Biologische agentia bij de kip, die mogelijk beroepsinfectieziekten kunnen veroorzaken
Alexis Oele 0345210
[email protected] 0611158773 & Dirk Houtman 0470473
[email protected] 0628134244 1
Paper blok 20 23 sep. 08
Titelpagina Het blok “gezondheidszorg”in tijdens het 4e jaar van de geneeskunde studie bood ons de kans om een review te schrijven over de mogelijke biologische agentia waar medewerkers van de kippenindustrie mee in contact zouden kunnen komen. De paper is geschreven door twee studenten, Alexis Oele en Dirk Houtman, en is begeleid door drs. H.P.J Stinis.
2
Inhoudsopgave Inleiding
pagina 5
Methode
pagina 6
Resultaten
pagina 7-15
Discussie
pagina 15-16
3
Samenvatting Achtergrond: Het belichten van mogelijke gezondheidsrisico’s voor medewerkers in de kippenindustrie. Onderzoeksvraag: Wat zijn mogelijke risicovolle biologische agentia voor werknemers in de kippenketen? Methoden: Opstellen van relevante deelvragen en die beantwoorden middels literatuuronderzoek. Resultaten: Er is een hoge prevalentie mogelijk ziekmakende bacteriën en schimmels aanwezig op de werkplaats. Ook zijn er agentia die epidemisch voorkomen en die een risico vormen voor dier en medewerker. Discussie: Het is niet mogelijk geweest om letterlijk alle agentia te benoemen. We hebben de meest voorkomende agentia behandeld. Conclusie: Het werken in de kippenindustrie is niet zonder risico’s, hoewel onderzoek onder werknemers van deze industrie beperkt is. Om deze risico’s te beperken moet gestreefd worden naar een zo hoog mogelijke mate van hygiëne en ventilatie.
4
INLEIDING De laatste tijd is er veel aandacht voor uitbraken van het vogelgriepvirus in verschillende landen. Het virus zorgt voor grote economische schade en kan ook leiden tot ernstige gezondheidsklachten bij de bevolking. Hoewel het vogelgriepvirus een groot probleem vormt voor de volksgezondheid, gelukkig niet zozeer in Nederland, hebben wij ook gekeken welke andere risicovolle biologische agentia een gevaar voor de mens vormen. Omdat medewerkers in de kippenketen in hoge mate in contact staan met kippen is het interessant om deze groep mensen te onderzoeken. Er is niet veel aandacht voor de gezondheidsrisico’s voor deze medewerkers. Er is vooral onderzoek gedaan naar de gezondheidsrisico’s voor de consument van kip. Wij hebben in deze paper de risico’s voor werknemers in de kippenindustrie onder de aandacht proberen te brengen. Wij hebben onderzocht welke biologische agentia er bestaan in de kippenindustrie met behulp van een literatuuronderzoek. Hoewel er weinig bekend is in verschillende databanken en bij instellingen voelden wij het als een uitdaging om dit onderwerp te onderzoeken. De onderzoeksvraag die wij willen beantwoorden luidt: Wat zijn mogelijke risicovolle biologische agentia voor werknemers in de kippenketen? Om deze vraag te beantwoorden hebben we verschillende biologische agentia onder de loep genomen en per agentia een aantal deelvragen van proberen te beantwoorden. Deze deelvragen staan beschreven in de methode.
5
Methoden Het zoekproces De meeste informatie hebben we via PubMed verzameld. Dit door bij de zoektermen de ziekteverwekkers (zie verder) te combineren met de volgende termen: chicken broiler poultry processing poultry processing worker chicken slaughter chicken farmer Zo vulden we bijvoorbeeld [chicken broiler AND e.coli] in, en uit de resultaten filterden we dan relevante artikelen. Sommige ingevulde termen leverden zoveel artikelen op, dat we ze niet allemaal bekeken hebben, maar de zoekterm specificeerde. Veel van de artikelen waren ook niet relevant voor ons, omdat de kippenindustrie vaak maar een bijzaak is in een artikel. Het selectieproces We hebben ons onderzoek proberen te structureren door een selectie te maken van de agentia die we wilden onderzoeken en deelvragen te beantwoorden per agentia. Om deze deelvragen te beantwoorden hebben we artikelen gezocht en geselecteerd met behulp de hierboven beschreven zoektermen en geselecteerd met behulp van in- en exclusiecriteria . De artikelen zijn beoordeeld volgens deze criteria en zullen in de paragraaf resultaten worden besproken. Hieronder een overzicht van de agentia, de deelvragen en de criteria. Agentia:
Campylobacter Vogelgriep Salmonella Aciaris E. Coli Listeriose Schimmels New Castle Disease Deelvragen
Wat is de prevalentie binnen slachthuizen? Wat is/zijn de transmissieroute(s)? Wat zijn de risicogroepen (de slachters, de rapers of het schoonmaakpersoneel)? Wat zijn de ziekteverschijnselen bij de mens? Inclusie
Het artikel betreft de pluimvee industrie of de medewerkers hiervan. Het artikel betreft informatie over een relevante biologische agens. Het artikel betreft een betrouwbare methode van onderzoek. Het artikel komt voort uit een betrouwbare bron. Exclusie
Het artikel is geen case-studie. Het artikel bevat geen agens die een allergene of immunologische achtergrond heeft. 6
Het artikel bevat geen onderzoek naar de gevaren voor consumenten. Resultaten Voor een overzicht van de agentia en resultaten, zie appendix 2. VOGELGRIEP
De veroorzaker van vogelgriep is een variant van het influenzavirus: het influenza A virus. Alle vogelgriepvirussen behoren tot het grieptype A. In dit paper zal de nadruk liggen op het H5N1 virus omdat dit virus het meest pathogeen is. Transmissie van dier op mens komt slechts sporadisch voor, maar de ziekte gaat gepaard met ernstige ziekteverschijnselen en hoge mortaliteit (63%).19 Prevalentie binnen slachthuizen Gegevens over de exacte prevalentie van vogelgriep binnen slachthuizen ontbreken. Om toch een indruk te krijgen over het aantal geïnfecteerde personen is het onderzoek van Koopmans et al.21 bruikbaar. In het onderzoek werd de transmissie van het influenza A virus subtype H7N7 van kip op mens onderzocht. De risicopopulatie werd gedefinieerd als de groep personen die werken en/of leven in Nederland die direct contact hebben met kippen, kippenproducten of in contact staan met een H7N7-geinfecteerd persoon. Elk persoon werd gevraagd een vragenlijst in te vullen met vragen over symptomen. Verder werden er uitstrijkjes van oog, neus en keel genomen. Bij de groep personen die rapporteerden last te hebben van conjunctivitis bleken 75 besmet te zijn met het virus. Griepachtige verschijnselen werden vooral beschreven door mensen waarbij geen infectie van A/H7 vastgesteld kon worden. Slechts 2 mensen die griepachtige verschijnselen hadden waren daadwerkelijk besmet met het virus. Dit suggereert dat A/H7 virussen geen griepachtige ziekte veroorzaken. De meeste H7 gevallen werden gevonden bij mensen die werkzaam zijn als kippenplukker bij een slachthuis. Het artikel van Koopmans et al. heeft zowel positieve als negatieve kanten als het gaat om een beeld te krijgen van de prevalentie van vogelgriep binnen slachthuizen. Allereerst is dit artikel het enige artikel dat gevonden is dat cijfers laat zien over de transmissie van vogelgriep. Er waren dus geen andere informatiebronnen waar wij informatie uit konden halen. Minpunten van het onderzoek van Koopmans et al. is dat het H7N7 virus onderzocht wordt dat voor mildere ziekteverschijnselen leidt dan het H5N1 virus. Het zou relevanter en interessanter zijn geweest om de transmissie van het H5N1 virus te beschrijven omdat dit virus voor veel meer problemen voor de volksgezondheid heeft gezorgd. Een sterk punt van dit onderzoek is dat het specifiek vogelgriep bij een groep kippenhouders beschrijft. Transmissieroutes Verspreiding in de omgeving van besmette boerderijen komt het meest voor. De meeste infecties bij de mens worden veroorzaakt door direct contact met geïnfecteerde vogels of contact met levende vogels1. In vogels zorgt infectie voor systemische replicatie en excretie van het virus in feces en andere secretievormen die in de directe omgeving terechtkomen22. Transmissie tussen vogels gebeurt direct of indirect door contact met besmette anorganische objecten. Hoewel vogel-op-mens transmissie waarschijnlijk via dezelfde routes plaatsvindt, is er sprake van een inefficiënte transmissie van H5N1 naar de mens.21 Risicogroepen In het artikel van Koopmans et.al zijn verschillende beroepsgroepen onderzocht die contact hebben met kippen (kippenboeren, kippenplukkers, dierenartsen en medisch personeel). De meeste H7 besmettingen vonden plaats bij kippenplukkers.
7
Ziekteverschijnselen bij de mens De meeste patiënten met H5N1 influenza presenteren zich met een influenza syndroom dat zich kenmerkt door symptomen van koorts, hoesten en kortademigheid19. Naast deze symptomen bestaan er ook gastro-intestinale symptomen zoals diarree, braken en abdominale pijn20. In ernstige gevallen kan er een progressieve longontsteking en nierfalen ontstaan20. CAMPYLOBACTER Campylobacter behoort tot de meest voorkomende bacteriële verwekkers van diarree23. Pluimvee, vogels, jonge honden, katten, varkens, runderen, knaagdieren, schapen, vliegen en zwijnen kunnen de bacteriën bij zich hebben23. Prevalentie binnen slachthuizen Er waren geen exacte cijfers over de prevalentie van personen geïnfecteerd binnen een slachthuis met campylobacter. Het artikel van Bouwknegt et al.24 beschrijft een onderzoek naar de prevalentie van campylobacter spp. in Nederlandse kippenslachterijen. Er werden 495 slachterijen onderzocht die hadden ingestemd met het onderzoek. De verschillende slachterijen werden onderzocht op de aanwezigheid van campylobacter spp. in fecesmonsters. Ongeveer 30% van de onderzochte kuddes bleken positief te zijn voor campylobacter spp. Zoals eerder vermeld is het jammer dat het artikel geen cijfers beschrijft over het aantal kippenhouders dat besmet raakt met campylobacter. Transmissieroutes Ondanks de hoge gevoeligheid voor omgevingsfactoren treedt infectie met campylobacter gemakkelijk op24. Besmetting verloopt via voedsel, water, contact met uitwerpselen of door contact met dieren.25 Risicogroepen Omdat besmetting zowel via contact met het dier zelf als door contact met uitwerpselen optreedt, lopen alle medewerkers van een slachthuis risico op een infectie. Ziekteverschijnselen bij de mens Ziekteverschijnselen bij de mens bestaan uit acute waterige en soms bloederige diarree met hevige buikkrampen en koorts 25 SALMONELLA Zoönotische salmonellose wordt veroorzaakt door Salmonella bacteriën. Er bestaan verschillende typen. De belangrijkste in Nederland zijn S. Typhimurium en S. Enteritidis. Een groot aantal huisdieren en kippen, varkens, runderen en reptielen kunnen drager zijn van salmonella. Prevalentie binnen slachthuizen Wederom zijn er geen exacte cijfers te vinden over de prevalentie van salmonellose bij personen werkzaam in een slachthuis. Het onderzoek van Arsenault28 onderzocht de prevalentie van salmonella spp. in kuddes kippen in Canada. Er werden 81 kuddes kippen onderzocht op salmonella waarvan 50% besmet bleek te zijn met het virus. Transmissieroutes Slecht 5-10% van de besmetting vindt plaats door direct contact met besmette dieren25. Het merendeel van de infecties ontstaat door het eten van besmet voedsel. Risicogroepen 8
Direct contact met dieren kan besmetting veroorzaken. Mest van geïnfecteerde dieren besmet de omgeving maar of via deze route ook mensen geïnfecteerd kunnen worden, is niet duidelijk. Ziekteverschijnselen bij de mens Ongeveer 1 à 2 dagen (kan zelfs binnen 6 uur) na infectie ontstaat een acute darmontsteking, die gepaard gaat met koorts, heftige diarree en buikkrampen. In 3 tot 5 % van de gevallen kunnen complicaties ontstaan, zoals longontstekingen, gewrichtsontstekingen, abcessen in allerlei organen, nierfalen, sepsis (bloedvergiftiging) en shock. ACARIASIS De Dermanyssus gallinae (vogelmijt, ook wel bloedluis of kippenbloedmijt genoemd) leeft in de directe nabijheid van vogels26. De mijt kan een persoon bijten en vormen dus een probleem voor mensen die in aanraking komen met kippen. Prevalentie binnen slachthuizen Er is geen data bekend over het aantal aangedane personen in de kippenindustrie. Wel is bekend dat er grote hoeveelheden mijten gevonden zijn op vogelkooien en transportbanden in legbatterijen in Frankrijk.27 Transmissieroutes Door nauw contact met geïnfecteerde dieren. De vogelmijt komt van een vogel op de mens via dakafschot, ventilatieroosters of airco25. Risicogroepen Doordat de mijt vooral verspreid wordt door nauw contact met een dier kan verondersteld worden dat kippenplukkers het meeste risico lopen. Ziekteverschijnselen bij de mens Jeuk en huiduitslag. Bij allergische reactie blaartjes en/of eczeemachtige uitslag.25 E.COLI Voor de aanwezigheid van de H0157 stam moet gewaakt worden, maar daar is de kip niet de grootste verspreider van.5 Het is de endotoxine LPS die de ziekteverschijnselen veroorzaakt.3 Prevalentie E.coli is een commensaal van de kip en is dus in principe in elk slachthuis aanwezig (Dai et al). Transmissieroutes De transmissieroute is via het uitgescheiden LPS van de commensale e.coli. Dit wordt door de kip via het feces uitgescheiden. Bij slechte ventilatie komt het in de lucht, waardoor het in de longen van de medewerkers terecht komt.3 Risicogroepen Alle medewerkers die zich in de werkruimte bevinden zijn at risk. Er is geen literatuur gevonden of schoonmaakpersoneel, waarvan verwacht mag worden dat ze meer in contact staan met feces, meer klachten hebben. Ziekteverschijnselen bij de mens Droge hoest, productieve hoest en kortademigheid zijn symptomen die voorkomen door contact met deze agentia. Een benauwd gevoel had wel een statistisch vaker voorkomen, maar niet significant5. 9
NEWCASTLE DISEASE Newcastle Disease is een ziekte die wordt veroorzaakt door een paramyxovirus, een enkelstrengs RNA-virus. Het heeft grote epidemische mogelijkheden en is daardoor een gevreesde aandoening binnen de kippenindustrie. De kippen krijgen diarree, respiratoire en neurologische verschijnselen en misvormde eieren. Er is geen medicijn tegen de ziekte; vaccinatie en hygiënische maatregelen blijken wel uitkomst te bieden10. Prevalentie Bij een uitbraak zijn er afhankelijk van de grootte van de kudde per kudde 10 tot 79 kippen besmet met het Newcastle virus11. Individuen die besmet zijn in een gezonde populatie zijn er waarschijnlijk niet, vanwege de grote virulentie van het virus. Hier hebben we echter geen informatie over kunnen vinden. Transmissieroutes Contact van besmette monsters (orgaanspetters, feces en aerosolen) met het oog (Nelson et al). Ook kan het virus in de lucht worden aangetoond als er besmette kippen in de stal rondlopen.9 Risicogroepen De mensen die aan de uithaalband werken (eviscerating line, plek waar de organen worden verwijderd) zijn de grootste risicogroep en dan voornamelijk mannen9. Ziekteverschijnselen bij de mens Symptomen bij besmetting zijn: unilaterale conjunctivitis zonder dat de cornea erbij betrokken is, atelectase, pre-auriculaire adenitis9. Ook kan er een pneumo-encephalitis optreden, wat inhoudt dat een patiënt tremor, ophistotonus (verminderde flexie hoofd) en paralyse ondervindt. SCHIMMELS De meest voorkomende schimmels in slachthuizen zijn Aspergillus Fumigatus, Penicillinum en Mucor6. Prevalentie Deze worden gevonden in slachtafval6 en in de lucht7 en in het kippenvoer8 .Bij de laatste werd ook nog Fusarium in grootte mate aangetroffen. De mycotoxines die deze schimmels uitscheiden zijn echter de pathologische agens. Transmissieroutes De schimmels verspreiden hun mycotoxines voornamelijk in het voer en de uitwerpselen van de kippen. In het voer zitten niet dusdanige hoeveelheden die de mens ziek kunnen maken10 . Risicogroepen Over mogelijke risicogroepen hebben we geen informatie kunnen vinden. Wel is bekend dat mensen met een verminderde weerstand vatbaar zijn voor schimmelinfecties.
Tabel 1.1 *Een beschrijving van de genoemde mycotoxines kan gevonden worden in bijlage 1. ** Zeldzame aandoening, vaak bij immuno-gecompromitteerde patiënten. Veroorzaakt opportunistische ontstekingen in het gezicht en de oropharyngeus. (MeSH: mucormycosis, wikipedia)
10
Beoordeling van de artikelen
Aspergillus
Penicillinum
Mycotoxines * Aflatoxine B113 Ochratoxine A12 Zearalenone15
Transmissieroute Voedsel, slachtafval en stofdeeltjes6,1
Ochratoxine A14
Voedsel, slachtafval en stofdeeltjes6,1
3
3
Mucor
Risico’s voor de mens Leverkanker, huidlaesies en ulceraties18
Geen informatie over kunnen vinden
Voedsel, slachtafval en stofdeeltjes6,1 3,8
11
Nefrotoxiciteit, hepatotoxisch en carcinogeen18
Mucormycosis18 **
Artikel
Soort Artikel
Beschrijving
Beoordeling
Skorska et al.
Empirisch onderzoek
+
Netto et al.
Empirisch onderzoek
Rylander et al. 2005
Empirisch onderzoek
Dai et al.
Celbiologisc he analyse
Schets et al.
Beschouwin g
Beschrijft dat er in de longen van medewerkers van broedplaatsen 3x meer e.coli zit dan in controle groep. De controlegroep bestond uit kantoorperson eel. Beschrijft dat er geen statistisch bewijs is dat kippenslachters een grotere kans hebben op virus-induced kanker Beschrijft dat door bacteriële endotoxines van e.coli en beta-D-glucaan uit de celwand van schimmels respiratoire klachten ontstaan. Beschrijft dat de e.coli een commensaal is van de kip Voorkomen van e.coli O157 in Nederland.
Skrinjar et al.
Empirisch onderzoek
++
Vissienon T.
Alleen abstract
Beschrijft de meest voorkomende schimmels in de kippenindustrie bij het testen van het slachtafval Beschrijft de gevonden soorten schimmel in 12 kippenstallen
Beschrijving beoordeling Voldoet aan de criteria
+/-
Bespreekt voornamelijk de lange termijn gezondheidsg evaren.
+
Voldoet aan de criteria
+/-
Beschrijft voornamelijk de kip, en niet de industrie Beschrijft voornamelijk e.coli. De kip wordt tussendoor wel genoemd. Beschrijft agens, industrie en transmissiero ute.
+/-
+/-
Alleen abstract beschikbaar. Wel goede beschrijving van de mogelijke agentia
Discussie Het blijkt dat medewerkers in de kippenketen aan verschillende, potentieel gevaarlijke, biologische agentia blootstaan. Uit ons onderzoek komt naar voren dat er in de kippenketen veel bronnen van infecties bestaan. De ziekteverschijnselen bij de verschillende pathogenen lopen zeer uiteen, zo komt naast onschuldige diarree ook progressieve longontsteking voor. Ook is er een grotere blootstelling aan LPS, de schadelijke endotoxine die door e.coli wordt geproduceerd. Dit review heeft maar een aantal biologische agentia onder de loep genomen. Er zijn nog tal van andere ziekmakers. We hebben getracht de voornaamste te belichten. Er zijn nog tientallen schimmels die kunnen aangetroffen worden in de industrie7. Verder wordt ook Listeriose vaak aangetroffen, maar waren die niet van belang voor ons onderzoek, omdat deze de werknemer niet ziek maakt*. Ook hebben wij kunnen vinden dat er geen verhoogde kans is op virus-geïnduceerde kanker bij werknemers in de kippenindustrie2 Omdat wij geen empirisch onderzoek voor onze paper hebben gebruikt waren wij afhankelijk van de beschikbare literatuur over dit onderwerp. Wij hebben zeer veel artikelen bestudeerd en hebben hierdoor veel kennis opgedaan over zoönosen . De achtergrondinformatie over de mogelijke infecties hebben wij dus nauwkeurig kunnen formuleren. Verder hebben wij bij een aantal van de gebruikte onderzoeken kritisch naar de onderzoeksmethode gekeken en de minpunten ervan opgeschreven. Het was jammer dat wij weinig artikelen konden vinden die specifiek onze onderzoeksvragen konden beantwoorden. Wij hadden gedacht dat ons onderwerp in de belangstelling zou staan in de wetenschappelijke wereld vanwege de maatschappelijke relevantie ervan. Waarschijnlijk ligt dit gebrek aan de lage mortaliteit van de mogelijke agentia. Doordat wij ook niet de mogelijkheid hadden om zelf onderzoek uit te voeren voor het verkrijgen van ontbrekende gegevens , is ons onderzoek voor verbetering vatbaar. Door zelf onderzoek uit te voeren kunnen er bij specifiek personen specifieke agentia worden onderzocht. De gegevens van dit onderzoek kunnen dan vervolgens gebruikt worden om risicoanalyses te maken en voorzorgsmaatregelen te treffen. Uit meerdere artikelen bleek dat een goede ventilatie en hygiëne er voor zorgen dat de blootstelling aan mogelijke agentia verminderd wordt. Van hieruit kunnen wij dus ook aanbevelen om deze voorzorgen zo hoog mogelijk in het vaandel te nemen teneinde de gezondheidsrisico’s te beperken
*Molecular epidemiological survey of Listeria monocytogenes in broilers and poultry products L.M. Rørvik , B. Aase , T. Alvestad and D.A. Caugant (niet opgenomen in bronnenlijst)
13
Bronnen 1) Czeslawa Skorska, Barbara Mackiewicz, Marcin Golec, Grazyna Cholewa, Health effects of exposure to organic dust in workers of a modern hatchery. Department of Occupational Biohazards, Institute of Agricultural Medicine, Lublin, Poland . Ann Agric Environ Med 2007, 14, 341-345
2)
Netto GF, Johnson ES. Mortality in workers in poultry slaughtering/processing plants: the Missouri poultry cohort study. Tulane University School of Public Health and Tropical Medicine, New Orleans, LA 70112, USA. Occup Environ Med. 2003 Oct;60(10):784-8.
3) Rylander R, Carvalheiro MF: Airways inflammation among workers in poultry houses. Int Arch Occup Environ Health 2005, 79, 487-490. 4) Dai L, Lu LM, Wu CM, Li BB, Huang SY, Wang SC, Qi YH, Shen JZ. Characterization of antimicrobial resistance among Escherichia coli isolates from chickens in China between 2001 and 2006. National Center for Veterinary Drug Safety Evaluation, College of Veterinary Medicine, China Agricultural University, Beijing, China. FEMS Microbiol Lett. 2008 Sep;286(2):178-83. Epub 2008 Aug 1 5) F.M. Schets , A.M. de Roda Husman , J.F.M. Versteegh Onderzoek naar E. coli O157 in Nederlands drinkwater Microbiologisch Laboratorium voor Gezondheidsbescherming (MGB) RIVM, Bilthoven. Infectieziekten bulletin jaargang 13 nummer 9 Blz. 353-356 6) Skrinjar M, Ristić M, Grbić Z. Contamination of broiler chicken's mash and litter with moulds, aflatoxins, ochratoxin A and zearalenone. Faculty of Technology, University of Novi Sad, Yugoslavia. Acta Vet Hung. 1995;43(1):117-24 7) Vissienon T. Fungal flora in chicken stalls and its etiopathogenic importance for humans and animals. Berl Munch Tierarztl Wochenschr. 1999 Mar;112(3):104-7. 8) Labuda R, Tancinová D. Fungi recovered from Slovakian poultry feed mixtures and their toxinogenity. Microbiology Department, Faculty of Biotechnology and Food Sciences, Slovak University of Agriculture, Tr. A. Hlinku 2, 949 76 Nitra, Slovak Republic.
[email protected] Ann Agric Environ Med. 2006;13(2):193-200
14
9) Guan J, Chan M, Ma B, Grenier C, Wilkie DC, Pasick J, Brooks BW, Spencer JL. Development of methods for detection and quantification of avian influenza and Newcastle disease viruses in compost by real-time reverse transcription polymerase chain reaction and virus isolation. Canadian Food Inspection Agency, 3851 Fallowfield Road, Nepean, Ontario, Canada, K2H 8P9.
[email protected]. Poult Sci. 2008 May;87(5):838-43 10) Nelson CB, Pomeroy BS, Schrall K, Park WE, Lindeman RJ. (1952). An outbreak of conjunctivitis due to Newcastle disease virus (NDV) occurring in poultry workers. Am J Public Health 42(6):672–8. 11) Sharon K. Hietala,1 Pamela J. Hullinger, Beate M. Crossley, Hailu Kinde, Alex A. Ardans Environmental air sampling to detect exotic Newcastle disease virus in two California commercial poultry flocks Sharon K. Hietala,1 Pamela J. Hullinger, Beate M. Crossley, Hailu Kinde, Alex A. Ardans J Vet Diagn Invest 17:198–200 (2005) 12) Riba A, Mokrane S, Mathieu F, Lebrihi A, Sabaou N. Mycoflora and ochratoxin A producing strains of Aspergillus in Algerian wheat. Int J Food Microbiol. 2008 Feb 29;122(1-2):85-92. Epub 2007 Nov 29. 13) van den Broek P, Pittet A, Hajjaj H. Aflatoxin genes and the aflatoxigenic potential of Koji moulds. Appl Microbiol Biotechnol. 2001 Oct;57(1-2):192-9 14) Rosa CA, Ribeiro JM, Fraga MJ, Gatti M, Cavaglieri LR, Magnoli CE, Dalcero AM, Lopes CW, Mycoflora of poultry feeds and ochratoxin-producing ability of isolated Aspergillus and Penicillium species. Departamento de Microbiologia e Imunología Veterinária, Universidade Federal Rural do Rio de Janeiro, Instituto de Veterinária, Rio de Janeiro 23890-000, Brazil Vet Microbiol. 2006 Mar 10;113(1-2):89-96. Epub 2005 Nov 23
15) Mahmoud AL Toxigenic fungi and mycotoxin content in poultry feedstuff ingredients. Botany Department, Faculty of Science, Assiut University, Egypt. J Basic Microbiol. 1993;33(2):101-4
16) Paul M. Newberne Mycotoxins: Toxicity, Carcinogenicity, and the Influence of Various Nutritional Conditions. Environmental Health Perspectives, Vol. 9, (Dec., 1974), pp. 1-32 17) www.knowmycotoxins.com 18) www.wikipedia.org 19) Gambotto A, Barratt-Boyes SM, de Jong M, Neumann G, Kawaoka Y. Human infection with highly pathogenic H5N1 influenza virus. The lancet 2008; 371:1464-75.
15
20) Thanh TT, van Doorn HR, de Jong MD. Human H5N1 influenza: Current insight into pathogenesis. Int J Biochem Cell Biol 2008; 519:1-4. 21) Koopmans M, Wilbrink B, Conyn M et al. Transmission of H7N7 avian influenza A virus to human beings during a large outbreak in commercial poultry farms in the Netherlands. The lancet 2004; 363:587-93. 22) Swayne DE, Beck JR. Experimental study to determine if low-pathogenicity and highpathogenicity avian influenza viruses can be present in chicken breast and thigh meat following intranasal virus inoculation. Avian diseases 2005; 49:81-85. 23) Jozwiak A, Reichart O, Laczay P. The occurrence of Campylobacter species in Hungarian Broiler Chickens from Farm to Slaughter. J. Vet. Med. 2006; 53: 291-94. 24) Bouwknegt M, van de Giessen A.W, Dam-Deisz W.D.C, Havelaar A.H, Nagelkerke N.J.D, Henken A.M. Risk factors for the presence of Campylobacter spp. In dutch broiler flocks. J.prevetmed 2003; 62:35-49. 25) Ter Horst M. Dieren bron van talloze ziektes. Boerderij 2006; 31:6-8. 26) RIVM. Acariasis. http://www.rivm.nl/cib/infectieziekten-A-Z/infectieziekten/acariasis. Okt. 1997. 27) Chauve C. The poultry red mite Dermanyssus gallinae (De Geer, 1778): current situation and future prospects for control. Veterinary Parasitology 1998; 79:239-45. 28) Arsenault J, Letellier A, Quessy S, Normand V, Boulianne M. Prevalence and risk factors for Salmonella spp. And Campylobacter spp. Caecal colonization in broiler chicken and turkey flocks slaughtered in Quebec, Canada. Preventive veterinary Medicine 2007; 81: 250-64.
16
Appendix 1 Aflatoxine Dit is een mycotoxine dat in schimmel voorkomt die goed groeit op warme en natte plekken. Hoewel ze op koude plekken minder voorkomen, moet speciaal opgelet worden bij voedsel van een warme plek die is getransporteerd naar een koude plek. (19) Aflatoxine is hepatotoxisch en carcinogeen voor de kip en de mens. Ook is het teratogeen, mutageen en kan zogen voor immunosurpressie. (20) Ochratoxine A Een mycotoxine dat voornamelijk voorkomt in opslagproducten en kan in verschillende klimaten voorkomen. Ochratoxine veroorzaakt nefropathie en leververvetting. Het heeft de capaciteit om voor een epidemie te zorgen. Zearalenone Een mycotoxine dat vaak gevonden wordt op granen. Zearalenone is alleen in zeer hoge doses gevaarlijk, omdat het dan een oestrogeen effect heeft en er reproductieve stoornissen kunnen optreden. Bron: www.knowmycotoxins.com Appendix 2
H5N1
Ziekte Vogelgriep
Transmissie Direct contact, feces
Ziekteverschijnselen symptomen van koorts, hoesten en kortademigheid19. Naast deze symptomen bestaan er ook gastro-intestinale symptomen zoals diarree, braken en abdominale pijn20. In ernstige gevallen kan er een progressieve longontsteking en nierfalen ontstaan20.
Campylobacter
Diarree
Water, voedsel, direct contact en feces
acute waterige en soms bloederige diarree met hevige buikkrampen en koorts 25
Salmonella
acute darmontsteking, die gepaard gaat met koorts, heftige diarree en buikkrampen. In 3 tot 5 % van de gevallen kunnen complicaties ontstaan, zoals longontstekingen,
Salmonellose
17
Acariasis
Schurft
Door nauw contact met geïnfecteerde dieren via dakafschot, ventilatieroosters of airco25
E.Coli
Longproblematiek
LPS via feces
Newcastle Disease Virus
Newcastle Disease
Contact besmette monsters en lucht
Voor schimmels; zie de tabel van schimmels
18
gewrichtsontstekingen, abcessen in allerlei organen, nierfalen, sepsis (bloedvergiftiging) en shock Jeuk en huiduitslag. Bij allergische reactie blaartjes en/of eczeemachtige uitslag25 Droge hoest, productieve hoest en kortademigheid unilaterale Conjunctivitis zonder dat de Cornea erbij betrokken is, atelectase, preauriculaire adenitis Ook kan er een pneumoencephalitis optreden