Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Bezwaar tegen beslagvrije voet zoekgeraakt Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam
2 december 2008 RA0832020
Samenvatting Op 30 januari 2007 legt de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) loonbeslag op de WAOuitkering van een vrouw. Diezelfde dag maakt zij per aangetekende brief bezwaar tegen de hoogte van de beslagvrije voet. Wanneer zij eind november 2007 nog geen reactie heeft gekregen, klaagt ze nog een keer. Wederom per aangetekende brief. Per ommegaande krijgt ze een ontvangstbevestiging, maar verder gebeurt er weer niets. Dan neemt ze contact op met de Gemeentelijke Ombudsman. Door zijn tussenkomst krijgt ze korte tijd later antwoord op haar klachtbrief. Er is van alles misgegaan, erkent de dienst. Het bezwaarschrift is zoekgeraakt en de beslagvrije voet - gebaseerd op standaardgegevens - zou zijn aangepast als het bezwaarschrift tijdig en juist was behandeld. De Gemeentelijke Ombudsman vindt de gang van zaken onbehoorlijk. Terecht is DBGA bereid om de door de vrouw gemaakte kosten te vergoeden.
Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk.
Rapportnummer: RA0832020 Datum : 2 december 2008 Pagina : 2/6
Verzoek Het verzoek tot onderzoek is op 24 december 2007 schriftelijk ingediend en betreft de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam. Het gevraagde onderzoek heeft betrekking op: • de behandeling van een bezwaarschrift en een klacht tegen de vaststelling van de beslagvrije voet.
Bevindingen achtergrond van het verzoek Op 30 januari 2007 legt de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) loonbeslag op verzoeksters WAO-uitkering. Diezelfde dag maakt verzoekster per aangetekende brief bezwaar tegen de hoogte van de beslagvrije voet. Wanneer zij eind november 2007 nog geen reactie heeft gekregen, klaagt ze, wederom per aangetekende brief, bij DBGA. Per ommegaande krijgt ze een ontvangstbevestiging. Een maand later heeft verzoekster nog niets vernomen; ze wendt zich nogmaals tot de dienst. Tevens neemt ze contact op met de Gemeentelijke Ombudsman. nadere ontwikkelingen antwoord DBGA aan verzoekster De Gemeentelijke Ombudsman vraagt DBGA om op korte termijn op verzoeksters klachtbrief te reageren. Dat gebeurt op 25 januari 2008. De dienst verklaart dat DBGA verzoeksters aangetekende bezwaarschrift van een jaar eerder wel heeft ontvangen. Hij is echter niet teruggevonden en daarom nog niet beantwoord. DBGA betreurt dat. Verder licht de dienst onder meer toe hoe de beslagvrije voet wordt berekend. Verzoekster heeft een UWV-uitkering. Die uitkering varieert per cliënt. Dan gaat DBGA in eerste instantie altijd uit van de minimale beslagvrije voet op basis van de bij DBGA bekende gegevens. DBGA informeert de desbetreffende persoon en die kan vóór de eerste inhouding reageren om de beslagvrije voet te laten corrigeren. Als verzoeksters bezwaar tegen de hoogte volgens de juiste procedure was behandeld, was de beslagvrije voet aangepast zoals verzoekster dat had aangegeven. DBGA heeft het bedrag intussen aangepast. Ten slotte bericht DBGA dat er op de aanslag 2007 nog een bedrag van € 102,83 openstaat. Op deze aanslag is intussen een dwangbevel betekend. Bij niet-betaling zal wederom beslag op verzoeksters uitkering worden gelegd. Drie dagen later ontvangt verzoekster weer een brief. DBGA heeft met haar advocaat gesproken. UWV heeft drie maanden aan DBGA afgedragen, terwijl de vordering al was voldaan. Deze betalingen had DBGA over het hoofd gezien. Het resterende bedrag van € 776,88 is met spoed naar verzoekster overgemaakt. Aan UWV heeft DBGA bericht dat de aanslagen zijn voldaan en dat daarmee de vordering is beëindigd. DBGA biedt verzoekster excuses aan voor de ergernis en het ongemak.
Rapportnummer: RA0832020 Datum : 2 december 2008 Pagina : 3/6
reactie verzoekster aan Gemeentelijke Ombudsman Verzoekster voelt zich door DBGA niet serieus genomen. Pas na interventie van de Gemeentelijke Ombudsman is dat veranderd. Een ander punt blijft dat de beslagvrije voet te laag was vastgesteld. Daardoor kon ze de aanslag 2007 niet tijdig betalen. Hierover is € 8,- invorderingsrente berekend. Dat vindt verzoekster niet terecht; volgens haar advocaat heeft de dienst toegezegd dat deze rente zou vervallen. Bovendien heeft DBGA veel meer geld van UWV ontvangen dan het totaal van de nog openstaande aanslagen en dat ook enige tijd onder zich gehouden zonder het meteen op de vordering af te boeken. Eigenlijk had DBGA dus rente aan verzoekster moeten betalen. Aangezien DBGA geen specificatie van de afboekingen op de vorderingen verstrekt, heeft ze zelf niet kunnen nagaan of een en ander klopt. Ten slotte merkt verzoekster op dat ze diverse kosten heeft gemaakt, zoals advocaatkosten en de heraansluitingskosten van de energietoevoer ad € 195,-. De afsluiting ontstond omdat ze in januari 2008 onvoldoende geld had om Nuon tijdig te betalen. Ze meent dat een vergoeding daarvoor op z’n plaats is. reactie Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Naar aanleiding van vragen van de Gemeentelijke Ombudsman deelt DBGA hem het volgende mee. De dienst kan niet verklaren hoe het mogelijk is dat een aangetekende brief binnen de dienst is zoek geraakt. Diverse medewerkers op allerlei afdelingen hebben – helaas zonder resultaat – naar de brief gezocht. DBGA betreurt het dat verzoekster hierdoor problemen heeft gekregen. De dienst geeft een overzicht van de afboekingen 1 . De passage over het nog openstaande bedrag van € 102,83 van de combiaanslag 2007 was achteraf gezien ten onrechte. Bedoeling van de passage was – indien correct – verzoekster te waarschuwen. De dienst is zich niet bewust van een toezegging over het niet in rekening brengen van de invorderingsrente van € 8,- voor de aanslag 2007. Omdat er kennelijk op enig moment wel verwachtingen zijn gewekt, zal de dienst dit bedrag retour storten aan verzoekster. Over verzoeksters opmerking wat betreft aan haar te betalen rente merkt DBGA op dat de invorderingswet niet voorziet in een dergelijke rentevergoeding. Daarom vergoedt DBGA ook geen rente bij teveel betalingen. Verzoekster vraagt verder vergoeding van de kosten die zij heeft moeten maken. Conform het Besluit proceskosten bestuursrecht vergoedt DBGA verzoeksters kosten op basis van door haar te leveren bewijsstukken. reacties op bevindingen Het resultaat van het onderzoek is als verslag van bevindingen naar verzoekster en naar de dienst gestuurd om een nadere reactie mogelijk te maken. Verzoekster heeft niet gereageerd. DBGA kan zich vinden in het verslag van bevindingen. achtergrond Op 21 december 2006 brengt de ombudsman een rapport uit over de berekening van de hoogte van de beslagvrije voet. Het betreft het rapport “De hoogte van de beslagvrije voet” (RA0612848 2 ). Aan dit rapport is de aanbeveling verbonden dat de Dienst Belastingen voor de vaststelling van de beslagvrije voet eerst schriftelijk bij de betrokkene dan wel de uitkeringsinstantie of werkgever informeert naar de hoogte
1 2
Een specificatie is als bijlage bij het verslag van bevindingen van de ombudsman naar verzoekster gestuurd. RA0612848 De hoogte van de beslagvrije voet zie: www.gemeentelijkeombudsman.nl
Rapportnummer: RA0832020 Datum : 2 december 2008 Pagina : 4/6 van het inkomen. Deze aanbeveling heeft de dienst overgenomen. Omdat de onderliggende zaak net na het uitbrengen van voornoemd rapport speelt, heeft dit bij de overwegingen verder geen rol gespeeld.
Behoorlijkheidsvereisten De ombudsman toetst de gedragingen van gemeentelijke instanties aan behoorlijkheidsvereisten. In dit onderzoek is getoetst aan de vereisten van adequate organisatorische voorzieningen en van administratieve nauwkeurigheid.
Overwegingen Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat bestuursorganen hun administratieve beheer en organisatorische functioneren inrichten op een wijze die behoorlijke dienstverlening aan burgers verzekert. Onder administratief beheer valt ook een deugdelijke registratie van inkomende en uitgaande post. Aan dat onderdeel van het vereiste voldoet DBGA aangezien verzoeksters aangetekend verzonden brief als ontvangen in het postregistratiesysteem is vermeld. Tegelijkertijd toont het zoekraken van de brief aan dat het registratiesysteem niet waterdicht is. Bij de registratie van een brief hoort ook een actie te worden vermeld, bijvoorbeeld doorgeleiding naar de behandelaar, het versturen van een ontvangstbevestiging, inhoudelijke behandeling, etc. met een daaraan gekoppelde behandelingstermijn. Was een dergelijke actie met een automatische waarschuwing bij het verstrijken van de termijn in het registratiesysteem opgenomen, dan had DBGA zelf en in een vroeg stadium ontdekt dat verzoeksters bezwaarschrift nog niet in behandeling was genomen. Nu dit niet is gebeurd, is aan voornoemd vereiste niet voldaan. Vast staat ook dat de te lage beslagvrije voet uiteindelijk heeft geleid tot invorderingsrente over 2007. Terecht heeft DBGA dit bedrag conform de eigen Leidraad invordering geretourneerd. Eveneens verneemt de ombudsman met genoegen dat DBGA na overlegging van bewijsstukken zal overgaan tot vergoeding van de kosten, die verzoekster als gevolg van het handelen van de dienst heeft moeten maken. Het Besluit proceskosten bestuursrecht ziet onder meer toe op de vergoeding van kosten van een advocaat als een bestuursorgaan het besluit herroept. Daarvan was nu geen sprake, omdat het bezwaarschrift door toedoen van de dienst niet is behandeld. Was het bezwaarschrift wel behandeld, dan zou de beslagvrije voet zijn aangepast, bericht de dienst aan de ombudsman. Dat is later alsnog gebeurd. Daarmee herroept de dienst in feite het eerdere besluit. Het ligt dan ook in de rede om in zo’n situatie de advocaatkosten op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht toch te vergoeden. Met recht laat de dienst weten dat inderdaad te zullen doen. Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat bestuursorganen secuur werken. Dit betekent onder meer dat slordigheden moeten worden vermeden, en dat verstrekte informatie adequaat moet worden verwerkt. Die slordigheid betreft in dit geval de drie betalingen van UWV die DBGA over het hoofd had gezien, met als gevolg het bericht dat er nog een bedrag op de aanslag 2007 zou openstaan. In de wetenschap dat de dienst verzoeksters bezwaarschrift uit het oog had verloren, had nog meer dan de gebruikelijke zorgvuldigheid van de dienst mogen worden verwacht. Een brief dat er nog een vordering openstond, terwijl de dienst juist een (fors) bedrag aan verzoekster verschuldigd was, voldoet hieraan niet. Aan het vereiste is daarom niet tegemoet gekomen.
Rapportnummer: RA0832020 Datum : 2 december 2008 Pagina : 5/6
Oordeel De onderzochte gedraging is onbehoorlijk.
Rapportnummer: RA0832020 Datum : 2 december 2008 Pagina : 6/6
Bijlage Regelgeving Leidraad invordering Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam 2006 artikel 28 Niet-verwijtbaarheid 2 Indien als gevolg van een te late betaling terecht rente in rekening wordt gebracht, dient deze te worden betaald. In uitzonderlijke situaties kan er echter aanleiding bestaan rente – hoezeer ook verschuldigd – te verminderen. Deze (strikt individueel te beoordelen) situaties doen zich alleen voor als de ontvanger van mening is dat het feit dat de belastingschuld niet tijdig is voldaan aan de belastingschuldige niet kan worden verweten en bovendien de invordering van rente – gezien de omstandigheden van het specifieke geval – onredelijk en onbillijk is. Verzuim van de gemeente 3 Wanneer de behandeling van een bezwaarschrift meer tijd heeft gevergd dan gebruikelijk is, dient de hierdoor belopen rente volledig te worden voldaan. Er kan slecht aanleiding bestaan voor wat betreft de belopen rente een tegemoetkoming te verlenen als er sprake is van een buitensporig lange behandeling van een bezwaarschrift, zonder dat de belastingschuldige daarop invloed heeft kunnen uitoefenen. Alsdan kan in extreme, schrijnende situaties, voorzover de alsdan geleden schade hoofdzakelijk het gevolg is van een duidelijk verzuim van de gemeente, een deel van de rente worden verminderd. Dit deel stemt overeen met het aan de gemeente te wijten rentenadeel dat door de belastingschuldige aannemelijk moet worden gemaakt. De ontvanger kan slechts naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift in vorengenoemde gevallen de verschuldigde rente verminderen. Hij maakt zijn beslissing bij beschikking aan de belastingschuldige kenbaar. Algemene wet bestuursrecht Artikel 7:15 2. De kosten, die de belanghebbende in verband met de behandeling van het bezwaar redelijkerwijs heeft moeten maken, worden door het bestuursorgaan uitsluitend vergoed op verzoek van de belanghebbende voorzover het bestreden besluit wordt herroepen wegens aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. Besluit proceskosten bestuursrecht Artikel 1 Een veroordeling in de kosten als bedoeld in artikel 8:75 onderscheidenlijk een vergoeding van de kosten als bedoeld in artikel 7:15, tweede lid, of 7:28, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan uitsluitend betrekking hebben op: a. kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; …