Koopkrachtplan Open Vld Brussel, 5 juni 2008 Bijna één jaar na de federale parlementsverkiezingen wil Open Vld de weg wijzen uit het immobilisme. De partij wil dat de regering werk maakt van de grote uitdagingen waarvoor ons land staat, zoals de vergrijzing. En Open Vld wil hieraan op een constructieve manier bijdragen. Met dit plan wil de partij alvast een antwoord bieden op de problematiek van de koopkracht. De koopkracht van de mensen staat onder druk. De stijgende energie en voedselprijzen zorgen voor de hoogste inflatie in 23 jaar. Vooral mensen met een bescheiden inkomen krijgen het daarom moeilijk om de eindjes aan elkaar te knopen. De hoge inflatie zorgt ook voor een deuk in het consumentenvertrouwen. Mensen gaan twee keer nadenken vooraleer geld uit te geven. En dat zorgt op termijn voor negatieve gevolgen voor onze economie en dus onze welvaart. Daarom ook dat internationale instellingen zoals het IMF of de OESO telkens hameren op de noodzaak van een verlaging van de fiscale druk in ons land. Om al deze redenen wil Open Vld dat er werk wordt gemaakt van een gevoelige belastingverlaging. Want lagere belastingen is de meest efficiënte manier om de koopkracht te versterken, zeker voor zij die werken. Bovendien moet een belastingverlaging ook bijdragen tot het wegwerken van de werkloosheidsvallen en mensen ertoe aanzetten om aan de slag te gaan. Wie werkt moet beter beloond worden. Daarnaast moet een belastingverlaging ertoe leiden dat het consumentenvertrouwen wordt hersteld, waardoor mensen opnieuw consumeren en zo onze economische groei een duw in de rug geven. Niet voor niets lag de economische groei in ons land de voorbije jaren bijna steeds hoger dan het Europese gemiddelde. Door de grote belastinghervorming in de personenbelasting werd het consumentenvertrouwen veilig gesteld. En via belastingverlagingen voor ondernemingen werden in 8 jaar tijd bijna 300.000 extra banen gecreëerd. Concreet w il Open Vld een nieuw e belastingverlaging voor de mensen en de bedrijven, ten belope van 4,2 miljard euro bruto tegen het einde van deze legislatuur. Dat is een hoog bedrag. Toch is dit haalbaar. Zo gaat het om een brutokost. Rekening houdend met de terugverdieneffecten (geraamd op 35%, op basis van vorige belastingverlagingen), betekent dit een nettokostprijs van 2,72 miljard euro.
Koopkrachtplan Open Vld
1
Bovendien moet voor Open Vld de inspanning gedragen w orden door de federale én de regionale regeringen. Dat veronderstelt in de eerste plaats dat er een herschikking komt van de financiële verantwoordelijkheden tussen de verschillende overheden in ons land. Deelstaten moeten meer geresponsabiliseerd worden voor hun beleidskeuzes. Daarnaast moeten die deelstaten ook zelf een politiek van lastenverlagingen voeren, waarvoor ze dan ook voldoende fiscale autonomie moeten krijgen. Vandaag hebben ze reeds een beperkte autonomie voor wat betreft het kunnen verlagen van de personenbelasting ten voordele van de particulieren. Voor wat de bedrijven betreft is er binnen de bijzondere financieringswet tot op heden echter nog geen autonomie verstrekt aan de gewesten. Open Vld wil dat veranderen.
A. Lastenverlagingen op het federale niveau De federale regering moet verder werk maken van de verlaging van de fiscale druk, zowel voor particulieren, als voor bedrijven.
1. Voor de particulieren: afschaffing van twee belastingtarieven Open Vld wil een drastische vereenvoudiging van ons belastingsysteem, ook in de personenbelasting. Het ultieme streefdoel is op termijn de “Fair Taks”, een belastingsysteem met behalve het nultarief – nog slechts twee tarieven, gekoppeld aan een drastische vereenvoudiging van het huidige complexe belastingssysteem. In een eerste fase als tussenstap naar een systeem van fair taks, w il Open Vld de tarieven van 30% en 45% in de personenbelasting schrappen, w aardoor enkel nog de tarieven 25% , 40% en 50% over blijven. Open Vld wil zo verder gaan op het elan dat was ingezet, met vooral de grote belastinghervorming van 2001. Met dit voorstel wil Open Vld vooral werkende mensen beter belonen. Het voorstel zet daarom ook mensen ertoe aan om aan de slag te gaan en is dus een efficiënt wapen tegen de werkloosheidsval. Verhoudingsgewijs zijn het immers de laagste inkomens die het hoogste belastingvoordeel daaruit halen. Vandaag zien de tarieven inzake de personenbelasting m.b.t. de inkomsten 2008, er als volgt uit:
Tarieven 25%
Inkomensschijven (aanslagjaar 2009) Indien gezamenlijk belastbaar inkomen > 22.873 EUR: 6.150,00 Indien gezamenlijk belastbaar inkomen < 22.873 EUR: 6.400,00
7.560,00
30%
7.560,00 10.760,00
40%
10.760,00 17.920,00
45%
17.920,00 32.860,00
50%
32.860,00
Naar de toekomst toe, na de schrapping van de tarieven van 30% en 45%, zouden de tarieven er dan als volgt uitzien (voor zover er niet wordt geraakt aan de inkomensschijven waarop de betreffende tarieven van toepassing zijn):
Koopkrachtplan Open Vld
2
Tarieven 25%
Inkomensschijven (aanslagjaar 2009) Indien gezamenlijk belastbaar inkomen > 22.873 EUR: 6.150,00 Indien gezamenlijk belastbaar inkomen < 22.873 EUR: 6.400,00
10.760,00
40%
10.760,00
32.860,00
50%
32.860,00
Het schrappen van de tarieven van 30% en 45% kost aanzienlijk wat geld. De kostprijs van het schrappen van het 45%tarief wordt geraamd op 1.432 miljoen euro; de kostprijs van het schrappen van het 30%tarief wordt geraamd op 734 miljoen euro. Samen bedraagt de bruto kost dus 2.166 miljoen euro. Deze kostprijs kan echter gedeeltelijk verlaagd worden indien men de boven en/of ondergrens van één of meerdere inkomensschijven waarop de betreffende tarieven van toepassing zijn, gaat wijzigen. Deze aanpassing mag echter nooit tot gevolg hebben dat iemand meer belastingen betaalt.
2. Voor de ondernemingen; lagere lasten op ploegen en nachtarbeid en overuren Behalve een belastingverlaging voor de mensen, wil Open Vld ook verder het pad bewandelen van een lastenverlaging voor onze bedrijven. Open Vld wil een stabiel fiscaal klimaat voor de ondernemingen dat zuurstof geeft aan de economie, competitief is om buitenlandse investeerders in België aan te trekken en ruimte biedt voor arbeidscreatie. Primordiaal hiertoe is dat in het verleden genomen maatregelen, zoals de notionele interestaftrek, niet telkens opnieuw in vraag worden gesteld en onaangeroerd blijven. Met de lastenverlaging voor bedrijven wil Open Vld jobverlies in de klassieke sectoren vermijden (door concurrentiëel te blijven op het vlak van loonkost), en nieuwe activiteiten aantrekken. Voor dit laatste ziet Open Vld vooral een taak weggelegd voor de regionale overheden. De federale overheid moet zich concentreren op het concurrentieel houden van onze industrie. Concreet stelt Open Vld een verlaging voor van de lasten op ploegen en nachtarbeid en op overuren. 1) P loegen en nachtarbeid Tijdens de voorbije legislatuur werden aanzienlijke inspanningen geleverd op het stuk van lastenverlagingen voor bedrijven. Denk maar aan de verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting (van 40,17 naar 33,99%), de invoering van de notionele intrestaftrek (die de vennootschapsbelasting feitelijk doet dalen tot 26%) of de gerichte lastenverlagingen voor ploegen en nachtarbeid (belangrijk voor b.v. de autoindustrie), overuren en kenniswerkers.
Koopkrachtplan Open Vld
3
Open Vld stelt voor om de lastenverlaging voor ploegen en nachtarbeid via een vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing verder te verhogen van de huidige 10.7% naar 15,6% . De invoering van de belastingvrijstelling van 10,7% heeft ervoor gezorgd dat de loonkost in de Belgische automobielsector tot 2010 onder het niveau blijft van autoland Duitsland. Toch moeten we verder durven kijken dan 2010, en daarom nu al de beslissing nemen verder te gaan in de lastenverlaging. Want ook andere landen doen inspanningen om de loonkost te drukken. Het is belangrijk onze voorsprong te behouden. Naast de voertuigindustrie vinden we ploegenarbeid ook terug in andere belangrijke sectoren die instaan voor vele honderdduizenden jobs zoals de chemische sector, de energiesector en de voedingsindustrie. Ook de textiel en houtindustrie en grafische nijverheid werken met ploegen. 32,3% van de Vlaamse werknemers werkt in een of ander ploegenverband. De verhoging van het percentage inzake niet doorstorting bedrijfsvoorheffing van 10,7% naar 15,6% zou een budgettaire kostprijs van 257,15 miljoen euro vertegenwoordigen. Voor Open Vld is het wel belangrijk dat deze verdere lastenverlaging niet zou leiden tot een loonsverhoging gefinancierd door de belastingbetaler. Daarom werd in het regeerakkoord expliciet ingeschreven dat wat betreft het versterken van de bestaande maatregelen voor de nacht en ploegenarbeid, de verhoging van de vrijstelling van de doorstorting van de bedrijfsvoorheffing tot maximum 15,6% niet gebruikt wordt voor de financiering van loonsverhogingen. De extra lastenverlagingen moeten immers leiden tot een verlaging van de loonkosten in ons land.
Relatieve evolutie uurloonkosten in België
101,7
100,4
Koopkrachtplan Open Vld
O.b.v. verwachtingen Plabureau (Mei 2008)
Verwachtingen CRB (Oktober 2007)
4
Op basis van de nieuwe projectie van het Federaal Planbureau, zou de loonhandicap nog toenemen in 2008 tot 1,7%, hoewel het regeerakkoord voorziet dat de “evolutie van de loonkosten gunstiger zou lopen dan in onze buurlanden”. Dat betekent een verslechtering van onze loonhandicap van 1,3% t.o.v. de projecties van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven in oktober 2007 wegens hogere inflatie en dus een hogere impact van het automatische indexeringsmechanisme. De loonnorm zal inderdaad overschreden worden (6.2% i.p.v. 5.1% voorzien door de sociaal partners).
Koopkrachtplan Open Vld
5
2) Overuren Wat de overuren betreft wordt er vandaag een voordeel toegekend zowel aan de werknemer (onder de vorm van een belastingvermindering) als aan de werkgever (onder de vorm van een nietdoorstorting van bedrijfsvoorheffing). Vanaf 1 april 2007 werden de voordelen inzake het presteren van overuren (beperkt tot 65 overuren per jaar) reeds aanzienlijk versterkt. Situatie vóór 1/4/2007: ü voordeel werkgever: niet doorstorting bedrijfsvoorheffing t.b.v. 24,75% ü voordeel werknemer: belastingvermindering t.b.v. 24,75% Situatie vanaf 1/4/2007: ü voordeel werkgever: niet doorstorting bedrijfsvoorheffing t.b.v.: ofwel 32,19% (indien wettelijke overwerktoeslag van 20%) ofwel 41,25% (indien wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100%) ü voordeel werknemer: belastingvermindering t.b.v.: ofwel 66,81% (indien wettelijke overwerktoeslag van 20%) ofwel 57,75% (indien wettelijke overwerktoeslag van 50 of 100%) Gelet op het feit dat voormelde percentages al voldoende hoog zijn en een overuur niet goedkoper mag worden dan een gewoon werkuur, is het niet realistisch om voormelde percentages nog verder op te trekken. Wat daarentegen wel nuttig is, is het geleidelijk optrekken van het aantal overuren welke recht geven op een fiscaal voordeel. Vandaar dat Open Vld voorstelt om de huidige fiscale voordelen die slechts betrekking hebben op de eerste 65 overuren uit te breiden naar 130 uren/ jaar, tot mogelijks zelfs 10% van de normale jaarlijkse arbeidsduur. De totale netto kost van de huidige maatregel (65 overuren) bedraagt 144 miljoen euro. Een verdubbeling van het aantal toegelaten overuren tot 130 uren, betekent echter niet dat we de huidige kostprijs ook moeten verdubbelen. Niet alle werknemers op wie de huidige maatregel van toepassing is, zullen immers ook effectief 130 overuren gaan presteren. Voor een berekening van de kostprijs gaan we daarom uit van het scenario dat slechts een tiende van de werknemers waarop de huidige regeling (65 overuren) van toepassing is, zullen vallen onder de voorgestelde uitbreiding (130 overuren), wat neerkomt op een extra netto kost van 15 miljoen euro.
B. Naar meer financiële ruimte op het federale niveau door een herschikking van financiële verantwoordelijkheden Om de belastingverlaging financieel haalbaar te maken moet er binnen de federale regering bespaard worden op de uitgaven. Maar daarnaast wil Open Vld nieuwe financiële afspraken tussen de verschillende overheden in ons land. Vandaag rusten immers teveel lasten op de schouders van de federale overheid. Denk maar aan de pensioenlasten van de ambtenaren. Open Vld wil niet alleen slagkrachtige deelstaten, maar ook een federale regering die voldoende middelen heeft om haar kerntaken te kunnen uitoefenen.
Koopkrachtplan Open Vld
6
In vergelijking met de andere federale landen beschikken in België de gemeenschappen en de gewesten over ruime materiële bevoegdheden, maar inzake financiële autonomie is dat niet het geval. Het financieringslandschap van de Belgische federale staatsordening wijst op een substantieel onevenwicht tussen de uitgavenbevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten en hun eigen financiële verantwoordelijkheid. Ook is er geen direct verband tussen de federale belastingopbrengsten en de financiële middelen toegewezen aan de gemeenschappen en gewesten. Daarom stelt Open Vld enkele aanpassingen voor: 1) De pensioenen van de ambtenaren. Momenteel worden de pensioenen van de ambtenaren van de gemeenschappen en de gewesten betaald door de federale staat. De ambtenaren dragen wel via een bijdrage van 7,5% bij tot hun eigen pensioen. Ook storten de gemeenschappen en de gewesten een responsabiliseringsbijdrage met als doelstelling hen te responsabiliseren voor de beslissingen die zij nemen inzake hun loonbeleid. Die responsabiliseringsbijdrage is evenwel ongewijzigd gebleven sinds 2002, terwijl de pensioenen tussen 2003 en 2006 gestegen zijn met ongeveer 2,3 miljard euro, tot 4,5 miljard in 2007. Bijgevolg is het aandeel van de federale staat nog sterker gestegen tot 3,7 miljard in 2007. In 2007 stond de federale overheid in voor ca. 80% van de totale kost. Als wij ook de lokale besturen erbij tellen, komen we aan 5,8 miljard, i.p.v. 4.5 miliard euro. Een deel van deze stijging vloeit voort uit de stijging van de perequatiekosten. Deze kosten bedroegen 481 miljoen in 2006, wat goed is voor een stijging van haast 250 miljoen tussen 2003 en 2006. Voor de periode 20032006, bedroeg de perequatiekost voor de federale overheid 1,45 miljard. De beslissingen van de gemeenschappen en gewesten met betrekking tot de evolutie van het aantal ambtenaren of tot loonsverhoging hebben alzo budgettaire gevolgen voor de overheidsfinanciën van de federale staat. Voor Open Vld moeten de gemeenschapen en de gew esten daarom vanaf het begrotingsjaar 2009 zelf instaan voor de meerkosten die de pensioenen van hun ambtenaren met zich meebrengen. Daarnaast moet ook een deel van de historische last door de gemeenschappen en gew esten zelf w orden gedragen. Vandaar dat een oplopend schema van 300 miljoen in 2009 tot 900 miljoen in 2011 moet w orden voorzien. Tegelijkertijd wil Open Vld dat de deelstaten ook bevoegd worden om op het statuut van hun ambtenaren te kunnen ingrijpen.
Koopkrachtplan Open Vld
7
2) Beperking van de transfers van financiële middelen bij nieuw e bevoegdheidsoverdrachten Een nieuw e bevoegdheidsoverdracht naar de gemeenschappen en de gew esten zou slechts gepaard gaan met een beperkte overdracht van de daarmee overeenstemmende financiële middelen. Een dergelijke oplossing wordt aanbevolen door de Hoge Raad voor Financiën. 3) Overdracht maatregel niet doorstorting bedrijfsvoorheffing onderzoekers naar gemeenschappen en gew esten Om de lasten voor bedrijven te verminderen die onderzoekers tewerkstellen, bestaat op federaal vlak de regeling waarbij een gedeelte van de bedrijfsvoorheffing die op de lonen van deze onderzoekers moet worden ingehouden, niet moet worden doorgestort aan de schatkist. Deze vrijstelling wordt vanaf 1 juli 2008 uniform vastgesteld op 65%. De kostprijs van deze federale maatregel wordt geraamd op 250 miljoen euro. Gelet op de bevoegdheid die de gemeenschappen en de gew esten reeds hebben op het stuk van onderzoek en ontw ikkeling, stelt Open Vld voor dat de gemeenschappen en gew esten de bevoegdheid krijgen om deze lastenverlagingen te kunnen toekennen en verder uit te breiden. Hierdoor dienen de nodige bevoegdheden binnen zowel de personen als de vennootschapsfiscaliteit te worden geregionaliseerd. Op federaal niveau komen dan de overeenkomstige budgetten vrij. 4) Gemeenschaps en gew estbevoegdheden gefinancierd door de federale overheid Momenteel komt de federale staat financieel tussenbeide in tal van domeinen die tot de bevoegdheid van de gemeenschappen en de gewesten behoren. Enkele voorbeelden:
Promotie van het wetenschapsbeleid : 300.000 euro in 2008 Universiteiten vallen onder de gemeenschapsbevoegdheid maar diverse begrotingskredieten zoals "interuniversitaire attractiepolen" en aanverwante staan voor een totaal van 35 miljoen euro in de federale begroting in 2008.
Preventie contracten, stadswachten, drugsplannen zijn ook op kosten van de Federale Overheid voor 42 miljoen euro in 2007. Nationale Loterij: een aantal bevoegdheidsoverschrijdende financieringen (opera, filmfestival, sport...) zitten vervat in algemene posten als "nationaal prestige" e.d., waarvan geen detail wordt voorgelegd. Dit bedrag wordt geraamd op 10 tot 15 miljoen euro.
Koopkrachtplan Open Vld
8
Iline betreft internet voor scholen, bibliotheken, ziekenhuizen en dus een gemeenschapsbevoegdheid. Kostprijs ongeveer 9 miljoen euro per jaar. OCMW’s en socioculturele participaties zijn Vlaams. De toelage aan OCMW's voor sociale en culturele participatie staat in de federale begroting ingeschreven ten belope van 6 miljoen euro. De installatiepremie voor daklozen kan in het regionale huisvestingsbeleid geïncorporeerd worden (3 miljoen euro). Het Fonds ter reductie van de globale energiekost is een NV van publiek recht, waarvan het startkapitaal werd opgehaald door een obligatielening uit te schrijven, en waarvoor we elk jaar 1 miljoen euro (jaarlijks indexeerbaar!) in de begroting schrijven voor de werkingskosten.
Studies en Acties inzake Mobiliteit en Vervoer : 235.000 euro in 2008 De gemeenschappen en gew esten moeten zelf financieel instaan voor de aangelegenheden die tot hun bevoegdheid behoren. Daarom stelt Open Vld voor dat de federale overheid de financiering van die aangelegenheden stop zet, al dan niet op een gefaseerde w ijze. Dit betekent een minderuitgave voor de federale regering van minstens 200 miljoen euro.
C. Lastenverlagingen op het Vlaamse niveau Behalve de federale belastingverlagingen en de nieuwe financiële afspraken tussen de verschillende overheden, moeten ook de deelstaten zelf hun belastingen verlagen. Daarvoor wil Open Vld aan die deelstaten meer fiscale autonomie geven. Concreet stelt Open Vld voor dat Vlaanderen belastingverminderingen toekent voor een globaal bedrag van 1,43 miljard euro (bruto) op jaarbasis. Deze lastenverlaging zal w orden doorgevoerd op 2 vlakken: 1) een extra Vlaamse lastenverlaging (jobkorting) voor elke w erkende Vlaming van 400 euro per jaar; en 2) een Vlaamse korting op de vennootschapsbelasting. Daarnaast moet Vlaanderen in de toekomst instaan voor de lastenverlaging voor onderzoek en ontw ikkeling. Om deze operatie mogelijk te maken, zullen er ook in Vlaanderen keuzes moeten worden gemaakt.
1. Personenbelasting: extra jobkorting voor werkende Vlamingen Vanaf 2009 komt de Vlaamse jobkorting op volle snelheid. Dit is een belastingvermindering van 200 euro per jaar voor elke werkende Vlaming. Dat betekent 540 miljoen euro belastingvermindering op jaarbasis. Deze belastingvermindering maakt
Koopkrachtplan Open Vld
9
het verschil tussen werken en nietwerken groter waardoor werken aantrekkelijker wordt en de activiteitsgraad stijgt. Open Vld stelt voor om deze jobkorting op te trekken tot 600 euro per jaar voor elke w erkende Vlaming. Voor een gezin met twee werkenden betekent dat dus een extra belastingverlaging van 800 euro: van 400 naar 1200 euro (ofwel 100 euro per maand). Op die manier levert Vlaanderen een ernstige bijkomende inspanning naar het activeren van meer mensen. Tegelijkertijd wordt de koopkracht van mensen verhoogd wat een gunstige invloed heeft op het consumentenvertrouwen en bijgevolg op de economische groei. Door meer mensen aan het werk te krijgen kunnen ook de jobs die momenteel in Vlaanderen openstaan worden ingevuld. De uitbreiding van de Vlaamse jobkorting van 200 euro naar 600 euro per jaar betekent een extra belastingvermindering van 1,08 miljard euro op jaarbasis. Om dit mogelijk te maken pleit Open Vld voor meer fiscale autonomie voor de deelstaten in de personenbelasting. Vandaag kunnen de gew esten kortingen toestaan of opcentiemen heffen op het bedrag van de federale personenbelasting. Open Vld w il de bestaande marges hiervoor uitbreiden. Vandaag is de in de Bijzondere Financieringswet toegekende ruimte voor kortingen of belastingverminderingen beperkt, namelijk 6,75% van de in elk gewest gelokaliseerde opbrengst van de personenbelasting. Momenteel bedraagt deze gelokaliseerde opbrengst voor Vlaanderen ongeveer 19,6 miljard euro wat impliceert dat de ruimte van Vlaanderen om kortingen toe te kennen gelimiteerd is tot ongeveer 1,32 miljard euro. Dat is onvoldoende om het voorstel van een versterkte Vlaamse jobkorting te kunnen realiseren. Daarom w il Open Vld de marge van 6,75% optrekken tot 10% (= een marge voor lastenverlagingen van ca. 2 miljard euro). Behalve het optrekken van de marges wil Open Vld ook meteen verhelpen aan enkele andere knelpunten in het huidige systeem, zoals de strikte voorwaarden in de Bijzondere Financieringswet.
2. Vennootschapsbelasting: Vlaamse korting De gewesten zijn grotendeels bevoegd voor het economisch beleid. Ze missen echter het belangrijkste beleidsinstrument: de vennootschapsbelasting. Bovendien delen ze niet in de vruchten van een goed economisch beleid door middel van een deelname in de belasting op de winst van de vennootschappen. In andere federale landen is de vennootschapsbelasting minstens een gedeelde belasting. In Duitsland bijvoorbeeld is de vennootschapsbelasting een gedeelde belasting. In Zwitserland is de vennootschapsbelasting een autonome belasting van de kantons.
Koopkrachtplan Open Vld
10
Een optimale toewijzing van fiscale verantwoordelijkheden vereist in eerste instantie dat de gewesten moeten kunnen delen in de opbrengst van de vennootschapsbelasting. Daarom stelt Open Vld voor om ook in de vennootschapsbelasting de deelstaten de mogelijkheid laten kortingen te geven op het federale tarief. Zoals bij de personenbelasting denkt Open Vld hierbij aan een marge van 10% . Op die manier kan Vlaanderen het tarief van de vennootschapsbelasting verder verlagen. Concreet w il Open Vld meteen de Vlaamse middelen die vandaag w orden gebruikt voor het geven van subsidies (goed voor ongeveer 350 miljoen euro), heroriënteren naar een verlaging van het tarief van de vennootschapsbelasting. België (en Vlaanderen) is een kleine, zeer open economie. Om welvaart te behouden (en bijkomende te creëren) moeten we ons richten op het buitenland. Vlaanderen moet aantrekkelijk zijn en blijven voor buitenlandse investeerders. Een daling van de vennootschapsbelasting is daarbij cruciaal. Niet voor niets heeft de notionele intrestaftrek – die de feitelijke vennootschapsbelasting heeft verlaagd tot ongeveer 26% gezorgd voor meer directe buitenlandse investeringen. België bekleedde in 2006 zelfs een zeer opmerkelijke plaats in de wereldrankings wat betreft het aantrekken van buitenlandse investeringen: 4de plaats, vóór China. Uit recent onderzoek van de professoren Konings en Vandenbussche naar de effecten van een verlaging van de vennootschapsbelasting op (i) economische groei, (ii) tewerkstelling en (iii) investeringen van ondernemingen, blijkt dat een verlaging van de vennootschapsbelasting zeer belangrijke effecten heeft op de drie onderzochte factoren. Een daling van de vennootschapsbelasting tot op het niveau van EU25gemiddelde: · · ·
creëert 80.000 extra jobs in het Vlaamse Gewest; levert bijna 24 miljard euro extra investeringen op (vooral buitenlandse) levert 0,8 pct. extra economische groei op.
Maar er is nog een ander zeer belangrijk element dat uit de studie naar voren komt. In de studie wordt eveneens de effectiviteit van een aantal economische instrumenten onderzocht. Voor de regio’s is dat een zeer belangrijke vraag omdat ze momenteel eigenlijk enkel het instrument van subsidies hebben om een gedragssturend economisch beleid te voeren. Uit de analyse blijkt dat de kostprijs van een extra job die w ordt gerealiseerd door een onderneming ingevolge het krijgen van subsidies gemiddeld 45.500 euro bedraagt. Eenzelfde extra job die w ordt gerealiseerd ingevolge een verlaging van de vennootschapsbelasting kost “ slechts” 18.500 euro. Met andere woorden, indien men een beleid wil voeren dat gericht is op een verhoging van tewerkstelling (en de werkzaamheidsgraad) is een fiscaal instrument bijna 3 keer zo efficiënt als een subsidieinstrument.
Koopkrachtplan Open Vld
11
3. Vlaamse belastingverlaging voor Onderzoek & Ontwikkeling Tot op heden heeft de federale overheid al heel wat inspanningen gedaan om de lasten voor bedrijven te verminderen die onderzoekers tewerkstellen. Zo worden vanaf 1 juli 2008 alle percentages inzake niet doorstorting van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van onderzoekers tewerkgesteld door de verschillende werkgevers, zoals erkende wetenschappelijke instellingen, young innovative companies, ondernemingen welke masters of PhD’s in dienst hebben, geuniformiseerd naar een percentage van 65% (t.t.z. op hetzelfde niveau van de universiteiten, hogescholen, NFWO en FWOV). De jaarlijkse kostprijs van de harmonisering van de diverse percentages naar 65% wordt geraamd op 245,72 miljoen euro. Gelet op de bevoegdheden die Vlaanderen al heeft op het vlak van onderzoek en ontwikkeling stelt Open Vld voor dat de bevoegdheid om zelf het beleid inzake lastenverlagingen voor onderzoekers te kunnen bepalen, wordt overgeheveld naar de gemeenschappen en gewesten.
Koopkrachtplan Open Vld
12