brochure VOOR MILITANTEN VAN ACV, ABVV EN ACLVB - www.a-m.be/duurzaam_energiebeheer.htm
Duurzaam
© Image*After
energiebeheer
Duurzaam van 9 to 5 Een samenwerking van
met de steun van
ARBEID
&
MILIEU
1
DUURZAAM ENERGIEBEHEER
Deze brochure is een uitgave van “Arbeid & Milieu vzw” Edinburgstraat 26, 1050 Brussel Tel. 02/ 894.46.53
[email protected] www.a-m.be uitgegeven in het kader van het project “Duurzaam van 9 to 5”, en in de eerste plaats bedoeld voor militanten en vormingsmedewerkers van het ABVV, ACV en ACLVB. Druk: De Wrikker Lay-out: www.x-oc.com Deze kaft en brochures zijn gedrukt op kringlooppapier. Het binnenwerk wordt gedrukt met vegetale inkten. Arbeid & Milieu vzw geeft ook 3-maandelijks ‘Arbeid & Milieu Magazine’ uit. Een jaarabonnement: 17,5 euro. Proefnummer of abonnement? Contacteer ons op 02/894.46.53 of mail
[email protected] VU: Anton Gerits Edinburgstraat 26, 1050 Brussel
Motivatie Waarom moet de vakbond zich bezig houden met het energiegebruik op het bedrijf? Daar zijn meerdere redenen voor. Ten eerste, is de energierekening vaak een belangrijke kost voor de onderneming. Ondernemingen die spaarzaam omspringen met hun energiegebruik doen dus een voordeel. Bovendien zullen de energieprijzen in de toekomst waarschijnlijk stijgen. Dit komt omdat de voorraden fossiele energie eindig zijn en de vraag naar energie blijft stijgen. Bedrijven die tijdig investeren in energie-efficiëntie bereiden zich dus voor op de toekomst. De vakbond kan best waken over de realisatie van investeringen, zodat de werkgelegenheid niet in gevaar komt. Er kan ook heel wat energie bespaard worden in de dagelijkse handelingen op het bedrijf. Wordt de verlichting uitgedaan wanneer iedereen het lokaal verlaat of laten we die de hele dag branden? Zetten we onze computer af tijdens de middagpauze? Kan de verwarming niet een graadje lager? Kunnen we niet de trap nemen in plaats van de lift? Wanneer
Elektriciteitsmeters: Ga na waar hoeveel energie wordt gebruikt, en hoe je dit kan optimaliseren. Doe eventueel beroep op een energiescan of -audit. © flickr
alle werknemers hierop letten, betekent dit een grote besparing op de totale energierekening. Ten tweede is het nodig om iets te doen aan de uitdagingen van de klimaatverandering. Klimaatverandering treft eerst en vooral de armsten in het Zuiden. Maar ook onze kinderen en kleinkinderen zullen niet gespaard worden. We moeten dringend minder broeikasgassen uitstoten. Het belangrijkste broeikasgas CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele energie. Deze uitstoot moet volgens de wetenschappers zeer snel afnemen. De vakbond kan hier niet aan de kant staan, maar moet zijn verantwoordelijkheid nemen. De vakbond moet de werknemers en werkgevers aansporen om zuinig om te springen met het energiegebruik, zowel op het werk als thuis. De gebruikte energie moet zoveel mogelijk uit hernieuwbare energiebronnen komen die geen CO2 uitstoten. Er is nog een derde reden waarom het niet verstandig is om veel fossiele energie te gebruiken. De import van fossiele brandstoffen betekent een grote uitgave van middelen die niet opnieuw geïnvesteerd worden in de Belgische economie. Wanneer we deze middelen besteden aan energie-efficiëntie en aan de productie van hernieuwbare energie, dan creëren we bijkomende werkgelegenheid in ons land en blijven we op technologisch vlak niet achter. Met deze brochure willen we werknemersvertegenwoordigers helpen om het energiethema bespreekbaar te maken in het bedrijf. We bekijken hoe vakbondsmilitanten het thema energie kunnen aankaarten binnen de onderneming.
Syndicale Info- en inspraak Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk en Ondernemingsraad Het energie- en milieubeleid van de onderneming wordt besproken op het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW) en de Ondernemingsraad (OR). De bevoegdheden van het CPBW zijn vastgelegd in de federale Codex welzijn op het werk2. Hierin wordt bepaald dat het CPBW de maatregelen rond leefmilieu bespreken als deze van invloed zijn op één van onderstaande domeinen: 1° de arbeidsveiligheid; 2° de bescherming van de gezondheid van de werknemer op het werk; 3° de psycho-sociale belasting veroorzaakt door het werk; 4° de ergonomie; 5° de arbeidshygiëne; 6° de verfraaiing van de arbeidsplaatsen; Hierdoor heb je dus al heel wat in handen.
2
ARBEID
& MILIEU
DUURZAAM ENERGIEBEHEER Voor milieu-aangelegenheden werden de bevoegdheden echter nog versterkt door de VLAREM wetgeving. Hierin staat dat de werkgever alle documenten die verband houden met het milieubeleid van de onderneming en die de werkgever ter beschikking moet houden van de overheid, ook ter beschikking moet stellen van het CPBW. Het CPBW kan op basis van deze informatie het milieu- en energiebeleid bespreken en hierover voorstellen formuleren. In een aantal bedrijven kan dit gebeuren naar aanleiding van de bespreking van het Integraal Milieujaarverslag (IMJV) en het jaarverslag van de milieucoördinator. Het IMJV moet jaarlijks voor 15 maart ingediend worden bij de Vlaamse overheid, tezelfdertijd moet het aan de werknemersvertegenwoordiging worden bezorgd. Het jaarverslag van de milieucoördinator wordt voor 1 april van elk jaar bezorgd aan de bedrijfsleiding de ondernemingsraad en het CPBW. Vooraleer dit IMJV wordt ingediend moet het aan de werknemersvertegenwoordiging worden bezorgd. Ook voor de OR biedt het energiethema een goede insteek: Alle maatregelen die gevolgen hebben voor de financiële situatie van de onderneming worden hier besproken. Maatregelen met betrekking tot de bevordering van de energie-efficiëntie, hebben per definitie een weerslag op de energierekening en moeten dus bespreekbaar zijn. Het ene bedrijf is het andere niet... Afhankelijk van het soort onderneming, is nog heel wat andere regelgeving van kracht. Zo moeten de energie-intensieve bedrijven voldoen aan het besluit energieplanning. Een bedrijf is energie-intensief indien het totale energiegebruik groter is dan 0,1 Peta Joule. Dit komt overeen met ongeveer 2400 ton ruwe aardolie of 3 150 000 m³ aardgas of het elektriciteitsverbruik van ongeveer 8000 gezinnen. Het totale elektriciteitsverbruik van een gemiddeld gezin van 2 à 3 personen is ongeveer 3500 KWh per jaar (zonder elektrische verwarming en/of boiler) . Begin in ieder geval met na te gaan hoe groot het energiegebruik van jouw bedrijf is. Indien je bedrijf valt onder het toepassingsgebied van het besluit energieplanning, dan moet het bedrijf een energieplan opmaken. Op basis van een doorlichting van het productieproces, wordt in het energieplan een opsomming gemaakt van de maatregelen die het bedrijf kan nemen om minder energie te gebruiken. Er staat ook bij hoeveel deze investeringen kosten en hoelang het zal duren vooraleer ze terugbetaald zijn. De werkgever moet dit energieplan ter inzage voorleggen aan werknemersvertegenwoordigers. Benchmarking- en auditconvenant De energie-intensieve ondernemingen konden er ook voor kiezen om een energie beleidsovereenkomst te sluiten met de overheid. Zo is het benchmarking convenant bedoeld voor de zware jongens (energiegebruik van meer dan 0,5 Petajoule) die moeten meedoen aan de Europese handel van CO2 emissie-
rechten. Zij moeten de investeringen doen in energiebesparing om ten laatste in 2012 aan de wereldtop te staan qua energie-efficiëntie. Daartoe wordt om de 4 jaar een energieplan opgemaakt, met een opsomming van de te nemen maatregelen om de wereldtop te bereiken. Het auditconvenant is bedoeld voor de ondernemingen met een energiegebruik tussen 0,1 en 0,5 PetaJoule. Zij maakten in 2006 een energieaudit van hun installaties en beloofden om alle rendabele maatregelen voor energiebesparing uit te voeren. Deze maatregelen komen in het energieplan van de onderneming. Bedrijven die een convenant ondertekenden met de overheid krijgen hiervoor een aantal voordelen in de plaats, zoals een gedeeltelijke vrijstelling van belastingen op energieproducten. De werknemersvertegenwoordiging kan inzage vragen in het energieplan van de onderneming en vragen naar de bijhorende voordelen. Ecologiesteun De bedrijven kunnen ook beroep doen op de ecologiesteun van de Vlaamse overheid voor bepaalde maatregelen die het energiegebruik verminderen. Wanneer de technologie in aanmerking komt, kan een aanvraag ingediend worden. Je kunt in ieder geval nagaan of je werkgever hiervoor al stappen ondernomen heeft. Energieprestatiecertificaat Nieuwe gebouwen en verbouwingen die een vergunningsplichtig zijn, moeten nu voldoen aan de energieprestatienorm. Daarin staan minimale isolatienormen (K55) voor magazijnen en werkplaatsen. Voor nieuwe kantoorgebouwen moet de energieprestatie van het hele gebouw berekend worden en voldoen aan de EPB-norm 80. Deze norm zal in de toekomst waarschijnlijk nog verstrengen. De bestaande gebouwen moeten vanaf 2009 een energieprestatiecertificaat kunnen voorleggen bij verkoop of verhuur. Een voorbeeld van zo’n certificaat vind je op p.4. Ook de overheidsgebouwen krijgen zo’n certificaat. In dit certificaat staat het energiegebruik per m² vermeld en worden maatregelen ter vermindering van het energiegebruik voorgesteld. Hiermee kun je als werknemersvertegenwoordiger aan de slag. Groene stroomcertificaten Hernieuwbare energie wordt in Vlaanderen ondersteund via de groene stroomcertificaten. De Vlaamse regulator voor de energiemarkt (VREG) moet op de hoogte zijn van de installatie. Per geproduceerde megawattuur groene elektriciteit krijg je dan een certificaat. Dit certificaat heeft een marktwaarde van ongeveer 100 euro. Maar er bestaat per technologie ook een gegarandeerde minimum waarde, die voor zonnecellen een stuk hoger is dan de marktprijs. Voor meer concrete informatie over alle mogelijke ondersteuningsmaatregelen voor energiebesparing en investeringen in hernieuwbare energie (ook bij je thuis) kun je terecht op www.energiesparen.be
ARBEID
&
MILIEU
3
DUURZAAM ENERGIEBEHEER
4
Bestaande gebouwen moeten vanaf 2009 een energieprestatiecertificaat kunnen voorleggen bij verkoop of verhuur - © www.energiesparen.be
ARBEID
& MILIEU
DUURZAAM ENERGIEBEHEER © flickr
Wat is duurzaam energiebeheer ? Duurzaam energiebeheer in een onderneming betekent permanent en systematisch streven naar: - RATIONEEL ENERGIEGEBRUIK Rationeel omspringen met energie betekent dat we de energiebehoefte gaan minimaliseren, van de energierecuperatie maximaliseren en de energieomzetting optimaliseren - HET ZOVEEL MOGELIJK TOEPASSEN VAN DUURZAME ENERGIEBRONNEN Maak zoveel mogelijk gebruik van energiebronnen waarbij weinig tot geen schadelijke milieueffecten optreden bij winning en omzetting ,en die in onuitputtelijke hoeveelheden beschikbaar zijn, zoals zon, wind, water, biomassa, luchtwarmte/ aardwarmte via warmtepompen .… Duurzaam energiebeheer realiseren vereist een systematische aanpak. Concreet houdt dit het volgende in: - Identificatie/Inventarisatie van de verbruikers en de bronnen. - Registratie en evaluatie van de verbruiken en maatregelen treffen in geval van abnormaliteiten. - Regelmatig controleren , onderhouden en evalueren van de productieprocessen, installaties, machines, apparaten, gebouwen,….. - Uitschakelen van toestellen die onnodig werken. - Energiecriteria opnemen in het lastenboek - Proberen energieverliezen te recupereren of te gebruiken voor andere toepassingen - Op regelmatige basis de mogelijkheid naar verbeteringen en de toepassing van nieuwe technieken en/of duurzame energiebronnen nader onderzoeken. - Continue verbetering: Dit moet een opdracht zijn voor alle direct betrokken verantwoordelijken; alle werknemers motiveren tot medewerking, meedenken, melding van gebreken, melding van mogelijke verbeteringen,... - In geval van nieuwe installaties en infrastructuur (of vernieuwingen), de meest energie- en milieuvriendelijke technieken en materialen toepassen. - betrokkenheid van alle medewerkers - Een gepaste documentatie aanleggen - Een gepaste communicatie en sensibilisering opzetten - Voor al deze aspecten de verantwoordelijkheden en bevoegdheden duidelijk vastleggen
Checklist In de OR of het CPBW kun je een aantal kritische vragen stellen. Hieronder zijn een aantal algemene
voorbeeldvragen opgelijst. Uiteraard zijn nog veel meer ondernemingsspecifieke vragen mogelijk. Naast het verzamelen van informatie hebben de vragen ook tot doel na te gaan of de onderneming de wettelijke bepalingen naleeft. Op basis van de verzamelde info kunnen er voorstellen voor acties geformuleerd worden.
De voorraden fossiele energie zijn eindig en de vraag naar energie blijft stijgen” Bedrijven die tijdig investeren in energie-efficiëntie bereiden zich dus voor op een toekomst met duurdere energie.
A HOEVEEL ENERGIE WORDT GEBRUIKT? - Hoeveel energie wordt er in totaal binnen onze onderneming gebruikt? - Zijn de energiegebruiken per afdeling/dienst gekend? - Hoeveel energie gaat naar de productieprocessen, werkplaatsen, verwarming, verlichting,…. - Hoe zijn het energiegebruik en de energiefactuur geëvolueerd? B WELKE ENERGIE WORDT ER GEBRUIKT? - Welke energiebronnen worden gebruikt en waarvoor? - Gebruikt de onderneming groene stroom? - Investeert de onderneming in hernieuwbare energie? (bijvoorbeeld windmolens, fotovoltaïsche panelen, ……) - Wordt er gebruik gemaakt van warmtekrachtkoppeling (WKK)? - Worden er warmtepompen gebruikt? C KOSTENPLAATJE, EMISSIERECHTEN, VERPLICHTINGEN, ETC....... - Hoeveel bedraagt de totale kost voor het energiegebruik? - Wat is het percentage aan energiekosten t.o.v. totale kosten, productiekosten,………? - Hoeveel emissierechten krijgt de onderneming? - Was er overschot van emissierechten en zo ja, wat is dan gebeurd met de winst van de verkoop? - Heeft de onderneming reeds bepaalde contracten afgesloten of zijn er engagementen aangegaan (benchmarking-convenant, auditconvenant, afspraken met de overheden,…….). - Wat houden deze contracten of engagementen in? Is er een planning van doorvoering? Wie is verantwoordelijk voor de doorvoering en de opvolging?
ARBEID
&
MILIEU
5
DUURZAAM ENERGIEBEHEER - Zijn er reeds subsidies aangevraagd? Welke? Voor welk bedrag? - Welke subsidies onder welke voorwaarden zijn nog mogelijk? D WAT DOET ONZE ONDERNEMING? - Zijn er voldoende meters aanwezig om een energieanalyse mogelijk te maken? - Is er een geschreven energiebeleid en wat houdt het in? - Is er al een energieplan opgemaakt? Wordt het opgevolgd en regelmatig geëvalueerd? - Lopen er initiatieven om energie te besparen? - Is er een energieverantwoordelijke en wie is dat? - Wat zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de energieverantwoordelijke ? - Hebben de leidinggevenden energiespecifieke opdrachten? - Hoe worden de medewerkers betrokken en gemotiveerd bij het energiebeleid? - Is er een gepast documentatiesysteem (zoals bijv. identificatie en registratie van de energiebronnen en de verbruikers, verbruiken en evoluties, ….) - Heeft de onderneming al audits of studies laten doorvoeren? - Bestaat er een systeem van interne (energie-) audits of -scans? - Bestaat er een auditvragenlijst? - Worden er laptops gebruikt ( tot 5x minder energieverbruik dan een gewone PC) - Is er een info- of communicatiesysteem om medewerkers te informeren en te sensibiliseren?
Actieplan Actieplan Het actieplan heeft als opzet een leidraad te zijn voor de werknemersvertegenwoordigers om actief een duurzaam energiebeleid te promoten via de OR en het CPBW. Dit kan bereikt worden door in OR en CPBW vragen te stellen, voorstellen te formuleren en acties/actie-
© ecoPower
We moeten dringend minder broeikasgassen uitstoten. Dit kan door te investeren in herniewbare energie.
plannen op te starten en op te volgen. Dit is mogelijk omdat zowel regionale, nationale en Europese energieregelgevingen ruime inspraakmogelijkheden bieden aan werknemersafgevaardigden. Men dient er zich van bewust te zijn dat het energieaspect qua omvang en complexiteit erg kan verschillen van onderneming tot onderneming. Een voorafgaande analyse - eventueel samen met energiedeskundigen - is noodzakelijk voor een succesvol actieplan! (zie Tip) STAPPEN Hieronder vind je een stappenplan voor een systematische aanpak en een goed resultaat 1) Voorbereiding ‘Duurzaam energiebeheer’ is een breed begrip. Met behulp van de checklist hierboven weet je waar de mogelijkheden en noden in jouw bedrijf liggen. Hieronder staan nog enkele maatregelen beschreven die kunnen inspireren. Gebruik ze! Alvorens tot actie over te gaan is een degelijke voorbereiding/brainstorming vanwege de werknemersafgevaardigden noodzakelijk. Doe hiervoor het volgende: - Spreek af wie wat bestudeert, coördineert en opvolgt. Voor een goed eindresultaat werkt men best met één verantwoordelijke, in samenspraak met een opgerichte werkgroep (zie het luikje ‘Ter inspiratie’) - Verzamel informatie en inventariseer de huidige situatie: wat wordt er reeds gedaan? Ga op zoek naar feitenmateriaal: waar en hoeveel wordt welke energie verbruikt, verplichtingen, engagementen, wat zou nog verbeterd kunnen worden, ... ? Hiervoor voer je best een energiescan of energie-audit uit (zie Tip) - Bepaal de basisdoelstellingen (wat willen we bereiken op welke termijn) - Formuleer hoe je de doelstellingen wil bereiken: Welke zijn de te nemen maatregelen? Wat zijn de prioriteiten? Welke werkwijze wordt best gehanteerd? - Ontwikkel een goed opgebouwde argumentatie over het nut van investeren in energie-efficiëntie. In de inleiding van deze brochure vind je al heel wat argumenten. - Onderzoek of er behoefte is aan opleiding voor de werknemersafgevaardigden. Tip: Om de huidige energiehuishouding onder de loep te nemen kun je een energiescan laten uitvoeren. Hierbij kan je bijvoorbeeld (als KMO) een beroep doen op het eco-efficiëntiescanprogramma van OVAM. Deze scan brengt de verbeterkansen inzake eco-efficiëntie (afval, energie, transport, management,...) voor het deelnemend bedrijf in kaart. Alle informatie hierover vind je op www.ovam.be/jahia/ Jahia/pid/675
6
ARBEID
& MILIEU
DUURZAAM ENERGIEBEHEER 2) Voorstelling van de problematiek op de OR en het CPBW - Zet duurzaam energiebeheer op de agenda van de OR en het CPBW. Dit is een signaal voor bedrijfsleiding en werknemers dat de energieproblematiek door de werknemersvertegenwoordigers ernstig genomen wordt. 3) Actieplan opstellen en uitvoeren - Stel een actieplan voor, voor wat nog niet gedaan wordt of verbeterd kan worden. - Op basis van de besprekingen in de OR en CPBW dient de bedrijfsleiding het afgesproken actieplan in een document /schema vast te leggen (= heel concreet en gedetailleerd de verschillende maatregelen/acties plannen, wie, wat, waar, hoe, wanneer en tegen wanneer.) - Vanzelfsprekend dient het actieplan opgesteld te worden in afspraak/samenwerking met verantwoordelijken, deskundigen (vb. milieucoördinator) en betrokken medewerkers. 4) Evaluatie op basis van het actieplan - Een gedocumenteerde evaluatie (resultaten, termijnen,… ) dient regelmatig opgesteld te worden door de leiding, verantwoordelijken , deskundigen en of andere daarvoor aangeduide personen. Zij rapporteren hierover op afgesproken tijdstippen aan OR en of CPBW - Is er bijsturing nodig? De werknemersafgevaardigden geven hun advies en doen voorstellen. De leiding beslist over te nemen maatregelen. Wijzigingen en nieuwe acties dienen telkens gedocumenteerd te worden. - Opdat de werknemersafgevaardigden het overzicht zouden bewaren is het zinvol dat je onder elkaar afspreekt wie wat opvolgt. 5) Info/communicatie Voer een gepaste info- en communicatiestrategie in de onderneming om alle medewerkers te betrekken, te motiveren en aan te zetten tot engagement voor elk van de hierboven vermelde stappen en aspecten.
Ter inspiratie Hieronder vind je een aantal suggesties tot maatregelen die eventueel inspirerend kunnen werken. Het principe van de energiewaker en de werkgroep energie kunnen een grote meerwaarde bieden bij de voorbereiding, de opstelling en de uitvoering van een actieplan. Energiewaker Per afdeling of productie-eenheid op werkvloerniveau kan men één of meerdere energiewakers aanduiden. Dit systeem wordt reeds bij een aantal bedrijven gebruikt. Het takenpakket van dergelijke energiewakers kan bijvoorbeeld de volgende zijn:
• Opvolgen van het energieverbruik • Aanspreekpunt en hoofdverantwoordelijke zijn van de werkgroep energie (zie hieronder) • Het personeel sensibiliseren om met eenvoudige handelingen energie te besparen • Het promoten van energiebesparende maatregelen • Opsporen van eenvoudige lokale energiebesparingmogelijkheden • Lokaal aanspreekpunt waar ideeën met betrekking tot het verhogen van de energie-efficiëntie kunnen gemeld worden. Werkgroep Energie Bij de voorbereiding, opstelling, uitvoering en evaluatie van het actieplan, kan het nuttig zijn een ‘werkgroep energie’ op te richten, die op regelmatige basis samenkomt. Een energiewaker kan eventueel aan het hoofd staan van deze werkgroep. Verder kan de werkgroep bestaan uit een aantal enthousiaste werknemers, de milieucoördinator en één of meerdere vertegenwoordigers van het management. Deze werkgroep staat volledig los van het CPBW of de OR. Een taakverdeling dient daarom goed op voorhand doorgesproken te worden. De werkgroep kan gezien worden als de personen die ‘aan de kar trekken’ van een verbetering van het energiebeleid van de onderneming. De inhoudelijke opvolging van het actieplan kan dan ook in deze werkgroep gebeuren. Als bepaalde rechten van werknemers in het gedrang dreigen te komen, wordt de discussie eerder gevoerd in de bevoegde syndicale organen. Op het CPBW of de OR kan op gezette tijden een stand van zaken van de uitvoering van het actieplan gegeven worden door een vertegenwoordiger van de werkgroep. Systeem van verbeteringsvoorstellen voor werknemers invoeren Je kan een systeem gaan invoeren dat de gelegenheid biedt verbeteringsvoorstellen in te dienen voor alle activiteiten en aspecten van de onderneming die te maken hebben met energiebeheer. Hieronder schetsen we een aantal procedurerichtlijnen die je kunt hanteren. Dergelijke procedure dient uiteraard door de werkgever goedgekeurd te worden. Dit kun je eventueel in de OR bespreken, gezien het een systeem is dat een verbetering van de energie-efficiëntie beoogt, en bijgevolg de energierekening verlaagt. INDIENEN Werknemers of een groep van werknemers kunnen een voorstel indienen bij een aangewezen dienst die dit voorstel formeel registreert. Aansluitend maakt deze dienst het voorstel over aan de betrokken verantwoordelijken en/of deskundigen. De verantwoordelijken kunnen de leden zijn van de eventueel opgerichte werkgroep energie (zie hierboven). Een deskundige kan bijvoorbeeld de milieucoördinator zijn.
ARBEID
&
MILIEU
7
DUURZAAM ENERGIEBEHEER BEOORDELEN De verantwoordelijken en deskundigen beoordelen het voorstel op zijn bruikbaarheid en maken een kosten-batenanalyse. Op basis daarvan maken zij een besluit om het voorstel al dan niet door te voeren. Alle voorstellen,- zowel de negatief beoordeelden als degenen die ondertussen uitgevoerd werden - komen voor een onafhankelijke commissie of werkgroep (zie bv. de werkgroep energie hierboven), bestaande uit werkgevers- en werknemersafgevaardigden. Beoordelingen en kosten-batenanalyses worden telkens formeel bijgehouden en op gepaste wijze gecommuniceerd naar de betrokken indiener(s). BELONEN Op basis van de beoordelingen van de verantwoordelijken en/of de deskundigen, de kosten en baten, en de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de indiener(s) besluit de commissie of werkgroep al dan niet een beloning toe te kennen. Als vakbond streef je best naar een beloningssysteem dat collectief van aard is, om concurrentie tussen werknemers onderling te vermijden. Het hoeft daarom ook niet steeds om een financiële beloning te gaan,
maar kan bijvoorbeeld ook een extralegaal voordeel zijn. Dit hangt natuurlijk van de afspraken met de werkgever af. OPENHEID De besluiten van de commissie worden op een gepaste wijze aan de indiener(s) en in de onderneming kenbaar gemaakt.
1 2
3
IPCC, Fourth Assessment Report, 2007. Koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, Art.4. www.bewustverbruiken.org/component/content/article/342.html
© Arbeid & Milieu
De verwarming een graadje lager zetten, kan veel geld opbrengen!
8
ARBEID
& MILIEU