BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8
Zoals u wellicht weet wordt er ieder jaar in oktober de
KINDERBOEKENWEEK
georganiseerd. Op de meeste scholen worden er dan ook Voorleeswedstrijden gehouden, en gaat de aandacht speciaal uit naar de KINDERBOEK.
PROMOTIE VAN HET
Dit initiatief gaat al heel wat jaren terug, zoals u in het
artikel hieronder kunt lezen.
BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8
Zoals het ‘kopje’ al aangeeft, staat niet alleen het kinderboek in de schijnwerpers, maar ook alle vormen van lezen staan tijdens deze dagen centraal. Lezen is belangrijk, omdat het
DE KERN
vormt van vrijwel alle
activiteiten die uw kind op school onderneemt.
Mooi Voorlezen Deze vaardigheid komt tijdens deze week aan bod in de Voorleeswedstrijd van de Kinderboekenweekl Tijdens deze ‘WEDSTRIJD’ wordt er specifiek op de volgende aspecten gelet: - wordt er tijdens het voorlezen oogcontact gehouden met het ‘publiek’? M.a.w. kijkt de leerling regelmatig de klas aan, tijdens het lezen. - Wordt er duidelijk en verstaanbaar voorgelezen, zodat het ook achterin de klas nog goed te verstaan en te volgen is? D,w,z, wordt er goed gearticuleerd en niet te snel of mompelend voorgelezen? - Kun je horen dat er rekening gehouden wordt met de interpunctie? Zijn er rusten/pauzes bij komma’s en punten ingelast? - Wordt er rekening gehouden met intonatie en de zinsmelodie?
BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Uiteindelijk komen dan de drie beste leerlingen tegen elkaar uit in de finale. De winnaar krijgt dan het officiële Voorleesdiploma van de Kinderboekenweek uitgereikt. Alle finalisten krijgen tevens een klein presentje van de school.
THUIS LEZEN, SAMEN MET UW KIND De Kinderboekenweek is wellicht een prima gelegenheid om ook thuis een extra impuls aan het lezen te geven. Het is niet alleen gezellig en leuk, maar tevens ook een manier om eens, samen met uw kind, een duik te nemen in zijn of haar fantasie- en belevingswereld.
Begrijpen wat je leest Waar het bij het lezen eigenlijk om gaat,is dat het tot je doordringt wat er staat. En dat geeft je dan informatie, of het bezorgt je plezier. Er zijn verschillende manieren waarop u uw kind kunt helpen om te begrijpen wat het leest. Het is daarbij de bedoeling dat uw kind kan zeggen wat het verband is tussen bepaalde gebeurtenissen in het verhaal. Het mag bij het navertellen niet klakkeloos het verhaal herhalen. Lukt dat niet goed, dan kunt u onder meer het volgende doen:
BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 - Lees uw kind eerst (een stuk van) de tekst voor en praat samen over de inhoud. Laat uw kind dan zelf de tekst lezen. - Zet in de tekst na elke vijf zinnen een potloodstreep. Laat uw kind bij zo’n streep telkens even stoppen en in eigen woorden vertellen wat er in de laatste vijf zinnen gebeurd is. Als dat moeite kost, helpt u het op weg. - Leg moeilijke begrippen die in de tekst voorkomen van tevoren uit, zodat daarover tijdens het lezen geen misverstanden kunnen ontstaan. - Wijs uw kind op bijzondere dingen die gebeuren in het verhaal. - Stel regelmatig vragen als: “Snap jij waarom ze dat zo doen?” “Waarom doet hij dat?” - Probeer uw kind achteraf vragen te stellen over de inhoud van de tekst.
Woordenschat vergroten Ook al worden kinderboeken speciaal voor bepaald leeftijdscategorieën geschreven, toch kunnen ze woorden bevatten die uw kind moeilijk vindt om te lezen, te onthouden, te begrijpen of uit te spreken. Het is voor u –als ouder- dan ook belangrijk om te weten welke strategieën daarbij op school worden toegepast. Deze strategieën hebben betrekking op het achterhalen en het onthouden van woordbetekenissen. Hoe uitgebreider de woordenschat van uw kind is, hoe gemakkelijker hij teksten kan lezen en begrijpen. Ook kan hij een uitleg op school beter volgen en zijn eigen gedachten en gevoelens beter onder woorden brengen. Eerst leerde uw kind de betekenis van nieuwe woorden met behulp van plaatjes, door een beschrijving of uit de context van een verhaal. Ook leerde hij de betekenis van woorden door ze in stukken te verdelen (aanrechtblad =
AANRECHT EN BLAD).
Het onthouden van woorden werd
geoefend door woorden aan elkaar te verbinden, bijvoorbeeld met een WOORDWEB.
In groep 5 leert uw kind dat er nog meer manieren zijn om de
betekenis van woorden te onthouden.
BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8
Woordparen Uw kind leert woorden onthouden door het maken van woordparen, bijv. met woorden die hetzelfde (SYNONIEMEN) of het tegengestelde (ANTONIEMEN) betekenen. Voorbeeld van een oefening met woordparen: - NADEREN betekent hetzelfde als ………… (DICHTERBIJ KOMEN); - het tegenovergestelde van NADEREN is …….. (WEGGAAN).
Informatie uit beeldmateriaal Uw kind leert ook dit jaar weer met behulp van plaatjes de betekenis te vinden van nieuwe woorden. In het werkboek staan bijvoorbeeld een aantal woorden en plaatjes. De opdracht is dan om bij elk plaatje het juiste woord te kiezen en de betekenis op te schrijven.
BIJLAGE bij de Website voor Groep 6, 7, 8 Hij leert hierdoor dat op een tekening verschillende dingen kunnen worden uitgelegd: hoe iets er uitziet, wat er gebeurt of over wie het gaat. Deze informatie helpt hem om meer zicht te krijgen op het verband tussen beeldmateriaal en tekst. Zo kun je op een pictogram bijvoorbeeld zien waar je naar toe moet en wat je wel of niet kunt doen.
Tips Een leuke manier om woorden te onthouden is door er raadspelletjes mee te doen. U kunt samen met uw kind om de beurt iets over een woord vertellen of uitbeelden, zonder het woord zelf te noemen. De ander moet dan het juiste woord raden. Of maak met uw kind woordkaartjes van kleine stukjes karton of papier. Op de ene kant schrijft u het woord en op de andere kant zet u de betekenis van het woord (een omschrijving of plaatje). Met deze woordkaartjes kun je allerlei spelletjes spelen.
Het kan ook anders Eigenlijk leert uw kind voortdurend nieuwe woorden, denk aan de spreekbeurten en leeslessen. Zelfs bij een vak als rekenen zal uw kind veel nieuwe woorden leren. De woorden die uw kind op school leert, kunnen per taalmethode verschillen. Elke methode maakt voor haar lessen een keuze uit een lijst met de meest gebruikte Nederlandse woorden. Het kan dus gebeuren dat uw kind met woorden thuiskomt die een ander kind van dezelfde leeft (nog) niet kent.