rotterdam.nl/onderzoek
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014 Onderzoek en Business Intelligence
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
Auteur: C. de Vries Onderzoek en Business Intelligence (OBI) december 2014 In opdracht van gemeente Rotterdam, cluster Stedelijke Ontwikkeling
© Onderzoek
en Business Intelligence (OBI)
Project: 13-B-0150
Postadres: Postbus 21323 3001 AH Rotterdam Telefoon: E-mail: Website: Twitter:
(010) 267 15 00
[email protected] www.rotterdam.nl/onderzoek @Onderzoek010
Inhoudsopgave 1
Samenvatting
4
2
Inleiding
5
3
Bezoek aan groenvoorzieningen
6
3.1
Bezoek aan verschillende soorten groen
6
3.2
Wie bezoekt welke soorten groenvoorzieningen?
7
3.3
Bezoek aan groenvoorzieningen om te sporten
11
4
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen
13
4.1
Bezoek en waardering per voorziening
13
4.2
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen naar persoonskenmerken
14
4.3
Bezoek aan meerdere groenvoorzieningen door dezelfde persoon
15
4.4
Bezoek aan groenvoorzieningen en reisafstand
15
4.5
De invloed van reisafstand in kaartbeelden
17
4.6
Buurtgroen
24
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 3 van 26
1
Samenvatting Rotterdammers brengen jaarlijks zo’n 23 miljoen bezoekjes aan groenvoorzieningen. (Kinderen tot twaalf jaar en ouderen boven de 85 jaar zijn hierin niet meegeteld.) Grofweg de helft van deze bezoeken aan groen vindt plaats bij kleinere groenvoorzieningen in de eigen woonbuurt. De gemiddelde Rotterdammer bezoekt 46 keer per jaar een groenvoorziening, dus ongeveer eens per week. Deze bezoekjes worden afgelegd door een breed samengestelde bezoekersgroep: bijna negen op de tien Rotterdammers bezoekt wel eens een groenvoorziening. Wel doen bijvoorbeeld hoog opgeleiden dat vaker dan laag opgeleiden. Rotterdammers boven de 75 jaar, Rotterdammers met een niet-westerse herkomst en Rotterdammers met een laag inkomen behoren wat vaker tot de nietbezoekers. Kijken we naar het bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen, dan is het Kralingse Bos verreweg de meest bezochte, met 49% van de Rotterdammers. Van de stadsparken worden ook vrij veel bezocht: Het Park (bij de Euromast) met 41% bezoekers, het Museumpark (26%) en het Zuiderpark (22%). Buiten de stad worden vrij veel bezocht: het strand van Hoek van Holland (34%), de Rottemeren (21%) en de Oude Maas (18%). Over het algemeen worden de meest bezochte groenvoorzieningen ook het hoogst gewaardeerd, maar eigenlijk liggen alle rapportcijfers voor groenvoorzieningen wel in de buurt van de zeven. Voor de afzonderlijke stadsparken is in deze rapportage in kaartmateriaal weergegeven wat het bereik is, met andere woorden: waar de bezoekers vandaan komen. Over het algemeen geldt het voor de hand liggende verband dat een grotere afstand leidt tot minder bezoek. Voor de visuele weergaven wordt verwezen naar de kaartbeelden in hoofdstuk vier. Tegen het einde van deze rapportage is een korte paragraaf gewijd aan het oordeel van de Rotterdammer over de hoeveelheid groen in de eigen buurt. Het kaartbeeld dat hieruit resulteert is herkenbaar voor wie de stad enigszins kent: in de buurt van enkele grote groenvoorzieningen zoals het Kralingse Bos en in de meeste buitenwijken van de stad is de waardering voor de hoeveelheid groen duidelijk hoger en in de dichtst bebouwde gebieden van Rotterdam, zoals in bepaalde oudere stadswijken is die juist lager.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 4 van 26
2
Inleiding Deze onderzoeksrapportage doet verslag van enkele uitkomsten van drie onderzoeken. In alle drie deze onderzoeken werd de Rotterdammer onder andere gevraagd naar zijn of haar mening over groenvoorzieningen of het bezoek aan groen. In het eerstvolgende hoofdstuk (hoofdstuk 3) komt het bezoek aan diverse soorten groen aan de orde: buurtgroen, parken, natuurgebieden en boerenlandgebieden. Hoofdstuk vier gaat in op diverse groenvoorzieningen die afzonderlijk bij naam worden genoemd. Daarbij is speciale aandacht voor de invloed van de afstand tussen woonadres en groenvoorziening. De uitkomsten hebben in globale termen gesproken betrekking op Rotterdammers vanaf een jaar of vijftien. In hoofdstuk drie wordt gerapporteerd op basis van het Vrijetijdsonderzoek, een vragenlijstonderzoek onder Rotterdammers van 13 t/m 85 jaar. Hoofdstuk vier is grotendeels gebaseerd op twee edities van de Omnibusenquête, die jaarlijks wordt afgenomen onder Rotterdammers van 16 t/m 85 jaar. De laatste paragraaf van hoofdstuk vier is gebaseerd op het Wijkonderzoek, een vragenlijstonderzoek onder Rotterdammers van 15 jaar en ouder (geen leeftijdsbovengrens). Een uitgebreide methodologische verantwoording van de verschillende onderzoeken die aan deze rapportage ten grondslag liggen is op aanvraag verkrijgbaar bij het dienstencentrum Onderzoek en Business Intelligence van de gemeente Rotterdam (zie contactgegevens in het colofon).
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 5 van 26
3
Bezoek aan groenvoorzieningen
3.1
Bezoek aan verschillende soorten groen Welk soort groen bezoeken Rotterdammers en hoe vaak doen ze dat? In het Vrijetijdsonderzoek (VTO) van najaar 2013 werd hier naar gevraagd. Hierbij gaat het om Rotterdammers in de leeftijd van 13 tot en met 85 jaar. De vraag was hoe vaak zij “in de afgelopen twaalf maanden” de groenvoorzieningen bezochten die in de volgende tabel worden genoemd. De vraagstelling leidt dus tot cijfers die gelden op jaarbasis. Zodoende kunnen we concluderen dat Rotterdammers jaarlijks 1 23 miljoen bezoekjes aan groen afleggen, waarvan grofweg de helft in de eigen woonbuurt . Het groen in de eigen buurt wordt dus meer bezocht dan de andere soorten groen. De grotere parken binnen de stadsgrenzen worden iets meer bezocht dan de natuur- en recreatiegebieden rondom de stad. Verder weg gelegen natuur wordt nog iets minder bezocht en de boerenlandgebieden scoren qua aandeel bezoekers het laagst. Toch bezoekt bijna een op de drie Rotterdammers deze wel eens. Tabel 3.1
Bezoek aan diverse soorten groenvoorzieningen door Rotterdammers, 2013 Binnenstedelijk groen
Buitenstedelijk groen
Totaal
Parkje, plantsoen etc. in eigen buurt
Grotere parken in de stad
Natuur- en recreatiegebieden rond de stad Rotterdam
Boerenlandgebieden buiten de stad
Natuurgebieden verder weg
Minstens een van deze
68%
57%
51%
30%
44%
87%
bezoekfrequentie per bezoeker
35
14
14
12
8
53
bezoekfrequentie per Rotterdammer
24
8
7
4
4
46
12.000.000
4.000.000
3.500.000
2.000.000
2.000.000
23.000.000
Aandeel bezoekers
geschat aantal bezoeken op jaarbasis
Als het gaat om de bezoekfrequentie lijkt een verband met de reisafstand aannemelijk. Gaan we in bovenstaande tabel van links naar rechts, dan neemt gemiddeld genomen de reisafstand toe en de bezoekfrequentie af. Iets meer inzicht in de bezoekfrequentie biedt de volgende tabel. Ook hier blijkt duidelijk dat het buurtgroen gemiddeld genomen veel vaker wordt bezocht dan de andere groenvoorzieningen. Vooral de boerenlandgebieden en de verder weg gelegen natuurgebieden worden door relatief weinig Rotterdammers meer dan tien maal per jaar bezocht.
1
De indruk lijkt gerechtvaardigd dat het bezoek aan buurtgroen in deze cijfers nog wat wordt onderschat, als we bedenken dat alleen al mensen die regelmatig de hond uitlaten vaak ook wel een parkje of plantsoentje passeren (maar dat wellicht zelf niet beschouwen als het bezoek aan een groenvoorziening).
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 6 van 26
Tabel 3.2
Bezoekfrequentie per soort groenvoorziening in % van Rotterdammers, 2013 Binnenstedelijk groen Parkje, plantsoen etc. in eigen buurt
Natuur- en recreatiegebieden rond de stad Rotterdam
Boerenlandgebieden buiten de stad
Natuurgebieden verder weg
niet bezocht
32
43
49
70
56
1-3 keer
16
23
21
13
21
4-9 keer
15
15
13
8
13
10-23 keer
19
12
11
6
8
24+ keer Totaal
3.2
Grotere parken in de stad
Buitenstedelijk groen
19
7
7
3
3
100
100
100
100
100
Wie bezoekt welke soorten groenvoorzieningen? Verschillende Rotterdammers bezoeken in verschillende mate verschillende soorten groen. De volgende twee tabellen geven een groot aantal bezoekcijfers. Hier worden deze cijfers kort toegelicht en worden alleen de belangrijkste conclusies aangestipt. De eerstvolgende tabel geeft per deelgroep aan hoe groet het aandeel is dat de betreffende groenvoorzieningen wel eens bezoekt. Dit zijn dus steeds percentages. De tabel daarna vermeldt het gemiddelde aantal bezoeken per persoon op jaarbasis. Daarbij tellen ook de niet-bezoekers (nul bezoeken) mee in het gemiddelde. Waar de uitkomsten van een deelgroep opvallend afwijken van het Rotterdamse gemiddelde zijn deze met kleur gearceerd. Een leesvoorbeeld: In de eerstvolgende tabel is te zien dat 68% van de Rotterdammers wel eens een parkje of plantsoen in de eigen buurt bezoekt. Onder de Rotterdamse vrouwen is dit bezoekersaandeel met 70% iets hoger, onder de mannen met 66% iets lager dan het totaalgemiddelde. De tabel daarna laat zien dat de “gemiddelde Rotterdammer” 24 keer per jaar een parkje of plantsoen in de eigen buurt bezoekt. Voor mannen is dit gemiddelde aantal bezoekjes 23 keer per jaar, voor vrouwen 24 keer per jaar (in beide tabellen is dit een klein verschil, dus deze cijfers zijn niet met kleur gearceerd). De belangrijkste bevindingen uit deze beide tabellen: Jongeren onder de 25 bezoeken het buitenstedelijke groen minder dan gemiddeld. Het buurtgroen bezoeken zij minder frequent dan gemiddeld. Onder 65-plussers het aandeel bezoekers wat lager voor alle soorten groenvoorzieningen, maar dit geldt vooral voor de stadsparken en de boerenlandgebieden. Eenoudergezinnen zijn minder geneigd tot het bezoeken van boerenlandgebieden en verder weg gelegen natuurgebieden. Rotterdammers met een niet-westerse herkomst bezoeken het buitenstedelijke groen minder dan Rotterdammers met een westerse herkomst. Voor het binnenstedelijke groen geldt dit niet, al worden met name “parkje of plantsoen in de eigen buurt” wel met een lagere frequentie bezocht door de meeste niet-westerse Rotterdammers. Overigens: wanneer niet-
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 7 van 26
2
westerse allochtonen (met name Turken en Marokkanen) de stadsparken bezoeken, is dat 2 relatief vaak om te picknicken, vaak ook met barbecue, zo schreef het SCP al in 2008 . Laag opgeleiden blijven vooral achter bij hoog opgeleiden als het gaat om buitenstedelijk groen, met name de boerenlandgebieden en de verder weg gelegen natuur. Dat geldt ook voor sociale minima ten opzichte van de hogere inkomens. Het inkomen zou direct van invloed kunnen zijn op de betaalbaarheid van vervoerskosten (en dat is bij de buitenstedelijke groenvoorzieningen meer van belang dan bij de binnenstedelijke) maar of dat inderdaad een rol van betekenis speelt kan op grond van dit onderzoek niet worden vastgesteld. De verschillen tussen deelgemeenten zijn vrij makkelijk verklaarbaar gezien hun ligging en de ligging van diverse groenvoorzieningen. Rotterdammers met een paarse leefstijl (wat staat voor “ondernemend”) bezoeken meer dan gemiddeld de stadsparken en de verder weg gelegen natuur.
Broek, A. van den & S. Keuzenkamp (red.) (2009). Het dagelijks leven van allochtone stedelingen. Den Haag: SCP.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 8 van 26
Tabel 3.3
Bezoek aan soorten groenvoorzieningen in % van Rotterdammers naar achtergrondkenmerken, 2013 Binnenstedelijk groen Parkje, plantsoen etc. in uw eigen buurt
Grotere parken in de stad
Buitenstedelijk groen Natuur- en recreatiegebieden rond de stad Rotterdam
Boerenlandgebieden buiten de stad
Natuurgebieden verder weg
Totaal
68
57
51
30
44
Mannen
66
58
53
31
45
Vrouwen
70
57
50
28
43
13 t/m 24 jaar
65
58
40
25
32
25 t/m 44 jaar
72
66
57
31
49
45 t/m 64 jaar
68
52
53
34
48
65 t/m 85 jaar
61
40
47
24
37
Alleenstaande
61
53
46
27
40
Stel zonder kinderen
66
58
55
34
51
Stel met kinderen
75
59
53
30
44
Eenoudergezin
63
47
45
21
28
Surinaams/Antilliaans
62
47
40
16
21
Turks
78
60
41
19
22
Marokkaans
76
64
42
29
29
Overig niet-westers
71
61
42
22
33
Westers allochtoon
72
66
59
30
47
Autochtoon
66
55
55
35
54
Laag opgeleid
67
46
43
24
31
Middelbaar opgeleid
66
52
48
28
40
Hoog opgeleid
72
71
62
36
59
sociale minima
67
54
43
23
32
minimum tot modaal
67
49
44
24
38
modaal tot 2x modaal
69
60
60
36
51
meer dan 2x modaal
70
70
63
38
60
Rotterdam Centrum
62
76
45
26
48
Delfshaven
71
68
47
29
42
Noord
67
71
59
35
44
Hillegersberg-Schiebroek
69
53
61
38
56
Kralingen-Crooswijk
74
78
55
30
47
Prins Alexander
68
53
62
35
49
Feijenoord
63
56
45
21
34
IJsselmonde
68
50
48
27
41
Charlois
69
49
43
26
36
Hoogvliet
64
34
48
28
43
creatief inspirerend (rood)
69
64
48
35
50
ondernemend (paars)
72
71
60
33
53
stijlvol luxe (blauw)
66
57
50
31
43
ingetogen (aqua)
65
56
55
32
50
rustig (groen)
69
52
52
29
41
gezellig (lime)
68
54
48
26
38
uitbundig (geel)
68
52
47
28
38
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 9 van 26
Tabel 3.4
Bezoekfrequentie op jaarbasis per Rotterdammer (ook niet-bezoekers tellen mee) aan soorten groenvoorzieningen naar achtergrondkenmerken, 2013 Binnenstedelijk groen
Buitenstedelijk groen
Grotere parken in de stad
Natuur- en recreatiegebieden rond de stad Rotterdam
Boerenlandgebieden buiten de stad
Natuurgebieden verder weg
24
8
7
4
4
23
9
8
3
4
24
7
6
4
3
13 t/m 24 jaar
12
6
5
2
2
25 t/m 44 jaar
24
9
8
4
4
45 t/m 64 jaar
31
10
8
4
4
65 t/m 85 jaar
26
4
6
4
3
Alleenstaande
21
9
5
3
3
Stel zonder kinderen
26
8
8
5
5
Stel met kinderen
28
9
8
4
3
Eenoudergezin
14
5
5
3
2
Surinaams/Antilliaans
10
4
3
4
1
Turks
16
7
2
1
2
Marokkaans
11
8
7
2
1
Parkje, plantsoen etc. in uw eigen buurt Totaal Mannen Vrouwen
Overig niet-westers
12
6
2
1
2
Westers allochtoon
29
11
10
3
6
Autochtoon
30
9
9
5
4
Laag opgeleid
22
4
4
2
2
Middelbaar opgeleid
25
7
7
3
3
Hoog opgeleid
23
13
9
6
5
sociale minima
18
6
5
3
2
minimum tot modaal
25
6
6
2
3
modaal tot 2x modaal
26
9
8
4
4
meer dan 2x modaal
30
14
11
4
6
Rotterdam Centrum
12
9
4
2
3
Delfshaven
15
8
6
3
3
Noord
21
12
6
3
3
Hillegersberg-Schiebroek
32
8
10
4
4
Kralingen-Crooswijk
24
19
13
4
6
Prins Alexander
22
7
11
6
4
Feijenoord
13
5
3
2
2
IJsselmonde
38
7
5
2
3
Charlois
21
8
5
2
3
Hoogvliet
30
4
8
5
3
creatief inspirerend (rood)
16
6
12
8
8
ondernemend (paars)
24
14
9
3
4
stijlvol luxe (blauw)
22
7
7
5
3
ingetogen (aqua)
23
11
8
4
4
rustig (groen)
29
8
7
4
4
gezellig (lime)
27
7
6
2
3
uitbundig (geel)
23
6
5
2
3
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 10 van 26
3.3
Bezoek aan groenvoorzieningen om te sporten Naar het motief om groen te bezoeken is niet uitgebreid gevraagd. Alleen deze vervolgvraag werd gesteld: Heeft u een of meer van deze groengebieden bezocht om te sporten? Bij degenen die meerdere soorten groenvoorzieningen hebben bezocht is niet goed vast te stellen op welke groenvoorziening dit dan betrekking heeft. Wel kunnen we vaststellen dat bijna een kwart van alle Rotterdammers wel eens een groenvoorziening bezoekt met het doel om te sporten. De volgende tabel laat zien dat dit aandeel verschilt voor verschillende groepen Rotterdammers. De opvallend hoge en lage percentages zijn gekleurd weergegeven. Het zal niemand verbazen dat 65-plussers relatief weinig gebruik maken van groenvoorzieningen om te sporten. Hun sportdeelname ligt sowieso lager dan die van de jongere Rotterdammers. Ook de hogere sportdeelname van hoog opgeleiden en de lagere sportdeelname van laag opgeleiden is eigenlijk indirect terug te zien in de tabel. Sportdeelname hangt eveneens samen met de hoogte van het inkomen. Hoe hoger het inkomen, des te meer doet men aan sport. Bij het bezoek aan groen met het doel om te sporten scoren de sociale minima echter niet zo laag als we zouden verwachten. Misschien dat de sociale minima die wel aan sport doen, relatief vaak gebruik maken van groenvoorzieningen omdat dat gebruik gratis is, maar dit is vooralsnog niet meer dan een vermoeden. Inwoners van Noord, Hillegersberg-Schiebroek en Kralingen-Crooswijk bezoeken vaker groenvoorzieningen om te sporten dan de overige Rotterdammers. Het ligt voor de hand dat de nabijheid van grote groenvoorzieningen zoals het Kralingse Bos of de Rottemeren daarbij een rol speelt. Het tegenovergestelde kan worden gezegd over de inwoners van de stedelijke gebieden op Zuid, met name Charlois en IJsselmonde, terwijl voor de meesten van hen het Zuiderpark toch redelijk dichtbij is. Daar zullen waarschijnlijk ook andere persoonskenmerken een rol spelen, zoals wellicht het opleidingsniveau, dat gemiddeld genomen op de zuidoever lager ligt dan op de noordoever. Rotterdammers met een paarse of blauwe leefstijl bezoeken vaker groen om te sporten dan Rotterdammers met een andere leefstijl.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 11 van 26
Tabel 3.5
Bezoek aan groenvoorzieningen om te sporten, in procenten, 2013 WEL bezocht om te sporten
wel bezocht maar NIET om te sporten
überhaupt niet bezocht
totaal
Totaal
23
65
12
100
Man
26
61
13
100
Vrouw
21
68
11
100
13 t/m 24 jaar
27
57
16
100
25 t/m 44 jaar
30
62
8
100
45 t/m 64 jaar
20
68
12
100
65 t/m 85 jaar
7
78
16
100
Alleenstaande
23
62
15
100
Stel zonder kinderen
23
66
11
100
Stel met kinderen
24
65
10
100
Eenoudergezin
19
65
15
100
Surinaams/Antilliaans
21
61
18
100
Turks
16
72
12
100
Marokkaans
20
68
12
100
Overig niet-westers
23
65
12
100
Westers allochtoon
28
64
9
100
Autochtoon
24
65
11
100
Laag opgeleid
15
70
15
100
Middelbaar opgeleid
21
66
13
100
Hoog opgeleid (hbo,wo)
34
60
6
100
sociale minima
20
65
15
100
minimum tot modaal
15
71
14
100
modaal tot 2x modaal
26
66
8
100
meer dan 2x modaal
37
56
7
100
Rotterdam Centrum
25
67
8
100
Delfshaven
22
68
11
100
Noord
34
56
10
100
Hillegersberg-Schiebroek
31
58
11
100
Kralingen-Crooswijk
39
55
6
100
Prins Alexander
22
66
12
100
Feijenoord
16
67
17
100
IJsselmonde
16
71
13
100
Charlois
17
69
14
100
Hoogvliet
20
66
13
100
creatief inspirerend (rood)
28
60
11
100
ondernemend (paars)
32
62
7
100
stijlvol luxe (blauw)
30
54
15
100
ingetogen (aqua)
28
62
10
100
rustig (groen)
20
67
14
100
gezellig (lime)
19
69
12
100
uitbundig (geel)
17
69
13
100
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 12 van 26
4
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen
4.1
Bezoek en waardering per voorziening In februari/maart van de jaren 2013 en 2014 werd in de Omnibusenquête gevraagd naar het bezoek en de waardering van afzonderlijke groenvoorzieningen in en rond Rotterdam. Een samenvatting van de uitkomsten is te zin in de volgende tabel. Een leesvoorbeeld: het recreatiegebied Rottemeren wordt jaarlijks door 21% van de Rotterdammers bezocht. In totaal brengen Rotterdammers per jaar ongeveer 700.000 bezoeken aan dit gebied. Zij waarderen dit gebied met het rapportcijfer 7,5. Het Lage Bergsche Bos wordt door iets minder Rotterdammers bezocht, maar de bezoekers komen daar kennelijk wel iets frequenter, want het totale aantal bezoeken ligt iets hoger. Het Lage Bergsche Bos wordt met een 7,3 iets lager gewaardeerd, maar dit is nog wel hoger dan bij veel andere groenvoorzieningen. Overigens zullen al deze groenvoorzieningen ook worden bezocht door mensen van buiten Rotterdam, zodat het totale bezoek aan de voorzieningen hoger zal zijn dan het hier genoemde bezoek door Rotterdammers. De uitkomsten van beide meetjaren zijn bij elkaar geteld om te komen tot voldoende respondenten per afzonderlijke groenvoorziening. Voor de groenvoorzieningen met het laagste aandeel bezoekers, geldt dat de laatste twee kolommen wat minder betrouwbare informatie bevatten. Die zijn namelijk alleen gebaseerd op de antwoorden van de bezoekers dus het aantal respondenten is in die gevallen vrij klein. Het zijn juist de minder bezochte groenvoorzieningen die een wat lager rapportcijfer krijgen, maar hoe hoog die waardering exact is in werkelijkheid, is niet helemaal duidelijk. Tabel 4.1
Bezoek en waardering van afzonderlijke groenvoorzieningen, 2013/2014 aandeel bezoekers
bezoeken op jaarbasis
Rapportcijfer (door bezoekers)
Rottemeren
21%
700.000
7,5
Lage Bergsche Bos
17%
800.000
7,3
Zevenhuizer Plas
16%
900.000
6,9
9%
400.000
7,1
Hoge Bergsche Bos Midden Delfland
8%
300.000
7,0
Hitland
6%
100.000
6,7
Ackerdijkse Plassen*
4%
200.000
6,7 6,9
Oude Maas
18%
500.000
Rhoonse Grienden
9%
200.000
7,2
Brielse Meer
7%
200.000
6,9
Bernisse* Strand Hoek van Holland
4%
100.000
6,6
34%
700.000
7,2
Kralingse Bos
49%
2.500.000
7,3
Het Park
41%
1.100.000
7,2
Museumpark
26%
600.000
6,9
Vroesenpark
14%
400.000
6,9
2%
50.000
5,1
Roel Langerakpark*
Zuiderpark 22% 1.500.000 7,0 *) Voor gebieden met minder dan 5% bezoekers geldt: de laatste twee kolommen zijn slechts indicatief.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 13 van 26
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen naar persoonskenmerken In de vorige paragraaf werd duidelijk dat het wonen op een bepaalde plek in de stad duidelijk invloed heeft op het al dan niet bezoeken van groenvoorzieningen. De woonlocatie is echter niet de enige verklarende factor. Zaken als leeftijd, opleidingsniveau of de etnische achtergrond zijn ook zeer bepalend voor het gebruik van groen. De volgende tabel illustreert dat. Een leesvoorbeeld: Het recreatiegebied Rottemeren worden jaarlijks door 21% van de Rotterdammers bezocht. Het wordt door 12% van de Rotterdamse sociale minima bezocht en het wordt bezocht door 35% van de Rotterdammers die een inkomen hebben van meer dan twee maal modaal.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
16-24 jaar
25-44 jaar
45-64 jaar
65-75 jaar
76 jaar en ouder
Surinaams + Antilliaans
Turks, Marokkaans, Kaapverisch, ov. niet-westers
Autochtoon
Westers allochtoon
Laag opgeleid
Middelbaar opgeleid
Hoog opgeleid
sociale minima
minimum tot modaal
modaal tot 2x modaal
meer dan 2x modaal
Rottemeren Lage Bergsche Bos Hoge Bergsche Bos Zevenhuizer Plas Midden Delfland Hitland Ackerdijkse Plassen Oude Maas Rhoonse Grienden Brielse Meer Bernisse Ander natuurgeb.in omg.R’dam Natuurgebied verder weg minstens één van deze recreatiegebieden strand Hoek van Holland Kralingse Bos Het Park Museumpark Vroessenpark Roel Langerakpark Zuiderpark minstens één stadspark Minstens één van alle groenvoorzieningen
vrouwen
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorzieningen, 2013/2014, percentages voor groepen Rotterdammers
mannen
Tabel 4.2
Totaal
4.2
21 17 9 16 8 6 4 18 9 7 4 28 25
24 20 12 18 10 7 5 19 11 8 5 29 27
18 15 7 14 6 6 3 16 7 6 4 27 23
12 11 6 12 3 4 0 21 7 6 4 33 20
23 18 10 18 9 6 3 18 6 7 4 30 27
23 19 10 16 9 8 5 17 11 7 4 26 26
23 19 13 17 8 7 6 17 15 9 6 23 26
6 12 4 7 3 2 2 11 9 4 3 18 15
10 5 2 11 2 3 1 16 2 2 4 27 9
12 8 5 8 2 4 2 16 3 2 1 25 9
26 23 13 20 11 7 5 18 13 9 5 29 35
25 19 9 17 8 8 3 20 10 8 8 30 28
12 10 4 9 3 4 1 17 8 6 4 22 14
17 14 8 20 6 7 3 20 11 8 5 29 21
29 25 14 20 12 8 6 17 9 7 4 32 36
12 9 6 9 4 5 2 16 6 5 2 24 10
17 17 7 13 7 5 3 20 9 7 4 29 22
23 18 11 19 8 6 5 19 12 8 5 27 31
35 29 15 25 14 9 6 17 10 8 6 34 42
60
62
58
60
63
59
58
44
44
43
70
62
45
60
72
43
57
66
80
34 49 41 26 14 2 22 67
35 49 44 27 15 2 23 67
33 49 38 24 13 1 21 67
40 54 51 32 15 2 28 81
39 56 46 31 20 2 25 73
30 45 35 22 9 1 19 60
26 37 31 17 7 2 14 56
13 30 15 7 2 0 5 42
27 40 37 20 12 3 33 62
22 38 35 22 13 2 23 61
39 54 41 27 14 1 18 69
43 61 53 32 15 1 27 77
23 32 26 12 8 2 25 54
33 47 39 18 11 1 26 64
44 64 54 40 20 2 17 80
25 40 33 19 12 2 25 60
32 44 36 20 11 1 21 62
39 54 43 28 16 1 22 70
46 67 57 41 20 2 17 83
77
77
77
86
81
73
71
56
66
65
83
83
64
76
88
65
73
83
92
december 2014
Pagina 14 van 26
4.3
Bezoek aan meerdere groenvoorzieningen door dezelfde persoon Ruim driekwart van de Rotterdammers bezoekt op jaarbasis minstens één groenvoorziening en de meesten bezoeken er wel meer dan één. De laatste kolom in de onderstaande tabel laat zien: bijna een kwart van de Rotterdammers bezoekt geen enkele groenvoorziening, tien procent bezoekt er één en tweederde bezoekt er meer dan één. Het gaat hier dus niet om de frequentie (hoeveel keer men iets bezoekt) maar om het aantal verschillende groenvoorzieningen. Ook binnen de categorie “stadsparken” geldt dat als iemand hier een van bezoekt, hij er meestal twee of meer verschillende bezoekt. Hetzelfde kan gezegd worden over de categorie “recreatiegebieden”. In de kolom “alle groenvoorzieningen” in de tabel hieronder zijn alle groenvoorzieningen meegeteld die in de voorgaande grote tabel zijn genoemd, dus ook het strand van Hoek van Holland. De onderste regel in de voorgaande grote tabel betreft het aandeel dat wel minstens één groenvoorziening bezoekt op jaarbasis: 77%van de Rotterdammers. Dat is precies het tegenovergestelde van wat hieronder wordt genoemd “geen enkele bezocht”: 23% van de Rotterdammers. Deze groep niet-bezoekers bestaat uit relatief veel ouderen, met name 75-plussers, laag opgeleiden, sociale minima en Rotterdammers met een niet-westerse herkomst. Tabel 4.3 Het bezoek aan geen, één of meer groenvoorzieningen, in % van Rotterdammers Stadsparken
Recreatiegebieden
Alle groenvoorzieningen
Geen enkele bezocht
33
40
23
Een bezocht
22
18
10
Twee of drie bezocht
34
25
23
Vier of meer bezocht
11
18
44
100
100
100
Totaal
Als we kijken naar samenhang tussen het bezoek aan de afzonderlijke groenvoorzieningen, blijkt er alleen echt duidelijke samenhang te zijn tussen het bezoek aan groenvoorzieningen die in elkaars nabijheid te vinden zijn. Het Hoge en het Lage Bergsche Bos bijvoorbeeld, of de Oude Maas en de Rhoonse Grienden. De enige samenhang waar dat niet voor geldt, zien we bij de stadsparken op de Noordoever: er is een vrij sterk verband tussen bezoeken aan het Kralingse Bos, Het Park en het Museumpark. Al dit soort verbanden (correlaties) betekenen dat iemand die het een bezoekt een grote kans heeft om ook het andere te bezoeken. Een concreet voorbeeld: als een Rotterdammer wel eens het Kralingse Bos bezoekt, is de kans vrij groot dat deze persoon ook Het Park wel eens bezoekt. Opvallend is dan toch ook dat het bezoek aan deze stadsparken op de noordoever absoluut geen samenhang vertoont met het bezoek aan het Zuiderpark, het enige stadspark op Zuid dat in de vragenlijst wordt genoemd.
4.4
Bezoek aan groenvoorzieningen en reisafstand Of een Rotterdammer wel eens en specifieke groenvoorziening bezoekt, hangt onder andere af van de afstand tussen dat groen en de eigen woning. Die veronderstelling lijkt althans behoorlijk plausibel en een eerste bewijs daarvoor levert de volgende tabel. Een leesvoorbeeld: Het recreatiegebied Rottemeren wordt bezocht door 21% van de Rotterdammers. Van de Rotterdammers die op de Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 15 van 26
Noordoever wonen bezoekt 28% het wel eens, van de Rotterdammers op Zuid 9%. De laatste kolom in de tabel geeft aan op welke oever de groenvoorziening ligt (in dit geval de noordoever). Zonder uitzondering is het aandeel bezoekers het hoogst op de maasoever waar de groenvoorziening gesitueerd is. Overigens blijkt uit de tabel ook dat de noordoever sowieso een groter aandeel groenbezoekers telt dan de zuidoever. De laatste regel in de tabel laat zien dat 81% van de noorderlingen wel eens een of meer groenvoorzieningen bezoekt, tegenover 71% van de zuiderlingen. Dat kan overigens mede zijn veroorzaakt doordat er meer groenvoorzieningen op de noordoever in de vragenlijst worden genoemd. Tabel 4.4
Bezoek aan afzonderlijke groenvoorziening, naar wonen in Rotterdam Noord of Zuid, aandeel bezoekers in procenten Woonlocatie
Rottemeren Lage Bergsche Bos Zevenhuizer Plas Hoge Bergsche Bos Midden Delfland Hitland Ackerdijkse Plassen Oude Maas Rhoonse Grienden Brielse Meer Bernisse Ander in omgeving Rotterdam Natuurgebied verder weg minstens één van deze recreatiegebieden Strand Hoek van Holland Kralingse Bos Het Park Museumpark Vroesenpark Roel Langerakpark Zuiderpark minstens één van deze stadsparken minstens één van alle groenvoorzieningen
Noord
Zuid
Totaal
28 25 23 14 10 9 5 10 5 5 2 30 28
9 4 5 2 4 2 1 29 16 9 8 25 21
21 17 16 9 8 6 4 18 9 7 4 28 25
64
53
60
38 62 47 33 20 2 10 73
28 30 31 15 4 0 40 58
34 49 41 26 14 2 22 67
81
71
77
Locatie van het groen Noord Noord Noord Noord Noord Noord Noord Zuid Zuid Zuid Zuid
Noord Noord Noord Noord Noord Noord Zuid
Een volgende stap in de analyse is, niet te kijken naar de rivieroever maar naar de werkelijke afstand tussen het woonadres en de groenvoorziening. De volgende tabel laat zien hoeveel procent van de Rotterdammers de genoemde stadsparken bezoekt, uitgesplitst naar afstandsklassen. De afstanden zijn berekend volgens de city blocks methode. Dat wil zeggen dat er vanuit gegaan wordt dat men niet in één rechte lijn (hemelsbreed) van huis naar park kan gaan, maar een of meer keren een hoek 3 om slaat. De tabel vermeldt tevens de absolute aantallen bezoeken die worden gebracht door Rotterdammers die wonen in de genoemde afstandsklassen. De absolute aantallen in tabel 4.6 zijn vrij grove schattingen, die dan ook zijn afgerond op tienduizendtallen. 3
Moet iemand bijvoorbeeld op de kaart naar het noordoosten, dan is de city blocks afstand de volledige afstand in oostelijke richting plus de volledige afstand in noordelijke richting.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 16 van 26
Een leesvoorbeeld bij de volgende tabel: Op de onderste regel is te zien dat 49% van de Rotterdammers wel eens het Kralingse Bos bezoekt, een cijfer dat al eerder in dit hoofdstuk werd gepresenteerd. Onder de Rotterdammers die binnen een afstand van één kilometer bij het Kralingse Bos vandaan wonen is dit aandeel bezoekers een stuk hoger: 84% van deze mensen bezoekt het wel eens. Met het toenemen van de afstand neemt het percentage bezoekers af, tot 21% van de Rotterdammers die meer dan tien kilometer bij het Kralingse Bos vandaan wonen. Tabel 4.5
< 1 km
Aandeel bezoekers aan stadsparken, in procenten van de Rotterdammers die wonen binnen genoemde city blocks afstandscategorie tot het betreffende stadspark Kralingse Bos
Het Park
Museumpark
Vroessenpark
Roel Langerakpark
ZuiderPark
84
79
55
71
12
62
1 - 2,5 km
69
57
40
32
3
56
2,5 - 5 km
63
41
25
18
2
28 14
5 - 10 km
37
36
19
7
1
> 10 km
21
27
13
2
0
6
Totaal
49
41
26
14
2
22
Hetzelfde leesvoorbeeld bij de tabel hieronder: Op de onderste regel is te zien dat het Kralingse Bos op jaarbasis tweeënhalf miljoen maal door Rotterdammers wordt bezocht; ook dat cijfer werd al eerder in dit hoofdstuk gepresenteerd. Door Rotterdammers die binnen een afstand van één kilometer bij het Kralingse Bos vandaan wonen worden jaarlijks zo’n 680.000 bezoeken afgelegd. Met het oplopen van de afstand(scategorie) neemt niet altijd het absolute aantal bezoeken af. Dat lijkt op het eerste gezicht merkwaardig, maar het is heel logisch verklaarbaar. De verder weg gelegen afstandscategorieën betreffen grotere gebieden, met meer inwoners. Het aandeel bezoekers neemt weliswaar af, maar dit heeft betrekking op een groeiend aantal mensen. Overigens geldt bijna steeds het verband dat we op het eerste gezicht zouden verwachten: met het toenemen van de afstand, neemt het absolute aantal bezoeken af. Tabel 4.6
Kralingse Bos
Het Park
Museumpark
Vroessenpark
Roel Langerakpark
Zuiderpark
< 1 km 1 - 2,5 km
680.000 850.000
130.000 380.000
140.000 170.000
170.000 120.000
20.000 10.000
650.000 470.000
2,5 - 5 km
520.000
290.000
150.000
70.000
10.000
190.000
5 - 10 km
400.000
250.000
80.000
40.000
10.000
150.000
> 10 km
40.000
50.000
30.000
10.000
-
20.000
2.500.000
1.100.000
600.000
400.000
50.000
1.500.000
Totaal
4.5
Absoluut aantal bezoeken (schatting) aan stadsparken, door Rotterdammers die wonen binnen een city blocks afstandscategorie tot het betreffende stadspark
De invloed van reisafstand in kaartbeelden In de volgende vijf kaarten is steeds een specifiek stadspark aangegeven, met daaromheen drie cirkels. Deze cirkels geven de hemelsbrede afstand aan van waarbinnen een kwart, de helft en
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 17 van 26
4
driekwart van alle bezoeken komen . Zodoende zijn enkele verschillen tussen de stadsparken te zien. De kleinste cirkel representeert de woonadressen waarvandaan een kwart van de bezoeken komt. Deze cirkel ligt bij het Kralingse Bos vrij dicht langs de randen van deze groenvoorziening. Bij bijvoorbeeld Het Park ligt die cirkel er een stuk ruimer omheen. In deze vijf kaartbeelden is dus het aandeel bezoekers weergegeven, maar geen absolute aantallen. Die verschillen behoorlijk van park tot park, maar dat komt ook verderop nog aan de orde. Het complexe van de werkelijkheid is dat de persoonskenmerken die in het voorgaande al werden besproken voor een deel interfereren met de woonlocatie. Dat geldt voor het onderscheid tussen noord- en zuidoever maar zeker ook bij het onderscheid in afstandsklassen tot groenvoorzieningen. Bijvoorbeeld: de afstand tot het Kralingse Bos is voor Rotterdammers met een laag inkomen gemiddeld genomen groter dan voor Rotterdammers met een hoog inkomen. Een kanttekening bij deze kaarten met cirkels is op zijn plaats. Omdat in de onderzoeksdata een analyse is gemaakt met een hemelsbrede afstand tussen woonadres en groenvoorziening, kunnen de cirkels op de kaart worden ingetekend. De ingetekende afstand is dan naar alle kanten toe even groot. In werkelijkheid zullen er niet van alle kanten even veel bezoekers naar een groenvoorziening komen. Het onderstaande kaartje biedt een goed voorbeeld om dit te illustreren. De donkerste cirkel geeft het gebied aan waar een kwart van de bezoeken aan het Kralingse Bos vandaan komt. We weten dat vrij dicht langs de noordrand van het Kralingse Bos een behoorlijke barrière loopt: de rijksweg A20. Daardoor is het aannemelijk dat vanuit het noordelijke deel van die cirkel niet zo veel bezoeken naar het Kralingse Bos worden afgelegd, maar des te meer vanuit het zuidelijke deel van deze cirkel. Figuur 4.1
Herkomst van bezoeken aan het Kralingse Bos
4
Het gebied waar het totaal van de bezoeken vandaan komt is per definitie de gehele gemeente Rotterdam, inclusief de buitengebieden Hoek van Holland en Rozenburg die niet in de kaart zijn weergegeven. Deze laatste waarde (100% van de bezoeken) is niet ingekleurd.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 18 van 26
Figuur 4.2
Herkomst van bezoeken aan Het Park (bij de Euromast)
Figuur 4.3
Herkomst van bezoeken aan het Museumpark
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 19 van 26
Figuur 4.4
Herkomst van bezoeken aan het Vroessenpark
Figuur 4.5
Herkomst van bezoeken aan het Zuiderpark
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 20 van 26
De voorgaande kaartbeelden geven een beeld van de spreiding van het bezoek aan de stadsparken. Het absolute aantal bezoeken is echter zeer verschillend van park tot park. Daarom is een soortgelijk kaartbeeld interessant waarin is aangegeven hoeveel bezoeken er uit een bepaalde cirkel afkomstig zijn. De volgende vijf kaartbeelden laten dat zien. De grootte van de cirkels is dus van park tot park zeer verschillend, afhankelijk van de onderliggende bezoekersaantallen. In het bijschrift boven de kaartjes is ook steeds het totale aantal bezoekers op jaarbasis genoemd. Een voorbeeld hoe zo’n kaart te lezen is: bij de volgende kaart wordt vermeld dat het Kralingse Bos in totaal bijna tweeënhalf miljoen bezoekers per jaar krijgt. Aan de kleinste cirkel is te zien dat de 500.000 bezoeken met de meest nabije herkomst van vrij dichtbij komen en dat geldt eigenlijk ook voor de volgende 500.000 bezoeken: de tweede cirkel die een totaal van een miljoen bezoeken representeert. De oppervlakte van deze tweede cirkel representeert de woonadressen waarvandaan de “dichtstbijzijnde” miljoen bezoeken afkomstig zijn. De afstand naar het herkomstadres wordt duidelijk wat groter als we er nog eens 500.000 bezoeken bij tellen tot de op een na grootste cirkel in de kaart. De grootste cirkel ten slotte representeert de herkomst van twee miljoen bezoeken. De rest van de bezoeken (nog eens bijna 500.000) is dus afkomstig uit de rest van de gemeente Rotterdam, inclusief wellicht Hoek van Holland en Rozenburg, die niet op de kaart staan. Omdat de absolute aantallen bezoeken per park zo verschillend zijn, is ook de betekenis van de cirkels per park verschillend. Let wel: dit betreft steeds alleen de bezoeken door Rotterdammers. De ingetekende cirkels lopen dan ook niet door over de gemeentegrenzen. Uiteraard hebben deze groenvoorzieningen ook bezoekers van elders, maar daarover is op grond van dit onderzoek niets te zeggen. Figuur 4.6
Herkomst van bezoeken aan het Kralingse Bos, absolute aantallen Totale aantal bezoekers op jaarbasis: bijna 2.500.000
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 21 van 26
Bij Het Park en het Museumpark (figuren 4.7 en 4.8) moet worden bedacht dat hier vrij regelmatig activiteiten plaatsvinden die bezoekers trekken. Niet alle bezoekers aan deze parken zullen hier dus naartoe gaan vanwege het groen. Dit kan ook bijdragen aan een wat grotere gemiddelde reisafstand tussen het woonadres en het betreffende park. Deze redenatie zal in zekere mate opgaan voor alle hier besproken stadsparken, maar naar verwachting wat meer voor Het Park en het Museumpark. Figuur 4.7
Herkomst van bezoeken aan Het Park (bij de Euromast), absolute aantallen Totale aantal bezoekers op jaarbasis: ongeveer 1.100.000
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 22 van 26
Figuur 4.8
Herkomst van bezoeken aan het Museumpark, absolute aantallen Totale aantal bezoekers op jaarbasis: bijna 600.000
Figuur 4.9
Herkomst van bezoeken aan het Vroessenpark, absolute aantallen Totale aantal bezoekers op jaarbasis: ruim 400.000
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 23 van 26
Figuur 4.10
4.6
Herkomst van bezoeken aan het Zuiderpark, absolute aantallen Totale aantal bezoekers op jaarbasis: bijna 1.500.000
Buurtgroen Met betrekking tot onder andere het onderwerp “groen” werd in het Wijkonderzoek gevraagd: “Kunt u aangeven in hoeverre u vindt dat deze voorziening in voldoende mate aanwezig is in en rond uw woonbuurt?” Het Wijkonderzoek ligt mede ten grondslag aan het Rotterdamse Wijkprofiel. De uitkomst van deze enquêtevraag geeft geen oordeel over de kwaliteit van het groen en evenmin bieden ze een objectieve maat voor de kwantiteit, maar het geeft een beeld van de beleving van de hoeveelheid groen in de diverse woonbuurten. De precieze omschrijving van dit groen in de vraag luidde: “Groen in uw buurt, zoals grasveldjes, bomen en parken”. Omdat in het Wijkonderzoek tot op buurtniveau een behoorlijk aantal respondenten is gerealiseerd, kunnen de uitkomsten op betrouwbare wijze geografisch voor vrij kleine eenheden worden weergegeven. Het kaartbeeld op de volgende pagina geeft de uitkomsten duidelijk weer. Herkenbaar is dat in de buurt van enkele grote groenvoorzieningen zoals het Kralingse Bos en in de meeste buitenwijken van de stad de waardering voor de hoeveelheid groen duidelijk hoger is en tevens dat in de dichtst bebouwde gebieden van Rotterdam, zoals in bepaalde oudere stadswijken, deze waardering duidelijk lager uitpakt. Het laagst is de waardering in enkele kleine gebiedjes: in het Centrum van de stad, in Delfshaven en op een bedrijventerrein tussen de Maas en stadion De Kuip. De kaart spreekt verder eigenlijk voor zich. Een korte methodologische toelichting is in de figuur zelf opgenomen.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 24 van 26
Figuur 4.11
Beleving van de hoeveelheid buurtgroen zoals grasveldjes, bomen en parken, 2013
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 25 van 26
Een relatie met andere uitkomsten is geprobeerd te vinden. Zo kan er een verband verondersteld worden tussen de beleving van de hoeveelheid buurtgroen en het bezoek aan groenvoorzieningen. Omdat dit verschillende enquêtes betreft, kan niet van een en dezelfde respondent het antwoord op beide enquêtevragen worden gecombineerd. Wel kan de uitslag van de ene vraag op buurtniveau worden gerelateerd aan de uitslag van de andere vraag. Dit levert echter weinig op. Wellicht zou een uitgebreidere, geavanceerde analyse wel verbanden kunnen opleveren, maar deze zijn dan waarschijnlijk niet heel sterk.
Bezoek en waardering van groen in en om Rotterdam, 2014
december 2014
Pagina 26 van 26