Bovenmatig gezegend Leonard McGlynn 11 April 2015
Hallo iedereen. Ik hoop dat jullie van Gods prachtige Sabbat genieten. Het doel van deze ‘split sermon’ is om een aantal van de meest ongelofelijke zegeningen die wij, als Gods volk, op dit moment hebben, in de schijnwerpers te zetten. Wij moeten onszelf de volgende vraag stellen: ‘wanneer was de laatste keer dat wij een inspanning gedaan hebben om ons te focussen op een paar van de ontelbare zegeningen die God ons gegeven heeft?’ De dagelijkse beslommeringen staan vaak in de weg, zodat we onze zegeningen niet echt tellen. Door deze beslommeringen kunnen wij onze focus verliezen. De titel van deze ‘split sermon’ is Bovenmatig gezegend. In deze ‘split sermon’ zullen we dieper ingaan op hoe gezegend wij werkelijk zijn. Wij beschouwen deze zegeningen maar al te vaak als vanzelfsprekend. Wij beginnen onszelf voor te bereiden op de beloften die God zal geven aan diegenen die zichzelf tijdens dit speciale Jaar van Toewijding meer willen onderwerpen aan Zijn kneden en vormen. Wij zullen ook gaan zien hoe belangrijk het is om deze speciale tijd serieus te nemen. Als er nu geen vrees is, kan ik je vertellen dat er aan het eind wel vrees zal zijn. De titel van deze ‘split sermon’ is geïnspireerd op een artikel, dat door Gods eindtijdprofeet geschreven is en de titel ‘Het Jaar van Toewijding’ draagt. En daarmee beginnen wij deze preek, met de eerste 2 paragraven van dat artikel. Het najaars feestseizoen van 2014 ligt achter ons en wij maken al plannen voor het Loofhuttenfeest van volgend jaar. Ik ben echter zeer nuchter, nu we met de voorbereidingen beginnen, want ik weet dat dit volgende Loofhuttenfeest wel eens het laatste Loofhuttenfeest zou kunnen zijn dat we samen, op plaatsen in de hele wereld waar het Feest georganiseerd wordt, vieren. Zo ernstig en gevaarlijk zijn de tijden die voor ons, en de hele wereld, liggen. Aan de andere kant ben ik ook zeer positief over wat ons als Kerk te wachten staat, dit volgende jaar. Voor allen die werken en zichzelf aan wat God ons aanbiedt, opofferen zal dit komende jaar een jaar van enorme zegeningen en groei zijn. Maar het zal veel werk en toewijding van uw kant vergen, want dit komende jaar is een ‘jaar van toewijding.’ In de maanden voorafgaande aan het Herfst Feestseizoen heeft Gods volk gebeden voor Gods inspiratie en bescherming voor Zijn twee eindtijdgetuigen, Zijn twee eindtijdprofeten. En het is duidelijk, als we terugkijken, dat die gebeden gehoord en beantwoord zijn. Ongelofelijke inspiratie is gegeven in de artikelen die door Gods eindtijdapostel geschreven is. Het is werkelijk verbluffend. Het voelt eerlijk gezegd alsof we een heel niveau van voorbereiding en transformatie ingaan; God versterkt Zijn volk door Zijn Zoon, door Zijn heilige geest, om Hem te dienen in de tijd die leidt tot de wederkomst van Jezus Christus als Koning der koningen en Heer der heerscharen. De eerste erzen die we gaan lezen staan in Mattheus. We gaan naar Mattheus 9: 27 En terwijl Jezus vandaar verder ging, volgden Hem twee blinden, al roepende en zeggende: Heb medelijden met ons, Zoon van David! En toen Hij het huis was binnengegaan, kwamen de blinden tot Hem, en Jezus zeide tot hen: Gelooft gij, dat Ik dit doen kan? Zij zeiden tot Hem: Ja, Here. Toen raakte Hij hun ogen aan en zeide: U geschiedde naar uw geloof. En hun ogen gingen open. En Jezus verbood hun ten strengste en zeide: Ziet toe, niemand mag dit weten! Maar zij gingen heen en maakten Hem in die gehele streek bekend. Wij moeten nooit vergeten dat wij voor onze roeping blind waren. Geestelijk blind. Wij waren niet in staat om Gods waarheid te zien, tot Hij ons genadig was. Wij waren gevangen in Satans systeem, net zoals alle andere mensen die in deze wereld leven. Uitgezonderd Jezus Christus natuurlijk. Ogen hebben om te zien is een ongelofelijke zegening en het is slechts de ‘top van de ijsberg’ om het zo maar te zeggen.
Bovenmatig gezegend
1
Sla alstublieft Mattheus 11: 25 op, waar we het volgende lezen: Te dien tijde hief Jezus aan en zeide: Ik dank U, Vader, Heer des hemels en der aarde, dat Gij deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, doch aan kinderkens geopenbaard. Ja, Vader, want zo is het een welbehagen geweest voor U. Alle dingen zijn Mij overgegeven door Mijn Vader en niemand kent de Zoon dan de Vader, en niemand kent de Vader dan de Zoon en wie de Zoon het wil openbaren. Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven; neemt Mijn juk op en leert van Mij, want Ik ben zachtmoedig en nederig van hart, en gij zult rust vinden voor uw zielen uw leven, want Mijn juk is zacht en mijn last is licht. De fenomenale gemoedsrust die we kunnen hebben, zelfs in deze huidige boze wereld, die aan zijn einde komt. Het is een van de ontelbare zegeningen die wij, als we niet oppassen, over het hoofd zien en als vanzelfsprekend vinden. Wij hebben allemaal de meest geweldige ervaring gehad, toen God de geestelijke mist liet optrekken. Laten we eens kijken naar de ongelofelijke kennis en waarheid waartoe God ons ogen om te zien heeft gegeven. Ons is de kennis gegeven dat het eerste dat God geschapen had Zijn plan voor Zijn Familie, Elohim was. Zo groot is Zijn verlangen naar een Familie dat Hij miljoenen en waarschijnlijk miljarden jaren vrede opgeofferd heeft. Wij kunnen daar in Genesis over lezen, over de prachtige Tuin van Eden die Hij gemaakt had zodat Adam en Evan er in konden wonen. Er was een enorme verscheidenheid aan planten en dieren. Wij lezen het verslag van de plagen die Hij over de Egyptenaren bracht, met dood en vernietiging als gevolg. God bevrijdde Zijn volk, de Israëlieten, van fysieke slavernij. Denk eens na over alle strijd die Hij aangegaan is voor Oudtestamentisch Israël tegen hun vijanden. Het verhaal van Gideon zou in ons geheugen gegrift moeten staan als het voorbeeld van dat soort strijd. Al deze verhalen zijn voor ons neergeschreven, om ons moed en sterkte, geestelijke moed en sterkte, te geven. God onze Vader wil dat wij absoluut zeker weten dat Hij ons zal beschermen, voor ons zal zorgen en de strijd voor Zijn volk, Zijn verwekte kinderen (diegenen die het ongelofelijke potentieel hebben om in de toekomst deel te gaan uitmaken van Zijn heilige, Koninklijke Familie) zal strijden. Het is een enorme zegening dat wij in staat zijn de fenomenale inspanning, die onze hemelse Vader heeft gedaan en zal doen om Zijn plan voor Zijn Familie ten uitvoer te brengen. Gods ultieme liefde voor Zijn toekomstige Familie kunnen wij zien in het feit dat Hij Zijn enig geboren Zoon, Jezus Christus, als offer voor de zonden voor de mens, gegeven heeft. God wist vanaf het begin, toen Hij Zijn plan voor Zijn Familie, opstelde, dat er een Verlosser moest komen. Iemand die bereid was Zijn leven (Hij leefde een perfect leven) neer te leggen om op die manier te betalen voor de zonden van de mensheid, anders kon niemand buiten Jezus Christus toegevoegd worden aan Gods Familie. Dit alles wetende, wij moeten zo dankbaar zijn, zo, zo dankbaar voor de fenomenale uitnodiging die wij gekregen hebben om deel te gaan uitmaken van deze familie. Uit alle miljarden mensen die ooit geleefd en gestorven zijn in de voorbije 6.000 jaar zijn er zo heel, heel weinig mensen die deze uitnodiging gekregen hebben om aan dit proces, aan deze reis om in die Familie te komen, te beginnen. Alleen dat al zou ons moeten herinneren aan hoe waardevol die uitnodiging, onze roeping, werkelijk is. Tot je ogen, je geest, geopend is kan je Gods waarheid niet zien, niet horen en wij kunnen wij er zeker niet over spreken. Wij zijn gegroeid tijdens onze roeping, wij zijn gegroeid in onze waardering voor de noodzaak dat wij absolute eenheid moeten hebben met God. We gaan naar Amos 3: 3, waar de volgende vraag gesteld wordt: zullen twee te zamen wandelen, zonder dat zij het eens geworden zijn? Voor diegenen in Gods Kerk... tenzij Gods heilige geest actief is in het leven van deze twee personen, is het antwoord ‘nee.’ Absoluut nee! Dat is onmogelijk. De langer de reis heeft geduurd, des te groter de waardering is voor deze zegening, voor ware eenheid. Dit is namelijk alleen mogelijk als Gods heilige geest in Gods volk woont. In Mattheus 12: 25 lezen we Maar Hij kende hun gedachten en zeide tot hen: Ieder koninkrijk, dat tegen zichzelf verdeeld is, gaat ten onder, en geen stad of huis, tegen zichzelf verdeeld, zal
Bovenmatig gezegend
2
standhouden. Wees gerust, alleen diegenen die complete eenheid hebben met God en Jezus Christus zullen deel gaan uitmaken van Elohim. Nog een paar verzen, die we zullen lezen, die gaan over de belangrijkheid van eenheid hebben, vinden we in 1 Corinthen 1: 10 Maar Ik bid u, broeders, bij de naam van onze Here Jezus Christus: dat gij allen hetzelfde spreekt, en dat er onder u geen scheuringen zijn, maar dat gij samengevoegd zijt in eenzelfden zin, en in een zelfde gevoelen. Om het overduidelijk te maken aan Zijn Kerk, in de maanden voorafgaande aan dit speciale Jaar van Toewijding heeft God Zijn eindtijdapostel geïnspireerd om een 14delige serie getiteld ‘Ware vriendschap en relaties’ te schrijven. Het feit dat er 14 artikelen geschreven zijn over dit onderwerp zou dit in ons geheugen gegrift moeten zijn, vooral omdat dit geïnspireerd werd gedurende deze tijd van de laatste opmeting van de tempel. In deze artikelenreeks over ware vriendschap en relaties werd ons laten zien hoe belangrijk het is om God Almachtig op de 1ste plaats in ons leven te zetten. Onze relatie met onze hemelse Vader en Zijn Zoon Jezus Christus moet veel dieper zijn dan alle andere relaties in ons leven. Als wij dit niet doen maken wij ons schuldig aan geestelijk overspel. Wij kunnen geen ware vriendschap hebben als wij zulke dingen doen, tot wij ons bekeren. Wij moeten ons leven onderzoeken om er zeker van te zijn dat wij God constant en altijd op de 1ste plaats zetten. Hij moet dagelijks deel uitmaken van ons leven. Elke gedachten, elk woord en elke daad moet onder de geestelijke microscoop gelegd worden om onze motivatie en intentie in elke situatie te onderzoeken. Jezus Christus liet Zijn discipelen duidelijk zien, in het boek Lucas, hoe wij onze relaties moeten aanpakken. Laten we naar Lucas 14: 26 gaan. Indien iemand tot Mij komt,men niet haat minder liefheeft, zijn vader en moeder en vrouw en kinderen en broeders en zusters, ja zelfs zijn eigen leven, die kan Mijn discipelen niet zijn. Eens wij door onze hemelse Vader in het Lichaam van Christus geplaatst zijn is de strijd om de juiste prioriteiten te hebben vanaf dat moment deel van ons leven. Tot wij duidelijk aangetoond hebben dat onze geest permanent gefixeerd is, tot we duidelijk bewezen hebben aan God Almachtig hoe wij ons leven leven, dat wij inderdaad naar het 1ste Gebod, beschreven in Mattheus 22: 35 leven. Mattheus 22: 35 En één van hen, een wetgeleerde, vroeg, om Hem te verzoeken: Meester, wat is het grote gebod in de wet? Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. De grootste zegening die iemand ooit, ooit kan ontvangen in het leven is Gods heilige geest. Want, zoals wij weten, is het onmogelijk om van Hem te houden als je Gods geest niet hebt. Want niemand kan eenheid met God hebben tenzij men deze waardevolle gift gekregen hebt. Eens je dit gekregen hebt openen de geestelijke sluizen zich. Voor diegenen die ooit de kans hebben gehad om naar de Niagara Watervallen te gaan... daar wacht een unieke ervaring op je. Ongeveer 1.5 km van de Niagara Watervallen, op de Niagara rivier, ligt een boot, ‘The Maid of the Mist.’ Deze boot nemen is een unieke ervaring. Het boottochtje brengt je tot direct onder de watervallen, zo dicht zelfs dat je het gevoel hebt dat de enorme hoeveelheid water de boot zal doen kapseizen. Je kan letterlijk de kracht van al dat water voelen, dat vanaf een hoogte van bijna 100 meter naar beneden stort. Ik kan je garanderen dat je absoluut doorweekt zult zijn. En ja, er worden regenjassen uitgedeeld die je gedeeltelijk beschermen, maar je zal nat zijn. De analogie hiervan staat beschreven in Maleachi 3: 10, waar staat Brengt de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in Mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten, zodat er geen schuren genoeg wezen zullen. Kan je je voorstellen dat je op die boot zit, die onderaan de Niagara Watervallen ligt? Geestelijk gezien is dat wat wij meemaken. Het lijkt of wij onderaan de Niagara Watervallen staan met slechts een kleine paraplu boven ons hoofd en God die meer en meer zegeningen aan Zijn volk geeft. Hij kan ons nog grotere eenheid met Hem, Zijn plan en Zijn manier van leven geven. Dit leidt tot de volgende vragen, die wij in deze tijd onszelf moeten stellen. Deze vragen moeten beantwoord worden gedurende dit opmeten. Ten eerste: hebben wij eenheid, is er totale eenheid met God de Vader, Jezus Christus en alles dat ons onderwezen is door Zijn eindtijdapostel? Ten tweede:
Bovenmatig gezegend
3
koesteren wij datgene wat ons in deze tijd aangeboden wordt? Hebben we nog altijd een onlesbare dorst voor alles dat God ons geeft? Dit brengt ons bij de volgende ongelofelijke zegening waar wij in deze ‘split sermon’ naar moeten kijken: kunnen we ons herinneren dat we zo opgewonden waren over wat wij leerden dat we ons genoodzaakt voleden om dit met onze geliefden te delen? Maar het werd natuurlijk duidelijk dat het niet aan ons was, wie God op dit moment roept. Naarmate we voortgaan in het proces van geroepen te worden begint er een duidelijke scheiding plaats te vinden. Belangrijke, levensveranderende beslissingen moeten gemaakt en voortgezet worden. Een belangrijk voorbeeld van wat een ieder van ons meemaakt kunnen we lezen in het verhaal over het leven van Abram. Sla alstublieft Genesis 12: 1 op. Dat is Genesis 12: 1 waar we het volgende lezen: De Here nu zeide tot Abram: Ga uit uw land en uit uw maagschap en uit uws vaders huis naar het land, dat Ik u wijzen zal; Ik zal u tot een groot volk maken, en u zegenen, en uw naam groot maken, en gij zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie u zegenen, en wie u vervloekt zal Ik vervloeken, en met u zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Iedereen die tot Gods volk behoord heeft of behoort moet op dezelfde manier leven, moet (op verschillende manieren) deze afscheiding meemaken als hij of zij geroepen wordt. Iedereen moet bepaalde dingen in de steek laten, moet uit zijn comfortzone komen en zijn leven in Gods handen leggen. Een ander voorbeeld, dat we gaan bekijken, is het verhaal dat in het boek Job staat. Dit kan je helpen iets heel belangrijks te realiseren. We beginnen in vers 13 van Job 1. Job 1: 13 Op zekere dag, toen zijn zonen en dochters aten en wijn dronken in het huis van hun broeder, de eerstgeborene, kwam een bode tot Job en zeide: De runderen waren aan het ploegen en de ezelinnen dicht erbij aan het grazen, toen de Sabeeërs een inval deden en ze roofden; en de knechten sloegen zij met de scherpte des zwaards; ik alleen maar ben ontkomen om het aan u te zeggen. Terwijl deze nog sprak, kwam een ander en zeide: Het vuur Gods viel van de hemel en verbrandde de schapen en de knechten en verteerde ze; ik alleen maar ben ontkomen om het aan u te zeggen. Terwijl deze nog sprak, kwam een ander en zeide: De Chaldeeën hadden drie benden gevormd, overvielen de kamelen en roofden ze; en de knechten sloegen zij met de scherpte des zwaards; ik alleen maar ben ontkomen om het aan u te zeggen. Terwijl deze nog sprak, kwam een ander en zeide: Uw zonen en uw dochters waren aan het eten en wijndrinken in het huis van hun broeder, de eerstgeborene, en zie, daar stak een zware storm op van over de woestijn, greep het huis bij de vier hoeken aan, en het viel op de jonge mensen, zodat zij stierven; ik alleen maar ben ontkomen om het aan u te zeggen. Dit is een extreem voorbeeld van wat er in Jobs leven gebeurde, aan het begin van zijn roeping. Gedurende het bekeringsproces is de reactie van Job, als gevolg van de reeks rampen die hem overkwamen, zo ongelofelijk mooi. Vers 20 toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn hoofd; daarop wierp hij zich ter aarde, boog zich neer, en zeide: luister goed naar het volgende vers: Naakt ben ik uit de schoot mijner moeder gekomen, naakt zal ik daarheen wederkeren. De Here heeft gegeven, de Here heeft genomen, de naam des Heren zij geloofd. In dit alles zondigde Job niet en schreef Gode niets ongerijmds toe. Job zag duidelijk dat alles dat hij had in het leven, alles dat hij meegemaakt had, allemaal van God kwam. Het laatste hoofdstuk van het boek Job beschrijft de fenomenale verandering die God Almachtig in Jobs gedachten heeft bewerkstelligd. Job 42: 1 Toen antwoordde Job de Here: Ik weet, dat Gij alles vermoogt, en dat geen Uwer plannen wordt verijdeld. Wie is het toch, die het raadsbesluit omsluiert zonder verstand? Daarom: ik verkondigde, zonder inzicht, dingen, mij te wonderbaar en die ik niet begreep. Hoor nu, en Ik zal spreken; Ik wil u ondervragen, opdat gij Mij onderricht. Slechts van horen zeggen had ik van U vernomen, maar nu heeft mijn oog U aanschouwd. Daarom herroep ik en doe boete in stof en as. Verdergaand in vers 12, waar we lezen: En de Here zegende het verdere leven van Job meer dan het vroegere: hij verkreeg veertienduizend stuks kleinvee en zesduizend kamelen, duizend span runderen en duizend ezelinnen. Hij kreeg zeven zonen en drie dochters.
Bovenmatig gezegend
4
Vers 15 In het ganse land vond men geen vrouwen zo schoon als de dochters van Job, en haar vader gaf haar een erfdeel onder haar broeders. Daarna leefde Job nog honderd veertig jaar; hij zag zijn kinderen en kindskinderen, vier geslachten. En Job stierf oud en van het leven verzadigd. Hoe kunnen we het verhaal van Jobs leven toepassen op ons leven? Wel, Jezus Christus laat ons dat duidelijk zien in het boek Lucas. Lucas 18: 24. Dit is het moment waarop Jezus net met een rijke jongeling gesproken had. En Jezus zag hem aan en zeide: hoe moeilijk kunnen zijn, die geld hebben, in het Koninkrijk Gods ingaan. Want het is gemakkelijk, dat een kameel gaat door het oog een naald, dan dat een rijke het Koninkrijk Gods binnengaat. En die dit hoorden, zeiden tot Hem: Maar wie kan dan behouden worden? Hij zeide tot hen: Wat bij mensen onmogelijk is, is mogelijk bij God. En Petrus zeide: Zie, wij hebben het onze prijsgegeven en zijn U gevolgd. Wij moeten ons focussen op wat Christus tegen Petrus zegt. Hij zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft verlaten om het Koninkrijk Gods, of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in de toekomende eeuw het eeuwig leven. Daar staat het. Het maakt niet uit wat het is, dat wij achter moeten laten op deze reis. De voorbeelden van Abram en Job tonen duidelijk aan dat het niet uitmaakt wat wij op hebben moeten geven, wat wij hebben verlaten. Wat wij hadden was zo wie zo niet van ons! Wij moeten heel goed oppassen dat wij onze waardevolle tijd en energie niet verspillen door terug te kijken terwijl we naar voren moeten kijken. Niemand wil veranderen in een zoutpilaar, zoals Lots vrouw. Dat gevaar loert ook vandaag de dag nog om de hoek. Waarom, zou je vragen. Wel, laten we het eens anders bekijken. We hebben juist gelezen wat Jezus Christus gezegd heeft. Laat ik het nog eens lezen: Voorwaar, Ik zeg u, er is niemand, die huis of vrouw of broeders of ouders of kinderen heeft verlaten om het Koninkrijk Gods, of hij zal vele malen meer ontvangen in deze tijd en in de toekomende eeuw het eeuwig leven. Wij hebben in deze tijd de kans om prachtige relaties te ontwikkelen met Gods verwekte kinderen, met diegenen die Hij persoonlijk geroepen heeft. En wij kunnen een intieme relatie met God hebben, met mensen die net zoals ons ‘ogen om te zien’ gekregen hebben, diegenen die in grotere eenheid met Hem, Zijn Zoon, onze Heer en Verlosser Jezus Christus, hebben. Dat is de tweede reden waarom God deze reeks artikelen over ware vriendschap heeft geïnspireerd. Het is een waardevol geschenk om een gesprek met iemand te kunnen hebben die hetzelfde gelooft als jij gelooft. Zoiets is in deze tijd een zeldzaam iets. Waarderen wij de waardevolle kans die ons gegeven is? Deze prachtige zegening die wij op dit moment mogen ondergaan? Koesteren wij dat of kijken wij terug, verlangen wij naar de dingen die wij achtergelaten hebben? Als wij zulke gedachten hebben, realiseren wij dan dat wij daarmee de Grote God van dit universum beledigen? Als wij dat soort gedachten en houdingen toelaten in ons leven? Het is alsof we tegen Hem zeggen: ‘ik had liever dat wat ik toen had. Ik ga liever terug naar Egypte dan datgene dat U mij op dit moment in mijn leven geeft of wat U in de toekomst aanbiedt.’ En dat zeggen is niet zomaar iets! Een van de tekenen die ons kunnen vertellen of wij zo denken is als wij zeggen (of denken): ‘ik, och arme!’ Dat soort jammer partijen, waar we al meer dan één keer over gehoord hebben. Dan laten we onszelf geestelijk en verbaal gaan, wij klagen en mopperen over hoe moeilijk het leven is, hoeveel wij hebben moeten opofferen, hoeveel wij hebben moeten lijden. Het is meer dan wij dachten te moeten meemaken. Wat ook kan helpen om uit te maken of wij iets moeten aanpakken is onszelf de volgende vraag stellen: hoeveel tijd spenderen we om met de broeders te praten? Of hoeveel tijd spenderen we met hen? Er zijn vandaag de dag zoveel manieren om met elkaar in contact te komen. Vinden wij het fijn om met Gods mensen om te gaan, als de kans zich voordoet? Of, nog belangrijker, hoe gaan we met hen om? We gaan een aantal verzen in Filippenzen lezen waarin prachtig beschreven staat hoe wij ons moeten gedragen. Filippenzen 1: 3 Ik dank mijn God, zo dikwijls ik Uwer gedenk; immers, in al mijn gebeden bid ik telkens voor u allen met blijdschap, wegens uw deelhebben aan de prediking van het evangelie, van de eerste dag af tot nu toe. Hiervan toch ben ik ten volle overtuigd, dat Hij, die in u een goed werk is begonnen, dit ten einde toe zal voortzetten, tot de dag van Christus Jezus. Zo van u allen te denken spreekt Bovenmatig gezegend
5
voor mij dan ook vanzelf, omdat ik u op het hart draag, daar gij allen, zowel bij mijn gevangenschap als bij mijn verdediging en bevestiging van het evangelie, deelgenoten zijt van de mij verleende genade. God toch is mijn getuige, hoezeer ik met de ontferming van Christus Jezus naar u allen verlang. En dit bid ik, dat uw liefde nog steeds meer overvloedig moge zijn in helder inzicht en alle fijngevoeligheid. Om te onderscheiden, waarop het aankomt. Dan zult gij rein en onberispelijk zijn tegen de dag van Christus, vervuld van vrucht van gerechtigheid, welke door Jezus Christus is, tot eer en prijs van God. Nogmaals, in Romeinen wordt dit besproken: Romeinen 12: 10, nee, laten we in vers 9 beginnen. De liefde zij ongeveinsd. Weest afkerig van het kwade, gehecht aan het goede. Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld, in ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here. Weest blij in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed, bijdragend in de noden der heiligen, legt u toe op de gastvrijheid. Zegent wie u vervolgen, zegent en vervloekt niet. Weest blijde met de blijden, weent met de wenenden. Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs. In het volgende hoofdstuk lezen we het volgende: Romeinen 13: 8 Zijt niemand iets schuldig dan elkander lief te hebben; want wie de ander liefheeft, heeft de wet vervuld. Want de geboden: gij zlt niet echtbreken, gij zult niet doodslaan, gij zult niet stelen, gij zult niet begeren en welk ander gebod er ook zij, worden samengevat in dit woord: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. Het is heel duidelijk voor ons dat alleen diegenen die op dit moment Gods heilige geest hebben Zijn liefde kunnen ontvangen. Het zou duidelijk moeten zijn dat het heel belangrijk is hoe wij Gods volk behandelen. Wij moeten hen behandelen met eer en respect. Wij moeten God en Jezus Christus in elk van Zijn verwekte kinderen zien. Zo moeten wij bekend staan. In het boek 1 Corinthen 13 staan meer details over hoe wij onszelf moeten gedragen ten opzichte van de leden van het Lichaam van Christus. 1 Corinthen 13: 1. Dit is de manier om te bepalen of wij God en Jezus Christus wel of niet in ons laten leven ten bate van anderen. Al ware het, dat ik met de tongen der mensen en der engelen sprak, maar had de liefde niet, ik ware schallend koper of een rinkelende cimbaal. Al ware het, dat ik profetische gaven had, en alle geheimenissen en alles, wat te weten is, wist, en al het geloof had, zodat ik bergen verzette, maar ik had de liefde niet, ik ware niets. Al ware het, dat ik al wat ik heb tot spijs uitdeelde, en al ware het, dat ik mijn lichaam gaf om te worden verbrand, maar had de liefde niet, het baatte mij niets. De liefde is lankmoedig, de liefde is goedertieren, zij is niet afgunstig, de liefde praalt niet, zij is niet opgeblazen, zij kwetst niemands gevoel, zij zoekt zichzelf niet, zij wordt niet verbitterd zij rekent het kwade niet toe. Zij is niet blijde over ongerechtigheid, maar zij is blijde met de waarheid. Alles bedekt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles verdraagt zij. De liefde vergaat nimmermeer; maar profetieën, zij zullen afgedaan hebben; tongen, zij zullen verstommen; kennis, zij zal afgedaan hebben. Want onvolkomen is ons kennen en onvolkomen ons profeteren/. Doch, als het volmaakte komt, zal het onvolkomen afgedaan hebben. Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was. Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht. Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ik zelf gekend ben. Zo blijven dan: Geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde. Hebben wij dezelfde liefde en bezorgdheid voor anderen? Voor elk lid van het Lichaam? Dat is wat wij onszelf moeten afvragen. Dat is wat wij duidelijk moeten tonen voor elkaar, in de tijd die we investeren in het ontwikkelen van relaties van Gods volk. De volgende vraag die we moeten beantwoorden is deze: hoe bereiden we onze geest voor op datgene dat God aan hen, die zichzelf meer onderwerpen aan Zijn kneden en vormen, beloofd heeft? Zoals altijd, God geeft ons precies datgene wat wij nodig hebben. Een deel van de instructies zijn gegeven in het artikel ‘Jaar van Toewijding’ en ik zal dat aanhalen.
Bovenmatig gezegend
6
In het volgende jaar zal de focus liggen op de offers en het werk dat zal volgen. Het begin hiervan wordt in dit artikel beschreven, de rest zal grondiger besproken worden in de serie die hierop volgt. Het eerste waar wij ons nu op moeten volgen is dat een ieder van ons tenminste één dag per maand opzij zet om te vasten. Dit geldt alleen voor diegenen die dit kunnen doen zonder hun gezondheid in gevaar te brengen. Het moet gezegd worden dat diegenen die in staat zijn om op die manier te vasten, niemand zijn of haar vasten vergelijkt met die van iemand anders. Wij moeten vasten zoals Christus gezegd heeft, anderen moeten niet zien dat wij vasten. Het is namelijk een privéaangelegenheid en het gaat tussen jou en God. Het is net zoals ons gebedsleven, het is ‘onder 4 ogen’ met God, onze Vader. Dit vasten moet ernstig en serieus genoemd worden, omdat het gaat over de broodnodige nederigheid die een ieder van ons moet hebben om dit volgende jaar trouw, ijverig en waarheidlievend moeten leven. De laatste 2 paragrafen: De timing en het doel van de profetische vervulling van dit jaar dat voor ons ligt is lang geleden in de gepland, ontworpen en in de profetieën neergeschreven. Dit komende jaar is uitermate belangrijk voor deze laatste voorbereiding van Gods volk op de komst van Christus en voor de geestelijke toestand van de Kerk. Mensen zullen ofwel gretig dit werk en de veranderingen waar wij ons op moeten focussen, omarmen of zij zullen zich verzetten. De meeste mensen zullen dit omarmen en bovenmate gezegend worden. Echter, zoals altijd is er het tweesnijdend zwaard. Er zullen mensen zijn die dit weigeren te doen en zij zullen lijden. Het is allemaal een kwestie van vrije keuze en het accepteren van onze persoonlijke verantwoordelijkheid. God bereid onze geest voor, in dit Jaar van Toewijding. Ons deel is ons onderwerpen aan dat proces. Of Hij een grotere verandering kan aanbrengen hangt af van de mate waarin wij ons onderwerpen. De keuze is aan ons! Dat is de sleutel hiertoe. De keuze is altijd aan ons. God zal ons niet dwingen om voor Zijn weg te kiezen. God heeft de Kerk meer details gegeven in de tijd waarin menselijk zelfbestuur tot een einde komt. Hij geeft ons meer details over wat werkelijk belangrijk is in het leven en waar het allemaal om draait. Het draait om onze relatie met Hem, met Zijn Zoon en met Zijn verwekte kinderen. Dat is het allerbelangrijkste voor God Almachtig. En dat moet voor ons ook van groot belang zijn. Als laatste wil ik deze paragraaf nog aanhalen uit het artikel ‘Jaar van Toewijding.’ Dit staat onder de subtitel ‘Satans afnemende macht.’ De overgrote meerderheid van de mensen in Gods Kerk zullen dit jaar ijverig apart zetten om zich meer aan God toe te wijden, er zal een grotere inzet zijn om te veranderen, te transformeren. Men moet grote angst hebben om iets anders te doen, want als men nu niet bang is, zal eens dit jaar voorbij is, men dat wel zijn. Om af te ronden: wij hebben gekeken naar twee van de grootste zegeningen die wij in het leven kunnen hebben: een hechte, intieme relatie met onze hemelse Vader ontwikkelen, nu Hij ons in grotere eenheid met Hem brengt. En de prachtige relaties die wij met Zijn verwekte kinderen kunnen ontwikkelen. En dit aantal mensen zal drastisch toenemen in de komende paar jaar. Beiden zijn alleen mogelijk als wij het grootste geschenk, en dat is Gods heilige geest, dat ons gegeven is koesteren. Wij worden er aan herinnerd om datgene dat belangrijk is tijdens dit Jaar van Toewijding serieus te nemen. Vergeet nooit: het is niet waar je bent, het gaat om met wie je bent. Inderdaad, wij zijn bovenmatig gezegend!
Bovenmatig gezegend
7