Bijlage 10 Visie Rope Rescue Team Versie juni 2014
Inhoudsopgave
Inhoud Inhoudsopgave ........................................................................................................................................ 2 1
Opbouw rapportage ........................................................................................................................ 4
2
Afbakening....................................................................................................................................... 5 Begrippen ............................................................................................................................................ 5 Afbakening opdracht ........................................................................................................................... 5
3
Rope Rescue Team .......................................................................................................................... 6 Inleiding ............................................................................................................................................... 6 Wet en regelgeving ............................................................................................................................. 6 Bepakking voertuigen .......................................................................................................................... 7
4
VRZeeland en RRT anno 2013 ......................................................................................................... 8 Inleiding ............................................................................................................................................... 8 Historie ................................................................................................................................................ 8 Samenstelling ploeg ............................................................................................................................ 9 Opkomsttijden ..................................................................................................................................... 9 Materialen en voertuigen.................................................................................................................... 9 Kosten RRT......................................................................................................................................... 10
5
Risicogebieden in Zeeland en daadwerkelijke inzetten ................................................................ 11 Risicogebieden................................................................................................................................... 11 Daadwerkelijke incidenten ................................................................................................................ 13 Overig ................................................................................................................................................ 14 Conclusie ........................................................................................................................................... 15
6
Analyse huidige situatie................................................................................................................. 16 Risico’s ............................................................................................................................................... 16 Opkomsttijd ....................................................................................................................................... 16 Paraatheid en toekomstbestendigheid ............................................................................................. 16 Kosten ................................................................................................................................................ 16 Conclusies bestaande situatie ........................................................................................................... 16
7
Landelijke ontwikkelingen ............................................................................................................. 17 SOM ................................................................................................................................................... 17 Visie Rope Rescue Team
2
Andere regio’s ................................................................................................................................... 17 8
partners ......................................................................................................................................... 18 Inleiding ............................................................................................................................................. 18 België ................................................................................................................................................. 18 Derden ............................................................................................................................................... 18 Private partijen .................................................................................................................................. 18
9
Visie vanuit vakinhoudelijk perspectief ......................................................................................... 19 Inleiding ............................................................................................................................................. 19 Samenvatting en advies .................................................................................................................... 19
10
Bijlage standaard bepakking...................................................................................................... 20
11
Bijlage SOM Specialismen: niveaus ........................................................................................... 24
Visie Rope Rescue Team
3
1
Opbouw rapportage
Om te komen tot een visie op het Rope Rescue Team (RRT) is allereerst een duidelijke afbakening van de opdracht geformuleerd. Deze afbakening is beschreven in hoofdstuk 2. Vervolgens is in hoofdstuk 3 beschreven wat de verantwoordelijkheid van de Veiligheidsregio Zeeland is bij het type ongevallen waarbij het RRT wordt ingezet. Op dit moment heeft de VRZ een RRT operationeel. Deze organisatie wordt beschreven in hoofdstuk 4. Om een antwoord te kunnen geven op de vraag of er een organisatie als het RRT nodig is, is geïnventariseerd wat de risico’s en risicogebieden in Zeeland zijn en hoe vaak er daadwerkelijk inzetten zijn geweest. Dit alles is beschreven in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 wordt een analyse van de huidige situatie opgesteld: de conclusies op basis van de gegevens in de hoofdstukken 3, 4 en 5. In Nederland is in de afgelopen jaren een aantal ideeën ontwikkeld over de landelijke inzetbaarheid. Deze ontwikkelingen zijn op hoofdlijnen beschreven in hoofdstuk 7. Mogelijk kan de VRZ samenwerken met andere partijen bij het in stand houden van een RRT. In hoofdstuk 8 wordt hier nader op ingegaan. In hoofdstuk 9 wordt op basis van de voorgaande hoofdstukken een visie op het RRT geformuleerd. Deze visie is opgesteld vanuit het vakinhoudelijke perspectief.
Visie Rope Rescue Team
4
2
Afbakening
In deze studie worden een aantal begrippen gehanteerd. In dit hoofdstuk worden deze begrippen nader verklaard en wordt met behulp van deze begrippen vervolgens aangegeven hoe deze opdracht is afgebakend (in geografisch opzicht en vanuit taken).
Begrippen Werken op hoogte Vanaf 2,50 meter spreekt men van werken op hoogte. Dan zijn er specifieke maatregelen ter voorkoming van valgevaar nodig. Rope Rescue Team Een team (door opleiding en beschikbare uitrusting) gespecialiseerd in het redden van personen uit moeilijk bereikbare plaatsen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van klimtechnieken en – uitrustingen.
Afbakening opdracht Deze opdracht concentreert zich op de risico’s en daadwerkelijke inzetten van een Rope Rescue Team in de provincie Zeeland. Inzetten en mogelijke taken buiten de provincie zullen in deze rapportage waar van toepassing aangehaald worden. Deze vormen niet de basis van de analyse en het advies.
Visie Rope Rescue Team
5
3
Rope Rescue Team
Inleiding In dit hoofdstuk wordt de relevante wet- en regelgeving aangehaald voor werken op hoogte en aangaande de taken van de brandweer.
Wet en regelgeving In de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) is in artikel 3 verwoord wat tot de brandweerzorg behoort: Artikel 3 1.Tot de brandweerzorg behoort: a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt; b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand. Het redden van mensen vanuit een moeilijk bereikbare positie is een taak die onder artikel 3.1.b valt. Hierbij is formeel wel onderscheid te maken in het evacueren van een stabiele patiënt vanuit een moeilijke positie waar geen acuut gevaar dreigt of het evacueren van een instabiele patiënt uit een gevaarlijke of bedreigende situatie. In het Besluit veiligheidsregio’s is vastgelegd wat eisen zijn die gesteld kunnen worden aan brandweereenheden die werkzaamheden als ‘redden op hoogte’ uitvoeren. Besluit veiligheidsregio’s Artikel 3.1.3 1. Een ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte bestaat uit: a. een bevelvoerder of een manschap, en b. een chauffeur, tevens voertuigbediener. 2.
De eenheid is belast met:
a. het redden van mensen en dieren op hoogte; b. ondersteuning van basisbrandweereenheden bij het blussen op hoogte, en c. het verlenen van hulp op hoogte. 3.
De eenheid beschikt over een redvoertuig met uitrusting.
Artikel 3.2.2 Het bestuur van de veiligheidsregio stelt vast voor welke objecten de inzet van een ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte altijd noodzakelijk is. Het bestuur stelt bij deze objecten voor de ondersteuningseenheden dezelfde opkomsttijden vast als voor de basisbrandweereenheden. Artikel 3.3.1 Bij ministeriële regeling kunnen ten behoeve van de standaardisatie en uitwisselbaarheid eisen worden gesteld aan het materieel en de uitrusting van de basisbrandweereenheden, de ondersteuningseenheden voor hulpverlening en de ondersteuningseenheden voor redden en blussen op hoogte. De voorschriften uit het besluit beperken zich tot redvoertuigen (autoladder of hoogwerker). In het standaardbestek (versie 2013) is aangegeven welk gereedschap in een HV en een RV nodig is voor het werken op hoogte: zie bijlage. Visie Rope Rescue Team
6
Arbo-wet Vanaf 2,50 meter spreekt men van werken op hoogte. Dan zijn er specifieke maatregelen ter voorkoming van valgevaar nodig. Een val vanaf deze hoogte kan ernstige gevolgen hebben. Bij werk op een hoogte van minder dan 2,50 meter is valbeveiliging ook verplicht wanneer er sprake van een verhoogd valrisico is, bijvoorbeeld bij werken boven water, op verkeerswegen of nabij uitstekende delen. Valgevaar dient altijd – bij elke hoogte – in een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) te worden meegenomen als een potentieel risico. Zie het Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 3.16. Verantwoordelijkheden werkgever Bij de omschreven risico’s in deze rapportage heeft een belangrijk deel van de risico’s betrekking op objecten waar personen werkzaamheden in verrichten: bijvoorbeeld scheepsruimen, gondels van windmolens. Zo staat in het arbobesluit (artikel 3.6): Doeltreffende maatregelen zijn genomen teneinde het mogelijk te maken dat de werknemer, indien een toestand ontstaat waarin direct gevaar voor zijn veiligheid of gezondheid aanwezig is, zich snel via de kortst mogelijke weg in veiligheid kan stellen.
Bepakking voertuigen In het Voorschrift Standaardbepakking (opgesteld door het IFV), versie december 2013, is aangegeven voor een tankautospuit, een redvoertuig en een hulpverleningsvoertuig welke materialen aanwezig moeten zijn voor het ‘werken op hoogte’: zie onderstaande paragrafen. Deze materialen zijn niet toereikend voor het toepassen bij de ‘klussen’ als uitgevoerd door een RRT. In bijlage 10 is aangegeven welke materialen voorzien zijn in de standaardbepakking.
Visie Rope Rescue Team
7
4
VRZeeland en RRT anno 2013
Inleiding Het Rope Rescue Team wordt in dit hoofdstuk beschreven op de volgende elementen: Samenstelling ploegen Opkomsttijden Materialen en voertuigen Kosten Eerst wordt beschreven hoe het Rope Rescue Team is ontstaan.
Historie Het Rope Rescue Team (RRT) is sinds januari 2011 operationeel en is om een aantal redenen opgericht. Allereerst waren het de risico’s in het industriegebied Kanaalzone die hiervoor de aanleiding waren zoals hoge installaties en kranen. Ook andere, moeilijk bereikbare plaatsen als scheepsruimen en bouwputten. Daarnaast werd het, vanaf het moment dat het RRT operationeel werd, mogelijk alle daksets en redmaterialen van de andere voertuigen af te halen: bij incidenten waarbij brandweermannen op hoogte moesten werken kon vanaf dat moment het RRT ingezet worden. Dit gaf een grote financiële besparing naast het feit dat de lokale brandweermensen niet meer moesten worden getraind in het werken met de hoogte materialen. De materialen voor het RRT werden gefinancierd uit het niet meer aanschaffen van eerder genoemde daksets en het niet meer voorzien in trainingen hiervoor. Opzet team Bij de opzet van het team is gekozen om samenwerking te zoeken met de politie Zeeland die met haar ROG (Regionale Ondersteunings Groep) al aan werken op hoogte deed. Door deze samenwerking was de inzetbaarheid geborgd. Vanaf 2011 is het team operationeel en levert de politie bij inzetten steeds 2 opgeleide mensen (via een piket). De brandweer heeft 8 opgeleide medewerkers. Vanuit de brandweer is geen piket geregeld: opkomst bij een alarm is op basis van vrije instroom. Door de combinatie van deze twee groepen was er voldoende potentieel om op basis van vrije instroom de dekking te garanderen. De politie zorgde voor de persoonlijke uitrusting van de politiemensen en de brandweer voor het voertuig en het specialistische materiaal en de persoonlijke uitrusting voor de brandweermensen. Opleidingen en oefeningen zijn samen doorlopen. Voor de opleiding is destijds gekozen voor opleidingsinstituut Ascent. Nieuw opleidingsinstituut In 2013 is een keuze gemaakt om over te stappen naar een nieuw opleidingsinstituut Rescue 3 waarbij men zich nog meer specialiseert op het redden van personen. Deze training is via het trainingscentrum (IBT) van de politie in Nieuwdorp verzorgd en heeft de VRZ weinig geld gekost. Door de overstap naar deze nieuwe opleider zijn de jaarlijkse opleidingskosten lager. De jaarlijkse opleiding is nodig om de medewerkers gecertificeerd te houden.
Visie Rope Rescue Team
8
Samenstelling ploeg Sinds 2011 bestaat de ploeg uit 16 personen: 8 medewerkers van de VRZeeland en 8 van de politie. Door het besluit van de politie om niet meer te participeren in het RRT valt een belangrijk deel van het team weg. Om operationeel te kunnen blijven zal uitbreiding van het aantal opgeleide brandweermedewerkers nodig zijn. Voor een verantwoorde inzet van het team zijn steeds minimaal 4 (tot 6) medewerkers nodig. In het project SOM is deze omvang ook gehanteerd. Om gegarandeerd minimaal 4 personen te kunnen leveren zijn (uitgaande van een garantiefactor van 300%) in totaal minimaal 12 opgeleide medewerkers nodig. In deze rapportage wordt voor calculaties steeds met gerekend met 12 personen.
Opkomsttijden Het RRT is gestationeerd in Terneuzen. Uitgaande van een uitruktijd van 10 minuten is in onderstaande kaart aangegeven wat de opkomsttijd van het team is voor de risicogebieden in Zeeland (zie hoofdstuk 5 voor deze gebieden). Deze risicogebieden worden over het algemeen binnen het uur bereikt. De gehele provincie kan binnen 1,5 uur bereikt worden.
Materialen en voertuigen Het RRT beschikt over een specialistische uitrusting. Deze uitrusting is als volgt opgebouwd: Persoonlijke uitrusting per medewerker: kleding en klimuitrusting Groepsuitrusting Apparatuur: verbindingsmiddelen, verlichting, meetapparatuur (voor als bijvoorbeeld gewerkt wordt in een besloten ruimte) Vervoer Visie Rope Rescue Team
9
Deze apparatuur is bij de opstart van het team aangeschaft door de brandweer. Het stoppen van de politiedeelname heeft daarom geen invloed op het materiaal.
Kosten RRT De kosten voor het RRT zijn momenteel niet eenduidig uit de begroting en jaarrekening van de VR Zeeland te herleiden. Op basis van benchmarking en de opgave van het team is een kostenoverzicht opgesteld. Bij de calculatie is uitgegaan van een team bestaande uit 12 opgeleide medewerkers van VRZeeland en worden de gemiddelde kosten per jaar berekend. Deze kosten worden vergeleken met de kosten die gemaakt zouden worden door de VRZeeland indien het team zou bestaan uit politiemedewerkers en brandweermedewerkers. Door het besluit van de politie om niet meer te participeren in het RRT zal bij voortzetting van het team in de eerste jaren een additionele, initiële opleidingsinspanning geleverd moeten worden. Deze inspanning is niet in onderstaand overzicht opgenomen. In dit overzicht is uitgegaan van een gelijkmatig verloop van 5% per jaar en de daar bij horende opleidingsinspanning om het team op sterkte te houden. In de praktijk ligt het verloop binnen het RRT veel lager.
Onderdeel
Opbouw Aantal medewerkers VRZeeland
Opleiding
Opleidingskosten per persoon: € 550 per jaar voor behoud certificering Verloop van 5% per jaar. Initiële opleiding: €2.000/persoon 50 oefenuren per jaar, 12 personen Zie paragraaf materieel voor opbouw Rente 2% 5% van de aanschafwaarde per jaar voor onderhoud van het materieel Aanschafwaarde € 40.000 (incl btw) Rente 2,5%, afschrijving 8 jaar
Oefenen Materieel
Vervoer
Totaal per jaar Management 0,1 fte a € 50.000 per fte/jaar en beleid Totaal incl management en beleid Meerkosten (per jaar) voor VRZeeland door terugtrekken politie
Geschatte kosten uitgaande van samenwerking met politie 8
Geschatte kosten uitgaande van een zelfstandig team VRZeeland 12
€ 5.000
€ 6.700
€800
€1.200
€ 8.700 € 9.300
€ 13.000 € 12.000
€ 5.500
€ 5.500
€ 29.300
€ 38.400
€ 5.000
€ 5.000
€ 34.300
€ 43.400 € 9.100
De kosten samenhangend met het RRT waren door de samenwerking met de politie naar schatting € 34.300 per jaar. Deze kosten zullen door het stopzetten van de samenwerking met de politie met circa € 9.100 per jaar stijgen tot circa € 43.400 per jaar totaal.
Visie Rope Rescue Team
10
5
Risicogebieden in Zeeland en daadwerkelijke inzetten
Risicogebieden In het landelijke project ‘Specialistisch Optreden op Maat’ (SOM, zie ook paragraaf 0 in dit rapport) is omschreven in welke omstandigheden en in welk soort gebieden of situaties de reguliere inzetmogelijkheden van de brandweer niet toereikend zijn. RRT’s kunnen een toegevoegde waarde hebben op moeilijk bereikbare plaatsen (bij het bouwen van fabrieken en flats, en het onderhouden van industriële installaties) en slecht bereikbare locaties voor redvoertuigen. Naast beperking in hoogte zijn de redvoertuigen namelijk niet overal inzetbaar omdat de locatie moeilijk bereikbaar is, de ondergrond niet geschikt is voor deze zware voertuigen, of omdat de evacué op een lastige plek ligt (bijvoorbeeld een scheepsruim). Zwaartepunten liggen bij havens, grote bouwwerken (infrastructureel, industrie) en grote concentraties hoogbouw. In het project SOM is gesteld dat reddingen tussen de -7 meter en +30 meter voor verantwoordelijkheid van de regio zijn. Buiten deze grenzen, of wanneer een locatie niet bereikbaar is voor een redvoertuig is in het project de inzet van een RRT aanbevolen. Deze classificatie is ook aangehouden om in Zeeland risicogebieden aan te kunnen duiden. In onderstaande kaart zijn deze rood omcirkeld. Kenmerken van de objecten in deze gebieden zijn:
Grote, hoge tanks, silo’s Diepe ruimten (scheepsruim, kelders, bouwputten, grote sluizencomplexen) Hoge masten (hoogspanning, gsm-masten) Windmolens Hoge gebouwen (glazenwassersinstallaties, liften in aanbouw) Stromend water (rioleringen, stuwen, drijfzand)
Visie Rope Rescue Team
11
Kaart 1 Risicolocaties Risico’s in deze gebieden zijn:
Beperkte toepassingsmogelijkheden van hoogwerker en redvoertuig in hoogte, diepte en bereikbaarheid van objecten (tanks, constructies). Redding van industriële werkers (kraanmachinisten, werkers hoogspannings-/gsm masten, glazenwassers, windmolens) gelet op alle industriële complexen in de omgeving. Evacuatie over moeilijk terrein (hellingen, instortingen, duinen, dijken) Evacuatie uit hoge gebouwen en uit liften Ontsnapping uit gebouwen/hoogwerkers/werkbakken Assisteren ambulancepersoneel met transport vanaf lastig te betreden locaties Redding van angstige en/of suïcidale personen uit masten Redding uit besloten ruimtes (riolen, silo’s, scheepsruimen, kelders, tanks) Redding uit stromend water ( rivieren, stuwen, riolen, havens, overstromingsgebieden, drijfzand)
Zoals in hoofdstuk 3 is gemeld heeft een werkgever de plicht om de ontvluchting vanaf de werkplek te regelen. Over het algemeen is de ontvluchting in bovenstaande situaties geregeld, uitgaande van een valide, gezond persoon. (Verantwoorde) evacuatie van een gewonde is vaak moeilijk. In bovengenoemde risicolocaties kunnen zich de volgende typen incidenten voordoen: Een persoon ligt op een moeilijk bereikbare plaats, is (door ambulancepersoneel) gestabiliseerd maar kan moeilijk vanuit de incidentlocatie geëvacueerd worden. Zorgvuldig en deskundig handelen is belangrijk, tijdsdruk is er minder; Een persoon ligt op een moeilijk bereikbare plaats, is (door ambulancepersoneel) niet goed te stabiliseren (of door ambulancepersoneel niet te bereiken), kan moeilijk vanuit de incidentlocatie geëvacueerd worden, maar moet snel naar een ziekenhuis. Zorgvuldig en deskundig handelen is belangrijk, tijdsdruk is hoog;
Visie Rope Rescue Team
12
Een persoon ligt op een moeilijk bereikbare plaats, is (door ambulancepersoneel) niet goed te stabiliseren door de gevaren op de locatie en moet snel geëvacueerd worden. Zorgvuldig en deskundig handelen is belangrijk, tijdsdruk is zeer hoog, mede vanwege de veiligheid van de hulpverleners.
Daadwerkelijke incidenten In de vorige paragraaf is beschreven wat de risicogebieden zijn in Zeeland In deze paragraaf wordt op basis van de daadwerkelijke uitrukken beschreven hoe vaak het RRT daadwerkelijk is ingezet. Vanaf de start van het RRT in 2011 zijn de volgende inzetten gedaan (zie ook kaart): Actie Bergen van 2 dodelijke slachtoffers van grote hoogte op Yara Dienstverlening kerkklokken Redden van een jonge zeehond uit de zeewaterinlaat Kitesurfer met rugletsel in duinpan Persoon met deltavlieger in boom Reanimatie in bouwput Persoon aan kerktoren Persoon gewond in gondel windmolen 2 personen vast in lift op Gear Bulk schip Schoorsteen die dreigt te vallen bij storm op Schuttershofgebouw geborgd Liftkooi die bij storm naar beneden dreigt te waaien op Waterfront terug op fundatie gezet en geborgd. Persoon gevallen in ruim van schip eruit gehaald. Schip was aan het laden bij Mammoet in de Autrichehaven Persoon naar beneden gevallen in silo
Visie Rope Rescue Team
locatie Sluiskil Hulst Dow, Terneuzen Zoutelande Zoutelande Sluiskiltunnel Kruiningen Rilland Nieuwdorp Terneuzen Terneuzen Westdorpe Westdorpe
13
Kaart 2 Inzetlocaties RRT Zoals uit bovenstaand overzicht blijkt is het team in de afgelopen 3 jaar 13 keer ingezet voor uiteenlopende incidenten: Categorie Evacuatie persoon Reanimatie op moeilijk bereikbare locatie Berging slachtoffer Redden dier Zekeren gebouwdelen Totaal
Aantal 7 1 1 1 3 13
Overig In de vorige paragraaf is het aantal daadwerkelijke incidenten genoemd waarbij het RRT is ingezet. Er doen zich meer incidenten in Zeeland voor waarbij de inzet van het RRT nuttig gewest had kunnen zijn, maar waarbij het RRT niet is gealarmeerd. Deze incidenten hadden vermoedelijk veiliger en sneller opgelost kunnen worden door de inzet van het RRT. Er is geen indicatie te geven van het aantal. Door de mogelijkheden van het RRT beter onder de aandacht van de Officieren van Dienst (OvD) te brengen kan vermeden worden dat in een aantal situaties onveilig gewerkt wordt. Vanaf 2012 wordt vanuit het opleidingsinstituut van de VRZ veelvuldig een beroep gedaan op mensen uit het RRT om les te geven bij de opleiding Manschap A op het onderdeel werken op hoogte en positionering. Hiervoor zijn de RRT-mensen de enige bevoegde mensen binnen de VRZ. Visie Rope Rescue Team
14
Conclusie In Zeeland is een aantal gebieden waar de brandweer met de reguliere voorzieningen mensen (en dieren) niet kan evacueren. Belangrijke plaatsen: windmolens, scheepsruimen en sluizencomplexen. In de afgelopen 3 jaar is het RRT 13 keer ingezet. Hiervan hadden 7 inzetten betrekking op het evacueren van personen, 1 inzet op het reanimeren.
Visie Rope Rescue Team
15
6
Analyse huidige situatie
Risico’s Er zijn risicogebieden: gebieden waar de brandweer met reguliere hulpmiddelen en technieken geen personen kan evacueren. Het RRT wordt gemiddeld 4 keer per jaar ingezet waarvan 50% betrekking heeft op het evacueren van personen.
Opkomsttijd Er is geen wettelijk vastgelegde opkomsttijd voor RRT. Op basis van vrije instroom is het team vanuit Terneuzen binnen 70 minuten in de risicogebieden aanwezig. Binnen de 90 minuten kan de gehele provincie bereikt worden. Deze (conservatieve) opkomsttijden zijn nog te verkorten.
Paraatheid en toekomstbestendigheid Het huidige team is door het vertrek van de politie (te) klein en zal moeten uitbreiden om ‘toekomstbestendig’ te worden. De huidige bezetting is te klein om een gegarandeerde opkomst te kunnen bieden. Door uitbreiding van het team met 4 personen kan het RRT weer toekomstbestendig worden. Deze uitbreiding is naar verwachting snel te realiseren: er zijn voldoende potentiële kandidaten.
Kosten Het in standhouden van een zelfstandig RRT vraagt gemiddeld per jaar circa € 43.400. Om op de gewenste sterkte te komen zal (om het verlies van de door de politie ingebrachte capaciteit) een investering in opleiding van nieuwe medewerkers nodig zijn. De meerkosten ten opzichte van de voorgaande jaren bedragen circa € 9.100 per jaar.
Conclusies bestaande situatie Het RRT van de VRZeeland wordt 4 keer per jaar ingezet. In 8 gevallen (2,6 inzetten per jaar) betrof het een inzet waarbij personen betrokken waren (evacuatie vanuit moeilijk bereikbare posities). Zonder inzet van het RRT was voor de evacuatie van de betrokken personen minstens een veelvoud van de tijd nodig geweest. Deze extra tijd kan de overlevingskans of herstelperiode van de betrokkenen nadelig beïnvloed hebben. De kosten bedragen naar schatting € 43.400 /jaar. De meerkosten ten opzichte van de begroting 2013 (door het terugtrekken van de politie) bedragen circa € 9.100 per jaar. Om het RRT van de VRZeeland inzetbaar te houden zal (door het terugtrekken van de politie) een uitbreiding van het team nodig zijn.
Visie Rope Rescue Team
16
7
Landelijke ontwikkelingen
SOM In het landelijke project Specialistisch Optreden op Maat (SOM) (2012) is een inventarisatie gemaakt van de specialistische taken van de brandweer in Nederland en is een voorstel gedaan hoe de specialismen te organiseren. Het ‘werken op hoogte’ is één van de specialismen die in dit project is onderzocht. Het Rope Rescue Team van VRZeeland is in dit onderzoek betrokken. Op basis van de eindrapportage van SOM is door de Raad van Regionaal Commandanten in 2013 besloten om ‘werken op hoogte’ als een ‘regionaal specialisme’ te beschouwen (zie bijlage voor een definitie van de verschillende niveaus van specialismen). Regionale Basisbrandweerzorg Onder regionale basisbrandweerzorg verstaan we de slagkracht, gedefinieerd in capaciteit, opkomsttijd en inzetduur door een regionale brandweer zelfstandig op te brengen. De regionale slagkracht is gebaseerd op de risico’s in het verzorgingsgebied tezamen met de bestuurlijke afweging over de af te dekken risico’s. Iedere veiligheidsregio dient deze afweging te maken, zoals bepaald is in de Wet veiligheidsregio’s (artikelen 14 en 15). Het standpunt ten aanzien van dit specialisme van de RRC is als volgt: ‘Werken op hoogte’ is geen landelijk specialisme maar regionaal. De regio besluit zelf op basis van de risico’s in het verzorgingsgebied of en welke specialismen nodig zijn;
Zo mogelijk vindt interregionale afstemming plaats op het gebied van uitrusting en opleiding;
In ieder geval wisselen de verschillende regio’s kennis en expertise uit;
De regio’s bestuderen nadrukkelijk de mogelijke inzet van derden bij dit type inzetten.
Naar aanleiding van reacties uit het land betreffende inzetten van Rope Rescue Teams staan deze teams weer op de agenda bij Specialistisch optreden Brandweer Nederland. Hier speelt toch weer de gedachte om teams landelijk in te zetten en deze ook financieel daarvoor te compenseren.
Andere regio’s In Nederland hebben de volgende regio’s een Rope Rescue Team: Rotterdam Rijnmond Brabant Zuid-Oost Utrecht Vanuit de veiligheidsregio Midden en West-Brabant is in 2011 bij de gemeente Terneuzen aangeklopt of Terneuzen naast Eindhoven ondersteuning wilde geven aan deze regio. Dit is destijds ook overlegd met de toenmalige regionaal commandant en hier heeft Terneuzen destijds akkoord op gegeven. Om tot een landelijk dekkend systeem te komen hebben de vier teams een systeem opgezet en een indeling van werkgebieden gemaakt. Op basis van opkomsttijden is het werkgebied voor het team van VRZeeland de gehele provincie Zeeland plus West-Brabant tot aan de A16.
Visie Rope Rescue Team
17
8
partners
Inleiding Het RRT was een samenwerking met de politie. Door het stopzetten van de samenwerking kan er gezocht worden naar andere partners. Daar is momenteel nog geen feitelijk onderzoek naar gedaan. In dit hoofdstuk worden mogelijke partners genoemd en een inschatting van mogelijkheden beschreven.
België In België zijn diverse RED-teams aanwezig (onder andere in Gent, Antwerpen, Knokke-Heist). Deze teams zouden een toegevoegde waarde kunnen hebben voor Zeeuws-Vlaanderen. De opkomsttijden worden wel verlengd met minimaal 15 tot 30 minuten. Of en hoe eventuele bijstand of inzetten geregeld kunnen worden, zal nader uitgezocht moeten worden.
Derden De Koninklijke Marine, Defensie en het KLPD beschikken ook over teams die vergelijkbare werkzaamheden kunnen verrichten. Er zijn nog geen afspraken gemaakt over mogelijke inzetbaarheid ervan. Verwacht wordt dat deze teams inzetbaar zijn na enkele uren en mits er geen werkzaamheden zijn voor hen vanuit hun primaire taak. Deze teams kunnen daarom een meerwaarde hebben bij grootschalige en langdurige inzetten. USAR-NL (Urban Search And Rescue) beschikt eveneens over medewerkers die deze technieken beheersen. Ook voor USAR geldt dat inzet mogelijk is na enkele uren: USAR kan daarom een meerwaarde hebben bij grootschalige en langdurige inzetten.
Private partijen Er zijn private partijen die de taken uit kunnen voeren die een RRT uitvoert. De opkomsttijden die een RRT realiseert, kunnen niet door deze private partijen geboden worden. Daarnaast zal voor de inzet (en paraatheid) eveneens een vergoeding betaald moeten worden.
Visie Rope Rescue Team
18
9
Visie vanuit vakinhoudelijk perspectief
Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van de conclusies uit de voorgaande hoofdstukken een visie geformuleerd.
Samenvatting en advies Samenvattend Op basis van de voorgaande hoofdstukken zijn de voorlopige conclusies: Het RRT heeft een toegevoegde waarde bij het evacueren van personen vanuit moeilijk bereikbare situaties.
In Zeeland is een aantal risicogebieden aanwezig: de kans op ongevallen waarbij personen moeilijk bereikbaar en moeilijk te evacueren zijn is in deze gebieden aanwezig.
Andere teams hebben een langere opkomsttijd (RRT VRZeeland tot 90 minuten, andere brandweerteams1 circa 120 tot 150 minuten, Marine/USAR vanaf circa 4 uur). In de risicogebieden in Zeeland kan het RRT binnen 70 minuten aanwezig zijn.
Het is een bestuurlijke afweging of het in stand houden van het RRT in Zeeland tegen de geschetste kosten opweegt tegen het aantal inzetten per jaar. Aantal daadwerkelijke inzetten 4 per jaar;
Waarvan 2,6 inzetten per jaar waarbij gewonden zijn geëvacueerd;
Kosten structureel € 48.400 per jaar, waarvan structureel € 9.100 meerkosten ten opzichte van 2013 (veroorzaakt door het stoppen van de politiedeelname aan het team). Het opheffen van het team zal waarschijnlijk tot een besparing in de ordegrootte van structureel € 34.000 per jaar leiden. Deze kosten zijn gebaseerd op benchmarking. Een actueel inzicht in de daadwerkelijke kosten van het Zeeuwse team zijn momenteel niet beschikbaar.
Advies Landelijk speelt ook de discussie over de RRT’s. In afwachting van de uitkomsten van deze discussie lijkt het aangewezen het Zeeuwse team in stand te houden, zeker gezien de beperkte meerkosten voor de komende jaren. Vervolgens kan bepaald worden vanuit de uitkomsten van de discussies over RRT’s of een eigen Zeeuws team gehandhaafd blijft; of het Zeeuwse team wordt geïntegreerd in een landelijk model of oplossing (inclusief financiering); of dat het Zeeuwse team wordt opgeheven omdat er een (landelijk) alternatief komt. Er is alleen geen duidelijkheid te geven over de termijn waarop deze landelijke discussie afgesloten wordt.
1
In de afgelopen jaren is er tussen de verschillende RRT’s veel overleg geweest en samengewerkt om een landelijk netwerk op te zetten (zie ook het hoofdstuk over SOM). Andere regio’s hebben aangegeven een eventuele beëindiging van het Zeeuwse team niet zonder meer op te willen vangen.
Visie Rope Rescue Team
19
10
Bijlage standaard bepakking2
In het Voorschrift Standaardbepakking (opgesteld door het IFV), versie december 2013, is aangegeven voor een tankautospuit, een redvoertuig en een hulpverleningsvoertuig welke materialen aanwezig moeten zijn voor het ‘werken op hoogte’: zie onderstaande paragrafen. Deze materialen zijn niet toereikend voor het toepassen bij de ‘klussen’ als uitgevoerd door een RRT. Tankautospuit Aantal Benaming 2x
Fullbody harnas
2x
Eén werklijn met lijnklem
2x
Vanglijn*1
Opmerking *1 vanglijn
Toevoeging Werken op hoogte, zie bijlage 9 met deze harnassen is het mogelijk zowel gebruik te maken van positioneren en het toepassen van valbescherming. is een enkellijnssysteem en bestemd voor werken op een horizontaal vlak; is positioneren op hoogte. bijv. korte lijn 1,5 - 2 m, valdemper en steigerhaak Benaming Toevoeging is een compact valbeveiligingsysteem en kunnen werken met vertikaal karakter uitgevoerd worden, bijv. vanuit ladderkooi of hoogwerkerbak. Een vanglijn is een samengesteld valbeveiligingssyteem, is niet instelbaar op lengte en is voor bevestiging aan verantwoorde verankeringspunten.
2
Bron: Branchevoorschrift Standaardbepakking voor Brandweervoertuigen Tankautospuit Hulpverleningsvoertuig Redvoertuig OvD-voertuig. Versie 4, december 2013
Visie Rope Rescue Team
20
Redvoertuig Aantal Benaming 2x
Fullbody harnas
2x
Eén werklijn met lijnklem
2x
Vanglijn*1
Opmerking *1 vanglijn
Visie Rope Rescue Team
Toevoeging Werken op hoogte, zie bijlage 9 met deze harnas is het mogelijk zowel gebruik te maken van positioneren en het toepassing van valbescherming. is een enkellijnssysteem en bestemd voor werken op een horizontaal vlak; is positioneren op hoogte. bijv. korte lijn 1,5 - 2 m, valdemper en steigerhaak Benaming Toevoeging is een compact valbeveiligingsysteem en kunnen werken met vertikaal karakter uitgevoerd worden, bijv. vanuit ladderkooi of hoogwerkerbak. Een vanglijn is een samengesteld valbeveiligingssyteem, is niet instelbaar op lengte en is voor bevestiging aan verantwoorde verankeringspunten.
21
Hulpverleningsvoertuig Aantal Benaming 2x 2x
1x 1 set
Full-body harnas een lijn met autoblokeersysteem (valblokkering) en valstopdemper (energieabsorber). Werklijn met lijnklem.+ materiaal van bovenstaande cel geeft een dubbellijns-syteem Werpsysteem Bevestigingsmaterialen
1 set 1 set
Banden Slijtage bescherming
2x
Toevoeging Zie bijlage 9, Werken op hoogte bestemd voor vertikaal werken of werken op een sterk hellend vlak.
een dubbel-lijnssysteem is vereist. Voor werken op een hellend vlak.
bijv karabijnhaken, majons, ankerplaten, katrollen bijv rondstroppen, bandlusssen bijv lijn bescherming
Bijlage 9 uit het standaardbestek Werken op hoogte Het werken op hoogte, is werken in een omgeving waar valrisico’s aanwezig zijn te weten hoogten, diepten en hellende vlakken. De werkgever die voornemens is tijdelijke werken in omgeving met valrisico’s uit te voeren, moet daarvoor arbeidsmiddelen en PBM’s kiezen die voldoende bescherming bieden tegen de risico’s van vallen en is vastgesteld in een lokaal ARBO-beleid en RI&E. De arbeidsmiddelen en PBM’s die gebruikt worden zijn afhankelijk van de werkomstandigheden en op dit ogenblik wordt er uitgegaan van een driedeling. Deze driedeling van werkomstandigheden, bij repressief brandweeroptreden, met de daarbij toepaste materialen is vooruitlopend op de definitieve uitwerking van de projectgroep “werken op hoogte bij de brandweer” van de netwerken Repressie en Materieel&Verwerving van Brandweer Nederland. Indeling werkomstandigheden 1e Het werken op een horizontaal vlak. Begrenzen van werkplek ter bescherming tegen de kans op vallen. (positioneren of reling plaatsen) 2e Het op werken op een hellend vlak.Een hellend vlak is een werkterrein met risico’s voor glijden en vallen, en vereist een dubbellijnssysteem met een valbeschermingset. (combinatie van positionering en valbeveiliging) 3e Het vertikaal werken of werken op een sterk hellend vlak. Dit zijn werken die vanuit een staand op een ladder en of vanuit een hoogwerkerbak of ladderkooi geschieden; vereist is een valbeveiligingset. Verder moeten materialen aanwezig zijn om een verantwoord bevestigingspunt te creëren (bij voorkeur conform EN-795). Bevestigingsmaterialen (karabijnhaken), banden (rondstrop) en middelen tegen slijtagebescherming (rope protection) zijn materialen die verantwoord gecombineerd gebruikt moeten worden. Materialen voor werken op hoogte, als samenstelling van gecertificeerde componenten, dienen als systeem en werkwijze te zijn beoordeeld door deskundigen en d.m.v. een verklaring aan gebruiker te worden overlegd. De deskundige heeft verantwoordelijkheid, al dan niet als wettelijke vertegenwoordiger, inzake afstemming van de juiste middelen bij het werken op hoogte in de beoogde werksituatie. PS. Visie Rope Rescue Team
22
De middelen bij werken werkomstandigheid-1 zijn arbeidsmiddelen, bij werkomstandigheid-3 zijn dat PBM’s en bij werkomstandigheid-2 is het een combinatie.
Visie Rope Rescue Team
23
11
Bijlage SOM Specialismen: niveaus
In de rapportage ‘Specialistisch Optreden op Maat’ worden de volgende niveaus van uitvoering voor de diverse specialismen onderscheiden. Regionale Basisbrandweerzorg Onder regionale basisbrandweerzorg verstaan we de slagkracht, gedefinieerd in capaciteit, opkomsttijd en inzetduur door een regionale brandweer zelfstandig op te brengen. De regionale slagkracht is gebaseerd op de risico’s in het verzorgingsgebied tezamen met de bestuurlijke afweging over de af te dekken risico’s. Iedere veiligheidsregio dient deze afweging te maken, zoals bepaald is in de Wet veiligheidsregio’s (artikelen 14 en 15). Interregionaal ‘Interregionaal’ heeft betrekking op de gezamenlijke slagkracht van meerdere regionale brandweerkorpsen (“meer van hetzelfde”). Het gaat om de wijze van organiseren van deze slagkracht. Op basis van een overeenkomst maken regio’s gebruik van elkaars voorzieningen (bijvoorbeeld samen één gaspakkenteam, AGS piket of ondersteuningspeloton). Een lage inzetfrequentie van een basisvoorziening kan een afweging zijn voor interregionale oplossingen. Bovenregionaal ‘Bovenregionaal’ gaat over kennis, kunde en middelen aanvullend op het regionale of interregionale niveau. Deze zaken zijn niet binnen iedere regionale brandweer voorhanden: het betreft hoogspecialistische apparatuur, materieel en/of kennis. Ook de bovenregionale voorzieningen worden gedefinieerd in te leveren capaciteit (slagkracht), opkomsttijd en inzetduur. Landelijk specialisme Er is sprake van een landelijk specialisme indien de reguliere opleidingen, oefeningen, kennis en/of het reguliere materieel niet volstaan om een incident te bestrijden. Onder reguliere opleidingen vallen de opleidingen tot de functies als genoemd in het besluit personeel veiligheidsregio’s. Reguliere oefeningen zijn oefeningen die nodig zijn om de kennis en vaardigheden behorende bij de functie in stand te houden. Regulier materiaal: voertuigen en bepakking waaruit de in het Besluit veiligheidsregio’s genoemde eenheden samengesteld zijn. Bij de definiëring van deze niveaus is de ‘Sturingsdriehoek’ (de blauwe driehoek in het figuur) leidend geweest.
Visie Rope Rescue Team
24