C Informatie Contact met ...
CONTACT MET OUDERS
C
Dit hoofdstuk gaat over contacten met ouders. Het komt echter steeds meer voor, dat kinderen opgevoed worden door één ouder of door een verzorger. Vanwege de leesbaarheid gebruiken we in dit hoofdstuk toch het woord 'ouders'. We doelen daarmee ook op één ouder en op een verzorger. Het onderhouden van goede contacten met de ouders van je jeugdleden is van groot belang. Of een kind bij Jong Nederland mag wordt uiteindelijk door hen bepaald: zij geven tenslotte toestemming en betalen de contributie. Daarom is het belangrijk, dat de ouders weten wat Jong Nederland is en dat zij er enthousiast over zijn. Naarmate het kind jonger is, is de stem van de ouders bepalender. Van enthousiaste ouders heeft je afdeling veel profijt: • zij vervoeren materiaal of leden • zij helpen bij het verbouwen van je clubhuis • zij steken de handen uit de mouwen bij de grote schoonmaak • en het belangrijkste: zij vertellen overal op wat voor geweldige club hun kind zit. En wat is een betere pr, dan deze reclame? Daarom is het belangrijk dat ouders weten wat je doet .
C1. 1
OUDERS BIJ ACTIVITEITEN BETREKKEN
Laat ouders zien wat je doet. Beter dan dit te vertellen of op papier te zetten is het de ouders te laten zien: betrek ze daarom eens bij je groep. Hoe kun je dat doen ? • Nodig ouders uit wanneer hun kinderen iets bijzonders meemaken. In de ene afdeling kan dat een tentoonstelling van knutselwerken zijn, in een andere het op een bijzondere manier overgaan naar een volgende leeftijdsgroep. • Vraag ouders eens mee te werken aan een programma . • Zet een opdrachtentocht uit langs de huizen van de leden. De ouders zien de kinderen dan bezig. • Vraag ouders of ze themakleding of vlaggen voor het kamp willen maken. • Organiseer een speciale activiteit : • een weekend met de leden en (een van) hun ouders • een familiesportdag • een middag om de kampfoto’s te bekijken
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
groep
groep
groep
C Op de hoogte houden Ouders moeten een grenzeloos vertrouwen hebben in de leiding van de groep waar hun kind wekelijks speelt, waarmee zij in de zomer zelfs een week lang op kamp gaan. Dat is niet niks! Ouders doen dat alleen als ze er van overtuigd zijn dat: • hetgeen jullie doen goed en veilig voor hun kind is en • jullie de zaken goed geregeld hebben. Om dat te bereiken moeten jullie ouders: • altijd gastvrij en vriendelijk tegemoet treden • goed op de hoogte houden Hoe houd je ouders op de hoogte?
C1. 2
groep
MET SCHRIFTELIJKE BERICHTEN
Naarmate de kinderen jonger zijn, dus vooral bij Minioren, Maxioren en Junioren, kun je er niet op vertrouwen, dat zij mondeling gegeven mededelingen onthouden, laat staan doorgeven aan hun ouders. Daarom is het aan te bevelen, belangrijke zaken op schrift mee te geven: • informatie over het programma: wanneer kinderen iets mee moeten nemen, later thuis komen, eerder aanwezig moeten zijn • informatie over belangrijke veranderingen, die op stapel staan: bijvoorbeeld wanneer hun kind naar een andere leeftijdsgroep gaat, of wanneer er wisselingen in de leiding komen Probeer echter het aantal van deze briefjes te beperken. Maak van ieder kwartaal een overzichtslijst voor de ouders waarop de clubtijden, de activiteiten en de materialen die leden mee moeten nemen staan.
C1. 3
groep
OP HUISBEZOEK
Ouders stellen het erg op prijs wanneer de leiding thuis kennis komt maken. Doe dit als een kind nieuw in je groep komt. Dit kan zijn bij nieuwe leden in de afdeling, maar ook bijvoorbeeld wanneer een Minior overgaat naar de Maxioren, of een Junior Senior wordt. Maak een afspraak met de ouders. Ga nooit alleen op ouderbezoek, maar neem iemand van je medeleiding mee. Zorg ervoor dat je er verzorgt uitziet als je gaat en zorg er zeker voor dat je op tijd bent. Wanneer een kind een maand in de groep zit en laat blijken dat hij wil blijven is het tijd voor een huisbezoek. Als je je op een huisbezoek goed voorbereidt, levert het ook veel gegevens op. Je ziet de woonsituatie, hoort hoe de gezinssamenstelling is, hoe mogelijk bezoekregelingen van gescheiden ouders geregeld zijn, hebt een indruk van de ouders. Tijdens een huisbezoek wil je de ouders een aantal dingen vertellen over jullie groep, over de afdeling, over gewoontes en activiteiten. Maar je wilt ook een aantal zaken van de ouders horen.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C Neem onderstaand overzicht tijdens het ouderbezoek mee, dan vergeet je geen onderwerpen en heb je een gemakkelijk geheugensteuntje. Wat kun je tijdens een huisbezoek bespreken? Vertel: • wat jullie doen op de bijeenkomsten • over de afdeling, het district (C2.2) en over de landelijke organisatie (C2.1), als dit nog niet bekend is • over de mogelijkheden om cursussen (C2.7) te volgen, over de gevolgde introductie- en kampcursus. Laat je brevet zien. Spiekbrief • hoe hun kind bij Jong Nederland verzekerd (G1.1) is ouderavond • hoe jullie berichten doorgeven: schriftelijk, via de kinderen, in het afdelingsblad • over Jong Nederland-kleding, die jullie dragen. Waarom doe je dat? Waar is het te koop? • de hoogte van de contributie en de wijze van betalen (F3.2) • iets over jezelf: je werk, studie, hobby's Vraag: • of ouders of het kind afbellen als het verhinderd is • naar de reacties van het kind, als het terugkomt van Jong Nederland • of er nog zaken zijn waar je rekening mee moet houden: eventuele ziektes of gebreken, medicijnen, allergieën, diëten, geen kleurstoffen, moeilijkheden met lezen of schrijven (dyslectisch), wagenziek, heimwee • het ziekenfondsnummer of de verzekeringsmaatschappij en het polisnummer • of ouders tijd en zin hebben om een keer ingeschakeld te worden voor de club, bijvoorbeeld wanneer er vervoer nodig is, of schoongemaakt of geklust wordt Vul de gegevens van dit bezoek in op het inschrijfformulier (W3.2). Zo blijft deze informatie beschikbaar, ook bij wisselingen van leiding. Geeft een kind problemen op de club, ga dan gerust naar de ouders toe. Samen kom je er vaak beter achter waardoor een bepaald gedrag ontstaat en samen kun je het mogelijk verhelpen of beperken. Twijfel je hoe je dit aan moet pakken? Raadpleeg dan een ander in je afdeling of raadpleeg de brochure 'Ook zij horen erbij' eens. Deze heeft iedere afdeling, en is te koop bij de Jong Nederland Winkel (C2.15). Bedenk bij alles wat je doet, dat de ouders in het volste vertrouwen hun kind aan jou uitlenen. Beschaam hun vertrouwen niet!
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
groep
C C1. 4 Een ouderavond
EEN OUDERAVOND
is een bijeenkomst voor de ouders van de leden van een leeftijdsgroep of van de hele afdeling. Je organiseert hem • als je iets wilt laten zien: de première van de musical • als je zaken te melden of te bespreken hebt, die jullie belangrijk vinden voor alle ouders: het lustrumkamp met de hele afdeling in de Ardennen • als je ouders op de hoogte wilt brengen of houden van ontwikkelingen: de nieuwbouwplannen voor de blokhut • wanneer je ouders wilt werven voor klussen en taken: een vacature voor penningmeester in het afdelingsbestuur, een nieuwe activiteit, waarbij je hulp van ouders nodig hebt Organiseer alleen een ouderavond als het nodig is en je een avond met belangrijke informatie kunt vullen. Komen ouders, in hun ogen, voor niets, dan laten ze het een volgende keer zeker afweten.
groep en
Een ouderavond moet je goed voorbereiden. Ouders komen namelijk niet (alleen) voor de gezelligheid. Je moet ze een programma bieden. Waaraan besteed je bij de voorbereiding aandacht? • Datum minimaal zes weken tevoren bekend maken. • Minimaal twee weken van te voren een uitnodiging met programma: in afdelingsblad, via kinderen mee geven, toe sturen. • Gezellige ontvangst: welkom heten, koffie of thee, opgeruimd lokaal, leuke werkstukken van de kinderen op tafels of aan de muur, voldoende stoelen, lekker warm lokaal. • Is het een ouderavond voor je leeftijdsgroep, dan zijn alle leiders van die groep aanwezig. Is het een avond voor de hele afdeling dan zijn het bestuur en minimaal één leider van elke leeftijdsgroep aanwezig. • Het te bespreken onderwerp bereid je goed voor. − Wat wil je bereiken: ouders op hoogte brengen, de mening van de ouders horen, ouders werven voor een klus .... − Heb informatie bij de hand: een kaart waar je op kamp gaat, een bouwtekening, de financiële gegevens overzichtelijk op een groot vel papier, een aanmeldingsformulier ..... − Zet de punten, die je naar voren wilt brengen op papier. Zo vergeet je niets en raak je de draad van je verhaal niet kwijt − Laat verschillende leiders of bestuursleden het woord voeren. Afwisseling in sprekers houdt de aandacht van mensen vast − Geef ouders tussendoor of na afloop de kans vragen te stellen. Weet je op dat moment het antwoord niet? Geen nood. Beloof het op te zoeken, vermeld het in de notulen (O1.11), in het afdelingsblad en/of bel de vragensteller het antwoord door. • Eindig de avond uiterlijk 22.00 uur. Ouders kunnen op tijd naar huis of nog even napraten met andere ouders, leiding of bestuursleden.
Combineer een ouderavond met een lokkertje: kampfoto's kijken, dansdemonstratie, circusvoorstelling door de kinderen, tentoonstelling van de door de kinderen gebouwde maquettes van de nieuwe blokhut.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C VERTEL HET IN HET AFDELINGSBLAD
C1. zijn vaak niet alleen geïnteresseerd in het wel en wee Ouders van 5 de groep, maar ook in de algemene activiteiten van jullie afdeling. Om ouders daarover te informeren is een afdelingsblad een uitstekend middel. • Schrijf daarin welke grote activiteiten er op stapel staan: kinderkermis voor het hele dorp op Koninginnedag, Jong Nederland-dag in het clubhuis. • Kondig wijzigingen in leidingteams aan of gewijzigde clubtijden. • Vertel daarin ook wie van de leiding de introductie-, kamp/bivak-, Bestuur Mee- of EHBO-cursus heeft gevolgd. Ook dat schept vertrouwen! Meer informatie over het maken van een afdelingsblad vind je bij P3. Stuur jullie afdelingsblad met de post, of bezorg het zelf bij ouders. Alleen dan ben je er zeker van dat alle ouders het afdelingsblad, dus de informatie, ontvangen.
C1. 6
DE AFDELING EN DE OUDERS
Hoe gaat jullie afdeling met ouders om? Praat daar eens over in de afdelingsvergadering (O1.2). Zijn ouders welkom bij jullie voor of na de club? Vind je ze alleen maar lastig? Veel contacten met ouders lopen vooral via de leiding van de groepen. Maar het is wel belangrijk dat iedere groep eenzelfde lijn in de aanpak heeft. Om te weten wat leiders vinden van ouders en wanneer zij hen bij hun groep of activiteiten betrekken, is het goed het onderwerp 'contact met ouders' regelmatig te bespreken in de afdelingsvergadering. Vertel aan nieuwe leiding hoe jullie gewend zijn een relatie met ouders op te bouwen en te onderhouden. Tegenwoordig komen veel kinderen uit eenoudergezinnen. Dat betekent, dat kinderen soms niet aan een activiteit in het weekend kunnen deelnemen, omdat ze juist dan naar vader gaan (als ze bij moeder wonen), of omgekeerd. Bespreek met elkaar eens hoe jullie daar mee om gaan? Houden jullie er rekening mee? Vind je het lastig? En als jullie algemene brieven versturen, hoe is dan de aanhef? Is dat standaard 'aan de ouders van'? Houden jullie echt rekening met kinderen uit eenoudergezinnen, of met kinderen, die niet bij hun eigen ouders opgroeien? Om ouders en kinderen niet te kwetsen is het belangrijk hier zorgvuldig mee om te gaan.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C
C O N TA C T M E T D E L A N D E L I J K E O R G A N I S ATIE JONG NEDERLAND C2. 1
DE LANDELIJKE ORGANISATIE
Jong Nederland kent jeugd- en kaderleden. Jeugdleden zijn alle kinderen en jongeren. Tot de kaderleden horen alle vrijwilligers in je afdeling, in het district of in de landelijke organisatie: de leiders, de bestuursleden en de leden van teams en werkgroepen. Wie jeugd- of kaderlid is van een Jong Nederland-afdeling, maakt automatisch deel uit van de landelijke organisatie Jong Nederland. Dat biedt voordelen. In een grotere organisatie heb je meer mogelijkheden voor activiteiten en kunnen zaken beter geregeld worden. Hieronder vind je een schematisch overzicht hoe de organisatie Jong Nederland in elkaar zit.
De afdelingen zijn het belangrijkst bij Jong Nederland In het schema kun je dit duidelijk zien. Alle lijnen lopen naar de afdelingen toe. Daarom hebben de afdelingen ook een stem over de weg en plannen van de landelijke organisatie Jong Nederland. Zij adviseren het Landelijk Bestuur, ook vrijwilligers, en controleren of het Bestuur hun plannen naar wens uitvoert. De afdelingsraad, omdat afdelingen belangrijk zijn Twee maal per jaar, in het voor- en najaar, geven de afdelingen hun advies aan het Landelijk Bestuur op de afdelingsraad. Dit is een vergadering waar alle leiding en de bestuursleden van Jong Nederland welkom zijn. Iedere afdeling wordt via de mailing uitgenodigd om met een afvaardiging de afdelingsraad bij te wonen. Ook veel districten zijn op de afdelingsraad vertegenwoordigd. Je geeft je op met het speciale inschrijfformulier 'afdelingsraad'(C2.11).
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C Op de afdelingsraad mogen alle afdelingen het Bestuur van advies dienen en meepraten (O1.4) : • over alles wat er in de afgelopen periode is gebeurd • over alles wat het Landelijk Bestuur wil gaan doen. Daarnaast is het handig, dat je allerlei vragen en opmerkingen rechtstreeks even snel kwijt kunt aan bestuursleden, de beroepskrachten van het landelijk bureau en het Infocentrum Onderwerpen waar over gesproken wordt zijn: • werkplannen, bijvoorbeeld: − welke ledenactiviteiten worden er komend jaar georganiseerd? − welke afdelingen stellen zich hiervoor beschikbaar? − komen er wel of geen toernooien? − waar houden de landelijke werkgroepen zich komend jaar mee bezig? • begroting: de financiële vertaling van al de plannen uit het werkplan • jaarverslag: wat is er afgelopen jaar allemaal gebeurd? • nieuwe projecten • signalen, die bij het Landelijk Bestuur zijn binnengekomen van afdelingen. Als blijkt dat meerdere afdelingen met een onderwerp problemen hebben, kan dit aan de orde gesteld worden. Bijvoorbeeld: alcohol op Jong Nederland-activiteiten, vraag om de plaatsen van de introductiecursussen meer te spreiden, nieuwe mogelijkheden voor collectieve verzekeringen. Het Landelijk Bestuur vraagt aan landelijke teams om de activiteiten te gaan uitvoeren. Gaat het bijvoorbeeld om een ledenactiviteit, dan gaat het team ledenactiviteiten op zoek naar een afdeling, een district of een werkgroep, die deze activiteit wil gaan organiseren.
C2. 2
ANDERE AFDELINGEN IN JE BUURT: HET DISTRICT
Het district is een samenwerkingsverband tussen een aantal afdelingen van Jong Nederland. Hier regelen en organiseren afdelingen van alles met elkaar. Bijvoorbeeld • districtsactiviteiten zowel voor leiding als jeugdleden: − sport- en spelweekenden − districtstoernooien − districtsmaxiorendag − districtsleidingfeesten • cursussen voor leiders: − een avond voor nieuwe leiding − interessecursussen voor leiding (C2.8) − cursussen over het spelaanbod (C2.8)
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C •
en
uitwisselingen tussen afdelingen onderling, bijvoorbeeld over: − spelideeën en programma's − kampaccommodaties − fondswervingsmoglijkheden (F3.7 t/m F3.12) − aanpak herbouw clubhuis − relaties met gemeenten (C3, F3.4, F3.5, F3.6)) • gezamenlijk zaken regelen: − vervoer naar Jong Nederland-festival − publiciteit (P4) Wanneer er meerdere Jong Nederland-afdelingen in de buurt zijn, biedt een district de mogelijkheid om vrij makkelijk activiteiten te organiseren, waar een afdeling te klein voor is. Bovendien leer je andere Jong Nederland-leiding en afdelingen kennen. In de meeste afdelingen gaat de voorzitter van de afdeling naar de districtsvergaderingen toe, maar natuurlijk ben je vrij een andere afgevaardigde te kiezen.
Afd./distr.
Contactpersoon districtenwerk Ter ondersteuning van de districten en de afdelingen heeft de landelijke organisatie de werkgroep districtenwerk. De vrijwillige contactpersonen van het districtenwerk weten, voor de vragen of problemen, waar jullie in het district of de afdeling niet uitkomen iemand te vinden, die jullie kan helpen. Dit kan bijvoorbeeld • een trainer zijn voor jullie interessecursus • of een fonds dat financiën ter beschikking stelt voor een project met asielzoekers • of hulp bij je ledenwerfactie Bij de secretaresse van de afdeling en in het district zijn de naam, het adres en telefoonnummer van jullie contactpersoon bekend. Zo niet, dan kan het Infocentrum je er aan helpen.
C2. 3
WAT HEB JE AAN DE LANDELIJK ORGANISATIE?
Bij de landelijke organisatie is alles erop gericht, dat elke afdeling zo optimaal mogelijk club kan draaien. Afdelingen worden met raad en daad bijgestaan. Voorbeelden van hetgeen hier geregeld wordt zijn: • zorgen dat de afdelingen steeds nieuwe ideeën krijgen. Bijvoorbeeld door het uitgeven van Idee, het organiseren van een spelmarkt • de speelplannen voor Minioren, Maxioren, Junioren, Senioren en 16+ers zijn hier ontwikkeld en worden steeds weer bijgeschaafd en aangepast • het geven van cursussen • het organiseren van allerlei landelijke activiteiten voor leden en leiding • het ondersteunen van ledenwerfacties • advies bij oprichten van een nieuwe leeftijdsgroep of een nieuwe afdelingen • inspelen op nieuwe ontwikkelingen: Jong Nederland op Internet, samenwerking met allochtone jongeren, hergebruik van materialen • het verwerven van subsidies en fondsen, het maken van begrotingen en er voor zorgen, dat Jong Nederland uitkomt met het beschikbare geld • een goed contact onderhouden met voor Jong Nederland belangrijke organisaties Landelijke vrijwilligers en het landelijk bureau De bovenstaande taken worden voor het grootste deel uitgevoerd door vrijwilligers. Deze zijn lid van een werkgroep of van het Landelijk Bestuur. Deze vrijwilligers worden intensief ondersteund door de beroepskrachten op het lande-
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C lijk bureau in Leusden.
C2. 4
DE JONG NEDERLAND WINKEL
Hier kun je allerlei materialen kopen om het spel van Jong Nederland zo goed mogelijk te spelen en om Jong Nederland flink te promoten. Wat voorbeelden: de boeken, waarin de speelplannen en vele spelideeën beschreven staan, de miniorenpoppen, spandoeken, briefpapier, Jong Nederland-petjes, allerlei cadeauartikelen zoals pennen en keramiektegels. De Jong Nederland Winkel vraagt aan Jong Nederlandleden een lagere prijs dan aan externen: scholen of andere jeugdorganisaties. Een gratis catalogus van de Jong Nederland Winkel is aan te vragen bij het Infocentrum. Het adres en telefoonnummer van beide vind je bij C2.15.
C2. 5
HET INFOCENTRUM
Als je Jong Nederland-vragen hebt bel je het Infocentrum (C2.15) Je kunt er: • vragen stellen over activiteiten voor leiders en leden • je reacties aan het Landelijk Bestuur geven of haar vragen stellen. Als je het schriftelijk doet, werkt dat het beste. • al je vragen, problemen, opmerkingen en suggesties over Jong Nederland kwijt • je post voor de landelijke organisatie heen sturen (C2.15) • je opgeven voor activiteiten, zowel voor leden als leiding. Gebruik hiervoor de speciale inschrijfformulieren. Jullie secretaris heeft ze. Maar je kunt ze ook bij het Infocentrum aanvragen (C2.11) • vraag je een catalogus van de Jong Nederland Winkel aan en plaats je je bestellingen • vraag je kampvergunningen aan en formulieren, waarmee je extra verlof kunt aanvragen bij je werknemer om op kamp te kunnen (G2.1, G2.2) • naar toe bellen over verzekeringszaken (G1) en schadeformulieren aanvragen • schrijft de secretaris van je afdeling nieuwe leiding in, geeft hij veranderingen van adres of wisselingen in de functies van leiders of bestuursleden door. Heb je vragen over deze ledenadministratie, dan kun je ze hier stellen (G3.1, G3.2) • schriftelijk adreswijzigingen doorgeven met een mutatieformulier (G3.2) • informeren naar telefoonnummers van contactpersonen van landelijke teams en werkgroepen • materiaal aanvragen wanneer iemand een spreekbeurt houdt over Jong Nederland of er een scriptie over schrijft Het adres van het Infocentrum vind je bij C2.15.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C2. I D E E E N M A I L I N G H O U D E N J E O P D E H O O G T E 6
Afd./distr./land
Om je op de hoogte te houden van wat speelt in andere afdelingen, districten en in de landelijke organisatie, maar ook om je te laten weten welke cursussen en activiteiten gepland staan, geeft Jong Nederland een magazine uit. Idee is de toepasselijke naam. In dit magazine vind je: • speltips • artikelen bijvoorbeeld over heimwee, pesten, ledenwerving • nieuws van andere afdelingen • verslagen van activiteiten, die in de afdelingen gehouden worden • aankondigingen van activiteiten en cursussen • nieuws vanuit het Landelijk Bestuur De kopie wordt geschreven door afdelingen, districten en werkgroepen.
Afd./distr./land
Idee zorgt voor een binding tussen de afdelingen. Afdelingen herkennen zichzelf in Idee. Heeft jullie afdeling iets bijzonders of leuks te melden? Schrijf gerust en doe er een foto bij. Stuur je kopie naar het Infocentrum (C2.15), ten name van redactie Idee. Iedere bij Jong Nederland ingeschreven leider ontvangt Idee zes keer per jaar. Wanneer iemand Idee niet ontvangt is het mogelijk dat zijn naam nog niet is doorgegeven aan het Infocentrum van Jong Nederland. De secretaris kan dit nakijken op de ledenuitdraai, die hij regelmatig ontvangt (G3.2). De mailing is een pakket met allerlei informatie, die voor afdelingen belangrijk is. Hij wordt een aantal keer per jaar naar de secretaris van iedere afdeling gestuurd. Wat vind je in een mailing? • aankondigingen van activiteiten voor leden en leiding • aankondigingen van cursussen • inschrijfformulieren • een nieuwsbrief, waarin landelijke ontwikkelingen en veranderingen staan • een uitnodiging voor bijvoorbeeld een landelijke afdelingsraad Het is de bedoeling, dat de informatie door de secretaris wordt doorgegeven aan de betreffende personen, of wordt besproken op de afdelings-, en districtsvergaderingen. Hang in een centrale ruimte, bijvoorbeeld de hal, een groot prikbord, waarop jullie de affiches uit de mailing en de nieuwtjes en activiteiten van de afdeling hangen. Leden, leiders, ouders en andere bezoekers van jullie gebouw zien dan wat er gaande is binnen Jong Nederland.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C2. 7
JONG NEDERLAND OP INTERNET
Jong Nederland heeft een eigen website op Internet. Je kunt deze bezoeken: www.jongnederland.nl. Op de website vind je landelijke activiteiten, informatie over afdelingen, speltips, tekeningen voor je clubblad, geldtips en nog veel meer. Afdelingen kunnen hier ook hun informatie aan andere afdelingen plaatsen. Wil je afdeling iets melden op de website van Jong Nederland? Bel dan het Infocentrum (C2.15). Zij geven je de contactpersoon van de werkgroep Internet, die je graag informatie geeft of helpt.
C2. 8
CURSUSSEN VOOR LEIDING
De landelijke organisatie Jong Nederland geeft tal van verschillende cursussen aan haar leiding. Jong Nederland wil niemand zo maar in het diepe gooien. Bovendien wil Jong Nederland dat er voor alle leden wekelijks een goed programma is. Van iedere nieuwe leider wordt verwacht dat hij deelneemt aan de introductiecursus. Andere cursussen kun je volgen als het jullie interesse heeft of kunnen jullie zelfs speciaal voor je afdeling of district aanvragen. (C2.5, C2.2) Het is de verantwoordelijkheid van het afdelingsbestuur om te zorgen dat haar leiding genoeg kwaliteiten heeft om een groep kinderen te begeleiden. Cursussen zijn hiertoe een mogelijkheid. In Idee, de landelijke mailing, het landelijk werkplan, de Jong Nederland-agenda en op de website van Jong Nederland (C2.7) vind je welke er worden gegeven. De secretaris ontvangt bij de mailing de betreffende inschrijfformulieren. • Op de introductiecursus leer je hoe de spelmappen in elkaar zitten, je leert programma's maken, je leert een programmajaarplan maken, je leert van alles over leiding geven, je hoort wat de landelijke organisatie en het district te bieden hebben en je doet heel veel praktische spel- en creativiteitsideeën op. Bovendien ontmoet je leiders uit andere afdelingen met wie uitgebreid ervaringen uitgewisseld kunnen worden. Deze cursus duurt een lang weekend: van vrijdagavond tot zondagmiddag. • De kamp/bivakcursus moet een van jullie kampleidersteam gevolgd hebben, wanneer je met je groep op kamp of bivak gaat. Al doende leer je daar kampprogramma's maken, een kamp voorbereiden, opbouwen en inrichten. Ook kom je te weten wat juiste voeding is, hoe je de financiën beheert, hoe je zorgt voor veiligheid en hoe je extra zorg geeft aan kinderen met heimwee of handelt bij ongevallen. Deze cursus duurt een lang (vrijdagavond tot zondagmiddag) en een kort weekend (zaterdag en zondag).
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C • De interessecursussen zijn cursussen over onderwerpen waar een of meerdere afdelingen uit het district belangstelling voor hebben. Ze zijn te onderscheiden in: − spelaanbodcursussen, bijvoorbeeld miniorenactiviteiten met Teng de Tuinman, projectmatig werken met Senioren om hun eigen plan in het echt uit te voeren − en algemene cursussen, bijvoorbeeld: 'goed vergaderen' of 'lay-outen in de Jong Nederland-huisstijl'. Beide soorten kan iemand uit de afdeling of het district aanvragen bij de contactpersoon districtenwerk (C2.2) of bij het Infocentrum Jong Nederland (C2.15). Zij kunnen je ook vertellen hoeveel deelnemers je bij elkaar moet krijgen en wat de kosten zijn. Zelf regel je de accommodatie, de koffie en eventueel de maaltijd. Deze cursussen verschillen qua lengte. Een dag of een dagdeel is gebruikelijk.
Afd./distr./land
• De cursussen 'Bestuur Mee' zijn voor bestuurders in de afdelingen, districten of in de landelijke organisatie. Voor beginnende bestuurders is er een basiscursus. Voor ervaren bestuurders een gevorderde cursus. Hier leer je op een praktische manier welke zaken er komen kijken om een afdeling te besturen en hoe je dat kunt aanpakken. Samenwerken, gesprekken voeren, leren omgaan met conflicten in je afdeling en leren onderhandelen komen aan de orde. Deze cursussen duren meestal drie dagdelen. • De survivalcursus is een cursus, waar je leert hoe je survivaltochten en activiteiten voor je eigen groep organiseert. Je krijgt instructie en informatie. En je doet zelf ervaring op met de activiteiten, die erbij horen. De cursus vindt plaats in de Belgische Ardennen en duurt vier dagen, voorafgegaan door een voorbereidingsweekend en -dag. • De buitenlevendag is een dag waarop leiders zich praktisch de vaardigheden op het gebied van buitenleven eigen maken.
C2. 9
Afd./distr./land
Afd./distr./land
ACTIVITEITEN VOOR LEIDING
• De spelmarkt is een dag, die om het jaar, meestal in het najaar, gehouden wordt. Je kunt aan allerlei workshops over praktische zaken deelnemen. Je kunt zelf kiezen wat jouw interesse heeft. Is dat schminken, of een groot buitenspel? Is dat het poppenspel voor Minioren of is dat spelen met water, vuur en wind? Of hoor je liever meer over moeilijke kinderen of over pesten in je groep? De markt is zo opgezet, dat er voor leiding van alle leeftijdsgroepen wat te halen is. Aan het eind van de dag heb je veel nieuwe ideeën opgedaan. • De kaderschouw wordt georganiseerd in het jaar, dat er geen spelmarkt is. Een heel weekend lang worden zeer diverse activiteiten georganiseerd: tochten, nieuwe spelen leren, er zijn optredens van afdelingen, nieuwe ontwikkelingen op spelgebied worden gepresenteerd. En natuurlijk is er feest: muziek, shows, lekker slenteren, mensen ontmoeten, praten, ideeën en adressen uitwisselen. Zet deze activiteiten, zodra de datum bekend is, op de agenda van de afdelingsvergadering. Spreek dan af er met alle leiding naar toe te gaan. Onwijs gezellig!
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C • Het zwerfweekend is op en top een survivalactiviteit. Je trekt samen met andere Jong Nederland-leiding door de Belgische Ardennen. Dat geeft een uniek Jong Nederland-gevoel met de bijbehorende sfeer. C2.1 ACTIVITEITEN VOOR LEDEN 0 Ook met je leden kun je van alles beleven buiten je afdeling. Niet alle activiteiten zijn jaarlijks dezelfde. Daarom is het goed alert te zijn op aankondigingen in Idee, in de landelijke mailing, het landelijk werkplan en op de website van Jong Nederland (C2.7). • De toernooien voor Junioren en Senioren horen al van oudsher tot de Jong Nederland-activiteiten. Gedurende een weekend, meestal in mei of juni, worden competities tussen teams uit verschillende afdelingen georganiseerd. Deze zijn op het gebied van de drie spelpijlers: sport en spel, creativiteit en buitenleven. Naast de wedstrijden is er veel ruimte voor gezelligheid en ontmoeting. In sommige districten gaat er een districtstoernooi aan vooraf. De winnaars hiervan worden dan afgevaardigd naar het landelijk toernooi. Daar waar geen districtstoernooien zijn, kun je je teams direct inschrijven voor een landelijk toernooi. • Het Jong Nederland-festival is een grote activiteit, waar je met jeugdleden, of het nu Minioren of 16+ers zijn, heen kunt. Het is een gezellig uitje voor je groep of voor je hele afdeling met veel vertier, spel en ontspanning. Je ontmoet er heel veel andere afdelingen. Voor je zelf en voor je leden is het een hele ervaring te zien, dat er zoveel Jong Nederlanders zijn. • Met je Minioren kun je naar een miniorendag, met Maxioren en Junioren naar het zwemfestijn. • Voor 16+ers heeft de landelijke organisatie het 16+blind-date-bureau. Ook jouw 16+groep kan hier terecht als zij een date (uitwisseling) wil maken met een andere 16+groep in binnen- of buitenland. Eens in de twee jaar organiseert het 16+blinddate-bureau een landelijk 16+spektakel. Hier wordt de aanzet gegeven voor het maken van nieuwe dates. Het 16+blind-date-bureau is via het Infocentrum (C2.15) bereikbaar.
C2.1 1
HOE GEEF JE JE OP VOOR EEN CURSUS OF ACTIVITEIT?
De secretaris ontvangt bij de mailing (C2.6) de betreffende inschrijfformulieren voor cursussen, activiteiten en voor de afdelingsraad. Daarmee kun je je opgeven bij het Infocentrum. Je kunt hier ook inschrijfformulieren aanvragen. Wacht niet te lang met inschrijven, want vol is vol. Je kunt je opgeven zodra de datum van de activiteit of cursus bekend is. Je vindt de data in Idee, bij de mailing, in het landelijk werkplan en op de Jong Nederland-website (C2.7). Houd de uiterste inschrijfdatum goed in de gaten. Zodra deze is verstreken kun je niet meer meedoen. Aan de hand van het aantal inschrijvingen op dat moment wordt bepaald of de cursus of activiteit doorgaat. Lees, voor je je opgeeft de inschrijfvoorwaarden door. Deze staan op het inschrijfformulier. Je vindt er bijvoorbeeld informatie over het aantal personen van
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
groep
groep
groep
groep
groep
C een afdeling, dat aan een cursus of activiteit kan deelnemen. C2.1 2
Afd./distr./land
WIE ORGANISEREN LANDELIJKE ACTIVITEITEN?
Net als in de afdelingen worden alle andere Jong Nederland-activiteiten ook door vrijwilligers georganiseerd. • Dat kan zijn door een landelijke werkgroep, waar een vaste club vrijwilligers in werkt: bijvoorbeeld de werkgroep spelaanbod, de cursusstaf, de redactie van Idee. • Dat kan door een werkgroep zijn, die voor deze ene activiteit bij elkaar komt: bijvoorbeeld de werkgroep Jong Nederland-festival. • Het kan door een afdeling of district gebeuren, die aanbiedt een landelijke activiteit te organiseren: bijvoorbeeld een toernooi of zwemfestijn. C2.1 EEN NIEUWE KLUS 3 Wanneer leiders langere tijd in de afdeling zitten, kan het zijn, dat zij zin krijgen om iets anders (erbij) te gaan doen. Zij hebben behoefte aan een nieuwe uitdaging. Ze willen iets oppakken, dat een nieuwe kick geeft. Organiseren in het groot geeft zo'n kick. Om die impuls aan je afdeling of district te geven kun je een grote landelijke activiteit organiseren. Zo'n activiteit moet een meerwaarde hebben voor de afdelingen, die deelnemen. Je kunt daarmee laten zien en ontdekken wat jullie als team aankunnen. Het betekent wel veel werk, maar het geeft veel terug: de teamgeest in het leidingteam wordt enorm versterkt, de publiciteit, die je ermee kan halen levert je vaak nieuwe leiding, leden, extra geld of goodwill bij de gemeente op. Afdelingen en districten, die deze taak op zich nemen, kunnen begeleiding krijgen van een landelijke vrijwilliger of beroepskracht. Praat er eens over op een afdelings- of districtsvergadering of deze uitdaging iets voor jullie is? Informatie hierover kun je bij het Infocentrum (C2.15) krijgen. Wanneer je merkt dat een leider op routine gaat draaien en zijn enthousiasme vermindert, kan het goed zijn hem iets nieuws te bieden. Zo voorkom je dat hij de afdeling verlaat op zoek naar een nieuwe uitdaging buiten Jong Nederland. Geef, om dat te voorkomen, leiders binnen Jong Nederland een nieuwe taak.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C Dit kan zijn: • een nieuwe functie in de afdeling, bijvoorbeeld in het bestuur of materiaalmeester • een klus in een werkgroep in het district, bijvoorbeeld: een districtsactiviteit organiseren • een taak in een landelijke werkgroep of een landelijk team, bijvoorbeeld: organiseren van ledenactiviteiten, cursussen geven, lay-outen Wil je weten aan welke klus leiders kunnen meewerken, bel dan een van de landelijke beroepskrachten (C2.15). C2.1 LANDELIJKE CONTRIBUTIE 4 Het geld, dat nodig is om landelijke ondersteuning en activiteiten mogelijk te maken komt: • van de overheid in de vorm van subsidie • van incidentele fondsen • van Jong Nederlanders in de vorm van contributie. Deze contributie wordt eenmaal per jaar door de afdeling voor ingeschreven jeugd- en kaderleden betaald aan de landelijk organisatie. Voor dit geld: − krijgt jullie afdeling ondersteuning van de landelijke organisatie door landelijke vrijwilligers of beroepskrachten (C2.3) − ontvangt iedere leider Idee (C2.6) − kunnen jullie deelnemen aan alle Jong Nederlandactiviteiten en -cursussen. Er moet echter wel deelnemersgeld betaald worden (C2.8, C2.9, C2.10) − zijn jullie verzekerd (G1.1) − betalen jullie de lage interne prijs voor artikelen uit de Jong Nederland Winkel (C2.4). C2.1 A D R E S S E N V A N D E L A N D E L I J K O R G A N I S A T I E 5 Contactpersoon districtenwerk (C2.2) : Vul de naam van jullie contactpersoon in. Is niet bekend wie het is? Bel dan het Infocentrum (C2.15). naam:
........................................
adres:
........................................
postcode en woonplaats: ........................................ telefoon/fax:
........................................
e-mail:
........................................
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C Infocentrum Jong Nederland (C2.5): Tineke van den Broeck, Anita van den Herik en Madeleine Rüttchen postadres: telefoon : fax: e-mail: bereikbaar:
Postbus 161, 4900 AD Oosterhout 0162 - 454342 0162 - 472483
[email protected] - op werkdagen wordt het toestel bemand van 19.00 tot 21.00 uur, op woensdagmorgen van 9.00 tot 11.30 uur. - op andere momenten spreek je je naam en telefoonnummer in op het antwoordapparaat en je wordt dan zo snel mogelijk teruggebeld. - altijd per fax of per e-mail.
Jong Nederland Winkel (C2.4): Infocenctrum Jong Nederland Anita van den Herik en Madeleine Rüttchen Bestellingen schriftelijk, telefonisch of per e-mail via het Infocentrum. postadres: Postbus 161, 4900 AD Oosterhout telefoon: 0162 - 454342 fax: 0162 – 472483 e-mail:
[email protected] Landelijk bureau Jong Nederland (C2.3): Nanko Horstmann, Elsje Leurs, Marcel van Lokven, Corno de Mol, John Smits en Paula Sluis. postadres: bezoekadres: telefoon: fax: e-mail: bereikbaar:
Postbus 252, 3830 AG Leusden Larikslaan 5, 3833 AM Leusden. 033 - 4960285 033 – 4960222
[email protected] (meestal) maandag, dinsdag, woensdag, donderdag tijdens kantooruren
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C
CONTACT MET DE GEMEENTE C3. 1
CONTACT MAKEN, WAAROM?
Een goed contact met de gemeente is voor afdelingen en districten noodzakelijk om te kunnen bestaan. Je bent ervan afhankelijk voor je huisvesting, subsidie, vergunningen en het gevoerde jeugdbeleid. Zeker nu de gemeenten fiks snijden in de subsidies moet je er voor zorgen, dat: • gemeenteambtenaren en politici je afdeling of district kennen, • je jullie afdeling of district goed weet te presenteren. Wanneer je er in het contact met de gemeente vanuit gaat dat onbekend onbemind maakt, en regels regels zijn, heb je de twee belangrijkste punten in deze relatie helder. Hoewel de gemeenten steeds verder bezuinigen, zijn zij toch vaak nog één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de afdelingen. Maar de gemeente geeft haar subsidie nooit zomaar voor niks weg. Zij vraagt altijd een tegenprestatie. Daarom moet je de gemeentelijke subsidieregeling heel goed bestuderen. Hierin kun je precies lezen wat de gemeente van jouw afdeling verlangt.(F3.4, F3.5)
C3. 2
LAAT ZIEN DAT JULLIE ER ZIJN
De gouden regel die voor jullie contact met ouders geldt, geldt ook voor je relatie met de gemeente: beter dan informatie op papier is het laten zien waar je mee bezig bent: • nodig raadsleden, wethouders en/of belangrijke ambtenaren uit op de Jong Nederland-dag • vraag ze het door jullie georganiseerde landelijk Juniorentoernooi te openen • stel je afdeling beschikbaar om mee te helpen aan de actie 'Houd ons dorp schoon' • ga naar een nieuwjaarsreceptie • woon de inspraakavond over het jeugdbeleid bij. Zorg dat je op die activiteiten herkenbaar bent: draag een T-shirt met jullie Jong Nederland-logo of trek je grijze Jong Nederland-sweater aan. Vertel wie je bent en wat je bij Jong Nederland doet.
C3. 3
EEN GESPREK BIJ DE GEMEENTE
Vraag eens een informeel gesprek aan bij de gemeente. Ga hier met minimaal twee personen naar toe. Zorg wel dat het een zinvol gesprek wordt. Geef daarom van te voren aan wat je wilt. • Wil je advies over de begroting naar aanleiding van het gewijzigde subsidiebeleid? • Heb je vragen over het gevoerde jeugdbeleid?
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C • Wil je de mogelijkheden bespreken die de afdeling kan bieden aan de jongeren in het asielzoekerscentrum en een mogelijk financiële ondersteuning van de gemeente daarin. Bereid zo'n gesprek goed voor met meerdere bestuursleden en met een op dit gebied ervaren ouder. Maak gebruik van specialisten, personen, die kennis van zaken hebben over de onderwerpen die je wilt bespreken of over de manier waarop dit het beste kan.
Realiseer je dat een positief verlopen gesprek zeer gunstig is voor jullie relatie. Maar weet ook dat een onbevredigend of zinloos gesprek altijd een negatieve invloed kan hebben op de beslissingen, die de gemeente over zaken die jullie betreffen, neemt. Het onderhouden van deze informele contacten is erg belangrijk en hoort tot de taak van de voorzitter.
C3. E E N W E T H O U D E R O F A M B T E N A A R O P B E Z O E K 4 Als je een ambtenaar of wethouder uitnodigt langs te komen moet je dit bezoek ook goed voorbereiden. Soms weet een afdeling niet wat zij dan allemaal moet vertellen aan zo'n 'hoge pief'. Eigenlijk is dat niet zo moeilijk. De ambtenaar is geïnteresseerd in jullie activiteit van de dag. Daar vertel je dus eerst iets over. Vervolgens laat je hem bijvoorbeeld de blokhut en de terreinen verder zien. Tegelijkertijd geef je een korte samenvatting van jullie ledenaantal, welke belangrijke activiteiten jullie allemaal de laatste tijd georganiseerd hebben en welke grote activiteiten gepland zijn. Wanneer je verder iets van de gemeente gedaan wilt krijgen bouw je dat in je verhaal in. De ambtenaar moet aan het eind van zijn bezoek weggaan met de overtuiging: Jong Nederland is een leuke club, een club die veel belangrijk jeugdwerk voor ons dorp doet, een club die dus belangrijk is voor onze gemeente.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C In kleine dorpen en gemeenten weet je vaak wie er in de gemeenteraad zitten. Maak daar gebruik van. In grotere gemeenten ligt dat vaak moeilijker. Zoek dan uit of er gemeenteraadsleden in de wijk of buurt wonen, waar jullie clubhuis staat.
C3. 5
OP DE HOOGTE HOUDEN
Een incidenteel contact is niet voldoende om een relatie te waarborgen. Daarom is het goed om naast het persoonlijk contact andere vormen te gebruiken. Formeel stellen de gemeenten hiervoor ook een aantal voorwaarden: zij willen jullie begroting (B3), werkplan (B2.3), beleidsplan (B2.1) ontvangen. Vraag in je eigen gemeente na wat zij per se willen ontvangen (F3.5). Daarnaast kun je ook informele informatie toesturen. Een kerstkaart naar de ambtenaar en wethouder, een bedankje aan de gemeenteraad voor het opnieuw toekennen van de voor jullie onontbeerlijke subsidie. Ook jullie afdelingsblad is een goed middel daarvoor. Lukt het je om regelmatig met positieve berichten de krant te bereiken, dan werkt dit door in de meningsvorming van de ambtenaren en gemeenteraadsleden over jullie afdeling.
C3. 6
MAAK GEBRUIK VAN JE STEMRECHT In bovenstaande tekst is niet over politiek gesproken. Toch is die erg belangrijk. In de gemeenteraad en de commissies zitten namelijk allemaal personen die bij de gemeenteraadsverkiezingen gekozen zijn. De leden van de raad die bij eenzelfde partij horen, vormen een fractie. En binnen deze fractie wordt het standpunt van de partij bepaald. Juist dat laatste is heel belangrijk als je bedenkt dat hier wordt afgesproken hoe de raadsleden in de raadsvergadering gaan stemmen.
Goed gebruik maken van je stemrecht is geen overbodige luxe. In de jaarplannen en verkiezingsprogramma's van de partijen kun je precies lezen hoe een partij bijvoorbeeld over jeugdactiviteiten en vrijwilligersbeleid denkt.
C3. 7
MAAK GEBRUIK VAN DE OPENBAARHEID VAN VERGADERINGEN
De raads- en commissievergaderingen zijn meestal openbaar. Bij raadsvergaderingen kun je vanaf de tribune de vergadering volgen. Doe dit bijvoorbeeld wanneer er punten op de agenda staan die jullie afdeling aangaan. Bij commissievergaderingen kun je je eigen zegje doen, als je dit vooraf hebt aangevraagd.
C3. 8
INVLOEDRIJKE MENSEN EN INSTANTIES
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C VOOR JE WINNEN Het is mogelijk, dat in de gemeente zaken besloten worden, die jullie afdeling diep treffen. Denk bijvoorbeeld aan een subsidiewijziging. De bezuiniging moet immers grotendeels door de eigen leden opgevangen worden. En dat betekent contributieverhoging. Daarom is het verstandig gebruik te maken van alle middelen die er zijn om het voornemen tot bezuiniging aan te vechten.(C3.3, C3.4, C3.5, C3.6, C3,7) Daarnaast kunnen jullie een actieprogramma opstellen om 'belangrijke' mensen en instanties voor jullie standpunt te winnen. Pols eens wat ieders eigen mening is! • Dan blijkt bijvoorbeeld de oud-burgemeester die Jong Nederland altijd een warm hart heeft toegedragen, helemaal geen voorstander van de bezuiniging te zijn. In een groot interview in de krant geeft hij zijn mening over de voornemens van de gemeente. • Ook een van de politieke partijen van de raad heeft moeite met deze bezuiniging. Wellicht is deze partij verder over de streep te trekken. • Inmiddels hebben jullie ook gesprekken gevoerd met andere jeugdverenigingen die in hetzelfde schuitje zitten. Samen heb je meer invloed dan alleen.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C CONTACT MET DE PERS
C
Voor een Jong Nederland-afdeling is de lokale en regionale pers interessant. Onder deze pers vallen de plaatselijke en/of regionale krant, de huis-aan-huisbladen, de lokale radio en lokale televisie. Het zal het meest voorkomen dat je afdeling 'de krant haalt'. Daarom spreken we hierover in het volgende hoofdstuk. Hetgeen wat verteld wordt, kun je natuurlijk ook gebruiken om een relatie met televisie of radio aan te knopen.
C4. 1
PERSOONLIJK CONTACT ZOEKEN
C4. 2
PERSOONLIJK GESPREK
Een artikel in de plaatselijke krant of in een huis-aan-huisblad wordt over het algemeen veel gelezen. Maar, zoals bij alle vormen van reclame telt ook hier, dat herhaling de kracht is. Daarom is het goed met de krant een 'relatie' op te bouwen. Het beste kan dit gedaan worden door één persoon uit de afdeling, jullie eigen pr-verantwoordelijke. We noemen hem in deze map 'de pr’er'. Voor een afdeling, die een persoonlijke relatie heeft opgebouwd is de toegang tot de krant minder moeilijk, dan wanneer je de journalist of correspondent niet persoonlijk kent. Probeer daarom zijn naam te weten te komen. Bel eens op om hem uit te nodigen bij een leuke activiteit of in je nieuwe blokhut of op de Jong Nederland-dag.
Geeft de journalist gehoor aan jullie uitnodiging, bereid je dan voor op zijn komst. • De pr’er van jullie afdeling ontvangt de verslaggever. Hij neemt daarvoor rust en tijd. Hij staat dus niet ingedeeld bij een activiteit. • De pr’er weet precies wat hij de journalist wil vertellen. Geef je te veel informatie over veel verschillende onderwerpen: én over de activiteit, én over het leidinggebrek, én over de gevaarlijke oversteekplaats, én over het slechte jeugdbeleid in de gemeente, dan loop je het risico, dat de journalist in zijn verhaal het accent legt op een onderwerp, dat je zijdelings bedoelde aan te roeren. Bovendien loop je de kans, dat jouw verhaal, en daarmee het artikel van de journalist, niet helder is. Beperk daarom de informatie tot het onderwerp waarover je gepubliceerd wilt hebben. Geef die informatie duidelijk! Oefen in de afdelingsvergadering eens een gesprek met een journalist en een pr'er in een rollenspel. Hartstikke leuk en leerzaam bovendien! • Een journalist heeft graag wat gegevens op papier: de opbouw van de leeftijdsgroepen, het aantal leden, in welke leeftijd, naam en adres van de contactpersoon, clubtijden.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C4. 3
CONTACT HOUDEN
Wanneer dit eerste contact positief verlopen is, kun je daarna deze journalist persoonlijk geadresseerde persberichten, foto's of uitnodigingen toesturen. Je voorkomt zo, dat informatie gaat zwerven of op een verkeerde plek terecht komt. Wanneer de pr'er zijn functie neerlegt, is het aan te raden, dat hij zijn opvolger aan de journalist voorstelt. Zo wordt de zorgvuldig opgebouwde relatie voortgezet. Wil je informatie over het maken van persberichten? Kijk dan bij P4.2.
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend
C C
CONTACT MET BUURTBEWONERS Het bekende spreekwoord 'een goede buur is beter dan een verre vriend' is ook van toepassing op een Jong Nederland-afdeling. Je buren zijn de bewoners in de naaste omgeving van je clubhuis. Waarom zijn deze buren zo belangrijk? • Ze houden je clubhuis in de gaten. • Ze klagen als ze overlast ervaren. Om te profiteren van het 'oogje in het zeil' als het clubhuis verlaten is en om klagen te voorkomen, is het verstandig het contact met de buren optimaal te houden.
C5. 1
ERGERNIS VOORKOMEN Dit is de meest efficiënte manier om een goede relatie met de buurt op te bouwen. • Zorg ervoor dat na afloop van een spel of kamp de omgeving van het clubhuis weer opgeruimd is. • Doe een kaartje in de bus als jullie een disco of andere activiteit organiseren, waarbij ze hinder van lawaai zouden kunnen ondervinden.
C5. 2
LATEN ZIEN WAT JE DOET
Onbekend maakt onbemind, dus laat buren zien wat jullie doen. • Nodig ze uit bij bijzondere activiteiten: een opendag, de heropening van het clubhuis, een toneelvoorstelling van de Junioren. • Neem de naaste bewoners op in het adressenbestand van het afdelingsblad.
C5. 3
WEES ATTENT
Ook een kleine attentie wordt op prijs gesteld. • Stuur een kaartje met valentijnsdag of nieuwjaar. Bedank ze expliciet voor het in het oog houden van het clubhuis. • Heb je een flinke verbouwing achter de rug, heeft de stoep regelmatig vol bouwmaterialen gestaan? Maak of koop dan een kleinigheidje voor je buren. Het hoeft niet groot of duur te zijn: het gaat om de attentie. Jong Nederland Obdam nodigde de buren uit om samen met alle leden en leiding een maaltijd in het clubhuis te gebruiken. Dat viel in goede aarde!
Jong Nederland: Speels, Vrolijk en Uitdagend