bronzen klok van de kapel, scopes, verschillende objecten uit de verpleegsterschool, didactisch materiaal, kastjes, ovens, balansen, art nouveaukastje, röntgen, zeismicroscoop, brancards, zuurstoftank, rolstoelen, bedpannen, zilverwerk, linnen, kledij, gynaecologische tafel, couveuses, babybedjes, scharen, hoorapparaten, tanden, koffers met nog volledig de specifieke elementen, boren, typemachines, piepers… De collectie bevat ook enkele opmerkelijke objecten (vb. het metalen art nouveaukastje). De oudste toestellen behoren tot de collectie tandheelkunde. Verder is er ook een collectie medische boeken uit de negentiende eeuw. Wat de collectie juist inhoudt is niet duidelijk. Na een selectie gaan de didactische boeken naar de
73
Biomedische Bibliotheek op de Campus Gasthuisberg. De waardevolle boeken die niet meer worden gebruikt, blijven in de U.Z.-collectie. Er is ook een uitgebreide collectie fotomateriaal van het ziekenhuis, het Kankerinstituut en de verpleegsterschool. De foto’s zijn in verschillende folders per onderwerp gerangschikt en gedigitaliseerd. Er zijn ook foto’s van het interieur van het U.Z. die een beeld geven van de objecten in hun oorspronkelijke context. Daarnaast is er nog een collectie onbekende dia’s. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Het aantal collectiestukken is van 2003 tot 2008 is vertienvoudigd en het blijft groeien. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie wordt goed bewaard. De toestand van de collectiestukken hangt af van object tot object. Sommige zijn door de vorige eigenaar beter of juist minder goed gepreserveerd. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Er is een beknopte inventaris van de objecten die tijdens de tentoonstelling van het 75-jarig bestaan van het U.Z. opgemaakt. De vrijwilligers zijn met een digitale inventarisatie van de collectiestukken bezig. De objecten worden gefotografeerd door de fotograaf van de KU Leuven, krijgen een referentienummer toegekend, worden geregistreerd in de database ‘Cumulus’ en worden tot slot per onderwerp geplaatst in een depot. De registratie bestaat uit een algemene identificatie en een minimale beschrijving. Eens bepaalde objecten volledig zijn opgenomen in Cumulus, zullen deze registratiefiches worden doorgegeven aan een geneesheer die dan de beschrijving corrigeert en/of aanvult. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Een deel van de collectie is gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie De objecten worden door HistarUZ één voor één gekuist, waar nodig gerestaureerd en in een droge ruimte geplaatst. De herstellingen gebeuren allemaal vrijwillig. Van de dubbels wordt er één object uit elkaar gehaald om de andere objecten te restaureren en te vervolledigen. Alle leden van HistarUZ hebben in heel het conserveringsproces hun eigen specifieke taak. Zo is er iemand die de objecten schoon maakt, iemand die
74
boeken afstoft, iemand die de collectiestukken opslaagt in het depot, iemand die labelt, iemand die registreert in Cumulus... Als de vrijwilligers voor problemen komen te staan, gaan ze zelf oplossingen zoeken door cursussen te volgen of specialisten te raadplegen. 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Het is niet duidelijk wat de faculteit en het ziekenhuis met deze collectie(s) wil doen. Bewaren en inventariseren is alvast zeker. De lokalen die nu beschikbaar zijn zullen later ingericht worden als een tentoonstellingsruimte. Men wil tijdelijke en permanente tentoonstellingen organiseren. In Gasthuisberg zouden enkele objecten permanent tentoongesteld worden. Ook in de nieuwbouw zouden de meest exclusieve stukken geïntegreerd worden met enige verduidelijking van het object. HistarUZ zou graag een leegstaande vleugel in het Kankerinstituut gebruiken als een soort museum als het gebouw niet gesloopt wordt. De voormalige kamers hebben nog hun originele ruimteindeling en interieurelementen. Zij zouden in die kamers een ‘onderwerp’ van het ziekenhuis installeren met de gerelateerde collectiestukken, bv: een kinderkamer, een operatiekamer, een ziekenkamer, een dokterspraktijk. Om op die manier de objecten terug in hun context te plaatsen, tentoon te stellen en te bewaren. De U.Z.-collectie is een erg waardevolle collectie. De objecten geven de evolutie van de geneeskunde en techniek weer. Verder is het is opmerkelijk dat een tiental vrijwilligers zich elke donderdag opnieuw inzetten om dit erfgoed op een zo’n efficiënte manier mogelijk te bewaren. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 13/03 & 10/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Stafmedewerker Gerda Ceulenaere 8.2 Adres Sint-Raphaëlziekenuis, Kapucijnenvoer 33, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat
75
9.3 Administratieve structuur 9.4 Collectiebeheer: policy HistarUZ is in een eerste fase gericht op het verzamelen, registreren en bewaren van de objecten. In een tweede fase wordt de collectie kritisch bekeken en wordt er geselecteerd. Naderhand zou het gebruik en de toepassing van de objecten beschreven worden door een deskundige, waarschijnlijk door emeriti. HistarUZ wil met zijn collectie ook het brede publiek bereiken en nam daarom deel aan Erfgoeddag in 2007, 2009 en 2011 en organiseerde tentoonstellingen om de collectie in de kijker te zetten. 9.5 Museale ruimte De collectie wordt gepresenteerd in een daarvoor bestemde ruimte (Gebouwnummer: 144). De collecties worden zo goed mogelijk geconserveerd. De geschreven bronnen worden apart bewaard en ook de geregistreerde objecten worden afzonderlijk en per onderwerp gestockeerd. De ruimtes worden langzamerhand veel te klein en onoverzichtelijk: de objecten staan door, voor en op elkaar. 9.6 Bewaarplaats De objecten die niet worden tentoongesteld staan in het depot. Helaas zijn er ook objecten in de publieke gangen van het U.Z. opgesteld. Vaak staan deze toestellen wanordelijk in een oude glazen kast tegen een muur. Er is geen overzicht van het aantal kasten en objecten. Het lijkt erg eenvoudig om deze kasten te vernielen of te stelen. Het is ook onduidelijk wie er eigenaar of verantwoordelijk is voor deze telkens kleine en afzonderlijke collecties. Hier moet extra aandacht aan geschonken worden. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) HistarUZ heeft een eigen website met praktische informatie en verdere verwijzingen naar tentoonstellingen en andere projecten 26. De collectie is ook opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit27. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren
elke eerste en derde donderdag van de maand van 9 tot 12u. elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 14 tot 17u. gesloten op feestdagen op afspraak: vraag een rondleiding aan
10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectie van HistarUZ is vrij toegankelijk tijdens de openingsuren. Rondleidingen zijn mogelijk op afspraak. 26 27
HistarUZ: http://www.uzleuven.be/histaruz/opstart-histaruz http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
76
10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
77
3. Groep Wetenschap en Technologie
A. Faculteit Wetenschappen
3.1 Bodemprofielen en bodemkaarten 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET01 1.2 Titel Collectie bodemprofielen en - kaarten 1.3 Datering Het oudste profiel uit Oud-Lubbeek is 25.000.000 jaar 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 106-tal monolieten van bodems van België en de wereld en een 1.000-tal bodemkaarten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De monolieten van de afdeling bodem- en waterbeheer zijn door en voor de KU Leuven gemaakt. De collectie kwam tussen 1950 en 1970 tot stand toen er enkele bodemstalen werden genomen als didactisch- en onderzoeksmateriaal. Na de Tweede Wereldoorlog werden de bodems van België en de wereld in kaart gebracht. Prof. dr. em. R Dudal nam vanaf begin van de jaren vijftig tot het einde van de jaren zestig stalen met een grondboor om de Belgische bodem te observeren. Hij werkte ook gedurende lange tijd voor het FAO en hielp de bodem van de wereld in kaart te brengen. Dit initiatief was er na de Tweede Wereldoorlog gekomen om te onderzoeken in hoever de aarde op een duurzame manier kan worden beheerd.
78
2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven (uitgezond. de kaarten van de Andes van het ISRC die zich in permanente bruikleen in Leuven bevinden) 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Bodem- en Waterbeheer 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd gebruikt in het onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek. De bodemprofielen worden nog steeds als didactisch materiaal gebruikt, de kaartencollectie niet omdat ze niet geordend of geïnventariseerd is. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bevat zo’n 300 kaarten over België en 700 over de wereld. Bij de kaarten horen ook de gerelateerde boeken en dvd’s en andere publicaties. Zonder deze bijkomende informatie zijn ze niet bruikbaar. Verder zijn er topografische kaarten die eigenlijk van Prof. dr. Gulinck Hubert afkomstig zijn, maar door de faculteit worden beheerd. Het gaat hier over kaarten van de Andes van het ISRC (International Soil Reference Centre), die zich in permanente bruikleen in Leuven bevinden. Bij de bodemprofielen wordt een gedeelte van de doorsnede van een bodem in lange rechthoekige smalle houten bakken geplaatst. De uitgegraven grond wordt met speciale lijm geïnjecteerd zodat deze samen blijft hangen en de doorsnede heel goed zichtbaar wordt. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De bodemprofielen en bodemkaarten worden nog aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De monolieten zijn goed bewaard in beschermende glazen kasten die aan de muur zijn bevestigd. De collectie is vrij goed geconserveerd. Enkele monolieten zijn door de jaren heen wel een beetje verzakt. De kaartencollectie daarentegen wordt verwaarloosd, waardoor de materiële toestand achteruitgaat. 4.2 Inventarisatie De collectie bodemprofielen is niet geïnventariseerd. Enkele profielen werden gebruikt voor het opzetten van een bodemkaart van België. Bij elke kaart is er een verklarende tekst en bij elk kaartblad is een boekje van de profielen. Ook van de kaartencollectie bestaat er geen inventaris.
79
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken De collectie bevat geen uitzonderlijke monolieten, behalve misschien de nieuwste aanwinst: het oudste profiel uit Oud-Lubbeek met een leeftijd van 25.000.000 jaar. 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Informatie over de collectiestukken is terug te vinden in doctoraten, tijdschrift Pedologie; centrum Bodemcartering; publicatie van de bodemkaart; systematische database Van Horshoven ‘Aardewerk’; cursussen en slides. 6. AANTEKENINGEN De bodemprofielen vormen in hun geheel een unieke collectie. Ook de kaartencollectie is waardevol vanwege de nauwe band met het onderzoek aan de universiteit. In de toekomst zouden Prof. Deckers en Dudal graag een oplossing vinden voor de kaartencollectie. De afdeling wil een duidelijk zicht hebben op de collectie: wat er ontbreekt er en wat is er dubbel? Verder zou de collectie toegankelijker moeten worden voor onderzoekers en studenten. Het zijn waardevolle kaarten met veel informatie die vanwege slecht beheer niet bruikbaar zijn. Het zou ideaal zijn om iemand gedurende twee of drie jaar in dienst te hebben om de kaarten te inventariseren, die dan naderhand deeltijds de collectie beheert. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 15/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Seppe (Jozef A.) Deckers 8.2 Adres
80
Celestijnenstraat 200 E, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of Tel.:016 32 97 42 of 016 329721 Fax.: 016 32 97 60 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon Hoogleraar Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen - Afdeling Bodem- en Waterbeheer 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collectie monolieten staat in grote afgesloten glazen kasten ze hangen op per oorsprong. 9.6 Bewaarplaats De kaarten zijn ondergebracht in een aparte kaartenkamer. Doordat ze niet zijn geordend is er geen duidelijk inzicht in de kaartencollectie (de bodemprofielen hangen in de gang 272 en de bodemkaarten zijn in lokaal 267 terug te vinden. Gebouwnummer: 493-12). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 28. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectie monolieten hangt op in de gang en is vrij toegankelijk. Om de bodemkaarten te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 28
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
81
10.5
Accessibility
82
3.2 Wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET02 1.2 Titel Collectie wetenschappelijke meetinstrumenten (collectie Verwimp) 1.3 Datering 19de - 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 100-tal wetenschappelijke objecten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie werd verzameld door de voormalig werkleider van het departement scheikunde, de heer John Verwimp. Ze bestaat uit allerlei meetinstrumenten afkomstig van verschillende departementen en faculteiten. De heer Verwimp liet de oude apparaten ophalen om ze te behoeden voor vernietiging. Ze werden ongeordend opgeslagen in de kelders van het Kasteel de Maurissens te Pellenberg. 2.4 Verwerving Prof. dr. H. Myncke heeft een schenking gedaan van oude telefoononderdelen. Deze collectie wordt intact bewaard in houten kisten: dynamische telefoon, magnetische telefoon, koolgruistelefoon, decibelsmeter, geluidsniveau analysator, trillingsmeter... 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen
83
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie wordt niet meer voor haar oorspronkelijke functie - onderwijs en onderzoek - gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie is zeer heterogeen. Ze bevat zowel glaswerk voor chemische synthese als toestellen van wijlen Prof. dr. P. Putzeys (Biochemie), een zalfmolen en oude tandartsstoelen. Al het materiaal van de tandheelkunde dat destijds door het diensthoofd Tandheelkunde naar het Kasteel de Maurissens in Pellenberg werd gebracht, is onlangs teruggehaald. Het staat nu opgeborgen in het SintRafaëlziekenhuis bij de U.Z.-collectie. Verder is er nog een oud cartografietoestel voor de aanmaak van geografische kaarten op basis van foto-opnamen uit een vliegtuig, een oude Liesegang projector en enkele toestellen die gebruikt worden in de sterrenkunde (telapparaat om aantal sterren in sterbolhopen te bepalen, blinkmicroscoop om veranderlijke sterren op te sporen, spectrometer om radiale sterren op te meten met betrekking tot het Doppier effect). Er staat ook een collectie oude chemische analyse-apparatuur, onder meer een vroege, imposante gaschromatograaf, oude colorimeters, fotometer Eppendorf, polarimeter, microscopen Reichert en Leitz, analytische balansen, oorspronkelijke PHmeter radiometer. Prof. Frans Verluyten (Metaalkunde) schonk allerlei toestellen, onder meer voor textuuranalyse. Vanuit het departement Fysica en het departement Elektrotechniek werd de collectie nog vergroot met een oude wisselstroomgenerator, oude elektronische meettoestellen, computers, oude weerstandbanken, signaalanalyse toestellen, oscilloscopen… 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Na het overlijden van de heer Verwimp is de collectie niet meer aangevuld. Er zijn wel enkele objecten naar de U.Z.- collectie gegaan. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie is verwaarloosd. Sommige objecten liggen uit elkaar op de grond, andere liggen onder het stof. Het is aangeraden om de objecten uit de kelder te verwijderen, af te stoffen, te selecteren en een context te geven. Van de meeste objecten is er ook geen handleiding bewaard, zodat de toepassing en gebruikswijze niet onmiddellijk duidelijk zijn. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
84
De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De Commissie Academisch Erfgoed is in mei 2008 gestart met een 30-tal objecten te selecteren, te inventariseren en te verhuizen naar het depot in de Copalkelder. Het initiatief om de collectie te verhuizen en te inventariseren zou meerdere malen herhaald moeten worden om zo de waardevolle en unieke stukken te bewaren. Er moet een beheerder worden aangesteld om de verhuis en de inventarisatie beter op te volgen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 22/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Er is geen collectiebeheerder aangesteld. 8.2 Adres In de kelders van het Kasteel Maurissens, Weligerveld 2, 3212 Pellenberg en de Copalkelder, Mgr. Van Waeyenberglaan, 3000 Leuven. 8.3 Telefoon, fax, e-mail Er is geen collectiebeheerder aangesteld. 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid 9.5 Museale ruimte De collectie staat niet in een museale ruimte.
85
9.6 Bewaarplaats De toestand van de lokalen is erbarmelijk: stukken plaaster vallen van het plafond op de toestellen, de pleister op de muren verpulvert… (In de kelders van het Kasteel Maurissens, Weligerveld 2, 3212 Pellenberg). Een deel van de collectie wordt bewaard in de Copalkelder (Mgr. Van Waeyenberglaan, 3000 Leuven. Gebouwnummer: 56410). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit29. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
29
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
86
3.3 Entomologie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET03 1.2 Titel Collectie entomologie 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 300-tal insecten die zijn ondergebracht in 72 dozen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Prof. dr. Jozef K.A. van Boven was vanaf 1957 professor Entomologie en daarmee ook de eerste professor in dit vakgebied. De geschiedenis van het Laboratorium van Entomologie begint bij hem. Hij ging meerdere malen naar Afrika om daar de trekmieren te bestuderen. Hij heeft drie verschillende collecties verzameld: 1) de collectie Afrikaanse trekmieren: potten waar mieren op alcohol worden bewaard of zijn opgeprikt. De mieren op alcohol waren bestemd voor zijn eigen onderzoek en de opgeprikte mieren voor het onderwijs. Deze collectie is na het emeritaat van Prof. Van Boven in 1984 overgebracht naar het Afrikamuseum in Tervuren, omdat zij de collectie beter kunnen beheren en conserveren. 2) de collectie mieren: na het emeritaat van Prof. Van Boven in 1984 is deze collectie in het Natuurhistorisch Museum Maastricht bij de Wasmanncollectie gevoegd. Prof. van Boven was afkomstig uit Roermond en deed met zijn studenten voornamelijk onderzoek in Nederlands-Limburg. De mieren uit de collectie komen dan ook voornamelijk uit deze streek. 3) de collectie insecten: deze collectie is aan de KU Leuven gebleven en wordt nog dagelijks als didactisch materiaal in het onderwijs gebruikt. Het is deze verzameling die verder besproken wordt. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie
87
KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Laboratorium voor Entomologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke onderwijsgebonden.
en
huidige
functie
van
de
collectie
is
onderzoeks-
en
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit een 72-tal insectendozen. In elke doos zijn er meerdere insecten van een bepaalde soort opgespeld. De insecten zijn oorspronkelijk afkomstig uit België en Afrika, maar Prof. dr. Billen voegt nu ook insecten toe uit de rest van de wereld. Er is een insectendoos waar een voorbeeld van elke groep mieren is in ondergebracht. Hierbij bevindt zich ook een heel zeldzame mier die alleen in Australië voorkomt in een gebied van 4km². De mier verschijnt bovendien enkel ’s nachts en als het kouder is dan 17°C. Het was een hele zoektocht om deze mier te herontdekken. Verder is er een grote wandplaat waarop de verschillende groottes van één bepaalde miersoort zijn geïnventariseerd (Dorylus Anomma Wilverthi Emery, Exodus nest dor IC ID, Yarigambi koffieplantage Belgisch Congo 12-13/07/1949). 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Er zijn geen nieuwe professionele insectendozen toegevoegd. Er zijn ooit wel amateuristische insectendozen aangekocht. Deze werden niet bij de collectie toegevoegd, omdat de insecten niet op de juiste manier zijn opgeprikt en opgeborgen. Hierdoor kan er klein ongedierte in de doos komen. De collectie wordt wel aangevuld als er op excursie vreemde insecten opduiken. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de insecten en dozen is schitterend. Het is een mooie en goed geconserveerde collectie. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. Elk insect draagt wel een label en is ondergebracht bij soortgenoten in een genummerde doos. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
88
De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Prof. Billen wil dat de collectie blijft zoals ze is. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 10/06/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Johan Billen 8.2 Adres Charles Deberiotstraat 32, 3000 Leuven 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] of tel. 016 32 39 75 of 016 32 39 66; Fax: 016 32 45 75 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar Faculteit laboratorium Entomologie
Wetenschappen
en
verantwoordelijke
voor
het
9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid 9.5 Museale ruimte
89
De collectie wordt bewaard in een onderwijslokaal. De dozen zijn in perfecte staat en staan in een metalen kast achter slot en grendel (Lokaal 02.87, in een metalen kast. Gebouwnummer: 113). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 30. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
30
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
90
3.4
Gesteenten
1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET04 1.2 Titel Collectie gesteenten 1.3 Datering 19de eeuw - nu 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 10.000-tal gesteenten. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie gesteenten hoort samen met de paleontologische collectie tot de Historische Geologie. De collectie is opgebouwd door professoren, doctorandi en onderzoekers die tijdens hun expedities monsters meebrachten of kochten. Ze werd verplaatst van de Charles Deberiotstraat naar de Redingenstraat en belandde uiteindelijk in de Celestijnenlaan op de campus in Heverlee. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Geologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke onderwijsgebonden.
en
huidige
functie
van
de
collectie
is
onderzoeks-
en
91
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie gesteenten is een stratigrafische collectie en bestaat voornamelijk uit gesteenten die uit een bepaalde bodemlaag komen. Hierdoor wordt er een gesteenteinventaris van de verschillende mogelijke bodemlagen weergegeven. Van een aantal bodemlagen worden er monsters bewaard die naderhand als referentie worden gebruikt. Binnen de collectie is er ook een subcollectie van wijlen Prof. dr. Asselberghs met enige historische waarde. Prof. Asselberghs was aan de universiteit werkzaam tussen 1920 en 1940. Het gaat hier om een grote collectie gesteenten uit voornamelijk Vlaanderen, Wallonië en specifiek de Ardennen. Daarnaast is er de Schnockcollectie, een grote collectie gesteenten uit Congo. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt nog aangevuld zolang de universiteit onderzoek doet. Onderzoekers blijven monsters van verschillende stratigrafische lagen van over heel de wereld meebrengen. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie is goed bewaard, maar door een tekort aan plaats, tijd en geld is ze vrij wanordelijk ondergebracht in laden. 4.2 Inventarisatie Het grootste deel van de collectie is geïnventariseerd, maar wel op basis van haar voormalige locatie in de Redingenstraat. Nieuwe aanwinsten zijn niet altijd toegevoegd waardoor de inventaris onvolledig is. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
92
Over de oorspronkelijke collectie 19de-eeuwse collectie zijn er enkele bijdragen in Annuaire de l’Univerisité Catholique de Louvain, Louvain 1869, 1871 en 1900. 6. AANTEKENINGEN Het departement had graag iemand die gedurende een half jaar alles documenteert, de collectie herschikt in de didactische ruimte en de inventaris herbekijkt. Momenteel liggen verschillende collecties zoals prehistorie, herbarium en xylarium in dezelfde ruimte. De locatie en het onderscheid van de verschillende collecties is moeilijk te bepalen. Het zou een meerwaarde zijn als de collecties beter worden geordend. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 17/07/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Noel Vandenberghe 8.2 Adres Celestijnenlaan 200C, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; Tel.: 016 32 64 38 of 016 32 64 39; Fax: 016 32 64 01 8.4 Contactpersonen Prof. dr. Robert Speijer (
[email protected]) of Tel. 016 32 64 04; Fax.: 016 32 29 80 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar - Faculteit Wetenschappen (Afdeling Geologie) 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte Een gedeelte van de collectie staat in houten kasten of dozen aan de onthaalruimte (300) van gebouw 200E. Hier worden de meest representatieve voorbeelden
93
tentoongesteld met een beknopte beschrijving (Celestijnenlaan 200C, 3001 Heverlee; in de ontvangstruimte 300 en de didactische ruimte 272. Gebouwnummer: 493-12). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 31. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectie kan vrij geraadpleegd worden in de onthaalruimte en de didactische ruimte. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
31
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
94
3.5 Herbarium en Xylarium 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET05 1.2 Titel Collectie herbarium en xylarium 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 200-tal gedroogde planten en vruchten, een 500-tal houtblokjes en een 100-tal stamschijven. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Bij de splitsing van de KU Leuven en U.C.L. in 1970 verhuisde de volledige afdeling Bos, Natuur en Landschap samen met de bestaande collectie van Leuven naar Louvain-la-neuve. Pas vanaf 1980 werd er onder impuls van Prof. Pieters een volledig nieuwe collectie opgebouwd die nu geïntegreerd is binnen het Laboratorium voor Bos, Natuur en Landschap. Dit laboratorium behoort tot de faculteit landbouwkundige en toegepaste biologische wetenschappen. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Bos, Natuur en Landschap 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collecties werden voornamelijk gebruikt in de lessen houtherkenning. Als studenten iets meer van een bepaalde boomsoort willen weten, kunnen ze de collectie raadplegen, maar ze wordt niet meer gebruikt in de colleges.
95
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Er zijn twee grote delen: het herbarium en het xylarium (de houtcollectie). Het herbarium bestaat uit gedroogde plantendelen van uitsluitend bomen en struiken. Het werd gebruikt voor het vak dendrologie: alles wat met de kennis van de boom als soort te maken heeft. Het herbarium streefde geen volledigheid na wat soortenrijkdom betreft. Er werd wel getracht zo goed mogelijk didactisch materiaal te verzamelen dat bruikbaar is in de lessen. De soorten die aanwezig zijn in herbarium zijn in de eerste plaats de inheemse bomen en struiken van België. Een tweede groep zijn de boomsoorten die regelmatig gebruikt worden in de bosbouw van de gematigde streken. Ten slotte is er ook een derde groep: de siergewassen. Omdat deze groep gigantisch groot is worden hiervan enkel de meest gebruikte soorten verzameld. Veel van de soorten in het herbarium konden ook levend bekeken worden in het Arenbergpark te Heverlee (KU Leuven), de kruidtuin van Leuven (stad Leuven) of het arboretum van Heverleebos (Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Bos en Groen). Naast het herbarium is er een xylotheek, een houtcollectie. Die bestaat uit een 500-tal houtblokjes en uit ongeveer een 100-tal stamschijven. De stamschijven zijn van de meest voorkomende inheemse soorten en van een aantal veel gebruikte naaldhoutsoorten. De collectie houtblokjes is veel groter en omvat voornamelijk Europese en Afrikaanse soorten. De meeste aanwezige soorten staan bekend als commerciële houtsoorten met specifieke toepassingen. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Aangezien er geen gerelateerde lessen meer worden gegeven, wordt de collectie ook niet aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie is goed bewaard. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Er is een inventaris op basis van steekkaarten met een beknopte beschrijving. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen
96
4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Van Beek E. en B. Muys, 'Herbarium en xylarium van het Laboratorium voor bos, Natuur en Landschap, Centrum voor Lezen en Informatie, Leuven. 6. AANTEKENINGEN Eric Van Beek en Prof. Bart Muys zouden graag de collectie didactisch uitbouwen door ze digitaal raadpleegbaar te maken. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 28/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Bart Muys 8.2 Adres Celestijnenlaan 200E, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel. 016 32 97 26 of 016 32 97 21; fax: 016 32 97 60 8.4 Contactpersonen Eric Van Beek (
[email protected]; tel.: 016 32 97 38; fax: 016 32 97 60) 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte
97
Er staan een dozijn houten kasten waarin het herbarium en het xylarium zijn ondergebracht. Eric van Beek heeft met de verhuis van de dienst alle houten kasten verzameld om er de collectie in te bewaren. Het xylarium staat droog en veilig in de kasten in de didactische ruimte van het gebouw 200E (Gebouwnummer 493-12). De gedroogde planten of takken zitten in mappen voorzien van een etiket met alle noodzakelijke gegevens: de naam van de soort en de familie, wie ze verzameld heeft en waar dit gebeurde, de standplaats, de datum van verzamelen. Daarnaast is er ook een hele reeks bokaaltjes waarin de gedroogde vruchten zitten. 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 32. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
32
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
98
3.6 Mineralogie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET06 1.2 Titel Collectie mineralogie 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 5.000-tal mineralen. 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving
Het kabinet voor mineralogie van de voormalige Leuvense Rijksuniversiteit werd in 1845-1856 sterk uitgebreid door de aankopen van Prof. H.B. Waterkeyn. Op het einde van de 19de eeuw werd de verzameling verder aangevuld door Prof. H. de Dorlodot die in de nabije Beriotstraat een Kolenmuseum inrichtte waar de collectie werd ondergebracht. De collectie zoals we ze nu kennen is in de jaren twintig en dertig tot stand gekomen. Het begon met mineralen uit België die men zelf exploiteerde en mineralen die werden aankocht. Naderhand ging men naar het buitenland op expeditie en werd de collectie uitgebreid met mineralen uit heel de wereld. Vroeger werden er ook zeldzamere stukken aangekocht. Door de splitsing is er veel naar U.C.L. gegaan, waar het departement ondertussen niet meer bestaat. Een belangrijke subcollectie is deze van wijlen prof. dr. H. Bosmans. Deze collectie was zijn persoonlijke privécollectie die hij aan het departement heeft geschonken. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Geologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
99
De collectie mineralen is onderverdeeld in een kijkcollectie en een werkcollectie. De kijkcollectie is didactisch. De mooiste en meest representatieve stukken zijn tentoongesteld in kasten met glazen deurtjes. De werkcollectie functioneert eerder als een reservecollectie waarop practica worden uitgevoerd. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie mineralen bestaat uit ca. 5.000 objecten mineralen. 3.2 Selectiecriteria Dubbels en mineralen waarvan de context helemaal is verloren gegaan, worden niet bijgehouden. 3.3 Aanvullingen Er worden mineralen aangekocht en bewaard voor onderzoek. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de mineralen is goed. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) De collectie is niet geïnventariseerd. Bijna alle mineralen van de kijkcollectie zijn wel genummerd en benoemd. Als er oudere identificatiegegevens zijn, worden deze bij de mineralen bewaard. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
100
6. AANTEKENINGEN Het is een grote collectie die in België als derde beste collectie na het KBIN en de universiteit van Luik kan worden geschat. De collectie wordt goed beheerd en geconserveerd. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 11/08/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Jan Elsen 8.2 Adres Celestijnenlaan 200C en E, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel. 016 32 75 81 of 016 32 75 80; fax: 016 32 79 81 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Hoofddocent Faculteit Wetenschappen 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De kijkcollectie is ondergebracht in vitrines in de gangen 200C. De kasten zijn afgesloten en elk mineraal heeft een identificatielabel. 9.6 Bewaarplaats De werkcollectie is deels terug te vinden in de practicalokalen en in een depot (lokalen 01.15; 01.39 - Gebouwnummer: 493-11 en 493-12). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 33.
33
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
101
9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De kijkcollectie kan vrij geraadpleegd worden. Voor de werkcollectie dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
102
3.7 Natuurkunde 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET07 1.2 Titel Collectie Natuurkunde 1.3 Datering 1890 - 1950 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 200-tal instrumenten die gerelateerd zijn aan elektriciteit. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De meeste objecten dateren uit het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw en werden door de KU Leuven aangekocht. Ze stonden toen in het didactisch museum van het voormalige Elektromechanisch Instituut (1900-1950) in de Vlamingenstraat en ze werden in het laboratorium gebruikt. Van deze collectie is geen enkel stuk naar de U.C.L gegaan. In de jaren tachtig was er een grote schoonmaak in het laboratorium en werd er veel op de container gegooid. Andere stukken gingen naar de Celestijnenlaan 200D, maar verkeren in een slechte toestand door een overstroming. In de jaren negentig was er weer een opruimactie waarbij veel objecten werden afgevoerd. De instrumenten die hiervan gered zijn werden uiteindelijk naar 200C overgebracht. Er stonden ook nog enkele objecten in het Premonstreitcollege in de Naamsestraat. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Theoretische Fysica 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
103
De collectie werd oorspronkelijk gebruikt voor onderzoek instrumenten hebben momenteel een museale functie.
en
onderwijs.
De
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie natuurkunde bestaat voornamelijk uit instrumenten die gerelateerd zijn aan elektriciteit: elektronenmicroscopen, galvanometer, Wattmeter, Voltmeter, Ampèremeter, weerstandsbruggen, balansen, Baekeland bakelieten meters, spanningsbron, glaswerk… 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Nieuwe instrumenten zijn tot nu toe niet bij de collectie toegevoegd in de practica over elektriciteit. Hierin zal in de toekomst waarschijnlijk verandering komen. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Patrick Bauman heeft de collectie eigenhandig en met eigen middelen gerestaureerd: ontbrekende elementen heeft hij aangekocht of zelf vervaardigd, glas vervangen, de objecten schoongemaakt en hersteld zodat ze opnieuw functioneren. De collectie is hierdoor helemaal opgewaardeerd en heeft zo een uitzonderlijke waarde gekregen. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Deze collectie is een van de mooiste, oudste en meest waardevolle collecties die de KU Leuven in haar bezit heeft. Het zou een meerwaarde zijn als ze beter zou worden
104
tentoongesteld met de nodige beveiliging. In de toekomst zou de faculteit graag een gedeelte van de collectie exposeren in 200D. Patrick Bauman is de ‘beschermerheer’ van de collectie, maar strikt gezien niet de beheerder. Als hij de universiteit verlaat, komt de collectie in gevaar. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 25/06/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Patrick Bauman 8.2 Adres Celestijnenlaan 200C, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected], tel.: 016 32 73 00 of 016 32 72 89 8.4 Contactpersonen Prof. dr. Desire Bollé (
[email protected]; tel.: 016 32 72 46 of 016 32 72 32) 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Practicum en Demonstratiedienst 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De objecten staan in onbeveiligde houten kasten met glazen panelen in de practicaruimte. De waarde van de collectie is onschatbaar. Dieven kunnen gemakkelijk de kasten openbreken en de objecten meenemen. Momenteel is de onbekendheid van de collectie haar beste beveiliging (00.11. Gebouwnummer: 49311). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot.
105
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 34. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. De verzameling is vrij toegankelijk voor studenten. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
34
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
106
3.8 Paleontologie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET08 1.2 Titel Collectie paleontologie 1.3 Datering Tertiair en Quartair 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 50.000-tal vertebraten en invertebraten uit het Tertiair en Quartair en uit een verzameling walvisbeenderen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie is vanaf het midden van de 19de eeuw door de Prof. Van Beneden en kanunnik H. de Dorlodot opgebouwd. Het voormalige Kolenmuseum werd deels voor deze collectie opgericht. De verzameling werd grotendeels vernietigd tijdens het bombardement van Leuven in mei 1944. Momenteel beschikt het Instituut voor Aardwetenschappen nog over een klein deel van de oorspronkelijke collectie waarvan slechts een 10-tal soorten een wetenschappelijke waarde hebben. De rest bestaat uit een 100-tal geïsoleerde wervels met een uiterst geringe waarde. De meest intacte stukken worden bewaard in het Koninklijke Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen (KBIN) in Brussel en aan de U.C.L, waar ze na de splitsing naartoe zijn verhuisd. Naderhand is de collectie en het Instituut voor Aardwetenschappen verplaatst naar de Redingenstraat. Hier was een grote ruimte speciaal ingericht voor deze didactische collectie. In 2005 verhuisde het Instituut naar de campus Celestijnenlaan 200C in Heverlee. In dit nieuwe gebouw is onvoldoende plaats voorzien voor de collectie. Gedurende de maanden 06-10/2008 werden enkele houten kasten in de gangen geplaatst waar de mooiere stukken worden tentoongesteld. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie
107
KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Geologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie paleontologie is een wetenschappelijke verzameling die bijeengebracht is door professoren, doctorandi en onderzoekers. Zij brengen nog steeds na hun expedities stukken mee. De collectie had oorspronkelijk ook een didactische functie. Een aantal stukken worden momenteel tentoongesteld voor studenten en onderzoekers. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie paleontologie hoort samen met de Geologische collectie tot de Historische Geologie. De paleontologische collectie bevat fossielen, onder te verdelen in vertebraten, invertebraten en micropaleontologie: 1. Vertebraten zijn fossielen van gewervelde dieren. Het Tertiaire materiaal is vooral afkomstig van Franse vindplaatsen: Quercy, Ronzon, St. Gérand-Ie¬Puy, La Débruge, Sansan, Issel, St. Martin en Robiac. Het materiaal van de drie eerstgenoemde vindplaatsen is het talrijkst en is ook wetenschappelijk het meest interessant. Dit komt omdat het materiaal een onderdeel is van de "collectie Filhol". De Franse paleontoloog Henri Filhol (1843-1902) bestudeerde en publiceerde over zijn collectie. Het Tertiaire materiaal bevat drie holotypes (unieke exemplaren waarop een nieuwe soort werd gebaseerd) en twee paratypes (bijkomende specimens waarop de eerste beschrijving was gebaseerd). Verder zijn er 22 specimens die in wetenschappelijke publicaties worden afgebeeld. Al deze exemplaren hebben een hoge wetenschappelijke waarde. Zeker de typeexemplaren dienen permanent beschikbaar gehouden te worden voor de wetenschappelijke gemeenschap. Af en toe zijn er trouwens aanvragen van buitenlandse onderzoekers om het materiaal te consulteren. Het Kwartaire materiaal bestaat hoofdzakelijk uit soorten afkomstig van de laatste ijstijd (holenbeer, mammoet, wolharige neushoorn, e.d.) dikwijls met vage aanduidingen van de herkomst. Hierdoor hebben deze stukken geen grote wetenschappelijke waarde, maar blijven ze wel uiterst geschikt om bij onderzoek van andere fauna's dienst te doen als referentiemateriaal. Het gaat om afdrukken van dieren; botten (versteend), schedels, koppen; skeletten; gipsen van zowel beenderen als van opgravingsplattegronden. Daarnaast is er een verzameling walvisbeenderen met een zekere radioactieve straling. Deze beenderen liggen nog steeds in de Redingenstraat tot er een betere en veiligere opbergplaats voor gevonden is. Opmerkelijk is het fossiele reuzenhert, afkomstig uit het Pleistoceen met een schouderhoogte van 2.10m en een geweibreedte tot 3.65m. 2. Invertebraten zijn fossielen van flora en niet gewervelde dieren. De collectie bevat Carboonplanten uit unieke gebieden en locaties die niet meer ontgonnen kunnen worden. Hier is de wetenschappelijke functie en waarde vrij hoog. Verder zijn er nog plantafdrukken. Hieronder valt de “collectie Gelinden”. Ook dit is een collectie waarvan de stukken afkomstig zijn uit een gebied waar niet meer gegraven wordt.
108
Een uitzonderlijk collectiestuk is een fossiele boomstam. Deze is in bruikleen in het Carbonmuseum in Beringen. 3. De ‘Latiniscollectie’ is een grote wetenschappelijke collectie van schelpen en slakken uit het Tertiair. Het materiaal komt uit Frankrijk en Italië. Verder is er nog schelpmateriaal dat afkomstig is uit de dokken van Antwerpen tijdens de graafwerken in de jaren zestig. Deze collectie is vrij bekend en wordt in de wetenschappelijke literatuur vaak vermeld. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Het is niet de bedoeling om de collectie verder aan te vullen, maar af en toe wordt er wel een specimen toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Het is een mooie en waardevolle collectie die slecht wordt geconserveerd. Er is geen plaats en geld om heel de collectie te inventariseren en ergens veilig op te stellen. Enkele objecten verkeren momenteel in een uitermate slechte materiële toestand en moeten dringend geconserveerd worden. De vertebratencollectie is in gevaar: de opslagruimte is helemaal niet optimaal. De stukken worden meer een meer aangetast door pyrieten. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) De Excel-inventaris van enkele collecties van paleontologie (o.m van de Latiniscollectie) is gebaseerd op hun vorige standplaats in de Redingenstraat. De collectie micropaleontologie is in kaart gebracht en gedocumenteerd. De vertebratencollectie is geïnventariseerd. De inventaris bestaat uit drie kaartenbakjes. De meeste objecten hebben een registratiecode die begint met PLV. Alle objecten aan de KU Leuven die de code PLV hebben behoren bij de ‘historische’ Paleontologische Collectie. De code was reeds op de objecten vóór 1980 aangebracht. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
109
In de jaarboeken van de universiteit (1851 en 1864) is er meer informatie terug te vinden over de collectiestukken. 6. AANTEKENINGEN De vertebratencollectie is binnen de geschiedenis van de KU Leuven een belangrijke collectie die momenteel in een rampzalige toestand verkeert. Wetenschappelijk zou het interessant zijn indien de verzameling meer toegankelijk was, volledig geïnventariseerd en op een overzichtelijke wijze opgeslagen. Zo kunnen paleontologen uit andere universiteiten de collectie beter bestuderen. Nu gaat dat niet o.a. omdat er plaatsgebrek is om de collectie op een verantwoordelijke wijze op te slaan. De wens van de afdeling is deze historisch waardevolle collectie te bewaren, te inventariseren, toegankelijk te maken en tentoon te stellen. De subcollectie micropaleontologie die onder professor Robert Speijers is aangelegd kon niet bezocht worden. De hele collectie staat in zijn kantoor in een kast opgeborgen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 03/06/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Robert Speijer 8.2 Adres Celestijnenlaan 200E en 200F, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 64 04, fax: 016 32 29 80 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Hoogleraar Faculteit Wetenschappen - Programmadirecteur van de POC Geologie van de Faculteit Wetenschappen 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid 9.5 Museale ruimte
110
De vertebraten worden bewaard in een te klein en vochtig lokaal in het gebouw van Chemie (200F). Een ander deel staat opgesteld in houten kasten (200E lokaal 00/01.237 en 00/01.267). De houten kasten zorgen voor een beter bewaringsklimaat. 9.6 Bewaarplaats Deze bijzonder omvangrijke collectie is ondergebracht in de kelders van het Atrechtcollege in een veertigtal kasten met telkens tien schijven met een honderdtal doosjes. Het gaat ruim geschat over 50.000 stuks. De micropaleontologie staat in een kast in het kantoor van professor Robert Speijers veilig opgeborgen. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 35. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
35
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
111
3.9 Prehistorie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET09 1.2 Titel Collectie prehistorie 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 10.000-tal objecten. 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving
Omstreeks 1908 heeft Prof. H. de Dorlodot rijke collecties prehistorisch materiaal aangekocht en aan de universiteit geschonken. Een groot deel hiervan was vroeger eigendom van Prof. Daimeries van de U.L.B. Deze collecties bevatten werktuigen van de meest uiteenlopende prehistorische culturen uit de verschillende werelddelen. De collectie is uitgebreid op initiatief van onder andere Prof. dr. em. Fr. Gullentops. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Eenheid Prehistorische Archeologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie is onderverdeeld in 1) een educatieve collectie: objecten die professoren sinds een honderdtal jaren verzameld hebben en 2) een wetenschappelijke collectie: materiaal van opgravingen dat gebruikt wordt voor onderzoek. De collecties worden nog gebruikt in het onderwijs en voor wetenschappelijk onderzoek. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud
112
De collectie bestaat uit twee types: 1. een didactische collectie met praktijkgerichte objecten en objecten die professoren verzamelen, schonken of kochten. 2. een wetenschappelijke collectie die enkel materiaal van opgravingen bevat, waaronder verschillende objecten uit Noord-Afrika en België. Daarnaast is er een houten kist met een glazen blad dat speciaal gemaakt is voor het onderbrengen van apenschedels. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt aangevuld. Wanneer er nieuwe expedities en opgravingen plaatsvinden, brengen de onderzoekers hun onderzoeksmateriaal naar de KU Leuven en wordt het bij de collectie toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de twee collecties is erg goed. Prof. Philip Van Peer heeft tijd en geld vrijgemaakt om de collectiestukken op een verantwoorde wijze in een aparte ruimte onder te brengen. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) De meeste stukken zijn geïnventariseerd en er zijn onderhandelingen om samen te werken met de digitale databank MARS. Voor de wetenschappelijke collectie is er een archief waar informatie van aankoopstaten tot bruiklenen terug te vinden is. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen Collectiestukken worden met een korte vastgestelde termijn in bruikleen gegeven. 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
113
6. AANTEKENINGEN Deze collectie wordt goed bewaard en beheerd door de afdeling. In de toekomst zou Prof. Van Peer meer wetenschappelijke verantwoordelijkheid willen nemen door een digitale databank beschikbaar te maken om de collectie beter te integreren in het onderwijs. Met extra middelen zou het mogelijk zijn om iemand in dienst te nemen om de collecties nog efficiënter te inventariseren. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 15/05/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Philip Van Peer 8.2 Adres Celestijnenlaan 200E, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 64 12 of 016 32 64 33; fax: 016 32 64 00 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Hoogleraar Faculteit Letteren - Onderzoekseenheid Archeologie 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De collecties worden bewaard in aparte lokalen en de stukken worden in dozen en kasten verzameld. Elk object heeft een nummer en ligt in de bijhorende kast, doos of lade (lokaal 00/01.137 en 00/01.267. Gebouwnummer: 493-12) 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
114
De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 36. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
36
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
115
3.10 Sterrenkunde 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET10 1.2 Titel Collectie sterrenkunde 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit ca. 100 objecten: telescopen, topografische boeken, wetenschappelijke data, spectradatabanken, een fotografische plaat, meetinstrumenten, sterrencatalogi sinds 1885 en een boek van Prof. dr. Lemaître. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Na de Tweede Wereldoorlog werd er met de herstellingsbetalingen van de Duitse Staat door Prof. Van Hoof een ‘blinkmicroscoop’ aangekocht. Hiermee werden talrijke sterren ontdekt op fotografische platen. Gedurende een vorige verhuisoperatie werd de microscoop spijtig genoeg verwijderd. Verder was er nog de telescoop van het Premonstreitcollege met uitzicht op het Leuvense stadspark, waarvan de hoofdspiegel een gift uit het Marshallplan was. Deze telescoop werd nooit voor wetenschappelijke metingen gebruikt, want het Leuvense stadsbestuur heeft nooit de belofte om de lichthinder in het centrum van de stad te beperken kunnen waarmaken. Ondertussen is de spiegel geschonken aan een amateurvereniging die een volkssterrenwacht wil bouwen in Zoutleeuw. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Sterrenkunde 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
116
De collectie is niet bewust ontstaan. Ze is samengesteld uit de objecten die door de afdeling bewaard werden. De instrumenten werden oorspronkelijk voor onderwijs en onderzoek gebruikt. Alles wordt nu digitaal opgezocht. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie sterrenkunde bestaat uit vier telescopen, topografische boeken, generaties van wetenschappelijke data, spectradatabanken op papier en een fotografisch plaat, magneetband, enkele meetinstrumenten (om posities en helderheden op fotografische platen te bepalen), oude fotografische fotometer en sterrencatalogi sinds 1885. Daarnaast zijn er nog oude spectra (meetresultaten) die belangrijk zijn voor de geschiedenis van het eigen onderzoek van het Instituut. De gehele collectie toont de evolutie van hoe de sterren aan de KU Leuven werden onderzocht. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. Het onderzoek gebeurt nu volledig digitaal. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de onderzoeksobjecten is goed (zowel de apparaten als de boeken en de spectradatabanken). Het is wel mogelijk dat van enkele apparaten bepaalde stukken ontbreken. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken Een waardevol object is een boek van wijlen Prof. Lemaître met opdracht van Lemaître aan Van Hoof. 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie
117
5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De faculteit/afdeling is zich niet bewust van de waarde van de collectie waardoor ze wordt ondergewaardeerd. Het is aangeraden om alle stukken in één lokaal samen te brengen om niets te verliezen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 13/05/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Christoffel Waelkens 8.2 Adres Celestijnenlaan 200D, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.:016 32 70 36 of 016 32 70 27; gsm: 0486 981 243 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar Faculteit Wetenschappen, Programmadirecteur POC Sterrenkunde van de Faculteit Wetenschappen, Programmadirecteur van de POC Space Studies van de Faculteit Wetenschappen, divisiehoofd van de Divisie interdisciplinair Centrum voor Ruimtestudies, divisiehoofd van de divisie Leuven Instrumentatie - en Softwareontwikkeling voor Astrofysica. 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte
118
De collectie wordt bewaard in (les)lokalen die met een sleutel zijn afgesloten. De objecten zitten in een kast of doos (Lokalen 04.30; 04.31; 04.32 en 03.34. Gebouwnummer: 493-31). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 37. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
37
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
119
3.11 Wiskunde 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET11 1.2 Titel Collectie Wiskunde 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit ca. 20 filmbanden. 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving Eigenaar collectie
KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Departement Wiskunde 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De filmbanden werden oorspronkelijk gebruikt in het onderwijs, maar ze hebben hun functie verloren aangezien ze niet meer bekeken kunnen worden. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Het gaat om didactische filmbanden die bepaalde ontwerpen uit de wiskunde verduidelijken. Ze kunnen niet meer bekeken worden, omdat de technologie de laatste jaren zodanig vooruit is gegaan dat de apparatuur om de banden af te spelen niet meer bestaat of buiten werking is. Een oplossing zou zijn dat de tapes gedigitaliseerd worden om ze opnieuw te gebruiken in de colleges. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen
120
4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De filmbanden kunnen niet meer bekeken worden omdat de technologie verouderd is. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 28/05/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Walter Van Assche 8.2 Adres Celestijnenlaan 200B, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 76 06 of 016 32 70 15; fax: 016 32 79 98
121
9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar Faculteit Wetenschappen, Departementsvoorzitter Departement Wiskunde, Afdelingshoofd van de Afdeling Analyse.
van
het
9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De filmbanden staan niet in een museale ruimte. 9.6 Bewaarplaats De filmbanden worden in één lokaal bewaard (Lokaal 01.29. Gebouwnummer: 49311). 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is niet ontsloten. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Om de collectie te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de beheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
122
3.12 Museum voor Dierkunde 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-WET12 1.2 Titel Collectie van het Museum voor Dierkunde 1.3 Datering 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype Het museum heeft ongeveer 6.000 collectiestukken in zijn bezit. Het gaat over opgezette en in vloeistof bewaarde dieren. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Rond 1817 vonden vierentwintig kisten van de zoölogische collecties van de Oude Universiteit een onderkomen in het Kabinet van Natuurlijke Historie in het Koningscollege. Met de steun van koning Willem I werden verzamelingen in Engeland, Frankrijk en Duitsland voor de universiteit aangekocht. Onder Prof. P.J. Van Beneden (parasitoloog), die vanaf 1851 in het Koningscollege woonde, kende de collectie een grote uitbreiding. De collectie waterzoogdieren die Prof. Van Beneden aanbracht, was indrukwekkend en kon de competitie met gerenommeerde musea in het buitenland doorstaan. Zijn opvolger Prof. Gilson (oceanograaf) droeg vooral bij met collecties uit Roscoff, Napels, Fiji-eilanden… Vanaf 1935 bracht ook Prof. H.J. Koch bijzondere specimens aan, vooral uit Zweden en Noorwegen. Vanaf dan werden er themakasten georganiseerd. Van deze schitterende collectie gingen in de 20ste eeuw veel exemplaren verloren. Een luchtbombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog vernietigde een groot deel van de collectie. Ook de splitsing van de universiteit in 1970 zorgde ervoor dat bijna de helft van de verzameling en de collectie zoogdierschedels naar Louvain-la-Neuve werd overgebracht. De resterende 5.000 specimens werden daarna nog aangevuld naar aanleiding van ecologische studiereizen en door talrijke schenkingen. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven
123
2.6 Institutionele beheerder Faculteit Wetenschappen - Afdeling Dierenecologie en -systematiek 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke en huidige functie van de collectie is didactisch. De dieren zijn tentoongesteld in het Museum voor Dierkunde. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit ongeveer 6.000 soorten die vooral de systematiek van de dieren belichten. Van bijna elke soort van het dierenrijk is een voorbeeld aanwezig. Er is een uitzonderlijk grote collectie aan tweekleppige slakken en schelpen. De verzameling opgezette vogels is erg waardevol. De soorten zijn helaas zwak gedetermineerd. De verzameling opgezette dieren dateert overwegend uit de 19de eeuw, maar de exemplaren op formol zijn doorgaans van een recentere datum. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Het is niet de bedoeling om de collectie te vergroten of te verkleinen. Wel worden soms kleine stukken aangekocht of worden dieren in een bokaal met formol in de collectie opgenomen. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Conservatie en beveiliging blijven problematisch. De vogelcollectie is er lecht aan toe. Vele vogels staan niet meer recht op hun stok, er ontbreken pluimen en soms ook vleugels en ze zitten onder het stof. De opgezette dieren en de dieren op formol worden ook niet op regelmatige basis onderhouden. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Er is een overzicht van de collectie in Excel. Deze opsomming bevat alleen de Latijnse naam van de soorten en het aantal dat in een bepaalde kast stond. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Van elke vogel is een digitale foto beschikbaar. De topstukken zijn op de website van het museum te raadplegen.
124
4.3 Topstukken De Amerikaanse trekduif is een exclusief stuk, omdat de vogel al enkele decennia is uitgestorven en er nog maar enkele exemplaren van bestaan. Verder is de Coelacanth (een primitieve vis) vrij uniek. Ook hier zijn er maar enkele van in België. Het enige volledig bewaarde specimen van de Cetacea soort is het imposante walvisskelet van balaena mysticetus dat is opgehangen aan het plafond van de museumruimte. 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
Bont, R. de, 'Worstelen met Darwin: de evolutietheorie in Leuven', Science@leuven, 2009. Brendonck, L., ‘Een walvis in de stad! Het Zoölogisch Museum, van gisteren en morgen’, Science@leuven, 2007.
6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 19/05/2008 (op 27/03/2009 is het voormalige Zoölogisch Museum omgedoopt tot Museum voor Dierkunde) 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Jeroen Casteels 8.2 Adres Ch. Deberiotstraat 40 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] 8.4 Contactpersonen Prof. dr. Luc Brendonck (
[email protected]; 016 32 37 14 of 016 32 39 66
125
9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Het Museum voor Dierkunde wil met zijn collectie niet alleen onderzoekers en studenten bereiken, maar ook het brede publiek. De collectie wordt in kijker gezet via tentoonstellingen, workshops en opdrachten voor kinderen,..... 9.5 Museale ruimte Er staan exclusieve en waardevolle dieren gepresenteerd die eigenlijk eenvoudig te stelen zijn. De glazen kasten hebben wel een slot, maar zorgen niet voor de nodige beveiliging. Ch. Deberiotstraat 40. 9.6 Bewaarplaats De dieren die niet in het museum getoond worden zijn opgeslagen in een kleine ruimte op de gelijkvloerse verdieping van het museum. De vogels zijn voorlopig ondergebracht in de kelder van de Don Bosco-peda, maar zijn in 2009 naar de Copalkelder gegaan. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) Het Museum voor Dierkunde heeft een eigen website met praktische informatie, de geschiedenis van het museum en de hoogtepunten uit de collectie38. De collectie is daarnaast opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit en in de UMAC Worldwide Database of University Museums & Collections 39. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen Het Museum voor Dierkunde heeft sponsors aangetrokken voor de vernieuwingswerken: Departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse Overheid. 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren In de eerste week van de paasvakantie is het museum vrij toegankelijk op werkdagen van 9u tot 17u. 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Met uitzondering van de eerste week van de paasvakantie, kan het museum enkel op afspraak bezocht worden. Groepen kunnen een rondleiding aanvragen. 38
Museum voor Dierkunde KU Leuven: http://bio.kuleuven.be/museum/welkom KU Leuven: http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20 en UMAC: http://publicus.culture.hu-berlin.de/collections/detail.php?dsn=662 39
126
10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
127
B. Faculteit Bio-ingenieurwetenschappen
3.13 Bio-ingenieurswetenschappen 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FBIW01 1.2 Titel Collectie bio-ingenieurswetenschappen 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 300-tal objecten: laboratoriuminstrumenten, boeken, magazines en preparaten van Prof. dr. Bosmans. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie van de dienst onderwijsondersteuning van bio-ingenieurswetenschappen werd ongeveer vierendertig jaar geleden aangelegd. In 1985 onderging het gebouw verbouwingswerken en moest bio-ingenieurswetenschappen samen met analytische scheikunde verhuizen. Verschillende objecten die voordien gebruikt werden voor onderwijs en onderzoek werden toen apart geplaatst. Prof. Bosmans en Rik Deliever maakten een selectie. Rik Deliever is sindsdien verder blijven verzamelen. Alle waardevolle objecten die hij vond, zette hij apart. Aan de faculteit bioingenieurwetenschappen geldt een afvalbeleid waarbij al het afval, materiaal, machines en afgedankte objecten eerst apart worden gezet en gekeurd vooraleer ze worden vernietigd. Hierdoor is er een zekere controle over welke objecten er bewaard of verwijderd worden. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder
128
Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen - Dienst Onderwijsondersteuning Bioingenieurswetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De oorspronkelijke functie van deze instrumenten is onderwijsen onderzoekgebonden. De collectie wordt vandaag nog door professoren en studenten gebruikt om bepaalde onderdelen of onderwerpen van een vak te verduidelijken. Enkele stukken zijn in de gang tentoongesteld. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit laboratoriuminstrumenten van de faculteit en dateert grotendeels uit de 20ste eeuw. Enkele objecten zijn: vaporimeter van Geissler, manometer, microscoop Bausch & Lomb (1915), microscoop Leitz Wetsler, membraanfilter, brekingsindexmeter, koude vinger, dispenser, woulffse fles, droogtoren, butyrometer, carbonaatbepaling, waterstraalpomp, colorimeter, quadrupole mass, deuteriumlamp, atomaire spectroscopie, potentiometer, UV-lamp, balans van Mohr, Wheatstonebrug, oude refactrometer, vlamfotometer, … De meest opmerkelijke instrumenten zijn de calorimeter, de nog functionerende vlamfotometer met uitleeseenheid, een UV-lamp met gordijntje waarvan de ronde haakjes van ivoor zijn en de Balans van Mohr. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt nog aangevuld. Als er oude objecten opduiken worden ze bij de collectie toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand verschilt van object tot object. Sommige collectiestukken zijn in een goede en volledige staat, van andere ontbreken onderdelen, soms zijn ze beschadigd of vuil. 4.2 Inventarisatie De collectie is verduidelijking.
niet
geïnventariseerd.
Enkele
objecten
dragen
een
label
ter
4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd.
129
4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De objecten in de glazen kasten zijn vrij toegankelijk. Voor informatie over de collectie kan contact opgenomen worden met Rik Deliever. Hij werkt al vanaf 1968 aan de faculteit en weet veel van de collectie af. Waarschijnlijk is Rik Deliever ook de laatste die alle objecten nog in een context kan plaatsen. Een inventarisatie, samen met hem, lijkt noodzakelijk voor het behoud van de collectie. Het didactische aspect moet verbeterd en uitgebreid worden. Naar de toekomst toe wil de dienst dat er een beleid rond het academisch erfgoed komt, zodat de objecten beter bewaard, geconserveerd, gerestaureerd en tentoongesteld kunnen worden. Een deel van de collectie staat in de kelder opgeslagen. Deze kelderruimtes zijn niet toegankelijk en konden tijdens dit onderzoek niet bezocht worden. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 09/06/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Rik Deliever 8.2 Adres Kasteelpark Arenberg 21, 3001 Heverlee. 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 15 57 of 016 32 16 06; fax: 016 32 19 64 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte
130
De collectie ligt in kasten op de gang van de gelijkvloerse verdieping naast lokaal 00.51 (Gebouwnummer 331). De objecten zijn ordelijk tentoongesteld. Sommige zijn opgepoetst, andere niet. Doordat de meeste instrumenten oorspronkelijk voor onderzoek en onderwijs werden gebruikt zijn ze niet altijd compleet. De kasten zorgen dankzij een eenvoudig sleutelslot voor een minimale bescherming. 9.6 Bewaarplaats Een deel van de collectie wordt bewaard in de kelders van het Kasteel Arenberg (Kelders 107 en 108). De objecten staan daar voorlopig veilig, maar ongeordend. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 40. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. De collectiestukken in de gang zijn vrij toegankelijk. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
40
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
131
3.14 Landbouwmaquettes 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FBIW02 1.2 Titel Collectie Landbouwmaquettes 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 10-tal maquettes van Oost-Zwitserse en Duitse boerderijen en één Vlaamse vierkantshoeve. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De collectie boerderijmodellen bestaat uit maquettes die de KU Leuven ter compensatie van de Duitse Staat gekregen heeft na de Eerste Wereldoorlog. Prof. dr. Van Himbeeck heeft de maquettes zelf ‘besteld’. In hoeverre hij inspraak had in de selectie van de modellen is niet bekend. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen - Afdeling M3-BIORES: Meet, Modelleer & Manage Bioresponsies 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie Oorspronkelijk werden de maquettes als didactisch materiaal gebruikt. Aangezien het college bouwkunde van de landbouw niet meer wordt gedoceerd hebben de modellen geen belang meer voor de afdeling.
132
3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit een 10-tal maquettes die door de Duitse Staat zijn geschonken. Ze zijn alle van Duitse makelarij. Ze beelden Oost-Zwitserse en Duitse boerderijen en enkele gebinte- en vakwerkconstructies af. Prof. Van Himbeeck gaf toen het college bouwkunde van de landbouw (boerderijenbouw) en dus ook de geschiedenis van boerderijen. Hij doceerde bouwkundig tekenen en tijdens zijn colleges werden de maquettes gebruikt. In de collectie bevindt zich ook een Vlaamse boerderij: de vierkantshoeve het Berkenhof. De vierkantshoeve werd vaak uitgeleend voor tentoonstellingen en was op een bepaald moment tegen schade en diefstal verzekerd. Deze maquette is gemaakt door het voormalige Centrum voor Agrarische Bouwkunde onder leiding van Prof. Goedseels. Dit centrum hield zich bezig met de architectuur, archeologie en geschiedenis van agrarische bouwwerken. Ze maakte in de jaren zeventig een fotoreportage van de bestaande boerderijen. Deze fotoreportage is van onschatbare waarde, omdat vele historische boerderijen verdwijnen en gerenoveerd worden. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De collectie is in goede staat. Het enige gevaar is een dreigende afstoting van de collectie wegens plaatsgebrek. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen De Vlaamse maquette - de vierkantshoeve het Berkenhof - werd vaak uitgeleend voor tentoonstellingen. 4.5 Restauratie
133
5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De modellen zijn bedreigd. Het Centrum voor Agrarische Geschiedenis probeerde zonder de goedkeuring van Prof. Berckmans en Goedseels de maquettes te verkopen. Dit werd niet geapprecieerd. Prof. Vic Goedseels had de maquettes graag terug een didactische of een andere functie willen geven binnen de KU Leuven. Er werd voorgesteld om ze eventueel bij de collectie van het ASRO onder te brengen. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 19/06/2008 en 22/07/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Vic Goedseels 8.2 Adres Kasteelpark Arenberg 30, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 07 66 of 016 32 84 11; fax: 016 32 41 67 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De maquettes staan op een schap in een practicumlokaal en zijn alleen bereikbaar met een ladder. Strikt gezien staan ze daar veilig, maar de mensen die in het lokaal werken willen ze verplaatsen (Kasteelpark Arenberg 30, 3001 Heverlee, lokaal 00.28. Gebouwnummer: 331-20). 9.6 Bewaarplaats
134
Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit41. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
41
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
135
3.15 Plantkunde en Microbiologie 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FBIW03 1.2 Titel Collectie plantkunde en microbiologie 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 8-tal verouderde wetenschappelijke toestellen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie In het Carnoy-Instituut in de Rijschoolstraat in Leuven werd een herbarium aangelegd van 100.000 gedroogde planten. De opvolgers van Prof. dr. Robyns twijfelden over de wetenschappelijke waarde van de collectie en maakten er bijgevolg weinig of geen gebruik van. Na de verhuizing van het Carnoy-Instituut naar de laboratoria in Heverlee zorgde de omvang van de collectie voor problemen op gebied van berging en onderhoud. Daarom werd een uitgebreid gedeelte van het herbarium (80.000 planten) overgedragen aan de Nationale Plantentuin van Meise. De overige 20.000 planten zijn afkomstig uit België en hebben een didactische waarde. Ook de planten die door een kloosterorde afgestaan werden aan KU Leuven zijn overgedragen aan de Nationale Plantentuin. De KU Leuven kan wel bepaalde planten terug opvragen. Van groot belang voor het behoud van een beperkt herbarium in Leuven was vooral dat KU Leuven hiermee het statuut van ‘erkend herbarium bezitter’ heeft behouden (met acronym LV) en op deze manier vrij eenvoudig (en gratis) planten kan ontlenen uit andere herbaria. De mogelijkheid om herbariumspecimens te ontlenen is zeer belangrijk voor het onderzoek. De wetenschappelijke waarde van een herbarium hangt vooral af van het aantal aanwezige "plantentypes". Deze plantentypes (ook holotypes genoemd) zijn unieke exemplaren waarop de beschrijving van een nieuwe plantensoort werd gebaseerd en die gebruikt werden voor het geven van de naam. In de Nationale Plantentuin heeft men tot op heden in de oorspronkelijke KU Leuven collectie zeer veel types weten te
136
identificeren - wat de collectie totaal onverwacht een zeer hoge wetenschappelijke waarde geeft - terwijl er voorheen maar één type bekend was. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen - Instituut Plantkunde en Microbiologie 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie werd oorspronkelijk gebruikt voor onderwijs en onderzoek. Ze is nu inactief. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Op het Instituut Plantkunde en Microbiologie staan enkele microscopen en een balans, maar er is niet echt sprake van een collectie. Het departement bezit enkele oude wetenschappelijke toestellen: microtoom, weegschaal en een microscoop. De plantkundigen van KU Leuven waren de oprichters van het destijds internationaal gerenommeerde cytologisch tijdschrift ‘La Cellule’; exemplaren hiervan bevinden zich in de campusbibliotheek exacte wetenschappen. De collectie zeer waardevolle oude boeken van wijlen Prof. dr. A. Louis is echter verkocht aan een opkoper. In het Carnoy-Instituut was ook een collectie mooie oude (van 1900) wandplaten aanwezig met onder meer reconstructies van de nu uitgestorven vegetaties. De wandplaten bevinden zich nu in het Universiteitsarchief. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten In het verslag van Marieke Jaenen (2008) werd er niets vermeld over de materiële toestand van de collectie. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen?
137
De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN
7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 09/06/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Roger Laermans 8.2 Adres Kasteelpark Arenberg 31, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected] 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De objecten zijn opgestapeld in een boekenkast (lokaal 01.14; 01.16 en 02.02 gebouwnummer: 336). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot.
138
9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 42. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
42
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
139
C. Faculteit Ingenieurswetenschappen
3.16 Afgietsels architectuur (ASRO) 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW01 1.2 Titel Collectie afgietsels architectuur (ASRO) 1.3 Datering 19de - 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 120-tal afgietsels. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Vanaf 1874 worden er aan de KU Leuven interieurarchitecten opgeleid. Tijdens de colleges architectuur van Prof. Helleputte kregen de studenten architectuurvoorbeelden in de vorm van gipsen afgietsels voorgeschoteld. Meestal ging het om fragmenten van middeleeuwse gebouwen. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen - Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
140
De collectie werd oorspronkelijk in het onderwijs gebruikt. Ze wordt nu tentoongesteld op het secretariaat van het architectuurdepartement. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie bestaat uit afgietsels die Prof. Joris Helleputte in zijn colleges gebruikte. Het gaat over omgekeerde kapitelen, decoratieve lijsten, beelden en fragmenten. De verzameling heeft geen artistieke waardevolle en unieke stukken, maar de didactische en historische waarde is enorm. Uit Helleputtes tijd als hoogleraar architectuur zijn hooguit enkele documenten en slechts één tekening van een student bewaard gebleven. Alle bestelformulieren van de afgietsels zijn verloren gegaan in de bibliotheekbrand van 1914 waardoor het moeilijk wordt om informatie over de afgietsels te vinden. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Marieke Jaenen vermeldt in haar verslag (2008) niets over de materiële toestand van de collectie. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
141
Steyaert, K., ‘Academisch erfgoed in de kijker, Architectuur in het gips’, Campuskrant, 18, 6(2007). 6. AANTEKENINGEN De verzameling is niet geordend en sommige stukken worden gebruikt als veredelde boekensteun, maar ze zijn tenminste bewaard. Prof. dr. Verpoest vond de gipsen modellen in de half gerestaureerde en ongebruikte kapel van Arenberg, tijdens zijn doctoraat. Hij wilde ze redden want ze zijn de enige getuigen van het Leuvense architectuuronderwijs in de 19de eeuw. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen (2008 - de collectie kon niet bezocht worden) 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Luc Verpoest 8.2 Adres Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 13 80 of 016 32 13 61; fax: 016 32 19 84 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De afgietsels hebben een plek gekregen in het secretariaat van architectuurdepartement waar ze de wand bekleden (Gebouwnummer 438).
het
9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
142
De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit43. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
43
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
143
3.17 Chemische Ingenieurswetenschappen 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW02 1.2 Titel Collectie chemische ingenieurswetenschappen 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype Er is niet echt sprake van een collectie. Het gaat om één destillatiekolom van meer dan een eeuw oud. Enkele andere stukken op de afdeling kunnen ook wel verzameld worden als academisch erfgoed (in totaal ca. 5 objecten). 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving Eigenaar collectie
KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen - Departement Chemische ingenieurstechnieken 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De destillatiekolom werd oorspronkelijk gebruikt voor onderzoek en onderwijs. Ze is nu inactief. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Het departement Chemische Ingenieurstechnieken beschikt over één destillatiekolom en nog een 5-tal onderzoeksapparaten die bewaard zijn in de tweede helft van de 20ste eeuw. Ze hebben een belangrijke rol gespeeld hebben op het gebied van onderzoek en onderwijs in het departement.
144
3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de destillatiekolom is niet goed. Ze ligt verloren onder een kast met vervangingselementen. Er is ooit een gedeelte van de kolom opengesneden om de binnenkant te kunnen laten zien tijdens colleges en een aantal onderdelen zijn verloren gegaan. De andere objecten lijken in goede staat te verkeren, met zelfs de mogelijkheid dat ze nog werken. Deze apparaten staan in practicalokalen. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Wanneer tijdens het onderzoek naar meer inlichtingen over de zogenaamde ‘collectie’ werd gevraagd, werd er van de ene persoon naar de andere doorverwezen. De persoon die eventueel verantwoordelijk zou kunnen zijn, is Prof. dr. Jan Degreve. De technisch medewerker, Bart Caerts heeft zich beschikbaar gesteld om de destillatiekolom en de ‘collectie’ te tonen. Het Departement Chemische Ingenieurstechnieken gaat ervan uit dat ze geen collectie academisch erfgoed hebben en ziet de destillatiekolom eerder als oud schroot. De kolom ligt dan ook bijna letterlijk bij het oud schroot van het departement. De afdeling is zich verder ook helemaal niet bewust van de aanwezigheid van academisch erfgoed. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 14/05/2008
145
8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Jan Degreve 8.2 Adres Willem de Croylaan 46b, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 23 67 of 016 32 26 76; fax: 016 32 29 91 8.4 Contactpersonen Bart Caerts (
[email protected], tel.: 016 32 23 63) 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Hoogleraar Faculteit Ingenieurswetenschappen, Programmadirecteur van de POC Savety Engineering van de Faculteit Ingenieurswetenschappen 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De objecten zijn in onderwijslokalen opgesteld (Gelijkvloers lokaal 91.16; 91.11. Gebouwnummer: 391-21). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 44. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging
44
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
146
Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
147
3.18 Computermuseum 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW03 1.2 Titel Collectie van het computermuseum 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 50 tot 100-tal hardwareapparaten. 2. CONTEXT 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar Geschiedenis van de collectie Verwerving Eigenaar collectie
KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen - Departement Computerwetenschappen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie geeft een beeld van de geschiedenis van de computer, zodat studenten stilstaan bij de evolutie van de technologie. De meer recente objecten worden soms nog wel in de colleges gebruikt als didactisch materiaal. De computers werken niet meer. De technologie is zodanig geëvolueerd dat er geen onderdelen meer bestaan om de computers terug te laten functioneren. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De collectie werd vanaf het begin van de jaren tachtig bijeengebracht en bevat voornamelijk hardware. Tot de collectie behoren twee computers die tot in het begin
148
van de jaren tachtig gebruikt werden. De rest van de apparatuur zijn typevoorbeelden. Er zijn een aantal componenten die in samenwerking met de U.C.L voor de KU Leuven tot stand zijn gekomen. De objecten hebben op zichzelf geen grote waarde, maar de collectie als geheel wel. Ze geeft een beeld van de geschiedenis van de technologie: hoe 2GB 20 jaar geleden 130cm in beslag nam en nu 1cm. Naar de toekomst toe, zullen ze waardevoller worden vanwege hun unieke waarde. De handleidingen en tapes zijn ook bewaard gebleven. 3.2 Selectiecriteria Voor de hardware komen enkel de computers die in het Departement Computerwetenschappen gebruikt werden in aanmerking voor het computermuseum. Er worden geen externe computers aan de collectie toegevoegd. 3.3 Aanvullingen Verouderde computers worden toegevoegd. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de computers is heel goed afgezien van het feit dat ze buiten werking zijn. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Een aantal stukken zijn gedigitaliseerd en online beschikbaar via de website van het computermuseum. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie De objecten worden niet gerestaureerd, omdat er geen componenten meer bestaan om ze te laten werken. 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties
149
6. AANTEKENINGEN De collectie is in goede staat en beheer. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 05/05/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Jean Huens 8.2 Adres Celestijnenlaan 200A, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 75 61 of 016 32 77 00, fax: 016 32 79 96 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
De collectiebeheerder ziet de verzameling als een ‘Collectie van het Departement Computerwetenschappen’. Het computermuseum verzamelt alleen computers die gebruikt werden binnen het departement Computerwetenschappen. De objecten zeggen iets over de geschiedenis van de computer en van het departement. 9.5 Museale ruimte De computers zijn in enkele gangen van het departement tentoongesteld. De gangen zijn breed en de objecten staan daar veilig. Boven elke computer hangt een beschrijving die ook terug te vinden is op de website (Celestijnenlaan 200A, 3001 Heverlee. In de gangen langs lokaal 01.113 en 03.91. Gebouwnummer: 490-12). 9.6 Bewaarplaats Naast de computers is er een rijke documentatie van handleidingen en tapes bewaard. Deze documentatie is opgeslagen in vier metalen kasten in de gang van het departement. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...)
150
De collectie is digitaal ontsloten via de website van het museum 45 . De website is opgevat als een virtueel computermuseum van het departement Computerwetenschappen. In dit virtuele museum wordt de geschiedenis van de computerwetenschappen toegelicht. De objecten die worden besproken zijn terug te vinden in gangen en lokalen van het Departement. Op de website is telkens een plan met het lokaal waar de toestellen terug te vinden zijn geïntegreerd. De collectie is ook opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit 46. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De collectie is vrij toegankelijk. Via de website van het computermuseum is het vooraf mogelijk om na te gaan welke objecten er op welke plaats terug te vinden zijn. Om de documentatie van handleidingen en tapes te raadplegen dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
45 46
Computermuseum: http://www.cs.kuleuven.be/museum http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
151
3.19 Elektrotechniek 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW04 1.2 Titel Collectie elektrotechniek 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 100-tal elektrische apparaten: machines, meettoestellen, elektrische componenten, microprocessoren, Siemens-machines… 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie Vierendertig jaar geleden was er een museum dat door de splitsing van de universiteit werd ontmanteld. Dit museum bevatte objecten die rond 1900 werden aangekocht voor het voormalige Elektromechanisch Instituut in de Vlamingenstraat. Naderhand is er veel verloren gegaan. Nu zijn er nog maar enkele oude objecten bij. Een vierentwintig jaar geleden is een technisch medewerker gestart met het verzamelen van oude apparaten en objecten afkomstig van het departement. De collectie is in de loop van de jaren gegroeid en de belangrijkste elektrische objecten van de laatste vijftig jaar van het departement zijn bewaard gebleven. 2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen - Afdeling ESAT - ELECTA, Elektrische Energie en Computer Architecturen 2.7 Oorspronkelijke en huidige functie
152
De objecten werden door de KU Leuven aangekocht als onderwijs - en onderzoeksmateriaal. Vandaag hebben ze voornamelijk een museale functie, maar sommige objecten worden nog als didactisch materiaal aangewend om de basisleer uit te leggen. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud De verzameling elektrotechniek bestaat onder meer uit elektrische machines, meettoestellen, elektrische componenten, microprocessoren, Siemens-machines… Er zijn nog enkele objecten die dateren uit de tijd van het oorspronkelijke museum waaronder elektromachines van de eerste generatie die gebruikt werden voor elektrische proeven; batterijen en enkele Siemens-machines (apparaten voor het verlichten van podia; hiervan zijn de resten van de booglamp nog aanwezig). Andere objecten zijn een demokast van kabels (ATEX), volt- en ampèremeters, loodbatterij, frequentiemeter, Watt-meter, waterkoker, ventilator, meter met papierbandje, grote en kleine harde schijf, puntkaarten van de eerste pc, ringkerngeheugen en ponsbandjes (1970), oude telefooncentrale, oud telexapparaat, de allereerste cassetterecorder die bij Philips Hasselt gemaakt is, bandrecorder (1957), draadrecorder (1948-1952), de evolutie van radiobuizen van 1918 tot 1970, zenderbuizen, microprocessoren, verzameling transitoren met de eerste die de KU Leuven had (1950)… 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen Verouderde objecten worden aan de collectie toegevoegd, maar er worden geen nieuwe objecten aangekocht. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten Verschillende objecten zijn niet meer compleet of werken niet meer. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) Alle gefotografeerde objecten worden opgenomen in een lijst. Dit laat toe om later gemakkelijk te bepalen waar ze zijn opgeslagen en in welke doos. Het is niet duidelijk hoeveel stukken er al zijn opgenomen. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Er is recent gestart met het fotograferen van alle waardevolle oude instrumenten. 4.3 Topstukken
153
De objecten met een unieke waarde zijn: de allereerste cassetterecorder die bij Philips Hasselt werd vervaardigd en de allereerste transistor van KU Leuven die Prof. Piermaat rond 1950 uit Amerika meebracht. 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie De elektronische instrumenten worden ook niet geconserveerd of gerestaureerd. 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN Naar de toekomst zou de collectie bewaard, geconserveerd en beter tentoongesteld moeten worden, zodat de geschiedenis van het onderzoek en het onderwijs van het departement opengesteld kan worden voor geïnteresseerden. Veel meer informatie over de collectie is niet voorhanden. Roland Reekmans heeft de objecten verzameld en kent hun context. Enkele foto’s van de lokalen en de machinezaal van het voormalige Elektrotechnisch Instituut verwijzen naar de historische context van enkele objecten. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 21/05/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Ronnie Belmans 8.2 Adres Kasteelpark Arenberg 10 - bus 2445, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 10 20 of 016 32 10 20; fax: 016 32 19 85 8.4 Contactpersonen Roland Reekmans (
[email protected]; tel.: 016 32 10 36 of 016 32 19 85) 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat
154
9.3 Administratieve structuur Gewoon hoogleraar Faculteit Wetenschappen, Afdelingshoofd van de Afdeling ESAT ELECTA, Elektrische energie en Computer Architecturen, divisiehoofd van de Divisie ESAT - Elektrische energie 9.4 Collectiebeheer: policy Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte De objecten zijn wegens plaatsgebrek in meerdere lokalen ondergebracht (voornamelijk in de practicalokalen op de gelijkvloerse verdieping). Hierdoor is het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van de omvang en de inhoud van de collectie. Een deel van de objecten staat tentoongesteld in ingebouwde nissen in de gang die met glas zijn afgeschermd. Er ontbreekt enige verduidelijking bij de apparaten. Het personeel van het departement weet wel waar de objecten voor dienen, maar een buitenstaander heeft er het raden naar (Gelijkvloerse verdieping: 00.36, 00.45 en 00.77. Gebouwnummer: 335). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit47. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging De stukken die in de gang staan zijn vrij toegankelijk, maar om de objecten in de practicalokalen te bekijken dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
47
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
155
3.20 Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW05 1.2 Titel Motorencollectie (Thermotechnisch Instituut) 1.3 Datering 19de eeuw - 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 15-tal motoren. Het Thermotechnisch Instituut is speciaal gebouwd om motoren en stoommachines in onder te brengen. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De voorloper van het Thermotechnisch Instituut, het Elektromechanisch Instituut, werd opgericht in 1901 en was gelegen in de Vlamingenstraat. Het bevatte een groot aantal elektrische machines om een moderne opleiding te verschaffen aan de toenmalige nieuwe studierichting van ‘ingénieur électricien’. Al in 1911 waren er plannen om een groter instituut te bouwen, maar het was pas in 1930 dat het Thermotechnisch Instituut in de Celestijnenstraat werd ingehuldigd. Dit nieuwe instituut werd speciaal opgericht om de studenten practica op machines aan te leren. 2.4 Verwerving Er zijn gedurende tachtig jaar wel enkele motoren bijgekocht, maar dat zijn er uiteindelijk niet zo heel veel. Er zijn nooit echt motoren verwijderd. De La Meuse stoommachine is bij de splitsing KU Leuven - U.C.L. naar de U.C.L. gegaan, maar deze werd in de jaren negentig teruggebracht. Bij vorige onderhoudswerken aan het Thermotechnisch Instituut werden enkele kleine objecten gestolen. 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven
156
2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen Afdeling Energieconversie - Thermotechnisch Instituut
Toegepaste
Mechanica
en
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De collectie had oorspronkelijk een onderwijzende functie. Vandaag fungeert het instituut voornamelijk als een 'Museum of Historical Engines'. De machinezaal is het decor geworden voor promoties en presentaties, voor wetenschappelijke symposia en feestelijke alumnibijeenkomsten. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud Tot de verzameling behoort onder meer de grote Bollinckx duplex stoommachine, de kleine Bollinckx stoommachine, de Parson hogedrukturbine, de Winthertur Compressor, de Orenda 9 Jet motor, de Rolls Royce Derwent VIII Jet motor, de Whittle W2 700 straalmotor, La Meuse semifix stoommachine, La Meuse Stoommachine… 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de collectie is goed. Er zijn twee stoommotoren - één dieselmotor en één straalmotor - die nog opgestart kunnen worden. Dit wordt niet meer zo vaak gedaan wegens praktische en financiële redenen. 4.2 Inventarisatie 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) De collectie is geïnventariseerd en beschreven in de publicatie Het Thermotechnisch Instituut. Een voorbeeld van industrieel academisch erfgoed van M. Jaenen en E. Van den Bulck uit 2008. 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? Een deel van de collectie is gedigitaliseerd en terug te vinden op de website van het Thermotechnisch Instituut: http://www.mech.kuleuven.be/en/tme/research/Thermotech/ThermoInst
157
4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie Er is een technisch medewerker die de motoren op geregelde tijdstippen onderhoudt.
5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties Jaenen M., Van den Bulck E., Het Thermotechnisch Instituut. Een voorbeeld van industrieel academisch erfgoed, Leuven 2008. Er zijn meerdere artikels verschenen waarin de motoren worden beschreven. Een belangrijke bron voor het instituut is het tijdschrift van de alumnivereniging UILv. 6. AANTEKENINGEN Het is een interessante collectie in een prachtig kader. De collectie is goed bewaard en het departement doet er alles aan om ze ook voor de toekomst goed te bewaren. 7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 14/04/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. dr. Eric Van den Bulck 8.2 Adres Het Thermotechnisch Instituut, Celestijnenlaan 300a, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 25 09 of 016 32 25 11 9. CONTEXT 9.1 Geschiedenis collectieverantwoordelijke 9.2 Mandaat 9.3 Administratieve structuur Hoogleraar Faculteit Ingenieurswetenschappen 9.4 Collectiebeheer: policy
158
De renovatie van 2008 zorgde ervoor dat er een selectie van de belangrijkste motoren werd gemaakt. Op de eerste verdieping werden de allereerste ‘oorspronkelijke’ motoren teruggeplaatst. De machines die later zijn toegevoegd kregen een andere plaats toegewezen. 9.5 Museale ruimte De motoren zijn tentoongesteld in hun oorspronkelijke context in het Thermotechnisch Instituut. Het departement is zich bewust van mogelijk vandalisme vandaar dat de machinezaal alleen op afspraak te bezoeken is (Het Thermotechnisch Instituut, Celestijnenlaan, 3001 Heverlee. Gebouwnummer: 337). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is digitaal ontsloten via de eigen website en ze is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit48. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging Er dient contact te worden opgenomen met de beheerder om de collectie te raadplegen. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
48
Thermotechnisch Instituut: http://www.mech.kuleuven.be/en/tme/research/Thermotech/ThermoInst en http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
159
3.21 Werktuigbouwkunde 1. IDENTIFICATIE 1.1 Referentie KUL-FirW06 1.2 Titel Collectie werktuigbouwkunde 1.3 Datering 20ste eeuw 1.4 Beschrijvingsniveau Collectie 1.5 Omvang en materiaaltype De collectie bestaat uit een 25-tal meetinstrumenten en draaibanken. 2. CONTEXT 2.1 Wie (persoon/organisatie) heeft de collectie verzameld? 2.2 Geschiedenis/biografie van de collectieverzamelaar 2.3 Geschiedenis van de collectie De verzameling dateert van bij de oprichting Werktuigbouwkunde door Prof. Oscar Peters in 1930.
van
het
Laboratorium
van
2.4 Verwerving 2.5 Eigenaar collectie KU Leuven 2.6 Institutionele beheerder Faculteit Ingenieurswetenschappen - Departement Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering
Werktuigkunde
-
Afdeling
2.7 Oorspronkelijke en huidige functie De meetmachines dienden oorspronkelijk als didactisch materiaal. Met uitzondering van enkele oude meettoestellen die zijn aangepast met een elektrische sturing worden de meeste objecten vandaag niet meer in het onderwijs gebruikt. 3. INHOUD EN STRUCTUUR 3.1 Inhoud
160
De machines geven de geschiedenis van de werktuigkunde weer. Onder de apparaten bevinden zich onder meer een revolverdraaibank, tandwielmeter, inwendige boringenmeter, interferonmeter… Daarnaast zijn er verschillende kleine toestellen die door het plaatselijke laboratorium zijn gemaakt en de draaibanken die tijdens de lessen van Prof. Vercauteren werden gebruikt. 3.2 Selectiecriteria 3.3 Aanvullingen De collectie wordt niet meer aangevuld. Het is eerder toevallig dat er nog enkele oude apparaten bewaard zijn gebleven. 4. VOORWAARDEN VOOR RAADPLEGING EN GEBRUIK 4.1 Fysieke kenmerken en vereisten De materiële toestand van de instrumenten is goed. Alles is nog compleet. 4.2 Inventarisatie De collectie is niet geïnventariseerd. 4.2a: Onder welke vorm (fiches, databank, website,...) 4.2b: Type inventarisatie (collectie, deelcollectie of stukbeschrijving) 4.2c: Objectregistratie (aantal?) 4.2d: Registratiestandaard Ja/nee? Welke? 4.2e: Digitaliseren van de collectie? Hoeveel? Wie doet het? Middelen? De collectie is niet gedigitaliseerd. 4.3 Topstukken 4.4 Bruiklenen 4.5 Restauratie 5. VERWANT MATERIAAL 5.1 Bestaan en bewaarplaats van aanvullende originelen/kopieën 5.2 Publicaties 6. AANTEKENINGEN De collectie is niet geïnventariseerd. Dat is spijtig want ze is waardevol voor de geschiedenis van het onderwijs in het departement. Deze interessante collectie wordt spijtig genoeg verwaarloosd. Enkele objecten zouden misschien een plaats in het Thermotechnisch Instituut kunnen krijgen. Er is ook niet echt een beheerder. Prof. J. Peters wordt als verantwoordelijke aangegeven, omdat hij als enige nog iets over de collectie kan vertellen.
161
7. BESCHRIJVINGSBEHEER 7.1 Verantwoording en datering Marieke Jaenen, 28/07/2008 8. COLLECTIEVERANTWOORDELIJKE 8.1 Type Prof. em. dr. Jacques Peters 8.2 Adres Celestijnenlaan 300, 3001 Heverlee 8.3 Telefoon, fax, e-mail
[email protected]; tel.: 016 32 24 92 of 016 32 24 80; fax: 016 32 29 87 9. CONTEXT 9.1 9.2 9.3 9.4
Geschiedenis collectieverantwoordelijke Mandaat Administratieve structuur Collectiebeheer: policy
Er is geen collectiebeleid. 9.5 Museale ruimte Een dertiental meetwerktuigen zijn ondergebracht in het Laboratorium van Meetkunde. De draaibanken staan daarentegen verwaarloosd en onbeschermd in de inkomhal van het departement (In het meetlaboratorium en inkomhal op de gelijkvloerse verdieping. Gebouwnummer: 334). 9.6 Bewaarplaats Er is geen depot. 9.7 Toegangen (inventarissen, gidsen, publicaties, websites,...) De collectie is opgenomen in het overzicht van de wetenschappelijke en didactische collecties van de KU Leuven op de website van de universiteit49. 9.8 Werkingsbudget en personele middelen 10. PUBLIEK 10.1 Openingsuren 10.2 Voorwaarden voor raadpleging 49
http://www2.arts.kuleuven.be/info/erfgoed/Wet_en_Did_collectie%20
162
De draaibanken in de inkomhal zijn vrij toegankelijk. Voor de meetwerktuigen dient er contact te worden opgenomen met de collectiebeheerder. 10.3 Voorwaarden voor reproductie 10.4 Voorwaarden en vereisten: toegankelijkheid en gebruik 10.5 Accessibility
163