Certificeringsregeling Personeelstellen en Werkplekbeveiliging
31 mei 2012 - versie 3.4
Voorwoord Stichting railAlert is opgericht om structureel paritair overleg te bewerkstelligen ter verbetering van de arbeidsveiligheid in brede zin bij de aanleg en het beheer van railinfrastructuur. Deze Certificeringsregeling draagt bij aan de borging van veilig werken aan of nabij railinfrastructuur (met name t.a.v. aanrijd- en elektrocutiegevaar). Om als Personeelsteller en/of Werkplekbeveiligingsbedrijf in de railinfrabranche werkzaamheden uit te mogen voeren dient u als organisatie namens Stichting railAlert door een (door Stichting railAlert gecontracteerde) Certificerende Instelling gecertificeerd te zijn. Voor het stellen van personeel of de werkplekbeveiliging in de railinfra is door de Werkkamer Systeemcertificering van de Stichting railAlert onderliggend document opgesteld. Conform de eisen verwoord in deze regeling is het mogelijk gecertificeerd te worden voor personeelstellen en/of werkplekbeveiliging. Certificerende Instelling Een bedrijf kan middels een Certificaat, uitgegeven door één van de door Stichting railAlert gecontracteerde Certificerende Instellingen, gecertificeerd worden. De vereisten waaraan deze Certificerende Instellingen dienen te voldoen en hun (toets-) kaders zijn vastgelegd in het “Handhavingsdocument Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging” (www.railalert.nl). Een vigerend overzicht van de gecontracteerde Certificerende Instellingen is terug te vinden op www.railalert.nl. ProRail erkenning Certificering volgens deze regeling is een voorwaarden om door ProRail erkend (Erkenning Branche Werkplekbeveiligingsbedrijven en Personeelstellers; www.prorail.nl/zakenpartners) te worden.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
1/21
Beheer regeling De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen en beheren van deze werkveldspecifieke certificeringregeling berust bij de Werkkamer systeemcertificering van de Stichting railAlert. Op- en/of aanmerkingen over deze certificeringregeling kunnen worden ingediend bij Stichting railAlert,
[email protected]. Het te certificeren systeem betreft het werkplekbeveiligingsproces en /of het beschikbaar stellen van personeel van het bedrijf(sonderdeel), Binnen het kader van deze certificeringregeling zijn de volgende soorten partijen actief: Bestuur stichting RailAlert; Werkkamer Systeemcertificering; Door Stichting railAlert gecontracteerde Certificerende Instellingen (zie www.railalert.nl); Certificaathouders met een Certificaat personeelstellen of werkplekbeveiliging.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
2/21
Inhoudsopgave Voorwoord
1
1
Inleiding 1.1 Doel en structuur 1.1.1. Onderwerp en Toepassingsgebied 1.2 Certificeringsproces 1.2.1. Initiële certificering 1.2.2. Tussentijdstoezicht 1.2.3. Geldigheidstermijn 1.2.4. Her- certificering 1.2.5. Schorsen of intrekken 1.3 Voorwaarden certificering 1.4 Klachten/ op- en aanmerkingen 1.5 Verklaring Gekwalificeerd personeel
5 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8
2
Generieke eisen 2.1 Organisatorische eisen 2.2 Wet- / regelgeving en normering 2.3 Inhoudelijke eisen 2.3.1. Kwalificaties personeel 2.4 Bekwaamheid, bewustwording en training
9 9 9 10 10 10
3
Certificeringeisen Personeelstellen 3.1 Algemeen 3.1.1. Specifieke eisen 3.2 Inhoudelijke eisen 3.2.1. Aanvraag / contract 3.2.2. Selectie proces 3.2.3. Specifieke functie eisen 3.2.4. Controle gemaakte afspraken 3.2.5. Evaluatie 3.3 Kwalificaties personeel 3.3.1. Beschikbaarheid veiligheidskundige 3.4 Bevoegdheidbewijs 3.5 Werkplek
12 12 12 12 12 13 14 14 14 15 15 15 15
4
Certificeringeisen Werkplekbeveiliging 4.1 Algemeen 4.1.1. Specifieke eisen 4.1.2. Beschikbaarheid veiligheidskundige 4.2 Werkplekbeveiligs-proces 4.2.1. Informatie Opdrachtgever 4.2.2. Voorbereiden werkplekbeveiliging 4.2.3. Uitvoeren werkplekbeveiliging 4.2.4. Opleveren infra 4.2.5. Evaluatie
16 16 16 16 17 17 17 18 18 18
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
3/21
4.3 4.4 5
Werkplekbeveiligingsmiddelen Bevoegdheidbewijs
Bijlagen
Colofon
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
18 19 20 21
4/21
1 1.1 Doel en structuur
Inleiding
Deze Certificeringsregeling dient er toe om certificering van bedrijven mogelijk te maken teneinde veilig werken aan of nabij railinfrastructuur (met name t.a.v. aanrijden elektrocutiegevaar) te borgen. Het gaat hierbij om bedrijven die de werkplekbeveiligingsactiviteiten uitvoeren en/of personeel hiervoor beschikbaar stellen. In de komende hoofdstukken zijn de algemene eisen en randvoorwaarden opgenomen om gecertificeerd te kunnen worden voor personeelstellen en/of werkplekbeveiliging.
1.1.1. Onderwerp en Toepassingsgebied
Het toepassingsgebied van deze certificeringregeling is verdeeld in twee deelgebieden, te weten: 1. Personeelstellen 2. Werkplekbeveiliging Onder het toepassingsgebied personeelstellen wordt verstaan; Alle activiteiten gericht op het leveren van Gekwalificeerd personeel (zie kwalificaties hoofdstuk 2 en 3) ten behoeve van de in het onderstaand toepassingsgebied opgesomde activiteiten. Onder het toepassingsgebied werkplekbeveiliging worden de volgende activiteiten verstaan; Het aanvragen, voorbereiden, uitvoeren, inrichten, onderhouden en opheffen van maatregelen ten behoeve van werkplekbeveiliging alsmede het beschikbaar stellen van Gekwalificeerd personeel (zie kwalificaties hoofdstuk 2, 3 en 4) bij het werken aan of nabij de railinfrastructuur.
1.2 Certificeringsproces
Om in aanmerking te komen voor het Certificaat personeelstellen of het Certificaat werkplekbeveiliging zal een bedrijf initieel gecertificeerd te worden. Vanaf het moment dat een bedrijf initieel gecertificeerd is, zal gedurende de geldigheid van het Certificaat tussentijdstoezicht van toepassing zijn. Om gecertificeerd te blijven zal een bedrijf voor afloop van de geldigheidstermijn gehercertificeerd moeten worden. De volgende activiteiten maken onderdeel uit van het Certificeringsproces: 1) Documentatie beoordeling: beoordeling van de documentatie binnen de van toepassing zijnde toepassingsgebied; 2) Procesbeoordeling: In de praktijk toetsen of de documentatie in overeenstemming is met de praktijk en adequaat is t.o.v. het doel genoemd in 1.1. In Bijlage 1 wordt schematisch de procesgang tot certificering weergegeven en Bijlage 2 bevat de termen en definities.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
5/21
1.2.1. Initiële certificering
Bij de start zal Stichting railAlert de aanvrager(s) toetsen op veiligheidshouding, gedrag en -competenties en de toepassing daarvan t.o.v. het doel genoemd in 1.1. Op voorwaarde dat deze toets met positief resultaat afgerond is kan vervolgens de Certificerende Instelling een eerste toets (audit) uitvoeren. Deze toets bestaat uit een documentbeoordeling en een procestoets zoals beschreven in paragraaf 1.2. Indien deze toets positief resultaat heeft wordt een initieel Certificaat door de Certificerende Instelling verstrekt. Dit initiële Certificaat geeft de Certificaathouder toestemming tot het, met toestemming van de infrabeheerder, doen van twee (representatieve) proefprojecten. Deze projecten dienen naar het oordeel van de Certificerende Instelling, naar aard en omvang voldoende representatief te zijn om de uitvoeringsaspecten uit deze regeling goed te kunnen beoordelen. De initiële certificering vindt plaats volgens de op dat moment van toepassing zijnde versie van deze regeling (zie vigerende versie op www.railalert.nl).
1.2.2. Tussentijdstoezicht
Gedurende de geldigheid van het Certificaat zal minimaal jaarlijks tussentijdstoezicht plaats dienen te vinden. Het tussentijdstoezicht dient uitgevoerd te worden door één van de door Stichting railAlert gecontracteerde Certificerende Instellingen (zie www.railalert.nl). Tijdens tussentijdstoezicht wordt getoetst aan de hand van de op dat moment van toepassing zijnde versie van deze regeling (zie vigerende versie op www.railalert.nl). Indien tussentijdstoezicht plaats heeft op een andere versie dan op het Certificaat vermeld zal bij een positieve uitkomst een nieuw Certificaat worden verstrekt met vermelding van de juiste versie voor de resterende periode van geldigheid van het lopende Certificaat1. Een negatieve uitkomst van tussentijdstoezicht kan leiden tot schorsing dan wel het intrekken van het Certificaat.
1.2.3. Geldigheidstermijn
Zowel het Certificaat personeelstellen als het Certificaat werkplekbeveiliging kent een geldigheidstermijn van drie jaar. Indien tijdens tussentijds toezicht blijkt dat niet langer aan de certificering eisen wordt voldaan, kan tot schorsen dan wel intrekking van het Certificaat worden overgegaan. Na het verlopen van de drie jaar verliest het Certificaat zijn geldigheid. Om opnieuw in aanmerking te komen voor een geldig Certificaat, dien het bedrijf op te gaan voor hercertificering. Daarnaast kan de geldigheid van het Certificaat personeelstellen of het Certificaat werkplekbeveiliging vervallen indien één van de onderliggende verplichte certificaten (zie paragrafen 2.2, 3.1.1 en 4.1.1) niet meer geldig zijn. Zowel de Certificaathouder
1
Voorbeeld: Certificaat is drie jaar geldig, halverwege de geldigheidstermijn is een tussentijdstoezicht moment op nieuwere versie “X” van de regeling. Op het nog ander half jaar geldige Certificaat dient dan deze nieuwere versie “X” van de regeling vermeld te worden. Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
6/21
alsmede de desbetreffende Certificerende Instelling dient toe te zien op de geldigheid van certificaten. 1.2.4. Her- certificering
Voor verloop van het initiële Certificaat dient het bedrijf op te gaan voor her certificering. Indien dit een positief resultaat heeft, zal het desbetreffende bedrijf weer voor de duur van drie jaar gecertificeerd worden. Tijdens her- certificering wordt getoetst aan de hand van de op dat moment van toepassing zijnde versie van deze regeling (zie vigerende versie op www.railalert.nl).
1.2.5. Schorsen of intrekken
De beslissing over eventuele schorsing wordt in consensus tussen de Certificerende Instelling en stichting railAlert genomen. Tot (directe) schorsing of intrekking van het Certificaat2 kan worden overgegaan indien: tijdens geldigheid van het Certificaat geconstateerd wordt dat niet of niet volledig wordt voldaan aan de eisen van deze Certificeringsregeling, er feiten of omstandigheden zijn waarvan de certificerende instelling bij de afgifte van het Certificaat redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan hij respectievelijk zij het Certificaat niet zou hebben afgegeven; de Certificaathouder onjuiste inlichtingen verstrekt heeft; indien de Certificaathouder met zijn werkzaamheden, voor zover die door het Certificaat worden gereguleerd, of door de wijze waarop hij de werkzaamheden verricht, ernstig gevaar veroorzaakt of kan veroorzaken voor personen. Dit betekent dat gedurende de schorsingstermijn en vanaf het moment van intrekken geen activiteiten binnen het toepassingsgebied van het desbetreffende Certificaat uitgevoerd mogen worden. Tot schorsing wordt overgegaan indien herstel mogelijk wordt geacht. Het bedrijf krijgt een “X” periode (schorsingsperiode) om aan te tonen dat aan de geldige kwalificaties wordt voldaan3. Het is aan de Certificerende Instelling om de schorsingstermijn te bepalen4. Tot intrekking wordt overgegaan indien herstelmaatregelen(zoals bedoeld bij schorsing) niet mogelijk worden geacht en vindt plaats wanneer: Geconstateerd is dat niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor certificering (zie paragraaf 1.3 “Voorwaarde certificering”); Geconstateerd is dat het bedrijf in niet of niet volledig5 niet aan de eisen vanuit de Certificeringsregeling voldoet.
1.3 Voorwaarden certificering
Voorwaarde om gecertificeerd Personeelsteller of werkplekbeveiliger te worden, zijn onder te verdelen in twee soorten: Generieke eisen; van toepassing voor zowel het stellen van personeel als werkplekbeveiliging;
2
Alleen de Certificerende Instellingen kunnen overgaan tot schorsing of intrekking van het door hen afgegeven Certificaat. 3 Voor schorsingsduur zie NEN-EN-ISO 17021. 4 Schorsingstermijn is afhankelijk van de benodigde tijd om de gewenste / verplichte herstel maatregelen te treffen. 5 Herstelmaatregelen (zoals bedoeld bij schorsen) worden in dit geval niet mogelijk geacht. Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
7/21
1.4 Klachten/ op- en aanmerkingen
1.5 Verklaring Gekwalificeerd personeel
Specifieke eisen voor respectievelijk het stellen van personeel en werkplekbeveiliging.
Klachten en op- of aanmerkingen met betrekking tot onderliggende regeling of de desbetreffende Certificerende Instelling, kunnen schriftelijk worden ingediend bij Stichting railAlert (
[email protected]). Door certificering als Personeelsteller of Werkplekbeveiliger verklaart een bedrijf dat het door haar in te zetten personeel6 te allen tijde aantoonbaar Gekwalificeerd is voor de uitoefening van zijn/haar functie gedurende de periode van de van toepassing zijnde werkzaamheden.
6
Het betreft hier zowel personeel in loondienst als ingehuurd personeel.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
8/21
2
Generieke eisen
In dit hoofdstuk staan generieke eisen voor Werkplekbeveiligingsbedrijven en Personeelstellers. In de volgende hoofdstukken staan per bedrijfstype specifieke eisen. 2.1 Organisatorische eisen
2.2 Wet- / regelgeving en normering
Generieke organisatorische eisen: Het bedrijf dient zijn activiteit als Personeelsteller of werkplekbeveiliger statutair en/of reglementair vastgelegd te hebben; Het bedrijf dient ingeschreven te zijn bij de Kamer van Koophandel of zusterorganisaties binnen de Europese Unie; Een organisatie komt in aanmerking voor het railAlert Certificaat Personeelstellen of Werkplekbeveiligen als zij aantoonbaar in staat is kwaliteit en inzetbaarheid van de in te zetten mensen te borgen. Concreet zijn daartoe de volgende organisatievormen toegestaan: BV, een maatschap of vereniging, die exclusief kunnen beschikken over minimaal vijf Gekwalificeerde8 functionarissen genoemd in het overzicht van taken en functies van toepassing op deze regeling (Bijlage 3). Daarbij gelden de volgende randvoorwaarden: o Een ZZP-er kan slechts bij 1 (gecertificeerde) organisatie, zoals bedoeld in het bovenstaande, onder contract staan. o Een nul-uren contract wordt niet beschouwd als “onder contract staan”. Andere organisatievormen zijn slechts toegestaan na toestemming van de werkkamer systeemcertificering van de stichting railAlert. Het bedrijf dient voor haar dienstverlening een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering te hebben afgesloten; Het bedrijf dient voor zowel het aannemen van opdracht als het in/verhuren van personeel aantoonbare contractuele verplichtingen te zijn aangegaan met de desbetreffende organisaties (Opdrachtgever en/of het bedrijf dat het personeel stelt); Generieke wet- / regelgeving en normering eisen: De van toepassing zijnde wet- en regelgeving: (o.a. Spoorwegwet, Arbeidsomstandighedenwet en hiervan afgeleide regelgeving NVW / VVW en arbocatalogus); Een geldig7 NEN-EN-ISO 9001 Certificaat, afgegeven door een geaccrediteerde Certificerende Instelling, met een overeenkomstig toepassingsgebied voor personeel stellen en/of werkplekbeveiliging; Het bedrijf heeft een managementsysteem conform de NEN-EN-ISO 9001 die is toegespitst op het desbetreffende toepassingsgebied. Denk hierbij oa. aan kwaliteitsbeleid, verantwoordelijkheid, bevoegdheid en communicatie, processen ten behoeve van beheersing en borging, aantoonbaarheid middels registraties, kwalificaties van personeel, directiebeoordeling en continu 7
Geldig gedurende de looptijd van het Certificaat personeelstellen of werkplekbeveiliging
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
9/21
verbeteren met betrekking tot de activiteiten als Personeelsteller of werkplekbeveiliger.
2.3 Inhoudelijke eisen
Generieke inhoudelijke eis: Met de certificering als Personeelsteller of Werkplekbeveiliger, verklaart een bedrijf dat het desbetreffende personeel voldoende frequent (aantoonbaar) vakinhoudelijke begeleid is door vakinhoudelijk leidinggevende(n). Voor personeel dat beschikbaar gesteld wordt (dit geldt voor eigen en inhuurpersoneel) ten behoeven van werkplekbeveiliging, geldt dat: Zij taken en functies uitvoeren uitoefenen die zijn vermeld in het overzicht van taken en functies van toepassing op deze regeling (Bijlage 3). Deze functies moeten voldoen aan de door railAlert gestelde (vakbekwaamheids-) eisen8. Het personeel dat gesteld wordt, moet zijn of haar vakbekwaamheid kunnen aantonen. voor alle medewerkers die taken of functies genoemd in Bijlage 3 uitoefenen geldt een minimum van: o Jaarlijks 400 uur aantoonbaar werkzaam geweest in één van die taken of functies verspreid over het hele jaar met een maximum van 4 maanden tussen uitoefening van één van de in Bijlage 3 genoemde functies; o of jaarlijks minimaal 0,6 FTE werkzaam zijn binnen de railinfrastructuur.
2.3.1. Kwalificaties personeel
De bekleders van de taken of functies zoals vermeldt in Bijlage 3 dienen de Nederlandse taal te beheersen, zoals vermeld in de desbetreffende persoonscertificering van railAlert. 2.4 Bekwaamheid, bewustwording en training
Naast de in de generieke eisen dient aan de volgende bekwaamheids-, bewustwordings- en trainingseisen voldaan te worden: Vakinhoudelijke begeleiding: Het bedrijf moet aantoonbaar invulling geven aan het vakinhoudelijk begeleiden van werknemers als vermeld in het “Reglement voor de beoordeling van de vakbekwaamheid” (www.railalert.nl). Er dienen personen te zijn aangewezen die vakinhoudelijk leidinggeven en die dienen minimaal te beschikken over een geldige bevoegdheid WB-U of V&G-C-U; Het bedrijf moet personen die de vakinhoudelijke begeleiding verzorgen schriftelijk aanwijzen en bij aanwijzing van meerdere personen de verantwoordelijkheden over deze personen aantoonbaar verdelen; Bij indiensttreding (en zoveel vaker als nodig is ) dienen de personen die de te onderscheiden taken of functies genoemd in Bijlage 3 uitoefenen
8
Vakbekwaamheidseisen vanuit de certificeringschema’s opgesteld door de werkkamer Persoonscertificering (www.railalert.nl). Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
10/21
aantoonbaar vakinhoudelijk beoordeeld, geïnstrueerd en gecorrigeerd te worden, door een daartoe aangewezen vakinhoudelijk deskundige; De personen die verantwoordelijk zijn voor de vakinhoudelijke begeleiding moeten van personen waarvoor een vakbekwaamheidsbeperking geldt vaststellen onder welke omstandigheden deze persoon als gevolg van die beperkingen geen werkzaamheden mag uitvoeren. De personen die verantwoordelijk zijn voor de vakinhoudelijke begeleiding moeten naar aanleiding van afwijkingen of wijzigingen in wet- en regelgeving minimaal één maal per jaar aanvullende beoordeling (dient zowel theorie als praktijk af te dekken), instructie en correctie uitvoeren voor de personen die de te onderscheiden taken of functies genoemd in Bijlage 3 aantoonbaar uitoefenen.
Praktijkbeoordeling9: Het bedrijf beschikt over één of meer personen die in het bezit te zijn van een geldig persoonscertificaat “Praktijkbeoordelaar NVW”10 van de Stichting railAlert. Het bedrijf moet personen die de praktijkbeoordeling verzorgen schriftelijk aanwijzen en bij aanwijzing van meerdere personen de verantwoordelijkheden over deze personen aantoonbaar te verdelen; Het bedrijf moet een continue aantoonbare bijdrage leveren aan de kennis, kunde en ervaring ontwikkeling en houding en gedrag van de in te zetten veiligheidsfunctionarissen. Aandachtspunten hierbij zijn: Het leren van fouten; Opgetreden veiligheidsincidenten; Kennis hebben van de van toepassing zijnde wet- regelgeving; Kennisnemen van wijzigingen in de van toepassing zijnde wet- en regelgeving; Het uitbannen van ongewenste houding en gedrag; Het leren van opgedane ervaringen; Het jaarlijks beoordelen in theorie en praktijk. Jaarlijks beoordelen van medewerkers.
9
Zie certificeringschema’s kritische veiligheidstaken (www.railalert.nl). Zie Certificeringschema “Praktijkbeoordelaar NVW-Taken” www.railalert.nl
10
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
11/21
3 3.1 Algemeen
3.1.1. Specifieke eisen
3.2 Inhoudelijke eisen
3.2.1. Aanvraag / contract
Certificeringeisen Personeelstellen
In dit hoofdstuk zijn de kaders beschreven waaraan bedrijven moeten voldoen die personeel beschikbaar stellen voor kritische veiligheidsfuncties. Dit kunnen alleen zelfstandige bedrijven zijn die personeel verhuren, detacheren, uitzenden of op een andere wijze beschikbaar stellen. Personeelstelling mag alleen geschieden door een gecertificeerd bedrijf11. Een bedrijf kan slechts gecertificeerd worden door een Certificerende Instelling met een geldig contract met Stichting railAlert. Naast de in Hoofdstuk 2 opgenomen generieke eisen, zijn er voor personeelstellen onderstaande specifieke eisen van kracht: Het managementsysteem dient het toepassingsgebied van personeelstellen volledig af te dekken conform NEN-EN-ISO 9001, waarin tenminste: o een beleidsverklaring betreffende de scope van de werkzaamheden o jaarlijks te realiseren veiligheidsdoelstellingen zijn vastgesteld; o registratie (veiligheid-)incidenten en uitgevoerde onderzoeksrapporten; Het bedrijf moet een vertegenwoordiger aanstellen die de bevoegdheid heeft om namens de Personeelsteller afspraken te maken met het bedrijf dat verantwoordelijk is voor de werkplekbeveiliging; Het is verboden veiligheidsfunctionarissen die niet voldoen aan de taak of functie verbonden medische en psychologische eisen beschikbaar te stellen ten behoeve van het vervullen van veiligheidsfuncties en/of veiligheidstaken; Binnen het proces van personeelstellen van de Personeelsteller, met de gevraagde kennis en kunde, dient door de Personeelsteller aan de in deze paragraaf genoemde inhoudelijke eisen voldaan te worden. Bij de vraag naar werkplekbeveiligingspersoneel wordt door de Personeelsteller er op toegezien dat: contractueel afspraken aantoonbaar vastgelegd zijn; per specifiek project aantoonbaar overeengekomen zijn: o de specifieke V&G-risico's, o de getroffen beheersmaatregelen, o vastgestelde en beschikbaar gestelde werkplekbeveiligingsmiddelen o de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen, o opleidings- en ervaringseisen. o vereiste persoonscertificeringen De Personeelsteller gaat na of de bezorgde informatie ter beschikking is gesteld.
11
Voor de ProRail railinfrastructuur geldt dat het bedrijf ook door ProRail erkend moet zijn.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
12/21
Minimumeisen: Door de werkplekbeveiliger (inlener) is aantoonbaar aangegeven aan de Personeelsteller: o functienaam; o plaats, afdeling en werkomgeving; o uit te voeren werkzaamheden en taken; o risicovolle taken en beheersmaatregelen van de taak en werkplek; o vereiste medische en psychologische geschiktheid. De toegepaste persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM), gebaseerd op de risico's bij het werkplekbeveiligingswerk, zijn bij de aanvraag duidelijk aangegeven: o aanwezige risico's (gevaarlijke stoffen, machines, situaties, processen); o welke PBM worden toegepast om deze risico's te beheersen; o wie de PBM verzorgt (Personeelsteller of Werkplekbeveiliger); o wie de gebruiksinstructie PBM geeft (Personeelsteller of Werkplekbeveiliger). De aanvraag geeft met betrekking tot vereiste certificaten & ervaring duidelijk aan: o vakopleiding / opleidingsniveau; o ervaring; o taalvaardigheid; o het in bezit zijn van een geldig certifìcaat / attest / diploma; Basisveiligheid VCA, tenzij in de aanvraag vermeld en door de werkplekbeveiliger (inlener) gemotiveerd dat basisveiligheid VCA niet verplicht is; o eisen in verband met risicovolle taken; o andere relevante gevolgde opleidingen. 3.2.2. Selectie proces
Werkplekbeveiligingspersoneel kunnen selecteren dat voldoet aan de eisen vastgelegd door de werkplekbeveiliger (inlener). Minimumeisen: Overzicht van beschikbaar werkplekbeveiligingspersoneel Persoonlijke dossiers van uitzendkrachten die toegankelijk zijn voor de intercedent(en) Selectieprocedure van uitzendkracht(en) die voldoen aan de in paragraaf 4.1 gestelde eisen; Een afwijking of uitzondering ten aanzien van de gestelde eisen in de aanvraag wordt voorgelegd aan de werkplekbeveiliger (inlener) voordat de definitieve selectie plaatsvindt. In dat geval worden bijkomende voorzorgsmaatregelen of afspraken vastgelegd op de selectie- of aanvraagdocument(en). De werkplekbeveiliger (inlener) gaat akkoord met de afwijkende selectie. Wanneer er een afwijking is tussen de aanvraag en de selectie wordt hiervan notitie gemaakt door de Personeelsteller (datum, naam, functie). N.B.: Indien geen afwijking of uitzondering heeft plaatsgevonden, wordt dit aantoonbaar positief beantwoord. Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
13/21
3.2.3. Specifieke functie eisen
Het werkplekbeveiligingspersoneel heeft kennis van de specifieke V&G-risico's en de VGM-regels en -voorschriften die van toepassing zijn op de locatie waar het tewerkgesteld wordt. Minimumeisen: werkplekbeveiligingspersoneel wordt door de Personeelsteller geïnformeerd over de uitzending, de risico's en beheersmaatregelen van de taak waarin zij worden geplaatst; werkplekbeveiligingspersoneel heeft aantoonbaar kennis genomen van de sector-/branchespecifieke V&G-regels en –voorschriften; werkplekbeveiligingspersoneel is op de hoogte gesteld van de bij de werkplekbeveiliger (inlener) voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen en wordt geïnstrueerd over het juiste gebruik hiervan; werkplekbeveiligingspersoneel heeft er aantoonbaar kennis van genomen of een bewijs van medische en psychologische geschiktheid vereist is; werkplekbeveiligingspersoneel heeft aantoonbaar kennis genomen van de meldingsprocedure bij ongevallen met verzuim/werkverlet werkplekbeveiligingspersoneel heeft aantoonbaar kennis genomen van de mogelijkheid om op eigen initiatief een Gekwalificeerde medisch deskundige bedrijfsarts (NL) of preventieadviseur arbeidsgeneesheer (BE) te raadplegen voor arbeidsgerelateerde gezondheidsklachten.
3.2.4. Controle gemaakte afspraken
Aantoonbare controle of het geplaatste werkplekbeveiligingspersoneel de afgesproken werkzaamheden uitvoert, de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, op de hoogte zijn gebracht van de geldende V&G-regels en medisch en psychologisch geschikt zijn om de werkzaamheden uit te voeren. Minimumeisen: Vastgelegd is op welk moment en op welke wijze tijdens de uitzending controles plaatsvinden. Dit is afhankelijk van de uitzending, van het werkplekbeveiligingspersoneel en van de relatie met de werkplekbeveiliger (inlener); Instructies geven duidelijk aan wat, wanneer en door wie de controles worden uitgevoerd; Resultaten van de controles worden vastgelegd; Jaarlijks aantal controlebezoeken: minimaal 10% van het klantenbestand; Opvolging van eventueel te nemen verbeteracties.
3.2.5. Evaluatie
Het optimaliseren van de aanvraag, selectie en plaatsing met het oog op het verbeteren van de veiligheid en gezondheid voor het werkplekbeveiligingspersoneel op een werkplek.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
14/21
Minimumeisen: instructies: wanneer, door wie en op welke wijze evaluaties plaatsvinden; bij afwijkingen of negatieve respons uit de evaluatie is aantoonbaar: o de bespreking hiervan binnen de uitzendorganisatie; o aanwijzing van verantwoordelijk persoon voor verdere afhandeling of actie; o de follow-up van eventueel te nemen verbeteracties. Voor personeel dat beschikbaar gesteld wordt geldt dat zij taken uitvoeren c.q. functies uitoefenen die zijn vermeld in het “Overzicht van taken en functies van toepassing op deze regeling” (zie Bijlage 3). Deze functies moeten voldoen aan de door railAlert gestelde (vakbekwaamheids-) eisen. Het personeel dat gesteld wordt, moet zijn of haar vakbekwaamheid kunnen aantonen.
3.3 Kwalificaties personeel
3.3.1. Beschikbaarheid veiligheidskundige
Het bedrijf dat personeel beschikbaar stelt moet aantonen dat het zich ten behoeve van het inrichten en onderhouden van het managementsysteem laat ondersteunen door een veiligheidskundige met een in Nederland geldig diploma van minimaal middelbaar veiligheidskundige (MVK). Deze functionaris moet aantoonbaar inhoudelijk betrokken zijn, middels: Voor eigen personeel vastgelegd in een functieprofiel en arbeidsovereenkomst; Bij inhuur dienen de activiteiten en inzet van de middelbaar veiligheidskundige (MVK) middels een overeenkomst aantoonbaar te zijn.
3.4 Bevoegdheidbewijs
Het personeel dat gesteld wordt dient de beschikking te hebben over een geldig bevoegdheidsbewijs (veiligheidspaspoort) en toegangsbewijs conform vigerende regelingen van railinfrabeheerders 12: De Personeelsteller is verantwoordelijk voor het uitgeven, beheren en registreren van het bevoegdheidsbewijs (veiligheidspaspoort); De Personeelsteller is verantwoordelijk om aantoonbaar toe te zien dat per project waar zijn personeel gesteld wordt, door de Werkplekbeveiliger een geldig van toepassing zijnd toegangsbewijs inclusief duidelijke instructie wordt gegeven.
3.5 Werkplek
Het bedrijf moet, voorafgaand aan het beschikbaar stellen van personeel bij het werkplekbeveiligingsbedrijf vaststellen of de verstrekte gegevens overeenkomen met de werkelijke situatie.
12
Bijvoorbeeld ProRail “Procedure Verklaring Bewijs van Toegang” (procedure ACD00122).
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
15/21
4
Certificeringeisen Werkplekbeveiliging
In dit hoofdstuk zijn de kaders beschreven voor de uitoefening van werkplekbeveiligingsactiviteiten in de railinfrastructuur (inclusief het stellen van personeel). Werkplekbeveiliging mag alleen geschieden door een door Stichting railAlert gecertificeerd bedrijf (en voor de ProRail railinfrastructuur, dat deze door ProRail erkend is).
4.1 Algemeen
4.1.1. Specifieke eisen
Naast de in Hoofdstuk 2 opgenomen generieke eisen, zijn er voor werkplekbeveiliger onderstaande specifieke eisen van kracht: Een startend Werkplekbeveiligingsbedrijf mag pas werkplekbeveiligingsactiviteiten uitoefenen indien het aantoonbaar voldoet aan de voorwaarde dat het minimaal een één jaar aantoonbaar personeel gesteld heeft als gecertificeerd Personeelsteller (blijkende uit zowel een positieve document- als implementatieaudit). Aangevuld met de eis dat in deze periode (het halfjaar personeelstellen gedurende de instapperiode) het proces van werkplekbeveiligen (zie processchema’s paragraaf 4.2) aantoonbaar bij een Werkplekbeveiliger door de Personeelsteller wordt ingevuld met eigen personeel en het Handboek Werkplekbeveiligen aansluit op deze procesgang. Geldig13 VCA of OHSAS 18001 Certificaat waarin werkplekbeveiliging onderdeel uitmaakt van het toepassingsgebied;Het managementsysteem dient het toepassingsgebied van werkplekbeveiliger volledig af te dekken conform NEN-EN-ISO 9001; Het bedrijf moet een vertegenwoordiger aanstellen die de bevoegdheid heeft om namens de werkplekbeveiliger afspraken te maken met haar Opdrachtgever en wanneer nodig haar eigen onderaannemers / Personeelsteller (s); Het in onderaanneming laten uitvoeren van werkplekbeveiligingsactiviteiten is alleen toegestaan door gecertificeerde werkplekbeveiligingsbedrijven. Het bedrijf huurt alleen personeel voor werkplekbeveiligingsactiviteiten in bij een gecertificeerde Personeelsteller of werkplekbeveiliger.
4.1.2. Beschikbaarheid veiligheidskundige
Als werkplekbeveiliger wordt u geacht tevens personeel te kunnen stellen; Het bedrijf dat werkplekbeveiligingsactiviteiten uitvoert zal moeten aantonen dat het zich ten behoeve van het inrichten en onderhouden van het managementsysteem laat ondersteunen door een veiligheidskundige met een in Nederland geldig diploma van minimaal middelbaar veiligheidskundige (MVK), voor minimaal 0,5 FTE op jaar basis. Deze functionaris moet aantoonbaar inhoudelijk betrokken zijn.
13
Geldig gedurende de looptijd van het Certificaat werkplekbeveiliging
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
16/21
4.2 Werkplekbeveiligsproces
Onder het Werkplekbeveiligingsproces wordt het in figuur 2 opgenomen processchema bedoeld:
Informatie
voorbereiden
Oplevering infra
Uitvoering
Evaluatie
Opdrachtgever
Figuur 2: Werkplekbeveiligingsproces
Gedurende het gehele Werkplekbeveiligingsproces geldt dat het te certificeren bedrijf minimaal één 52-urige buitendienststelling geheel met eigen personeel14 kan uitvoeren. 4.2.1. Informatie Opdrachtgever
De werkplekbeveiliger moet de door de Opdrachtgever verstrekte informatie te allen tijde vooraf beoordelen op juistheid, consistentie en volledigheid. Bij twijfel hieraan dient, voorafgaande aan de werkzaamheden, dit aantoonbaar kenbaar gemaakt te worden aan de Opdrachtgever.
4.2.2. Voorbereiden werkplekbeveiliging
Gedurende de gehele voorbereiding Werkplekbeveiliging geldt dat: Het bedrijf specifiek per project een splitsing met vrijgave moment aanbrengt tussen alle hierna genoemde processtappen, zie figuur 3. Binnen een project de ontwerpende15 (WB-O), voorbereidende (WB-V) en uitvoerende(WB-U) taken niet tegelijkertijd worden vervuld en dient een aantoonbare overdracht plaats te vinden (WB-O) voorbereidende (WB-V) uitvoerende (WB-U).
Ontwerpen veilige werkplek
WB-O
Controle
voorbereiden
Controle
veilige werkplek
WB-V
Inrichten veilige werkplek
WB-U
Figuur 3: Werkvoorbereiding Werkplekbeveiliging Ontwerp – voorbereiding – inrichting
Werkplek: De werkplekbeveiliger moet voorafgaand, aan de voorbereiding, het inrichten van de veilige werkplek en het beschikbaar stellen van personeel, vaststellen of de situatie volgens de door de Opdrachtgever verstrekte gegevens overeenkomt met de werkelijke situatie. 14 15
Nuluren overeenkomsten zijn uitgesloten. Hieronder wordt geen ontwerp verstaan zoals bedoeld in de NEN-EN-ISO 9001.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
17/21
4.2.3. Uitvoeren werkplekbeveiliging
Eisen met betrekking tot het uitvoeren van werkplekbeveiligingsactiviteiten: Het bedrijf moet aantoonbaar de werkplekbeveiligingsopdrachten steeds met minimaal 50% eigen16 LWB-capaciteit uitvoeren; Indien werkplekbeveiligingsmiddelen onderdeel uitmaken van de overdracht van werkplekbeveiligingsactiviteiten: o dienen de toegepaste werkplekbeveiligingsmiddelen mede aantoonbaar overgedragen te worden; o dient controle plaatst te vinden m.b.t. het juiste functioneren van deze werkplekbeveiligingsmiddelen na iedere overdracht. Deze controle kan de LWB fysiek (laten) uitvoeren of vaststellen na overleg met de Treindienstleider. De controle dient aantoonbaar te zijn; o basis voor overdracht en controle op werkplekbeveiligingsmiddelen is de afgegeven WBI. Het bedrijf moet borgen dat voor haar werkplekbeveiligingsactiviteiten alle op of aan de infrastructuur aangebrachte werkplekbeveiligingsmiddelen goed functioneren en de railinfrastructuur niet beschadigen.
4.2.4. Opleveren infra
Voor vrijgave van de railinfra aan de desbetreffende railinfrabeheerder dienen, na afronding van alle werkzaamheden, al het personeel en (werkplekbeveiligings-) middelen van de werkplek te zijn verwijderd.
4.2.5. Evaluatie
Evaluaties dienen aantoonbaar uitgevoerd te worden conform de richtlijnen NVW / VVW (zie www.railalert.nl).
4.3 Werkplekbeveiligings middelen
Het bedrijf moet: de bedrijfsinrichting en de bedrijfsmiddelen bepalen, beschikbaar stellen en tijdig onderhouden en keuren, die nodig zijn om het gehele werkplekbeveiligingsproces [werkvoorbereiding, uitvoering en evaluatie] te beheersen en te borgen van de te onderscheiden kwalificaties die gesteld worden aan het beschikbaar stellen van personeel en middelen. Onderhouds- en testfrequenties vast leggen welke inzichtelijk maken dat voldaan wordt aan de gestelde eisen met betrekking tot keuring van werkplekbeveiligingsmiddelen. Er op toezien dat de veiligheidsfunctionarissen tijdens de uitvoering van de werkzaamheden altijd de voorgeschreven uitrusting en werkplekbeveiligingsmiddelen17 bij zich hebben. Indien van toepassing moeten werkplekbeveiligingsmiddelen zijn vrijgegeven voor gebruik in de railinfrastructuur. Personeel aantoonbaar instrueren betreffende het juiste gebruik van werkplekbeveiligingsmiddelen.
16 17
In eigen dienst verband. Staat in het NVW / VVW
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
18/21
4.4 Bevoegdheidbewijs
Het bedrijf moet beschikken over een procedure voor het verstrekken, bijhouden en innemen van bevoegdheidsbewijzen (veiligheidspaspoorten) conform vigerende regelingen van railinfrabeheerders 18 voor het personeel dat ingezet wordt op haar specifieke projecten. De werkplekbeveiliger is verantwoordelijk om aantoonbaar toe te zien dat per project waar zijn of inhuur personeel gesteld wordt toe te zien dat het personeel Gekwalificeerd is om de werkzaamheden uit te voeren. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de toegang tot railinfra en de daarbij behorende eisen gesteld door de desbetreffende railinfrabeheerder19.
18 19
Bijvoorbeeld ProRail “Procedure Verklaring Bewijs van Toegang” (procedure ACD00122). Bijvoorbeeld ProRail “Procedure Verklaring Bewijs van Toegang” (procedure ACD00122).
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
19/21
5
Bijlagen
De Bijlagen zijn opgenomen in een separaat document. Nr. 1 2 3 4
Titel Termen en definities Wijzigingsoverzicht t.o.v. versie april 2010 Overzicht van taken en functies van toepassing op deze regeling Wijzigingsoverzicht t.o.v. versie april 2010
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
Versie 1.0 1.0 1.1
Datum 10 april 2012 10 april 2012 15 mei 2012
1.0
10 april 2012
20/21
Colofon Eigenaar
Stichting railAlert Admiraal Helfrichlaan 1 3527 KV Utrecht www.railalert.nl
Telefoon 030 2874481 Telefax 030 2874312 Uitgave Werkkamer Status
Stichting railALert Certificering Definitief
Versie Auteur
Datum
Omschrijving
Vrijgegeven door
1.0
19-02-2009
Certificatieregeling werkplekbeveiliging
Bestuur Stichting
Bestaande uit:
railAlert
Werkkamer systeemcertificering
Deel 1: Certificatieschema werkplekbeveiliging en Personeelsteller volgens ISO 9001 Deel 2: Certificatieschema Personeelsteller volgens ISO 9001 Deel 3: Organisatie en werkwijze van de Certificatieinstellingen volgens ISO 17021 (handhaving) 2.0
Werkkamer
08-04-2010
Zie versie 1.0
03-04-2004
Zie Bijlage 4
25-04-2012
In paragraaf 1.2.5 voorwaarden m.b.t.
systeemcertificering 3.0
Werkkamer
Bestuur Stichting railAlert
systeemcertificering 3.1
Henk Jan Visser
schorsen verhelderd. 3.2
Henk Jan Visser Michel Jungschläger
15-05-2012
Wijzigen naam bijlage 3 i.v.m. mogelijke verwarring Toegevoegd in 3.1.1. beleid, jaarlijkse veiligheidsdoelstellingen en registratie. In 3.4 formulering toegangsbewijs gewijzigde i.v.m. mogelijke verwarring.
Certificeringsregeling personeelstellen en werkplekbeveiliging d.d. 31 mei 2012 - versie 3.4
21/21
3.3
Henk Jan Visser
22-05-2012
In voorwoord doelstelling van stichting railAlert en deze regeling toegevoegd. Correctie op fout in paragraaf 1.1.1: vereisen hoofdstuk 4 voor Personeelstellers verwijderd. Volgorde processtappen in paragraaf 1.2.1 gewijzigd. In paragraaf 1.2.5 toegevoegd dat beslissing in consencus tussen CI en railAlert genomen wordt.
3.4
Henk Jan Visser
31-05-2012
Diverse tekstuele aanpassingen n.a.v. juridische toetsing.