Besluit Kenmerk: 643359/644822 Betreft: Ontheffingsverzoek artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Besluit van het Commissariaat voor de Media op het verzoek van KPN B.V. om tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting van (gesproken) ondertiteling via Xbox 360. _________________________________________________________________________ 1. Dit besluit heeft de volgende opbouw. Eerst volgt het verloop van de procedure (a). Dan wordt ingegaan op het wettelijk kader (b). Vervolgens wordt ingegaan op het ontheffingsverzoek van KPN B.V. (c), de overwegingen van het Commissariaat (d) en de openbaarmaking van dit besluit (e). Ten slotte volgt het besluit (f).
a. Verloop van de procedure 2.
Bij brief van 9 maart 2015 heeft KPN B.V. (hierna: KPN) bij het Commissariaat voor de Media (hierna: het Commissariaat) een verzoek ingediend voor tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting van diensten bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, te weten de ondertitelingsdoorgifteverplichting zoals aangewezen in artikel 18a van de Mediaregeling 2008, voor de Xbox 360 voor de periode van 1 april 2015 tot 1 juli 2015.
3.
Per e-mail van 16 maart 2015 (kenmerk: 643359/643902) heeft het Commissariaat KPN gevraagd nadere informatie te verstrekken.
4.
Per e-mail van 18 maart 2015 (kenmerk: 643359/644191) heeft KPN de gevraagde informatie verstrekt.
b. Wettelijk kader 5.
Voor een overzicht van de relevante wettelijke bepalingen wordt verwezen naar de bijlage.
c. Ontheffingsverzoek 6.
KPN vraagt om tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting van (gesproken) ondertiteling op de Xbox voor de periode van 1 april 2015 tot 1 juli 2015, de datum waarop deze dienst beëindigd zal zijn.
7.
Hieronder wordt het ontheffingsverzoek van KPN van 9 maart 2015 en de aanvulling van de e-mail van 18 maart 2015 samengevat.
8.
KPN biedt haar televisiedienst iTV Online onder andere aan via de Xbox. Een applicatie op de Xbox zorgt ervoor dat de Xbox ook als tv gebruikt kan worden. KPN geeft aan dat ongeveer [niet openbaar] unieke huishoudens gebruik maken van iTV Online op de Xbox; per dag gebruiken ongeveer [niet openbaar] huishoudens deze dienst.
9.
KPN stelt dat het implementeren van de ondertitelingsdoorgifteverplichting voor deze dienst haar ongeveer [niet openbaar] euro kost. Bedrijfseconomisch ziet KPN geen mogelijkheid om deze kosten en inspanningen te verrichten voor een dienst die minimaal gebruikt wordt. KPN heeft mede daarom besloten te stoppen met het aanbieden van iTV Online op de Xbox.
10. KPN stelt dat het uitfaseren van de dienst enige tijd in beslag neemt. Ten eerste omdat er technische zaken geregeld moeten worden, ten tweede omdat rekening gehouden moet worden met klantbelangen. Klanten moeten tijdig op de hoogte worden gesteld van het beëindigen van de dienst en moeten de mogelijkheid krijgen hun tvabonnement kosteloos te beëindigen.
1
11. KPN acht het in haar bedrijfsbelang om wijzigingen zoveel mogelijk te bundelen. Per 1 juli 2015 worden door KPN meerdere wijzigingen doorgevoerd die een kosteloos beëindigingsrecht voor de klant meebrengen. KPN wil de uitfasering van iTV Online op de Xbox in deze wijzigingsronde meenemen. 12. KPN stelt dat het wijzen van klanten op de mogelijkheid van kosteloze beëindiging van een abonnement, grote gevolgen voor haar heeft telkens wanneer dit gebeurt. Als KPN haar ongeveer 1,5 miljoen iTV-klanten twee keer in plaats van één keer actief een bericht moet sturen waarin gemeld wordt dat ze hun abonnement bij KPN kosteloos mogen beëindigen, kan dit voor een groot verlies in abonnees (en daarmee omzet) zorgen. 13. Daarnaast wijst KPN op de communicatiekosten en inzet van capaciteit bij het informeren van haar klanten. Twee keer informeren leidt tot dubbele kosten en inzet van capaciteit, waarbij volgens KPN gedacht moet worden aan [niet openbaar] euro per keer (personeels- en administratiekosten, druk- en verzendkosten). Bundeling van wijzigingen leidt, aldus KPN, ook wat dit betreft tot kostenbesparing. 14. Tot slot stelt KPN dat het in haar belang is duidelijk te communiceren met haar klanten, en deze slechts één maal per jaar te informeren en een duidelijk overzicht te geven van alle wijzigingen in het abonnement. Bij meerdere wijzingen per jaar moet steeds apart gecommuniceerd worden en verliest de klant overzicht en mogelijk begrip, hetgeen niet in het bedrijfsbelang van KPN is. Ook worden wijzigingsberichten door de media opgepikt. KPN stelt dat zij negatieve reputatieschade oploopt als zij meerdere malen een ‘negatief’ bericht moet brengen.
d. Overwegingen 15. Het Commissariaat is van oordeel dat KPN in aanmerking dient te komen voor een tijdelijke ontheffing als bedoeld in artikel 6.14d van de Mediawet 2008 en overweegt hiertoe het volgende. 16. Eerst wordt ingegaan op de wettelijke doorgifteverplichtingen (i), het doel van deze wettelijke bepalingen (ii) en de voorwaarden om voor ontheffing van deze wettelijke bepalingen in aanmerking te komen (iii). Tot slot wordt ingegaan op het ontheffingsverzoek dat ziet op tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting van diensten zoals bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin van de Mediawet 2008 en aangewezen in artikel 18a van de Mediaregeling 2008 (iv). (i) Wettelijke doorgifteverplichtingen 17. Sinds de wijziging van de Mediawet 2008 per 1 januari 2014 geldt de verplichte doorgifte van een digitaal standaardpakket voor pakketaanbieders met ten minste 100.000 abonnees. Artikel 6.13, eerste lid van de Mediawet 2008 bepaalt dat alle abonnees die met de pakketaanbieder een overeenkomst hebben in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket ontvangen. Artikel 6.13, tweede lid, derde volzin van de Mediawet 2008 bepaalt dat bij ministeriële regeling diensten kunnen worden aangewezen waarvan het signaal als integraal onderdeel van de programmakanalen moet worden doorgegeven. 18. Bij Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2014, nr. WJZ-611827 (10427), houdende wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met de aanwijzing van enkele diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, 1 derde volzin, van de Mediawet 2008 (hierna: de ministeriële regeling van 8 april 2014), zijn enkele diensten zoals hierboven bedoeld aangewezen. In artikel 18a van de gewijzigde Mediaregeling 2008 zijn ondertiteling en gesproken ondertiteling aangewezen als diensten die voor abonnees toegankelijk moeten worden gemaakt door middel van (a) een set-top-box, insteekmodule of rechtstreekse ontvangst, of (b) 1
Staatscourant 2014, nr. 10633, 16 april 2014.
2
een applicatie op een andere technische voorziening. In dit laatste geval moeten deze diensten per 1 april 2015 toegankelijk worden gemaakt door een pakketaanbieder. (ii) Doel van de wettelijke doorgifteverplichtingen 2 19. Zoals blijkt uit de toelichting bij de ministeriële regeling van 8 april 2014 heeft de wetgever beoogd diensten ten behoeve van personen met een beperking per ministeriële regeling van doorgifte te verzekeren. 20. De verplichting richt zich op het zo breed mogelijk toegankelijk maken van de aangewezen diensten door de pakketaanbieder. Dat betekent dat de dienst dient te werken binnen de volledige televisieomgeving van de pakketaanbieder. De regeling is techniekneutraal. 21. Om abonnees te verzekeren van minimumwaarborgen dienen alle pakketaanbieders die een of meer programmapakketten naar ten minste 100.000 abonnees in Nederland verspreiden of laten verspreiden aan de doorgifteverplichtingen te voldoen. Indien een pakketaanbieder meent niet aan de doorgifteverplichtingen te kunnen voldoen, dan kan er om ontheffing worden verzocht. Voor de beoordeling van deze onmogelijkheden wat betreft de aangewezen diensten, spelen de kosten en het bereik een grote rol. Het is namelijk wenselijk dat de dienst bij een zo groot mogelijke groep kijkers van de pakketaanbieder werkt. (iii) Voorwaarden voor ontheffing 22. Op grond van artikel 6.14d van de Mediawet 2008 kan het Commissariaat geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichtingen bedoeld in onder meer artikel 6.13 van de Mediawet 2008, als het onverkort nakomen daarvan leidt tot disproportionele kosten, tot een belemmering van innovatie of tot anderszins onredelijke uitkomsten. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. 23. Over de mogelijkheid tot het verlenen van ontheffing merkt het Commissariaat op dat het verlenen van een (gedeeltelijke) ontheffing een discretionaire bevoegdheid is van het Commissariaat. In artikel 6.14d van de Mediawet 2008 is opgenomen dat het Commissariaat geheel of gedeeltelijk ontheffing ‘kan’ verlenen. (iv) Tijdelijke ontheffing van de doorgifteverplichting voor de Xbox van KPN 24. Het Commissariaat is van oordeel dat KPN voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het implementeren van de ondertitelingsdoorgifteverplichting voor iTV Online via de Xbox tot disproportionele kosten zou leiden, gelet op het geringe aantal huishoudens dat van deze dienst gebruik maakt en de kosten die zijn gemoeid met implementatie van deze dienst. 25. Voorts is het Commissariaat van oordeel dat KPN voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het in haar bedrijfsbelang is wijzigingen in abonnementen zoveel mogelijk te bundelen, en de beëindiging van de iTV Online dienstverlening via de Xbox te laten samenvallen met andere geplande wijzigingen per 1 juli 2015. Het volgt de redenering van KPN dat eerdere beëindiging van de hier onderhavige dienst leidt tot disproportionele kosten en onredelijke uitkomsten. Hierbij heeft het Commissariaat ook de beperkte duur van de ontheffing betrokken, te weten drie maanden, en het feit dat KPN heeft aangegeven met de betreffende dienst te stoppen. 26. Het Commissariaat komt dan ook tot de conclusie dat het verzoek van KPN om tijdelijke ontheffing voor inwilliging in aanmerking komt en verleent KPN tot 1 juli 2015 ontheffing van de verplichte doorgifte van ondertiteling en gesproken ondertiteling via iTV Online via de Xbox. 27. Het Commissariaat verbindt als voorwaarde aan de ontheffing dat KPN per direct stopt met het aanbieden van de iTV Online dienst via de Xbox aan nieuwe iTV-klanten. KPN krijgt tijdelijke ontheffing zodat zij deze dienst kan beëindigen voor bestaande klanten. 2
Idem.
3
e. Openbaarmaking 28. Het Commissariaat zal de volledige tekst van het besluit, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar maken door publicatie op zijn website. De publicatie vindt plaats veertien dagen nadat het besluit op de in artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht voorgeschreven 3 wijze is bekendgemaakt. Het Commissariaat ziet daartoe geen belemmering op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.
f.
Besluit
29. Het Commissariaat voor de Media: I.
besluit, gezien het voorgaande en gelet op artikel 6.14d van de Mediawet 2008, KPN B.V. ten aanzien van iTV Online op de Xbox 360 tijdelijke ontheffing te verlenen van de verplichtingen in artikel 18a van de Mediaregeling 2008 voor zover de dienst toegankelijk wordt gemaakt door middel van een technische voorziening als bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de Mediaregeling 2008, tot 1 juli 2015;
II. verleent de ontheffing op voorwaarde dat KPN B.V. per direct stopt met het aanbieden van de iTV Online dienst via de Xbox 360 aan nieuwe iTV-klanten; III. maakt de volledige tekst van dit besluit, veertien dagen na de voorgeschreven bekendmaking daarvan, met uitzondering van de daarin vermelde persoonsgegevens en vertrouwelijke bedrijfsgegevens, openbaar door publicatie op zijn website.
Hilversum, 21 april 2015
Hoogachtend, COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
Jan Buné RA commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
Bijlage: Wettelijk kader
3
dat wil zeggen door toezending aan de belanghebbende.
4
Bijlage: Wettelijk kader Voor zover hier van belang: Artikel 6.9a van de Mediawet 2008 In deze afdeling wordt verstaan onder: «abonnee»: natuurlijke persoon of rechtspersoon die partij is bij een overeenkomst met een pakketaanbieder met betrekking tot de ontvangst van een of meer programmapakketten; «pakketaanbieder»: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een of meer programmapakketten tegen betaling verspreidt of laat verspreiden door middel van een omroepnetwerk of een omroepzender; «programmapakket»: een door een natuurlijk persoon of rechtspersoon samengesteld geheel van televisie- en radioprogrammakanalen die hoofdzakelijk door derden zijn geproduceerd; «standaardprogrammapakket»: een programmapakket als bedoeld in artikel 6.13 of in artikel 6.14. Artikel 6.13 van de Mediawet 2008 1. Als een pakketaanbieder een of meer digitale programmapakketten verspreidt of laat verspreiden, ontvangen alle abonnees die met hem een overeenkomst met betrekking tot de ontvangst van een of meer digitale programmapakketten hebben gesloten, in elk geval een digitaal standaardprogrammapakket. 2. Het standaardprogrammapakket bestaat uit ten minste dertig televisieprogrammakanalen en een door de pakketaanbieder met inachtneming van het vierde lid te bepalen aantal radioprogrammakanalen. De programmakanalen worden ongewijzigd verspreid. Bij ministeriële regeling kunnen diensten worden aangewezen waarvan het signaal als integraal onderdeel van de programmakanalen moet worden doorgegeven en kunnen nadere regels worden gesteld voor de doorgifte van deze diensten. (…) Artikel 6.14d van de Mediawet 2008 Het Commissariaat kan geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 6.13, 6.14, 6.14b en 6.14c, als het onverkort nakomen daarvan leidt tot disproportionele kosten, tot een belemmering van innovatie of tot anderszins onredelijke uitkomsten. Het Commissariaat kan aan een ontheffing voorschriften verbinden. Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 8 april 2014, nr. WJZ-611827 (10427), houdende wijziging van de Mediaregeling 2008 in verband met de aanwijzing van enkele diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, van de Mediawet 2008 Artikel I (…) Artikel 18a. Aanwijzing van te verspreiden diensten 1. Als diensten als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, derde volzin, van de wet worden aangewezen: a. ondertiteling van televisieprogramma’s voor personen met een auditieve beperking; en
5
b. gesproken ondertiteling bij televisieprogramma’s voor personen met een visuele beperking. 2. Als in het kader van het programma-aanbod van een televisieprogrammakanaal signalen ten behoeve van de diensten, bedoeld in het eerste lid, worden aangeboden, geeft een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a die signalen zodanig door dat deze diensten toegankelijk zijn voor de abonnees, bedoeld in artikel 6.9a. 3. Het toegankelijk maken van de diensten, bedoeld in het tweede lid, vindt plaats door middel van: a. een set-top-box, een insteekmodule of rechtstreekse ontvangst op een televisietoestel, of b. een applicatie op een andere technische voorziening waaronder een computer of een mobiele telefoon. 4. In dit artikel wordt verstaan onder een set-top-box of insteekmodule een ontvanger voor gecodeerde digitale televisie die toegang geeft tot lineaire en non-lineaire televisie. Artikel II Deze regeling treedt in werking: a. met ingang van 1 oktober 2014 voor zover de diensten, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Mediaregeling 2008 door een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008 toegankelijk worden gemaakt door middel van een technische voorziening als bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdeel a, van de genoemde regeling; en b. met ingang van 1 april 2015 voor zover de diensten, bedoeld in artikel 18a, eerste lid, van de Mediaregeling 2008 door een pakketaanbieder als bedoeld in artikel 6.9a van de Mediawet 2008 toegankelijk worden gemaakt door middel van een technische voorziening als bedoeld in artikel 18a, derde lid, onderdeel b, van de genoemde regeling. Artikel 3:41 van de Algemene wet bestuursrecht 1. De bekendmaking van besluiten die tot een of meer belanghebbenden zijn gericht, geschiedt door toezending of uitreiking aan hen, onder wie begrepen de aanvrager. 2. Indien de bekendmaking van het besluit niet kan geschieden op de wijze als voorzien in het eerste lid, geschiedt zij op een andere geschikte wijze. Artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur 1. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit: (…) c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft, die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld; 2. Het verstrekken van informatie ingevolge deze wet blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen: (…) g. het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van bij de aangelegenheid betrokken natuurlijke personen of rechtspersonen dan wel derden.
6