Biosafety versus Biosecurity
Evelien Kampert Biosafety officer RIVM
Overzicht ● Definities Biosafety en Biosecurity ● Risicogroepen micro-organismen ● Belang van biosafety en biosecurity ● Toelichting op de diverse elementen van het biosafety en biosecurity programma ● Overeenkomst en potentiële conflicten tussen beide programma’s ● Conclusies 2
Biosafety en biosecurity:
sûreté
sicherheit beveiliging
safety
Sicherung
sécurité
Biosafety
Sicherheit sûreté
veiligheid
Biosecurity
een taalkundig probleem…. 3
Definities: ● Biosafety: The containment principles, technologies and practices that are implemented to prevent the unintentional exposure to biological agents and toxins or their accidental release. ● Laboratory Biosecurity: The protection, control and accountability for biological materials and toxins (and their information) within laboratories in order to prevent their unauthorised access, loss, theft, misuse, diversion or intentional release. WHO/CDS/EPR/2006.6 CEN Workshop Agreement Laboratory Biorisk Management (CWA 15793:2011)
4
Informele definities Safety: bescherming tegen onbedoelde gebeurtenissen (incidenten, accidenten, natuurlijke rampen…) Security: bescherming tegen doelbewuste en kwaadwillende acties (sabotage, spionage, terreur, misdaad, chantage……) Biosafety is to keep bad bugs from people, Biosecurity is to keep bad people from bugs
5
Biologische agentia:
Micro-organismen zoals bacteria, gisten, parasieten, schimmels, virussen, rickettsia, etc. The good guy’s: - essentieel: darmflora, fermentatie - gebruik in voedsel- en geneesmiddelen industrie: gist: bier, wijn, brood bacteria: yoghurt schimmels: penicilline 6
Pathogenen
The bad guy’s: ● Adenovirus: verkoudheid ● Epstein Barr virus: Pfeiffer ● Plasmodium falciparum: malaria ● HIV virus: Aids ● Bacillus anthracis: antrax
7
Risico indeling (humaan)
risk risk category 1 category 2
risk category 4 severe very likely
pathogenic
-
possible
spreading to population
-
unlikely
possible severe likely
Immunization or profylaxe /treatment
-
yes
yes
no
Coxiella burnetii Mycobacterium tuberculosis Avian Influenza E.coli O157:H7
Smallpox Lassa virus Ebola virus Marburg virus
examples
8
risk category 3
E.coli K12 Legionella Salmonella Aspergilli Lactobacilli Influenza Yeast
Het mistige gebied tussen diagnostiek, kweken en research…..
9
Diagnostiek, kweek en research….. ● Werken met geïdentificeerde micro-organismen (research) – ‘Hazard’ van het micro-organisme is bekend – Mogelijk om een adequate inperking te definiëren op basis van de risicoanalyse ● Werken met diagnostisch materiaal – Onbekend of en welk pathogeen aanwezig is – Startpunt is tenminste risico niveau 2 (patiënten materiaal wordt beschouwd als potentieel infectieus) In geval er verdenking is van een hoger risico: risicoanalyse!! • Kweken van diagnostisch materiaal – Risico niveau van het micro-organisme dat beoogd wordt te kweken is leidend voor het juiste inperkingsniveau
10
Hardware en software van Biosafety De vier belangrijkste elementen van biosafety kunnen worden verdeeld in twee groepen:
Hardware: • Fysisch containment (het lab en inperkende apparatuur) • Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s)
Software: • Veiligheidsprocedures (SOP’s) en werkprotocollen • Kennis, ervaring en discipline individuele medewerker De balans tussen de hardware en software is bepalend voor het resultaat: bij gebrek aan containment kunnen PMB’s en procedures oplossing bieden. 11
8 Pijlers van biosecurity 1. Fysieke beveiliging 2. Persoonsgebonden beveiliging 3. Controle op biologisch materiaal 4. Transport beveiliging 5. Informatie beveiliging 6. Awareness 7. Response 8. Management 12
Bureau biosecurity Activiteiten bureau biosecurity: uitdragen voorgenomen biosecurity beleid van de overheid. ondersteunen met kennis van organisaties bij het vrijwillig implementeren van biosecurity maatregelen. het maken en beheren van een overzicht van organisaties waar gewerkt wordt met risicovolle pathogenen. ondersteunen met kennis van overheid. http://www.bureaubiosecurity.nl/ biosecurity zelfscan toolkit : http://www.biosecuritytoolkit.com/
13
Fysieke beveiliging ●Property Protection Areas – Low risk assets › Grounds › Public access offices ●Limited Areas – Moderate risk assets › Laboratories › Sensitive administration offices › Hallways surrounding Exclusion Areas ●Exclusion Areas – High risk assets › High containment laboratories › Computer network center
14
Toegangscontrole
• Toegangscontrole voorkomt dat onbevoegden toegang krijgen tot hoog risico laboratoria • Hoe hoger het risico, des te meer technische maatregelen
15
Controle en verantwoording van biologische materialen – Welk biologisch materiaal is aanwezig? – Waar is het materiaal opgeslagen? – Wie is verantwoordelijk voor dit biologisch materiaal?
16
Transport beveiliging – Intern transport – Extern transport › binnen Nederland › internationaal UN Committee of Experts on Transport of Dangerous Goods
Nog steeds een hiaat tussen verzender en ontvanger
Model Regulations on the Transport of Dangerous Goods
ADR (road)
17
RID (rail)
IMO (sea)
ICAO (air)
…… en vergeet het afval niet! IATA (air)
Informatie beveiliging Bio-gerelateerde informatie ● information m.b.t. opslag van biologisch materiaal (wat, waar, van wie) ● test procedures en resultaten diagnostiek ● persoonlijke informatie van laboratorium medewerkers van hoog risico labs maar… ● referentie/diagnostische labs moeten communiceren met name in geval van een uitbraak of in geval van een aanslag ● research moet en wil publiceren
Belangrijk het onderscheid tussen ‘need to know’ en ‘nice to know’ 18
Awareness
● Bewustwording ● Toegankelijkheid van hoog risico laboratoria ● Controle en verantwoording opslag biologische materialen ● Interne en externe communicatie ● Research en publicatie policy ● Transport
Code of Conduct, publicatie van de KNAW
19
Response ● Calamiteiten plannen om uitbraak van biologisch materiaal te voorkomen
● Calamiteiten training
● Communicatie met hulpverlening (Politie, brandweer, GHOR (Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie in de regio), etc.)
20
Management
● Commitment van het management ● Ondersteuning van het biosecurity programma: – beschikbaar stellen van tijd, middelen en geld ● Implementatie van de CWA Laboratory Biorisk management: procedures, toezicht en monitoring
21
Overeenkomsten tussen Biosafety en Biosecurity ● ● ● ●
Bewustmaken van risico’s Fysieke inperking Toegangsprocedures en controle Registratie en controle van opslag biologische agentia ● Calamiteitenplannen ● Commitment van het management ● Maatregelen baseren op grond van resultaat risicoanalyse
22
BIOSAFETY BIOSECURITY
23
23
Conclusies ●Geen biosecurity zonder biosafety. Biosecurity en biosafety moeten geïntegreerd worden om te voorkomen dat diagnostiek en research hiervan onnodig hinder ondervinden. ●Belangrijk om de balans te vinden tussen noodzaak en overkill van biosafety en biosecurity maatregelen. De gedegen risico analyse moet hiervoor uitkomst bieden. ●Bewustwording van de noodzaak om biosafety en biosecurity maatregelen te treffen is belangrijk voor onderzoekers maar zeker ook voor het management. 24