FAQ: 25 Meest gestelde vragen over RUG/Campus Fryslân Definities: 1. Wat is het onderscheid tussen een premaster, een professionele master, een academische master en een honours master? Een premaster is een schakelprogramma, waarbij de hbo student tijdens zijn studie zich kan voorbereiden op wetenschappelijk onderwijs. Een professionele master is een hbo-master die de student kan volgen nadat hij of zij zijn of haar bachelordiploma heeft behaald. Een academische master is een wetenschappelijke master, waarbij de universitaire student zich kan specialiseren in een bepaald thema nadat hij of zij de graad Bachelor of Arts (BA) en Bachelor of Science (BSc) heeft behaald met het volgen van een academische bacheloropleiding van drie jaar. Een honours master is een extra academische programma dat kan worden gevolgd bovenop een reguliere academische master. 2. Wat is een verschil tussen een university college en een universiteit? Een university college is een nieuwe vorm van kleinschalig universitair onderwijs - een driejarige brede universitaire bacheloropleiding - waar studenten zich in een internationale context naar Amerikaans voorbeeld kunnen bekwamen. Een university college maakt deel uit van een universiteit. De ontwikkeling ervan sluit aan bij de beleidslijnen uit de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, waarbij de minister stuurt op intensief en activerend onderwijs, excellente trajecten en een ambitieuze studiecultuur. Uit onderzoek is gebleken dat het studiesucces van een student toeneemt wanneer hij deel uitmaakt van een kleinere groep, omdat hij sociaal en academisch wordt ingebed. Er treedt minder studievertraging en minder voortijdige uitval op. De staf/student verhouding in university colleges is gemiddeld 1 op 10/15, terwijl dit bij universiteiten dikwijls 1 op 20 is. Bij een university college is de onderwijsvorm intensief, kleinschalig en residentieel, dat betekent dat studenten samen op een campus wonen (community vorming). Over het algemeen hebben university colleges een internationale studentenpopulatie; ca. 30% à 50% komt uit het buitenland. Verder worden studenten aangenomen op basis van selectieprocedures. Het university college leidt op voor de hogere functies in de private en de publieke sectoren en in organisaties van het maatschappelijk middenveld. De opleiding geeft op basis van nadere afspraken wereldwijd toegang tot masteropleidingen van universiteiten. 3. Wat is het verschil tussen een track, een joint degree en een associate degree? Een track is een stroom (een keuze voor een bepaalde richting) die een student kan volgen tijdens zijn of haar academische masterstudie. Een joint degree is een bachelor- of masterprogramma dat meerdere universiteiten gezamenlijk aanbieden. Het is een studieprogramma dat complementair gebouwd is op basis van deskundigheid en specialisaties van de verschillende onderwijsinstellingen. De student die afstudeert ontvangt een graad van alle verantwoordelijke universiteiten. Een associate degree is een hbo-graad, waarbij een afgestudeerde MBO’er een tweejarige hbo-opleiding (in deeltijd) kan volgen.
1
4. Wat is het verschil tussen een alfa, een bèta en een gamma master? Alfa en bèta masters betreffen verschillende wetenschapsgebieden. Binnen de alfawetenschappen worden de producten van het menselijk handelen bestudeerd, zoals geschiedenis, cultuur en talen. De niet-menselijke natuur staat bij een bèta master centraal. Voorbeelden zijn: natuurkunde, scheikunde en biologie. Een derde variant is de ‘gammawetenschappen’, waarbij nadere studie wordt gedaan naar het menselijk handelen, zoals economie en psychologie. Een alfa master leidt tot de graad Master of Arts (MA), een beta master leidt tot de graad Master of Science (MSc), een gamma master in de meeste gevallen eveneens. Alfa en gamma masters duren één jaar en bèta masters twee jaar. Het ontwikkelen van bèta masters is ook fors duurder, omdat laboratoria hiervoor moeten worden ingericht. Daardoor wordt de kostprijs per bètastudent hoger. Universiteiten ontvangen derhalve ook een hogere OCW-bijdrage voor studenten die met succes een bètamaster hebben behaald dan voor alfa- en gammastudenten. Inhoud project RUG/Campus Fryslân: 5. Wat houdt de RUG/Campus Fryslân in? RUG/Campus Fryslân (hierna: RUG/CF) wordt de elfde faculteit van de Rijksuniversiteit Groningen (hierna: RUG). De faculteit zal bestaan uit een breed palet van academische studies dat met behulp van provinciale en gemeentelijke subsidie wordt opgezet, namelijk:
een residentieel bachelor college, ook wel een university college genoemd, waarbij gemiddeld jaarlijks 200 studenten van nationale en internationale komaf een breed academisch programma ‘liberal arts & science’ volgen; een mastercollege waarbinnen tien masters worden ontwikkeld en gedoceerd aan gemiddeld 40 studenten per master; een academische onderzoeksschool (Phd school), ook wel graduate school genoemd, waar jaarlijks vijftien promovendi instromen om een vierjarig academisch onderzoek te verrichten.
Andere onderdelen zijn de ontwikkeling van premasters en het opzetten van een extension school waarbij onder meer programma’s voor levenslang leren worden aangeboden. Hiermee is geen subsidie gemoeid. Daarnaast omvat de faculteit ook een open platform waar andere universiteiten, hogescholen, kennisinstellingen en bedrijven samenwerken om uitvoering te geven aan de Kennisagenda Fryslân1. Op deze wijze zal de faculteit een belangrijke rol vervullen om de kenniscirculatie en de economische structuur in Fryslân een impuls te geven. 6. Waarom is gekozen voor de naam ‘RUG/Campus Fryslân’? De RUG heeft gekozen voor de naam ‘Campus Fryslân’ voor de bundeling van haar academische activiteiten in onze provincie, zoals verwoord in het antwoord op vraag 5. Op dit moment denkt de RUG na over een toepasselijke naam voor het residentieel bachelor college. De naam moet verbondenheid met Fryslân uitstralen en tegelijkertijd ook in internationale context goed klinken.
1
In de antwoorden op de vragen 15 en 17 wordt nader tekst en uitleg gegeven over de Kennisagenda.
2
7. Waarom wordt gekozen voor een Engelstalige bachelor college ‘liberal arts and science’? Het Engels is de dominante taal in de wetenschap en het internationale bedrijfsleven. Daarom is de officiële taal voor het Friese university college het Engels. De RUG tracht zowel studenten uit Fryslân, de rest van Nederland als uit Europa en de wereld aan te trekken. Op deze manier ontstaat er een werkelijk internationale classroom. Op dit moment bevindt de invulling van het curriculum van het bachelor college zich in een conceptuele fase. Een Liberal arts and science programma is een breed bachelorprogramma, waarbij studenten zowel alfa-, gamma- als bètavakken volgen met daarna enkele specialisaties. De studenten hebben een behoorlijke, maar geen oneindige, keuzevrijheid. 8. Wat zijn de belangrijkste te verwachten economische en maatschappelijke effecten van RUG/Campus Fryslân in Leeuwarden? Het economisch adviesbureau Decisio heeft in opdracht van de provincie de jaarlijkse directe economische effecten geraamd op € 12,5 miljoen wanneer het beoogde studentenaantal van 1000 is behaald. Dit bedrag is verdeeld over het residentieel bachelor college (€ 9,6 miljoen), het mastercollege (€ 1,6 miljoen) en de onderzoeksschool en stafleden (€ 1,3 miljoen). In de aanloopfase tot en met 2022 is de totale directe economische impact naar verwachting € 65,5 miljoen. RUG/CF zorgt naar verwachting op termijn voor 50 banen in Leeuwarden. Uit onderzoek bij de Roosevelt Academy is gebleken dat de jaarlijkse economische impact € 25.000,- bedraagt per student. In het onderzoek ‘Biggar Economics: a report to University of Groningen (2014)’ wordt de directe en indirecte economische impact van de student aan de RUG geschat op jaarlijks € 50.000,- voor de regio Groningen. De duurzame aanwezigheid van een universitaire vestiging in Leeuwarden stimuleert de ontwikkelkansen van jongeren in de regio. Er zijn diverse studies gedaan naar langetermijneffecten als gevolg van de aanwezigheid van academisch onderwijs, hieronder een kort résumé. Een hogere opgeleide bevolking: reduceert arbeidsongeschiktheid, heeft een positief effect op veiligheid, leidt tot een nog betere cohesie en heeft een positieve weerslag op volksgezondheid; heeft een positief effect op productiviteit en maatschappelijk rendement; heeft een positief effect op groei werkgelegenheid en bestedingen; bevordert (het imago van) het vestigingsklimaat. En niet onbelangrijk, talent trekt talent aan. De volgende maatschappelijke effecten kunnen op de lange termijn worden verwacht: (1) meer creativiteit en toename culturele voorzieningen, (2) betere internationale profilering, (3) beter vestigingsklimaat en (4) lagere maatschappelijke kosten voor volksgezondheid, criminaliteit en werkloosheid. Een nadere uiteenzetting van de economische en maatschappelijke effecten is opgenomen in bijgevoegd monitoringskader. 9. Wat zijn de potentiële locaties in Leeuwarden voor RUG/CF? Op het moment van schrijven worden drie alternatieven in en nabij de Leeuwarder binnenstad nader onderzocht. De keuze voor de locatie van RUG/CF zal naar verwachting eind 2015 gemaakt kunnen worden. Belangrijk is dat de huisvesting van de faculteit bijdraagt aan de ambities van Leeuwarden om de binnenstad nog meer levendigheid en uitstraling te geven.
3
10. Hoe ziet het eindbeeld eruit van RUG/Campus Fryslân? RUG/CF is succesvol wanneer zij na zes jaar is uitgegroeid tot een volwaardige universitaire vestiging met ca. 50 formatieplekken, 1000 studenten en ruim 50 promovendi. Verder zal Campus Fryslân diverse postacademische cursussen en vaardigheidstrainingen aanbieden. De jaarlijkse begroting van de campus zal naar verwachting ongeveer € 15 miljoen bedragen na 2021. Proces en belangen: 11. Waarom is de RUG bereid om zich met de Elfde Faculteit in Fryslân te vestigen? Wat zijn de belangen van de RUG? De RUG heeft meerdere motieven om een eigen faculteit in onze provincie te vestigen. In de eerste plaats voert de RUG een multicampus-strategie en daarom verlegt zij haar grenzen om haar concurrentiepositie te verstevigen, aangezien de RUG in Groningen nauwelijks nog kan groeien. Ten tweede heeft de RUG de ambitie om ‘Universiteit van het Noorden’ te zijn. In de derde plaats wil de RUG zich meer profileren met bijzondere masterprogramma’s om een te sterke trek van studenten naar de Randstad, na het behalen van een bachelordiploma, te voorkomen. Fryslân biedt voor de RUG derhalve een goede propositie met de middelen die beschikbaar worden gesteld voor het ontwikkelen van masters geënt op de Friese hotspots. De RUG kiest ervoor om haar nevenvestiging voor een aantal programma’s dichterbij het ‘natuurlijk laboratorium’ te vestigen. Universiteiten hebben met het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) afspraken gemaakt over het aanbieden van nieuwe programma’s buiten de hoofdvestiging om de binding met hun regio te kunnen versterken (regionale inbedding). 12.Wat is het provinciaal en gemeentelijk belang van de vestiging van RUG/ Campus Fryslân? De provincie en de gemeenten hebben enorme baat bij het versterken van het academisch klimaat in Leeuwarden/Fryslân. Vanuit economisch perspectief is RUG/CF voor de provincie een belangrijk instrumentarium voor de uitwerking van twee uitgangspunten van haar economisch beleid: economische structuurversterking en het verbeteren van het innovatief vermogen. Een extra facet is dat met de aanwezigheid van universitair onderwijs in onze provincie onze jongeren de mogelijkheid krijgen om de Fryske route af te leggen, dit betekent dat men zich van peuter tot promovendus kan ontplooien in Fryslân. Verder zorgt de elfde faculteit voor positieve economische en maatschappelijke effecten en zorgt aanwezigheid van talent voor meer talent. Op deze wijze kan een impuls worden gegeven aan de ontwikkeling van de kenniseconomie, met als uiteindelijke doelstelling een hoger opgeleide beroepsbevolking. Het percentage 15-20 jarigen dat hoger beroepsonderwijs volgt in Fryslân is al enige jaren hoger dan het landelijk percentage, maar over de periode 2009-2012 blijkt dat het percentage Friese jongeren dat aan universitair onderwijs deelneemt beduidend onder het landelijk gemiddeld ligt. Voor het studiejaar 2011-2012 waren de percentages respectievelijk 12,9% landelijk en 3,1% voor Fryslân. Leeuwarden zal zeker garen spinnen bij de nevenvestiging van de RUG. De aanwezigheid van een faculteit zal bijdragen aan een metamorfose van de binnenstad met een upgrade van kennisfaciliteiten. Leeuwarden krijgt hierdoor een academisch en internationaler profiel, met als gevolg dat de Friese hoofdstad zich beter kan onderscheiden met meer hoogwaardige en kennisintensieve werkgelegenheid. Voor internationaal opererende bedrijven is de nabijheid van een universiteit in toenemende mate een pre. Daarnaast draagt de toename van het aantal studenten en stafleden uiteraard ook bij aan de directe economische ontwikkeling, onder meer door hogere consumptieve bestedingen in de stad.
4
Met de vestiging van een elfde faculteit is nu de mogelijkheid geboden om aan Leeuwarden een CROHO2-nummer te verbinden. Op deze wijze wordt een structurele financieringsstroom geregeld tussen het ministerie en RUG/CF met Leeuwarden als tweede locatie van de RUG. 13.Waarom wordt aan de provincie Fryslân en de gemeente een forse financiële investering gevraagd voor een Friese Faculteit en waarom is aan de provincie en de gemeente Groningen geen financiële bijdrage gevraagd voor de vestiging van het University College Groningen in Groningen vorig jaar? RUG/CF is niet het enige university college dat op afstand van de moederuniversiteit is gevestigd. Andere voorbeelden zijn de Roosevelt Academie in Middelburg van de Universiteit van Utrecht en University College The Hague van de Universiteit van Leiden. Ook de Universiteit van Maastricht is in Venlo gestart met een university college. Bij deze praktijkvoorbeelden is duidelijk geworden dat dergelijke colleges die geografisch op afstand zijn geplaatst van de moederuniversiteit de regionale overheden een belangrijke rol spelen in de financiering en de governance. Voor moederuniversiteiten kleven er risico’s aan om nevenvestigingen elders te plaatsen, aangezien de infrastructuur aldaar nog niet optimaal is aangesloten op de moederuniversiteit. Om die risico’s in te perken doen universiteiten een beroep op de regionale overheden om een rol te spelen in de financiering in de ontwikkel- en aanloopfase. Regionale overheden spelen een belangrijke rol om universiteiten over de drempel te tillen om zich ook elders te vestigen. 14.Waarom zetten de provincie en de gemeente niet in op een vijftiende Nederlandse universiteit met Leeuwarden als vestigingsplaats? Nederland is internationaal gezien een land met een relatieve hoge dichtheid aan universiteiten. Gelet op de demografische ontwikkelingen ligt het niet in de rede om een vijftiende universiteit op te richten. Het ministerie van OCW zal deze ontwikkeling ook niet ondersteunen. Het ministerie spoort de universiteiten wel aan om werk te maken van regionale inbedding van universiteiten, dat wil zeggen dat universiteiten meer zichtbaar moeten zijn in de regio waarin zij opereren. Masters: 15.Wat zijn de Friese hotspots? In de Friese Kennisagenda, omarmd door de ministeries van OCW en Economische Zaken (EZ) begin mei, zijn de historische, culturele en economische kenmerken genoemd die karakteristiek en onderscheidend zijn voor Fryslân, de zogenaamde Friese hotspots. In de Kennisagenda wordt onderscheid gemaakt tussen de Friese speerpunten, kansrijke marktniches en brede thema’s. De speerpunten zijn: agro/dairy, watertechnologie, high tech/maakindustrie en recreatie & toerisme. De thema’s serious gaming, scheeps- en jachtbouw en meertaligheid zijn als Friese marktniches bestempeld. Op het terrein van brede thema’s liggen voor een living lab kansen bij duurzaamheid, leefbaarheid en veiligheid. Voor de Friese hotspots is het van groot belang dat er in Fryslân een positief klimaat heerst op het terrein van onderwijs, onderzoek, innovatie en kennisdeling. Uitgangspunt van de Kennisagenda is om innovatie dichtbij de oorspronkelijke hulpbronnen na te streven.
2
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs
5
16.Op welke masters wordt ingezet binnen het mastercollege van RUG/ Campus Fryslân? Om goed antwoord te geven op deze vraag, wordt eerst onderscheid gemaakt in de verschillende generaties masters. De eerste generatie masters betreffen de academische studies die reeds in UCF-verband zijn gerealiseerd en bekostigd, die vier fases3 hebben doorlopen en reeds worden gegeven. De tweede generatie masters zijn masters die al in een verder gevorderd stadium zijn uitgewerkt en nader zijn onderzocht, maar waarvan de accreditatie en de macrodoelmatigheidstoets nog moeten worden gerealiseerd. Een belangrijk deel van de kosten is al gefinancierd uit het bestaande UCF-budget. Het resterend deel van het UCF1 budget wordt overgeheveld naar de RUG, zodat de masters volledig bekostigd kunnen worden tot de eindfase. De derde generatie masters worden in de nieuwe fase onderzocht en uitgewerkt, en worden bekostigd uit het nieuwe provinciaal budget waarover uw Staten moeten besluiten. Hiervoor zullen nadere omgevingsverkenningen worden gedaan, waarbij tegelijkertijd nauwe afstemming met de Friese hogescholen en kennisinstellingen zal plaatsvinden. In totaal gaat het om tien masters. Uit de masters die bij 3 worden vermeld zal nog een nadere selectie volgen. Generaties 1.
Masters Watertechnology (joint degree) Master Environmental & Energie Management (MEEM) Multilingualism High Tech Systems and Materials (HTSM) (joint degree, track)
2.
Governance & security Tourism & geography Livability
3.
Dairy & global food challenge Sustainable entrepreneurship Hotel management Game technology HTSM (academische master) World politics & global justice 17.Waarom kan het lang duren voordat een master gerealiseerd is?
Het ontwikkelen van een master is een proces van meerdere fasen, waarbij meerdere partijen zijn betrokken. De fasen bestaan uit planvorming (PLA), uitwerking (UIT), macrodoelmatigheidstoets (MAC) en accreditatie (ACC). Het neemt dan ook meerdere jaren in beslag. Onderstaand schema laat de voortgang zien van de masters tijdens de UCFperiode. Bovendien voerde het ministerie van OCW in de afgelopen UCF-periode een terughoudend beleid met het opstarten van nieuwe opleidingen, omdat het ministerie vond dat er een te groot aanbod aan studies was. Tijdens de UCF-periode is gebleken dat men met name bij de laatste twee stadia vertraging opliep. Dit wordt ook in het volgende schema duidelijk gemaakt.
3
Bij het antwoord op vraag 17 worden de verschillende stadia weergegeven die een master moet doorlopen.
6
NULMETING 2011 OPLEIDING
PLA
UIT
MAC
ACC
METING 2014-2015 PLA
UIT
MAC
ACC
MEEM Watertechnology HTSM (track) Multilingualism Law & Governance Tourism & geography Game technology Livability Dairy and global food challenge Om het proces te versnellen heeft de provincie de opdracht gegeven om een regionale kennisagenda op te stellen. In de huidige beleidsmaatregel hoger onderwijs van het ministerie van OCW is ruimte geboden voor aansluiting bij regionale kennisagenda’s binnen de kaders van macrodoelmatigheid op landelijk niveau. De minister ondersteunt de tendens dat regio’s een steeds grotere rol pakken in de totstandkoming van het onderwijsaanbod. Deze werkwijze wil de minister graag behouden om structurele vormen van samenwerking binnen de regio’s aan te moedigen om zodoende aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te optimaliseren. De Kennisagenda speelt daarom een belangrijke rol bij de toepassing van de beleidsregel doelmatigheid hoger onderwijs 2014. In de nieuwe beleidsregel wordt de vraag in hoeverre een nieuwe opleiding/master aansluit bij de behoefte aan de ontwikkeling in het hoger onderwijsaanbod gekoppeld aan de regionale plannen, mits de kennisagenda door de rijksoverheid is erkend. De ministeries van OCW en EZ hebben met de brief van 7 mei 2015 de regionale kennisagenda erkend. Deze brief is als bijlage opgenomen in het voorstel. Governance en risicobeheersing: 18.Hoe ziet het governance model eruit van RUG/Campus Fryslân? Hoe worden de Friese hogescholen en Friese kennisinstellingen nauw betrokken bij het reilen en zeilen van de Elfde Faculteit? Hoe sturen de provincie en de gemeente bij als eventueel zou blijken dat niet de gewenste voortgang kan worden gemaakt? Binnen de interne governance hebben de partijen afgesproken dat er in de periode 20162030 ten minste 1 bestuurlijk overleg per jaar wordt gehouden. In het begin zal de frequentie wellicht hoger zijn. De RUG draagt jaarlijks zorg voor twee voortgangsrapportages en ambtelijk komt men tijdens de subsidieperiode 2016-2022 vier keer per jaar bijeen. De Friese hogescholen en kennisinstellingen krijgen een belangrijke rol in de afstemming rond RUG/CF; er komt een zware adviescommissie onder leiding van een onafhankelijke voorzitter. De RUG benoemt de voorzitter en consulteert vooraf de provincie en de gemeente. Deze commissie komt meerdere keren per jaar bijeen.
7
Wat betreft de aansturing is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de fase vóor de steady state (gepland tot 2023) en ná de steady state (vanaf 2023). De steady state fase wordt bereikt op het moment dat de gestelde aannames zijn bereikt (break even punt), waarbij er sprake is van voldoende studentenaantallen om de kosten te dekken. In de eerste fase beschikken de provincie en de gemeente over het financieel instrumentarium. Op basis van prognoses en gerealiseerde resultaten wordt het bevoorschottingsregime gezamenlijk vastgesteld. Het kasritme kan eventueel worden aangepast als blijkt dat de voortgang daartoe aanleiding geeft. Voor de periode na de steady state fase zijn heldere procedurele afspraken4 gemaakt. De wetenschappelijke kwaliteit van onderwijs en onderzoek wordt geborgd via het reguliere kwaliteitszorgsysteem van de RUG. 19.Wat gebeurt er als de RUG, de provincie of de gemeente zou besluiten om binnen vijftien jaar de samenwerking op te zeggen? In de overeenkomst hebben de provincie, de gemeente en de RUG een exit strategie geformuleerd, waarbij procedurele afspraken zijn gemaakt mocht een van de partijen besluiten een terugtrekkende beweging te maken in de periode 2016-2030. De partijen gaan vervolgens in overleg en streven ernaar om gezamenlijk overeenstemming te krijgen over de voorwaarden voor uittreding. Als het overleg niet tot consensus leidt, dan volgt een onafhankelijke, bindende arbitrage. 20.Wat zijn de grootste risico’s die wij voorzien in de vestiging van RUG/ Campus Fryslân? De volgende risico’s kunnen worden beschreven:
4
Imago Leeuwarden als (academische) studiestad Op dit moment heeft Leeuwarden geen vergelijkbaar imago als studiestad zoals Groningen. Een risico is ook de nabijheid van Groningen. Zo zijn de studenten die de master multilingualism in Leeuwarden volgen allemaal woonachtig in Groningen. Binnen de planvorming van RUG/CF hebben de partijen afspraken gemaakt om vanaf 2017 de krachten te bundelen om een aansprekend programma voor het bevorderen van het academisch klimaat te ontwikkelen, zodat meer studenten hier komen wonen. Daarnaast zal de vestiging van het residentieel college ook een positieve impact op Leeuwarden als studiestad hebben.
RUG erg zichtbaar in onze provincie t.a.v. andere actieve universiteiten Het beeld zou kunnen ontstaan dat andere betrokken universiteiten minder prominent aanwezig zijn in Fryslân. Op dit moment zijn met name de Wageningen Universiteit and Research (WUR) en Universiteit Twente (UTwente) actief als het gaat om watertechnologie, htsm en dairy. Wij hebben met de RUG afgesproken dat RUG/CF gastvrijheid biedt aan andere universiteiten. In het HogerOnderwijsakkoord wordt de zelfstandigheid van de bestaande kennisinstellingen onderstreept en wordt er niet getornd aan de bestaande masters en de hiermee gepaarde agendavoering van de betrokken universiteiten en hogescholen. RUG/CF vormt het platform waar de activiteiten van de RUG plaatsvinden en waarop samenwerking met andere universiteiten, kennisinstellingen, hogescholen en bedrijven plaatsvindt. Die activiteiten zijn complementair aan het huidige onderwijs- en onderzoeksaanbod in Fryslân, en bouwen voort op de masteropleidingen die al zijn gerealiseerd.
Zie ook vraag 19 waar de procedure in het kort is uitgelegd.
8
Concurrentie van andere university colleges in het afgelopen decennium is een fors aantal university colleges als paddenstoelen uit de grond geschoten. Deze colleges beconcurreren elkaar tot op zekere hoogte om de gunst van de beste student (selectie aan de poort). Dit risico wordt gemanaged door RUG/CF een specifiek profiel te geven dat niet of moeilijk te kopiëren is. Landelijk is de vraag naar dit type onderwijs echter nog altijd groter dan het aantal plaatsen. Bovendien richt de RUG zich ook op de internationale markt.
Te weinig studenten Er bestaat een risico dat de gestelde aannames voor studentenaantallen niet worden gehaald. De RUG gaat uit van een periode van 6 à 7 jaar om 1000 studenten en 50 promovendi aan Fryslân te binden. De RUG draagt het financiële risico wanneer er sprake is van een lagere instroom aan studenten. In 2020 maakt de RUG een tussenbalans op, waarbij onderzocht wordt hoe het gesteld is met het toekomstperspectief van RUG/CF.
Strategie: 21.Wat is de strategie van de RUG/Campus Fryslân en de Friese hogescholen om het aandeel hoger opgeleiden in de Friese beroepsbevolking op te krikken? De strategie is drieledig namelijk (1) het dichterbij brengen van academisch onderwijs, (2) het aantrekkelijker en toegankelijker maken van academisch onderwijs voor de student en (3) het versterken van de doorlopende leerlijn. De belangrijkste winst voor de individuele leerling is te behalen in meer samenwerking in de regio, tussen de toeleverende scholen en de hoger onderwijsinstellingen. De student, hogescholen en universiteiten hebben er baat bij dat de student in een korter tijdsbestek een diploma ontvangt. Studeren is met de invoering van het leenstelsel voor de student duurder geworden. De nabijheid van een universiteit speelt daarom een belangrijke rol voor de studenten die in de directe omgeving wonen en zich graag op academisch niveau willen bekwamen. De Friese hogescholen zijn voornemens om te investeren in de ontwikkeling van premasters. Als de hbo-student de ambitie heeft om na zijn opleiding voor een academische studie te kiezen, kan aan hem of haar een speciaal programma tijdens de hbo-studie worden aangeboden waarin de student wordt voorbereid op de werkwijze in het academisch onderwijs. Op deze wijze verspilt de student niet zijn of haar kostbare tijd door na de hbo-opleiding een apart schakelprogramma te volgen. De provincie is initiatiefnemer van het Hoger-Onderwijsakkoord Fryslân. In dit akkoord leggen de betrokken overheden, de RUG, de Friese hogescholen en de kennisinstellingen de gezamenlijke ambitie vast om het hoger onderwijs in Fryslân een impuls te geven. De partijen komen minimaal een keer per jaar bijeen. Daarnaast wordt met RUG/CF een open platform opgericht, waarbij de partners via de al genoemde Raad van Advies de RUG adviseren over het reilen en zeilen van Campus Fryslân. Met de Kennisagenda wordt het opleidingsaanbod van hbo en wetenschappelijk onderwijs in samenhang bezien. Het platform van RUG/CF zorgt voor een goede aansluiting van doorlopende leerlijnen en het zo goed mogelijk combineren van fundamenteel onderzoek met praktijkgericht en toepassingsgericht onderzoek.
9
22.Wat zijn best practices en wat zijn leerpunten van andere university colleges/graduate schools in Nederland? Hoeveel university colleges zijn er überhaupt in Nederland? De praktijk leert dat het aantal van 600 studenten voor een university college precies genoeg is om enerzijds kleinschalig onderwijs aan te bieden en anderzijds massa te genereren voor het ontwikkelen van een academisch klimaat. Een andere belangrijke les is dat RUG, provincie en gemeente niet inzetten op louter een university college, maar op een breed palet aan brede academische programma’s (bachelor, masters en promotietrajecten) binnen RUG/CF. Op deze wijze krijgt de Elfde Faculteit t.o.v. andere university colleges een onderscheidend profiel en kan er gesproken worden van een plusvariant. Verder wordt met de Elfde Faculteit ingezet op een uitgebalanceerde mix van brede masters en nichemasters. Met nichemasters, zoals meertaligheid en watertechnologie, zou het lastig kunnen worden om de gewenste aantallen studenten te halen om break even te kunnen draaien. Derhalve is het verstandig om ook enkele masters aan te bieden die (inter)nationaal een groter potentieel hebben om zo de faculteit financieel in balans te houden. In Nederland zijn op dit moment van schrijven acht university colleges met een Liberal Arts & Science programma. RUG/CF wordt de negende van Nederland. 23.In hoeverre zullen meer Friese studenten een universitaire opleiding volgen als gevolg van de vestiging van RUG/CF? Het is heel lastig om op deze vraag een antwoord te geven. Wel is duidelijk dat de nabijheid van een universitaire vestiging in Leeuwarden een positieve impact zal hebben op de mindset van hbo-studenten. Er liggen kansen om Friese hbo-studenten te mobiliseren voor het volgen van een academische studie. Ook bieden de masters en de academische onderzoekschool de mogelijkheid aan Friese studenten die elders een brede universitaire opleiding hebben genoten het universitaire studietraject in de eigen provincie af te ronden. Uit de evaluatie van de Roosevelt Academy is gebleken dat 6% van de studenten (36 studenten) van het university college uit de eigen provincie Zeeland komt. 24.In hoeverre hebben de resultaten van UCF1 als gevolg van besluitvorming in Provinciale Staten en de gemeenteraad van Leeuwarden in 2011 bijgedragen tot het voorstel om tot een permanente vestiging van een Friese faculteit over te gaan? In 2011 en 2013 hebben uw Staten positief besloten om financiering te verstrekken aan de stichting UCF voor actieve ondersteuning van bestaande onderwijs‐ en onderzoeksactiviteiten, door het initiëren en stimuleren van nieuwe (complementaire) activiteiten en leerwegen en door het bevorderen van valorisatie van kennis. Dit heeft ertoe geleid dat op dit moment Leeuwarden zo’n 80 universitaire studenten en 35 promovendi telt. Hierdoor is een goede basis ontstaan waarbij de RUG voldoende perspectief ziet om met provincie en gemeente te investeren in de transformatie van UCF tot een elfde faculteit. Zonder het voorbereidend werk van UCF had er nu geen voorstel gelegen voor de vestiging van een universitaire nevenlocatie in Leeuwarden.
10
25.Waarom is de RUG de meest geschikte partij om het takenpakket van UCF over te nemen? Er zijn meerdere reden te noemen. In de eerste plaats is de RUG geografisch gezien de meest voor de hand liggende universiteit. Ten tweede omvat de RUG een breed profiel dat voor een groot deel aansluit op de Kennisagenda Fryslân. Met deze agenda wil de provincie inzetten op de ontwikkeling van masters voor de Fryske hotspots. In de derde plaats is de RUG een partij met veel draagkracht en heeft de RUG dezelfde ambitie als de provincie en de gemeente om meer te investeren in masters. Als vierde heeft de RUG proactief gehandeld door Jouke de Vries en Piet Bouma aan te stellen voor de RUG/Campus Fryslân i/o. Tot slot, het aanbod dat de RUG heeft gedaan biedt zicht op kostenneutraliteit, dat wil zeggen dat RUG/Campus Fryslân volgens planning na zes jaar op eigen benen kan staan zonder provinciale en gemeentelijke subsidie.
11