Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek
Brochure Vernieuwingsimpuls Subsidieronde 2002 VENI VIDI VICI
1
Inhoudsopgave
1
Vernieuwingsimpuls nieuwe stijl 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doel 3 1.3 Doelgroep 3 1.4 Drie subsidievormen: VENI, VIDI, VICI 1.5 Indiening van voorstellen 4 1.6 Positie vrouwelijke onderzoekers 4 1.7 Instellingen 5 1.8 Financiering 5 1.9 Selectie 5 1.10 Verslaglegging 5 1.11 Meldpunt procedures en bezwaar/beroep 1.12 Nadere informatie 6
2
VENI-subsidievorm 2.1 Doelgroep 7 2.2 Aanvragen 7 2.3 Indiening 7 2.4 Criteria 7 2.5 Afstemming 8 2.6 Financiering 8 2.7 Tijdpad 8
3
VIDI-subsidievorm 9 3.1 Doelgroep 9 3.2 Aanvragen 9 3.3 Indiening 9 3.4 Criteria 9 3.5 Afstemming 10 3.6 Financiering 10 3.7 Tijdpad 10
4
VICI-subsidievorm 11 4.1 Doelgroep 11 4.2 Vooraanmeldingen/Aanvragen 4.3 Indiening 11 4.4 Criteria 11 4.5 Afstemming 12 4.6 Financiering 12 4.7 Tijdpad 12
5
4
5
7
Contactadressen universiteiten
11
14
2
1 Vernieuwingsimpuls nieuwe stijl ‘Veni, vidi, vici’ betekent ‘ik kwam, ik zag, ik overwon’. Het is een bericht van de beroemde Romeinse veldheer Julius Caesar aan de Senaat om zijn snelle overwinning (47 v. Chr.) op Pontus te melden. 1.1
Inleiding
De primaire onderzoeksmissie van de universiteiten is het verrichten van fundamenteel en strategisch onderzoek. Fundamenteel onderzoek is baanbrekend onderzoek. Het legt nieuwe domeinen van onderzoek open, het beproeft nieuwe wegen die ogenschijnlijk bekend terrein in een verrassend nieuw perspectief plaatsen, het creëert nieuwe kennis door inzichten uit verschillende disciplines met elkaar te verbinden. KNAW, VSNU en NWO delen de opvatting van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (Wetenschapsbudget 2000) dat vernieuwend onderzoek een extra impuls behoeft. NWO heeft daarom samen met de KNAW en de universiteiten het programma Vernieuwingsimpuls opgezet en twee subsidierondes georganiseerd. Na deze rondes is besloten met ingang van 2002 het subsidieprogramma aanzienlijk uit te breiden. De Vernieuwingsimpuls-nieuwe stijl richt zich op persoonsgerichte stimulering in verschillende fasen van de carrière van onderzoekers1. Op deze wijze wordt beoogd onderzoekers een aantrekkelijk perspectief te bieden op een wetenschappelijke carrière. De in- en doorstroom van talentvolle onderzoekers is eveneens van vitaal belang voor de universiteiten, omdat er door de vergrijzing op korte termijn een groot aantal vacatures zal ontstaan. Het scheppen van creatieve ruimte voor avontuurlijke, baanbrekende onderzoekers om vrijelijk onderzoek naar hun keuze te doen én het behouden van deze onderzoekers voor het wetenschappelijk onderzoek staan daarom centraal in de Vernieuwingsimpuls. Volgens de huidige afspraken loopt de Vernieuwingsimpuls in ieder geval door tot 2007 en is het een programma dat jaarlijks per subsidievorm één of meer rondes behelst. In 2008 en 2009 zal de Vernieuwingsimpuls slechts één subsidievorm bevatten (VENI). Van jaar tot jaar worden er mogelijk aanpassingen in de procedures doorgevoerd, mede naar aanleiding van tussentijdse evaluaties. In dit hoofdstuk wordt in grote lijnen geschetst wat de Vernieuwingsimpuls behelst. Meer specifieke informatie over de drie verschillende subsidievormen (doelgroepen, procedures en richtlijnen) is te vinden in de volgende hoofdstukken. Deze brochure is geldig van 1 november 2001 tot en met 31 december 2002.
1.2
Doel
Het doel van de Vernieuwingsimpuls is vernieuwing van het wetenschappelijk onderzoek. Voor het programma staat centraal dat talentvolle, creatieve onderzoekers de gelegenheid krijgen hun onderzoek uit te voeren en op deze wijze in of door te stromen bij de wetenschappelijke onderzoeksinstellingen.
1.3
Doelgroep
Doelgroep voor de Vernieuwingsimpuls zijn excellente onderzoekers met een opvallend en origineel talent en een grote fascinatie voor het doen van uitdagend en grensverleggend onderzoek. Ideeën mogen onorthodox en dwars zijn. Kenmerkend is het risicovolle karakter: succes kan daarom niet verzekerd zijn. Gezien het doel van het programma is het evident dat kandidaten in staat moeten zijn zelfstandig een onderzoek te formuleren en uit te voeren. Dat betekent dat de kandidaten hun kunde op dit gebied al op een of andere wijze hebben bewezen. De Vernieuwingsimpuls richt zich op de allerbeste onderzoekers; gehonoreerde kandidaten zullen behoren tot de beste 10-20% van hun populatie. Van de onderzoekers wordt verwacht dat zij ook anderen van de oorspronkelijkheid en de potentie van hun ideeën weten te overtuigen. Aanvragen kunnen worden ingediend door kandidaten met of zonder vast dienstverband, afkomstig uit binnen- of buitenland. De aanstelling vindt plaats bij één van de ontvangende onderzoeksinstellingen (zie onder 1.7). Er gelden geen leeftijdscriteria.
1
In deze brochure worden met ‘onderzoekers’ zowel vrouwen als mannen aangeduid.
3
1.4
Drie subsidievormen:VENI,VIDI, VICI
De Vernieuwingsimpuls richt zich met drie subsidievormen op drie verschillende fasen in de wetenschappelijke carrière van onderzoekers. VENI-subsidie Deze subsidievorm biedt de pas gepromoveerde onderzoeker de mogelijkheid om gedurende drie jaar in Nederland of deels ook in het buitenland haar/zijn ideeën verder te ontwikkelen. De subsidie bedraagt maximaal C 200.000 (± Kƒ 450) voor een periode van drie jaar. Er kunnen in de subsidieronde van 2002 in totaal ca. 120 aanvragen voor de VENI-subsidievorm worden gehonoreerd. VIDI-subsidie Deze subsidievorm is gericht op de onderzoeker die, al dan niet in Nederland, na haar/zijn promotie al een aantal jaren onderzoek op post-doc niveau heeft verricht en daarbij heeft aangetoond vernieuwende ideeën te genereren en succesvol zelfstandig tot ontwikkeling te brengen. Onderzoekers worden in staat gesteld een eigen vernieuwende onderzoekslijn te ontwikkelen en daartoe zelf één of meer onderzoekers aan te stellen. De subsidie bedraagt maximaal C 600.000 (± Kƒ 1.300) voor een periode van vijf jaar. Er kunnen in de subsidieronde van 2002 ca. 75 aanvragen voor de VIDI-subsidievorm worden gehonoreerd. VICI-subsidie Deze subsidievorm is gericht op de senior-onderzoeker die heeft aangetoond met succes een eigen vernieuwende onderzoekslijn tot ontwikkeling te kunnen brengen en als coach voor jonge onderzoekers te kunnen fungeren. Het programma biedt de onderzoeker de gelegenheid een eigen onderzoeksgroep op te bouwen, vaak vooruitlopend op een structurele hoogleraarspositie. De onderzoekslijn krijgt structurele inbedding binnen de onderzoeksinstelling. De subsidie bedraagt maximaal C 1.250.000 (± Kƒ 2.750) voor een periode van vijf jaar. Er kunnen in de subsidieronde van 2002 ca. 25 aanvragen voor de VICI-subsidievorm worden gehonoreerd.
1.5
Indiening van voorstellen
Kandidaten mogen niet in hetzelfde jaar voor twee verschillende subsidievormen aanvragen indienen. Laureaten (d.w.z. degenen van wie de aanvragen zijn gehonoreerd) mogen pas in het voorlaatste jaar van een lopende subsidie uit de Vernieuwingsimpuls deelnemen aan de competitie voor een volgende subsidievorm. Een onderzoeker kan per subsidievorm maximaal drie keer meedingen. Een onderzoeker kan per subsidievorm hoogstens éénmaal gehonoreerd worden. De deadlines voor het indienen van voorstellen zijn: – VENI-subsidievorm: 15 februari 2002 en 1 september 2002; – VIDI-subsidievorm: 15 februari 2002; – VICI-subsidievorm: 1 april 2002. De voorstellen moeten conform de richtlijnen (zoals in deze brochure vermeld) en het gestelde format elektronisch bij NWO worden ingediend. De formulieren voor de Vernieuwingsimpuls kan men vanaf 1 december 2001 via de NWO-website (http://www.nwo.nl/ Vernieuwingsimpuls) downloaden. Voor de elektronische indiening van de aanvragen dient gebruik gemaakt te worden van het systeem IRIS dat via de NWO-website toegankelijk is. De kandidaten dienen hun voorstellen rechtstreeks in bij NWO. Er is dus geen sprake van een procedure op basis van voordrachten door universiteiten of instituten. Per subsidievorm verschillen wel de voorwaarden die gesteld worden aan de afstemming voorafgaand aan de indiening van een aanvraag en aan de mate van bestuurlijk commitment van de instelling. Deze voorwaarden worden voor iedere subsidievorm afzonderlijk beschreven in de volgende hoofdstukken.
1.6
Positie vrouwelijke onderzoekers
Vrouwen worden nadrukkelijk uitgenodigd voorstellen in te dienen. De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt achter bij die van mannen. NWO, KNAW en de universiteiten willen zich inspannen om dit te doorbreken. De ontvangende instellingen zullen zich beijveren te bevorderen dat vrouwen aanvragen indienen zodat het percentage vrouwelijke indieners tenminste gelijk is aan het percentage vrouwelijke onderzoekers in de doelgroep. NWO garandeert dat de honoreringspercentages voor vrouwelijke kandidaten gemiddeld en in meerjarig perspectief tenminste even hoog zijn als die van mannelijke kandidaten.
4
1.7
Instellingen
Als ontvangende instelling kunnen fungeren de 13 Nederlandse universiteiten met een onderzoekstaakstelling (Erasmus Universiteit Rotterdam, Katholieke Universiteit Brabant, Katholieke Universiteit Nijmegen, Rijksuniversiteit Groningen, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Wageningen Universiteit en Researchcentrum, Universiteit Twente, Universiteit Leiden, Universiteit Maastricht, Universiteit Utrecht, Universiteit van Amsterdam, Vrije Universiteit Amsterdam), de KNAW- en NWOinstituten, het Nederlands Kanker Instituut, de Theologische Faculteit Tilburg, de Katholieke Theologische Universiteit Utrecht, de Theologische Universiteit Kampen, de Theologische Universiteit Apeldoorn en de Universiteit voor Humanistiek.
1.8
Financiering
De subsidies worden gezamenlijk door OCenW, NWO en de ontvangende instellingen gefinancierd. De bijdrage van de ontvangende instellingen bedraagt 32,4% van de toegekende begroting van de projecten. Deze middelen worden door de instelling toegevoegd aan het door NWO toegekende bedrag (67,6%) na acceptatie van het project.
1.9
Selectie
De kandidaten worden in een landelijke competitie beoordeeld. De procedure wordt ingericht en uitgevoerd door NWO. Het NWO-bureau beoordeelt de ontvankelijkheid (d.w.z. of de aanvragen aan de formeel gestelde vereisten voldoen) en de passendheid van de aanvraag binnen de subsidievorm. De behandeling en de selectie van de aanvragen vallen grotendeels onder de verantwoordelijkheid van de NWO-gebiedsbesturen. Voorstellen die gebiedsoverschrijdend zijn worden centraal behandeld. De selectie van kandidaten vindt plaats op basis van de volgende informatie: – De aanvraag; – het commentaar van de adviseurs en de reactie van de kandidaat (zgn. hoor-wederhoor). Bij zeer grote aanvraagdruk kan er door de commissies een voorselectie worden gemaakt op basis van de aanvragen, zonder hoor-wederhoor procedure; – een interview. Er wordt bij grote aanvraagdruk niet noodzakelijkerwijs met alle kandidaten een interview gehouden. De Vernieuwingsimpuls is een persoonsgericht instrument en de nadruk bij de beoordeling van de aanvragen zal dan ook liggen op een beoordeling van de wetenschappelijke kwaliteiten van de onderzoeker en haar/zijn wetenschappelijke potentie. Dat betekent dat, zeker in het laatste stadium van de selectie, gesprekken met kandidaten een belangrijk onderdeel van de procedure zullen vormen. De selectierondes leiden, indien aan de gestelde kwaliteitseisen wordt voldaan, in de subsidieronde van 2002 tot de selectie van in totaal ca. 120 kandidaten voor de VENI-subsidievorm, ca. 75 kandidaten voor de VIDI-subsidievorm, en ca. 25 kandidaten voor de VICI-subsidievorm. Er kunnen overigens op grond van de aanvraagdruk en op voorstel van de gebiedsbesturen nog verschuivingen tussen de te honoreren aantallen per subsidievorm plaatsvinden.
1.10 Verslaglegging Als een subsidie wordt toegekend, treedt de laureaat in dienst bij de onderzoeksinstelling van haar/zijn keuze en worden er afspraken gemaakt over de voortgangs- en eindverslaglegging. Voor de beoordeling van de voortgang van het onderzoek van VICI-laureaten kan gebruik gemaakt worden van externe deskundigen, die een site visit afleggen.
1.11 Meldpunt procedures en bezwaar/beroep NWO richt een meldpunt in voor opmerkingen of klachten van kandidaten over het verloop van de procedures van de Vernieuwingsimpuls. Het commentaar kan zowel NWO als de universiteiten of instituten betreffen en moet schriftelijk worden ingediend, bij voorkeur per e-mail (
[email protected]). De reacties worden behandeld door een medewerker die niet bij de procedures betrokken is. Het meldpunt heeft geen formele bevoegdheden om in te grijpen in de procedures, maar het kan op verzoek van kandidaten wel een bemiddelende rol spelen. Het fungeert daarnaast als verzamelpunt van informatie over de uitvoering van de Vernieuwingsimpuls ten behoeve van de evaluatie van het programma.
5
Voor het indienen van formele bezwaren of het instellen van beroep tegen beslissingen in het kader van de Vernieuwingsimpuls staan vanzelfsprekend, waar van toepassing, de geldende bezwaar- en beroepsprocedures open.
1.12 Nadere informatie Vragen over de verschillende subsidievormen van de Vernieuwingsimpuls kan men richten aan de centrale coördinator van dit subsidieprogramma bij NWO, Wilma van Donselaar. Zij behandelt geen opmerkingen of klachten over het verloop van de procedures, deze moeten schriftelijk bij het meldpunt (zie 1.11) worden ingediend. NWO - Vernieuwingsimpuls Mw. dr. W.A. van Donselaar Postbus 93138, 2509 AC Den Haag Telefoon 070-3440733/3440639 Telefax 070-3850971 E-mail
[email protected]
6
2 VENI-subsidievorm 2.1
Doelgroep
Deze subsidievorm richt zich op de pas gepromoveerde excellente onderzoeker, die aan het begin van haar/zijn wetenschappelijke carrière staat, maar toch reeds heeft aangetoond een opvallend talent te bezitten voor het doen van wetenschappelijk onderzoek. De subsidievorm biedt nadrukkelijk de mogelijkheid om deels ook in het buitenland ideeën te ontwikkelen. Hierbij kan als indicatie van de doelgroep gedacht worden aan junior postdocs met of zonder vast dienstverband bij de universiteit of onderzoeksinstelling in de eerste jaren na de promotie en behorend tot de beste 10-20% van hun populatie.
2.2
Aanvragen
De aanvragen dienen in het Engels te worden geschreven en bevatten: – Curriculum vitae van de kandidaat en publicatielijst; – beschrijving van het onderzoeksvoorstel (maximaal 2000 woorden); – kostenbegroting; – reprints van de belangrijkste twee publicaties.
2.3
Indiening
De voorstellen moeten conform de richtlijnen (zoals in deze brochure vermeld) en het gestelde format elektronisch bij NWO worden ingediend. De formulieren voor de Vernieuwingsimpuls kunnen vanaf 1 december 2001 via de NWO-website (http://www.nwo.nl/ Vernieuwingsimpuls) worden gedownload. Voor de elektronische indiening van de aanvragen dient gebruik gemaakt te worden van het systeem IRIS dat via de NWO-website toegankelijk is. De reprints dienen per post naar NWO te worden gestuurd: NWO/Vernieuwingsimpuls, t.a.v. mw. dr. W.A. van Donselaar, Postbus 93138, 2509 AC Den Haag.
2.4
Criteria
De kandidaten en de voorgestelde onderzoeksplannen zullen worden beoordeeld op de volgende criteria: Kwaliteit van de onderzoeker – Wetenschappelijke vaardigheden blijkend onder meer uit proefschrift, publicaties en/of andere wetenschappelijke verworvenheden; – duidelijke indicatie dat de onderzoeker een opvallend talent bezit voor het doen van wetenschappelijk onderzoek en tot de beste 10-20% van haar/zijn populatie behoort; – aanstekelijke fascinatie voor onderzoek of technologie; – overtuigingskracht. Innovatieve karakter van het voorgestelde onderzoek – Originaliteit van de vraagstelling; – wetenschappelijk vernieuwende elementen; – potentie tot belangrijke bijdragen aan wetenschap of technologie. Kwaliteit van het onderzoeksvoorstel – Uitdagend qua inhoud; – doeltreffend qua voorgestelde methode.
7
2.5
Afstemming
Afstemming tussen de kandidaat en de beoogde ontvangende instelling voorafgaand aan indiening is niet verplicht, evenmin als toezeggingen vooraf van de beoogde ontvangende instelling ten aanzien van de continuering van de aanstelling na afloop van de subsidieperiode. Wanneer de kandidaat in de aanvraag uitspreekt bij welke instelling hij het voorgestelde onderzoek wenst uit te voeren, dan dient de kandidaat eveneens een kopie van de aanvraag naar het (college van) bestuur van de genoemde instelling te sturen. De kandidaat is vrij om de instelling te kiezen waar zij/hij het onderzoek gaat uitvoeren, maar de inbedding binnen de instelling dient wel geregeld te zijn vóór de toegekende subsidie door NWO ook daadwerkelijk kan worden uitgekeerd. Plannen van de kandidaat om een goede inbedding te realiseren kunnen in de selectie-interviews aan de orde worden gesteld.
2.6
Financiering
De toe te kennen lump sum2 VENI-subsidies bedragen maximaal C 200.000 (± Kƒ 450) uitgaande van een periode van 3 jaar. Kosten die ten laste van de Vernieuwingsimpuls gebracht kunnen worden zijn: – Bruto salaris van de geselecteerde kandidaten en een opslag van 70% op het bruto salaris van de geselecteerde kandidaat ten – – – –
behoeve van werkgeverslasten en algemene kosten; de kosten voor aanschaf van materialen en apparatuur c.q. databestanden; kosten voor reizen en bezoeken aan conferenties en onderzoeksinstellingen; kosten voor verblijf aan buitenlandse onderzoeksinstellingen; bruto salaris van additioneel aan te stellen hulppersoneel en een opslag van 35% op het bruto salaris van het additionele personeel.
2.7
Tijdpad
Er wordt twee maal per jaar een VENI-subsidieronde georganiseerd. Het tijdpad voor de twee rondes ziet er als volgt uit: Voorjaarsronde VENI-subsidievorm 15 februari 2002 Deadline indiening VENI-aanvragen bij NWO. tot 1 mei 2002 Raadplegen adviseurs en reacties kandidaten op adviezen. tot 1 juli 2002 Interviews en selectie kandidaten onder verantwoordelijkheid van gebiedsbesturen. voor 15 juli 2002 Besluitvorming Algemeen Bestuur NWO en toekennen subsidies. Najaarsronde VENI-subsidievorm 1 september 2002 Deadline indiening VENI-aanvragen bij NWO. tot 15 november 2002 Raadplegen adviseurs en reacties kandidaten op adviezen. tot 15 januari 2003 Interviews en selectie kandidaten onder verantwoordelijkheid van gebiedsbesturen. voor 1 februari 2003 Besluitvorming Algemeen Bestuur NWO en toekennen subsidies.
2
De subsidies van de Vernieuwingsimpuls vallen niet onder de Regeling Overlaten Werkgeverschap. Dat betekent dat er bij NWO geen aanspraak gemaakt kan worden op, bijvoorbeeld, additionele benchfees of ‘einde-project uitkeringen’. Voor aan te stellen medewerkers kan dit geen invloed hebben op de eventuele wachtgeldaanspraak bij de ontvangende instellingen.
8
3 VIDI-subsidievorm 3.1
Doelgroep
Deze subsidievorm is gericht op de excellente onderzoeker die na haar/zijn promotie al een aantal jaren onderzoek heeft verricht en daarbij heeft aangetoond vernieuwende ideeën te genereren en succesvol zelfstandig tot ontwikkeling te brengen. Onderzoekers moeten in staat geacht worden een eigen vernieuwende onderzoekslijn te ontwikkelen en daartoe zelf één of meerdere onderzoekers aan te stellen. Hierbij kan als indicatie van de doelgroep gedacht worden aan meer ervaren gepromoveerde onderzoekers met of zonder een vast dienstverband bij universiteiten en onderzoeksinstituten en behorend tot de beste 10-20% van hun populatie.
3.2
Aanvragen
De aanvragen dienen in het Engels te worden geschreven en bevatten: – Curriculum vitae van de kandidaat en publicatielijst; – beschrijving van het onderzoeksvoorstel (maximaal 4000 woorden); – kostenbegroting; – reprints van de belangrijkste twee publicaties.
3.3
Indiening
De voorstellen moeten conform de richtlijnen (zoals in deze brochure vermeld) en het gestelde format elektronisch bij NWO worden ingediend. De formulieren voor de Vernieuwingsimpuls kunnen vanaf 1 december 2001 via de NWO-website (http://www.nwo.nl/ Vernieuwingsimpuls) worden gedownload. Voor de elektronische indiening van de aanvragen dient gebruik gemaakt te worden van het systeem IRIS dat via de NWO-website toegankelijk is. De reprints dienen per post naar NWO te worden gestuurd: NWO/ Vernieuwingsimpuls, t.a.v. mw. dr. W.A. van Donselaar, Postbus 93138, 2509 AC Den Haag.
3.4
Criteria
De kandidaten en de voorgestelde onderzoeksplannen zullen worden beoordeeld op de volgende criteria: Kwaliteit van de onderzoeker – Wetenschappelijke vaardigheden blijkend onder meer uit proefschrift, publicaties tijdens en na de promotie en/of andere wetenschappelijke verworvenheden; – aantoonbaar in staat vernieuwende ideeën te genereren en succesvol zelfstandig tot ontwikkeling te brengen en behorend tot de beste 10-20% van haar/zijn populatie; – goede nationale en internationale positie; – aanstekelijke fascinatie voor onderzoek of technologie; – overtuigingskracht; – in staat om (bege)leiding te geven aan andere onderzoekers en medewerkers. Innovatieve karakter van het voorgestelde onderzoek – Originaliteit van de vraagstelling; – wetenschappelijk vernieuwende elementen; – potentie tot belangrijke bijdragen aan wetenschap of technologie. Kwaliteit van het onderzoeksvoorstel – Uitdagend qua inhoud; – doeltreffend qua voorgestelde methode. 9
3.5
Afstemming
Bij de aanvraag wordt als regel een inbeddingsgarantie verlangd van het (college van) bestuur van de beoogde ontvangende instelling, die ingaat op de wetenschappelijke inbedding van het beoogde onderzoek. Daarnaast staat het kandidaat en instelling vrij om al in de inbeddingsgarantie afspraken te maken over het loopbaanperspectief voor de kandidaat na afloop van de subsidieperiode, maar dit is niet verplicht. Bij honorering van het voorstel van een kandidaat is de door de instelling afgegeven inbeddingsgarantie bindend bij het maken van definitieve afspraken tussen kandidaat en ontvangende instelling. De inbeddingsgarantie is niet bedoeld als selectieinstrument van de beoogde ontvangende instelling. In deze subsidievorm is het echter ook mogelijk beargumenteerd af te zien van afstemming vooraf, bijvoorbeeld wanneer nog geen beoogde ontvangende instelling kon worden geïdentificeerd of om andere redenen vooraf geen garantie kan worden verkregen. De inbedding binnen de instelling dient ook in deze gevallen geregeld te zijn vóór de toegekende subsidie door NWO daadwerkelijk kan worden uitgekeerd De inbedding kan in de selectie-interviews aan de orde worden gesteld.
3.6
Financiering
De toe te kennen lump sum (zie voetnoot 2 op p. 8) VIDI-subsidies bedragen maximaal C 600.000 (± Kƒ 1.300) uitgaande van een periode van 5 jaar. Kosten die ten laste van de Vernieuwingsimpuls gebracht kunnen worden zijn: – bruto salaris van de geselecteerde kandidaten en een opslag van 70% op het bruto salaris van de geselecteerde kandidaat ten behoeve van werkgeverslasten en algemene kosten; – de kosten voor aanschaf van materialen en apparatuur c.q. databestanden; – kosten voor reizen en bezoeken aan conferenties en onderzoeksinstellingen; – bruto salaris van additioneel aan te stellen personeel (promovendi, postdocs, technici) en een opslag van 35% op het bruto salaris van het additionele personeel.
3.7
Tijdpad
Er wordt éénmaal per jaar een VIDI-subsidieronde georganiseerd. Het tijdpad ziet er als volgt uit: 15 februari 2002 Deadline indiening VIDI-aanvragen bij NWO. tot 1 mei 2002 Raadplegen adviseurs en reacties kandidaten. tot 1 juli 2002 Interviews en selectie van kandidaten onder verantwoordelijkheid van de gebiedsbesturen. voor 15 juli 2002 Besluitvorming Algemeen Bestuur en toekenning subsidies.
10
4 VICI-subsidievorm 4.1
Doelgroep
Deze subsidievorm is gericht op de excellente onderzoeker die heeft aangetoond met succes een eigen vernieuwende onderzoekslijn tot ontwikkeling te kunnen brengen en als coach voor jonge onderzoekers te kunnen fungeren. Het programma biedt de onderzoeker de gelegenheid een eigen onderzoeksgroep op te bouwen, vaak vooruitlopend op een structurele hoogleraarspositie. De onderzoekslijn krijgt een structurele inbedding binnen de onderzoeksinstelling. Hierbij kan als indicatie van de doelgroep gedacht worden aan professorabel geachte onderzoekers of recent benoemde hoogleraren en behorend tot de beste 10% van hun populatie.
4.2
Vooraanmeldingen/Aanvragen
In de procedure voor de VICI-subsidievorm wordt gewerkt met vooraanmeldingen. De vooraanmeldingen dienen in het Engels te worden geschreven en bevatten: – Curriculum vitae van de kandidaat en publicatielijst; – beschrijving van het onderzoeksvoorstel, incl. het wetenschappelijk belang en de internationale positionering van het onderwerp (maximaal 800 woorden); – kostenbegroting; – reprints van de belangrijkste twee publicaties. Een aantal vooraanmeldingen wordt geselecteerd voor nadere uitwerking. De uitgewerkte aanvragen dienen in het Engels te worden beschreven en bevatten: – Curriculum vitae van de kandidaat en publicatielijst; – beschrijving van het onderzoeksvoorstel (maximaal 8000 woorden); – kostenbegroting; – reprints van de belangrijkste twee publicaties.
4.3
Indiening
De voorstellen moeten conform de richtlijnen (zoals in deze brochure vermeld) en het gestelde format elektronisch bij NWO worden ingediend. De formulieren voor de Vernieuwingsimpuls kunnen vanaf 1 december 2001 via de NWO-website (http://www.nwo.nl/ Vernieuwingsimpuls) worden gedownload. Voor de elektronische indiening van de aanvragen dient gebruik gemaakt te worden van het systeem IRIS dat via de NWO-website toegankelijk is. De reprints dienen per post naar NWO te worden gestuurd: NWO/ Vernieuwingsimpuls, t.a.v. mw. dr. W.A. van Donselaar, Postbus 93138, 2509 AC Den Haag.
4.4
Criteria
De kandidaten en de voorgestelde onderzoeksplannen zullen worden beoordeeld op de volgende criteria: Kwaliteit van de onderzoeker – Wetenschappelijke vaardigheden blijkend onder meer uit proefschrift, talrijke publicaties van internationale statuur en/of andere wetenschappelijke verworvenheden; – aantoonbaar in staat met succes een eigen vernieuwende onderzoekslijn tot ontwikkeling te brengen en behorend tot de beste 10% van haar/zijn populatie; – heeft zowel nationaal als internationaal een vooraanstaande positie; – aanstekelijke fascinatie voor onderzoek of technologie; – overtuigingskracht; – aantoonbare leidinggevende en coachende vaardigheden.
11
Innovatieve karakter van het voorgestelde onderzoek – Originaliteit van de vraagstelling; – wetenschappelijk vernieuwende elementen; – gericht op de opbouw van een nieuwe onderzoekslijn; – potentie tot internationaal baanbrekende bijdragen aan wetenschap of technologie. Kwaliteit van het onderzoeksvoorstel – Uitdagend qua inhoud; – doeltreffend qua voorgestelde methode; – stevige verankering in het universitaire onderzoeksbeleid; – internationaal belang van het voorgestelde onderzoeksgebied.
4.5
Afstemming
Kandidaten maken hun belangstelling bekend bij de instelling waar hun voorkeur naar uitgaat. In alle gevallen en voorafgaand aan de indiening van de vooraanmelding is afstemming tussen kandidaat en de ontvangende instelling ten aanzien van de inbedding van het voorgestelde onder-zoek verplicht. De door het (college van) bestuur afgegeven inbeddingsgarantie is bindend bij het maken van definitieve afspraken tussen kandidaat en ontvangende instelling. De inbeddingsgarantie voor deze subsidievorm gaat over de inhoudelijke mogelijkheden voor aansluiting. Ook geeft de ontvangende instelling aan welke perspectieven voor onderzoekslijn en kandidaat zij, bij succes van het onderzoek, garandeert na afloop van de subsidieperiode. De inhoud van de garanties kan meebepalend zijn voor het succes van de aanvraag, blijvende impact van de subsidie kan immers slechts gewaarborgd zijn wanneer vooraf duidelijk is dat ook na afloop van de subsidieperiode prioriteit aan het voorgestelde onderzoek gegeven zal blijven worden.
4.6
Financiering
De toe te kennen lump sum (zie voetnoot 2 op p. 8) VICI-subsidies bedragen maximaal C 1.250.000 (± Kƒ 2.750) uitgaande van een periode van 5 jaar. Kosten die ten laste van de Vernieuwingsimpuls gebracht kunnen worden zijn: – bruto salaris van de geselecteerde kandidaten en een opslag van 70% op het bruto salaris van de geselecteerde kandidaat ten behoeve van werkgeverslasten en algemene kosten; – de kosten voor aanschaf van materialen en apparatuur c.q. databestanden; – kosten voor reizen en bezoeken aan conferenties en onderzoeksinstellingen; – kosten voor het uitnodigen van buitenlandse collega’s; – kosten voor het organiseren van workshops/symposia; – bruto salaris van additioneel aan te stellen personeel (promovendi, postdocs, technici) en een opslag van 35% op het bruto salaris van het additionele personeel.
4.7
Tijdpad
Er wordt éénmaal per jaar een VICI-subsidieronde georganiseerd. Het tijdpad voor de procedure ziet er als volgt uit: 1 april 2002 Deadline indiening VICI-vooraanmeldingen bij NWO. tot 1 juni 2002 Selectie vooraanmeldingen door gebiedsbesturen. juni 2002 Bekendmaking uitslag ronde vooraanmeldingen. 1 september 2002 Deadline indiening uitgewerkte VICI-aanvragen.
12
tot 1 november 2002 Raadplegen adviseurs en reacties kandidaten op adviezen. tot 1 december 2002 Interviews en selectie van kandidaten door gebiedsbesturen. december 2002 Besluitvorming Algemeen Bestuur en toekenning subsidies.
13
5 Contactadressen universiteiten Erasmus Universiteit Rotterdam College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Mw. drs. M. Kret Postbus 1738 3000 DR ROTTERDAM Katholieke Universiteit Brabant College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Mw. dr. T. van den Heuvel Postbus 90153 5000 LE TILBURG Katholieke Universiteit Nijmegen College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Drs. R.A. Timmer Postbus 9102 6500 HC NIJMEGEN Rijksuniversiteit Groningen College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Mw. dr. C. Streefland Postbus 72 9700 AB GRONINGEN Technische Universiteit Delft College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Ir. J.W. Smeets Postbus 5 2600 AA DELFT
Technische Universiteit Eindhoven College van Bestuur
Vernieuwingsimpuls Ir. E.W. Gerritsen Postbus 513 5600 MB EINDHOVEN Universiteit Leiden College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Drs. J.G. Frankfort Postbus 9500 2300 RA LEIDEN
Universiteit Maastricht College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Dr. E.H.S. Drenthe Postbus 616 6200 MD MAASTRICHT Universiteit Twente College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Drs. P.P. Hoetink Postbus 217 7500 AE ENSCHEDE Universiteit Utrecht College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Mw. drs. E.S. Bringmann Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Universiteit van Amsterdam College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Drs. N.R.J. Deen Postbus 19268 1000 GG AMSTERDAM Vrije Universiteit Amsterdam College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Dr. R.D. van der Gaag De Boelelaan 1105 1081 HV AMSTERDAM Wageningen Universiteit en Researchcentrum College van Bestuur Vernieuwingsimpuls Dr. H.N.M. van der Lans Postbus 9101 6700 HB WAGENINGEN
14