Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag
Rechtbank 's-Hertogenbosch Sector Bestuursrecht Postbus 90125 5200 MA S HERTOGENBOSCH
,,"1,1'1111111111,',',','1111111,'11,1',,"
Directie Wetgevi ng, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Juridische Aangelegenheden-Sociale Verzekeringen en Arbe id Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www .szw .nl
Contactpersoon mw. mr. I. Guffens-Faber
Datum Betreft Verweerschrift inzake B.F.P. Heijmen
T 070 333 50 35
Onze referentie WBJAj]ASVA/2007/ 21266/VERWEER
VOVo
Geacht College,
Uw referenti e 10/ 138 BESLU V35 C5
Met uw brieven van 13 januari 2010, procedurenummer 10/138 BESLU V35 Cl en CS, heeft u mij in kennis gesteld van het door ing. A.M.L. van Rooij ingediende beroepsschrift en het verzoek om een voorlopige voorziening inzake B.F.P. Heijmen te Eindhoven. Bijgaand treft u in tweevoud aan de op deze zaak betrekking hebbende stukken. Het beroepsschrift richt zich tegen een weigering van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om te beslissen overeenkomstig de uitspraak van de Raad van State van 20 mei 2009 . Zoals uit bijgevoegde stukken blijkt, is reeds bij beschikking van 26 oktober 2009, kenmerk WBJA/JA-SVA/2007/21266/BOB3, opnieuw op het bezwaarschrift van B.F.P. Heijmen beslist. Deze beslissing op bezwaar is op die datum aan zijn gemachtigde toegezonden, zoals bl ijkt uit de stempel op bijgevoegde kopie van de beslissing op bezwaar en uit bijgevoegde uitdraai uit het registratiesysteem. Ik verzoek u zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening niet-ontvankelijk te verklaren wegens het ontbreken van een procesbelang, en het ontbreken van onverwijlde spoed. Hoogachtend, de Min ister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze,
_._-- ~.~~
~
I. Beu,manje,-de Lange hoofd van de afdeling Juridische AangelegenhedenSociale Verzekeringen en Arbeid
Pagina 1 v an 2
~e
60 (..,
f\ ~ t.u t-'1O r (f"tf;
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
r~Y ~ f ~ '1 L . C" f] "l.o . ')
,0:;
> Retouradres Postbus 90 801 2509 LV Den Haag
Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Juridische Aangelegenheden - Sociale Verzekeringen en Arbeid
Ecologisch Kenniscentrum BV T.a.V. ing. A.M.L. van Rooij 't Achterom 9 a 5491 XD ST OEDENRODE
111111111111111111111111111111111111
Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 T 070 333 44 44 F 070 333 40 33 www .szw .nl
Contactpersoon mw . mr. I. Guffens-Faber
l
Datum VERZONDEN 6 OKT. Betreft beslissing op bezwaar
2009
T 070 333 50 35
Onze referentie W6JA/JA-SVA/ 2007/ 21266/ 6063
Geachte heer Van Rooij, Bij brief van 13 juni 2007 heeft u namens de heer B.F.P. Heijmen een bezwaarschrift ingediend tegen mijn beschikking van 3 mei 2007 met kenmerk 100700101/02. In deze beschikking is het verzoek om handhaving en sluiting van de Evangelische Basisschool On Line te Eindhoven afgewezen . In mijn beschikking van 20 september 2007, kenmerk AI/JZ/2007/21266/BOB, heb ik uw bezwaar ongegrond verklaard. Tegen deze beschikking heeft u op 1 november 2007 en nader aangevuld op 7 december 2007 beroep aangetekend bij de Rechtbank ' s-Hertogenbosch. In de uitspraak van 21 augustus 2008 heeft de Rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, aangezien het niet van een deugdelijke motivering is voorzien, en heeft de rechtbank bepaald dat een nieuw besluit genomen moet worden . Bij beschikking van 10 november 2008 heb ik een nieuwe beslissing op bezwaar, kenmerk AI/JZ/2007/21266/BOB2, genomen met in achtneming van de uitspraak van de Rechtbank 's-Hertogenbosch. Door u is hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De Raad van State heeft dit hoger beroep mede aangemerkt als een beroepschrift tegen de tweede beslissing op bezwaar van 10 november 2009 . In de uitspraak van 20 mei 2009 heeft de Raad van State het beroep tegen deze beslissing gegrond verklaard en de beschikking van 10 november 2009 vernietigd. Thans neem ik met inachtnem ing van voornoemde uitspraak een nieuwe beslissing op uw bezwaar van 13 juni 2007.
A. Feiten Bij brief van 2 april 2007 heeft u namens de heer Heijmen verzocht om oveLl: ~__________ -- - - - gaan-tot-onmtctdeltlj'RE:s to ifmgv -än e EVange lische Basisschool On Line te Eindhoven tot het moment dat al het geïmpregneerde hout binnen de school is verwijderd en de omliggende bodem is gesaneerd . Tevens verzocht u om de directeur van deze basisschool te beboeten voor alle gepleegde beboetbare fe iten . De kinderen van de heer Heijmen waren leerlingen van deze basisschool . De sluiting is volgens u noodzakel ijk, omdat de kinderen van de school dagel ij ks in contact komen met zeer giftige genoto xisch kankerverw ekkende stoffen . Deze Pagin a 1 v an 5
stoffen zijn volgens u afkomstig van houten palen op het schoolplein die zijn geïmpregneerd met chroomtrioxide en onbekende zeer giftige stoffen. U stelt dat de directeur van de school de kinderen opzettelijk in (toekomstig) levensgevaar brengt.
B. Beschikking Bij beschikking van 3 mei 2007 is uw verzoek afgewezen, aangezien de Arbeidsomstandighedenwetgeving hier niet van toepassing is. Het verzoek is doorgezonden aan de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). C. Het bezwaarschrift Bij brief van 31 juli 2007 heeft u de gronden van het bezwaar ingediend . Deze kunnen als volgt worden samengevat. o De VWA is niet de bevoegde autoriteit. Dit blijkt uit de brieven van het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) van 5 juli 2007 en 16 juli 2007. o Het gaat hier niet om het vertoeven, spelen of verrichten van overige handelingen "op het speelplein van de school", zoals in de beschikking van 3 mei 2007 is beslist. Het betreft het spelen op een kankerverwekkend speeltoestel met daarin kankerverwekkend zand (zandbak omringd met geïmpregneerde palen) dat door de directeur van de school speciaal is aangekocht om daarop (daarin) kinderen te laten spelen, hetgeen voor deze kinderen lichamelijke arbeid is, waarop zeer nadrukkelijk de Arbowet van toepassing is. o Als kinderen op deze wijze vergiftigd worden zonder dat daarbij de Arbowet wordt overtreden, hebben kinderen binnen Nederlandse basisscholen geen enkele bescherming meer.
Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Juridische Aangelegen heden- Sociale Verzekeringen en Arbeid Datum
Onze referentie W8JA{JA-SVA/2007/ 21266/8083
D. Het wettelijk kader Artikel 2 aanhef en onder b Arbeidsomstandighedenwet (verder Arbowet) bepaalt: Deze wet en de daarop berustende bepalingen zijn mede van toepassing op: verrichtingen van leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen of gedeelten daarvan, open ruimten daaronder begrepen, die vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk.
t "
Artikel 1.10 Arbeidsomstandighedenbesluit (verder Arbobesluit) bepaalt: Tenzij hierna anders is bepaald, zijn de wet en dit besluit van toepassing op werknemers in onderwijsinrichtingen en op overeenkomstige wijze van toepassing op leerlingen en studenten in onderwijsinrichtingen die handelingen verrichten die vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk. Artikel 8: 1, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: "Awb") bepaalt dat een belanghebbende tegen een besluit beroep kan instellen bij de rechtbank. Artikel 7 : 1, eerste lid, Awb bepaalt dat degene aan wie het recht is toegekend tegen een besluit beroep op een administratieve rechter in te stellen, alvorens beroep in te stellen tegen dat besluit bezwaar dient te maken.
Arti kel-l7-2,eerste-lid, Awb-bepaalt"-d-at-o nderb-elangheb-b-emte--wurdrversr"~"'----------degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Pagina 2 va n 5
-
-
E. Hoorzitting Conform artikel 7:2 van de Algemene wet bestuursrecht bent u in de gelegenheid gesteld om te worden gehoord op 11 september 2007. Dit is aan u bevestigd bij brief van 22 augustus 2007. Daarin is ook vermeld dat in verband met het grote aantal bezwaarschriften een verzoek om uitstel van de hoorzitting niet wordt gehonoreerd, tenzij duidelijk sprake is van overmacht. Verder vermeldt de brief dat als u niet verschijnt bij de hoorzitting, op basis van de stukken een beslissing op het bezwaarschrift zal worden genomen . U heeft diverse malen een verzoek gedaan om de hoorzitting uit te stellen tot vier weken nadat u bepaalde informatie zou hebben ontvangen van het College voor de Toelating van Bestrijdingsmiddelen (CTB). Op deze verzoeken is telkens schriftelijk te kennen gegeven dat de hoorzitting niet zou worden uitgesteld. U bent niet verschenen bij de hoorzitting.
Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Juridische Aangelegen heden· Socia Ie Verzekeringen en Arbeid Datum
Onze referentie WBJA/JA-SVA/2007/ 21266/BOB3
F. Overwegingen Toepassing Arbowet op kinderen Ambtenaren van de Arbeidsinspectie zijn bevoegd tot handhaving van onder meer de Arbowet. De Arbowet geeft voorschriften met betrekking tot de veiligheid en gezondheid van werknemers inzake alle met de arbeid verbonden aspecten. De Arbowet is in beginsel van toepassing op iedereen die in Nederland arbeid verricht. Leerlingen op scholen verrichten geen arbeid. De Arbowet is dus in principe niet van toepassing op leerlingen op scholen. Daarop is een uitzondering gemaakt in artikel 2 van de Arbowet. Ondanks dat leerlingen geen arbeid verrichten, is in artikel 2 van de Arbowet bepaald dat de Arbowet van toepassing is op verrichtingen van leerlingen, echter slechts voor zover die verrichtingen vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk. De toelichting op de Arbowet vermeldt dat bedoeld is om de Arbowet van toepassing te laten zijn op bijvoorbeeld lessen in praktijklokalen waar activiteiten worden verricht die vergelijkbaar zijn met werkzaamheden in de beroepspraktijk, zoals automonteurs in een reparatiewerkplaats of laboranten in een laboratorium. De toelichting vermeldt bovendien uitdrukkelijk dat de Arbowet niet van toepassing is op sport- en spelactiviteiten, waarbij o.a. moet worden gedacht aan activiteiten op een speelplaats.
I:. De verrichtingen van leerlingen van de basisschool On Line in Eindhoven, namelijk het spelen of aanwezig zijn bij, met, op of aan de geïmpregneerde houten palen zijn geen verrichtingen die vergelijkbaar zijn met arbeid in de beroepspraktijk. De Arbowet is daarop dus niet van toepassing. Voor zover de door u bedoelde speeltoestellen of geïmpregneerde houten palen dus een gevaar op zouden leveren voor de gezondheid van de kinderen, dan vormt dit geen overtreding van de Arbowet, noch van enig andere wettelijk voorschrift ten aanzien waarvan de Arbeidsinspectie handhavingsbevoegdheden heeft. Uw verzoeken tot sluiting van de school en beboeting van de directeur zijn daarom terecht afgewezen. De Raad van State heeft geoordeeld dat dit standpunt terecht is. Toepassing Arbowet op leerkrachten De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft terecht geoordeeld dat de werkzaamheden van de leerkrachten wel vallen onder de werking van de Arbowet. Aangezien de Pagina 3 van 5
begeleiding van en het houden van toezicht op de leerlingen op het schoolplein ook deel uitmaken van die werkzaamheden had de Arbeidsinspectie dienen na te gaan of deze werkzaamheden gevaar voor de veiligheid of gezondheid van de leerkrachten opleveren. Het oogmerk dat iemand heeft met zijn verzoek tot handhaving is volgens de rechtbank niet relevant bij de beoordeling of dit verzoek dient te worden gehonoreerd. De Arbe idsinspectie neemt meldingen en tips over mogelijk gevaarlijke situaties, ook als deze van niet-belanghebbenden afkomstig zijn, altijd serieus en stelt ter zake een onderzoek in. Van handhavend optreden kan echter alleen dan sprake zijn, indien op basis van dit onderzoek vaststaat dat sprake is van een schending van de te handhaven wet- en regelgeving. In de brief van 24 april 2007 is aangegeven dat op basis van een onderzoek op 11 april 2007 is vastgesteld dat geen sprake was van gezondheidsrisico's. Dit is in de brief van 3 mei 2007 herhaald. De beslissingen op bezwaar van 20 september 2007 en 10 november 2008 zijn mede op dit onderzoek gebaseerd.
Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Jurid ische Aangelegenheden-Sociale Verzekeringen en Ar beid Datum
Onze referentie W6JA/ JA-SVA/2007/ 21266/ 6063
De Raad van State heeft geoordeeld dat de beslissing van 10 november 2008 is gebaseerd op uitkomsten van een niet volledig onderzoek. Nu evenmin de RI&E daarbij is betrokken, is het besluit naar het oordeel van de Raad van State in strijd met artikel 3:2 Awb niet zorgvuldig voorbereid en berust het in strijd met artikel 7: 12 Awb niet op een deugdelijke motivering . Belanghebbende De Raad van State is in de uitspraak van 20 mei 2009 niet ingegaan op de vraag of de heer Heijmen als ouder van (ex)leerlingen van de school valt aan te merken als belanghebbende in de zin van artikel 1: 2 Awb ten aanzien van het besluit dat geen aanleiding bestaat om handhavend op te treden tegen de school in haar hoedanigheid als werkgever de Arbowet ten opzichte van de leerkrachten van de school. De rechtbank 's-Hertogenbosch heeft geoordeeld dat verzoeken om handhaving ongeacht het oogmerk van de verzoeker in behandeling genomen moeten worden. Daaraan heeft de Arbeidsinspectie ook voldaan. Er is derhalve geen sprake van een bezwaar tegen de afwijzing van een verzoek om handhaving. Het namens de heer Heijmen ingediende bezwaarschrift richt zich bovendien niet op de naleving van de Arbowet ten aanzien van de leerkrachten, maar beperkt zich tot de kinderen . Daarop is de Arbowet echter niet van toepassing. (, :,
Naar mijn oordeel is de heer Heijmen niet aan te merken als belanghebbende, waar het betreft de naleving van de Arbowet door de school in haar hoedanigheid van werkgever. Het is slechts aan de werkgever zelf voorbehouden om bezwaar te maken en (hoger) beroep in te stellen tegen een beslissing inzake de naleving van de Arbowet. Zelfs de werknemer kan niet worden aangemerkt als belanghebbende in de zin van de Awb .
Nader onderzoek Hoewel ik van oordeel ben dat de heer Heijmen geen belanghebbende is inzake de vraag of de school de Arbowet heeft nageleefd ten opzichte van haar werknemers, heb ik gehoor gegeven aan de uitspraak van de Raad van State. Door de Arbeidsinspectie is nader onderzoek verricht naar de zandbak op het pleltl b1r~Evcrn-gellsc l1e 8QslsscnooIOnllne
teElna oven.
De resultaten van dit onderzoek zijn als bijlage gevoegd bij deze beslissing.
Pa gina 4 va n 5
Deze vormen geen aanleiding om het eerder ingenomen strandpunt dat geen sprake is van overtreding van de Arbowet door de school te wijzigen. De conclusie van het rapport is dat van een ontoelaatbare blootstelling aan gevaarlijke stoffen door het gebruik van geïmpregneerd hout rond de zandbak van de school geen sprake is. Ook het zand van de zandbak is niet verontreinigd door het gebruik van de palen.
Directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden Afdeling Juridische Aangelegenheden-Sociale Verzekeringen en Arbeid Datum
RI&E In de uitspraak van de Raad van State is overwogen dat de RI&E niet bij de beoordeling is betrokken. Ingevolge de Arbowet dient de werkgever zich bij het toetsen van de RI&E te laten bijstaan door een gecertificeerde Arbodienst. De door u als gemachtigde van de heer Heijmen ingebrachte RI&E voldoet niet aan dat vereiste. Evenmin bent u niet door de school aangezocht om deze RI&E op te stellen. Bij het thans door de Arbeidsinspectie uitgevoerde onderzoek is betrokken de RI&E die door HumanCapitalCare in opdracht van de school is opgemaakt. Daaruit blijkt dat geen aanleiding bestaat voor nadere maatregelen.
Onze referentie WBJA/JA-SVA/2007/ 21266/ BOB3
G. Beslissing Gezien uw bezwaren, de bestreden beschikking, de stukken en de vigerende regelgeving kom ik tot de volgende beslissing. ,
Ik verklaar uw bezwaarschrift ongegrond. D~ beschikking van 3 mei 2007 blijft ongewijzigd in stand. Hoogachtend, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze,
. e teur-Generaal Uitvoering, Handhaving en B
ijfsvoering
Overee komstig de Algemene wet bestu ursrecht kan tegen deze besch ikking beroep worden ingesteld door degene wi ens belang rechtstreeks bij deze besch ikking betrokken is. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een beroepschrift met een kopie van deze besch ikking worden ingediend bij de sector bestuursrecht van de rechtbank van de woonplaats van degene die het beroep instelt. Opgemerkt wordt dat Eindhoven ligt binnen het rechtsgebied van de rechtbank 's Hertogenbosch, Postbus 9.::0:,:1.::. 2.:: 5!.."_ _ _ _ _ __ 5200 MA. 's Hertogenboselr.- - - Het beroepschrift dient t e worden ondertekend en ten minste te bevatten de naam en het adres van de indiener, de dagteken ing, een omschrij vi ng van deze besch ikking alsmede de reden(en) waarom de besch ikking niet juist wordt gevonden . Voor de behandeling van het beroepschrift is griffierecht verschuldigd .
Pag in a 5 van 5
Rapport van bevindingen
Rapporteur
Ik, Willemina Aline Christina de Jong, specialist Arbeidshygiëne bij het Expertisecentrum van de Arbeidsinspectie, verklaar het volgende.
Betreft
Zaak tussen de heer B.P.F. Heijmen en de Evangelische Basisschool Online, Jasonstraat 1 te Eindhoven. Onderwerp in deze zaak is de zandbak op het plein bij de school. De zandbak is omgegeven door geïmpregneerde houten palen. De heer Heijmen, ouder van twee kinderen op de school, stelt dat er door de aanwezigheid van het geïmpregneerde hout een gezondheidsrisico is voor de leerlingen van de school.
Bevindingen
Ik heb mij voor mijn bevindingen gebaseerd op de volgende documenten: • Informatie over de geïmpregneerde houten palen, afkomstig van leverancier Van Swaay Hout (Schijndel) en van de Branchevereniging Verduurzaamd Hout Nederland VHN. • De door arbo- en gezondheidsdienst HumanCapitalCare opgestelde aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) d.d. 30 maart 2007; beoordeling van de arbeidsgerelateerde gezondheidsrisico's van de zandbak/houten palen. • Rapportage van de GGD Eindhoven d.d. 31 januari 2007; beoordeling van de gezondheidsrisico's van de zandbak/houten palen. • Rapportage van Search Milieu BV uit Heeswijk d.d. 8 januari 2007; resultaat van een indicatief onderzoek van zand uit de zandbak.
Houtverduurzaming en gezondheidsrisico (bron: GGD rapport d.d. 31 januari 2007): De palen zijn afkomstig van de tirma Van Swaay Hout te Schijndel en zijn geïmpregneerd met Celfix OX. Dit is een Nederland toegelaten bestrijdingsmiddel voor het verduurzamen van hout, op basis van koper-chroom (CC) zouten. Het bevat als werkzame middelen; koper(I)oxide en chroom(VI)trioxide'. Chroom wordt toegevoegd om de schimmelwereode. componentkop~J:-in-het hout- -- . -_.- _. - - _._- .._. ,- - - - - -te fixeren. De chemische reacties die in het hout optreden na behandeling met een CC-zoutoplossing zij n te onderscheiden in drie I Oorspronkelijk we rd het proces van hout ve ruuurzamen met in waler opg<.:loste midJeil:n - \\"o lmani saen - uit gevo..:rd mt:! ..:..:n mengsel van koper. chroom en arseen (CC I\ ) /.Outen
,
.
fasen. Tijdens de eerste fase wordt de zoutoplossing zeer snel geabsorbeerd in het hout. In de tweede fase wordt het grootste deel van het aanwezige chroom(VI) omgezet in chroom(III). De reactieproducten die in deze fase ontstaan worden in hoge mate gefixeerd in het hout. Tijdens de derde fase, die enkele weken tot maanden beslaat, vinden verschillende omzettingsreacties plaats. Deze reacties leiden tot stabiele producten als chroom(IIl)hydroxide en koperchromaat. Gezondheidskundig gezien is chroom(VI)trioxide het meest relevant omdat deze stof mutagene (kan DNA beschadigen) en kankerverwekkende eigenschappen heeft. Chroom(III) heeft deze eigenschappen niet. Hoewel zoals hiervoor beschreven, het chroom(VI) bij het impregneren wordt omgezet in chroom(III), is het mogelijk dat deze omzetting aan de oppervlakte niet volledig plaatsvindt waardoor geringe hoeveelheden chroom(VI), al dan niet verbonden aan houtstofdeeltjes, op het hout achterblijven. Hierdoor is het mogelijk dat in de eerste weken na het impregneren, bij contact met het geïmpregneerde hout, nog een geringe blootstelling aan chroom(VI) zou kunnen optreden. Inschattingen m.b.V. gevalideerde blootstellingsmodellen wijzen uit dat, onder 'worst case' aannames, bij blootstelling in de eerste weken na impregneren een geringe overschrijding van de limietwaarde kan optreden2 . Omdat de periode waarin dit zou kunnen gebeuren echter relatief (erg) kort is in vergelijk met een levenslange blootstelling (waarop de limietwaarde is gebaseerd; 70 jaar) valt deze bijdrage aan het totale extra blootstellingsrisico helemaal weg. Dit alles als er dus sprake is geweest van een mogelijkheid van blootstelling en dat is alleen zo is geweest wanneer er bij de zandbak houten palen zijn geplaatst die kort daarvoor geïmpregneerd waren.
Conclusies uil de beoordeelde rapportages: • Rapportage Search Milieu BV: Search voerde in opdracht van de school een indicatief onderzoek uit om na te gaan of het gebruikte hout rond de zandbak, geleid had tot een verontreiniging in het zand. Er werd getest op de aanwezigheid van chroom, koper en arseen 3. Aanwezigheid van dergelijke stoffen zou een mogelijk gevaar kunnen zijn voor de gezondheid van de in dit zand spelende leerlingen. Search kon deze stoffen in het zand niet in een m~~tbare<.-_ _ . -------------- Imevee lne-ld aan onen.- earch concludeerde dan ook dat het gebruik van de geïmpregneerde palen niet heeft geleid tot een Limietwaarue voo r m ~x irn a le blootste llin g voo r leden van de algemene bevo lkin g Nadat het onderzoek van Search was uitgevoerd wcrd pas uuiJeiijk J at het hout alken met kopcr en chroo m zouten was geïmpregnccrd. cn niet ook met arseen. 1
1
verontreiniging in het aanwezige zand en dat er daannee geen risico ' s zijn (enlofwaren) m.b.t. de gezondheid van de leerlingen. • Rapportage GGD Eindhoven: Volgend op het onderzoek van Search heeft de school, de GGD om nader advies gevraagd ten aanzien van de gezondheidsrisico ' s voor de leerlingen. De GGD heeft haar advies gebaseerd op informatie over de samenstelling van het gebruikte impregneermiddel Celfix OX, de resultaten van het Search onderzoek en informatie (m.b.t. gezondheidsrisico ' s en milieubelasting) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Landelijk Centrum Medische Milieukunde. De GGD concludeert het volgende: ' Op basis van gevalideerde blootstellingsmodellen van met CC zouten geïmpregneerd hout en de actuele metingen (van Search) in het zand van de zandbak, is de kans op gezondheidseffecten voor kinderen die gebruik maken van de zandbak en het speeltoestel dat als ' de doolhof wordt aangeduid (de houten palen om de zandbak heen), nagenoeg nul. In de praktijk van alledag betekent dit dat de kinderen gebruik kunnen blijven maken van de zandbak en ' de doolhof. " • Aanvullende RI&E HumanCapitalCare: In opdracht van de school heeft HumanCapitalCare vervolgens een inschatting gemaakt van de eventuele gezondheidsrisico 's voor de werknemers van de school. Daartoe werd een aanvullende risicoinventarisatie en -evaluatie (RI&E) gemaakt. De arbodienst concludeert het volgende: ' De palen staan inmiddels (eind maart 2007) al meer dan een jaar. Risico op blootstelling aan gevaarlijke stoffen afkomstig van de palen is verwaarloosbaar klein. Verdere maatregelen worden niet nodig geacht. ' Ik onderschrijf de conclusie van de Arbodienst. Afsluiting Rapport van bevindingen
Ik heb dit Rapport van bevindingen op ambtsbelofte opgemaakt, gesloten en ondertekend te Utrecht op 21 oktober 2009.
cY--t7-- - -
----==::-====-- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -- -
W.A.c. de Jong, Specialist Arbeidshygiëne Ex perti secentrum Arbeidsinspectie
Opmerking:
(
,
100700101102 d,d. 3 mei 2007 (SJA). 10-10-2008: Nader bericht volgt nog (SJA). 4-11-2008: zaak overgezet van Joke op Maya (JS) 05-11-2008: Ontvangst kopie hoger beroepschrift van RvS . Tevens het verzoek om binnen vier weken na de dagtekening een verweerschrift in te dienen. (MA) 25-11-2008: Ontvangst kopie stukken van RvS ter informatie. Nader bericht volgt. (MA) 27-11-2008: Verweer ter ondertekening naar HJZ. (MA) 27-11-2008: Verweer per fax en per post verzonden naar RvS. (MA) 6-1-2009: overgezet op Elly (JS) 20-02-2009: Ontvangst uitnodiging zitting van RvS op woensdag 15 april 2009 om 10.00 uur. (CU) 08-04-2009: Aanvullende stukken per fax verzonden naar RvS (SH) 06-04-2009: Ontvangst nadere stukken van RvS. (MA) 9-04-2009: FJ doet de zitting HB; in verband met stukkenverkeer op naam van FJ gezetEdH 25-05-2009: Ontvangst uitspraak van RvS, verklaart het hoger beroep ongegrond; verklaar het beroep tegen het besluit van 10 november 2008 gegrond; vernietigt het besluit van 10 november 2008; veroordeelt SZW om de proceskosten te vergoeden. (Docmannr: 09/12043) (MA) 3-06-2009:verzoek betaling proceskosten n.a.v. uitspraak HB d.d. 20-05-2009 van 355,10 euro i.v.m. behandeling beroep tegen besluit 10-11-2008 waarvan 322,-- euro is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstanEdH 23-06-2009:mail aan Helen Franken bedrag wordt gestort op rekeningnummer van Ecologisch Kennis Centrum t.a.v. de heer De Rooij, (net als bij storting bedrag na.v. beroep) indiener namens Heijmen van HBEdH 22-10-2009: Bob3 ter ondertekening naar DG verzonden. (MA) 26-10-2009: Bob3 verzonden naar Gem Bob 3 is ongegrond verklaard.(TE)
\