DOSSIER
AMATEURKUNSTEN (AK) & CULTUUR/GEMEENSCHAPSCENTRA (CC/GC’s) Bruggen bouwen terwijl je erover loopt Cultuur- en gemeenschapscentra kunnen een belangrijke positie innemen bij de ondersteuning van amateurkunstenaars. Niet alleen als beheerder van infrastructuur, maar ook als betrokken partner die materiële, technische, promotionele of zelfs artistiek-inhoudelijke ondersteuning biedt. Dat was ook de betrachting van het decreet Lokaal Cultuurbeleid waarbij CC’s (in centrumsteden) expliciet de opdracht kregen actief ondersteuning te bieden aan amateurkunsten en (sociaal-) culturele verenigingen. Een terechte keuze vond de amateurkunstensector. Een cultuur- of gemeenschapscentrum als kloppend hart van de lokale/regionale cultuurbeleving. Eén waar cultuur gecreëerd en gepresenteerd wordt, zowel door professionele als amateurkunstenaars. Er zijn centra die een mooie wisselwerking opzetten met hun lokale amateurkunstenaars, al blijven er ook struikblokken bestaan. De realiteit van samenwerken is er vaak één van vallen en opstaan omdat beide partijen elkaars verwachtingen of werking niet altijd ten volle doorgronden. Aan dit pijnpunt moeten we blijven sleutelen. Door toenadering te zoeken. In dialoog te treden en concrete afspraken te maken over hoe het beter kan. Dit was alvast de opzet van een traject dat vorm kreeg tussen 2013 en 2015. Dit dossier omvat een korte neerslag over het traject, de bevindingen en voornemens om verder bruggen te bouwen.
1
Chronologisch verloop van het toenaderingstraject De amateurkunstensector, cultuur- en gemeenschapscentra zochten elkaar in het verleden al vaker op. in 2010 n.a.v. de studiedag ‘Amateurkunsten in huis’ een jaar later toen in ‘Artisiok’ het artikel ‘Amateurkunsten in het DNA van cultuurcentra en gemeenschapscentra’ verscheen en nog eens in 2013 toen de centra hun 40ste verjaardag vierden waarbij ook de amateurkunstensector hen feliciteerde en toekomstverwachtingen op een rijtje zette
Niet veel later kruisten de wegen opnieuw. Tijdens de zomer van 2013 ving het Forum voor Amateurkunsten vanuit de sector sterke signalen op om (verder) werk te maken van toenadering tussen amateurkunsten en cultuur- en gemeenschapscentra. Samen met belangenbehartiger VVC - Vereniging Vlaamse Cultuur- en gemeenschapscentra – werd een intens traject op touw gezet.
Najaar 2013 VVC en het Agentschap Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk verzamelen cijfers die de aan- of afwezigheid van lokale amateurkunstenaars in cultuuren gemeenschapscentra duiden (zie verder).
Voorjaar 2014 Op 22 mei worden de cijfers toegelicht op het sectoroverleg amateurkunsten. Amateurkunstenorganisaties maken van de gelegenheid gebruik om knelpunten en verwachtingen t.a.v. cultuur- en gemeenschapscentra naar voor te schuiven. Het Forum bundelt, structureert en spreekt deze door met VVC.
2
Najaar 2014 De verzamelde input wordt gedeeld tijdens de categoriaal overlegmomenten van de cultuur- en gemeenschapscentra. Op 1 oktober met de B&C-centra, op 21 oktober met de gemeenschapscentra en op 29 april 2015 met de Acentra1.
Voorjaar 2015 Finaal blikken het Forum voor Amateurkunsten en VVC terug op het afgelegde parcours. Er wordt nota gemaakt van de nieuw verworven inzichten. Afspraken over de terugkoppeling naar beide sectoren worden gemaakt. Concrete verbeter- en opvolgacties krijgen vorm. Ter voorlopige afronding: dit dossier. Met bevindingen, tips en suggesties om bruggen te blijven bouwen. Hier en daar is het water tussen amateurkunsten en de CC/GC’s nog (te) diep. Maar er zijn ook tal van voorbeelden die inspireren, aanzetten tot fantaseren, en vragen naar opvolging en meer van dat. Een beknopt overzicht.
Verdere toenadering broodnodig? Zowel lokale amateurkunstenaars als landelijke amateurkunstenorganisaties zoeken meer ingang tot cultuur- en gemeenschapscentra. Die openheid en ondersteuning vinden ze naar eigen zeggen niet altijd. Al is er ook een probleem van perceptie2. Doel van het traject:
Beter inzicht verwerven in elkaars werking, mogelijkheden en beperkingen Discussies op basis van objectieve cijfers Benoemen van verwachtingen en dromen > afstemmen waar mogelijk Ruimte voor debat > doel: elkaar versterken, zoeken naar win-wins Conclusies omvormen tot concrete verbeteracties
Aanpak: Het Forum voor Amateurkunsten was te gast op een aantal categoriaal overlegmomenten (data zie hierboven). Tijdens een korte ‘presentatie’ kwamen volgende elementen aan bod:
De amateurkunstensector in een notendop Week van de Amateurkunsten Publicaties m.b.t. lokaal amateurkunstenbeleid
1
Het grote tijdsinterval laat zich verklaren door het verdwijnen van het decreet Lokaal Cultuurbeleid en besparingen, prioritaire aandacht vroegen van de cultuurcentra. 2 Vragen als wie allemaal tot de amateurkunsten behoort, vertroebelen het debat. Bovendien blijkt uit cijfers dat lokale amateurkunstenaars toch vaker dan soms gedacht ruggensteun krijgen vanuit hun lokale spilcentra. In deze nota (p. 7) zijn participatiecijfers van amateurkunstenaars in CC/GC’s opgenomen.
3
Inspirerende voorbeelden uit de werking van van amateurkunstenorganisaties relevant voor CC/GC’s Concrete case Lokale Helden (Poppunt) Beknopt cijfermateriaal Resultaten uit een bevraging bij amateurkunstenorganisaties3 o Wat kunnen CC/GC’s voor AK-organisaties betekenen? o Wat willen AK’s voor CC/GC’s betekenen? >> deze powerpoints zijn beschikbaar bij het Forum voor Amateurkunsten.
Nadien was er ruimte om met elkaar van gedachten te wisselen. Dit op basis van volgende vragen:
Welke elementen uit de presentatie neem je mee als aandachts- of werkpunt binnen de eigen werking? En verder: VERBINDEND WERKEN
Tafel 1: Vlaams en lokaal niveau Wat is het effect van de Vlaamse beleidsprioriteit ‘inzetten op lokale (amateurkunsten)verenigingen? Op welke manier kunnen amateurkunstenorganisaties in de cultuurcentra (over heel Vlaanderen) beter voet aan wal krijgen om hun aanbod kenbaar te maken en te verspreiden? Op welke soort ondersteuning / expertise van de amateurkunstenorganisaties willen de cultuurcentra zich beroepen?
VERBINDEND WERKEN
Tafel 2: Week van de Amateurkunsten & Lokale Helden Wie neemt deel aan de Week van de Amateurkunsten? Wie heeft plannen om in de toekomst deel te nemen? Wat zijn jullie eerste bedenkingen of vragen bij het concept Lokale Helden? Hoe kunnen we succesverhalen beter in de kijker zetten en ruimer bekendheid laten genieten?
3
Deze bevraging dateert van voorjaar 2014.
4
VERBINDEND WERKEN
Tafel 3: amateurkunsten en cultuurcentra verbinden In hoeverre werken jullie nu al samen met lokale amateurkunstenaars/ amateurkunstenorganisaties? Wat zijn de intenties hieromtrent in de toekomst? Hoe kunnen we succesverhalen beter in de kijker zetten en ruimer bekendheid laten genieten? Wie begeleidde reeds thesisonderzoek over amateurkunsten in cultuurcentra? (doorstroom!) Is nieuw ‘onderzoek’ wenselijk?
De amateurkunstensector (de 9 landelijke amateurkunstenorganisaties) signaleerden verbeteracties op vlak van:
voeling met het lokale promotie & programmatie
draagkracht & kostprijs
accommodatie
overleg
ACCOMODATIE
Infrastructuur en logistiek (materiaal, technici, …) Betaalbaar onderdak voor evenementen Gespreid aanbod van leslokalen en vergaderzalen Detectie van bestaande repetitieruimtes voor versterkte muziek en expositieen atelierruimtes (Poppunt, KUNSTWERKT) Makkelijke toegankelijke accommodatie Mentaal lage drempel (lokale groepen & individuen)
PROGRAMMATIE
Is er een structureel doorstroomkanaal denkbaar waarbij het aanbod van de amateurkunsten op geijkte wijze bij de juiste aanspreekpunten in de CC beland? Hoe kan het AK-vormingsaanbod geïntegreerd worden? Hoe denken cc’s in te spelen op de trend dat tijdelijke collectieven op korte termijn op zoek gaan naar podiumkansen? Speelkansen + Lokale Helden (Poppunt) Voorrondes provinciale wedstrijden Crossovers bewerkstelligen (bv. jazzcombo op vernissage)
5
PROMOTIE & AFSTEMMING
Aankondigen van workshops, concerten, wedstrijden, … die in de CC’s plaatsvinden via de diverse cc-communiatiekanalen; ook de ‘officiële programmabrochure’. Week van de Amateurkunsten als kapstok. Is het denkbaar een categorie hafabra en vocale muziek in het leven te roepen bij gegevensregistratie. En, kan musical onderscheiden worden van populaire muziek? Kunnen er cijfers gerapporteerd worden i.v.m. publieksopkomst bij optredens van amateurkunstenaars?
VOELING LOKAAL NIVEAU
Via de centra kunnen AK- organisaties voeling houden met en toegang krijgen tot de lokale gemeenschappen. Streven naar eenvoudige wisselwerking (en inspraak). Spreiden van het bestaande cursusaanbod; in welke centra? Scouting experts - CC programmatoren - die vi.be aanvullen Toegang verlenen tot het uitstekende lokaal netwerk Kennis delen Doorverwijsfunctie
DRAAGKRACHT Samen initiatieven ontwikkelen (financiële draagkracht, risico’s spreiden) Samenwerken op organisatorisch en promotioneel vlak Mee waarmaken van de doelstellingen (spreiding)
Wat zeggen de cijfers? We baseren ons op de cijfergegevens van het Agentschap Sociaal-Cultureel Werk van het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media van de Vlaamse overheid. Sinds 2005 bezorgen 62 cultuurcentra jaarlijks de gevraagde gegevens via het systeem “Cultuurcentra in cijfers”. Het gaat om de cultuurcentra in categorie A, B en C. De gemeenschapscentra, maar ook de grootsteden Brussel, Antwerpen, Gent zijn niet vervat in deze cijfers.
6
Gemiddeld presenteert een cultuurcentrum een 60-tal podiumactiviteiten van amateurkunstenaars per jaar. Ook beeldende kunst, fotografie, tentoonstellingen krijgt een plaats in cultuurcentra, maar de verzamelde cijfers maken geen opsplitsing in amateurkunstenaars en professionele kunstenaars. Het is momenteel moeilijk om daar een uitspraak over te doen. Eén derde van deze AK-podiumactiveiten is theater, één vijfde is populaire muziek, vervolgens dans (14%), klassieke muziek (10%) en amusement incl. cabaret/humor (10%), film en nieuwe media (6%), wereldmuziek en folk (2,5%) en literatuur (2%). Over het hele podiumaanbod dat in een cultuurcentrum te bekijken is, is gemiddeld 78% van professionele kunstenaars en 22% van amateurkunstenaars. Wat theater betreft, zien we dezelfde verhouding: 78% is professioneel theater, 22% is amateurtoneel. Opvallend is dat er bij dans een verschillende verhouding is tussen de categorieën. Bij het dansaanbod van een A-centrum is gemiddeld 67% professioneel en 33% van amateurkunstenaars. Het dansaanbod van een C-centrum bevat gemiddeld 39% professioneel en 61% van amateurkunstenaars. Ook bij het aanbod klassieke muziek zien we dat een gemiddeld B-centrum in verhouding meer amateurkunstenaars op het podium heeft staan (43%), dan in een gemiddeld Acentrum (26%) of C-centrum (27%). Voor specifieke genres als wereldmuziek, jazz, folk ligt het percentage van professioneel aanbod dan weer wat hoger (87%).
7
GRAFIEK 1: VERDELING DISCIPLINES AMATEURKUNSTEN GEMIDDELD CC IN 2011 film, audiovisuele en nieuwe media 6%
amusement (incl. humor, cabaret) literatuur 9% 2%
theater 34%
muziektheater 4% wereldmuziek, jazz, folk 2% klassieke muziek (incl. opera) 10% populaire muziek (incl. musical) 19%
dans 14%
Naast het ‘presenteren’ of podium bieden gaan heel wat cultuur- en gemeenschapscentra verder in hun ondersteuning: promotioneel, logistiek en technisch, financieel, co-creatie, samenwerking in grotere projecten, enz… De cijfers maken een onderscheid in de gradatie van ondersteuning:
De AK-podiumactiviteiten die inhoudelijk en financieel ondersteund worden door het CC, worden opgenomen in de ‘eigen programmatie’ van het CC: 17% van de AK-podiumactiviteiten zijn inhoudelijk en financieel gesteund door het CC in de eigen programmatie. De andere 83% amateurkunstenactiviteiten vallen onder de ‘receptieve werking’ van het CC. Het betekent echter niet dat deze activiteiten geen ondersteuning genieten, integendeel. Deze ondersteuning is minder intens als in de ‘eigen programmatie’, en situeert zich op het vlak van promotie en/of het organisatorisch-logistieke: - 70 % van de AK-podiumactiviteiten in het ‘receptieve aanbod’ wordt organisatorisch ondersteund door het CC - 50 % van de AK-podiumactiviteiten wordt ook promotioneel ondersteund door het CC De andere AK-activiteiten mag je dan beschouwen als pure ‘zaalhuur’. De amateurkunstenaars huren de zaal, maar zorgen zelf voor alle organisatie, techniek, promotie, verkoop, etc… “Niches” zoals wereldmuziek/jazz/folk (2%), literatuur (2%) en muziektheater (4%) (zie grafiek 1) worden in verhouding sterker ondersteund in de eigen programmatie (inhoudelijk en financieel ondersteund) dan de ‘populaire’ disciplines (theater, dans): zie grafiek 2. Wellicht heeft dat te maken met de sterke eigen organisatie van de amateurgezelschappen theater en dans, die minder behoefte hebben aan omkadering door het CC.
8
Wat ook opvalt is dat ‘amusement (incl. humor en cabaret) sterk gesteund in de eigen programmatie van het CC, terwijl dit 9% van het totaal aantal AKpodiumaanbod is. Vaak gaat het hier wellicht om eerder individuele amateurkunstenaars. GRAFIEK 2: Amateurkunsten PODIUMKUNSTEN verhouding tussen “eigen” en “receptief” 2008 - 2011
TOTAAL
16,8%
83,2%
FILM, AUDIOVISUELE EN NIEUWE MEDIA 9,0% AMUSEMENT (INCL. HUMOR, CABARET)
91,0%
39,1%
60,9%
LITERATUUR
22,7%
77,3%
MUZIEKTHEATER
24,6%
75,4%
WERELDMUZIEK, JAZZ, FOLK
41,0%
59,0%
KLASSIEKE MUZIEK (INCL. OPERA) 10,0% POPULAIRE MUZIEK (INCL. MUSICAL)
90,0%
23,2%
76,8%
DANS 7,9% THEATER
92,1%
12,7%
87,3%
eigen
receptief
GRAFIEK 3: Percentage van het aantal activiteiten uit 'receptieve AK-aanbod' dat ondersteuning krijgt door het CC: promotioneel of organisatorisch
48%
TOTAAL 38%
FILM, AUDIOVISUELE EN NIEUWE MEDIA
69% 51%
AMUSEMENT (HUMOR, CABARET) 29%
LITERATUUR
71%
67%
54% 47%
MUZIEKTHEATER
80%
32%
WERELDMUZIEK, JAZZ, FOLK
73%
37%
KLASSIEKE MUZIEK (INCL. OPERA)
65% 47%
POPULAIRE MUZIEK (INCL. MUSICAL) DANS
53%
THEATER
54%
71% 76% 72%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% promotioneel
organisatorisch
9
Wat komt uit de gesprekken naar voor? Zwart = de vaststelling Paars = suggestie tot verbetering Bij de gemeenschapscentra Het vormingsaanbod is bijna even belangrijk als het podiumgebeuren. Voor de spreiding van het vormingsaanbod kunnen AK-organisaties misschien nog extra inspanningen doen door hun overzichtsbrochures gericht te adresseren. De GC hanteren dikwijls een rotatiesysteem om lokale amateurkunstenaars afwisselend toegang te verschaffen tot het GC. Het zou goed zijn om de verschillende visies en systemen eens in kaart te brengen en met elkaar te vergelijken. Kleine greep uit wat er is: 1x om de 3 jaar toegang tot GC, combinatie amateurkunstengroep en populaire naam, salon voor alle beeldend kunstenaars, creatief product na begeleiding professioneel kunstenaar komt in de programmatie, witruimte voorzien voor ideeën die van onderuit komen, … Er moet in beide sectoren meer werk worden gemaakt van het in de kijker plaatsen van good practices. Goede praktijken mogen steeds aan het Forum voor Amateurkunsten worden gesignaleerd. Deze kunnen een plaats krijgen in de online praktijkbank, opgenomen worden in nieuwsbrieven en/of aan bod komen tijdens inspiratie/studiedagen. Bij cultuurcentra B&C De werking en het aanbod van de amateurkunstenorganisaties is te weinig gekend bij deze CC’s! Zo missen CC kansen om mee te zijn in de vernieuwing of het aanbod van AK-organisaties. De sleutel ligt in het persoonlijk contact. Al is ‘dosering’ nodig. CC’s verwijzen lokale amateurkunstenaars zelden door naar de dienstverlening van de landelijke AK-organisaties. AK-organisaties: bezorg de CC’s (zonder aan overload te doen) voldoende informatie over jullie basisdienstverlening. Een beknopte info’brochure’ of abonnement op jullie tijdschrift werkt allicht nog het best. Het Forum informeert lokale beleidsmakers en -actoren via de gezamenlijke mailing amateurkunsten naar het ‘lokaal cultuurbeleid’. Ook hier kan je berichten in kwijt. De CC’s doen voor hun lokale amateurkunstenaars meer dan het aanbieden van infrastructuur alleen. De inhoudelijke ondersteuning is echter moeilijker aanwijsbaar en wordt minder systematisch geregistreerd. Indien we hier cijfers of bevindingen rond wensen, is gericht (thesis)onderzoek aanbevolen. Moet een CC alle amateurkunstenaars kansen geven of alleen kunstenaars die ambitie tonen en waar CC’s potentieel in zien? Voorbeelden van CC’s die kansen geven aan amateurkunstenaars zonder de kwaliteitslat extreem hoog te leggen zijn bv. Heist-op-den-Berg (gratis zaalgebruik voor beginnende groepen), Knokke-Heist (ondersteunt muziekfestival voor jonge bands zonder aan selectie te doen), Ieper
10
(gezamenlijk traject met professionele coaching voor al wie volksliedjes wil opwaarderen > resultaat wordt opgenomen in de programmatie). De overheersende perceptie is dat lokale amateurkunstenverenigingen soms/vaak oubollig te werk gaan en vooral kampen met bestuursproblemen. Dit is vaak gestoeld op waar CC’s lokaal mee in aanraking komen. AK-organisaties kunnen aantonen dat ze zich bewust zijn van hier en daar verouderende besturen en tegelijk aangeven hoe ze werken aan vernieuwing. Daarnaast kunnen ze aantonen waar vooruitstrevende amateurkunstenaars zich bevinden en hoe deze zich laten kenmerken. Niet alle amateurkunstenaars door de CC’s ‘bediend’ kunnen worden. Om zicht te krijgen op welke selectiecriteria worden gehanteerd zijn face to face bevragingen nodig. Er is nood aan opvolging en coaching van amateurkunstenaars. Een amateurkunstenorganisatie die neerstrijkt in een CC, daar haar programma brengt en weer weg gaat, biedt onvoldoende meerwaarde. Dit is een stevig debat over rolverdeling waard! Co-creatie en duurzaamheid zijn hierin sleutelwoorden.
Bij cultuurcentra A De beeldvorming rond amateurkunsten wordt voornamelijk bepaald door wat lokaal leeft. (Ook bij B&C-centra zetten verzuiling, concurrentie met DKO, niet altijd instroom van jong bloed, … een stempel op de beeldvorming over amateurkunsten). In alle communicatie die vanuit de amateurkunstensector vertrekt zou een beter onderscheid moeten worden gemaakt tussen het aanbod en de werking van de landelijke AK-organisaties en de werking en verwachtingen van lokale amateurkunstenaars. AK-organisaties kunnen meer in de verf zetten wat zij doen om verjonging aan te zwengelen en de ondersteuning van individuele actieve kunstbeoefenaars of tijdelijke collectieven. Een diepgaande kennis van beide sectoren t.o.v. elkaar dringt zich op. Extrapoleerbare formats zijn een dankbaar aanknopingspunt. Het Forum voor Amateurkunsten en VVC kunnen hierin een rol opnemen als intermediair. Doorstroom van informatie is essentieel. (Meer) inspiratiemomenten dringen zich op. Lokale amateurkunstenaars kunnen best veel zelf (en hebben niet altijd de hulp nodig van een CC). Ze moeten wel blijven investeren in hun eigen kracht door te professionaliseren (bv. technische vaardigheden). Er is een rol weggelegd voor AK-organisaties om hun achterban hierin te versterken. Er is een kloof tussen de verwachtingen van lokale amateurgroepen en het publiek. Lokale amateurkunstenaars stellen enerzijds hoge eisen aan het CC en willen anderzijds met rust gelaten worden. Terwijl het publiek een hoge ticketprijs betaalt om professionele producties te zien. Dit kost tijd & energie en dus geld. CC moeten de inzet en ondersteuning kunnen verantwoorden (‘rentabiliteit’). Lokale amateurkunstenaars moeten realistisch(er) zijn in hun beeldvorming over de mogelijkheden qua steun vanuit een CC. Dit issue kan onderwerp uitmaken van een uitgebreid interview met cultuurprogrammatoren. Het artikel kan opgenomen worden in de tijdschriften van de AK-organisaties.
11
Is samen met lokale kunstenaars creëren, i.p.v. faciliteren, de toekomst? Co-creatie, participatieve modellen, mede-eigenaarschap, … hoe staan amateurkunstenaars hiertegenover. Welke rol kunnen AK-organisaties hierin spelen (bv. die van verbindingsofficier).
>> Een meer uitgebreid verslag is beschikbaar via het Forum voor Amateurkunsten. Algemeen
CC/GC’s zijn vaak, soms onbewust, elk op hun manier bezig met de ondersteuning van lokale amateurkunstenaars. De banden met landelijke amateurkunstenorganisaties zijn (nog) niet overal even sterk. In benadering / communicatie is het nodig een duidelijk onderscheid te maken tussen het lokale (amateurkunstenaars ter plaatse) en AK-organisaties. In de praktijk is ondersteuning vanuit het CC niet altijd evident. Als er gericht en bewust keuze worden gemaakt, doe je er goed aan hier open over te communiceren en een alternatief te bieden voor wie niet in het CC terecht kan.
Enkele best practices in 1 alinea Wat volgt is uiteraard geen exhaustieve lijst van best practices. Voor elke kunstdiscipline zijn goede voorbeelden te vinden. Het Forum voor Amateurkunsten is steeds op zoek naar cases die inspirerend kunnen werken of aanzetten tot reflectie. Vraag via info@amateurkunsten een blancofiche op en deel je praktijk via de online praktijkbank.
Het hele land organiseert herdenkingen rond WO I met de vredesgedachte als centrale thema. Koor&Stem doet dat door zangers van alle leeftijden samen te brengen. Op muziek van componist Maarten Van Ingelgem en teksten van de hand van Annelies Verbeke. Deze worden gedeeltelijk gedeclameerd, gedeeltelijk gezongen. Ondermeer C-Mine in Genk zette hier mee de schouders onder.
12
‘Mia maakt scène’ is een 3-jarig project waarbij amateurtheater voor mensen in armoede werd uitgebouwd in het Meetjesland. Ze leerden de theaterwereld op actieve en passieve wijze kennen. Na 3 jaar zit het project erop. OPENDOEK wil andere regio’s stimuleren om een gelijkaardig initiatief te nemen waarin toneelgroepen, vrijwilligers, OCMW’s, cultuurcentra of kunstacademies een rol spelen.
JazzInzicht, een initiatief van Muziekmozaïek, zorgt voor een verteller, muzikanten en geluidsinstallatie. Het CC/GC nodigt de jazzliefhebbers uit. JazzInzicht neemt de aanwezigen via verhalen, beelden en live muziek mee op een verrassende tocht doorheen 'the Great Jazz Reef' en 'the Origin of Jassies'. Een boeiende en toegankelijke manier om ondergedompeld te worden in de jazzgeschiedenis. Na afloop kunnen aanwezigen grasduinen in een fijne selectie jazz-cd's. Naslagwerk is beschikbaar.
Nog inspirerende lokale praktijken:
13
Concrete actie! Wat doen in de toekomst Nieuwe generaties, nieuwe ambities, de aandacht voor de sociale dimensie van kunsten stijgt, de professionalisering – ook bij amateurkunsten – neemt toe. CC/GC’s en amateurkunstenaars beïnvloeden elkaar. Er is nood om uitwisseling en debat op een gestructureerde manier verder te zetten. De match tussen beide sectoren blijft van belang en daar willen VVC en het Forum voor Amateurkunsten mee hun schouders onder zetten. Enkele haalbare ingrepen die de banden kunnen versterken. Voor CC/GC’s Vlaanderen telt 9 landelijke AK-organisaties. Eén per kunstdiscipline. Ook CC/GC’s kunnen er hun licht opsteken over disciplinegebonden informatie, inhoudelijke
14
feedback, praktijkvoorbeelden of aantrekkelijke formats voor evenementen, festivals, projecten of wedstrijden. Een korte greep uit het aanbod vind je in “De kunstzinnige vingerafdruk van je gemeente. Inspiratiegids lokaal amateurkunstenbeleid”, p. 118 ev. Dialoog, inzicht en vertrouwen. Daar draait het om. De rol die landelijke AK-organisaties voor zichzelf zien weggelegd t.a.v. CC/GC’s zijn voornamelijk deze van makelaar en organisator met het oog op het verhogen en diversifiëren van het amateurkunsten-aanbod. Surf naar amateurkunsten.be om meer te weten over het aanbod en werking van de AK-organisaties. Neem contact, bevraag hen of spreek ze aan over onderstaande
Goede praktijken inspireren. Het Forum voor Amateurkunsten verzamelt lokale praktijken die aanspreken en andere centra aan het denken zetten over hun ondersteuning van de amateurkunsten. Via VVC stelt het Forum een sjabloon ter beschikking waardoor best pratices, via de online databank, maar ook tijdens inspiratiedagen ed. gedeeld kunnen worden. Op zoek naar kwalitatief amateurkunstentalent? Maak gebruik van digitale zoekmachines als vi.be, azertyfactor, de webgalerie voor beeldende kunst. Of surf van deelsites die zich richten op lokale besturen zoals koorlokaal. Ook voor ‘formats’ of een gezamenlijk project ben je bij de AK-organisaties aan het goede adres. Bv. Photo Event, 3D printing, Lokale Helden, Kunstbom, De Opsluiting, The Last Post, … De Week van de Amateurkunsten4 zet amateurkunstenaars over heel Vlaanderen in de kijker. Ga na op welke manier jouw CC/GC hierop kan intekenen? 4
Ter info: momenteel werkt het Forum aan een hertekening van de Week van de Amateurkunsten. Kritische bedenkingen, te behouden principes, nuchtere blik op randvoorwaarden, pleidooi voor de kerndoelstellingen, enz. zijn de komende maanden uiterst welkom.
15
Voor AK-organisaties Een digitaal uitwisselingsplatform waarop lokale cultuurprofessionals uit bib, CC, GC, lokaal cultuur- en vrijetijdsbeleid,… actief zijn is het Kenniskantoor van Locus. Je kan er informatie en ervaringen uitwisselen, vragen stellen en berichten posten. Ook AK-organisaties kunnen een profiel aanmaken zo formats, publicaties, vormingsaanbod, ondersteuningsvormen, enz. bekend maken.
AK-organisaties (en lokale kunstenaars) moeten zich bewust zijn van de timing die CC’s vooropstellen. De programmeringsfase situeert zich in oktober (=prospectie) tot maart (=tekenen contracten). Indien de AK-sector aanbod heeft, moet ze die dan al bekend maken. 1 op 1 relaties met programmatoren zijn ook een meerwaarde. Om de informatiedoorstroom te bevorderen kunnen AK-organisaties hun tijdschrift bezorgen aan VVC of de individuele CC/GC’s. Vormingsbrochures mogen (via het Forum – gebundeld) aan de VVC worden bezorgd zodat deze er mee ruchtbaarheid aan kan geven. 2x per jaar stuurt het Forum voor Amateurkunsten een nieuwsbrief Lokaal cultuurbeleid naar de mailboxen van vele honderden lokale cultuurprofessionals. Heb je nieuwsberichten en weetjes die deze doelgroep aanbelangen? Signaleer dit dan via het Forum voor Amateurkunsten.
November 2015 Tekst : Elke Verhaeghe (
[email protected]) & Evi Gillard (
[email protected])
16