Bijlage 1.
Vragenlijst fase 1
Bij het beantwoorden van de volgende vragen zijn er een aantal punten van belang: -
Iedere persoonlijke mening is belangrijk voor ons. Geef dus uw eigen mening en overleg niet met collega’s.
-
Probeer zo concreet mogelijk te zijn in uw antwoorden.
-
Met de term “ICT” bedoelen we toepassingen zoals internetapplicaties, softwareprogramma’s, digitaal schoolbord, etc.
-
Geef geen sociaal wenselijke antwoorden. Uw mening is belangrijk voor ons en we zullen uw antwoorden vertrouwelijk behandelen.
-
Geen enkel antwoord is fout. Schrijf dus gerust op wat u denkt.
-
Van de gegeven antwoorden zullen wij een samenvatting maken. We komen dan nog een keer bij u terug om uw oordeel over de samenvatting te geven.
-
1.
Formuleer uw antwoorden kort en bondig
Wat is uw beeld bij de inzet van ICT in het onderwijs?
Richt u bij het beantwoorden op wat volgens u de meerwaarde is van ICT. Het doel van deze vraag is om een beeld te krijgen van de visie van de leraren op de inzet van ICT-middelen in het onderwijs. Bedenk wat uw droombeeld is van waar u naar wilt streven.
2.
Op welke wijze kunt u volgens u ICT inzetten in uw lessen?
Bij deze vraag is het de bedoeling om de hiervoor gegeven visie verder te concretiseren naar de vraag hoe u ICT in uw lessen zou willen gebruiken of al gebruikt. Ook dingen die u al doet mag u noemen.
3.
Op welke wijze wordt er binnen uw vakgroep of ontwikkelteam aangekeken tegen het inzetten van ICT in het onderwijs?
Beschrijf hoe er binnen uw vakgroep/ontwikkelteam wordt gedacht over het maken van ICT-rijk onderwijs. Zijn er afwijkende meningen?
4a.
Wat helpt de inzet van ICT voor uw vak?
Beschrijf hierbij welke factoren volgens u het gebruik van ICT-middelen bevorderen.
4b.
Wat verhindert de inzet van ICT voor uw vak?
Beschrijf hierbij welke factoren volgens u het gebruik van ICT-middelen belemmeren.
5.
Op welke aspecten met betrekking tot het inzetten van ICT in het onderwijs wilt u ondersteuning?
Geef bij deze vraag aan tegen welke punten u aanloopt bij het ontwikkelen van lesmateriaal voor ICTrijk onderwijs en wat voor soort ondersteuning u wil hebben. Het doel van deze vraag is om duidelijk
te krijgen tegen welke problemen jullie aanlopen. Met de uitkomsten is het voor ons beter mogelijk om u en uw collega’s gericht te ondersteunen.
6.
Op welke wijze zou u de hiervoor genoemde ondersteuning willen ontvangen?
Beschrijf hoe u het liefste de ondersteuning wil ontvangen. Ons doel is de ondersteuning zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij uw behoeftes. Bijvoorbeeld: een training, cursus, workshop, 1 op 1 begeleiding, voorbeelden, etc. Geef aan hoe u geïnspireerd wil worden.
7.
Welke kennis, ervaring of expertise op het gebied van ICT hebt u te bieden waar u uw collega’s mee kunt helpen?
Iedereen is ergens goed in. Geef bij deze vraag aan van welke ICT toepassing u het meeste afweet en u uw collega’s mee kunt helpen.
8.
Kunt u een specifieke toepassing van ICT in het onderwijs noemen waar u heel enthousiast van wordt?
Beschrijf kort een toepassing van ICT in het onderwijs waar u enthousiast over bent. Het is niet noodzakelijk dat u deze toepassingen al gebruikt.
Bijlage 2.
Vragen ICT-scan
Vragenlijst: Kennis, vaardigheden en gebruik van digitale leermaterialen In de eerste vier vragen stelt u een unieke code 1samen, zodat wij gegevens uit meerdere, afzonderlijk afgenomen vragenlijsten met elkaar kunnen combineren en interpreteren. Deze code wordt uitsluitend voor dat doel gebruikt. .Wat zijn de initialen van uw moeder?
Op de hoeveelste dag van de maand is uw moeder geboren?
Wat zijn de initialen van uw vader? Op de hoeveelste dag van de maand is uw vader geboren? Geslacht? 1. man 2. vrouw
Wat is uw geboortejaar?
Wat is uw hoogst genoten opleiding? 1. voortgezet onderwijs 2. mbo 3. hbo 4. universiteit
Aantal jaren werkzaam in het onderwijs (dit schooljaar meegerekend)
Hoeveel jaren bent u al werkzaam op het 4e Gymnasium? Dit schooljaar meegerekend.
Welk percentage van de leraren binnen uw school maakt volgens u gebruik van computers tijdens de les?
Wat is uw functie of betrokkenheid met de school waarvoor u de gegevens heeft ingevuld? 1. 2. 3. 4. 1
staf (rector/conrector/coördinatoren) docent onderwijs ondersteunend personeel mbo
Dit is de unieke code die het RdMC bij meerdere vragenlijsten afneemt en die als doel heeft om resultaten van meerdere metingen te kunnen koppelen.
Wat is uw aanstellingsomvang (in fte)? 1 dag = 0,2 fte, 2 dagen is 0,4 fte, 2½ dag is 0,5 fte, volledige baan = 1fte In welke onderwijssector bent u werkzaam: 1. vmbo 2. havo 3. vwo
In hoeveel vakken geeft u les? In welk vak geeft u (het meest) les? De volgende vragen hebben betrekking op uw algemene ICT-kennis en vaardigheden. 1 Hoe schat u uw ICT-kennis en vaardigheden in met betrekking tot het kunnen bedienen van ICTtoepassingen? Bijvoorbeeld, u weet hoe u mails kunt beantwoorden, bijlagen kunt meesturen, een verzendlijst kunt samenstellen, enz. 1. absolute nitwit (geen gebruiker; weet er niets van) 2. starter (oriënterende gebruiker) 3. beginner (beginnende gebruiker) 4. beetje ervaren (beetje ervaren gebruiker) 5. ervaren (gevorderde gebruiker) 6. expert (vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik) 7. guru (zeer vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik en daarbuiten) 2 Hoe schat u uw ICT-kennis en -vaardigheden in met betrekking tot het didactisch gebruik van ICTtoepassingen? Bijvoorbeeld: u weet hoe u digitale leerlingportfolio's kunt inzetten bij het begeleiden van uw leerlingen. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
absolute nitwit (geen gebruiker; weet er niets van) starter (oriënterende gebruiker) beginner (beginnende gebruiker) beetje ervaren (beetje ervaren gebruiker) ervaren (gevorderde gebruiker) expert (vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik) guru (zeer vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik en daarbuiten)
3 In welke mate bent u op de hoogte van de computertoepassingen die u bij uw onderwijs zou kunnen gebruiken? 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
absolute nitwit (geen gebruiker; weet er niets van) starter (oriënterende gebruiker) beginner (beginnende gebruiker) beetje ervaren (beetje ervaren gebruiker) ervaren (gevorderde gebruiker) expert (vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik) guru (zeer vergevorderde gebruiker; weet alles dat nodig is voor schoolgebruik en daarbuiten)
Specifieke ICT-kennis en -vaardigheden en gebruiksfrequentie van ICT-toepassingen Introductie
De vragen hierna moeten op drie dimensies worden gescoord: 1. belangrijkheid: u geeft aan hoe belangrijk u de activiteit vindt. 2. kennis & vaardigheden: u geeft aan in hoeverre u de kennis en vaardigheden bezit de activiteit te doen plaatsvinden 3. frequentie: u geeft aan hoe vaak u de activiteit uitvoert
onbelangrijk/belangrijk
enigszins belangrijk
redelijk belangrijk
uitermate belangrijk
absoluut niet ervaren
nauwelijks ervaren
een klein beetje ervaren
een beetje ervaren
enigszins ervaren
redelijk ervaren
uitermate ervaren
nooit
enkele keren per jaar enkele keren per half jaar enkele keren per kwartaal enkele keren per maand
enkele keren per week
enkele keren per dag
frequentie
enigszins onbelangrijk
5 Informatie zoeken Zelf informatie zoeken … op algemene internet sites (bv met Google) op onderwijskundige internet sites (bv Kennisnet en Digischool) in digitale videobanken (bv Schooltv-beeldbank van Teleac/NOT) in digitale kennisbanken (bv Wikipedia)
kennis & vaardigheden
tamelijk onbelangrijk
4 Begeleiding Begeleiden van leerlingen middels electronische communicatiemiddelen (bv e-mail, Skype, MSN, elektronische leeromgeving).
belangrijkheid absoluut onbelangrijk
De vragen hebben betrekking op u als leraar
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
belangrijkheid enigszins onbelangrijk
onbelangrijk/belangrijk
enigszins belangrijk
redelijk belangrijk
uitermate belangrijk
absoluut niet ervaren
nauwelijks ervaren
een klein beetje ervaren
een beetje ervaren
enigszins ervaren
redelijk ervaren
uitermate ervaren
nooit
enkele keren per jaar enkele keren per half jaar enkele keren per kwartaal enkele keren per maand
enkele keren per week
enkele keren per dag
7 Digitale leeromgevingen maken Zelf een educatieve game maken (bv met GameMaker) Zelf ‘Google-Earth’-achtige toepassingen maken voor een PDA (bv met MScape) Zelf een educatieve blog of wiki maken (bv in Bloglines of Wikispaces) Zelf een educatieve website maken (bv met Joomla, Wordpress of Drupal)
frequentie
tamelijk onbelangrijk
6 Digitaal lesmateriaal maken Zelf digitaal lesmateriaal maken of bestaand digitaal lesmateriaal aanpassen/hergebruiken met Office-toepassingen (Word/Pages, Excel/Numbers, Powerpoint/Keynote) Zelf digitaal lesmateriaal maken of bestaand digitaal lesmateriaal aanpassen/hergebruiken met alleen foto’s en illustraties (bv met Adobe Photoshop en Adobe Illustrator) Zelf digitaal lesmateriaal maken of bestaand digitaal lesmateriaal aanpassen/hergebruiken waarin naast foto’s en illustraties ook videoclips, animaties en geluidsfragmenten (bv met Adobe Flash) zijn opgenomen
kennis & vaardigheden
absoluut onbelangrijk
De vragen hebben betrekking op u als leraar
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Introductie
De vragen hierna moeten op drie dimensies worden gescoord: 1. belangrijkheid: u geeft aan hoe belangrijk u de activiteit vindt. 2. kennis & vaardigheden: u geeft aan in hoeverre u de kennis en vaardigheden bezit de activiteit te doen plaatsvinden 3. frequentie: u geeft aan hoe vaak u de activiteit uitvoert belangrijkheid onbelangrijk/belangrijk
enigszins belangrijk
redelijk belangrijk
uitermate belangrijk
absoluut niet ervaren
nauwelijks ervaren
een klein beetje ervaren
een beetje ervaren
enigszins ervaren
redelijk ervaren
uitermate ervaren
nooit
enkele keren per jaar enkele keren per half jaar enkele keren per kwartaal enkele keren per maand
enkele keren per week
enkele keren per dag
Tijdens de les leerlingen … met de elektronische leeromgeving laten werken met elkaar laten samenwerken in een zogenaamde ‘gedeelde ruimte’ (bv een wiki of binnen de elektronische leeromgeving) met een leerprogramma laten werken (bv om bepaalde lesstof uit te leggen) met een oefenprogramma laten werken (bv om bepaalde lesstof te oefenen)
enigszins onbelangrijk
9 Informatie zoeken Leerlingen informatie laten zoeken … op algemene internet sites (bv met Google) op onderwijskundige internet sites (bv Kennisnet en Digischool) in digitale videobanken (bv Schooltv-beeldbank van Teleac/NOT) in digitale kennisbanken
frequentie
tamelijk onbelangrijk
8 Samenwerkend leren Leerlingen met elkaar laten samenwerken middels electronische communicatiemiddelen (bv e-mail, Skype, MSN, elektronische leeromgeving).
kennis & vaardigheden
absoluut onbelangrijk
De vragen hebben betrekking op u als leraar tijdens het lesgeven
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
1 1 1 1
2 2 2 2
3 3 3 3
4 4 4 4
5 5 5 5
6 6 6 6
7 7 7 7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
met een vakspecifiek programma laten werken met een mind-map of concept-map programma laten werken iets uitleggen met behulp van een digitaal schoolbord een digitaal meetlaboratorium laten gebruiken (bv IP-coach of Datastudio)
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
belangrijkheid enigszins onbelangrijk
onbelangrijk/belangrijk
enigszins belangrijk
redelijk belangrijk
uitermate belangrijk
absoluut niet ervaren
nauwelijks ervaren
een klein beetje ervaren
een beetje ervaren
enigszins ervaren
redelijk ervaren
uitermate ervaren
nooit
enkele keren per jaar enkele keren per half jaar enkele keren per kwartaal enkele keren per maand
enkele keren per week
enkele keren per dag
frequentie
tamelijk onbelangrijk
kennis & vaardigheden
absoluut onbelangrijk
De vragen hebben betrekking op u als leraar tijdens het lesgeven
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
5 5 5
6 6 6
7 7 7
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
5 5 5
6 6 6
7 7 7
1 1 1
2 2 2
3 3 3
4 4 4
5 5 5
6 6 6
7 7 7
Leerlingen digitaal lesmateriaal aanbieden met foto’s, illustraties, videoclips, animaties of geluidsfragmenten
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
10 Leertaken Leerlingen materiaal laten maken waarin alleen foto’s en illustraties zijn opgenomen (bv met iPhoto, Adobe Photoshop en Adobe Illustrator) Leerlingen materiaal laten maken waarin naast foto’s en illustraties ook videoclips, animaties en geluidsfragmenten zijn opgenomen
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
een digitaal talenpracticum aanbieden ‘Google Earth’-achtige toepassingen op een PDA laten uitvoeren gebruik laten maken van blogs en wiki’s (bv de Wikipedia)
Leerlingen een (educatieve) game laten maken (bv met GameMaker) Leerlingen Google-Earth’-achtige toepassingen laten maken voor een PDA (bv met MScape) Leerlingen een blog of wiki laten maken (bv in Bloglines of Wikispaces) Leerlingen een website laten maken
frequentie
mee oneens
enigszins mee oneens
neutraal
enigszins mee eens
mee eens
geheel mee eens
11 Zelf digitaal lesmateriaal maken (waaronder bestaand digitaal lesmateriaal aanpassen/hergebruiken) vind ik leuk vind ik interessant vind ik moeilijk daar ben ik goed in ik maak zelf uit wanneer ik dit doe ben ik verplicht om te doen ik werk hierbij prettig samen met anderen (collega’s) ik voel me hierbij gesteund door anderen hierbij kan ik vertrouwen op mijn collega’s kost me veel moeite om te doen vind ik saai daar begrijp ik niet veel van is plezierig is mijn eigen keuze
geheel mee oneens
De vragen hebben betrekking op u als leraar als persoon
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
enigszins belangrijk
redelijk belangrijk
uitermate belangrijk
absoluut niet ervaren
nauwelijks ervaren
een klein beetje ervaren
een beetje ervaren
enigszins ervaren
redelijk ervaren
uitermate ervaren
nooit
enkele keren per jaar enkele keren per half jaar enkele keren per kwartaal enkele keren per maand
enkele keren per week
enkele keren per dag
frequentie
onbelangrijk/belangrijk
12 Kennis, vaardigheden en gebruik van GoogleApp op het 4e Gymnasium Google Mail 1 2 Google Agenda 1 2 Google Tasks 1 2 Google Docs (tekstdocument, spreadsheet, presentatie) 1 2 Formulieren (enquêtetool) 1 2 Google Sites 1 2 Google Wave 1 2 Google Video 1 2 Google Reader 1 2 Youtube 1 2 Picasa 1 2 Blogger 1 2 Google Buzz 1 2
kennis & vaardigheden
enigszins onbelangrijk
absoluut onbelangrijk
tamelijk onbelangrijk
belangrijkheid
De vragen hebben betrekking op u als leraar
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4
5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
13 In hoeverre vindt u de ICT-voorzieningen op uw school toereikend voor uw gebruik van computertoepassingen in de lessen? 14 Wat is uw oordeel over de manier waarop het beheer en het onderhoud van de computervoorzieningen op uw school is geregeld?
weet niet
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
Voorzieningen op het 4e gymnasium
het4egymnasium.nl mailsysteem het4e.nl mailsysteem magister moodle GoogleApps de website (www.het4egymnasium.nl) computers in docentenwerkplek computers in afzonderlijke lokalen het computerlokaal computers in de mediatheek
weet niet
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
15 Wat is u oordeel over het gebruik van de volgende ICT voorzieningen op het 4e gymnasium:
het4egymnasium.nl mailsysteem het4e.nl mailsysteem magister moodle GoogleApps de website (www.het4egymnasium.nl) computers in docentenwerkplek computers in afzonderlijke lokalen het computerlokaal computers in de mediatheek
17 Welke aspecten van ICT op het 4e Gymnasium ervaart u als positief? 18 Welke aspecten van ICT op het 4e Gymnasium ervaart u als negatief?
weet niet
uitstekend
goed
voldoende
matig
slecht
16 Wat is u oordeel over het onderhoud van de volgende ICT voorzieningen op het 4e gymnasium:
19 Hoe groot is de behoefte die u heeft aan… samenwerking en kennisuitwisseling binnen de regio? gelegenheid om op andere scholen te kijken hoe ICT wordt gebruikt? meer bruikbaar lesmateriaal voor computergebruik (content)? aan goede voorbeelden van ICT en didactiek? handreikingen voor het gebruik van computerprogramma's in de klas? extra computers of andere computervoorzieningen? directe deskundige hulp als computers of het netwerk haperen?
De volgende vragen hebben betrekking op de gewenste situatie wat betreft ICT in de toekomst (in het nieuwe gebouw).
20 Welke nieuwe hardware zou u graag in de toekomst ter beschikking willen hebben? Denk hierbij aan scanners, whiteboards, camera's etc...
21 Welke nieuwe software zou u graag in de toekomst ter beschikking willen hebben? Denk hierbij aan OpenOffice, andere ELO's dan moodle, educatieve software etc...
heb ik helemaal geen behoefte aan
zeer klein
tamelijk klein
tamelijk groot
zeer groot
De vragen hebben betrekking op u als leraar als persoon:
22 Welke nieuwe speerpunten bij de inzet van ICT zou u graag in de toekomst geimplementeerd zien? Denk hierbij aan digitale absentiecontrole, digitale toetsen, professionalisering, internetopdrachten, werken met digitale video etc...
23 Welke verandering betreffende de ICT-ondersteuning zou u graag in de toekomst geïmplementeerd zien? Denk hierbij aan de inzet van de helpdesk, werkplekbeheer, ondersteuning van magister, email of de website etc...
We zijn hiermee aan het eind gekomen van deze vragenlijst. Hieronder geven we u nog de ruimte om aanvullende opmerkingen te maken. Bijvoorbeeld over - het gebruik van ICT in de les - de beschikbaarheid van ICT - professionaliseringsvragen rond ICT
Bijlage 3.
Overzicht resultaten fase 2
Hieronder staat voor elk van de vragen uit fase 1 (bijlage 1) welke antwoorden er zijn gegeven. Aan de deelnemers aan het onderzoek is gevraagd om per vraag een top 5 samen te stellen van de antwoorden die ze het belangrijkste vonden.
Vraag 1: Wat is uw beeld bij de inzet van ICT in het onderwijs?
Descriptive Statistics N
Min
Max
Mean
Glasvezel & Wireless in het gebouw (A)
1
1,00
Soepel draaiend Google Apps (A)
1
5,00
Goede beheer en ondersteuning (D)
2
Hoogwaardige hardware (A)
1
2,00
Tevreden leerlingen (C)
1
5,00
'ICT is een hulpmiddel, geen doel op zichzelf.' (B)
5
2
4
3,60
ICT moet tot betere of gelijke resultaten leiden (B)
3
1
4
2,67
ICT moet motivatie bij ll en docent verhogen (C)
2
1
2
1,50
ICT mag niet werkdrukverhogend werken (D)
2
2
3
2,50
'Ik weet dat ik ICT alleen gebruik als het makkelijk is, en tijdwinst of betere lessen
2
1
5
3,00
1
5
3,00
oplevert.' (B) 'Ik ben ook ongeduldig, en heb menige onduidelijke ICT-toepassing daarom ook
0
al overboord gegooid.' (B) Wat betreft ICT-toepassingen voor talen mijn vak loop ik achter. (B)
0
Gebruik van filmpjes in de les. (B)
1
Voor muziek: het makkelijk gebruik kunnen maken van digitale omgeving voor
0
2,00
het maken en opnemen van muziek analoog naar digitaal/digitaal (B) Ideaal zou zijn om een deel van de klas met laptops te kunnen laten werken en te
1
3,00
Hulpmiddel om uitleg te illustreren (B)
1
3,00
Computer als verbeterde versie van het schoolbord (B)
1
3,00
Organiseren efficiënter maken (D)
1
5,00
Valid N (listwise)
0
werken met muziek computer programma's en notatie software maar ook om film scores te maken (A)
A. Infrastructuur (n=4; 1, 5, 2, 3) B. Didactiek (n=13; 2, 4, 4, 4, 4, 4, 1, 3, 1, 5, 2, 3, 3) C. Motivatie (n=3; 5, 1, 2) D. Randvoorwaarden (n=5; 1, 5, 2, 3, 5)
Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Didactiek (kwaliteit van de
13
3,08
Goed werkende infrastructuur
4
2,75
Motivatie bij leerling en leraar
3
2,67
Randvoorwaarden (werkdruk,
5
3,2
lessen verbeteren
organisatie school)
De gemiddeld positie is als volgt berekend: de som van de posities gedeeld door het aantal keren dat een soort item is genoemd. Voor de categorie ‘Didactiek’ ziet die berekening er als volgt uit (2 + 4 + 4 + 4 + 4 + 4 + 1 + 3 + 1 + 5 + 2 + 3 + 3) / 13 = 3,08. Deze gemiddelden moeten als volgt worden geïnterpreteerd: hoe lager de gemiddelde score, hoe groter het toegekende belang.
Vraag 2: Op welke wijze kunt u volgens u ICT inzetten in uw lessen? Descriptive Statistics N
Min
Max
Mean
Smartboard > klassikale oefeningen (A)
0
Groepsopdrachten voor leerlingen om informatie te verzamelen (C)
3
Maken van een website / game etc i.p.v presentatie of werkstuk (B)
1
Vakwebsite (B)
4
Pws-site (B)
0
Enquêtes/inschrijvingen (D)
0
Beter digibord gebruik (A)
1
Digibord om aantekeningen in powerpointpresentatie te kunnen maken (A)
0
Site van de school (B)
0
'Grotere onderwijsprojecten in de vorm van interactieve websites liefst met de
2
1
4
2,50
Digitale inlevermogelijkheid (voor opdrachten)? (C)
3
2
4
3,00
Laptop die thuis en op school kan worden gebruikt. Op school toegang hebbende
1
5
5
5,00
Verschillende groepen organiseren en digitaal structureren en informeren (B)
1
5
5
5,00
Heel veel google het zoeken van liedjes/teksten/akkoord schema'’s etc (C)
0
Overzicht van de les geven met powerpointpresentatie (A)
1
3
3
3,00
ICT-lokaal gebruiken voor opdrachten (bv berekeningen) die niet met potlood en
3
2
5
3,67
1
4
2,67 2,00
1
5
2,75
1,00
lees-, luister- en filmfragmenten erbij.' (C)
tot printers en beamers (en schoolmail) en in de toekomst het absentiesysteem. (D)
papier kunnen (C) Valid N (listwise)
0
A. Digitaal schoolbord (n=2; 1, 3) B. Inzet ELO (in brede zin) (n=6; 2, 5, 3, 1, 2, 5) C. Meer variatie/differentiatie (n=11; 1, 3, 4, 1, 4, 2, 3, 4, 2, 5, 4) D. Organisatie (n=1; 5) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Digitaal schoolbord
2
2,00
Inzet ELO (in brede zin)
6
3,00
Meer variatie/differentiatie
11
3,00
Organisatie
1
5,00
Vraag 3: Op welke wijze wordt er binnen uw vakgroep of ontwikkelteam aangekeken tegen het inzetten van ICT in het onderwijs?
Descriptive Statistics N
Min
Max
Mean
Er wordt niet over nagedacht (C)
3
3
5
3,67
Er wordt verschillend over gedacht (C)
4
1
5
3,00
'Voor sommigen is het al een prestatie om een document in word te kunnen
2
4
5
4,50
4
1
4
2,00
opslaan en printen, anderen gebruiken het smartboard regelmatig' (C) ICT wordt door de meesten niet gezien als verrijking maar als een mogelijkheid om iets "leuk" te maken (A) Wij willen met de sectie l.o. GRAAG meer gebruik gaan maken van de
1
2,00
mogelijkheden! (B) Mijn sectie heeft al een eigen Google Docs-website (A)
2
Gebruik van applets om moeilijke concepten te illustreren (A)
1
Delen interessante links via e-mail of website (B)
3
Valid N (listwise)
0
3
1
B. Samenwerken (n=4; 2,1,3,4) C. Verschillen in meningen & vaardigheden (n=9; 3,5,3,2,4,5,1,4,5) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
ICT als hulpmiddel & aanvulling
7
2,57
Samenwerken
4
2,50
Verschillen in meningen en
9
3,56
vaardigheden
4,00 2,00
A. ICT als hulpmiddel & aanvulling op onderwijs (n=7; 1,1,4,2,3,5,2)
op onderwijs
5
4
2,67
Vraag 4a: Wat helpt de inzet van ICT voor uw vak?
Descriptive Statistics N
Min 2
Max 3
Mean
Ontwikkeltijd (C)
2
2,50
Best practices delen (D)
1
Goede randvoorwaarden (hardware en software moeten het doen) (B)
3
Eenvoudiger om leerlingen te bereiken in een paar simpele handelingen (A)
1
1,00
Overzichtelijker geheel voor leerlingen (A)
1
1,00
Meer computers/laptops op school (B)
1
4
4
4,00
Toegankelijkheid. (A)
2
2
3
2,50
Goede helpdesk/ ondersteuning bij problemen. (C)
1
Frisse geesten. (D)
1
3
3
3,00
'ICT-toepassingen die ook daadwerkelijk winst zijn voor de leeropbrengst, daar
4
4
5
4,75
3
4
3,67
1,00 2
5
3,00
1,00
wil iedere docent zich wel in verdiepen.' (E) Efficiëntere organisatie (C)
0
'Veel goed materiaal beschikbaar (applets, filmpjes etc)' (E)
3
Valid N (listwise)
0
A. Inzet ELO (n=4; 1,1,2,3) B. Goede infrastructuur (n=4; 2,2,5,4) C. Randvoorwaarden / ondersteuning (n=2; 2,3) D. Samenwerken / functioneren docenten (n=2; 1,3) E. Didactische inzet ICT & digitaal lesmateriaal (n=7; 4,5,5,5,4,4,3) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Inzet ELO
4
1,75
Goede infrastructuur
4
3,25
Randvoorwaarden /
2
2,50
2
2,00
7
4,29
ondersteuning Samenwerken / functioneren docenten Didactische inzet ICT & digitaal lesmateriaal
Vraag 4b: Wat verhindert de inzet van ICT voor uw vak?
Descriptive Statistics N
Min
Onbekendheid met toepassingen (A)
3
Geen internet in ons lokaal (B)
0
Beperkte capaciteit (B)
Max
Mean
1
3
2,00
4
3
5
4,25
Beperkte kennis van ons (A)
2
1
2
1,50
Nieuwe dingen ga ik pas uitzoeken als ik ze echt nodig heb (A)
3
3
5
4,00
Ik ben een beetje lui / ik heb er nog nooit de moeite voor genomen
0
Haperende printers en bezette kopieerapparaten zijn ‘my worst nightmare’. (B)
3
1
5
2,67
Voor digitaal muziek maken heb je dus simpelweg computers nodig ( de
0
computer ipv de gitaar) met daarbij de nodige software (B) Gebrekkigheid van het materiaal (C)
2
4
4
4,00
Te weinig rechten op computer om applicaties te kunnen uitvoeren. (B)
3
1
3
2,00
Valid N (listwise)
0
A. Beperkte vaardigheden (n=8; 1,2,3,1,2,3,4,5) B. (ICT) infrastructuur (n=10; 5,5,3,4,1,2,5,3,1,2) C. Weinig / slecht materiaal (n=2; 1,3) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Beperkte vaardigheden
8
2,63
(ICT) infrastructuur
10
3,10
Weinig / slecht materiaal
2
2,00
Vraag 5: Op welke aspecten met betrekking tot het inzetten van ICT in het onderwijs wilt u ondersteuning?
Descriptive Statistics N Ik zou graag met collega's (van andere secties? andere scholen?) best practices
Min
Max
Mean
2
1
2
1,50
'Het programma is al heel druk, vaak val ik terug op wat ik al weet' (E)
2
3
5
4,00
Ik zou het fijn vinden om niet altijd alles zelf te moeten bedenken (D)
1
3
3
3,00
Ik kan soms niets nieuws bedenken omdat ik sommige moderne toepassingen
2
4
4
4,00
willen delen (arena?) (D)
niet ken en geen tijd voor wil / kan vrijmaken (D) ELO gebruiken (A)
0
'Google sites, daar heb ik nog steeds moeite mee' (A)
1
'Persoonlijke, oplossingsgerichte en practische hulp bij simpele probleempjes is
2
3,00 3
4
3,50
waar ik het meest aan heb' (C) Wat begeleiding (hands-on!) zou in ons geval wenselijk zijn (C)
1
1,00
'Ik zou heel graag de ELO goed willen kunnen gebruiken, werkstukken inleveren,
3
1
5
2,33
Ik zou wel graag een prezi-cursus volgen (B)
1
2
2
2,00
Ik zou wel graag een webquest-cursus volgen (B)
3
2
5
4,00
'Weinig belemmeringen, ik maak er al veel gebruik van' (E)
2
2
4
3,00
Valid N (listwise)
0
plagiaat checker gebruiken, überhaupt leren wat daar allemaal de mogelijkheden van zijn (bijv. toetsen afnemen?)' (A)
A. ELO / Google Apps gebruiken (n=4; 3,1,5,1) B. Didactische toepassing ICT (n=4; 2,5,2,5) C. Praktische begeleiding / vaardigheidstraining (n=3; 3,4,1) D. Creativiteit / inspiratie (n=5; 1,2,3,4,4) E. Organisatie / randvoorwaarden (n=4; 3,5,2,4) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
ELO / Google Apps gebruiken
4
2,50
Didactische toepassing ICT
4
3,50
Praktische begeleiding /
3
2,67
Creativiteit / inspiratie
5
2,80
Organisatie / randvoorwaarden
4
3,50
vaardigheidstraining
Vraag 6: Op welke wijze zou u de hiervoor genoemde ondersteuning willen ontvangen?
Descriptive Statistics N
Min
Max
Mean
Een korte 1 op 1 uitleg en doorloop van de mogelijkheden moet genoeg zijn (A)
3
3
5
4,33
Training en 1op1 begeleiding (A)
2
1
2
1,50
‘Training, cursus, workshop volgen is prima, best practices delen vind ik beter
4
1
5
2,00
4
3
4
3,50
Tips voor vindplaatsen van goed digitaal lesmateriaal (B)
4
2
5
3,25
Er moet een plek komen voor uitwisseling van digitaal lesmateriaal met collega’s
3
2
4
3,00
omdat dat gericht is op ons type leerlingen en erg concreet is’ (B) Er tijd voor krijgen om me in te werken in de toepassing van een bepaalde ICTtoepassing ©
(B) Valid N (listwise)
0
Trends: A. Training/workshop in combinatie met 1op1 begeleiding B. Tips & best practices uitwisselen C. Tijd Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Training/workshop in
5
3,20
11
2,73
4
3,50
combinatie met 1op1 begeleiding Tips & best practices uitwisselen Tijd
Vraag 7: Van welke kennis, ervaring of expertise op het gebied van ICT die bij uw collega’s aanwezig is wilt u gebruik maken?
Descriptive Statistics N Ik ben een beetje allround wel handig. En ik kan mac. Verder heb je weinig aan
Min
Max
1
Mean 1,00
mij. Ik kan heel goed plaatjes van het internet plukken (C)
2
2
4
3,00
Powerpoint (A)
3
1
4
2,67
Website met google apps in elkaar zetten (D)
3
1
4
2,67
Oefeningen smartboard maken (B)
4
2
5
2,75
Het gebruik van beeldmateriaal in presentaties (A)/(C)
3
3
5
3,67
Het gebruik van formules in presentatie (A)
4
1
5
3,75
Valid N (listwise)
0
A. Maken van presentaties / powerpoints (n=10; 1,3,4,5,3,3,1,5,5,4) B. Oefening voor het digitaal schoolbord (n=4; 2,2,2,5) C. Gebruik beeldmateriaal (n=5; 2,4,5,3,3) D. Google Apps & sites (n=3; 3,4,1) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Maken van presentaties /
10
3,40
4
2,75
Gebruik beeldmateriaal
5
3,40
Google Apps & sites
3
2,67
powerpoints Oefening voor het digitaal schoolbord
Vraag 8: Kunt u een specifieke toepassing van ICT in het onderwijs noemen waar u heel enthousiast van wordt?
Descriptive Statistics N
Min
Max
Mean
Webquests laten maken (A)
4
1
4
2,75
Groepswerk informatie verzamelen (A)
4
1
4
3,25
Powerpoint en smartboard voor klassikale lessen (C)
3
2
5
3,00
Ik vind de googlesites heel leuk klinken. (B)
2
5
5
5,00
Voorbeelden van google apps (bv aanmaken van de subgroepen enz.) tijdens de
2
1
3
2,00
Moodle (B)
2
2
2
2,00
Diagnostische toetsen waarbij leerlingen bij een fout antwoord stap voor stap
3
1
5
3,00
presentatie lijkt me erg interessant. (B)
naar het goede antwoord worden geleid. (D) Valid N (listwise)
0
A. Informatievaardigheden (n=8; 3,4,3,1,4,1,4,4) B. ELO / google apps / google sites (n=6; 5,5,1,3,2,2) C. Digitaal schoolbord / powerpoint (n=3; 2,2,5) D. Diagnotische toetsen (n=3; 5,3,1) Categorie
Aantal keren genoemd
Gemiddeld gewicht
Informatievaardigheden
8
3,00
ELO / google apps / google
6
3,00
3
3,00
3
3,00
sites Digitaal schoolbord / powerpoint Diagnotische toetsen
Bijlage 4.
Overzicht opzet ondersteuning ICT-werkgroep
1. Basistraining Google Apps. Leraren leren een vakwebsite te maken. Combinatie van training en 1op1 begeleiding. 2. Digitaal lesmateriaal ontwikkelen. O.a.: welke voorkennis is noodzakelijk; leerdoelen vastleggen; kiezen van werkvorm; sluit werkvorm aan bij gestelde doel; vaststellen toetsing; 3. Internetzoekopdrachten ontwikkelen. (Verbijzondering van (2) en/of (4).) Mogelijke (deel)onderwerpen: ‐ Effectief leren zoeken met Google voor docenten. ‐ Beoordelen van gevonden bronnen en materialen. ‐ Ict tips & trucs bij het verzamelen van informatie en bronnen. ‐ Leerlingen effectief leren zoeken. ‐ Leerlingen leren bronnen beoordelen. ‐ Maken van internetzoekopdrachten: Met welke aspecten moet je rekening houden? ‐ Maken van internetzoekopdrachten: Focussen op deelvaardigheden. ‐ Maken van internetzoekopdrachten: Taakeisen en presentatievormen eindresultaat (niet allen tekst, maar ook bv video, ppt of poster). ‐ Begeleiden van internetzoekopdrachten. ‐ Beoordelen van internetzoekopdrachten: Waar kijk je naar? 4. Didactisch inbedden van ICT. Voor het succesvol toepassen van ICT in het onderwijs is het van belang te onderkennen dat daarvoor een drietal soorten kennis en vaardigheden van belang zijn: (1) vakkennis, (2) didactische kennis & (3) technische kennis. Deze drie onderdelen staan niet los van elkaar, maar vormen een onlosmakelijk geheel. Vaak wordt alleen vanuit de ict geredeneerd, terwijl er een interactie is tussen deze drie componenten. Hiervoor bewandelen we een aantal stappen: Stap 1: welke voorkennis is noodzakelijk; Stap 2: leerdoelen vastleggen; Stap 3: kiezen van werkvorm; sluit werkvorm aan bij gestelde doel; waarom kies je deze werkvorm? Stap 4: kiezen ict-toepassing; vaststellen toetsing; Mogelijke (deel)onderwerpen: ‐ Mindmappen: wanneer, waarom? ‐ Powerpoint en de kracht van herhaling. ‐ Google Docs inzetten voor schrijfopdrachten. ‐ De kracht van ‘digital storytelling’. ‐ Het gebruik van audio voor spreekvaardigheid. ‐ Digitaal overhoren. Wrts, Hot Potatoes, Wintoets. ‐ Video in de klas. 5. Testen en evalueren van ontwikkeld/gearrangeerd materiaal. O.a.: welke evaluatie instrumenten kun je gebruiken; op welke wijze kun je toetsevaluatie hierbij meenemen; hoe evalueer je de uitvoering van de les; Stap 1: Test het materiaal uit in je eigen lessen. Stap 2: Evalueer het gebruik van de les. Hoe wil je dat doen? Iemand die mee kijkt? Je leerlingen ondervragen? Interview achteraf? Stap 3: Verbetering van het lesmateriaal op basis van de evaluatie. Stap 4: Leg de resultaten vast en neem ze op in de handleiding voor collega docenten. Mogelijke (deel)onderwerpen:
‐ ‐ ‐
Stappenplan lesevaluatie. Welke evaluatievorm? Gebruik Google Docs (Forms) voor lesevaluatie.
6. Leren gebruiken digitaal schoolbord. Mogelijke (deel)onderwerpen: ‐ Digibord als didactisch hulpmiddel. ‐ Leerling-activiteiten op het digibord. ‐ Zelf lessen maken voor het digibord (sluit aan bij 2 – 4). ‐ Nieuwe didactische mogelijkheden.
Bijlage 5.
Format ‘Arrangeren van lessen’
Er zijn een heleboel lijstjes in omloop voor het voorbereiden van een les. Een aantal elementen keren daarbij steeds terug:
Inleiding met een oriëntatie, iets over voorkennis en een beschrijving van de beginsituatie
Beschrijving van de leeractiviteiten
Toetsing en evaluatie
In dit project is gekozen voor het format dat door de Onderwijs Vernieuwings Coöperatie is ontwikkeld aangevuld met enkele onderdelen die betrekking hebben op kennisdeling binnen het docentencorps op de school. In de OVC-lesbank is gebruikt zie je bij Metadata gegevens (beschrijving, niveau, vak, vaardigheden, kerndoelen) die interessant zijn voor de leraar die het materiaal wil gebruiken. In de linkerkolom staan de kopjes van de beschrijvingen van het gearrangeerde materiaal. De inhoud is gericht op de leerlingen die de opdrachten moeten uitvoeren.
Bij het arrangeren van lessen met behulp van materiaal dat via internet of andere bronnen is verkregen is dit een mooie opzet. Je maakt in feite twee producten: 1. De lesbeschrijving voor de leerlingen (menu linkerkolom) 2. De toelichting voor de docent die ermee moet werken (metadata)
De eerste stap: materiaal zoeken Voordat je kunt beginnen met het arrangeren moet je natuurlijk eerst op zoek naar geschikt materiaal. Dat is soms eenvoudig, maar vaak nog een hele klus. Voor het ene vak is meer te vinden dan voor het andere. Ook is er op havo/vwo niveau vaak meer te vinden dan voor het vmbo. Stap 1: bepaal het onderwerp (leerdoel) waarvoor je een les wil ontwerpen. Dit zal in de meeste gevallen aan de hand van het leerboek gebeuren. Stap 2: Zoek materiaal. Vaak is het vinden van geschikt materiaal lastiger dan het arrangeren van de uiteindelijke les. In deze fase is het voor ons bijzonder interessant hoe je zoektocht verloopt. We hebben daarom graag een beschrijving (niet al te lang) van je zoektocht. Waar heb je gezocht? Hoe heb je gezocht (Google, tijdschriften, bibliotheek etc)?
Bij het zoeken via Google of Wikiwijs graag de zoektermen noemen die je hebt gebruikt. Voor ons is het interessant om de zoekstrategieën die succes opleveren in kaart te krijgen. Maar ook zoektochten die tot niets leiden zijn belangrijk. Bijvoorbeeld om er achter te komen voor welke vakken en niveaus er niet zoveel is te vinden.
De tweede stap: het arrangeren van de les Zoals al opgemerkt maak je hier in feite twee producten. Voor een deel overlappen die. Hieronder is dat schematisch weergegeven: Toelichting voor de leraar
Beschrijving van de les voor de leerling Beschrijving Korte beschrijving van de inhoud van de les
Trefwoorden Spreekt voor zich Niveau VMBO (basis, kader, theoretisch) HAVO VWO Vak Spreekt voor zich Vaardigheden Welke vaardigheden spelen een rol bij het werken met dit materiaal? Voorbeelden: 01. omgaan met informatie (opzoeken, ordenen, beoordelen),03. schriftelijk communiceren (verslag, werkstuk),05. werk plannen, regelen en organiseren,06. een oordeel vormen en een standpunt bepalen,07. reflecteren op je eigen functioneren,15. vragen en mening vormen,16. actualiteit onderzoeken,19. maatschappelijke keuzes maken
Leerdoelen Wat weet de leerling na het volgen van de les en wat kan de leerling dan? Kerndoelen Koppeling aan de kerndoelen van het vak. Plaats in de leerlijn Welke onderdelen van de leerlijn worden in deze les aan de orde gesteld? Bijvoorbeeld in te vullen door de hoofdstukken uit het leerboek te noemen waar de opdracht bij hoort. Voorkennis Is er specifieke voorkennis van de leerling vereist voor de opdracht? Oriëntatie Introductie waarin de leerling zich oriënteert op het probleem. Leeftijdgroep Bijvoorbeeld 12 en 13 jaar Misconcepten Welke misconcepten kunnen in deze les een rol spelen.* * Niet bij alle vakken van toepassing Aanpak
Tijd: Hoe lang mag de leerling erover doen Werkvorm(en): Welke werkvorm(en) worden gebruikt. Benodigdheden: Boek, tijdschrift, computer, internet, tekstverwerker…. Producten: Wat is het eindproduct dat de leerling moet opleveren (verslag, brochure, toets, …). Beginsituatie Introductie van de opdracht
Beoordeling Welke eisen worden er aan het eindproduct gesteld?
Leeractiviteiten Beschrijving van de uit te voeren activiteiten Beoordeling Eisen voor het eindproduct formuleren voor leerlingen Reflectie Leerling laten terugkijken op de les.
De les die je arrangeert kan ook een bewerking zijn van bestaande lessen die je via bestaande bronnen zoals de OVC-lessenbank of wikiwijs hebt gevonden. In het geval je een les uit OVC plukt is een groot deel van de informatie al beschikbaar. Je hoeft dan alleen de onderdelen waarop je wil afwijken van het originele product te beschrijven.
De derde stap: het uitvoeren van de les en de evaluatie Nadat je de les hebt samengesteld ga je deze natuurlijk uitvoeren met je leerlingen. Via een evaluatie kun je tot bijstellingen komen in je beschrijving.