Regionaal Transitiearrangement Jeugdzorg Eemland Concept
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
1
Inleiding
Dit arrangement is bestuurlijk vastgesteld, door de colleges van burgemeester en wethouders van de hieronder vermelde gemeenten na overleg met zorgaanbieders, bureau jeugdzorg en de huidige financiers. Gemeenten regio Eemland Gemeente Amersfoort Gemeente Baarn Gemeente Bunschoten Gemeente Eemnes Gemeente Leusden Gemeente Soest Gemeente Woudenberg
… toe te voegen datum collegebesluit
De concrete uitwerkingen volgend op dit regionale transitie arrangement zullen in de gemeenteraden worden besproken. Daarbij komt onder anderen aan de orde: de inhoud, de invulling van het nieuwe jeugdstelsel en vraagstukken rondom sturing en bekostiging. Voor het opstellen van de transitiearrangementen ten behoeve van de transitie Jeugdzorg hebben de hierboven beschreven gemeenten samengewerkt. Hier moet aan worden toegevoegd dat er intensief is samengewerkt met de andere 5 regio’s in de provincie Utrecht, te weten regio Lekstroom, regio Utrecht Zuid Oost, regio Utrecht West, regio Food Valley en stad Utrecht. In twee gezamenlijke voorbereidingsdagen is met gemeenten, zorgaanbieders en bureau jeugdzorg gesproken over de opzet en invulling van de arrangementen. Samen met de andere 5 regio’s zijn de bovenregionale jeugdzorgtaken nader uitgewerkt. Aanvullend hierop heeft regio Eemland het transitiearrangement voor het Eemlandse deel uitgewerkt. Het voorliggende arrangement bevat beide onderdelen. Het arrangement is schriftelijk voorgelegd aan de zorgaanbieders en bureau jeugdzorg met de vraag of zij de in dit arrangement ontwikkelde beleidslijn onderschrijven en mee willen werken aan de uitwerking hiervan volgens de in dit arrangement beschreven proces.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
2
DEEL 1
Uitwerking bovenregionale samenwerking en bovenregionale jeugdzorgtaken
Algemeen De afgelopen maanden zijn er veel gesprekken gevoerd tussen gemeenten, zorgaanbieders, bureau jeugdzorg en huidige financiers. Deze partijen hebben elkaar in deze fase beter leren kennen en daarmee heeft een samenwerkingrelatie vorm gekregen. Deze relatie is nodig en van groot belang om met elkaar deze transformatie te realiseren. De gespreksronden en de samenwerking tot nu toe geven voldoende aanleiding om met vertrouwen deze weg in te slaan. In 2013 en 2014 worden door gemeenten en provincie al de eerste stappen gezet om de gewenste vernieuwing vorm te geven. Deze afspraken zijn opgenomen in de Provinciale experimenteerregeling voor 2013 en in het Provinciale Uitvoeringsprogramma 2014. Met dit arrangement zijn niet alle onderwerpen voor een succesvolle transitie volledig uitgewerkt. Wij beschouwen dit arrangement dan ook als een tussenstap in het transitie- en transformatie proces. Hoe zien we de vernieuwing voor ons? Gemeenten en zorgaanbieders hebben een gezamenlijke opgave om betere zorg voor jeugd met minder middelen te realiseren. Zorg zal meer ingezet gaan worden in de eigen leefomgeving van de cliënt, waardoor minder (zware) maar kortere en bestendiger trajecten kunnen worden ingezet. Wij hanteren hierbij de volgende uitgangspunten. Verbetering cliëntpositie cliënt centraal stellen inzetten op ‘eigen kracht’ van de cliënt en zijn/haar omgeving regie zoveel mogelijk bij het cliënt/gezin waarborgen van de kwaliteit en veiligheid voor de cliënt vraaggericht werken ondersteuning in eigen huis/leefomgeving Meer ruimte en verantwoordelijkheid professional vertrouwen op de kennis- en expertise van de professional professional in buurtteam/wijkteam meer handelingsvrijheid geven differentiëren onder andere op basis van kosten, risico, type hulpvragen en specialisme sturen op de ‘wat’ en niet op het ‘hoe’ Effectievere organisatie verbinding met het lokale niveau (contact met thuissituatie, buurtteam, CJG, gemeente) uitgangspunt ‘één gezin, één plan, één aanspreekpunt’ integrale aanpak bij meervoudige problematiek behoud continuïteit specialistische zorg en kennis voor hele specifieke doelgroepen Doelmatigheidswinst en budgetbeheersing van curatie naar preventie 1e lijn is leidend zorg zo kort en licht als verantwoord in de 2e lijn versterken van prikkel tot uitstroom & minder instroom uitgaan van compensatiebeginsel: wat kan je zelf en wat kan je omgeving Op alle terreinen geldt dat er voldoende ruimte moet zijn voor innovatie.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
3
Sleutel in het realiseren van de zorginhoudelijke vernieuwing is dichterbij brengen en integraler maken van zorg voor jeugd, waarbij aangesloten wordt bij de 0-de en eerstelijn (verder wijkteams). Een groot deel van het budget moet kunnen worden ingezet ten behoeve van generalistische zorg in de buurt/wijk en minder ten behoeve van de duurdere specialistische, zwaardere vormen van zorg. In het realiseren hiervan hebben de teams een spilfunctie. Ten behoeve van het functioneren van de generalistische (wijkteams/buurtteams)onderkennen instellingen dat in de tweede ring om de teams heen specialistische advies en consult gerealiseerd moet worden. Immers de wijkteams/buurtteams kunnen niet alles en zij moeten daarom zorgen voor doorverwijzing als de zorgvraag hun competenties te boven gaat. In geval van twijfel zal het team deskundigen uit de tweedelijnszorg consulteren. Daarnaast zullen de teams, als de veiligheid van het kind in het geding is, nauw samenwerken met deskundigen op het terrein van jeugdbescherming. De sturing en financiering van de generalistische teams (wijkteams/buurtteams) en de specialistische ondersteuning zal uitgewerkt moeten worden. Dit wordt door de zorgaanbieders en gemeenten vormgegeven. Reikwijdte van dit arrangement De uitgangspunten en intenties in dit arrangement hebben betrekking op alle jeugdhulp in 2015 van 1 januari tot en met 31 december. Uitzondering hierop is de pleegzorg, waarvoor gemeenten verantwoordelijk zijn vanaf 1 januari 2015. Pleegzorg wordt gegarandeerd tot 18 jaar en alle lopende trajecten zullen worden gecontinueerd. Dit arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn (zittende cliënten), op cliënten die op 31-12-2014 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen (wachtlijstcliënten) en op nieuwe cliënten. Zorgaanbieders kunnen geen rechten ontlenen aan dit arrangement. De Utrechtse regio’s Food Valley, Zuid-Oost, Utrecht Stad, Utrecht West, Lekstroom en Eemland hebben gezamenlijk een deel van hun regionale arrangement opgesteld. Wanneer wij spreken over bovenregionale samenwerking betreft dit dan ook deze zes regio’s. Financieel De invoering van de Jeugdwet gaat gepaard met kortingen. In de meicirculaire 2013 is een toelichting gegeven op het macrobudget en de bijbehorende verdeling over de individuele gemeenten. De verdeling geeft een beeld, maar voor inwerkingtreding van de nieuwe Jeugdwet staat nog niet alles vast. In de meicirculaire 2014 wordt het definitieve bedrag per gemeente voor 2015 bekend op basis van de dan meest recente gegevens en de nog te nemen besluiten. In deze meicirculaire worden gemeenten ook nader geïnformeerd over de budgetten per gemeente op basis van de objectieve verdeling, welke geleidelijk van kracht zal zijn vanaf 2016. Het is mede om die reden nu niet mogelijk budgetafspraken te maken. Wij zijn van mening dat bekendmaking van het definitieve budget in mei 2014 veel te laat is en tot grote risico’s leidt voor de instandhouding van de infrastructuur en het beperken van de frictiekosten. Wij dringen er bij het Rijk op aan snel duidelijkheid te verschaffen. Op grond van de nu beschikbare informatie constateren wij dat er een aanzienlijk verschil is tussen de totale budgetopgave door de Utrechtse zorgaanbieders (€ 258 mln) en het budget in de meicirculaire 2013 (€ 226 mln.). De afwijking bedraagt circa 13%. In een gesprek met het ministerie van VWS is gebleken dat er een aantal fouten is gemaakt in de berekening van het budget uit de mei circulaire 2013. Wij gaan ervan uit dat deze fouten worden gecorrigeerd, zodat er een betrouwbare basis ontstaat voor gemeenten en zorgaanbieders om de continuïteit van zorg te waarborgen. Daarnaast zullen wij met de zorgaanbieders bekijken of de aangeleverde informatie correct is.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
4
Vanwege de bovengenoemde financiële onzekerheden, zijn wij in deze fase nog niet in staat om realistische afspraken te maken over budgetten. Wij gaan daarom uit van percentages van het ‘netto besteedbare’ gemeentelijke budget. Dit is het budget wat gemeenten ontvangen voor Jeugdhulp minus een aantal noodzakelijke kosten (zie onder). De percentages die wij hebben gehanteerd in het overleg met de zorgaanbieders dienen voor ons als een richtsnoer bij het enerzijds aangeven wat nodig is voor de continuïteit van zorg en anderzijds voor het vrijspelen van middelen voor het transformatieproces. Het is wenselijk het budget dat de gemeenten in de meicirculaire 2014 voor de zorg voor jeugd ontvangen, volledig beschikbaar te houden voor de uitvoer van de zorg voor jeugd. De opbouw van het beschikbare budget is als volgt: Huidig budget Landelijke korting in 2015 t.o.v. huidige budget Budget 2015 Indicatie landelijke voorzieningen en uitvoeringskosten Beschikbaar voor regionale transitie arrangement
106,8% 6,8% 100% 4% - 10% 96% - 90%
Onder de uitvoeringskosten worden verstaan de kosten die de ambtelijke organisatie maakt om uitvoering te geven aan haar taken en verantwoordelijkheden op het gebied van beleidsontwikkeling, inkoop, monitoring en verantwoording. Randvoorwaarde voor beheersbaar houden van uitvoeringskosten is dat uitvoering wordt ondersteund door landelijke afspraken over administratie en registratie. Voorbehouden Dit arrangement bevat uitgangspunten en intenties van de colleges en zorgaanbieders bij de voorbereiding van de transitie jeugdzorg. De in dit transitiearrangement opgenomen intenties en uitgangspunten zijn gemaakt met inachtneming van de volgende voorbehouden:
Definitieve vaststelling van een toereikend budget voor 2015, inclusief ruimte voor kosten zoals landelijke voorzieningen, uitvoeringskosten bij gemeenten en kosten voor vrijgevestigden of PGB’s. Een gelijkblijvende zorgvraag (peil 2012). Het daadwerkelijk inwerkingtreden van en de invulling die gegeven wordt aan de Jeugdwet. De intenties en uitgangspunten met betrekking tot jeugdbescherming en jeugdreclassering gelden onder voorbehoud van certificering van deze uitvoerende partijen. De intenties en uitgangspunten die zijn besproken met aanbieders van jeugdzorg gelden, worden gemaakt onder voorbehoud dat deze aanbieders voldoen aan die kwaliteitseisen in de Jeugdwet en de AMvB die op voorhand toetsbaar zijn. Het gaat er om dat aanbieders voorzien in een effectieve en laagdrempelige klachtenbehandeling, medezeggenschap, systematische kwaliteitsbewaking en in een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling Beschikbaarheid van voldoende gecertificeerde instellingen in 2015. De gemeenteraad van de betreffende gemeente zullen in 2014, als de rijksbegroting m.b.t. jeugdzorg bekend is, het budget voor jeugdzorg vaststellen. Juistheid en volledigheid van de door de aanbieders aangeleverde cijfers.
Noodzakelijke infrastructuur Met de voortzetting van samenwerking met alle bestaande zorgaanbieders in 2015 zijn alle zorgvormen in principe gegarandeerd. Daarnaast sluiten we de toetreding van nieuwe zorgaanbieders niet uit. Voor regio Eemland gaan we er vanuit dat we in 2015 met de huidige zorgaanbieders gaan werken. Alleen als we gezamenlijk constateren dat een nieuwe zorgaanbieder iets toevoegt dat gemist wordt kan een nieuwe zorgaanbieder mogelijk toetreden. In het tweede deel van het arrangement staat beschreven hoe regio Eemland de zorg voor de jeugd wil gaan organiseren en op welke wijze zij voor cliënten in zorg, voor wachtlijst cliënten en voor nieuwe instroom de zorg gaat regelen.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
5
Aantallen en cijfers In de onderstaande tabel een overzicht van de door zorgaanbieders opgegeven kosten voor de uitvoering van de taken die in 2015 onder de Jeugdwet vallen. De eerste kolom betreft het totaal voor de zes regio’s. De tweede kolom betreft regio Eemland. Totale kosten 2012 Zorgcategorie Preventie Generalistische ondersteuning Specialistische ondersteuning Residentiële hulp Gezinsvervanging Crisis Jeugdzorg AMHK JB/JR Totaal
6 regio’s Utrecht € 11,985,647 € 16,122,043 € 85,113,268 € 93,038,786 € 13,721,466 € 6,119,149 € 3,690,540 € 28,581,670 € 258,372,569
Regio Eemland € 2.688.547 € 3.680.785 € 23.632.705 € 18.711.494 € 3.009.066 € 1.344.956 € 1.010.505 € 6.505.656 € 60.583.715
Inhoudelijke uitgangspunten Jeugd GGZ Gemeenten zetten in op versterking van de 'voorkant' (gewoon opvoeden en basiszorg) en minder instroom in de specialistische zorg. Deze lijn sluit aan op de hoofdlijn uit het bestuurlijk akkoord GGZ 2013-2014. Dat wil zeggen dat het concept van de Basis GGZ bijdraagt aan een vermindering van cliënten instroom van 20% in de specialistische GGZ. De wijze waarop de 'voorkant' wordt versterkt, zal lokaal en regionaal verschillen. Tegelijk is er de wens van gemeenten om de specialistische ondersteuning, vooral datgene wat bovenregionaal wordt ingevuld, beter te laten aansluiten op de lokale zorginfrastructuur. Daarvoor hebben gemeenten en zorgaanbieders financiële ruimte nodig. In het vrij besteedbare budget van gemeenten wordt een balans gezocht door percentages toe te wijzen voor het bieden van de noodzakelijke continuïteit van zorg en de gewenste inhoudelijke vernieuwing van zorg (zie tabel paragraaf Financieel Kader). Gemeenten en zorgaanbieders hebben nadrukkelijk met elkaar gedeeld dat het een gezamenlijke opgave en verantwoordelijkheid is om de infrastructuur te continueren van de specialistische zorg. Het kan niet zo zijn dat cliënten tussen 'wal en schip' raken en de noodzakelijke specialistische zorg niet meer bovenregionaal beschikbaar is. De gemeenten verwachten dat met deze uitgangspunten het proces met zorgaanbieders met vertrouwen kan worden voortgezet om de zorginfrastructuur te borgen en het leveren van zorg te garanderen aan de cliënten die in zorg zijn op 31-12-2014, de cliënten die op de wachtlijst staan en de instroom van nieuwe cliënten in 2015.
Provinciale Jeugdzorg De vernieuwing die we willen inzetten, zoals in de inleiding beschreven, heeft onmiddellijk invloed op het bovenregionale deel van de provinciale jeugdzorg. De vernieuwing moet vormgeven aan een veel krachtiger, gevarieerder en breder inzetbaar aanbod van jeugdzorg in de wijken, dichtbij het gezin. Als dit beschikbaar is, hoeft er minder snel doorverwezen te worden naar de gespecialiseerde zorg en zullen er vooral veel minder kinderen uit huis geplaatst hoeven te worden. Alle partijen onderschrijven de visie dat het beter is zoveel mogelijk kinderen in de eigen natuurlijke omgeving te laten (ook met behandeling), zolang als dat mogelijk is. Mocht er toch een uithuisplaatsing nodig zijn, dan heeft, waar mogelijk, een plaatsing in een pleeggezin of gezinsvervangende situatie de voorkeur.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
6
De afbouw van gespecialiseerde zorg, ten gunste van zorg in de wijken, is al enige tijd geleden ingezet, onder regie van de provincie. De afspraken over de inzet van de door de provincie geïntroduceerde “experimenteerregeling” zijn hier een goed voorbeeld van. Er is nog onduidelijkheid over de precieze benodigde vorm en omvang van de capaciteit in de toekomst. Maar om de ombouw van zorg naar de wijken mogelijk te maken, zal de beweging van afbouw van met name residentiële zorg in 2014 en 2015 verder worden doorgezet. Hieronder staan alle bovenregionale provinciale zorgcategorieën benoemd waar wij met de zorgaanbieders over hebben gesproken: Residentieel - 80% handhaven, andere deel ombouwen Met het voorstel om in 2015 80% van het budget te handhaven, willen we financiële ruimte creëren om meer (ambulante) zorg in de wijken beschikbaar te krijgen. Daarbij verwachten we dat na 2015 de capaciteit verder afgebouwd kan worden. Met het handhaven van de 80% in 2015 willen we ook rekening houden met de bedrijfseconomische aspecten van de instellingen. We denken dat het op deze wijze haalbaar is de organisatie “in de lucht” te houden, zodat de zorgcontinuïteit voor de huidige cliënten gegarandeerd kan worden. Het percentage geldt per instelling. Instellingen zijn echter vrij om tot sectorbrede afspraken te komen die gezamenlijk optellen tot 80% van de residentiële zorg. Gezinsvervanging (pleegzorg) - handhaven Gezinshuizen en gezinsvervanging vallen niet onder deze afspraken voor de residentiële zorg, omdat zij worden gezien als een goed alternatief voor de residentiële zorg. De gemeenten willen deze zorg zoveel mogelijk in stand houden. Crisiszorg - handhaven Spoedeisende zorg betreft een noodzakelijke voorziening, zeker in tijden van grote veranderingen. Dit wensen wij te continueren. De zorgvorm crisis 24-uur zou in de toekomst onder SAVE kunnen vallen (zie punt Bureau Jeugdzorg). Samen met de aanbieder constateren wij dat crisiszorg niet intersectoraal aangeboden wordt. We koesteren de gedeelde ambitie tot intersectorale samenwerking (waardoor winst wordt geboekt qua efficiency én effectiviteit – die wens tot samenwerking beperkt zich overigens niet alleen tot de zorgvorm crisis). Daarmee gaan we op korte termijn met aanbieders aan de slag. Bureau Jeugdzorg – AMK/Jeugdbescherming/Jeugdreclassering: 95% handhaven Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) zal de zorgvormen AMK, Jeugdbescherming, Jeugdreclassering, zorgmeldingen professionals, casemanagement dwang, crisis 24-uur en toeleiding jeugdzorg-plus per 2015 vormgeven als SAVE-teams (samen werken aan veiligheid). Onder voorbehoud dat deze organisatie ook de vereiste certificering verkrijgt. Deze teams vormen één gezicht per gezin, voor het hele dwang en drang kader. SAVE werkt gebiedsgericht in een wijk of gemeente en is een vast aanspreekpunt voor het CJG of de wijkteams. Door de inzet van het CJG/wijkteams in combinatie met een SAVE-functie in de wijk, voorzien we een daling van het aantal AMK/zorgmeldingen en justitiële maatregelen. De verwachting is dat dit vanaf 2015 tot en met 2017 jaarlijks met 5% zal zijn. Dat is overigens een winst die alleen geboekt worden door te werken met dezelfde werkwijze en een provinciale schaalgrootte. In dit concept zal BJU als hoofdaannemer optreden en samenwerken met het
Leger des Heils, de WSG en het SGJ.
Daarnaast heeft BJU, om gemeenten ruimte te bieden voor vernieuwing, haar organisatie geflexibiliseerd, zowel op het gebied van huisvesting als personeel (huurcontracten eindigen per 2015 en er wordt zoveel mogelijk met tijdelijke medewerkers gewerkt). Dat betekent dat gemeenten zonder frictiekosten naar eigen inzicht vorm kunnen geven aan wat nu de verwijs- en toegangsfuncties zijn (zie voor deze vormen het regionale deel).
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
7
Randvoorwaarden bij deze uitgangspunten en intenties Om bovengenoemde uitgangspunten en intenties te kunnen onderschrijven, stellen de instellingen van de provinciale jeugdzorg wel randvoorwaarden: 1. Zij kunnen en willen alleen meewerken aan deze ombouw, als de verschillende gemeenten en regio’s voldoende aannemelijk kunnen maken, dat zij de zorg aan de voorkant ook daadwerkelijk op orde gaan brengen. Dat wil zeggen, dat gemeenten in 2015 goede ambulante jeugdzorg in de vorm van wijk- of buurtteams hebben georganiseerd, op zodanige wijze dat de instroom in de residentiële zorg afneemt en kinderen ook eerder terug kunnen naar huis, met waar nodig stevige nazorg door het wijk- of buurtteam. 2. De regio’s (gemeenten) en de zorgaanbieders maken, naast dit transitiearrangement ook afspraken maken over een bovenregionale “transformatieagenda” t.b.v. de ombouw van residentieel naar meer en betere ambulante zorg aan de voorkant. Het doel van deze agenda is concrete verdieping op een aantal thema’s in een gezamenlijk proces tussen vertegenwoordigers van gemeenten en zorgaanbieders. Thema’s die t.b.v. de residentiële zorg samen verder uitgewerkt moeten worden zijn o.a.:
Zorgvormen (differentiatie: welke varianten/ specialisaties gaan schuil achter benoemde vormen?) Doelgroepen (differentiatie: welke relevante doelgroepen zijn te onderscheiden?) Intersectorale samenwerking (met als doel efficiency- en effectiviteitwinst) Cluster/domein samenwerking (afspraken rond zorgvormen/categorieën) Personeel (flexibilisering, detachering, mens-volgt-werk)
Hier zal de komende maanden in werkgroepen aan gewerkt worden, zodat er begin 2014 meer zicht is op de betekenis voor de inkoop en financiering. Kinderen met een beperking (KmB) In de gesprekken tussen de gemeenten en zorgaanbieders wordt de beweging die gemeenten willen maken ook door de sector KmB gedeeld. Daarbij geven de zorgaanbieders aan dat deze beweging al is ingezet, er in de afgelopen jaren forse besparingen zijn gerealiseerd en al is voorgesorteerd op krimp van hun organisaties. Tegelijk geven zorgaanbieders aan dat zij verdere mogelijkheden zien om deze beweging te realiseren. In de gesprekken is nader verkend wat het maken van de beweging vraagt. Helder is dat lokaal en regionaal de 'voorkant' zal worden versterkt, maar dat er verschillen zijn. Van belang is dat de specialistische ondersteuning, ook datgene wat bovenregionaal wordt ingevuld, beter gaat aansluiten op de lokale zorginfrastructuur. Verkend is wat het werken met generalistische teams vraagt van de instellingen voor KmB en van relatie van de instellingen met de professionals in de teams. De idee van het vormen van en voorzien in een specialistische advies en consultatiefaciliteit in de ring om de teams heen werd gezien als een goede mogelijkheid. In de gesprekken was bij instellingen voor KmB veel committent voor de beweging. Tegelijk was duidelijk dat om dit met de budgetten die beschikbaar komen ook echt te kunnen realiseren, een grote bezuinigingsslag noodzakelijk is, waarbij alle partijen belang hechten aan het borgen van de basiszorginfrastructuur ( het leveren van zorg aan de cliënten die in zorg zijn op 31-12-2014 en de cliënten die op de wachtlijst staan, en ook kunnen zorg dragen voor de instroom van nieuwe cliënten in 2015). Bij wijze van richtsnoer is gesproken over 20% ruimte creëren voor de vernieuwing en 80% van het beschikbare budget inzetten ten behoeve van het in stand houden van de basiszorginfrastructuur. Een aantal functies (zoals crisisopvang) blijft van essentieel belang voor het waarborgen van verantwoorde zorg en moeten dan ook in stand blijven. Daarnaast willen de gemeenten onderzoeken of de mogelijkheden voor pleegzorg aan kinderen met een beperking uitgebreid kunnen worden. Op dit moment is het niet duidelijk welke budgetten hiermee gemoeid zijn, wel
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
8
achten de gemeenten het van belang dat deze functies gezinsvervanging , bij voorkeur in de vorm van pleegzorg in stand blijven. Gemeenten gaan over de uiteindelijke budgetverdeling, de nadere vormgeving van de zorginfrastructuur zoals bijvoorbeeld de specialistische consultatie en adviesfaciliteit met de KmB – zorgaanbieders, graag verder in gesprek na afronding en indiening van het regionale transitiearrangement. Samenvattend Op basis van de gesprekken met zorgaanbieders en hebben wij de intentie bij de toekomstige vaststelling van het beleid en budget voor 2015 onderstaande percentages te hanteren per zorgcategorie. Uitgangspunt is het in 2014 aan de gemeente toe te kennen budget voor de zorg voor jeugd, minus de benodigde landelijke kosten en uitvoeringskosten. Dit percentage is een uitdrukking van de beweging en vernieuwing die wij bij zorgaanbieders constateren. Prov
KmB
GGZ
Preventie
regionale invulling
regionale invulling
regionale invulling
Geneneralistische ondersteuning
regionale invulling
regionale invulling
regionale invulling
Specialistische voorzieningen1
80%
80%
80%
Residentieel
80%
80%
80%
Gezinsvervanging
100%
100%
Nvt
Crises opvang
100%
100%
100%
AMK
100%
Nvt
Nvt
JB/JR (Wettelijke taken)
95%
Nvt
Nvt
Frictiekosten De Utrechtse gemeenten willen samen met de huidige zorgaanbieders en bureau Jeugdzorg vanuit de inhoud de vernieuwingsopdracht uitvoeren en de bezuinigingen realiseren. Met inzet van 100% van het beschikbare budget op 1 januari 2015 zal gestuurd worden op het bieden van continuïteit van zorg voor alle kinderen (ook nieuwe instroom) bij de huidige zorgaanbieders. Dit is alleen mogelijk als ingezet wordt op de vernieuwing en verder voorgesorteerd wordt op krimp door de zorgaanbieders. Hiermee kunnen frictiekosten worden voorkomen. Gemeenten financieren de frictiekosten die optreden niet. De Utrechtse gemeenten willen met de zorgaanbieders de vernieuwingsopdracht in een zodanig tempo realiseren dat dit de zorgaanbieders maximaal de mogelijkheid biedt om hun organisaties hierop aan te passen en te voorkomen dat de continuïteit van organisaties in het geding komt. Dit vraagt van zowel gemeenten als zorgaanbieders dat zij zich in 2014 al volledig zullen inzetten om vernieuwing te faciliteren en waar mogelijk te realiseren. De bovengenoemde afspraken over percentages per zorgcategorie moeten organisaties voldoende armslag bieden om zorgcontinuïteit te leveren voor zittende en wachtende cliënten. Aanname is dat het ook voldoende is om onnodige frictiekosten te voorkomen. In de komende maanden zullen wij 1
Voor de specialistische voorzieningen is het mogelijk dat regio’s hier andere of aanvullende afspraken over hebben gemaakt met zorgaanbieders.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
9
met de zorgaanbieders afspraken maken over de impact van deze afspraken. Daarbij zullen wij ook met zorgaanbieders bespreken of het mogelijk is om frictiekosten te beperken door bijvoorbeeld detacheringconstructies. Tot slot vragen wij aandacht voor de vastgoedkosten. Dat speelt nu al door de ambulantisering van de zorg en de onverkoopbaarheid van vastgoed. Wij doen een appèl op huidige financiers en het Rijk om daar verantwoordelijkheid in te nemen en het nu op te pakken en niet over te hevelen naar 2015. Met de zorgaanbieders is besproken dat zij hun frictiekosten zoveel mogelijk beperken. Voor zorgaanbieders is het in beeld brengen van de frictiekosten op dit moment lastig omdat er nog veel onzekerheden zijn rondom budget en landelijke afspraken. Zij hebben ook behoefte aan een meerjarig perspectief. Echter, het transitiearrangement richt zich op 2015. Er moet eerst duidelijkheid zijn voor zorgaanbieders wat hun aandeel wordt in de gewenste zorgketen, voordat zij hier meer over kunnen aangeven. Koppeling met Landelijke afspraken Regio vs. landelijk Voor zover de cliënten uit de regio’s specialistische jeugdzorg ontvangen die valt onder het landelijk transitiearrangement, gelden de voorwaarden van dat arrangement. De VNG heeft berekend dat ongeveer 2,2% van het toekomstig budget beschikbaar gehouden moet worden door de regiogemeenten (en op welke wijze dit verrekend wordt) om aan de verplichtingen die voortvloeien uit het landelijk arrangement te voldoen. Transformatie agenda Dit transitiearrangement is opgesteld om de grote lijnen aan te geven en heeft het karakter van een intentieovereenkomst. Het arrangement richt zich naast het organiseren van zorgcontinuïteit en de daarvoor benodigde infrastructuur ook op vernieuwing. Die vernieuwing is gericht op een beweging naar de voorkant. Om de gewenste beweging, de bekostiging en de sturing daarop gestructureerd en gedragen door te zetten en uit te voeren is een transformatieagenda nodig. De uitwerking en uitvoering van de transformatieagenda is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeenten en zorgaanbieders. Acties Proces Wat Opstellen Transformatieagenda
Actiehouder Gemeenten en zorgaanbieders
Wanneer December 2013
Afspraken maken over organisatie voor uitvoeren transformatie agenda (wie, doet wat?) Uitvoeren Transformatie agenda Arrangementen bespreken met raden / raden informeren Afspraken transitiearrangementen opnemen in UVP 2014
Gemeenten en zorgaanbieders
December 2013
Gemeenten en zorgaanbieders
2014
Colleges
November / december
Provincie
December 2013
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
10
Uitwerking contractering, bekostiging, sturing en verantwoording Monitoren en evalueren van de effecten van de transitie Voldoende aannemelijk maken dat de zorg aan de voorkant op orde is Helderheid over budget Afspraken maken om frictiekosten te beperken Vormgegeven samenwerking cliënt (vertegenwoordigers), zorgaanbieders en gemeenten
Gemeenten (eventueel samen met zorgaanbieders)
Besluitvorming eind 2013, begin 2014
Gemeenten samen met Zorgaanbieders Gemeenten
2014-2015
Rijk Zorgaanbieders
Zo snel mogelijk December 2013
Gemeenten, zorgaanbieders en cliëntvertegenwoordigers
Najaarsconferentie, november 2013
Actiehouder Gemeenten en zorgaanbieders
Wanneer 2014
2014
Inhoudelijk Wat De zorg aan de voorkant op orde brengen en houden Realiseren van generalistische teams Realiseren van een schil van specialistisch advies en consultatiefunctie Realiseren van de SAVE aanpak voor alle gemeenten Realiseren van kennisbehoud en kennisontwikkeling bij de professionals Uitzoeken van verschillen in informatie uitvraag en landelijk afgegeven budget Uitwerken thema’s als regie bij het gezin, kwaliteit, omgaan met klachten, vertrouwenspersoon, benutten van bestaand cliëntparticipatie vormen.
Gemeenten Gemeenten en zorgaanbieders
2014
Bureau Jeugdzorg ism WSG, Leger des Heils en het SGJ en gemeenten Zorgaanbieders
2014
Gemeenten, zorgaanbieders en zorgkantoor / verzekeraars
2013
Gemeenten, zorgaanbieders en cliëntvertegenwoordigers
Februari 2014
2014
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
11
DEEL 2
Uitwerking regionale samenwerking en regionale jeugdzorgtaken
Dit deel van het arrangement bevat een uitwerking van het arrangement naar de Eemlandse situatie. Hierin wordt aangegeven hoe regio Eemland de zorg voor jeugd gaat organiseren. Daarin worden de regionale jeugdzorgtaken: preventie, generalistische ondersteuning en specialistische ondersteuning nader uitgewerkt.
Regionale gemeentelijke samenwerking De gemeenten in de regio Eemland, te weten Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg bereiden zich al vanaf 2011 gezamenlijk voor op de transitie van de jeugdzorg en benutten de transitie om het stelsel van ondersteuning, hulp en zorg te vernieuwen en te verbinden met de overige transities in het sociale domein. Daarmee wordt de transitie ook een transformatie, met gevolgen voor alle partijen in het veld. De gezamenlijke regionale aanpak vanaf 2011 heeft geresulteerd in een gezamenlijke visie, “Vertrekpunt en leidende principes ter voorbereiding op de decentralisatie jeugdzorg” d.d. juli 2012. Deze is in de betrokken gemeenten door de raden formeel vastgesteld. Centraal in de leidende principes regio Eemland zijn: 1. eigen kracht van de klant: van aanbod- en systeemgericht naar vraag- en mensgericht 2. verschuiving van zware naar lichte zorg 3. goedkoper en flexibeler 4. zo min mogelijke schakels in de zorg De vernieuwingsopdracht Regio Eemland ziet haar opdracht tot vernieuwing in de volgende vertaling van de leidende principes: Versterking van de basisvoorzieningen Verbreding generalistische ondersteuning; outreachend werken Balans tussen ambulante zorg (zoveel mogelijk aan de basis) en indien nodig specialistische zorg snel inzetbaar Balans tussen inzet specialistische hulp en dichtbij oplossen met generalistische hulp Flexibiliteit in inzet buiten gestandaardiseerde producten om (maatwerk). Specifieke aandacht vraagt Keuzevrijheid voor de klant waarbij onnodige overlap in zorg wordt voorkomen. Een compleet aanbod in de regio waar ouders en kinderen toegang toe hebben. Een kostenbewustzijn bij professionals en een beloningsystematiek met de juiste prikkels voor het inzetten van interventies: zoeken naar goedkopere alternatieven voor dure zorg en verschuiving van ver weg naar dichtbij.
Generalistische teams Het vormen van lokale generalistische teams zien de gemeenten Eemland als het beste instrument om deze opdracht te realiseren. Deze generalistisch teams zijn de spil van het nieuwe jeugdstelsel en ook van de hele beweging in het brede sociale domein. Het spreekt voor zich dat elke gemeente of wijk in Eemland, op basis van de lokale populatie en / of zorgvraag, een nadere invulling hieraan geeft. In de regio Eemland wordt vanaf begin 2013 op diverse wijzen geëxperimenteerd met dergelijke teams in verschillende samenstellingen. In Amersfoort is in januari 2013 een generalistisch jeugdteam gestart waarin professionals vanuit lokale en provinciale jeugdzorg gezamenlijk uitvoering geven aan vraagverheldering, opvoedingsondersteuning en indien nodig toeleiding naar passende zorg binnen het principe van 1 gezin, 1 plan, 1 aanspreekpunt. Per 1 december 2013 start in Baarn en Eemnes een pilot met een generalistische jeugdteam. In Woudenberg en Leusden vindt een pilot plaats waarin de samenwerking met huisartsen centraal staat en specifiek de wijze waarop de jeugd GGZ beter kan aansluiten op de
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
12
lokale samenwerking. In diverse gemeenten Eemland vindt aansluiting met het onderwijs plaats vanuit experimenten passend onderwijs. De inhoudelijke en financiële leerpunten uit deze pilots worden gebruikt bij het verder vormgeven van de nieuwe inrichting van de jeugdzorg. Om 1 januari 2015 de jeugdzorgtaken daadwerkelijk over te kunnen nemen moet er een versnelling plaatsvinden in het operationaliseren van deze teams in alle gemeenten. Dat betekent dat regio Eemland met de zorgaanbieders, bureau Jeugdzorg en de zorgverzekeraar dusdanige uitgangspunten opneemt in het transitiearrangement dat we kunnen toewerken naar het operationeel krijgen van deze teams en het uitwerken van de verdere infrastructuur die nodig is om deze teams te laten functioneren. In de gesprekken in het kader van het regionaal transitiearrangement met de zorgaanbieders, bureau Jeugdzorg en de zorgverzekeraar is dit uitgebreid besproken en is de intentie uitgesproken om dit met elkaar te gaan realiseren. In regio Eemland zullen wij in totaal circa 15 teams realiseren. Deze worden samengesteld op basis van de demografische gegevens van de betreffende populatie en de data over het huidige gebruik van jeugdzorg. De teams zullen dus verschillen in samenstelling al naar gelang de actieradius en de samenstelling van de wijk waarin de teams opereren. Voor meer informatie zie pagina 16 memo “De jeugd- en gezinsgeneralist als spil in het nieuwe jeugdstelsel”.
Naar een regionaal transitiearrangement In het toewerken naar een regionaal transitiearrangement hebben de gemeenten Eemland in gesprekken met de zorgaanbieders, bureau Jeugdzorg en de zorgverzekeraar de vernieuwingsopdracht nader verkend. Daaruit zijn de volgende zaken naar voren gekomen die nadere aandacht en uitwerking vragen om de vernieuwingsopdracht te kunnen realiseren en de generalistische teams daarin optimaal te kunnen laten functioneren: 1. Samenstelling van een generalistisch team In een generalistisch team moet expertise aanwezig zijn op het gebied van kinderen met een beperking , gedrags- en gezinsproblematiek en expertise op medisch /somatisch gebied. Met die expertise moet het team in staat zijn om de vraag naar hulp en ondersteuning te kunnen duiden en te verhelderen. Vanuit de sector kinderen met een beperking wordt benadrukt dat het van belang is om in staat te zijn deze problematiek te kunnen herkennen, te duiden en in staat te zijn een gesprek te kunnen voeren. Dit geldt evenzo in het geval er sprake is van een verstandelijke beperking bij (één van de) ouders. Met name voor deze doelgroep is het ook van belang om een bredere insteek te kiezen dan zorg gerelateerd, zoals dagbesteding en het runnen van een huishouden. Vanuit geneeskundig en agogisch perspectief wordt het wenselijk geacht dat een jeugdarts en een GZ psycholoog deel uitmaken van de generalistische teams. Door de aanwezigheid van deze expertise in de teams zal het makkelijker zijn om op en af te schalen naar specialistische GGZ. Nader onderzoek is nodig hoe dit vorm te geven in samenwerking met huisartsen en de mogelijkheid die zij hebben voor inzet van een GZ psycholoog of sociaal verpleegkunde (SPVer) als praktijkondersteuner huisartsen POH functie in de huisartsenpraktijk. 2. De schil om generalistische teams Generalistische teams vormen een scharnierpunt tussen specialistische zorg enerzijds en de lokale informele en formele preventie en ondersteuning anderzijds. Beiden vormen als het ware een schil om het team heen. Voor het goed laten functioneren van het team is het van belang dat het team toegang heeft tot specialistische consultatie, advies en diagnostiek om te bepalen wanneer toeleiding naar en/ of uitvoering van specialistische zorg in het kader van één gezin, één plan aan de orde is. Nog nader uit te zoeken is waar het uiteindelijke toegangsbesluit genomen zal worden. De schil van informele en formele preventie en ondersteuning wordt ingezet voor het ondersteunen van netwerken om gezinnen heen en het stimuleren en ondersteunen van de eigen kracht van een gezin. Het is aan de generalistische teams om deze basisvoorzieningen en beschikbare ondersteuning om gezinnen heen optimaal te benutten. De gemeenten organiseren deze schil met de lokale organisaties in het gehele sociale domein. Generalistische teams zullen in staat moeten
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
13
zijn om lacunes in aanbod en expertise zowel in preventie als in zorg gerelateerd aanbod te signaleren. Daarmee leveren de teams ook input voor beleid. 3. Kennisbehoud en kennisontwikkeling van de generalistische teams Specifieke aandacht vraagt het onderwerp kennisbehoud en kennisontwikkeling van de teamleden van de generalistische teams. Mogelijkheden die zijn genoemd en uitgewerkt moeten worden, zijn: een kennis faciliteit op regionale/bovenregionale schaal ten behoeve van de generalistische teams; intercollegiale uitwisseling en scholing van leden van de generalistische teams; deeltijdcontracten voor teamleden zodat zij binding houden met de specialistische kennis en vanuit hun moederorganisatie om daarmee hun eigen expertise op peil te kunnen houden en te ontwikkelen. Andersom kunnen de generalisten hun moederorganisatie voeden met kennis uit de teams, zodat de moederorganisaties op basis van die informatie hun aanbod kunnen innoveren; gedifferentieerde opbouw van de teams uit de verschillende sectoren zodat de leden elkaar versterken en gezamenlijk een brede scoop aan affiniteit en expertise garanderen.
Overige aandachtspunten
De relatie met anders gefinancierde organisaties met jeugdzorgaanbod zoals MEE. Specifieke aandacht vraagt onderzoek naar belang en voortgang van Integrale Vroeghulp en aansluiting op de generalistische teams. SAVE (Samenwerken aan Veiligheid) aanpak beschikbaar stellen voor alle generalistische teams in de regio Eemland. Met de SAVE aanpak wordt de ‘dwang en drang aanpak’ dicht om de teams heen georganiseerd. Tevens vindt hierin afstemming plaats in hoe te handelen ten aanzien van zorgmeldingen. De positie van het zorgaanbod op christelijke grondslag (zoals aangeboden door Stichting Gereformeerde Jeugdzorg, Stichting Eleos, Agathos onderdeel van de Lelie zorggroep). De positie, toegang en samenwerking met de vrijgevestigde zorgaanbieders. Hiervoor organiseert regio Eemland najaar 2013 een aparte bijeenkomst.
Uitwerking regionale jeugdzorgtaken In aansluiting op het gezamenlijke deel van het transitiearrangement voor de bovenregionale jeugdzorgtaken geeft regio Eemland op de volgende wijze invulling aan de regionale jeugdzorgtaken: Preventie, signalering, vroeg interventie en toeleiding Deze taken dienen door de generalistische teams uitgevoerd te gaan worden waar nodig met consultatie, diagnostiek vanuit de specialistische zorg. In 2014 moet overdracht van de kennis en expertise, om deze taken uit te kunnen voeren, plaatsvinden, zodat de taken in 2015 verantwoord uitgevoerd kunnen worden inclusief kwaliteitswaarborg. Preventie en vroeg-interventie vindt plaats vanuit de lokale infrastructuur. Waar wenselijk wordt dit ingekocht bij specialistische zorgaanbieders, zoals preventief aanbod vanuit de GGZ sector. Generalistische en specialistische ondersteuning De opdracht hierin is het realiseren en in stelling brengen van de generalistische teams. Hiervoor zullen professionals vanuit de zorgaanbieders en bureau jeugdzorg vrijgespeeld worden voor de vorming van en inzet in generalistische teams. Dit in aanvulling op professionals van lokale aanbieders (zoals jeugdgezondheidszorg en maatschappelijk werk). Het realiseren en organiseren van een gezamenlijke schil van specialistische consultatie en diagnostiek en indien nodig toeleiding naar en/ of uitvoering van specialistische zorg. De zorgaanbieders voelen zich hiervoor gezamenlijk verantwoordelijk. Het realiseren van de SAVE teams om de generalistische teams heen Het realiseren van een goede infrastructuur voor kennisbehoud en kennisontwikkeling van de professionals die deelnemen aan de generalistische teams .
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
14
Regionale uitgangspunten en intenties Regio Eemland waardeert de wijze waarop de zorgaanbieders en bureau Jeugdzorg met hen in gesprek zijn gegaan over het regionale transitiearrangement. Waardering is er ook voor de wijze waarop de zorgaanbieders al inzetten op vernieuwing, voorsorteren op krimp van hun organisaties en de onderlinge samenwerking hebben vormgegeven. Vanuit een gezamenlijke gevoelde verantwoordelijkheid voor een goede zorg voor alle kinderen in Eemland vanaf 1 januari 2015 en in het besef dat dit met minder middelen gepaard zal gaan, is zeer constructief samengewerkt en is de vernieuwingsopdracht nader verkend . Dit geeft vertrouwen voor de toekomst en de gezamenlijke opgave om de vernieuwingsopdracht binnen het dan beschikbare budget te realiseren. De Eemlandse gemeenten willen samen met de huidige zorgaanbieders en bureau Jeugdzorg vanuit de inhoud de vernieuwingsopdracht uitvoeren en de bezuiniging realiseren. Met inzet van 100% van het beschikbare budget op 1 januari 2015 zal gestuurd worden op het bieden van continuïteit van zorg voor alle kinderen (ook nieuwe instroom) bij de huidige zorgaanbieders. Dit is alleen mogelijk als ingezet wordt op de vernieuwing en verder voorgesorteerd wordt op krimp door de zorgaanbieders. Ingeschat wordt dat 20% van het beschikbare budget benodigd zal zijn voor het realiseren van de vernieuwing en 80% voor de continuïteit van zorg. De gemeenten hanteren als uitgangspunt dat zij voor 2015 geen nieuwe aanbieders toe te laten zonder argumentatie en overleg met de huidige zorgaanbieders. Ook zullen de Eemlandse gemeenten zich inspannen de vernieuwingsopdracht in een zodanig tempo te realiseren dat dit de zorgaanbieders maximaal de mogelijkheid biedt om hun organisaties aan te passen en zoveel als redelijkerwijs mogelijk te voorkomen dat de continuïteit van hun organisaties in het geding komt. Dit vraagt van zowel gemeenten als zorgaanbieders dat zij zich in 2014 al volledig zullen inzetten om vernieuwing te faciliteren en waar mogelijk te realiseren. De zorgaanbieders zeggen toe de vernieuwingsopdracht samen met de Eemlandse gemeenten te willen realiseren en de vraagstukken die daaruit voortvloeien gezamenlijk te willen uitwerken. De zorgaanbieders zeggen toe professionals te zullen leveren voor het generalistische team en hen hierop toe te rusten en in de schil om deze teams zorg te dragen voor het vormgeven van faciliteit voor specialistische consultatie, advies en diagnostiek. De organisaties hebben toegezegd ruimte te geven aan onafhankelijke toeleiding naar zorg en interventies en hun professionals/generalisten hierop goed te zullen aansturen.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
15
DE JEUGD- en GEZINSGENERALIST ALS SPIL IN HET NIEUWE JEUGDSTELSEL Aanleiding In de voorbereidingen met de zorgaanbieders op het tot stand komen van de transitiearrangementen is afgesproken dat de gemeenten Eemland globaal beschrijven wat zij verstaan onder een generalistisch Jeugd- en gezinsteam. Dit team vormt de spil van het nieuwe jeugdstelsel en is onderdeel van de beweging in het brede sociale domein. Het spreekt voor zich dat hier per gemeente of wijk, op basis van de lokale populatie en / of zorgvraag, een nadere invulling aan wordt gegeven. Algemeen Gemeenten krijgen een forse taakuitbreiding in het Sociaal Domein. Vanaf 2015 worden gemeenten integraal verantwoordelijk voor jeugd, werk, inkomen en ondersteuning. Gemeenten zien kansen voor een effectievere en efficiënter georganiseerde aanpak in het sociaal domein. Dat kan door anders en innovatiever te gaan werken: dichter bij de burger, meer integraal werken, professionele ruimte, beter gebruik maken van nabije voorzieningen, meer gebruik maken van de eigen kracht van de burger en meer sturen op resultaat. Deze aanpak wordt zichtbaar in wijkteams/CJG teams, waar veel gemeenten mee experimenteren. De geformuleerde visie, inhoudelijke uitgangspunten, organisatorische principes en sturingsprincipes vormen de kern waar vanuit we de beweging in regio Eemland in het sociaal domein vormgeven. Daarbij staat voorop dat we willen voorkomen dat mensen onnodig gebruik moeten maken van de specialistische voorzieningen. Als mensen daar toch in terecht komen is alles er op gericht om daar zo kortstondig mogelijk gebruik van te hoeven maken. De gewenste beweging in het brede sociale domein is in een piramide weergegeven, zie pagina 18. Hieronder geven we aan wat we verstaan onder een generalistische team. Leidende principes De jeugd- en gezinsgeneralisten werken vanuit de volgende basisprincipes: veiligheid van het kind zoveel mogelijk waarborgen; het kind centraal: één huishouden,één plan, één regisseur ( = één gezin, één plan) en vraaggericht; versterken eigen kracht en de professional als coach; vroeg interventie en preventie voorop; cliëntvraag is leidend bij het inrichten van de zorg; waarbij wordt uitgegaan van benodigde functies zonder institutionele belemmeringen; brede vraagverheldering en geen doorverwijscultuur; breed opgeleide, generalistische professionals aan de voorkant; betrekken en benutten van de sociale basisvoorzieningen. De jeugd- en gezinsgeneralist De term generalist wordt op verschillende manieren gebruikt, afhankelijk van de inzet in hulp- of dienstverleningstraject. Een definitie wordt geboden in de publicatie ‘De generalist, de sociale professional aan de basis” (Scholte Sprinkhuizen & Zuidhof, 2012). Vanuit Eemland volgen wij deze definitie: Een generalist is iemand die handelt, erop af gaat maar ook verbindt tussen de leefwereld van de burger en de institutionele wereld en tussen professionals onderling en burgers onderling, met een sterke nadruk op empowerment. Iemand die van alle markten thuis is, over een breed scala aan kennis en vaardigheden beschikt. De generalist is te zien als een ‘specialist in het generalistische; iemand die door veel ervaring en extra opleiding veel aanvullende kennis in de breedte heeft opgedaan. De specialist heeft specifieke deskundigheid, diepgaande kennis en competenties op een beperkt terrein. Ook de diagnostiek en het handelen beperkt zich tot één domein. Wanneer de specialist klaar is met de interventie, betekent dit tot in tegenstelling van de generalist, afscheid van de jongere en/of gezin. Specialisten zijn dienstverlenend aan de generalist en niet leidend. Voor wie?
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
16
De jeugd- en gezinsgeneralist word ingezet voor verschillende doelgroepen en problemen, waarbij de ernst en hoeveelheid van de problematiek kan variëren. Het NJI heeft de volgende indeling gemaakt: 1 Generalistisch werken bij eenvoudige en/of enkelvoudige opvoed- en opgroeivragen 2 Generalistisch werken bij complexere of meervoudige opvoed- en opgroeivraagstukken. De jeugd- en gezinsgeneralist bedient beide doelgroepen wat een brede deskundigheid binnen het team vraagt (teamleden kunnen op onderdelen specialistische kennis hebben). Overzicht taken en activiteiten Zie Model positionering jeugd- en gezinsgeneralisten, pagina 19 De onderstaande taken betreffen generalistische hulp aan alle gezinnen: Werken vanuit een netwerk (omgevingsgericht) Ondersteunen pedagogische basisvoorzieningen (onderwijs, kinderopvang etc.) Aansluiten bij de vraag en maatwerk leveren Erop af, doen wat nodig is Helpen bij het opstellen van een gezinsplan, resultaatgericht werken aan de gezinsdoelen Versterken eigen kracht Verbinden met collectieve (basis)voorzieningen De volgende taken gelden aanvullend bij generalistische hulp aan gezinnen met complexe/meervoudige problematiek Versterken andere domeinen (wonen, werk, financiën, participatie, onderwijs) ‘Erbij halen”gespecialiseerde hulp Afstemmen hulp Optreden bij crisissituaties De -
jeugd- en gezinswerkers bieden ook: Consultatie en advies aan de basis voorzieningen Ambulante begeleiding (kort, lang, intensief, extensief) 1 huishouden 1 plan Zo nodig inschakelen specialisten Zo nodig inschakelen drang en dwang functies
De -
specialisten bieden: Consultatie aan het generalistisch team Diagnostiek Therapeutische interventies (deeltijd) verblijf
Jeugd-GGZ Uitgangspunt is goede samenhangende zorg waarin jeugdigen met psychische problematiek snel en effectief worden behandeld. De zorg wordt rondom de jongeren georganiseerd en niet de jongeren rond de zorg. Het bestuurlijk akkoord GGZ geeft richtlijnen voor de beschikbaarheid van de J-GGZ. De huisarts+ POH (verwijsmodel huisartsenzorg) De generalistische basis GGZ (alleen toegankelijk via de huisarts/ jeugdarts /medisch specialist) De gespecialiseerde GGZ. Dit onderdeel behoeft nadere uitwerking.
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
17
De Beweging in het Sociaal Domein in beeld
Nb.
-
De specialistische functies en de drang en dwang functies zijn dienstverlenend aan het generalistisch team Wijkteam lees ook generalistisch team
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
18
Model positionering Jeugd en – gezinsgeneralisten
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
19
Bijlage 1
Checklist Transitiearrangementen
Checklist 1 2
3 4 5 6 7 8
9 10
11 12
13 14 15 16 17 18
Het arrangement heeft in ieder geval betrekking op het jaar 2015 Het arrangement heeft betrekking op cliënten die op 31-12-2014 in zorg zijn en op cliënten die op 31-12-2014 een aanspraak op zorg hebben, maar deze zorg op dat moment nog niet krijgen Het arrangement heeft betrekking op alle zorg waarvoor gemeenten vanaf 2015 verantwoordelijk worden Het arrangement heeft betrekking op zorgaanbieders, uitvoerders van jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering en activiteiten van het AMK Het arrangement heeft betrekking op maatregelen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering en de activiteiten van het AMK De afspraken over continuïteit van pleegzorg in het arrangement kennen geen maximumduur Het arrangement geeft aan hoe en bij wie de toeleidingsfuncties met ingang van 2015 zijn belegd Het arrangement geeft aan of bestaande aanbieders de zorg aan “zittende cliënten” in 2015 met de voorgenomen budgetten van gemeenten zullen continueren Het arrangement geeft aan hoe gemeenten de zorgcontinuïteit van “wachtlijstcliënten” realiseren Het arrangement geeft aan welk budget gemeenten in 2015 voornemens zijn aan te wenden per aanbieder, per type zorg en voor hoeveel jeugdigen en trajecten (hierbij kan rekening worden gehouden met het onderscheid in hulpaanbieders, zoals beschreven in de uitwerking van de arrangementen die is bijgevoegd bij de brief van de Staatssecretaris van VWS van 26 juni jl.) Het arrangement bevat een inventarisatie van de frictiekosten per aanbieder Het arrangement omvat een onderbouwing van de frictiekosten per aanbieder op basis van de door de gemeenten aangegeven plannen over zorginkoop per 1-12015 Uit het arrangement blijkt op welke wijze en in hoeverre de frictiekosten worden beperkt Het arrangement is opgesteld na goed overleg met de huidige financiers en de relevante aanbieders Het arrangement is opgesteld door de samenwerkende gemeenten in een regio De regio die een arrangement heeft opgesteld stemt overeen met de indeling die aan de VNG is aangereikt Het arrangement is op bestuurlijk niveau in de regio vastgesteld Het arrangement is uiterlijk 31 oktober 2013 door de TSJ ontvangen
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
Ja Ja
Ja Ja Ja Ja Ja, regionaal Reactie aanbieders is gevraagd. Ja, regionaal Ja
Geborgd in proces afspraken. Ja
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
20
Bijlage 2
Overzicht gemeenten 6 regio’s provincie Utrecht
Overzicht gemeenten Regio Eemland Gemeente Amersfoort Gemeente Baarn Gemeente Bunschoten Gemeente Eemnes Gemeente Leusden Gemeente Soest Gemeente Woudenberg Regio Foodvalley Gemeente Renswoude Gemeente Rhenen Gemeente Veenendaal Regio Lekstroom Gemeente Houten Gemeente Ijselstein Gemeente Lopik Gemeente Nieuwegein Gemeente Vianen Regio Utrecht Gemeente Utrecht Regio Zuidoost Gemeente Bunnik Gemeente De Bilt Gemeente Utrechtse Heuvelrug Gemeente Wijk bij Duurstede Gemeente Zeist Regio Utrecht West Gemeente Montfoort Gemeente Oudewater Gemeente Ronde Venen Gemeente Stichtse Vecht Gemeente Woerden Gemeente Weesp (Noord-Holland) Gemeente Wijde Meeren (Hoord-Holland)
Concept Regionaal Transitiearrangement Jeugd Eemland, versie 11 oktober 2013
21