Centrumharmonie klaar voor zomerse concertreis naar Parijs “Het probleem zal zijn: is dat podium wel groot genoeg?” Het duurt nog een kleine drie maanden, maar het zijn toevallig de maanden die het snelst voorbij gaan. En dus zal het snel augustus zijn. Op vrijdag 24 augustus, in alle vroegte, vertrekt de zo goed als volledige Centrumharmonie, plus echtgenoten en andere aanhangsels, plus de nodige sympathisanten naar Parijs. De grootste Geelse harmonie gaat er twee openluchtconcerten spelen op unieke Parijse locaties: de zaterdag op het Champs de Mars (onder de Eiffeltoren) en de zondag in de Jardin de Luxembourg. Ook een ontvangst in de Belgische ambassade zit in de pijplijn, en omdat zowel het Zeuntcomité als het Nieuwsblad van Geel (onze lezersreis - zie elders!) dat weekend hun kop op Parijs hebben gezet, zal het Geels die dagen niet van de lucht zijn in de Lichtstad. Deze concertreis is een mijlpaal in de geschiedenis van de Centrumharmonie, die vier jaar na de fusie van de Liberale Harmonie St.Cecilia en de Kring duidelijk op kruissnelheid is gekomen. Dirigent Jef Verheyden en de bestuursleden Guy Peeters, Fonsy Bellinckx en Cis Sterckx blikken nu al even op dat Parijse avontuur vooruit. Een Geelse harmonie die straks grote show gaat geven in Parijs? Het klinkt ietwat ongelofelijk, maar het gaat er van komen! Dat de Centrumharmonie niet zonder ambitie door het leven stapt, kon een volle Werft eind april al vaststellen: hun vierde Opus-editie was verpletterend goed. Tot begin deze maand was de Centrumharmonie trouwens druk bezig met het openen van nieuwe markten en het concerteren in slecht weer op Sint-Amandse parochiefeesten. Vanaf nu gaat ze het wat rustiger aan doen: examens, vakantie... “We laten onze muzikanten rustig toeleven naar Parijs”, zeggen onze gesprekspartners. Want dat wordt een exploot van jewelste, daar mag je zeker van zijn. Heren, hoe zijn jullie op het idee gekomen om in - godbetert! - Parijs te gaan concerteren? Guy Peeters: Bij pot en pint, natuurlijk. Onze daguitstap naar Ieper in 2010, die op elk vlak een succes was, deed ons al naar meer verlangen. Het gedacht aan een driedaagse concertreis is toen geboren. Jef Verheyden: We hebben vorig jaar ook de artiestenmis in de Carolus Borromeuskerk gespeeld, met aansluitend een ontspanningsprogramma, en ook dat is enorm meegevallen. Iedereen vond het bijzonder prettig om met de hele groep op stap te zijn. En mensen willen hun grenzen altijd wat verleggen, hé. Dus begonnen we al snel aan een verlengd weekend te denken. Fonsy Bellinckx: We kennen nog andere orkesten die zulke concertreizen gemaakt hebben, en op basis van hun ervaringen vonden we dat het ook wel iets voor ons was. De vraag was alleen: waar gaan we naartoe? Als je met 130 à 140 mensen in een stad wil verblijven, heb je iemand nodig met terreinkennis én ervaring met grotere groepen. Maar wij hebben Guy in ons bestuur, die al jaren met zijn school naar Parijs trekt en de stad goed kent. De keuze was dus snel gemaakt, en we denken niet dat het een slechte is! Mij hoor je het tegendeel niet beweren. Maar het is natuurlijk ook wel een beetje omdat de Centrumharmonie momenteel in goeden doen is, niet? Jullie hebben de wind in de zeilen, de vereniging staat in bloei, en op de golven van die groepsdynamiek kun je vér varen. Guy Peeters: Dat klopt. Het is ook gebleken. In het begin vroegen we ons af hoeveel leden we mee naar Parijs zouden krijgen, maar de respons is enorm goed. Cis Sterckx: Het was een berekend risico, want we hadden er toch wel een goed oog in. We voelden dat onze leden zo’n trip echt wel zagen zitten, maar hoeveel zouden er effectief de stap zetten om zich in te schrijven, wisten we natuurlijk niet. Het is uiteindelijk een dik succes geworden, en dat heeft inderdaad te maken met de algemene sfeer die onze harmonie nu kenmerkt. De groepssfeer is optimaal, de kameraadschap is erg sterk, we spélen goed... Jef Verheyden: Volgens mij hebben we eind augustus heel de harmonie in de bus!
Guy Peeters: Dat zal niet veel schelen. Er twijfelden er in het begin een paar, maar na ons laatste concert (Opus IV, in de Werft, nvdr) zijn ook die over de brug gekomen. We wilden de kosten voor de muzikanten beperkt houden, en daar zijn we in gelukt. Hoe kijken de muzikanten aan tegen die reis? Zijn voor hen de concerten het belangrijkst of het toerisme? Cis Sterckx: Het is een combinatie van de twee, maar het spelen zelf komt voor hen op de tweede plaats, denk ik. Erbij zijn, samen met de vereniging dat avontuur aangaan, dat staat toch wel vooraan. Fonsy Bellinckx: De groep wordt zelf ook gewaar dat ze goed bezig zijn. We hebben iets te bieden waar we mee naar buiten durven komen. Dat is niet altijd zo geweest! Maar er heerst nu een groepsdynamiek die ons, na Ieper en de Carolus Borromeuskerk, het gevoel geeft dat we klaar zijn voor Parijs. Een zekere fierheid zit daar voor de muzikanten ook wel in, natuurlijk. Is Parijs wel groot genoeg? De Jardin de Luxembourg en het Champs de Mars bij de Eiffeltoren zijn dan ook niet de minste locaties. Hoe krijg je het voor mekaar om daar te gaan spelen? Guy Peeters: Feitelijk zijn er niet zoveel plaatsen in Parijs waar je zo’n openluchtconcerten kunt geven, maar die twee zijn wel heel mooi. Er zijn ter plaatse een aantal stedelijke en nationale instanties actief die op die podia een programma aanbieden, en die hebben graag dat wij komen spelen! Ze zijn vragende partij, zeker als het om buitenlandse orkesten gaat. Als je hen contacteert, moeten er wat formaliteiten vervuld worden, maar dan is dat snel in orde. Jef Verheyden: Een jaar geleden zijn we al eens prospectie gaan maken om een geschikt hotel en goede restaurants te vinden, maar ook om te zien of de kiosken wel groot genoeg zijn. Het zal niet simpel zijn om heel de harmonie daar een plaats op te geven! Fonsy Bellinckx: De Parijse organisatoren richten zich met die concerten vooral op de Parijzenaars zelf. Ze willen er een picnicgebeuren van maken. Oorspronkelijk speelden we zaterdags om 16.30 en zondags om 11 uur, maar het concert van zaterdag is in twee stappen vervroegd naar 12.30 uur. Er wordt op een zomerse middagambiance gemikt. Jullie maken de verplaatsing met twee bussen. En jullie instrumenten? Guy Peeters: Die komen met de vrachtwagen achterna. Dat is trouwens een flink pak materiaal geworden, want de laatste jaren hebben we daar sterk in geïnvesteerd. Vooral in slagwerk! Dat gamma is nu praktisch volledig. Pauken, buisklokken, vibrafoon... alles is er. Dat wordt een volle camion. Met hoeveel muzikanten gaan jullie effectief spelen? Guy Peeters: Er zal 66 of 67 man op het podium staan. Da’s een serieus orkest, ja. Fonsy Bellinckx: Voor zover we dat na onze prospectie kunnen inschatten, gaan de podia veel te klein zijn. We zullen dat probleem ter plaats moeten oplossen. In juni trekken we nog eens naar Parijs om alles goed uit te kienen en de beschikbare ruimte af te meten. Bij Opus IV in de Werft hadden we een podium van 120 meter2, en daar ging al 36 meter2 alleen naar ons slagwerk! Guy Peeters: Oei, het podium van het Champs de Mars is maar 74 m2. De helft daarvan zou dan naar het slagwerk gaan. Fonsy Bellinckx: ’t Is daarom, Guy: we gaan daar een oplossing voor moeten improviseren. Het orkest vóór de kiosk opstellen, misschien? We vinden er wel iets op. Jef Verheyden: In theorie kunnen we ook zeggen: we laten wat slagwerk thuis. Maar dan moeten we ook muzikanten thuislaten, en dat willen we niet. Iedereen mag meespelen! De laatste maand was voor jullie behoorlijk druk. Eerst Opus IV, dan de opening van de nieuwe Markt, een week later ook het evenement van de parochie Sint-Amands... Moeten we dat allemaal als voorbereiding op de Parijse concerten aanzien?
Jef Verheyden: Opus IV wel, de andere twee optredens minder. Op 19 augustus spelen we de eigenlijke try out van onze Parijse concerten. Dan brengen we het programma dat we ginder zullen spelen eerst eens op de Markt van Geel, tijdens een aperitiefconcert tijdens de Eurofeesten. Dat is onze ‘generale repetitie’, waarop de Gelenaars eens kunnen horen wat we daar in Parijs gaan brengen. Aan zo’n avontuur zijn ook risico’s verbonden. Waar liggen die? Ernaast spelen? Erdoor vallen? Jef Verheyden: Om het op muzikaal vlak fout te doen lopen, moet er al veel gebeuren. De harmonie is goed geoefend. Daar ben ik niet bang voor. Guy Peeters: Wat ons het meest bezig houdt, is de omvang van de groep. Met 140 mensen drie dagen door Parijs trekken, dat is niet simpel. Alles zal bijzonder goed georganiseerd moeten worden. Cis Sterckx: We hebben ook flink wat jongeren bij, en dat stelt zo zijn eisen aan de begeleiding. Fonsy Bellinkx: Guy heeft daar ervaring genoeg mee! (lacht) Guy Peeters: We verplaatsen ons in Parijs ook met de bus, maar we weten niet hoe lang het duurt eer heel die groep telkens is opgestapt op het vertrek en is afgestapt op de bestemming. Dat zal van de groep zelf afhangen... 100 meter stappen in je eentje, duurt niet lang, maar met 140 man gaat daar tijd overheen. Dat is allemaal wat moeilijk in te schatten. We zullen in elk geval vooral onze timing in ’t oog moeten houden. Zeunt drinken, maar waar? Klopt het dat er ook een eventuele ontvangst in de Belgische ambassade op het programma staat? Guy Peeters: Dat zeg je juist: eventueel. De kans zit er dik in dat we daar ontvangen worden; dat zou op vrijdagnamiddag zijn, de eerste dag dat we in Parijs zijn. Cis Sterckx: We hebben het via Frans Peeters aan Yves Leterme laten vragen en we hebben goede hoop dat het in orde komt. Het zou niet alleen een grote eer zijn voor onze muzikanten, maar het zou ook een praktisch probleem kunnen oplossen. We hebben namelijk ook rendez-vous met het Zeuntcomité in Parijs, maar ... in de Jardin de Luxembourg mogen zij niet tappen, en onder de Eiffeltoren evenmin. Misschien dat we in de ambassade een receptie op zijn Geels kunnen organiseren? Het zou chic zijn! Guy Peeters: En alle Gelenaars die op dat moment in Parijs zijn, zijn dan natuurlijk welkom om een Zeuntje te komen drinken. Fonsy Bellinckx: Anders zoeken we natuurlijk een andere oplossing voor het Zeuntcomité. Had het in de Jardin de Luxembourg gekund, dat zou mooi geweest zijn. In de ambassade zal het ook mooi zijn. En anders? ... We vinden er wel iets op. Er zal in elk geval Zeunt zijn in Parijs! Is die reis voor jullie kostendekkend? Fonsy Bellinckx: Zo goed als. We bieden ze aan een minimumprijs aan aan onze muzikanten, maar we gaan hen nog aan het werk zetten om toch nog wat reserve te hebben. Verschiet niet als we binnenkort uitpakken met een wafelenverkoop van hier tot ginderachter. En van de allerbeste wafels, hé! Jef Verheyden: Voor de financiering van het nevenprogramma is dat altijd meegenomen. Het zou plezant zijn als we onze mensen daar iets konden aanbieden waar ze zelf geen kosten meer aan hebben. Vandaar dat we nog enkele niet-muzikale dingen organiseren om geld in 't laadje te brengen. Maar - bijvoorbeeld - als jullie op de Eurofeesten spelen, staat daar dan iets tegenover? Cis Sterckx: In dat geval toevallig wel, maar dat is raar gelopen. Oorspronkelijk waren wij namelijk zelf van plan om op 15 augustus een Moederdagconcert te organiseren op de site van het oud-Gasthuis. We zouden daar onze try out spelen, en ook allerlei Franse hapjes en wijn aanbieden om de reis wat extra te financieren. Maar later bleek dat het dan Eurofeesten waren, dat iedereen dan op de Markt zou zitten en dat ze ons daar ook graag zouden horen. We hebben ons eigen plan dan maar laten varen, en spelen de try out op de Markt. Om het verlies aan inkomsten te compenseren, krijgen we van de Eurofeesten een soort ‘uitkoopsom’.
Jef, je bent een zeer actieve muzikant. Drummen met Hooverphonic, als eens een vervanging gaan doen in een musical in Londen, lesgeven... en dan de Centrumharmonie erbij. Valt dat goed te combineren? Jef Verheyden: Ja hoor! Mijn weekends zijn meestal erg druk, maar repeteren op maandag is ideaal voor mij. En dan achteraf een pint gaan drinken onder vrienden... Ik geniet daar echt van. Wind in de zeilen Het komt mij voor dat in 2012 het concept van de fusieharmonie voor het eerst zijn volle deugdelijkheid aan het bewijzen is, en dat jullie nu de volle vruchten aan het plukken zijn van de samensmelting. Fonsy Bellinckx: Voor de buitenwereld kan dat zo lijken, maar wijzelf voelen dat al wel langer. Het nieuwe concept werkt inderdaad: Opus IV was zes weken op voorhand uitverkocht, dat is het beste bewijs. Dat is iets waar de twee harmonies apart altijd van blijven dromen zijn - en voor veel andere harmonies is het nog altijd een droom. Cis Sterckx: We beleven bovendien een constante groei. De mensen zien ons aan het werk en denken: tiens, misschien moet ik mijn instrument toch ook maar weer eens ter hand nemen. Er zijn weinig weken dat er zich geen nieuwe muzikant aanmeldt, en er zijn er héél weinig muzikanten die stoppen. Jef Verheyden: Ik heb straks nog een gesprek met een aantal jeugdmuzikanten, die bij de ‘grote’ harmonie wille komen... We zullen zien wat er uit voortkomt, maar dat we qua werving goed zitten, is duidelijk. Cis Sterckx: We wisten van in het begin dat de fusie dé weg was die we moesten volgen, maar als we zien waar we nu, in ons vierde jaar staan, dan overtreft dat op elk vlak onze stoutste verwachtingen. Zijn er veel ‘overlopers’? Muzikanten die van andere harmonies komen om bij jullie te spelen? Guy Peeters: Nee, en dat is ook niet de bedoeling. Zo werkt het ook niet in onze wereld. Wat wél zo is: veel van onze muzikanten spelen bij meer dan één harmonie, sommigen zelfs bij drie of vier. ‘Dubbelen’ met de harmonies van Ten Aard of Larum ligt wat moeilijk, omdat die net als wij op maandag repeteren, maar de relaties tussen de Geelse harmonies zijn goed. We proberen altijd naar mekaars optredens te gaan. Voor de rest werkt iedereen binnen zijn eigen kader, zonder mekaars muzikanten af te willen snoepen. Wat niet wil zeggen dat we niet voor iedereen openstaan, natuurlijk. Nieuwe leden zijn altijd welkom. Is het muzikale niveau dat jullie nu hebben hoger dan twee, drie jaar geleden? Cis Sterckx: Amai-nie! Je moet maar eens kijken welk een verschil er was tussen Opus I en Opus IV! Guy Peeters: Ja, dat is een ander orkest... Je kunt van een beginnend orkest - dat waren wij feitelijk, toen we fuseerden - nu eenmaal niet verwachten dat het meteen een hoog niveau haalt. Chantal Verheijen (de eerste dirigente na de fusie, nvdr.) heeft goed werk geleverd, en Jef levert nu superwerk! Omdat we weinig muzikanten zien afhaken, worden we telkens beter en beter. Jef Verheyden: Er zijn muzikanten bij van boven de 70, en zij vinden het nog altijd plezant. We zorgen er ook voor dat ze zich goed blijven voelen in de groep, bijvoorbeeld door er aparte partijtjes voor te schrijven. Iedereen moet blijven meekunnen! Wat is na Parijs het volgende project voor de Centrumharmonie? Guy Peeters: In 2013 gaan we voor de eerste keer een concours spelen. Dat wordt provinciaal georganiseerd, en er zijn zes afdelingen. Wij hebben er geen idee van waar wij op dat vlak staan. We willen ons nu eindelijk wel eens met andere orkesten meten, en een klassement krijgen. Een bijkomend argument is dat je dan ook provinciale subsidies krijgt, waar je instrumenten mee kunt kopen. Maar we doen het toch vooral om ons klassement te kennen. Fonsy Bellinckx: Dat zal in oktober-november volgend jaar zijn, en het uitgangspunt is dat we daar relaxed naartoe willen leven. Voor optredens in het buitenland is zo’n referentie best belangrijk. ‘Hoe hoog spelen jullie?’, vragen ze ons vaak? Wij zeggen dan wel dat ons niveau vergelijkbaar is met deze of gene categorie, maar zeker zijn we daar niet van. Volgend jaar zullen we weten waar we staan.
Maar eerst: op buitenlands concertweekend! Guy Peeters: Yep. En zeg maar dat elke Gelenaar die tussen 24 en 26 augustus in Parijs is, naar ons komt luisteren! Meer zelfs: we zien mekaar daar en we zullen een stuk of veertig supporters meebrengen. Tot in Parijs! (dk) De Centrumharmonie in vol ornaat tijdens Opus IV in de Werft. Het orkest is ook in prima vorm. Klaar voor een showtje in Parijs, kortom. (foto milow) Guy Peeters, Jef Verheyden, Cis Sterckx en Fonsy Bellinckx zien het zitten. “Ze hebben daar gráág dat wij komen spelen!”