Bijlagenboek Regionaal Transitiearrangement Jeugd Haaglanden Haaglanden, 30 oktober 2013 GH28/002
Inhoud
Bijlage I: Checklist TSJ
3
Bijlage II zorgvormen
4
Bijlage III Overzicht innovatie mogelijkheden volgens aanbieders
5
Bijlage IV Analyse inkoopcontracten zorgverzekeraars
8
Bijlage V Financiële analyse verschil meicirculaire vs gegevensuitvraag 1.1 Onzekerheden in de meicirculaire 1.2 Update meicirculaire 1.3 Onzekerheden in de gegevensuitvraag Haaglanden 1.4 Samengevat 1.5 Verdere toetsing gegevensuitvraag november en december 2013
9 9 10 11 12 12
Bijlage VI Eerste vingeroefening frictiekosten
14
Bijlage VII Operationaliseren van de innovatiemogelijkheden
16
Bijlage VIII Afspraken 26 juni 9 samenwerkende gemeenten Haaglanden
21
Bijlage IX Materiaal transitiearrangement
23
Bijlage X: Partners RTA
26
Bijlage XII Overzicht instellingen Twaalf preferente gesprekspartners Overige instellingen
29 29 29
Bijlage I: Checklist TSJ
- - -
--
Bijlage II zorgvormen De zorgvormen waar dit arrangement op van toepassing is, zijn:
Financieringsbron Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ
Zorgvorm Ambulant (jeugdhulp) Dagbehandeling/dagbesteding Open Residentieel Pleegzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering Gesloten residentieel (Jeugdzorgplus) Spoedeisende zorg (Crisis) Overig Diagnostiek Behandeling kort Crisis Behandeling 0-800 min Behandeling 800-3000 min Behandeling 3000-… min Verblijf (incl kapitaalslasten) Overige prestaties GGZ ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) GGZ- dagbesteding/dagbehandeling GGZ- Kortdurend verblijf/logeren GGZ- Overig L(V)G & ZG ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) L(V)G & ZG- dagbesteding/dagbehandeling L(V)G & ZG Kortdurend verblijf/logeren L(V)G & ZG- Overig
Bijlage III Overzicht innovatie mogelijkheden volgens aanbieders Beleidsdoel
Operationalisering
Concretisering
Wat willen we
Welke activiteit hoort daarbij?
Concrete afspraken bij
bereiken? 1
activiteiten?
Andere verhouding
Verbetering van de vraagverheldering;
Minder professionals
van
integrale vraag moet leiden tot een
Goedkopere professionals
formele/informele
effectievere inzet van informeel en
Expliciteren van
zorg
formeel
verhoudingscijfer of minimale inzet van informeel dat moet leiden tot kostenreductie
2
Bestaande professionals die in contact
Hogere kwaliteit: gemiddelde
staan met kinderen krijgen
trajectprijs daalt vanwege
deskundigheidsbevordering (train-de-
kortere of efficiëntere trajecten
trainer). 3
Deskundigheidsbevordering van
Reductie aantal FTE
vrijwilligers/ouders /kdv waardoor het aantal specialistische professionals kan afnemen. 4
Mixed teams (JB/JR specialisten) in het
Gemiddelde trajectprijs (en
reguliere proces waardoor aantal OTS-en
trajectduur) daalt
kan afnemen (budgetkorting) 5
Integrale zorg door
Reduceer de indirecte tijd door
samenvoeging van
vereenvoudigde processen voor:
werkprocessen
doorverwijzing (aansluiten van
Lagere uitvoeringskosten
systemen), zorgcoördinatie, nazorg 6
Betere en integrale
Integrale diagnose
Procesoptimalisatie: minder
diagnose waardoor
uitvoeringskosten
sneller de juiste
Minder trajecten, minder fte’s
zorg wordt ingezet 7
Diagnostiek overnemen i.p.v. overdoen
Procesoptimalisatie: minder uitvoeringskosten
8
Inzetten diagnostiek zonder klantsysteem over te nemen (de waag, wat wordt hier bedoeld arie?)
Beleidsdoel
Operationalisering
Concretisering
Wat willen we
Welke activiteit hoort daarbij?
Concrete afspraken bij
bereiken? 9
activiteiten? Samenwerking tussen professionals: ‘matched care’ GGZ vroegtijdig betrekken in zorgproces; geen medische inhoud delen maar wel overleg bij complexe gevallen LVB vroegtijdig betrekken in zorgproces Preferred providers: een vaste pool van instellingen of vrijgevestigden waarnaar de huisarts kan doorverwijzen
10
Zorg effectief
Meer intensieve ambulante trajecten
Kortere trajectduur, minder
dichtbij de cliënt
i.p.v. uithuisplaatsingen (pleegzorg en
overhead
organiseren
residentieel)
11
Meer kinderen voor gesloten jeugdzorg
Goedkopere trajecten
binnen de regio plaatsen 12
Verbinding onderwijs: doel van de jeugdzorg wordt bepaald door het onderwijs. Zorgtraject draagt bij aan de doelstellingen om onderwijs af te ronden (vraagt iets van de hulpverlener) Goed onderwijs van groot belang voor reintegratie
13
Pleeghuizen vervangen door
(=> aantal en financiele
pleeggezinnen en pleeggezinnen “plus”
taakstelling)
die moeilijke kinderen in de eigen thuissituatie opvangen 14
Betere toegang zorg
Minder cq stroomlijning van loketten
Minder FTE’s, eventueel wel
voor vroegtijdig,
duurdere mensen, zodat juiste
snelle en juiste hulp
hulp sneller in beeld komt Minder gebouwen
15
Betere toegang zorg
Minder cq stroomlijning van loketten
Minder FTE’s, eventueel wel
voor vroegtijdig,
duurdere mensen, zodat juiste
snelle en juiste hulp
hulp sneller in beeld komt Minder gebouwen
16
Digitalisering van de toegangsfunctie
Minder uitvoeringskosten
17
Scherpe triage, zodat duidelijk wordt wie
Minder uitvoeringskosten
verantwoordelijk is voor hulp/begeleiding van de jongere
Beleidsdoel
Operationalisering
Concretisering
Wat willen we
Welke activiteit hoort daarbij?
Concrete afspraken bij
bereiken? 18
activiteiten?
Vroegtijdige
Trajecten zijn niet langer dan
Kortere trajecten
ondersteuning kan
noodzakelijk
Minder stapeling van
een onnodig beroep
trajecten
op gespecialiseerde zorg voorkomen 19
20% van de vragen wordt doorverwezen naar de algemene voorzieningen
Bijlage IV Analyse inkoopcontracten zorgverzekeraars Om een inhoudelijke afweging te kunnen maken of een intensieve samenwerking met de zorgverzekeraars cq de zorgkantoren nuttig is, hieronder een overzicht van de uitgangspunten in de inkoopcontracten van de zorgverzekeraars. Op het eerste oog komen deze overeen met de uitgangspunten zoals geformuleerd door de samenwerkende gemeenten in Haaglanden.
Speerpunten Cliëntgerichtheid en familiebeleid. Transparantie: effectmeting en benchmarking, ontwikkeling en implementatie van zorgprogrammering en zorgpaden, hanteren richtlijnen ggz, medische psychologie. Doelmatige zorg: afbouw klinische capaciteit, ambulantisering, protocollering, prijs- en tariefkortingen, een effectieve inzet van capaciteit )arbeidsbesparende technologie, gericht op grotere caseload per hulpverlener) en (F)ACT. Versterking eerste lijn / introductie generalistische basis GGZ: De rol van huisarts als poortwachter wordt versterkt. Waar nodig wordt een cliënt ofwel doorverwezen naar de generalistische GGZ voor de eenvoudige tot matige problematiek, ofwel naar de specialistische GGZ voor de meer complexe problematiek. Doelstelling is dat (minimaal) 20% minder patiënten in de specialistische GGZ behandeld hoeven te worden en terecht zouden moeten kunnen in de basis GGZ. Meer sturing op benchmarking In het belang van de transparantie van prestaties is er één taal voor kwaliteit en moeten uitkomsten onderling vergelijkbaar te zijn. Meetgegevens worden doorgegeven aan Stichting Benchmark GGZ (SBG) Zorgpaden helder formuleren Het is noodzakelijk dat bij prestatiebekostiging (lees DBC-bekostiging) de instelling voor alle stoornissen die de instelling behandelt, zorgpaden heeft ontwikkeld en geïmplementeerd Inzet e-health CZ zorgkantoren wil zorgaanbieders stimuleren na te denken over de mogelijkheden om e-health toe te passen in de AWBZ. Uitgangspunt is dat door middel van e-health cliënten aantoonbaar langer, eventueel met steun van het eigen systeem, thuis kunnen (blijven) wonen. Of dat bij re-integratie in de maatschappij e-health toepassingen ervoor kunnen zorgen dat een crisissituatie of heropname kan worden voorkomen. CZ zorgkantoren wil in het kader van innovatie zorgaanbieders graag uitnodigen om te denken over toepassingen die gebruikt kunnen worden om bovenstaande doelstellingen te halen.
Bijlage V Financiële analyse verschil meicirculaire vs gegevensuitvraag Uit de gegevensuitvraag voor het Regionaal Transitiearrangement Jeugd blijkt dat het budget dat zorginstellingen nu ter beschikking hebben 29% (€59 miljoen), hoger is dan het budget dat opgegeven wordt in de meicirculaire 2013. Dit vraagt om een nadere toelichting van de cijfers, met bijzondere aandacht voor onzekerheden in de cijfers van zowel de meicirculaire als de gegevensuitvraag en de verschillen daartussen. 1.1
Onzekerheden in de meicirculaire Onzekerheid over het kortingspercentage In principe wordt zorg voor de jeugd overgeheveld met een korting van 4% in 2015. In de praktijk is er echter een stapeling van maatregelen, die ervoor zorgt dat de korting in werkelijkheid hoger is. De VNG heeft berekend dat de korting 6,8% is, wat neerkomt op een korting van €15 miljoen in plaats van €8,6 miljoen. Als we het huidige bedrag dat omgaat in jeugdzorg schatten aan de hand van de meicirculaire, is het resultaat afhankelijk van het percentage. Als een hoger kortingspercentage is toegepast, is het huidige bedrag, dat op dit moment omgaat in jeugdzorg, immers hoger dan op basis van een korting van 4% verwacht zou mogen worden. De resulterende bedragen met verschillende kortingspercentages zijn samengevat in onderstaande tabel. Bedrag Meicirculaire Bedrag op basis van meicirculaire en 4% korting Bedrag op basis van meicirculaire en 6,8% korting
€205,6 miljoen €214,2 miljoen €220,6 miljoen
Op basis van de meicirculaire en een korting van 6,8% op jeugdzorg zou met dus een bedrag van 220,6 miljoen verwachten. Andere onzekerheden De budgetten in de meicirculaire zijn niet de definitieve budgetten. De Algemene Rekenkamer heeft al gesignaleerd dan in de berekening op een aantal punten is afgeweken van de afgesproken rekenregels.1 Dit gaat zowel om de beschikbare basisgegevens die gebruikt zijn om de huidige omzet te bepalen als om de extrapolatie naar 2015. Wij zullen hier ingaan op de onzekerheden in de basisgegevens. De belangrijkste punten waarop afgeweken is van de rekenregels worden hier toegelicht per huidige financieringsstroom. Begrotingsgelden Er zit een capaciteitsreductie ingebouwd in de berekening voor jeugdzorgplus die niet voldoende gemotiveerd is. Daarnaast moet er nog verdere besluitvorming plaatsvinden over compensatie voor bijvoorbeeld weglek als gevolg van AWBZ-maatregelen. In totaal
1 Algemene Rekenkamer, Budget decentralisatie jeugdzorg: toets
op de berekening (2013)
is er nog onzekerheid over een bedrag van €60 miljoen in het landelijke budget, wat voor de regio Haaglanden een onzekerheid van ongeveer € 3,7 miljoen betekent.
Zorgverzekeringswet Voor de zorgverzekeringswet is een aantal aannames gedaan, dat samen leidt tot een grote onzekerheid in het totaalbedrag. De volgende stappen in de berekening leveren een verschil op met de werkelijke uitgaven. Voor de zorgverzekeringswet is berekening gedaan op basis productieafspraken 2012 en niet op basis van de realisatie. Het niet duidelijk of de compensatie voor de nieuwe bekostiging via DBC’s meegenomen is in de berekening. Uit de gegevensuitvraag blijkt dat dit soms meer dan 10% van de omzet van instellingen betreft. Om het aandeel jeugdigen in het zorggebruik te bepalen zijn veronderstellingen gebruikt die volgens de Algemene Rekenkamer onvoldoende onderbouwd zijn. Hierover zijn extra gegevens opgevraagd, die de uitkomst nog kunnen beïnvloeden. Het aandeel jeugd in de kosten voor eerstelijns psychologen is nog onbekend. De onzekerheid voor deze posten samen wordt door de Algemene Rekenkamer geschat op maximaal €657 miljoen. Uitgaande van de 6% van het landelijke budget dat beschikbaar is voor de regio Haaglanden, betekent dit een onzekerheid van €40,3 miljoen op het totale bedrag. In het zorgakkoord afgesproken meer geld voor ggz over te hevelen. Dit is afgesproken na het bepalen van de budgetten van de meicirculaire, waardoor de budgetten nog toe zullen nemen.
AWBZ In de berekening voor het bedrag dat overgeheveld wordt naar de AWBZ zit een groot aantal onzekerheden. Daarnaast staan er fouten in de berekening, en is niet duidelijk in hoeverre andere bezuinigingen op de AWBZ (PGB-maatregel, schrappen functie vervoer, korting op begeleiding) ook gelden voor de Jeugdwet en meegenomen zijn in de berekening. Verder zijn de volgende zaken van belang: De berekening is gedaan op basis van PGB-aanspraken en productieafspraken 2012, niet op basis van de realisatie. Bovendien zijn ze gebaseerd op slechts 7 van de 22 zorgkantoren. Om het aandeel jeugdigen in het zorggebruik te bepalen zijn aannames gebruikt waarvan de Algemene Rekenkamer aangeeft dat ze aanzienlijke onzekerheden met zich meebrengen. Ook in de berekening voor Zorg in Natura zijn sterke aannames gebruik. Er is een verkeerde leeftijdsgrens gebruikt, waardoor het bedrag landelijk €59,1 miljoen lager uit zal komen dan nu in de meicirculaire staat. De Algemene Rekenkamer kan niet schatten hoe groot de onzekerheid is die veroorzaakt wordt door deze aannames en extrapolaties. In totaal gaat het om een bedrag van €1263 miljoen voor de AWBZ. Als we dit extrapoleren naar wat dit zou betekenen voor de regio Haaglanden, betekent dit een onzekerheid van €77,5 miljoen.
1.2
Update meicirculaire Gezien de grote onzekerheden in de budgetten, die niet alleen door de Algemene Rekenkamer, maar ook door het overgrote deel van de jeugdzorgregio’s aangekaart zijn
bij VWS, heeft de Staatssecretaris toegezegd in december een update van de bedragen van de meicirculaire 2013 naar buiten te brengen. De budgetten worden pas definitief met de meicirculaire van 2014. 1.3
Onzekerheden in de gegevensuitvraag Haaglanden De gegevensuitvraag was voor veel instellingen een uitdaging, aangezien naar gegevens gevraagd werd op een manier waar de administratieve systemen niet op berekend waren. Daarnaast leverden de verschillende bekostigingssystematieken problemen op in de uitvraag. Woonplaatsbeginsel De gemeente die verantwoordelijk is voor een jeugdige is niet altijd goed te bepalen. Volgens het woonplaatsbeginsel is het adres van de gezagdragende ouder leidend. Bij gescheiden ouders, of ouders die regelmatig verhuizen, heeft de instelling dit adres echter niet altijd correct geregistreerd. Bij residentiële instellingen wordt de jeugdige bovendien op het adres van de instelling ingeschreven, dus geeft de GBA geen uitsluitsel. Het is dus mogelijk dat jeugdigen uit andere gemeenten zijn opgenomen in de gegevensuitvraag. Op dezelfde manier zullen echter ook Haaglandse jeugdigen in de systemen geregistreerd zijn onder een andere gemeente. Bij provinciale jeugdzorg wordt dit probleem onderkend en door provincies onderling opgevangen met de afspraak dat het bedrag niet boven de 10% van het totale budget mag komen. In de praktijk is de onzekerheid lager, aangezien de missende Haaglandse jeugdigen en de extra andere jeugdigen elkaar deels zullen opheffen. Naar verwachting levert dit een onzekerheid van maximaal 5% op, oftewel €13,2 miljoen. Leeftijd Op dit moment loopt de jeugdzorg tot 23 jaar. Onder de nieuwe Jeugdwet vallen alleen jeugdigen tot 18 jaar. Hoewel dit uitgebreid aangekaart is bij instellingen, is het mogelijk dat in de gegevensuitvraag ook jeugdigen ouder dan 18 zijn opgenomen, waardoor het bedrag hoger uitkomt. Dit is met name van belang voor de provinciale Jeugdzorg, aangezien de andere financieringsvormen deze leeftijdsgrens niet hanteren. Volgens de Startfoto Jeugd betreft 4,5% van de jeugdigen in het jeugdzorgsysteem van Haaglanden de leeftijdsgroep 18-23 jaar, wat op een totaalbedrag van €127,8 miljoen een onzekerheid van €5,8 miljoen betekent. Onderhanden werk en compensatie Verzekerde zorg wordt sinds kort gefinancierd via diagnose-behandelcombinaties (DBC’s). Aangezien instellingen met deze bekostigingssystematiek met name in het jeugddomein minder geld krijgen dan volgens de oude bekostigingssystematiek, worden ze hiervoor de zorgverzekeraars gecompenseerd. Voor de bezuinigingen van instellingen, en dus de frictiekosten, is deze omzet relevant. Deze compensatie is dan ook meegenomen in de gegevensuitvraag, maar het is niet duidelijk of hij al ook meegenomen zou moeten worden in de bedragen voor 2015. Het gaat hier om maximaal 20% van het ZVW-budget, oftewel €13,4 miljoen. Daarnaast wordt een DBC pas afgerekend als hij is afgerond. Een DBC duurt maximaal een jaar, waardoor nog niet alle DBC’s die in 2012 gestart zijn nu afgelopen zijn. In de omzet is hiervoor gecorrigeerd, maar bij de eindafrekening kunnen er nog verschuivingen optreden. Naar verwachting levert dit geen grote veranderingen op, aangezien de gegevensuitvraag redelijk laat in het jaar plaatsvond.
Kapitaalslasten In de intramurale AWBZ worden zorg en kapitaalslasten apart gefinancierd. Zeker bij instellingen die intramurale zorg verlenen aan zowel jeugdigen als volwassenen is niet duidelijk welk deel van de kapitaalslasten aan jeugd toegerekend moet worden. Dit geeft een onzekerheid van naar schatting €2 miljoen. Vrijgevestigden en PGB's Er is geen gegevensuitvraag beschikbaar van alle vrijgevestigden en alle kleine instellingen die AWBZ-zorg leveren via PGB’s. Het bedrag voor vrijgevestigden is geschat aan de hand van het aantal vrijgevestigden. De onzekerheid op dit bedrag is naar schatting 20%, wat neerkomt op €1,2 miljoen. Het bedrag voor PGB’s is gebaseerd op de Vektis-cijfers van 2011. Helaas zijn de cijfers van 2012 nog niet beschikbaar. Wel heeft het zorgkantoor informatie verstrekt over PGB’s van een deel van de regio in 2012. Het bedrag dat hieraan uitgegeven werd, was ongeveer 2/3 van het bedrag wat opgegeven werd door Vektis. Het is echter nog niet duidelijk of het zorgkantoor hierbij het woonplaatsbeginsel correct heeft toegepast. Daarom gaan we uit van een onzekerheid van 1/3 wat neerkomt op €10 miljoen. 1.4
Samengevat Samengevat hebben we te maken met de volgende onzekerheden: Bedrag Meicirculaire Bedrag op basis van de meicirculaire en 4% korting Bedrag op basis van de meicirculaire en 6,8% korting Onzekerheden meicirculaire voor Haaglanden (excl. AWBZ) Onzekerheden begrotingsgelden: €3,7 miljoen Onzekerheden zorgverzekeringswet: €40,3 miljoen Verkeerde leeftijdsgrens AWBZ: - €3,6 miljoen
€205,6 miljoen €214,2 miljoen €220,6 miljoen €40,4 miljoen
Onzekerheid AWBZ
€77,5 miljoen
Huidig bedrag volgens uitvraag Onzekerheden in uitvraag Woonplaatsbeginsel: €13,2 miljoen Leeftijd: €5,8 miljoen Compensatie DBC’s: €13,4 miljoen Kapitaalslasten: €2 miljoen Schatting vrijgevestigden: €1,2 miljoen Schatting PGB’s: €10,0 miljoen
€264 miljoen €45,6 miljoen
In beide berekeningen is behoedzaam geraamd: in de meicirculaire is het bedrag zo negatief mogelijk ingeschat voor gemeenten, terwijl er in de gegevensuitvraag voor gekozen is de bedragen voor PGB’s en vrijgevestigden niet te laag in te schatten, en de volledige compensatie voor DBC’s mee te nemen in de berekening. Waar correcties op de meicirculaire het bedrag van de meicirculaire dus hoger zullen maken, zullen correcties op de gegevensuitvraag het bedrag van de gegevensuitvraag juist lager maken. Naar verwachting zullen eind december deze bedragen dus veel dichter bij elkaar liggen. 1.5
Verdere toetsing gegevensuitvraag november en december 2013 De eerste stap in de gegevensuitvraag is voor het Regionaal Transitiearrangement afgerond, maar daarmee is geen einde gekomen aan het proces met de instellingen,
Stadsgewest en zorgverzekeraar. De komende tijd zullen de gegevens nog op verschillende manieren verder getoetst worden. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar de focusinstellingen, die ruim 90% van het budget vertegenwoordigen. Begrotingsgelden De begrotingsgelden zijn al gecontroleerd met behulp van de huidige financier, het Stadsgewest. Het Stadsgewest heeft echter geen beschikking over de leeftijd of woonplaats van de jeugdigen. Daarom wordt de komende tijd met de focusinstellingen een verdiepingsslag gedaan om nogmaals te controleren of er geen jeugdigen van boven de 18 of van buiten Haaglanden in de gegevens verwerkt zitten. Deze verdiepingsslag moet december 2013 afgerond zijn. Zorgverzekeringswet Voor de zorgverzekeringsgelden staat op dit moment een extra toetsing uit bij de zorgverzekeraar DSW. De focusinstellingen hebben expliciet toestemming gegeven voor een precieze toetsing van hun cijfers. Daarnaast kan op deze manier meer informatie verkregen worden over het totale budget van de vrijgevestigden. Het antwoord van de zorgverzekeraar wordt in de loop van november verwacht. Eventuele afwijkingen zullen daarna opgenomen worden met de zorgaanbieders. Daarnaast is de verwachting dat Vektis nog dit jaar met uitgesplitste cijfers (per zorgaanbieder) voor de zorgverzekeringswet en AWBZ zal komen. Hoewel deze cijfers betrekking hebben op 2011, bieden ze wel een extra controle op de gegevensuitvraag. AWBZ Voor de PGB’s heeft het zorgkantoor cijfers voor een deel van de regio aangeleverd, maar zoals eerder opgemerkt, is nog niet duidelijk of het woonplaatsbeginsel hier correct is toegepast. Deze vervolgvraag staat nog uit en komt mogelijk nog in oktober beschikbaar. Ook zal aan het zorgkantoor gevraagd worden de omzet van de AWBZ focusinstellingen te controleren. Naar verwachting is het antwoord op deze vraag in november beschikbaar, waarna eventuele afwijkingen getoetst zullen worden bij de zorgaanbieders. Daarnaast geldt ook voor de AWBZ dat Vektis dit jaar de uitgesplitste cijfers per zorgaanbieder uit 2011 zou moeten leveren en dat deze zullen dienen als een extra controle op de gegevensuitvraag.
Bijlage VI Eerste vingeroefening frictiekosten 1e CONCEPT Zoals eerder in dit document werd aangegeven hebben aanbieders aangegeven dat zij er gezamenlijk voor zorgen dat de frictiekosten 0% zullen zijn, maar zal dat wel een grote inspanning vragen van hen vragen. Personeel In grote lijnen laten de frictiekosten voor de afvloeiing van personeel zich als volgt berekenen. De omvang van het budget voor jeugdzorg in de regio Haaglanden bedraagt circa € 250 miljoen, waarvan circa € 210 miljoen bestaat uit personele kosten. De gemiddelde loonsom bedraagt circa € 70.000 en het gemiddelde bedrag aan afvloeiingskosten per medewerker bedraagt circa € 50.000. Een krimp van 15% van het budget dat beschikbaar is voor personeel, betekent een daling van € 31,5 miljoen (15% van 210 miljoen) dat aan personeel kan worden uitgegeven ofwel een reductie van 450 medewerkers. Daarmee is een bedrag aan frictiekosten gemoeid van in totaal € 22,5 miljoen. Mogelijk dat enkele organisaties nog een flexibele schil aan tijdelijke medewerkers of inhuurcontracten hebben. Deze arbeidscapaciteit zou in mindering van dit bedrag kunnen worden gebracht. Veel organisaties hebben echter de laatste jaren al moeten bezuinigen en hebben deze flexibele schil niet meer beschikbaar. De personele reductie zal geleidelijk plaatsvinden, verspreid over 3 jaren. Het natuurlijk verloop is de laatste jaren sterk gedaald. Dit als gevolg van de economische crisis en sterk toenemende werkloosheid. Het is dus moeilijk het natuurlijk verloop in te schatten. Tevens dient in ogenschouw te worden genomen dat het leeftijdsontslag in deze sector beperkt is. Vastgoed De frictiekosten uit hoofde van het afstoten van vastgoed c.q. afschrijven op vastgoed zijn moeilijker rekenkundig te bepalen. De frictiekosten kunnen per instelling sterk verschillen al naar gelang de zorgvormen die de betreffende zorgaanbieder levert (ambulant versus residentieel), de boekwaarde van het vastgoed en de lokale omstandigheden (zijn gebouwen verkoopbaar of niet, sloopkosten, etc.). De provincie Zuid Holland heeft hiernaar een onderzoek laten doen door KPMG. Voorstel is de uitkomsten van dit onderzoek te gebruiken om een inschatting van de frictiekosten te maken. Omvang totaal budget jeugdzorg regio HL
€ 250,0 miljoen
Waarvan personeel (85%)
€ 212,5 miljoen
Budgetreductie 15% Aantal medewerkers (gemiddelde loonsom 70k) Frictiekosten personeel (50.000 per fte)
€ 31,3 miljoen … …
De frictiekosten kunnen worden beperkt indien sprake is van een geleidelijke ingroei van de bezuinigingen. Tevens kunnen afspraken worden gemaakt dat als werk verschuift van partij, medewerkers dit werk volgen.
Bijlage VII Operationaliseren van de innovatiemogelijkheden 1e CONCEPT, samenwerking tussen gemeenten en aanbieders t.b.v. de innovatieagenda Vijf verbeterpunten in het stelsel In de regio Haaglanden is het vaste voornemen ontstaan, het proces van transitie van de jeugd aan te grijpen om af te rekenen met ergernissen van cliënten over de zorg: te traag, te ondoorzichtig, te veel hulpverleners. We willen de overgang aangrijpen, om de processen zó in te richten dat de hulp daadwerkelijk op maat, op tijd en in wederzijds vertrouwen geboden wordt. Daarvoor zijn er vijf verbeterpunten geformuleerd, met daaraan gekoppeld de verantwoordelijkheden van gemeentes en zorgaanbieders, en is een begin gemaakt met het formuleren van bijbehorende indicatoren. 1. Werken vanuit vertrouwen en nabijheid Vertrouwen is de basis van het hulpverleningsproces. Daarom is er één vast aanspreekpunt, zodat de cliënt/gezin niet iedere keer opnieuw zijn/haar verhaal hoeft te doen en opnieuw moet investeren in een relatie. Het vaste aanspreekpunt is goed bereikbaar voor de cliënt/gezin, en ‘reist’ mee door een traject van hulpverlening. We noemen dit de ‘eerste hulpverlener (ehv). De regie ligt zoveel mogelijk bij het gezin zelf. Wanneer meerdere hulpverleners bij de cliënt/gezin zijn betrokken, werken zij op een eenduidige manier aan het arrangement. De EHVer coördineert, in samenspraak met het gezin, de zorg in het arrangement. De relatie met hulpverleners is wederkerig waarmee zij het gewenste gedrag voorleven, met oog voor de verschillende rollen en daarbij horende verantwoordelijkheden.
1 2
1
Gemeentes zijn verantwoordelijk voor: Het inrichten van de lokale infrastructuur waarbij het ene aanspreekpunt voor de cliënt/ gezin in de werkwijze bij de ondersteuningsvraag ingezet kan worden (ontschotten); Het organiseren van deskundigheidsbevordering en/of andere activiteiten om de attitudeshift van gemeentes op dit punt te bewerkstelligen; Instellingen zijn verantwoordelijk voor: Het organiseren van deskundigheidsbevordering en/of andere activiteiten om de attitudeshift van bestuurders, staf én professionals op de werkvloer op dit punt te bewerkstelligen. Indicatoren: In ieder hulpverleningstraject is een EHver actief. Cliënten/gezinnen zijn tevreden over de regievoering en bereikbaarheid van de EHVer, minimaal 7, EHVer is tevreden over integrale samenwerking met cliënten/gezinnen en andere hulpverleners, minimaal 7 Andere betrokken professionals zijn tevreden over de regievoering en bereikbaarheid van de EHVer, minimaal 7 Alle cijfers oplopend in eerstvolgende jaren tot 8 of hoger
1. Eerlijk en transparant We praten met in plaats van over de cliënt/gezin. We bespreken eerlijk de problemen die we zien en de zorgen die we hebben. Besluiten nemen we zoveel mogelijk samen met de cliënt/gezin. Hiervan wijken we alleen af als de veiligheid van het kind dermate in het geding is dat direct ingrijpen noodzakelijk is. We leggen uit wat we doen en waarom we dat doen. We betrekken de cliënt/gezin bij de opbouw van het dossier.
1 2
1
2 3
Gemeentes zijn verantwoordelijk voor: Het inrichten van de werkwijze in het lokale jeugd- en/of brede sociale domein, zodat besluitvorming transparant is (bijv in gedwongen kader); Het beschikbaar stellen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon en een eenduidige klachtenregeling. Instellingen zijn verantwoordelijk voor: Het organiseren en realiseren van bovenstaande in hun eigen organisatie en in de samenwerking onderling. Zij maken daarbij optimaal gebruik van digitale mogelijkheden als Quli of blogboek; Het vaststellen van het hulpverleningsplan in overeenstemming met het gezin. Het gezin tekent voor akkoord. Per gezin wordt er één integraal plan gemaakt. Het inzichtelijk maken voor de cliënt/gezin wanneer en waartoe multidisciplinair overlegd wordt, en wat er in het dossier is opgenomen; Indicatoren: Eén gezin, één plan; Cliënten/gezinnen zijn tevreden over het hulpverleningsplan; minimaal 7 Het gezin heeft (bij voorkeur digitaal) aantoonbaar toegang tot het eigen dossier in de instelling Cliënten/gezinnen krijgen de mogelijkheid van blogboek of Quli aangeboden: eerste jaar 25%, het tweede jaar 50% en na het derde jaar krijgt elke cliënt dit aanbod 2. Continuïteit van het zorgtraject We streven naar integrale en ononderbroken zorgtrajecten. Dat betekent dat de cliënt/gezin er geen hinder van ondervindt als de zorg door verschillende organisaties wordt geboden. Wanneer de cliënt/gezin volgtijdelijk verschillende vormen van hulp ontvangt, sluiten deze vormen van hulp in tijd op elkaar aan, ook wanneer de cliënt/gezin de leeftijdsgrens van 18 jaar passeert. Er vindt een ‘warme’ overdracht plaats, waarbij de cliënt/gezin en niet het dossier centraal staat. De EHVer blijft ook na het achttiende jaar betrokken tot de hulp is afgerond, of tot er een nieuwe ‘casemanager’ is. Bij residentiële opnames worden overplaatsingen zoveel mogelijk voorkomen.
1
Gemeentes zijn verantwoordelijk voor: Het inrichten van de lokale infrastructuur waarbij de cliënt/gezin centraal staat; Dat betekent dat gezinnen die hulp vragen binnen 2 weken hulp hebben of zijn doorverwezen. Bovendien is de gemeente verantwoordelijk voor het zorgdragen voor soepele aansluiting op de hulpverlening, als het gaat om toeleiding naar de arbeid, scholing en huisvesting. De gemeente kan daar op lokaal niveau convenanten over afsluiten met betrokken partijen. (woningbouw, scholen, arbeidstoeleiding enz) Daarnaast moet daarvoor ook binnen de gemeentelijke diensten worden
samengewerkt.(financiële ontschotting in aansluiting op de ontschotting binnen de hulpverlening).
1
2
3
Instellingen zijn verantwoordelijk voor: Het organiseren en verbeteren van een soepele doorloop en doorstroom zorgtrajecten van cliënten, enerzijds binnen de eigen instelling en anderzijds tussen instellingen onderling; De hulpverlener die de regie heeft gekregen bij de start van het traject werkt dus door de instellingen heen. Het organiseren en verbeteren van de nazorg en/of overdracht en terugkoppeling naar het lokale gemeentelijke (jeugd en/of brede sociale) wanneer de trajecten aflopen of in situaties waarin de leeftijdsgrens van 18 jaar passeert; Het benutten van de kansen die zich voordoen bij signalen van (mogelijk) oplopende wachtlijsten en andere vormen van stagnatie, om te innoveren en hierover te communiceren met de gemeenten; Indicatoren: De cliënt/gezin is tevreden over de wachttijd(en), minimaal 7, oplopend tot 8 EHVer is tevreden over de wachttijden het aantal overplaatsingen is gemiddeld 1; De EHVer heeft (digitaal) toegang tot het dossier als er meerdere instellingen zijn betrokken (bij toestemming van de ouders). 3. Ontzorgen en normaliseren In de diagnostische fase leggen we de focus niet op het etiketteren van bijvoorbeeld stoornissen, of handicaps maar op het handelingsperspectief. We werken positief en toekomstgericht door – samen met de cliënt/gezin - concrete, haalbare doelen te stellen. We voeren het zorgarrangement zoveel mogelijk uit in de normale leefomgeving met gebruikmaking van de algemene voorzieningen, het sociale netwerk en informele zorg. Het uiteindelijke doel is dat de cliënt/gezin op een zo normaal mogelijke manier kan participeren in de thuissituatie, de school of werksituatie en in de vrije tijd. Jongeren worden goed en tijdig voorbereid op hun zelfstandigheid. De hulp stopt niet automatisch op hun 18e jaar, maar wij zorgen dat hij/zij zelfstandig of met ondersteuning van het netwerk/professionals voor zichzelf kunnen zorgen. Dit houdt in dat de (laatste fase van de) hulp is gericht op talentontwikkeling, het vinden van een dagbesteding, een woonplek, financiële zelfstandigheid, zo nodig herstel van relatie met ouders, en een sociaal netwerk.
1
2 3
4
Gemeente zijn verantwoordelijk voor: Het organiseren en verbeteren van de lokale infrastructuur van algemene voorzieningen en het stimuleren van initiatieven van informele zorg, waarbij ‘normaliseren’ hoog in het vaandel staat. Ze maken het mogelijk om scholen in/bij de hulp te betrekken/hulp op school vorm te geven. Individuele voorzieningen (bijv voor aanvullende voorzieningen en speciaal onderwijs) worden niet meer afgemeten aan het ‘hebben’ van een diagnose, maar aan de zorgvraag van een cliënt; Behandeling is ook zonder definitieve diagnose (als etiket) mogelijk (om) etikettering van kinderen te voorkomen en toch specialistische hulp in gezinnen mogelijk te maken. Hierdoor kunnen zowel pleegzorgplaatsingen, residentiele plaatsingen en gespecialiseerde opnames worden voorkomen.
1 2 3
4
Instellingen zijn verantwoordelijk voor: Het netwerken en versterken van de samenwerking met de informele en formele lokale netwerken benutten van de eigen kracht van de cliënt/ gezin. De hulp vindt plaats in de gezinnen thuis, in de scholen en door gebruik te maken van hun netwerk en de leefomgeving waar de cliënt/gezin zich bevindt. Het vergroten van (theoretische en praktische) kennis in het sociale domein over verschillende ‘stoornissen’ als ADHD en autisme, met als doel het vergroten van de acceptatie van verschillen in gedrag en het verkleinen van handelingsverlegenheid, zodat onnodige verwijzingen voorkomen kunnen worden; Het organiseren van deskundigheidsbevordering en/of andere activiteiten, gericht op visievorming, ‘wat is normaal en wat is gezond’, met als doel (onnodige) problematisering tegen te gaan (versterken van eigen kracht, acceptatie van verschillen, vanuit een besef dat opgroeien niet zonder probleem(gedrag) mogelijk is). Indicatoren: Gemiddelde trajectduur is verminderd met 15% Afname van residentiële plaatsingen (inclusief pleegzorg) van 25% 4. Terugdringen bureaucratie: less is more We besteden onze tijd zoveel mogelijk aan cliënt/gezinnen. We werken aan een lean proces zonder dubbelingen. We werken met beperkte uniforme verantwoordingseisen, met een goed ICT-systeem ter ondersteuning waarbij de management en bestuursinformatie wordt gegenereerd op basis van de voor het primaire proces verzamelde data. Risicomanagement wordt meer gezocht in het versterken van de (verantwoordelijkheid van) hulpverleners en minder in het vaststellen van ‘beleid’ en protocollen, vanuit het besef dat de risico’s door concrete mensen in concrete situaties ingeschat en behandeld moeten worden.
1 2 3
1
2
3 4 5 6
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor: Zo eenvoudig mogelijk en zo doeltreffend mogelijke verantwoordingseisen te stellen (het aantal parameters passen op één A4tje) Zo veel mogelijk regionaal uniforme verantwoordingseisen te stellen; Een financieringsvorm kiezen die dit streven ondersteunt Instellingen zijn verantwoordelijk voor: Het verbeteren en ontwikkelen van innovatieve trajecten, in plaats van het in stand houden of creëren van dubbelingen. Dit in samenwerking met gemeenten. De focus ligt bij het organiseren van ‘handen aan het bed’; Het organiseren van een lean proces met zo min mogelijk hulpverleners in het gezins systeem. Bij (een vermoeden van) kindermishandeling zijn dat er, ter bescherming van cliënt, gezin en hulpverlener, echter altijd meer dan eén. De werkprocessen zó in te richten, dat het voor een cliënt niet merkbaar is dat er hulpverleners van verschillende organisaties betrokken zijn Zo eenvoudig mogelijk en zo doeltreffend mogelijke interne verantwoordingseisen te stellen (max 1 A4tje) Het terugdringen van overhead tot maximaal 25%. Het inbouwen van indicatoren binnen het traject die zowel voor het primaire proces nuttig zijn als, op geaggregeerd niveau, management- en bestuursinformatie kunnen dienen.
Indicatoren: Overhead is maximaal 25% van budget en tijd (FTE niet uitvoerend) In de cliëntgebonden tijd is de verhouding direct (ftf contact) -indirecte tijd(reistijd, multidisciplinair overleg en verslaglegging) minimaal 50-50% (alle FTE tellen mee voor deze verdeling)
Bijlage VIII Afspraken 26 juni 9 samenwerkende gemeenten Haaglanden 1
2
3
4
5
Regionale Samenwerking Besloten is dat de 9 gemeenten in de regio Haaglanden gaan samenwerken ten aanzien van de zwaar specialistische vormen van jeugdzorg: crisiszorg, jeugdreclassering, jeugdbescherming, woonvormen met nu geïndiceerde zorg, pleegzorg, open en gesloten klinische zorg. Besloten is dat er in de samenwerking tussen de H9 ruimte is voor aansluiting van andere gemeenten en het mogelijk blijft andere samenwerkingen aan te gaan, zowel binnen de regio Haaglanden als daarbuiten. Traject met de instellingen: transitiearrangementen - continuïteit van zorg Bevestigd is dat op 31 oktober 2013 de Transitiearrangementen gereed zijn voor aanbieding aan de (landelijke) Transitiecommissie Stelsel Jeugd (conform besluit BOJZ 13 juni 2013) Traject met de instellingen: innovatie en efficiency Bevestigd is dat er vóór 31 december 2013 wordt besloten over een eerste pakket innovaties rondom de zwaar specialistische vormen van zorg. Hierbij wordt de verbinding met het brede sociale domein gezocht, om te beginnen Jeugd en de AWBZ/Wmo (conform besluit BOJZ 13 juni 2013). Bevestigd is dat het innovatietraject met de instellingen onderdeel is van het traject dat wordt ingezet in het kader van de Transitiearrangement en start vanuit het Uitvoeringsprogramma (UP) 2014. Besloten is dat de voorstellen voor innovatie en financiële implicaties in augustus/september besproken en vastgesteld worden in het BOJZ, zodat de bestuurlijke sturing op dit traject geborgd is. Daar waar mogelijk hebben deze voorstellen betrekking op het brede sociale domein. Bovenlokale expertise: specialistenpool Besloten is dat er vóór 31 december 2013 scenario’s worden uitgewerkt voor de vormgeving van een specialistenpool, waarin expertise voor het brede sociale domein wordt geborgd. Deze scenario’s ontwikkelen de 9 gemeenten in Haaglanden samen met de instellingen. Op basis van de uitgewerkte scenario’s zal worden besloten op welke schaal de implementatie van de pool plaatsvindt. Bekostiging Besloten isdat vóór 31 december 2013 besluitvorming plaatsvindt over de bekostigingssystematiek (inclusief bijbehorende sturingsprincipes, inkoopmodel en contractering) ten aanzien van de zwaar specialistische vormen van zorg. In de uitwerking moet de samenhang met het brede sociale domein worden geborgd met het oog op eenduidige sturing in het brede sociale domein. De bekostigingssystematiek heeft betrekking op de bekostiging van zorg door gemeenten (contractrelatie met aanbieders). Besloten is dat de uitwerking van de bekostigingssystematiek plaatsvindt door een expertiseteam, dat bestaat uit financieel specialisten en inhoudelijk specialisten.
6
7
Financiering Besloten is dat vóór 31 december 2013 besluitvorming plaatsvindt over de financieringssystematiek. Deze systematiek gaat over de wijze waarop de gemeenten middelen samenbrengen ten behoeve van de zwaar specialistische vormen van zorg en de mate van risicodeling die hierbij tussen de 9 gemeenten gehanteerd wordt. Besloten is dat de uitwerking van de modellen voor risicodeling plaatsvindt door een expertiseteam, dat bestaat uit financieel specialisten en inhoudelijk specialisten. Gezamenlijke infrastructuur Vastgesteld is dat het wenselijk is dat er eind februari 2014 duidelijkheid is over de juridische en organisatorische vorm waarin de samenwerking rondom de zwaar specialistische vormen van zorg geborgd wordt (organisatorisch vehikel). De infrastructuur wordt zo ingericht dat zij taken kan uitvoeren ten behoeve van het brede sociale domein die mogelijk in H9-verband georganiseerd worden. Het Stadsgewest Haaglanden is tot 1 januari 2015 bevoegd gezag voor de geïndiceerde jeugdzorg. Na die datum gaat deze bevoegdheid aansluitend over naar de afzonderlijke gemeenten. Uitwerking van de juridische en organisatorische vorm vindt plaats onder regie van de directeuren Sociaal Domein. Er vindt afstemming plaats met het Stadsgewest over hun mogelijke rol in dit proces.
Bijlage IX Materiaal transitiearrangement
Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie ZVW ZVW ZVW ZVW
Opvoedpoli
Leger des Heils
William Schrikker groep
GGZ Delfland
Rivierduinen e.a.
Horizon
Middin
Ipse de Bruggen
De Jutters
BJZ
Zorgvorm Jeugdformaat
Financiering
Hoenderloo Groep
Omzet (x 1.000 euro) per aanbieder en per zorgvorm in 2012
Totaal omzet Omzet jeugdigen in Haaglanden
57870 89782 45375 275932 165851 141519 201210 52659 41400 xxx 54620 39714 40384 17669 13314 8464 4623 5123 4515 4123
15197 2807 2855 2714
Ambulant (jeugdhulp) Dagbehandeling/dagbesteding Open Residentieel Pleegzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering Gesloten residentieel (Jeugdzorgplus, 12 plus) Gesloten residentieel (Jeugdzorgplus, 12 min) Spoedeisende zorg (Crisis) Overig Overig BJZ
10.411 6.002 23.611 11.130
227
Diagnostiek Kortdurende behandeling Crisis Behandeling 0-800 min
14 2.738 636
1.528 577 3.055 491
16.590 4.788 4.298 756
72 22
462 431 132 682
635
2.915
3.465 226 18.111
1.064
358 116 1 143 1.673
131 411 17 383
438 492
153 22 1 12
ZVW ZVW ZVW ZVW AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ
Behandeling 800-3000 min Behandeling 3000-… min Verblijf (incl kapitaalslasten) Overige prestaties
8.545 19.735 10.286 110
GGZ ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) GGZ- dagbesteding/dagbehandeling GGZ- Kortdurend verblijf/logerem GGZ- Overig L(V)G & ZG crisis (intramuraal, incl. kapitaalslasten) L(V)G & ZG ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) L(V)G & ZG- dagbesteding/dagbehandeling L(V)G & ZG Kortdurend verblijf/logerem L(V)G & ZG- Overig
2.163 169
6.815 8.848 96 1.910
2.841 1.341
653 1.872
7.039 4.438 1.837
Aantal cliënten per aanbieder en per zorgvorm in 2012
Leger des Heils
1.122 194
825
2.217 65
551
161
1.003
Subsidie Ambulant (jeugdhulp) Subsidie Dagbehandeling/dagbesteding
2503 384
0 0
0 0
0 0
0 0
PM 0
0 0
0 0
0 0
69 0
GGZ Delfland
Middin
De Jutters
BJZ 0 0
0 0
Opvoedpoli
William Schrikker groep
5.256 6.550 6.670 595
Hoenderloo Groep
Rivierduinen e.a.
Totaal aantal unieke jeugdigen in Haaglanden
Ipse de Bruggen
Horizon
Zorgvorm
Jeugdformaat
Financiering
Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie Subsidie ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW ZVW AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ AWBZ
Open Residentieel Pleegzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering Gesloten residentieel (Jeugdzorgplus, 12 plus) Gesloten residentieel (Jeugdzorgplus, 12 min) Spoedeisende zorg (Crisis) Overig Overig BJZ
690 1356 0 0 0 0 847 0 0
0 0 2192 660 0 0 0 0 4445
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
55 13 0 0 92 6 0 13 0
Diagnostiek Kortdurende behandeling Crisis Behandeling 0-800 min Behandeling 800-3000 min Behandeling 3000-… min Verblijf (incl kapitaalslasten) Overige prestaties
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
595 910 196 563 2463 1463 306 390
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
GGZ ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) GGZ- dagbesteding/dagbehandeling GGZ- Kortdurend verblijf/logerem GGZ- Overig L(V)G & ZG crisis (intramuraal, incl. kapitaalslasten) L(V)G & ZG ZZP (intramuraal, incl. kapitaalslasten) L(V)G & ZG- dagbesteding/dagbehandeling L(V)G & ZG Kortdurend verblijf/logerem L(V)G & ZG- Overig
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 169 386 40 385
0 0 0 0 0 179 348 0 595
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 151 272 1 130 503 228 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
36 0 0 0 29 0 1 0 0
0 54 420 77 0 0 0 0 0
PM 0 PM 0 0 0 PM PM 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
252 758 22 307 928 150 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0
123 29 1 50 258 180 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
Bijlage X: Partners RTA Projectleiders Mevrouw O. Lemmen De heer A. Opstelten Mevrouw P. Wijnen M. M. Hagen M. B. Verhoek Mevrouw L. Savas Mevrouw L. Ploos van Amstel Mevrouw L.M. van de Brande De heer B.P.M. Vermolen Wethouders De heer L. Vokurka De heer drs. K. Klein Mevrouw drs. S. Bruines Mevrouw T. Van Nimwegen-Van Wieringen Mevrouw J. Van Egmond De heer J. Bolte Mevrouw mr F. Koser Kaya Mevrouw M. de Goeij-van der Klugt Mevrouw M.E. van Leeuwen
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Delft Den Haag Leidschendam-Voorburg Midden-Delfland
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Pijnacker-Nootdorp Rijswijk Wassenaar Westland Zoetermeer
Stadsgewest De heer Th. de Ruiter Mevrouw A Hartman De heer F. Oumar
Stadsgewest Stadsgewest Stadsgewest
Zorgverzekeraars Mevrouw S. Goedoen Mevrouw C. Vreugdenhil Mevrouw D. Van der Loo
DSW DSW CZ
Focus-zorgaanbieders
Jeugdformaat
De heer F. Venus De heer B. Timman De heer A. Bouman
Bureau Jeugdzorg De Jutters
De De De De
Ipse de Bruggen
De heer F. Fillekes
Horizon
De heer H. du Prie Mevrouw G. van den Brink
Middin GGZ Delfland William Schrikker Groep
002_rta haaglanden-bijlagenboek.docx
heer heer heer heer
H. Beelen R. Mets A. Theil W. Gorrissen
De heer G. Ockeloen De heer M. van Muijen Mevrouw J. Dautzenberg
26
Hoenderloo Leger des Heils Rivierduinen Opvoedpoli
Mevrouw T. Otte De heer B. Sprokkereef Mevrouw E. Smeets Mevrouw Y. Mur
De heer M. Huijer
Overige zorgaanbieders
De Waag Parnassia Impegno SGJ Agathos/Leliezorggroep Curium LUMC Eleos Intermetzo Buitenwereld s Heeren Loo Inzowijs Gemiva-SVG Stichting Anton Constandse Regionaal instituut voor dyslexie Lievegoed Philadelphia Vereniging zorgboerderijen De la Salle Virenze De Hondsberg Stichting Taalhulp Stichting JJC Schakenbos Lijn5 GGZ Centraal Tactus Karakter Het gezicht van Bosman ADHD behandelcentrum De Rading De Bascule 12-learn en IOZ Sgzoetermeer Vereniging vrijgevestigden De Hoop Juzt Eigen Kracht Centrale
002_rta haaglanden-bijlagenboek.docx
De heer W. Pontier Mevrouw L. Klasing De heer K. Rijks De heer B. Nitrauw De heer J. Roose Mevrouw M. den Breejen De heer B. Siebelink, De heer H.J. van den Berg Mevrouw P. Krauss Mevrouw M. Veen Mevrouw M. Hylkema De heer E. van der Zijden De heer M. van Helvoirt De heer P. de Geer De heer B. Koops De heer H. Vlasblom Mevrouw J. van Herwaarden Mevrouw G. Michels De heer P. van der Hoog Mevrouw L. Glomb Mevrouw A. Pistorius Mevrouw D. Borro Mevrouw H. van Gils Mevrouw M. Heemskerk-Van der Sprong De heer H. Kalkwiek Mevrouw E. van der Velden De heer S. Goossen Mevrouw T. Wognum Mevrouw S. van der Wal De heer J. van den Brink Mevrouw K. Gerritsen De heer D. Birnie Mevrouw S. Kiewiet de Jonge De heer G. de Beer Mevrouw N. van Wermeskerken De heer H. van den Hoeven De heer P. Wullems De heer E. van Balen De heer E. Höppener De heer C. Dresen Mevrouw D. Koning
27
Powerkids
Mevrouw H. Termorshuizen
Xmotion Otto Gerhard Heldring Lindenhout Vitree Stichting Polliewollie
De heer H. Oldenhof Mevrouw M.H. van Binsbergen
002_rta haaglanden-bijlagenboek.docx
De heer P. Hofman De heer Schmit
28
Bijlage X Overzicht instellingen Twaalf preferente gesprekspartners Instelling
Omzet
Aantal unieke jeugdigen
Jeugdformaat
54.620.000
5.256
BJZ
40.140.480
6.550
De Jutters
40.384.000
6.670
Ipse de Bruggen
17.668.663
595
Middin
13.314.000
1.122
Horizon
8.463.552
194
Rivierduinen e.a.
4.623.000
825
GGZ Delfland
5.123.487
2.217
Hoenderloo Groep
4.515.000
65
William Schrikker groep
4.122.981
551
Leger des Heils
2.855.131
161
Opvoedpoli
2.713.787
1.003
Overige instellingen Instelling Intermetzo s Heerenloo Parnassia Inzowijs De Waag Impegno Buitenwereld
002_rta haaglanden-bijlagenboek.docx
Omzet
Jeugdigen
2.908.000 2.079.294 2.046.464 971.000 655.000 160.000 600.000
228 72 641 157 153 120 71
29
Instelling Reg. instituut dyslexie OG Heldring Curium LUMC Philadelphia Stichting Anton Constandse Lievegoed 12-learn-taalreis-IOZ De la salle Virenze De Hondsberg xmotion SGJ Eleos Lijn5 GGZ Centraal Karakter Tactus ADHD Behandelcentrum De Rading De Bascule Het Gezicht van Bosman Juzt De Hoop De Sprong Gemiva-SVG Lindenhout Schatting vrijgevestigden Schatting PGB Schatting Jeugdzorgplus Schatting landelijke specialismen
002_rta haaglanden-bijlagenboek.docx
Omzet
Jeugdigen
623.000 537.950 2.403.000 535.000 356.163 465.098 188.800 250.795 419.750 0 209.200 134.750 52.287 135.616 16.742 551 4.000 139.630 4.114 75.650 5.000 52.000 76.000 80.000 150.000 50.000 6.000.000 30.000.000 8.970.000 4.522.650
273 6 161 25 14 15 89 5 420 0 66 17 25 5 3 2 2 116 1 9 3 6 16 25 15 5
30