brochure
PROFIELWERKSTUK havo Jeroen Bosch College
schooljaar 2012-2013
Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE .................................................................................................................................................2 INLEIDING ...............................................................................................................................................................3 1
WAT IS EEN PROFIELWERKSTUK? .............................................................................................................4
2
AFSPRAKEN PROFIELWERKSTUK..............................................................................................................5
3
TIJDLIJN EN BELANGRIJKE DATA ..............................................................................................................6
4
WERKZAAMHEDEN........................................................................................................................................7 4.1 ORIËNTATIE EN KEUZE (± 6 UUR) ..................................................................................................................7 4.1.1 Keuze van een partner .......................................................................................................................7 4.1.2 Keuze van een onderwerp .................................................................................................................7 4.1.3 Aanvragen van een profielwerkstukonderwerp..................................................................................7 4.2 VOORBEREIDING (± 6 UUR) ..........................................................................................................................7 4.2.1 Plan van aanpak: onderzoeksplan .....................................................................................................8 4.2.2 Plan van aanpak: tijdplan ...................................................................................................................9 4.3 UITVOERENDE FASE (± 48 UUR)....................................................................................................................9 4.3.1 Het onderzoek uitvoeren of het ontwerp maken ................................................................................9 4.4 VERWERKINGS- EN PRESENTATIEFASE (± 20 UUR).........................................................................................9
5
PROCES, PRODUCT EN PRESENTATIE ....................................................................................................10 5.1. PROCES ....................................................................................................................................................10 5.1.1 Logboek ...........................................................................................................................................10 5.1.2. Bronnen- en materialenmap ............................................................................................................10 5.2 PRODUCT (SCHRIFTELIJK VERSLAG) ...........................................................................................................11 5.2.1 Algemene richtlijnen schriftelijk verslag. ..........................................................................................11 5.2.2 Structuur van het verslag .................................................................................................................11 5.2.3 Plagiaat voorkomen .........................................................................................................................13 5.3 PRESENTATIE ............................................................................................................................................14 5.3.1 Presentatievormen ...........................................................................................................................14 5.3.2 De mondelinge presentatie ..............................................................................................................14
BIJLAGE I: SCHAKELMODULES HBO.............................................................................................................16 LERAAR GEZOCHT ................................................................................................................................................18 OPVOEDEN EN ZO .................................................................................................................................................20 DE JEUGD ............................................................................................................................................................22 STUDENTENHUISVESTING: KAMER GEZOCHT! .........................................................................................................23 RUIMTEVAART: “SAVE LANDING”............................................................................................................................25 ONDERNEMINGSPLAN ...........................................................................................................................................26 BIJLAGE II: PROFIELWERKSTUKONDERWERPEN ........................................................................................28 SITES...................................................................................................................................................................28 PROFIELWERKSTUKONDERWERPEN GECOMBINEERDE VAKKEN ................................................................................29 PROFIELWERKSTUKONDERWERPEN PER VAK..........................................................................................................29 BIJLAGE III: PROFIELWERKSTUK KEUZEFORMULIER ..................................................................................33
2
Inleiding Aan het einde van je middelbare schoolcarrière moet je bewijzen dat je iets meer weet van je profielvakken dan de verplichte leerstof, die in het school- en het centraal examen getoetst wordt. Je moet daartoe een profielwerkstuk maken. Het profielwerkstuk wordt ook wel de ‘meesterproef’ genoemd; je laat zien dat je meester bent in de vakken van je profiel! Dat er veel belang wordt gehecht aan het profielwerkstuk blijkt uit het feit dat dit werkstuk (met titel) apart op je eindlijst bij je diploma wordt vermeld. Bovendien reikt de school ook dit schooljaar prijzen uit voor de profielwerkstukken havo; één prijs voor de maatschappijprofielen en één prijs voor de natuurprofielen. De begeleidend docenten kunnen profielwerkstukken nomineren. Tijdens de presentatieavond, waarop alle leerlingen hun profielwerkstuk moeten presenteren, zal een deskundige jury de genomineerde profielwerkstukken beoordelen en bepalen welke profielwerken uiteindelijk beloond zullen worden met een prijs. Excellente profielwerkstukken kunnen binnen OMO (Ons Middelbaar Onderwijs) of landelijk meedingen naar diverse prijzen die voor profielwerkstukken worden uitgereikt. Wij zijn er van overtuigd dat elke leerling die met de nodige inzet aan werkt en de adviezen van de begeleidende docent opvolgt, in staat is dit profielwerkstuk op een goede wijze op te zetten en af te ronden. Deze brochure kun je beschouwen als een hulpmiddel daarbij. Het is een praktische handleiding die je stap voor stap begeleidt bij het maken van het werkstuk.
Veel succes!
3
1
Wat is een profielwerkstuk?
Het profielwerkstuk is de ‘meesterproef’: het afsluitende werkstuk van je havo-opleiding. Je laat zien dat je meer geleerd hebt dan alleen de kennis bij de verschillende vakken. In een profielwerkstuk ga je een onderwerp uit één of meer vakken verder uitdiepen. Dit mag een profielvak zijn, een vak uit het gemeenschappelijk deel of een vak uit het vrije deel, maar minstens één van de vakken voor het profielwerkstuk (havo) moet een minimale studielast hebben van 320 uur. Het profielwerkstuk heeft een studiebelasting van 80 uur (per persoon). In het profielwerkstuk ligt de nadruk op de algemene vaardigheden. Dit zijn: informatievaardigheden (informatie verzamelen en verwerken); onderzoeksvaardigheden en/of ontwerpvaardigheden; communicatieve of presentatievaardigheden. Het profielwerkstuk is in de meeste gevallen een open onderzoeksopdracht. Er zijn 4 soorten profielwerkstukken: het natuurwetenschappelijk onderzoek, vooral bij de natuurprofielen het sociaal-wetenschappelijk onderzoek, vooral bij de maatschappijprofielen, het literatuuronderzoek, bij alle vier profielen, het technisch of creatief ontwerp, bij alle vier profielen. Het type onderzoek is afhankelijk van het vak en onderwerp dat je hebt gekozen. Het profielwerkstuk kan in verschillende vormen gepresenteerd worden, maar dient altijd vergezeld te gaan met een schriftelijk verslag (zowel op papier als digitaal in te leveren) en een logboek, waarin verantwoording wordt afgelegd over het tot stand komen van het werkstuk.
Profielwerkstuk als onderdeel van het examendossier Het profielwerkstuk telt op de havo mee als onderdeel in het combinatiecijfer samen met de vakken maatschappijleer en levensbeschouwing. Geen van de onderdelen mag een waardering lager hebben dan 4,0. De afgeronde (hele) cijfers van de drie vakken worden gemiddeld tot het combinatiecijfer.
Profielwerkstuk op de havo van het Jeroen Bosch College Op de havo van het Jeroen Bosch College kun je je profielwerkstuk op twee manier vorm geven: A.
Een profielwerkstuk op school. Je werkt zelfstandig (onder begeleiding van een vakdocent) aan een profielwerkstuk met een onderwerp naar keuze. Voor een lijst met mogelijke profielwerkstukonderwerpen, zie bijlage II.
B.
Profielwerkstuk gekoppeld aan een schakelmodule op het HBO (beperkt aantal plaatsen!) Je neemt deel aan een aangeboden schakelmodule op het HBO. Je maakt kennis met een HBO opleiding door een schakelmodule te volgen en tegelijkertijd is de schakelmodule de basis voor je profielwerkstuk. Een deel van de studiebelasting van 80 uur voor het profielwerkstuk wordt ingevuld binnen deze schakelmodule. Het resterende deel van de studiebelasting (verschillend per module) werk je aan het profielwerkstuk onder begeleiding van de vakdocent van school. De schakelmodule vormt de basis voor een onderwerp. Voor een overzicht van de HBO schakelmodules, zie bijlage I
De school wijst jou een begeleider voor het profielwerkstuk toe, met wie je voortgangs- en beoordelingsgesprekken voert. Deze begeleider beoordeelt de resultaten en geeft een eindbeoordeling op basis van de 3P’s: Proces, Product en Presentatie. De werkzaamheden met betrekking tot het profielwerkstuk voer je zo veel mogelijk zelfstandig uit. Je rapporteert aan je begeleider. Vraag om hulp wanneer je dreigt vast te lopen!
4
2
Afspraken profielwerkstuk
Groepsgrootte Het profielwerkstuk wordt gemaakt in tweetallen. Mentoren kunnen adviseren bepaalde koppels niet toe te staan. Voor bepaalde schakelmodulen op het HBO worden groepen van afwijkende grootte gemaakt. Studiebelasting Het profielwerkstuk heeft een studiebelasting van 80 uur per persoon. Vak Het profielwerkstuk wordt op de cijferlijst bij het diploma gekoppeld aan een vak. Dit mag een profielvak zijn, een vak uit het gemeenschappelijk deel of een vak uit het vrije deel, maar minstens één van de vakken voor het profielwerkstuk (havo) moet een minimale studielast hebben van 320 uur. Onderwerpkeuze en -begeleiding De keuze van onderwerpen voor profielwerkstukken op school is in principe vrij. Het onderwerp moet natuurlijk wel voldoende mogelijkheden bieden voor diepgang en onderzoek. Of een onderwerp profielwerkstukwaardig is bespreek je vooraf met een vakdocent. Het profielwerkstuk op school wordt begeleid door een vakdocent van school. Bij de indiening van jouw profielkeuze onderwerp moet je twee mogelijke onderwerpen aangeven, gekoppeld aan verschillende vakken / docenten. Voor de eerste keuze kun je kiezen uit alle vakken (met een studiebelasting van minimaal 320 uur of meer!), maar voor je tweede keuze niet uit: Economie, M&O, Aardrijkskunde, Geschiedenis en Biologie. Dit om stapeling van aanvragen bij een beperkt aantal vakken en/of docenten te voorkomen. Het profielwerkstuk keuzeformulier is opgenomen in bijlage III. Indien wordt deelgenomen aan een schakelmodule op het HBO, zal de keuze voor een onderwerp voor het profielwerkstuk gekoppeld zijn aan het onderwerp van de schakelmodule. Ook leerlingen die een schakelmodule volgen krijgen, naast de begeleiding vanuit het HBO, een begeleidend vakdocent toegewezen. De koppeling van begeleidend docenten voor de schakelmodules wordt gecoördineerd door dhr. Brzozozwski. Beoordeling: proces, product en presentatie De uiteindelijke beoordeling van het profielwerkstuk is gebaseerd op de beoordeling van het proces, het product en de presentatie. In hoofdstuk 5 worden deze onderdelen van de uiteindelijke beoordeling nader toegelicht. De begeleidend docent is degene die uiteindelijk het profielwerkstuk beoordeeld met een cijfer. Het afgeronde (hele) cijfer van het profielwerkstuk telt mee als onderdeel van het combinatiecijfer (profielwerkstuk, maatschappijleer en levensbeschouwing). Geen van de afzonderlijke onderdelen van het combinatiecijfer mag een waardering lager hebben dan 4,0. Om het proces te kunnen beoordelen, dient er zicht te zijn op dat proces. Tussentijdse voortgangs- en beoordelingsgesprekken (minimaal 2) met de begeleidend docent zijn verplicht en vormen een wezenlijk onderdeel van de eindbeoordeling van het profielwerkstuk. Indien de voortgang als onvoldoende wordt beoordeeld geeft de docent duidelijk en schriftelijk de reden daarvoor aan. Hij informeert daarover de examencommissie en de mentor. Om het proces goed te kunnen volgen moet een logboek worden bijgehouden, dat onderdeel is van het schriftelijk verslag. Ook gespreksverslagen met de begeleider moeten als onderdeel van het schriftelijk verslag worden ingeleverd. Het schriftelijk verslag wordt óók digitaal ingeleverd. Profielwerkstuk presentatieavond Je bent verplicht je profielwerkstuk te presenteren op de presentatieavond. De presentatie maakt deel uit van de beoordeling.
5
3
Tijdlijn en belangrijke data
Bij het maken van een profielwerkstuk doorloop je vier fasen: 1. Oriëntatie en keuze 2. Voorbereiding 3. Uitvoering 4. Schrijffase en presentatie In onderstaand overzicht staan een globale tijdplanning per fase en de belangrijke data per fase weergegeven. In hoofdstuk 4 worden de werkzaamheden die je in de verschillende fasen uitvoert nader toegelicht.
Oriëntatie en keuze (mei t/m september)
Fase
Belangrijke data
Toelichting
Juni 2012(4 havo)
Voorlichting over het profielwerkstuk in het algemeen, profielwerkstuk op school en profielwerkstuk in combinatie met een aansluitingsmodule HBO Uiterste datum opgave schakelmodules HBO (Er is een beperkt aantal plaatsen per schakelmodule beschikbaar, zie module informatie bijlage I) Inleveren keuze profielwerkstukonderwerpen
Dinsdag 5 juni 2012
Uiterlijk Vrijdag 14 september 2012 Donderdag 20 september 2012
Uiterlijk 10 oktober 2012
Uiterste datum inleveren plan van aanpak bij begeleider, die een opstartgesprek met de leerlingen voert.
Uiterlijk 1 november
Opstartgesprekken met begeleider zijn afgerond.
November, december, januari.
Uitvoering profielwerkstuk door de leerlingen, begeleid door de docent.
Uiterlijk 8 februari 2013
Uiterste datum waarop het profielwerkstuk(verslagdeel) moet zijn ingeleverd (op papier én digitaal).
Woensdag 6 maart 2013
Profielwerkstukavond: presentatie van de profielwerkstukken (verplicht voor alle leerlingen)
Maandag 11 maart 2013
Uiterste datum voor de eindbeoordeling door de docent van het profielwerkstuk
(februari/maart)
Schrijffase en presentatie
Uitvoering (nov./jan.)
Voorbereiding (okt./nov.)
Uiterlijk 26 september 2012
Eerste bijeenkomst schakelmodules HBO (Informatie volgt vanuit schakelmodules zelf). De definitieve keuzes en de begeleiders worden vastgesteld (door de examencommissie) en aan de leerlingen meegedeeld.
Het voorlopige cijfer (cijfer zonder de presentatie, na inleveren van het verslagdeel) kan in bijzondere gevallen, op verzoek van de begeleidend docent en met toestemming van de examencommissie, via aanpassingen in het profielwerkstuk verbeterd worden tot vrijdag 22 februari 2013. 6
4 4.1
Werkzaamheden Oriëntatie en keuze (± 6 uur)
Het profielwerkstuk start met oriëntatie en keuze. Er moet een keuze worden gemaakt voor een partner, vak en onderwerp. Het profielwerkstuk moet gekoppeld worden aan één of meer vakken, waarbij minimaal één vak een studiebelasting heeft van minimaal 320 uur. De studiebelasting per vak vind je in het PTA.
4.1.1
Keuze van een partner
Onderschat het kiezen van een partner niet! De keuze van een partner is van belang, omdat je een lange periode moet samenwerken. Het is belangrijk dat partners dezelfde belangstelling voor het onderwerp hebben en dat jullie goed kunnen samenwerken. Mentoren kunnen adviseren bepaalde koppels niet toe te staan. Let erop dat bij de omvang van het werkstuk ervan uitgegaan wordt dat elke leerling individueel 80 studiebelastingsuren in het profielwerkstuk investeert. Bij de keuze voor een schakelmodule op het HBO kan het voorkomen dat de organisatie groepen vormt.
4.1.2
Keuze van een onderwerp
Kies een onderwerp dat echt je interesse heeft en bij je past. Als je het profielwerkstuk in een schakelmodule op het HBO uitvoert, is de gekozen schakelmodule richtinggevend in de keuze voor een profielwerkstukonderwerp. Als je het profielwerkstuk op school maakt, kun je een eigen onderwerp uitkiezen. Er bestaan veel internetsites met ideeën voor mogelijke profielwerkstuk onderwerpen. In bijlage II van deze brochure is een lijst met zoekideeën en mogelijke profielwerkstukonderwerpen (per vak) opgenomen. Een eigen onderwerp is ook mogelijk. Bespreek met een vakdocent of jouw profielwerkstukonderwerp realiseerbaar is!
4.1.3
Aanvragen van een profielwerkstukonderwerp
In verband met het voorkomen van stapeling van aanvragen bij een beperkt aantal vakken en/of docenten moet je bij de indiening van jouw profielwerkstukonderwerp twee mogelijke onderwerpen aangeven, gekoppeld aan verschillende vakken / docenten. Voor de eerste keuze kun je kiezen uit alle vakken (met een studiebelasting van minimaal 320 uur of meer!), maar voor je tweede keuze niet uit: EC-GS-AK-M&O en BI. Ingediende profielwerkstukonderwerpen moeten voorzien zijn van een handtekening van een vakdocent die daarmee aangeeft dat het onderwerp realiseerbaar is. Een goedkeuring van de docent wil nog NIET zeggen dat het onderwerp/begeleidend docent zeker is. Het is helaas niet altijd mogelijk iedereen de eerste voorkeur toe te wijzen. De examencommissie wijst de profielwerkstukken en begeleidende docenten toe. In bijlage III vind je het profielwerkstuk keuzeformulier.
4.2
Voorbereiding (± 6 uur)
Nadat de definitieve profielwerkstukonderwerpen en begeleidend vakdocenten bekend zijn gemaakt, neem je zo snel mogelijk contact op met je profielwerkstukbegeleider om je profielwerkstuk daadwerkelijk te kunnen opstarten. Tijdens de voorbereidingsfase die nu start ga je nader inzoomen op je onderwerp van je profielwerkstuk wat leidt tot het maken van een onderzoeksplan. Daarbij maak je een tijdplan. Het geheel van onderzoeksplan en tijdplan vormt je plan van aanpak, dat je inlevert en bespreekt met je begeleider.
7
Voorbeeld van een plan van aanpak: Onderzoeksplan Hoofdvraag
Wat is de invloed van temperatuur op de snelheid van gisting van glucose? (vakken: biologie, scheikunde, natuurkunde)
Deelvragen
Is er een optimale temperatuur en zo ja, welke is dat? Welke processen vinden bij vergisting plaats en kunnen wij die processen volgen door het meten van de optische activiteit met een polarimeter?
Hypothesen Verwachtingen
We verwachten dat er een optimale temperatuur is en dat die in de buurt van 40 graden Celsius ligt. Omdat glucose rechtsdraaiend is, verwachten we uit de draaihoek informatie te kunnen halen over het gistingsproces.
Werkwijze Methode
We gaan gist toevoegen aan glucoseoplossingen van verschillende concentraties (0,25-1,5 mol/l met intervallen van 0,25) en die bij verschillende temperaturen (25-50 ° C met intervallen van 5 ° C) vier uren laten staan. Daarna meten we met twee polaroid filters de optische draaiing.
Informatiebronnen Hulpmiddelen
Uit boeken. Chemie in theorie en praktijk van H. van Keulen. Gepolariseerd licht in de natuur van G.P. Können. Tijdschriften. Natuur & Techniek 1992, Enzymen, gangmakers in de natuur. TOA voor de experimentele opstellingen op school. Schriftelijk verslag, maar eventueel willen we het voor de klas ook wel mondeling presenteren.
Presentatievorm Taakverdeling
Bas zal vooral de verwerking van de meetresultaten voor zijn rekening nemen omdat hij goed overweg kan met computerprogramma's en Friso zal vooral de theoretische kant voor zijn rekening nemen. Maar we zullen zo veel mogelijk alles samen doen.
Tijdplan als je begint in mei/juni. Activiteit
Hoe lang?
Wanneer? (maand, weeknummer, dagdeel)
Oriëntatie en keuze onderwerp
6
mei
juni
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
mrt.
Friso / Bas
Informatie verzamelen uit de literatuur en inlezen in het onderwerp: plan van aanpak maken
6
mei.
juni.
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
mrt.
Friso
Onderzoeksopzet uitwerken en proefopstelling maken
15
mei.
juni.
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
mrt.
samen
Proeven uitvoeren en gegevens (data) verzamelen
18
mei.
juni.
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan
feb.
mrt.
Bas
Gegevens ordenen en verwerken
15
mei.
juni.
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
mrt.
samen
Schriftelijk verslag maken en mondelinge presentatie voorbereiden en geven
20
mei.
juni.
aug.
sep.
okt.
nov.
dec.
jan.
feb.
mrt.
samen
4.2.1
Wie?
Plan van aanpak: onderzoeksplan
In het onderzoeksplan wordt achtereenvolgens de hoofdvraag, de deelvragen, hypothesen / verwachtingen, werkwijze / methode, informatiebronnen / hulpmiddelen, presentatievorm en de taakverdeling opgenomen. Een scherp geformuleerde en goed afgebakende onderzoeksvraag is een noodzakelijke voorwaarde om het profielwerkstuk tot een goed einde te brengen. Het motto luidt: inperken en afbakenen. Vaak is een onderzoeksvraag opgedeeld in een aantal deelvragen, waarmee je het onderzoek verdeelt in kleinere stappen. Je krijgt daarmee beter zicht op de haalbaarheid en je vergroot de kans dat je alle kanten van de onderzoeksvraag belicht. Met de onderzoeksvraag en deelvragen maak je duidelijk wat je wel en wat je niet aan de orde stelt. Wanneer je goed hebt nagedacht over de onderzoeksvraag, word je minder snel verleid zijpaden te gaan bewandelen. Daarnaast kun je uit beschikbare informatie het bruikbare beter selecteren. Bovendien kun je met een duidelijke onderzoeksvraag beter conclusies formuleren. Onderzoek verrast. Dingen zijn anders dan ze op het eerste gezicht lijken. Wanneer je iets gaat onderzoeken, formuleer je vooraf welke uitkomsten je verwacht. Dit heet het formuleren van een hypothese. Al lezende of tijdens het maken van een ontwerp of het opstellen van een proefopstelling kun je tot de ontdekking komen dat je de onderzoeksvraag moet aanpassen. Overleg daarover met de begeleidende docent en wellicht moet je de aanpassing dan ook doen!
8
4.2.2
Plan van aanpak: tijdplan
Het is niet alleen belangrijk te weten wat je gaat onderzoeken, maar ook wie wanneer wat gaat doen en hoeveel tijd dat zal gaan kosten. Dit staat in het tijdplan. Het plan van aanpak bestaat in het algemeen uit een onderzoeksplan en een tijdplan. In het tijdplan staat hoe lang een activiteit duurt en wie deze uitvoert en wanneer. Wanneer je alle activiteiten in de goede volgorde hebt gezet, zet je er per activiteit het aantal benodigde uren bij wat je denkt nodig te hebben om de activiteit uit te voeren. Daarna plan je aan de hand van een tijdbalk de doorlooptijd (tijdstip van de start en het einde) per activiteit.
4.3
Uitvoerende fase (± 48 uur)
Na goedkeuring van het plan van aanpak door je begeleider ga je gegevens verzamelen en je onderzoek verder uitvoeren. Verwerk je informatie op een duidelijke manier en ga na of je conclusies kunt verbinden aan je onderzoek. Houd je begeleider regelmatig op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot je profielwerkstuk middels voortgangs- en beoordelingsgesprekken. Je maakt van deze gesprekken gespreksverslagen en neemt deze op in het schriftelijk verslag. Denk in het kader van het proces ook aan het bijhouden van je logboek en eventueel je bronnen- en materiaalmap (zie hoofdstuk 5).
4.3.1
Het onderzoek uitvoeren of het ontwerp maken
Begin je zoektocht bij gemakkelijk toegankelijke informatiebronnen, bijvoorbeeld een encyclopedie, schoolboeken of internetsites. Verzamel in het begin zo veel mogelijk trefwoorden rond een onderwerp. Aan de hand van deze trefwoorden kun je verder zoeken. Op internet kun je met een zoekmachine zoekopdrachten formuleren. Het grote voordeel is dat je een aantal trefwoorden tegelijkertijd op kunt geven. Bedenk wel: alleen met gericht zoeken met de juiste trefwoorden vind je de gewenste informatie. Bedenk bovendien dat lang niet alle sites even betrouwbaar zijn. Ook in de systematische kaartenbak van een bibliotheek kun je kijken om bijvoorbeeld boeken op te sporen. Denk ook aan documentatiemappen, knipselkranten, naslagwerken, etc.. Noteer altijd direct de volledige gegevens van boeken, tijdschriften, artikelen en sites die je gebruikt voor je profielwerkstuk in je bronnen- en materialenboek. Hiermee voorkom je, bij het definitief samenstellen van de bronvermelding, veel onnodig zoekwerk achteraf. Met een interview, een enquête, het uitvoeren van proeven, veldwerk, excursie, een bezoek aan bedrijven of instellingen kun je ook informatie verzamelen. Na het verzamelen van de informatie/gegevens moet je deze interpreteren en confronteren met de onderzoeksvragen. Welke antwoorden kan ik geven of welke conclusies kan ik trekken op grond van de verzamelde informatie/gegevens? In de loop van het onderzoek heb je je onderzoeksvraag misschien wat aangescherpt, je hebt keuzes gemaakt en waarnemingen gedaan. Verder heb je je methode geëvalueerd en heb je ideeën geformuleerd om vervolgonderzoek te doen. Al deze onderdelen moeten naar voren komen in het verslag. Lever in overleg met je begeleider op tijd een eerste versie in van je profielwerkstuk (concept), enkele weken voor de definitieve inleverdatum. Hierna volgt een gesprek waarbij de begeleider nog eventuele verbeterpunten naar voren brengt.
4.4
Verwerkings- en presentatiefase (± 20 uur)
Na het verzamelen van de gegevens ga je je ervaringen in een verslag beschrijven en daarna je profielwerkstuk in een andere vorm presenteren. Zowel het schriftelijke verslag als de presentatie vormen onderdeel van het eindproduct. Hoewel je beide onderdelen moet inleveren / uitvoeren, is het wel mogelijk dat je zelf bepaald op welk van beide onderdelen de nadruk komt te liggen. In hoofdstuk 5 wordt nader ingegaan op het uiteindelijke verslag en de presentatie. 9
5 5.1.
Proces, product en presentatie Proces
Bij het profielwerkstuk wordt nadrukkelijk het proces gevolgd en beoordeeld. Om zicht te krijgen op het proces is het verplicht tussentijdse voortgangs- en beoordelingsgesprekken met de begeleidend docent te houden en gespreksverslagen hiervan op te nemen in je schriftelijk verslag. Het eerste beoordelingsgesprek vindt plaats naar aanleiding van het plan van aanpak. Het tweede beoordelingsgesprek vindt plaats naar aanleiding van de eerste versie van het profielwerkstuk. Om zicht te krijgen en te houden op het proces is het bovendien verplicht een logboek bij te houden. Daarnaast wordt geadviseerd een bronnen- en materialenmap bij te houden.
5.1.1
Logboek
In een logboek staan zaken als datum, tijd, plaats, verrichte werkzaamheden eventueel aangevuld met een resultaat of opmerking en gemaakte afspraken. Bij werken in een duo kun je elk een eigen logboek maken of kun je in overleg met je docent afspreken dat jullie samen één logboek bijhouden. In het laatste geval moet de bijdrage van elke leerling wel goed zichtbaar zijn in het logboek. Het logboek heeft een aantal functies: het is voor de leerling een hulpmiddel bij het systematisch verzamelen van informatie en voor je docent is het een instrument om snel inzicht te krijgen in het gevolgde werkproces. Hieronder is een voorbeeld van een stukje uit een logboek afgedrukt. Datum Tijd Plaats Verrichte werkzaamheden Opmerkingen 10 sept 15 min School overleg met begeleider 11-12 ochtend Bibliotheek informatie over … gezocht boek ….gevonden
Afspraken
In de kolom 'Opmerkingen' kun je kort het resultaat van de activiteit, of een persoonlijke ervaringen bij de betreffende activiteit weergeven.
Vanzelfsprekend moeten het plan van aanpak en het logboek met elkaar in overeenkomst zijn. Toch kan het gebeuren dat je van het oorspronkelijke plan van aanpak afwijkt. In de kolom 'Opmerkingen' van het logboek motiveer je dan waarom je bent afgeweken van je oorspronkelijke plan. Je begeleidend docent moet in principe te allen tijde in de gelegenheid zijn het logboek en het plan van aanpak in te zien.
5.1.2.
Bronnen- en materialenmap
Naast een logboek is het zinvol om een zogenaamde bronnen- en materialenmap te maken. Dat is een hulpmiddel bij het systematisch verzamelen en ordenen van de gegevens. Een goed gedocumenteerde bronnen- en materialenmap is onmisbaar wanneer je je schriftelijk verslag en presentatie gaat uitwerken. Neem zoveel mogelijk gegevens op, want onbelangrijke details kunnen in een later stadium essentiële informatie blijken te zijn! In de bronnen- en materialenmap neem je kladblaadjes met aantekeningen, krantenknipsels, tussentijdse resultaten van je onderzoek en een overzicht van geraadpleegde boeken en sites (bronnenlijst) e.d. op. Orden de gegevens in de map vanaf het begin zo veel mogelijk. Afhankelijk van het onderwerp van het profielwerkstuk of je eigen voorkeur kan dit chronologisch, naar activiteit, naar deelonderwerp, of naar onderzoeksvraag (of deelvraag). Zet op zoveel mogelijk materialen een datum en houd bij het ordenen van de gegevens al zoveel mogelijk rekening met de presentatievorm van het profielwerkstuk.
10
5.2
Product (schriftelijk verslag)
Het profielwerkstuk levert een schriftelijk verslag en een presentatie op. Meestal ligt de nadruk op het schriftelijk verslag, hoewel ook de nadruk kan liggen op de presentatie. Ook in dit laatste geval is een schriftelijk verslag als toelichting aanwezig. Alle profielwerkstukken moeten uiteindelijk worden gepresenteerd op de profielwerkstuk presentatieavond. In deze paragraaf wordt nader ingegaan op de eisen en onderdelen van het schriftelijk verslag.
5.2.1
Algemene richtlijnen schriftelijk verslag.
Doelgroep Bij het schrijven is de doelgroep (klas- of leeftijdgenoten) belangrijk. Bedenk welke voorkennis je klas- of leeftijdgenoten hebben. Schrijf geen zaken op die bekend zijn bij je doelgroep, behalve als het noodzakelijk is om je verhaal te ondersteunen. Maar houd dit kort of verwijs naar een bron waar dit staat. Houd je stijl zo eenvoudig mogelijk. Geen ambtenarenstijl met ingewikkelde woorden en zinsconstructies waar je doelgroep nauwelijks iets van begrijpt. Gebruik geen populaire taal. Omvang van het verslag/wijze van inleveren Richtlijn voor de omvang van een schriftelijk verslag voor een profielwerkstuk is 3200 tot 6000 woorden (10 tot 15 pagina’s hoofdtekst (exclusief afbeeldingen, bijlagen e.d.). Het verslag wordt zowel als papieren versie als digitaal ingeleverd. Typografische verzorging Het verslag moet duidelijk leesbaar zijn, voorzien zijn van inhoudsopgave en genummerde pagina’s. Let goed op je spelling en het gebruik van leestekens (laat ook iemand anders meelezen). Je kunt met illustraties werken om je verhaal verder te onderbouwen of te verlevendigen, zoals tabellen, grafieken, grafische kaarten, citaten, foto’s, cartoons en dergelijke. Zorg ervoor dat de illustraties functioneel zijn en zorg voor een juiste bronvermelding.
5.2.2
Structuur van het verslag
Schriftelijke verslagen kennen in het algemeen een tamelijk vaststaande structuur, waarbij de volgende onderdelen zijn opgenomen: Titelpagina Inhoudsopgave Inleiding Hoofdtekst Samenvatting Bronnenlijst Bijlagen: - inhoudelijke bijlagen - plan van aanpak - logboek - gespreksverslagen van voortgangs- en beoordelingsgesprekken met de begeleider Titelpagina De titel moet kort en krachtig de inhoud karakteriseren. Kort wil zeggen: minder dan tien woorden (de titel komt op de cijferlijst bij je diploma te staan). Probeer een pakkende titel te verzinnen: dat daagt lezers uit tot lezen. Op de titelpagina staat achtereenvolgens vermeld: titel (eventueel met ondertitel); voorletter(s) en achternaam van de schrijver(s); profiel en vakken; school (inclusief plaats van vestiging van de school) en klas; naam begeleiders;
datum. 11
Inhoudsopgave De inhoudsopgave geeft in een notendop de opbouw van de tekst weer. Ook in deze brochure is gebruik gemaakt van een inhoudsopgave, bekijk deze voor een voorbeeld. Inleiding In de inleiding wordt de lezer geïnformeerd over: het onderwerp, de onderzoeksvragen of hypothesen. In de inleiding is plaats om de achtergrond of het belang van het onderwerp en de onderzoeksvragen toe te lichten. Eventueel kan daar nog een korte omschrijving van centrale begrippen aan worden toegevoegd. Ook is het gebruikelijk in de inleiding de opbouw van de tekst per hoofdstuk aan te geven. Tenslotte staan in de inleiding de individuele bijdragen van ieder groepslid aan het verrichte onderzoek en de geschreven tekst gespecificeerd. De definitieve versie van de inleiding kan pas worden geschreven wanneer de indeling en de inhoud van het schriftelijke verslag vastligt. Hoofdtekst In een schriftelijk verslag over een zelf uitgevoerd onderzoek (bijvoorbeeld bij een eigen onderzoek bij één van de vakken uit de N-profielen), wordt in het algemeen de natuurwetenschappelijke methode gevolgd. In de inleiding zijn de onderzoeksvraag, de deelvragen en de hypothese beschreven. Na de inleiding volgt in de hoofdtekst een uiteenzetting over de gebruikte methode, hulpmiddelen en materialen. Daarna een overzicht van de gevonden resultaten. In de conclusie wordt onder andere aangegeven in hoeverre de onderzoeksvraag is beantwoord, of de hypothese is bevestigd, hoe betrouwbaar de uitkomsten zijn en welke vragen niet zijn beantwoord. Als een onderzoek niet het verwachte resultaat oplevert, geef je aan waaraan dit zou kunnen liggen (discussie). De opbouw van een tekst van een literatuuronderzoek ligt minder vast. Tussen de inleiding en de samenvatting kunnen hoofdstukken en paragrafen naar eigen inzicht worden gestructureerd en benoemd. Het is wel gebruikelijk de hoofdtekst af te sluiten met één of enkele conclusies. Sluit in de conclusie zo goed mogelijk aan bij de onderzoeksvragen in de inleiding. De conclusie is als het ware het antwoord op de onderzoeksvragen. In de hoofdtekst kunnen tabellen en figuren worden gebruikt. Dit zijn uitstekende middelen om overzichtelijk en compact een hoeveelheid informatie aan de lezer aan te bieden. Ze moeten worden voorzien van een volgnummer en een titel. Wanneer een tabel of figuur niet door jezelf is opgesteld, moet je de bron vermelden. In de tekst zelf verwijs je naar de figuur of tabel. Samenvatting In de samenvatting komt geen nieuwe informatie meer aan bod. De samenvatting is een korte, kernachtige weergave van de inhoud van de hoofdtekst met onder meer de hoofdconclusies van het onderzoek. Literatuurverwijzingen, citaten, tabellen en figuren horen niet in een samenvatting thuis. Bronnenlijst Bij het verslag hoort een bronnenlijst (literatuurlijst). De bronnenlijst is alfabetisch naar eerste auteur gerangschikt. Wanneer meer auteurs een boek hebben geschreven moet je de achternamen van alle auteurs voluit vermelden. De rangorde van verschillende publicaties van één auteur gebeurt chronologisch.
Literatuurverwijzing naar een boek: achternaam auteur, voorletter(s), jaar van uitgave (tussen haakjes), titel en eventuele subtitel, eerstgenoemde plaats van vestiging van de uitgever, uitgever. Literatuurverwijzing voor kranten- of tijdschriftartikelen: achternaam auteur(s), voorletter(s), jaar van uitgave (tussen haakjes), titel en eventuele subtitel artikel, naam van de krant/het tijdschrift, datum/nummer van de jaargang, begin- en eindpagina. Verwijzingen naar sites: achternaam auteur, voorletter(s) (Publicatiejaar of update). Titel van de website. Geraadpleegd op dag maand jaar, adres website. Voorbeeld: Meijden, B. van der (1998). Schiphol als thema voor een geschiedenis-, internet- en/of profielwerkstuk. Geraadpleegd op 7 juli 2005, http://www.histopia.nl/schiphol.html 12
Bijlagen Op te nemen bijlagen: inhoudelijke bijlagen (eventueel): in een inhoudelijke bijlage kan informatie worden opgenomen die voor de lezer de moeite waard is, maar te gedetailleerd is om in de hoofdtekst op te nemen. Bijvoorbeeld een samenvatting van een interview, gebruikte vragenlijsten, uitgebreide tabellen of een verstuurde brief. In het algemeen geldt: beperk het aantal bijlagen. plan van aanpak logboek gespreksverslagen van voorgangs- en beoordelingsgesprekken met de begeleider
5.2.3
Plagiaat voorkomen
Zoals in hoofdstuk 1 aangegeven is het profielwerkstuk de ‘meesterproef’: het afsluitende werkstuk van je havoopleiding. Je laat zien dat je meer geleerd hebt dan alleen de kennis bij de verschillende vakken. Je laat zien wat jij kunt, het profielwerkstuk moet eigen werk zijn: plagiaat is verboden en wordt gezien als fraude. Fraude wordt altijd gemeld bij de examencommissie en behandeld volgens de afspraken zoals die zijn weergegeven in het examenreglement. De begeleidend docent kan gebruik maken van plagiaatscanners. Het profielwerkstuk dient daartoe ook digitaal te worden ingeleverd. “Knippen en plakken” is tegenwoordig zo gemakkelijk dat mensen soms plagiaat plegen zonder dat ze het zich realiseren. Je pleegt onder meer plagiaat als je zinnen, frases, paragrafen en zelfs ideeën kopieert van werk van anderen, gepubliceerd of niet gepubliceerd, zonder de oorspronkelijke auteur te vermelden. Teksten letterlijk overnemen van internet of uit boeken of deze licht bewerken: het is allemaal plagiaat. Je kunt in je verslag wel gebruik maken van citaten (letterlijk overnemen van andermans tekst), stukken tekst van een andere schrijvers in eigen woorden weergeven (parafraseren), of verwijzen naar opvattingen van een andere auteur. In deze gevallen maak je gebruik van bronvermeldingen. Citaten of parafrases plaats je altijd tussen aanhalingstekens, gevolgd door een vermelding tussen haakjes van de naam van de schrijver en het verschijningsjaar. Op het eind van je verslag geef je een overzicht van gebruikte bronnen in de bronnenlijst. In het profielwerkstuk mogen overigens geen extreem lange citaten (vijf regels of langer) voorkomen. Enkele tips: Maak in de tekst duidelijk welke ideeën van jezelf zijn en welke je hebt overgenomen uit een tekst van iemand anders Gebruik je een parafrase, neem dan toch een bronverwijzing op Ook bij grafieken, tabellen, statistieken en afbeeldingen hoort een bronvermelding
13
5.3
Presentatie
Alle profielwerkstukken worden in verschillende ronden gepresenteerd op de profielwerkstuk presentatieavond. Op de presentatieavond presenteer je je profielwerkstuk in ieder geval aan je begeleider en medeleerlingen. Van alle leerlingen van 5 havo wordt verwacht dat ze op de presentatieavond presentaties van medeleerlingen bijwonen. Je kunt op de presentatieavond nog andere mensen uitnodigen om jouw presentatie bij te wonen: denk aan (groot) ouders, andere familieleden, mensen die een bijdrage hebben geleverd aan je profielwerkstuk, vrienden, enz.
5.3.1
Presentatievormen
Er is een breed scala aan presentatievormen: mondelinge voordracht (met gebruik van media) een audio-, video-, foto- of powerpointpresentatie en dergelijke. posterpresentatie (indien mogelijk gecombineerd met het tonen van de proefopstelling) met mondelinge toelichting. het product van een (technische) ontwerpopdracht of maquette, met de bijbehorende documentatie en een mondelinge toelichting. een modeshow, een toneeluitvoering Wat voor presentatie je ook doet, mondeling, beeldend, muzikaal enzovoort, voor elke presentatie moet je je de volgende vier basisvragen stellen: Voor wie is de presentatie bedoeld? Ofwel: wie is mijn publiek? Hoe groot is het publiek? Wat is de voorkennis van het publiek? Wat wil ik dat het publiek doet met de informatie die ik geef? Overleg met je begeleidend docent vooraf over de presentatievorm. Kies te allen tijde een presentatievorm die goed past bij de onderzoeksvraag. De meest gekozen vorm is de mondelinge presentatie. Daarop wordt in paragraaf 5.3.2 nader ingegaan.
5.3.2
De mondelinge presentatie
Voorbereiding van de presentatie Een zorgvuldige voorbereiding is het halve werk: Bereid de presentatie goed voor: je kunt de tekst van de mondelinge presentatie op papier zetten, maar lees de tekst tijdens de presentatie niet voor/ leer de tekst ook niet van buiten: het wordt dan snel saai. Oefen van tevoren de presentatie en let daarbij ook op de tijd. Geef op tijd aan welke faciliteiten je nodig heeft voor je presentatie (minimaal één week van tevoren). Denk aan: eventueel specifieke ruimte, geluidsapparatuur, pc, beamer, DVD-speler, posters, schoolbord, enz. Zorg dat op de dag van de presentatie alles op tijd klaar staat en de apparatuur werkt. Het is jouw verantwoordelijkheid dat de presentatie goed verloopt. Gebruik hulpmiddelen (bijv. powerpointsheets) doelmatig, als ondersteuning. Let op leesbaarheid!
14
Inhoud van de presentatie Gedurende de presentatie moet duidelijk worden wat uiteindelijk de opbrengst is van het profielwerkstuk (wat heb je geleerd, zowel inhoudelijk als aan vaardigheden). Onderwerpen die aan bod (kunnen) komen in de presentatie: Inleiding op het onderwerp en een overzicht van wat je gaat vertellen. Kern van je verhaal: samenvatting van je werk: wat heb je hebt onderzocht, hoe is het onderzoek gedaan, onderbouwing van je conclusies. Slot: samenvatting van je boodschap eventueel aanbevelingen en bedankjes Licht moeilijke vaktermen toe. Eventuele vragen beantwoord je helder en duidelijk. Uiterlijk en verzorging tijdens de presentatie: Als er mensen in het publiek zitten die jou niet kennen, begin dan met jezelf voor te stellen. Houd je aan tijdafspraken (begin op tijd en stop op tijd) Zorg voor een open houding naar het publiek (uitnodigend), maak oogcontact, controleer of luisteraars het kunnen volgen. Het geheel moet er aantrekkelijk uitzien, uitnodigen om nader te bekijken (of om naar te luisteren). Zorg voor afwisseling: bijvoorbeeld door afwisselend en functioneel gebruik te maken van verschillende beeldelementen (tekst, afbeeldingen, grafieken e.d.). Ook zonder mondelinge toelichting moet de essentiële informatie helder overgebracht worden. Na afloop van de presentatie Direct na afloop van de presentatie is een goed moment om eventueel materiaal uit te delen, bijvoorbeeld een samenvatting van je presentatie. Zorg dat je voor iedereen genoeg materiaal bij je hebt. Groepspresentatie Bij een groepspresentatie is het belangrijk dat elk lid van de groep precies weet wat hij of zij moet doen, zowel vooraf, tijdens en na de presentatie. Stem de inhoud goed op elkaar af. Weet van elkaar wat je gaat zeggen. Spreek af hoeveel spreektijd iedereen krijgt. Oefen de presentatie met elkaar. Mocht één van de groepsleden op de dag van de presentatie verhinderd zijn, zorg er dan voor dat de rest van de groep de presentatie alsnog kan verzorgen.
15
Bijlage I:
Schakelmodules HBO
In het schooljaar 2012-2013 worden 6 schakelmodules aanboden op het HBO. In onderstaand overzicht zijn de schakelmodules opgenomen, met de studiebelasting per schakelmodule. Het profielwerkstuk heeft een totale studiebelasting van 80 uur per persoon. Afhankelijk van de studiebelasting van de schakelmodule per schakelmodule moet naast de verwerkingsopdrachten van de schakelmodule nog een aanvullende verdieping worden gemaakt. Dit verdiepingsdeel heeft de inhoud van de schakelmodule als uitgangspunt.
Leraar gezocht Vakken Inhoud HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk Overig
Deze module kan afhankelijk van de profielwerkstukverdieping aan verschillende vakken worden gekoppeld. Inspirerende oriëntatie op het beroep van leraar Fontys PABO ’s-Hertogenbosch 40 uur 40 uur. De module kan als basis dienen voor een profielwerkstuk. Je kiest dan bijvoorbeeld voor een onderwerp dat te maken heeft met het onderwijs. Er kan door de HBO-instelling een bijdrage in de materiaalkosten van maximaal 5 euro worden gevraagd.
Opvoeden en zo Vakken Inhoud
HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk
Overig
Deze module kan afhankelijk van de profielwerkstukverdieping aan verschillende vakken worden gekoppeld. Wil je werken met kinderen, jongeren en hun opvoeders, maar niet voor de klas? Opvoeden en zo is een schakelmodule waar een inspirerende oriëntatie op pedagogische opleidingen en pedagogisch management wordt gegeven. Fontys, pedagogische opleidingen, hogeschool voor pedagogiek 40 uur 40 uur. De module kan als basis dienen voor een profielwerkstuk. Je kiest dan bijvoorbeeld voor een onderwerp dat te maken heeft met kinderen, jongeren, of hun opvoeders. Er kan door de HBO-instelling een bijdrage in de materiaalkosten van maximaal 5 euro worden gevraagd.
De jeugd Vakken Inhoud HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk
Deze module kan afhankelijk van de profielwerkstukverdieping aan verschillende vakken worden gekoppeld. Positie van jongeren in de maatschappij; ontwikkelingspsychologie. Avans Hogeschool academie voor sociale studies ’s-Hertogenbosch 60 uur 20 uur. In overleg wordt een verdiepingsopdracht gekozen dat inhoudelijk past bij de uitgevoerde opdrachten.
Studentenhuisvesting: Kamer gezocht! Vakken Inhoud HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk
Deze module is gekoppeld aan de N-profielen, met name aan het vak natuurkunde Een kijkje nemen in de ‘technische’ keuken van het HBO, waarbij je onderzoek doet naar alles wat komt kijken bij het realiseren van nieuwe studentenhuisvesting Avans Hogeschool (academie voor bouw en infra) 80 uur De module is dermate omvangrijk dat een aparte verdieping/verbreding niet noodzakelijk is. 16
Ruimtevaart: “Save Landing” Vakken Inhoud
HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk Overig
Deze module is gekoppeld het profiel N&T, met name aan de vakken natuurkunde en Wiskunde B. Kennis maken met de theorie en praktijk van wat er op technisch gebied bij komt kijken om een (ruimte)raket te kunnen lanceren. Uiteindelijk wordt een echte (maar veilige) raket met parachutesysteem gebouwd en gelanceerd. Avans Hogeschool 40 uur 40 uur Omdat het aantal deelnemers beperkt is, moet je een motivatiebrief schrijven waarin je aangeeft waarom juist jij deze schakelmodule wil volgen. Voor meer informatie over het schrijven/inleveren van de motivatiebrief is noodzakelijk neem je contact op met de heer Brzozowski. Voor gereedschappen, materialen en componenten die niet regulier in het lab aanwezig zijn wordt een bijdrage van maximaal 25 euro gevraagd.
Ondernemingsplan Vakken Inhoud
HBO-instelling Studiebelasting Profielwerkstuk
Overig
Deze module is gekoppeld aan het vak m&o Het schrijven van een ondernemingsplan voor een nieuw te starten onderneming in ’s-Hertogenbosch of omgeving. Er worden hoor- en werkcolleges georganiseerd. Uiteindelijk wordt het ondernemingsplan gepresenteerd. Avans Hogeschool (economisch onderwijs) 40 uur 40 uur. De module kan als basis dienen voor een profielwerkstuk. Je kiest je eigen onderneming waarvoor je het ondernemingsplan opstelt als basis voor verdere verdieping. Je werkt in groepen van 4 personen, meestal bestaande uit leerlingen van dezelfde school voor VO.
Op de volgende bladzijden zijn de folders van de verschillende schakelmodules opgenomen.
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
Bijlage II:
Profielwerkstukonderwerpen
Sites Er zijn veel sites met ideeën en aanwijzingen over de aanpak van het profielwerkstuk. Maar om je profielwerkstuk voldoende diepgang te geven, kun je het beste te rade gaan bij hogescholen en universiteiten. Zij kunnen vaak ook ondersteuning bieden bij een onderzoek in het kader van het profielwerkstuk. Een kleine selectie: Algemene profielwerkstukinformatie en/of ideeën voor alle profielen/vakken Vrije Universiteit Amsterdam http://www.vu.nl/nl/opleidingen/vwo-scholieren/hulp(hulp bij profielwerkstukken) profielwerkstukken/index.asp Universiteit Wageningen http://www.wageningenuniversity.nl/NL/Informatie+voor/Studiekiezers_BSc/pr ofielwerkstuk/ Universiteit Utrecht http://uuprod.zappwerk.nl/index.cfm/site/Werkstuksite/pageid/9C71E173E081-2E3C-906AFF71C147A5AE/index.cfm Hogeschool Zuid http://profielwerkstukken.hszuyd.nl/index.jsp Fontys Hogeschool http://www.fontys.nl TU Delfst http://scholierenlab.tudelft.nl/nl/home/ Digi-school (voor elk vak) http://www2.digischool.nl/leerling/vo Schooltv http://www.schooltv.nl/eigenwijzer/2155191/home/ Wetenschap24 http://www.wetenschap24.nl/ Davindi http://www.davindi.nl/?skin=voortgezetonderwijs Kennislink http://www.kennislink.nl/ Innovatiechallange http://innovatiechallenge.ieis.tue.nl/profielwerkstuk Natuurprofielen Universiteit Twente http://tomcat.schoolsite.utwente.nl/olo/#pws TU-Eindhoven http://www.tue.nl/studeren/studiekeuze-en-studievoorlichting/voormiddelbare-scholieren/profielwinkel/ Universiteit Leiden http://www.pws-exact.leidenuniv.nl/ Natuurkundesite http://www.natuurkunde.nl/index.do Experimenteel onderzoek http://www.phys.uu.nl/~wwwnatdc/lokaal/exotitel.html Bèta steunpunt Universiteit http://www.rug.nl/sciencelinx/betasteunpunt/index Groningen Vrije Universiteit Amsterdam http://www.falw.vu.nl/nl/voor-het-vwo/scholieren/profielwerkstuk/index.asp (aardwetenschappen) HAN (Hogeschool Arnhem http://lab.science.ru.nl/Sprint_Up/Aanbod/instituten_HAN/Profielwerkstukbege Nijmegen leiding JET-NET http://www.jet-net.nl/?pid=31 profiewerkstukbegeleiding: (jongeren en technologienetwerk nederland) Laboratorium ondersteuning http://www.laboratorium.nl/ Maatschappijprofielen Rijksuniversiteit Groningen http://www.rug.nl/scholieren/profielwerkstukken/alfasteunpunt/schrijven/index (alfa steunpunt pwst) Rijksuniversiteit Groningen http://www.rug.nl/scholieren/profielwerkstukken/gammasteunpunt/index (gamma steunpunt pwst) Universiteit Maastricht http://www.maastrichtuniversity.nl/web/Main1/AankomendeStudenten2/Maak (onderwerpen m.b.t recht) KennisMetDeUM2/HulpBijProfielwerkstuk.htm Historum (geschiedenis) http://histoforum.digischool.nl/school/profielwerkstukken.htm
28
Profielwerkstukonderwerpen gecombineerde vakken In onderstaand overzicht zijn voorbeeldonderwerpen opgenomen waarbij meerdere vakken betrokken zijn. Onderwerp vakken Alternatieve energiebronnen Afval De bio-boerderij Batterij Chaos en orde Cijferkunst: de reeks van Fibonacci Drinkwater Economische crisis in de jaren '30 Epidemiologie Gildensysteem Gifstoffen Hergebruik Vergrijzing Racisme Betaalbare gezondheidszorg Voeding Afvalverwerking Milieuvervuiling Verkeersproblemen
biologie, natuurkunde, scheikunde biologie, scheikunde, of economie, aardrijkskunde biologie, scheikunde, of aardrijkskunde, economie scheikunde, natuurkunde CKV, wiskunde CKV, wiskunde biologie, scheikunde geschiedenis, economie biologie, wiskunde geschiedenis, economie biologie, scheikunde biologie, scheikunde, of aardrijkskunde, economie aardrijkskunde, wiskunde, economie geschiedenis, aardrijkskunde, economie economie, aardrijkskunde, of biologie, wiskunde biologie, scheikunde, of aardrijkskunde, geschiedenis, economie economie, aardrijkskunde, of scheikunde, biologie biologie, scheikunde, of economie, geschiedenis aardrijkskunde, economie, geschiedenis, wiskunde
Profielwerkstukonderwerpen per vak Nederlands 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21.
Aanvankelijk lezen Invloed van vreemde talen op het Nederlands Verborgen Latijnse ontleningen in het Nederlands De achtergrond van onze spelling Spelling: spanning tussen leerbaarheid en leesbaarheid De teloorgang van het spreekwoord Tweetaligheid Nederlands leren buiten Nederland Reclametaal De Nederlandse dagbladen (te combineren met geschiedenis) Onbedoeld (?) grappige krantenkoppen e e Columnisten in de late 20 / begin 21 eeuw Engagement in hedendaags cabaret? De Boekenweek Leven met Achterberg Bewerking van roman naar toneelstuk De liefde in de Middeleeuwen Het tijdschrift Hard Gras Het Nederlandse stripverhaal Surinaamse plantageromans (te combineren met geschiedenis). Eigen onderwerp in overleg met de docent
Duits 1.
Schets een beeld van tenminste drie van de zestien deelstaten van de BRD. Vertel iets over de belangrijkste steden, de economie, de ligging, het toerisme, de landschapsvormen van die deelstaten, enz. 2. Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk. Beschrijf de overeenkomsten en de verschillen tussen deze drie Duitstalige landen. Denk aan: ligging, economie, landschap, politiek, toerisme, sport, enz. 3. Duitsland als industriële factor in de EU. Beschrijf de belangrijkste industrieën van Duitsland en hun economisch belang. Beschrijf het ontstaan en de huidige positie van enkele grote Duitse merken, in verschillende takken van de industrie (b.v.: chemie, auto-industrie, levensmiddelen, enz.) 4. Eigen onderwerp in overleg met de docent 29
Engels 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
12. 13. 14.
English a world-language The influence of English on the Dutch language 1066: Battle of Hastings – the Norman Conquest. Some consequences for the English language and literature, architecture and administration Differences between American English and British English Tourism: GB as an attractive holiday country. Make a brochure and give explanation and background for your reasons. Tourism: Think up a ‘Theme-Tour’ to (parts of) GB. (Theme may be historical, literary, horticultural, etc.) Make a brochure and make explanation and background for your choice(s) Tourism: London or the country? Which would you recommend, and why? Describe what people can do and visit, and what is interesting about it in your opinion (So don’t just copy!!) King Arthur America’s Far (wild) West The relationship between the English and the Scots, or, between the English and the Welsh, or between the English and the (Northern) Irish. Look at history and at the present-day situation. British colonisation, or the original native people of English-speaking countries. (Choose from American Indians in the USA and Canada; Aborigines in Australia; Maoris in New Zealand; Masai or Zulu’s in different parts of Africa; or take more than one example). Typically American or English traditions. Describe them with everything that belongs to them and say why you think they are interesting. Princess Diana. Her personality, position and death. Include some plot theories about her death and also give your own idea about the subject. Eigen onderwerp in overleg met de docent
Frans 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15.
Architectuur De Franse film Het Franse chanson De auto-industrie De luxe-industrie Probleemwijken in grote steden De Kanaaltunnel De relatie Nederland - Frankrijk Franse pers Franse kolonisatie in Vietnam / Noord-Afrika Vreemdelingenlegioen Wijnbouw De Franse Revolutie Napoléon Eigen onderwerp in overleg met de docent
tekenen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Onderzoek de ontwikkeling in het werk van een kunstenaar uit de twintigste eeuw die in het boek "Zienderogen Kunst" wordt vermeld. e Onderzoek een belangrijke stroming uit de kunstgeschiedenis van de 20 eeuw en de invloed van deze stroming op andere stromingen of op kunstenaars. e De ontwikkeling van de architectuur in de 20 eeuw Beeldhouwkunst in de Barok Homo Universalis Rembrandt en het clair-obscuur Salvador Dali Impressionnisme Expressionisme Beweging in de kunst De ontwikkeling van de mode in de twintigste eeuw Eigen onderwerp in overleg met de docent
30
muziek 1 2 3
Maak een biografie van een componist uit de reeks die we in 4-5 havo behandelen Beschrijf de historische ontwikkeling van een muziekinstrument of een groep instrumenten Eigen onderwerp in overleg met de docent
geschiedenis Een onderwerp te kiezen in overleg met de docent.
economie Eigen onderwerp te kiezen in overleg met de docent.
m&o Eigen onderwerp te kiezen in overleg met de docent.
wiskunde-A 1 2 3 4
Modellen voor de bevolkingsgroei in Nederland Loterijen in Nederland, hoe werken ze Bestedingspatronen van de jeugd over de jaren heen Eigen onderwerp
aardrijkskunde 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11.
Doe onderzoek naar reikwijdte, verzorgingsgebied en drempelwaarde van 10 non-profit voorzieningen uit ’s-Hertogenbosch. Onderzoek de verandering in het voorzieningenniveau in een dorp in de omgeving van Den Bosch tijdens de afgelopen 10 jaar. Den Bosch en zijn vernieuwingswijken. Doe een onderzoek naar de stadsvernieuwingswijken van Den Bosch. Welke visie zit erachter? Wat zijn de plannen? Onderzoek het afvalstoffenbeleid van je gemeente. Vergelijk het met het beleid in een aangrenzende gemeente. Geef een beoordeling en doe voorstellen tot verbetering. Waterproblemen in de eigen regio (overstromingsrisico, verdroging, drinkwater, gescheiden riolering, etc) Kies een natuurlandschappelijk waardevol gebied in de omgeving van Den Bosch: bepaal 1 km2 en doe onderzoek naar aspecten op het gebied van geomorfologie, bodemkunde, waterhuishouding, reliëf, e.d. Onderzoek de veranderingen in de agrarische sector in de afgelopen 10 jaar in Ammerzoden, Kerkdriel, e.d. De Rondweg rond. Waarom is de ringweg rond Den Bosch nog niet gesloten? Wat zijn de knelpunten en welke ontwikkelingen zijn er gaande. Werken en wonen in het Paleiskwartier: de successtory van Den Bosch? Den Bosch in 2040 een grijze stad? Onderzoek de toekomstige leeftijdsopbouw en geef aan wat dit voor gevolgen heeft voor het voorzieningenniveau in de stad. In overleg met de docent: zelf een sociaal geografisch of fysisch geografisch onderwerp kiezen. Voorwaarde: er sprake is van een duidelijke probleemstelling en mogelijkheid tot eigen onderzoek.
natuurkunde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Vermogen en rendement ven een bromfiets bepalen Ontwerp bouw en onderzoek een zonnecollector voor warm water Ontwerp en bouw een simulator voor het mikken van tennisbal op een doel (wedstrijd) Onderzoek van Cw waarden van auto’s op schaal Ontwerp, bouw en test een leugendetector Ontwerp, bouw en vergelijk verschillende voorstuwingsmanieren voor schepen op schaal Bouw een auto die stuurt op gesproken commando’s Ontwerp een windmolen en test het rendement Ontwerp, bouw en onderzoek zelf een apparaat voor energie uit golfslag in het water Onderzoek en verbeter de fotorolletjes raket (eventueel in combinatie met scheikunde) Onderzoek de staartfrequentie van een vis bij verschillende snelheden (eventueel in combinatie met biologie) 12. Onderzoek het warmteverlies(geleiding) door verschillende bouwmaterialen 13. Ontwerp en bouw een apparaat om magnetische velden te meten 14. Eigen onderwerp 31
wiskunde-B 1 2 3 4
Onderzoek naar gevelbelasting door geluid veroorzaakt door het wegverkeer Warmteweerstand en isolatie van gevels, daken en vloeren Windchillfactor: studie naar de relatie tussen de gevoelstemperatuur veroorzaakt door de windsterkte en de werkelijke temperatuur Eigen onderwerp
scheikunde 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Bodemonderzoek, bijv. ijzergehalte Zwaveldioxidegehalte in abrikozen en andere vruchten Bakpoeders: samenstelling en werking Een proces ontwerpen Voorbeelden: de productie van aspirine, de productie van drop Kwalitatief en kwantitatief onderzoek van frisdranken, bijv. cola Kwalitatief en kwantitatief onderzoek van een "eigen product" Hoe werkt een chemisch toilet? Onderzoek van voedingsmiddelen, zoals yoghurt, margarine. Zuurstofgehalte van oppervlaktewater Eigen onderwerp
biologie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Onderzoek naar de (a)-biotische invloeden op de ontkieming en/of groei van planten Onderzoek naar de aard en het nut van plantenvoeding. Fotosynthese-experimenten Onderzoek naar de omstandigheden van grond die hem tot een geschikt milieu maken voor micro-organismen. Onderzoek naar de samenstelling van urine. Onderzoek naar vitamine C in vers- gekookt- en diepvriesvoedsel Gedragsonderzoek bij dieren Vergelijkend onderzoek naar de anatomie van het bewegingsapparaat van verschillende diergroepen Ziekte/aandoening bij mensen (oorzaak, gevolg, behandeling, enz.) Eigen onderwerp naar keuze (in overleg met de docent).
32
Bijlage III:
Profielwerkstuk keuzeformulier HAVO
Lees eerst het profielwerkstukboekje goed door. Voor keuze van onderwerp, vak en begeleidend docent zijn vooral hoofdstuk 2 en hoofdstuk 4.1 van belang. Lees daarna dit formulier goed door. Leerlingen die deelnemen aan een schakelmodule op het HBO vullen alléén onderdeel B op de achterzijde van dit formulier in. Inleveren profielwerkstuk keuzeformulier: uiterlijk vrijdag 14 september 2012 13.30 uur bij de coördinator van de afdeling.
A. Profielwerkstuk op school In verband met het voorkomen van stapeling van aanvragen bij een beperkt aantal vakken en/of docenten moet je bij de indiening van jouw profielwerkstukonderwerp twee mogelijke onderwerpen aangeven, gekoppeld aan verschillende vakken / docenten. Voor de eerste keuze kun je kiezen uit alle vakken (met een studiebelasting van minimaal 320 uur of meer!), maar voor je tweede keuze niet uit: EC-GS-AK-M&O en BI. Ingediende profielwerkstukonderwerpen moeten voorzien zijn van een handtekening van een vakdocent die daarmee aangeeft dat het onderwerp realiseerbaar is. Een goedkeuring van de docent wil nog NIET zeggen dat het onderwerp/begeleidend docent zeker is. Het is helaas niet altijd mogelijk iedereen de eerste voorkeur toe te wijzen. De examencommissie wijst de profielwerkstukken en begeleidende docenten toe.
voorkeur 1 (alle vakken met een studiebelasting van > 320 uur) naam:
………………………………………
klas:
……………..
partner:
……………………………………
klas:
………………
vak(ken ) : Onderwerp (eventueel met nadere toelichting):
Naam en paraaf docent:
voorkeur 2 (vakken met een studiebelasting > 320 uur, niet: EC-GS-AK-M&O-BI) naam:
………………………………………
klas:
……………..
partner:
……………………………………
klas:
………………
Ander vak dan bij keuze 1 én NIET: EC-GS-AK-M&O-BI). vak(ken ) : Onderwerp (eventueel met nadere toelichting):
Naam en paraaf docent: (niet dezelfde docent als bij keuze 1!)
33
B. Profielwerkstuk gekoppeld aan een schakelmodule op HBO Indien je bent aangemeld én aan aangenomen bij een schakelmodule op het HBO vul je onderdeel B in. Je krijgt, naast de begeleiding vanuit het HBO, een begeleidend vakdocent toegewezen. De koppeling van begeleidend docenten voor de schakelmodules wordt gecoördineerd door dhr. Brzozozwski. Het profielwerkstuk wordt gekoppeld aan de schakelmodule. Het onderwerp wordt in overleg met de begeleidend docent gedurende het werken aan de schakelmodule definitief vastgesteld.
naam:
………………………………………
klas:
……………..
partner(s):
…………………….………………
klas:
………………
………………………………………
klas:
……………..
……………………….……………
klas:
………………
Schakelmodule HBO
vak(ken ) : Sommige aansluitingsmodulen zijn nadrukkelijk gekoppeld aan een vak, indien dit niet het geval is volgt in overleg met dhr. Brzozowski koppeling van het profielwerkstuk aan een vak.
Naam en paraaf docent:
De koppeling van begeleidend docenten voor de schakelmodule wordt gecoördineerd met dhr. Brzozowski .
34