Bestuursen Managementstatuut
Vastgesteld, bestuur 29-01-2008
1
Vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs in de gemeente Dalfsen
Preambule Dit statuut regelt de mandatering van taken en bevoegdheden van het bestuur aan de algemeen directeur en de directeuren van de vereniging voor Protestants Christelijk Onderwijs in de gemeente Dalfsen (hierna te noemen: de vereniging). Het hieronder bepaalde past binnen en is ondergeschikt aan de door de Rijksoverheid vastgestelde regelingen ter zake, waaronder het Rechtspositiebesluit Onderwijspersoneel (hierna te noemen CAO-PO 2008) Het bestuurs- en managementstatuut is een uitwerking van het “Besturingsfilosofie van de vereniging PCO te Dalfsen”. Dit besturingsmodel is derhalve kaderstellend voor hetgeen in dit statuut is neergelegd. Dit reglement is na overleg en met instemming van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad door het bestuur bijgesteld op,
Datum: 29 januari 2008
Handtekening:
P.J. van Zanten, voorzitter
R.M. van Vuure, secretaris
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
2
Inhoudsopgave pagina Artikel 1
Begripsbepalingen
4
Artikel 2
Mandatering
4
Artikel 3
Algemene taken en bevoegdheden van het bestuur
5
Artikel 4
Algemene taken en bevoegdheden van de algemeen directeur
5
Artikel 5
Algemene taken van de directeur
7
Artikel 6
Het managementcontract
8
Artikel 7
Managementteam
8
Artikel 8
Verantwoording
9
Artikel 9
Schorsing en vernietiging van besluiten
9
Artikel 10
Geschillenregeling
9
Artikel 11
Wijziging bestuurs- en managementstatuut
10
Artikel 12
Evaluatie
10
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
3
Artikel 1 Begripsbepalingen In dit statuut wordt verstaan onder: a) vereniging: b) bestuur: c) algemeen directeur:
d) directeur: e) directie: f) goedkeuren:
g) vaststellen:
h) managementteam:
i)
managementcontract:
j) mandatering:
k) strategisch beleidsplan:
l) schoolbeleidsplan: m) bestuursformatieplan:
de vereniging voor protestants christelijk onderwijs in de gemeente Dalfsen en omgeving (PCO e.o.). het bestuur van de onder a. genoemde vereniging. de functionaris die door en onder verantwoordelijkheid van het bestuur en binnen door het onderwijs vastgestelde grenzen is belast met de dagelijkse leiding van de vereniging. de functionaris die conform de Wet op het Primair Onderwijs is belast met de leiding van een school. het team van adjunct-directeur en directeur c.q. plv.directeur en directeur het zonder aanbrengen van wijzigingen akkoord gaan door een hoger orgaan met een vastgesteld besluit. In gevallen waarin goedkeuring vereist is krijgt een besluit pas interne en externe werking na de verkregen goedkeuring. het nemen van een beslissing door een daartoe bevoegd orgaan betreffende de inhoud van een regeling, een plan of een ander besluit, al dan niet door het aanbrengen van wijzigingen in daartoe gedane voorstellen. het periodiek overleg van de algemeen directeur met de directeuren van de scholen die door de vereniging in stand worden gehouden. het document waarin is opgenomen de afspraken die het bestuur maakt met de algemeen directeur of die de algemeen directeur namens het bestuur met de directeur maakt. machtiging door het bestuur aan de algemeen directeur dan wel de directeuren tot het in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur uitoefenen van taken en bevoegdheden. Onverlet blijft de bevoegdheid van het bestuur om aanwijzingen te geven en zo nodig de bevoegdheid zelf uit te oefenen. het strategisch kaderstellend beleidsplan van de vereniging en daarmee richtinggevend voor de schoolplannen. het plan dat iedere school opstelt als schooleigen uitwerking van het strategisch beleidsplan. Het (personeels)formatiebeleid van het bestuur op basis van de regelgeving ten aanzien van de in te zetten formatiebudgetten en formatieve verplichtingen.
Artikel 2 Mandatering Bij de toedeling door het bestuur van taken en bevoegdheden aan de algemeen directeur geldt als uitgangspunt, dat al hetgeen niet uitdrukkelijk is voorbehouden aan het bestuur geacht wordt te zijn gemandateerd aan de algemeen directeur. De algemeen directeur kan aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden doormandateren aan de directeuren.
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
4
Artikel 3 3.1. Algemene taken en bevoegdheden van het bestuur Het bestuur a) is belast met het bestuur van de vereniging, het ziet toe op de naleving van de statuten en het bestuurs- en managementstatuut en het bewaakt de doelstelling en de grondslag van de vereniging alsmede de kwaliteit van het onderwijs aan de door de vereniging in stand gehouden scholen; b) benoemt, schorst en ontslaat de algemeen directeur en de directeuren, e.e.a. met inachtneming van een daartoe door het bestuur vastgestelde procedure. Het stelt de arbeidsvoorwaarden van het personeel vast voor zover deze niet geregeld worden in de op de vereniging van toepassing zijnde CAO; c) ziet toe op het beleid en het functioneren van de algemeen directeur. Het kan de algemeen directeur terzake nadere richtlijnen verstrekken en staat hem met raad terzijde; d) draagt zorg voor een jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprek tussen een vertegenwoordiging van het bestuur en de algemeen directeur; e) deelt taken en bevoegdheden aan de algemeen directeur toe op basis van mandatering. 3.2. Bijzondere taken en bevoegdheden van het bestuur Het bestuur legt voor het gehele gevoerde beleid verantwoording af aan de Algemene Ledenvergadering; mede in verband hiermee behoudt het bestuur de hierna genoemde bevoegdheden aan zich: a) de vaststelling en wijziging van de statuten, het bestuurs- en managementstatuut en de reglementen van MR en GMR; b) vaststellen en wijzigen van de bestuurs- en managementstructuur; c) de benoeming van de accountant die de geïntegreerde jaarrekening controleert; d) de vaststelling van de geïntegreerde begroting en de geïntegreerde jaarrekening van de vereniging; e) het aangaan van overeenkomsten tot geldleningen, het voeren van processen, de beschikking van goederen van het bevoegd gezag en het vormen van fondsen in overleg met de algemeen directeur; f) de vaststelling van het strategisch beleid voor de vereniging; dit na overleg met het MT; g) de goedkeuring van het bestuursformatieplan; h) de vaststelling van (meerjaren) beleidsplannen en het goedkeuren van verslagen inzake onderwijs, organisatie, personeel, huisvesting en financiën van de gezamenlijke scholen; i) het vaststellen van beleid inzake het aangaan of beëindigen van samenwerking met derden; j) stichting, fusie of opheffing van één of meer scholen; k) de beëindiging van de dienstbetrekking van een aanmerkelijk aantal werknemers tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek; l) het uitschrijven van bestuurs- en ledenvergaderingen.
Artikel 4 4.1. Algemene taken en bevoegdheden van de algemeen directeur De algemeen directeur a) oefent de door het bestuur aan hem gemandateerde taken en bevoegdheden uit binnen het kader van het door het bestuur goedgekeurde dan wel vastgestelde beleid. Hij legt voor het door hem gevoerde beleid en beheer en voor de wijze van uitvoering van de aan hem toegedeelde taken en bevoegdheden verantwoording af aan het bestuur; b) neemt initiatieven en stimuleert initiatieven in het kader van het strategische beleidsplan; c) geeft leiding aan het bureau van de vereniging en aan de directeuren van de scholen die onder de vereniging ressorteren. De algemeen directeur is voorzitter van het managementteam; d) draagt zorg voor de informatievoorziening van bestuur, directeuren en GMR; e) stuurt de commissies/werkgroepen aan.
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
5
4.2. Bijzondere taken en bevoegdheden van de algemeen directeur 4.2.1 Ten aanzien van het bestuur a) De algemeen directeur draagt zorg voor een goede en tijdige informatievoorziening aan het bestuur m.b.t. alle onderwerpen die voor de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het bestuur relevant zijn. Hij verstrekt terstond aan het bestuur alle gevraagde inlichtingen; b) De algemeen directeur bereidt de besluiten van het bestuur voor en voert deze uit met inachtneming van door het bestuur terzake verstrekte aanwijzingen; c) De algemeen directeur heeft de leiding over het secretariaat van de vereniging. 4.2.2 Ten aanzien van de identiteit De algemeen directeur is belast met de bewaking en evaluatie van het identiteitsbeleid. 4.2.3 Ten aanzien van (externe) contacten en vertegenwoordigingen a) De algemeen directeur vertegenwoordigt de vereniging in externe contacten die niet tot de gemandateerde bevoegdheid van de directeuren behoren; b) De algemeen directeur voert het overleg met de GMR inzake aan hem gemandateerde aangelegenheden. 4.2.4 Ten aanzien van het personeel a) De algemeen directeur is belast met het initiëren, formuleren en evalueren van (meerjarige) beleidsplannen inzake personeel, waaronder het opstellen van integraal personeelsbeleid en andere uit de CAO PO voortvloeiende personeelsbeleidsplannen; b) De algemeen directeur stelt het (meerjaren) bestuursformatieplan op; c) De algemeen directeur initieert, formuleert en evalueert het ARBO-beleid; d) De algemeen directeur stelt het sociaal jaarverslag op; e) De algemeen directeur benoemt en ontslaat het personeel van de scholen, met uitzondering van de directeuren, conform de daartoe opgestelde regelingen. In geval van ontslag anders dan op eigen verzoek en ingeval het ontslag van een aanmerkelijk aantal werknemers betreft, berust de bevoegdheid tot ontslag bij het bestuur; f) De algemeen directeur past wet- en regelgeving toe betreffende het personeel. g) De algemeen directeur is belast met de personeelszorg met betrekking tot de directeuren; h) De algemeen directeur voert namens het bestuur de functionerings- en beoordelingsgesprekken (o.a. P.O.P.) met de directeuren. i) De algemeen directeur stelt op verenigingsniveau een nascholingsplan op. 4.2.5 Ten aanzien van financiën, beheer en organisatie a) De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het (meerjaren) financieel beleidsplan en huisvestingsbeleidsplan voor de vereniging; b) De algemeen directeur stelt jaarlijks de geïntegreerde begroting en jaarrekening van de vereniging op en legt deze ter vaststelling voor aan het bestuur; c) De algemeen directeur stelt jaarlijks de begroting en jaarrekening van de scholen vast; d) De algemeen directeur evalueert het financieel en huisvestingsbeleid op verenigingsniveau; e) De algemeen directeur onderzoekt subsidiemogelijkheden en bewaakt de toepassing van de overschrijdingsregeling door de gemeente. 4.2.6 Ten aanzien van het onderwijskundig beleid a) De algemeen directeur is belast met het ontwikkelen en begeleiden van de implementatie van beleid inzake kwaliteitszorg op verenigingsniveau; b) De algemeen directeur bevordert de onderwijskundige samenwerking tussen scholen van de vereniging; c) De algemeen directeur draagt zorg voor een tijdige opstelling van schoolplan en schoolgids door de directeuren; d) De algemeen directeur draagt zorg voor een jaarlijkse evaluatie van het onderwijskundig beleid, waaronder het onderwijsrendement van de scholen.
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
6
Artikel 5 5.1. Algemene taken van de directeur De directeur geeft onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur leiding aan de school en aan de ontwikkeling van de school. De directeur a) levert – onder meer door bespreking in de commissies en het managementteam - een bijdrage aan de totstandkoming van beleid in alle zaken die van belang zijn voor de vereniging als geheel; b) is in de dagelijkse schoolpraktijk belast met het verwerkelijken van de grondslag en doelstelling van de vereniging; c) vertegenwoordigt en behartigt de belangen van de school bij de algemeen directeur en bij de directeuren van de andere scholen; d) oefent de aan hem gemandateerde bevoegdheden uit binnen de voor de vereniging geldende kaders en met inachtneming van de door de algemeen directeur verstrekte aanwijzingen; e) onderhoudt de contacten en voert het overleg met de medezeggenschapsraad en de ouderraad van de school terzake van de aan hem gemandateerde bevoegdheden; f) onderhoudt de externe contacten van de school en vertegenwoordigt de school in extern overleg voor zover dit voortvloeit uit de aan hem gemandateerde bevoegdheden. 5.2 Bijzondere taken van de directeur 5.2.1 Ten aanzien van de organisatie van de school a) De directeur stelt de werkwijze en de taakverdeling binnen de schoolleiding vast; b) De directeur stelt de organisatie en overlegstructuur binnen de school vast; c) De directeur draagt zorg voor de bewaking en bevordering van de kwaliteit van het onderwijs op de school; d) De directeur stelt de schoolgids en het schoolplan op; e) De directeur is binnen het vastgestelde beleid en met inachtneming van de wettelijke regeling, belast met de inschrijving, uitschrijving en verwijdering van leerlingen, dit met inachtneming van het protocol Toelatingsbeleid. f) De directeur draagt zorg voor een deugdelijke schooladministratie. 5.2.2 Ten aanzien van het onderwijskundig beleid a) De directeur is verantwoordelijk voor het initiëren formuleren en evalueren van het onderwijskundig beleid van de school; b) De directeur geeft invulling aan het zorgplan WSNS op de school en draagt zorg voor uitvoering van dit plan; c) De directeur houdt klassenbezoeken, stimuleert teamvorming en bevordert collegiale consultatie; d) De directeur is binnen de vastgestelde kaders belast met de ontwikkeling en uitvoering van het ICT-beleid op de school. 5.2.3 Ten aanzien van het personeel a) De directeur stelt binnen de vastgestelde begroting en het bestuursformatieplan het schoolformatieplan op; b) De directeur draagt zorg voor de uitvoering van het personeelsbeleid op de school binnen de kaders en uitgangspunten van het personeelsbeleid van de vereniging en de CAO PO; c) De directeur coacht en begeleidt de personeelsleden op zijn school; d) De directeur is belast met de personeelszorg voor de personeelsleden van zijn school. e) De directeur onderhoudt de contacten met het sociaal medisch team; f) De directeur voert de functionerings- en beoordelingsgesprekken met het personeel van de school. Hij draagt zorg voor de opstelling van persoonlijke ontwikkelingsplannen; g) De directeur stelt het taakbeleid voor de school op; h) De directeur stelt het (meerjaren) scholingsbeleid voor de school op;
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
7
i)
De directeur is bevoegd om met inachtneming van de vastgestelde procedure vervangingsbenoemingen te doen; j) De directeur geeft de ziek- en herstelmeldingen door conform de daartoe vastgestelde procedure; k) De directeur geeft mutaties ten aanzien van het personeel door conform de daartoe vastgestelde procedure; l) De directeur draagt zorg voor een tijdige en correcte uitgifte van akten van benoeming conform de daartoe vastgestelde procedure; m) De directeur intervenieert, na overleg met de algemeen directeur, bij disfunctioneren van en conflicten met personeelsleden; n) De directeur draagt zorg voor een deugdelijke personeelsadministratie. 5.2.4 Ten aanzien van het financieel beleid a) De directeur stelt de (meerjaren)begroting en jaarrekening met betrekking tot zijn eigen school vast. b) De directeur is bevoegd uitgaven te doen tot het beloop van de bedragen in de vastgestelde schoolbegroting. 5.2.5 Ten aanzien van het beheer De directeur draagt zorg voor het dagelijks beheer van de huisvesting en is bevoegd om daartoe kleine reparaties uit te laten voeren, binnen de begroting.
Artikel 6 Het managementcontract Algemeen directeur a) Aan het eind van elk schooljaar sluit het bestuur met de algemeen directeur een managementcontract voor het nieuwe schooljaar met specifieke aandachtspunten; b) De afspraken die gemaakt worden in elk van de managementcontracten zijn mede gebaseerd op de evaluatie van het aflopende contract; c) Naast de verwachtingen die het bestuur heeft ten aanzien van het functioneren van de algemeen directeur, omvat het contract ook afspraken met betrekking tot de facilitering van de algemeen directeur ten behoeve van de uitvoering van zijn taak; d) Er vindt jaarlijks een rapportage plaats n.a.v. het managementcontract. Directeur a) Aan het eind van elk schooljaar sluit de algemeen directeur met elk van de directeuren een managementcontract voor het nieuwe schooljaar met specifieke aandachtspunten. b) De afspraken die gemaakt worden in elk van de managementcontracten zijn mede gebaseerd op de evaluatie van het aflopende contract. c) Naast de verwachtingen die de algemeen directeur heeft ten aanzien van het functioneren van de directeur, omvat het contract ook afspraken met betrekking tot de facilitering van de directeur ten behoeve van de uitvoering van zijn taak. d) Er vindt jaarlijks een rapportage plaats n.a.v. het managementcontract.
Artikel 7 Managementteam a) De algemeen directeur voert volgens een jaarlijks op te stellen vergaderrooster en voorts zo dikwijls als hij dit nodig acht, gezamenlijk overleg met de directeuren over alle zaken, die voor meer dan één school dan wel voor de vereniging als geheel van belang zijn. Hij stelt in overleg met de directeuren regels vast betreffende de voorbereiding, de agendering en de verslaglegging van het managementteam. De algemeen directeur stelt jaarlijks na overleg met de directeuren voor de start van het nieuwe schooljaar een werkplan op waarin is aangegeven welke bovenschoolse zaken in het directieoverleg aan de orde zullen komen;
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
8
b) Besluiten in het managementteam worden in beginsel genomen op basis van consensus. Kan geen consensus worden bereikt, dan wordt bij gewone meerderheid van stemmen besloten. Staken de stemmen, dan is de stem van de algemeen directeur doorslaggevend; c) De algemeen directeur kan de leden van het managementteam verzoeken een bijdrage te leveren aan de bovenschoolse beleidsontwikkeling.
Artikel 8 Verantwoording De algemeen directeur rapporteert minimaal tweemaal per jaar aan het bestuur over het door hem gevoerde beleid en de door hem verrichte werkzaamheden. Deze rapportages bevatten in elk geval: - de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de diverse beleidsplannen en het managementcontract; - de algemene gang van zaken in de scholen; - een overzicht van de in- en uitstroomgegevens van de scholen; - de ontwikkelingen in het personeelsbestand; - een overzicht van inkomsten en uitgaven en de stand van zaken met betrekking tot de begrotingsbewaking. Elk van de directeuren rapporteert minimaal tweemaal per jaar aan de algemeen directeur over het door hem gevoerde beleid op de school en de door hem verrichte werkzaamheden. De rapportage bevat in elk geval: - de algemene gang van zaken op de school; - een overzicht van de in- en uitstroomgegevens van de school; - de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de diverse beleidsplannen en het managementcontract; - de ontwikkelingen in het personeelsbestand van de school; - een overzicht van inkomsten en uitgaven en de stand van zaken met betrekking tot de begrotingsbewaking.
Artikel 9 Schorsing en vernietiging van besluiten a) Besluiten van de algemeen directeur kunnen wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan de belangen van de scholen of de vereniging door het bestuur worden vernietigd. b) Het bestuur kan een besluit van de algemeen directeur dat naar zijn oordeel in aanmerking komt voor vernietiging geheel of gedeeltelijk schorsen. De schorsingstermijn bedraagt twee weken. Binnen deze termijn zal het bestuur een besluit dienen te nemen m.b.t. de gehele of gedeeltelijke vernietiging van het geschorste besluit. c) Besluiten van een directeur kunnen wegens strijd met enig geldende regeling en/of wegens mogelijke schade aan de belangen van de scholen of de vereniging door de algemeen directeur worden vernietigd. d) De algemeen directeur kan een besluit van een directeur dat naar zijn oordeel in aanmerking komt voor vernietiging geheel of gedeeltelijk schorsen. De schorsingstermijn bedraagt twee weken. Binnen deze termijn zal de algemeen directeur een besluit dienen te nemen m.b.t. de gehele of gedeeltelijke vernietiging van het geschorste besluit.
Artikel 10 Geschillenregeling Het bestuur beslist over geschillen tussen de algemeen directeur en één of meer directeuren. De algemeen directeur beslist over geschillen tussen directeuren en/of scholen.
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
9
Artikel 11 Wijziging bestuurs- en managementstatuut Het bestuur is bevoegd dit statuut te wijzigen, na overleg met de algemeen directeur en de directeuren. Vaststelling en wijziging van dit statuut is onderwerp van medezeggenschap overeenkomstig het bepaalde in het voor de vereniging geldende gemeenschappelijk medezeggenschapsreglement.
Artikel 12 Evaluatie Dit statuut wordt twee jaar na inwerkingtreding door het bestuur geëvalueerd na raadpleging van de algemeen directeur, de directeuren en de GMR.
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
10
PCO Dalfsen, bestuurs- en managementstatuut 29-01-2008
11