LOKAAL BESTUUR
Jaargang 32 nummer 4
April 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Omgaan met bevoegdheden Onderdak voor Polen Wat gemeenten kunnen doen
Je werkdruk terugdringen Tips voor raadsleden
Onderwijs: het PvdA-verschil Wethouders aan het woord
Den Uyl als partijleider Biografie legt feilen bloot
Het dilemma van de maand Jan-Jaap over sociale huur
clfn LOKAAL BESTUUR
omslagfoto Poolse werkneemsters sorteren mosselen in Yerseke.
Jaargang 32 nummer 4
April 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Omgaan met bevoegdheden Onderdak voor Polen Wat gemeenten kunnen doen
Je werkdruk terugdringen Tips voor raadsleden
Onderwijs: het Den Uyl als PvdA-verschil partijleider Wethouders Biografie legt aan het woord feilen bloot
Het dilemma van de maand Jan-Jaap over sociale huur
Foto Joyce van Belkom/HH
LOKAAL BESTUUR Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak. UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980 32e jaargang no. 4 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming. REDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Yasemin Cegerek, Pierre Heijnen, Iris Meerts, Nico Portegijs, Kim Putters, Richard Scalzo, Nicole Teeuwen, Lobke Zandstra. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
Onderdak
4 Tips om het hoofd boven water te houden
6
clmn
NU EENS GEEN SOCIALE HUUR Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB Gedurende de twaalf jaar dat ik bij de Vrije Universiteit rondhing, heb ik de Amsterdamse Zuidas ingrijpend zien veranderen en vooral steeds sjieker zien worden, maar uit de media begrijp ik nu, dat dat niets is vergeleken met de ambitieuze ontwikkelingen die nog komen gaan. Wat er komt is een geheel nieuw hoogwaardig knooppunt van kantoren, winkels en woningen, deels over de ringweg heen gebouwd. Dat klinkt als een prima project, goed voor de werkgelegenheid in dit zakencentrum en goed voor de uitstraling van de stad. Minder prima is het voornemen van het Amsterdamse stadsbestuur om binnen dit prestigeproject ook ruimte te maken voor sociale huurwoningen. Toch niet dáár? Ja, ook daar. Even voor uw begrip: In Amsterdam is al meer dan 50% van alle woningen bestemd voor sociale huur. Dat percentage ligt fors boven het landelijke gemiddelde van zo’n 34%. Daarnaast (=daardoor) bestaat er in de hoofdstad een schreeuwend tekort aan koopwoningen. Nog geen 20% van de Amsterdamse huizen is een koopwoning. En vooral woningen die nog enigszins betaalbaar zijn, zijn nauwelijks te vinden. Nu gaan er bij de Zuidas zo’n 9000 huizen gebouwd worden. Je zou zeggen: een mooie gelegenheid om een inhaalslag te maken. Dat valt echter nog te bezien. Wethouder Maarten van Poelgeest (GroenLinks) wil daar twaalfhonderd appartementen met een lage huur van maximaal 621 euro. Dat levert vanzelfsprekend bouwverliezen op. Zijn plan kost de gemeente Amsterdam, en dus de Amsterdamse belastingbetaler, dan ook 23 miljoen euro extra. Nu had
de gemeente hier al eens een aanvaring over met het vorige kabinet van CDA en VVD. De Rijksoverheid participeert namelijk met enkele honderden miljoenen in dit Zuidasproject. Toenmalig VROM-minister Sybilla Dekker liet in krachtige bewoordingen van zich horen. ‘Als het aan mij ligt, gaat bij de Zuidas geen cent naar sociale woningbouw’, aldus Dekker, die het ’waanzin’ vond om sociale woningen te bouwen op dergelijke dure grond. Als uitsmijter sprak ze: ‘Nergens ter wereld gebeurt dat. Alleen Amsterdam eist dat we voor minder draagkrachtigen in de buurt van het Vondelpark en tegenover de Stopera bouwen.’ Dekker had natuurlijk gelijk. Hier wint het principe het van de ratio. Bij GroenLinks komt dat meer voor. Van de PvdA mag je echter beter verwachten. Het verkiezingsprogramma van de PvdAAmsterdam schrijft dat alle inkomens- en leeftijdsgroepen gelijke kansen op een woning in Amsterdam moeten hebben. Dat impliceert dat de PvdA ook aan de scheefgroei op de woningmarkt iets gaat doen. Oftewel: zet die linkse preoccupatie met de sociale woningbouw eens een keer opzij, en geef waar dat kan voorrang aan koopwoningen. Dat betekent nog niet eens superduur bouwen voor yuppies (al levert dat de gemeente veel geld op, waar veel sociale dingen mee gedaan kan worden), maar vooral het realiseren van betaalbare koopwoningen voor startende jonge potentials. Die zoeken nu veel te vaak gedwongen hun heil buiten de stad, om daar vervolgens een gezin te stichten. Zie hier een van de achtergronden van het ontstaan van zwarte scholen.
SECRETARIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam Telefoon: 0900-9553 E-mail:
[email protected] BASISLAY-OUT Stan Wagter, csar, Amsterdam VORMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWERKERS AAN DIT NUMMER Jan-Jaap van den Berg (column), Jan Blom, Harriët van Domselaar, Tryntsje Dijkstra (De Estafette), Chantal Gill’ard (Geachte Afgevaardigde), Mathilde de Jong (dagboek), Erwin Kordes, Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Helbertijn Luijt (dagboek), Iris Meerts (Onderweg), Mohammed Mohandis (dagboek), Rob de Rooij (EUlokaal), Jessica Schipper (Persoonlijk), Jurjen Sietsema, Stijn Verbruggen (dagboek), Kirsten Verdel, Hub van Wersch, Lyda Westerink PRODUCTIE EN DRUK Thieme Media Center, Rotterdam ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 0900-9553. ADVERTENTIES Tarieven en opgave: Recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998 INTERNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl KOPIJ Reacties en bijdragen naar:
[email protected]
Werkdruk
Onderwijs
Hoe de PvdA het verschil kan maken
10 Inspirerend politicus, zwak leider
12
EINDREDACTIE Jan de Roos Foto Arno Elshout/Nationale Beeldbank
Wat gemeenten kunnen doen voor Poolse arbeiders
Het Dilemma
15 Wat je als politicus nog wel, en wat je niet meer kunt oplossen
16
Achterkant
24
Joop den Uyl
Wat vindt ú van deze brandende kwestie?
Verantwoordelijkheid
De raadzalen van Noord-Beveland en Terneuzen
2 BEGROTING De cijfers op een rij 8 De estafette De PvdA in Heerenveen 9 EU-LOKAAL Bent u echt Europees? 9 2 KAMER Biermunten 18 afgevaardigde Chantal Gill’ard 18 LOKALE KWESTIES Zittingsduur en crisis 19 initiatief van de maand PvdA’ers zoeken elkaar op 20 dagboeken van jonge raadsleden 22 onderweg Tijd voor elkaar 23 JAn-JAap over sociale huur DE
huisvesting polen schreeuwt om maatregelen Foto Martijn Beekman/Hollandse Hoogte
Foto Flip Franssen/Hollandse Hoogte
Een ‘Polenhotel’ in de Zuidhollandse gemeente Westland. Voor 8,50 euro per persoon delen zij hier een kamer.
Ze wonen vaak in te kleine ruimtes en moeten daarvoor ook nog eens veel te hoge huren betalen. Werkgevers in de bouw, industrie of tuinbouw zijn blij met de enorme werklust van Polen, maar voelen zich vaak niet verantwoordelijk voor hun wel en wee. Wat kunnen gemeenten doen voor de huisvesting van deze grote groep nieuwkomers op de arbeidsmarkt?
Harriët van domselaar Freelance journaliste
De problemen rond de huisvesting van werknemers uit Midden- en Oost-Europa (ook wel de MOE-landen genoemd) worden nog steeds genegeerd en/of onderschat. Instanties wijzen naar elkaar (waar hebben we dat meer gehoord?), verantwoordelijkheden worden doorgeschoven en eventuele oplossingen staan alleen nog maar op papier. Slechts een enkele gemeente doet er daadwerkelijk iets aan, provincies en het rijk laten het erbij zitten. Ook werkgevers spannen zich sporadisch in om het hun buitenlandse werknemers naar de zin te maken. Vrijblijvendheid is troef, zo bleek onlangs tijdens een seminar in West-Friesland over de huisvesting van buitenlandse werknemers. In aanwezigheid van een Poolse delegatie, onder wie consul L.Rowicki, discussieerden wethouders, raadsleden, werkgevers en gedeputeerde Hooijmaijers van Noord-Holland over wie wat kan doen en waarom. Bollenkwekers Wethouder Morsch van Zijpe (‘Gelegen naast Anna Paulowna, het grootste aaneengesloten bloembollengebied ter wereld vormend’, introduceerde hij zijn gemeente trots) gaf het huisvestingsprobleem een historisch tintje. ‘Al in de jaren vijftig kwamen er werknemers uit het oosten; maar toen niet verder weg dan Drenthe en Groningen. Ze kwamen om dezelfde redenen als nu: geld verdienen. Dat geldt ook voor de Spanjaarden die in de jaren zeventig bij de Hoogovens kwamen werken en werden ondergebracht in een groot logement bij Schiphol. Aangezien er ook nu weer bezige handen te kort zijn - kinderen studeren en vrouwen hebben hun eigen
werk - worden de Polen met open armen door onze bollenkwekers ontvangen. Zij zijn dan ook zelf verantwoordelijk voor een menswaardige huisvesting. Wat ons betreft willen wij dan ook een regeling treffen zodat werkgevers voor permanente voorzieningen mogen zorgen op hun eigen erf. Voor maximaal veertig seizoensarbeiders. Mits de bouw voldoet aan welstands - en veiligheidseisen natuurlijk. En daar kunnen eventueel ook werknemers in wonen die bij een ander werken.’ ‘Zo’n seizoenshuisvesting kan dan gezien worden als nevenfunctie. Het voorkomt verrommeling van het buitengebied.’ Ook een beperkt aantal mobiele kampeermiddelen wordt in Zijpe toegestaan. Hier en daar worden leegstaande (grote) huizen en onrendabele hotels omgebouwd tot woonruimten voor buitenlandse (ook Ierse) tijdelijke personeelsleden. In de gemeente Wieringermeer, waar het duizend hectare glastuinbouwgebied tellende Agriport A7 werk biedt aan heel veel inwoners van de MOE-landen, is meer behoefte aan blíjvende huisvesting. ‘Wat als extra handicap met zich brengt, dat er in de kleinere dorpen, waar de huizen goedkoop zijn, woningen worden aangekocht door uitzendbureaus, waar dan de werknemers worden ondergebracht. En dat vindt de autochtone bevolking niet altijd even prettig. Daarom is het ook des te belangrijker dat je in gesprek blijft en informeert.’ In de Wieringermeer blijken niet meer dan 20 personen bij een bedrijf te mogen wonen, wat nogmaals aangeeft hoe belangrijk het is om regels regionaal op elkaar af te stemmen. In de Kop van Noord-Holland is de Alkmaarse PvdA-wethouder Rian
van Dam daarom aangesteld tot regiocoördinator huisvesting. Herbezinning op het beleid blijkt niet alleen gewenst, maar ook noodzakelijk. ‘Ik wil mijn collega’s aanraden om eens op onze website te kijken’, aldus wethouder Zeger Homan van Drechterland. Hij doelde daarmee op de regionale kadernota huisvesting buitenlandse werknemers West-Friesland, die met maar liefst negen gemeenten tot stand is gekomen. Wie www.westfriesegemeenten.nl opzoekt en klikt op respectievelijk portefeuillehoudersoverleg, VVRE en beleidsdocumenten zal ontdekken dat daar veel te leren valt. Bruikbare tips, ervaringen en instrumenten zijn daar met veel inzicht en inzet zwart op wit gesteld. ‘Wij mogen ons als gemeenten niet aan onze verantwoordelijkheid onttrekken,’ aldus Homan. ‘Wij zijn niet alleen voorwaardenscheppend, maar behoren ook te inventariseren, stimuleren en inspireren.’ Minister Donner Ook CDA-minister Donner mengde zich in het debat en wees onder meer op het economische belang van de Oost-Europese werknemers. ‘Het precieze aantal Polen is weliswaar onbekend, maar wat we wél weten is dat ze goed zijn voor een kleine 1 procent van de Nederlandse economie. Dus ik zou zeggen: wees er zuinig op. Koester hun werklust en aanwezigheid. Net als de Spanjaarden en Italianen in de jaren zeventig zijn de meeste van hen hier tijdelijk. Slechts een klein deel zal zich hier permanent vestigen, mede omdat de Poolse economie nu ook groeit. Nu wordt in Nederland nog vier maal zoveel verdiend als in Polen, maar dat zal veranderen als de
welvaart daar toeneemt.’ ‘Werknemers die hier langer dan drie maanden verblijven moeten zich in laten schrijven bij de Gemeentelijk Basis Administratie, dus dan zijn ze geregistreerd en eigenlijk moet er dan meteen gevraagd worden naar hun huisvesting. De arbeidsinspectie loopt echter nog te vaak tegen situaties op die beneden peil zijn.’ ‘Neem het voortouw en wacht niet op een ander,’ raadde Donner de gemeenten en provincies aan. ‘Probeer ook geen wetten te veranderen, want dat duurt veel te lang. Er zit voldoende ruimte in bepaalde regels om die op te rekken. Ga daarmee aan de slag. Zodat we over tien jaar kunnen zeggen: dat hebben we behoorlijk gedaan!’ Voetje voor voetje lijkt de struisvogelpolitiek te veranderen in het bedenken van hanteerbare maatregelen en begint desinteresse plaats te maken voor het onder ogen durven zien van het groeiende probleem. Zo werd er besloten om tot een keurmerk huisvesting te komen en wordt er een meldpunt in werking gesteld waar - anoniem - klachten gedeponeerd kunnen worden. Ook is er inmiddels, in samenwerking met VROM, een infomap samengesteld. Den Haag en Hillegom Om de doelgroep (beter) te bereiken hebben de gemeenten Den Haag en Hillegom het plan opgevat om zélf tot een informatiepunt voor arbeidsimmigranten te komen. Den Haag wil tevens 2500 extra zogenoemde shortstay huisvestingsplaatsen over de stad verspreiden. ‘Bovendien is het heel belangrijk de - voornamelijk - Polen die langere tijd in Nederland blijven, in te laten burgeren,’ zegt het Haagse PvdAraadslid Lobke Zandstra. Samen
met haar collega Susan Cohen Jehoram heeft zij een tienpuntenplan opgesteld. ‘We willen ook initiatieven van de buitenlandse werknemers zelf ondersteunen. En hen, evenals het gemeentebestuur, stimuleren contact te zoeken met de al bestaande bewonersorganisaties.’ Door mensen te betrekken bij burgerschap- en cultuurbeleid worden immers vaak vooroordelen opgeheven. Aan beide kanten. Er moet volgens de PvdA-Den Haag ook een landelijk meldpunt komen, zodat er een zwarte lijst gemaakt kan worden van slechte werkgevers en uitzendbureaus die zich niet aan de regels houden. Zandstra: ‘Het meest ideale zou natuurlijk zijn als de voorlichting en voorbereiding al in Polen zelf kan beginnen. Zodat de mensen alvast wat weten over de Nederlandse regel- en wetgeving en het gezondheidszorgsysteem. Den Haag zou de stedenband met Warschau daar goed bij kunnen gebruiken.’ Het tienpuntenplan wordt voltooid met het tijdelijk opvangen van daklozen, de overlast in wijken in kaart brengen en boetes/bekeuringen daadwerkelijk ook innen. ‘We hebben vorig najaar een kijkje genomen in de betreffende wijken en begrepen dat met name de Poolse supermarkten en cafés de belangrijkste ontmoetingsplaatsen zijn,’ aldus het Haagse duo. ‘Er is nog veel te weinig binding met de andere bewoners van de wijk.’ Onbekend maakt onbemind Dat onbekend vrijwel altijd onbemind maakt, is zowel in Den Haag als in Hillegom (gelegen in de Duin- en Bollenstreek) een van de belangrijkste aandachtspunten. Met dien verstande dat er in Hillegom, in samenwerking met zeven omliggende gemeenten, al
een informatiepunt in werking is. Burgemeester Mans: ‘Elke donderdagavond kunnen Polen in ons gemeentehuis terecht met vragen en opmerkingen. Ze worden dan in hun eigen taal aangehoord en geantwoord, want er is altijd een tolk aanwezig. En ik moet zeggen: er werd al direct veelvuldig gebruik gemaakt van deze laagdrempelige mogelijkheid. Er komen onderwerpen aan de orde als loon, huisvesting en sociale voorzieningen.’ Juist de gezamenlijke aanpak in de Bollenstreek is volgens de burgervader van groot belang. ‘Zo ook met het tijdelijke gebruik van hotels,’ zegt hij. ‘Uiteraard mag dat niet ten koste gaan van het toerisme en moet het voldoen aan alle eisen. Het apart zetten bevordert niet de integratie, dat beseffen we, maar als we een beroep doen op de reguliere woningmarkt gaat dat weer ten koste van andere woningzoekenden. Zo heeft alles voor- en nadelen, maar stem die wel goed af met de jouw omringende gemeenten. En vooral ook: maak je keuzes transparant. Want niets schept meer onrust dan onduidelijkheid.’
Één loket in Rotterdam
Rotterdam gaat in het tweede kwartaal van dit jaar één loket invoeren voor de huisvesting van bijzondere doelgroepen, zoals zwerfjongeren en arbeidsimmigranten. ‘Door de regie naar ons toe trekken zorgt het gemeentebestuur ervoor dat de vraag naar en het aanbod van bijzondere woonvoorzieningen beter op elkaar aansluit,’ aldus wethouder Karakus (PvdA) van wonen en ruimtelijke ordening. Er wordt daarin overlegd en samengewerkt met deelgemeenten, zorginstellingen en wooncorporaties. ‘Zorginstellingen kloppen tijdens hun zoektocht aan bij diverse corporaties, waardoor onnodig veel panden gereserveerd worden, met leegstand tot gevolg. En meestal gecentreerd in buurten met goedkope woningen.’ De wethouder: ‘We willen dan ook rekening houden met de omwonenden. Door een eenduidige regie te voeren moeten de afgesproken spelregels bij alle betrokkenen duidelijk worden. Wat dan weer moet leiden tot een zo goed mogelijke deelname aan het maatschappelijke leven.’ Tot nu toe is ook het spreidingbeleid in Rotterdam heel succesvol. Karakus: ‘Nieuwkomers krijgen pas onder strenge voorwaarden een huisvestingsvergunning. Daarmee willen we kansarme nieuwkomers uit de kwetsbare delen van de stad weren. Dat gebeurt binnen de kaders van de zogeheten Rotterdamwet. Dat is een tijdelijke wet, die naar alle waarschijnlijkheid nog met anderhalf jaar verlengd gaat worden. Het college is het daar al over eens. Hopelijk krijgen we deze maand groen licht van de raad.’ Dat zal dan inhouden dat in vier probleemwijkende de huidige inkomenseis nog even gehanteerd zal worden voor totaal 20.000 huurwoningen. ‘Er moet sprake zijn van inkomen uit werk, studiefinanciering of pensioen. Of mensen moeten al zes jaar of langer in Rotterdam wonen. Wat overigens niet gezien moet worden als doel, maar als - tijdelijk - middel.’ Om bewoners die zich niet inschrijven zijn interventieteams in het leven geroepen. Zoals in de voorbeeldwijk Charlois, waar PvdA-bestuurders Dick Lokhorst en Dominic Schrijer zorgen voor creatieve oplossingen, die nu mondjesmaat ook op landelijk niveau worden overgenomen. ‘Met aandachtspunten bij: niet alleen het hebben van rechten, maar ook van plichten én handhaven! Tegen wie zich niet aan afspraken houdt, moet worden opgetreden. Alleen dan bestrijd je de verloedering. Daarbij zijn veiligheid, scholing en werk onmisbare ingrediënten. En natuurlijk fatsoenFoto Arie Kievit/Hollandse Hoogte lijke huisvesting. Ook wat betreft de Minister Ella Vogelaar kreeg in december vorig jaar van de RotterMidden- en Oost-Europese arbeidsmidamse wethouder Hamit Karakus een waslijst met bespreekpunten. granten. In de grote steden wordt ook Dat gebeurde op een bestuurdersconferentie over de huisvesting van een beroep gedaan op randgemeenten. arbeiders uit Midden- en Oost-Europa. We moeten het samen oplossen.’
Foto: Rob Huibers/Hollandse Hoogte
Frank Muller/Hollandse Hoogte
Werken aan werkdruk Drukte voor het Utrechtse PvdA-raadslid Gilbert Isabella (links). Hij overlegt met bewoners van de wijk Vleuterwijde, die de aanleg van een snelweg dwars door hun woonwijk niet zien zitten.
‘Werkdruk: het is 5 voor 12’, ‘Wat maakt het zo zwaar?’ Twee koppen in Lokaal Bestuur van februari. Ook de CDA-bestuurdersvereniging slaat alarm over de werkdruk in het lokale raadswerk. De maandelijkse lijst van vertrekkende raadsleden is lang.
Erwin Kordes Fractievoorzitter PvdA Nieuwegein
Is raadswerk zwaar? Zo zwaar dat er onvoldoende tegenover staat om het de volle periode van vier jaar vol te houden? Ligt de oplossing in meer beloning? Hoe organiseer je de club en het werk dat het ook leuk blijft voor iedereen? Herkenbare vragen, dat is duidelijk uit de verschillende berichten de laatste tijd. Ik wil vanuit mijn eigen ervaring proberen aan de discussie bij te dragen. Eerst even de lokale situatie in mijn gemeente, Nieuwegein. Een stad van ruim 60.000 inwoners, direct onder de rook van de stad Utrecht. Voormalige groeikern die nu de slag naar beheergemeente aan het maken is. Met forse ambities voor de realisatie van een nieuwe binnenstad en een stevige inhaaloperatie voor groen en grijs beheer. In die stad kwam de PvdA in maart 2006 (na een eenmalige plek in de oppositie) als grote winnaar uit de bus: van vijf naar tien zetels (van de 33). Nadat de lichte hoofdpijn van het overwinningsfeestje is gezakt, dient zich de werkelijkheid aan. Als grote winnaar en veruit de grootste partij zijn wij aan bod voor de coalitievorming. Na een informatieronde, waarin de nieuwkomer SP (vier zetels) tactisch bedankt voor het aanvaarden van bestuursverantwoordelijkheid, vormen we een meerderheidscollege met CDA en VVD. En daar stonden we dan: tien raadsleden, klaar voor het grote werk. Maar van die tien was er welgeteld één met raadservaring, twee hadden de afgelopen periode in de fractie meegedraaid
en voor de overigen was het echt helemaal nieuw. De raadsagenda hield met al die nieuwigheid geen rekening. Er mocht direct worden besloten over een voorjaarsnota en de verordeningen voor de WMO gleden snel door de brievenbus. En ook al ben je dan de grootste, je hebt je afspraken binnen het coalitieverband en dat houdt dus het nodige ‘geven en nemen’ in. Het tempo van lokaal bestuur is ook niet altijd: vandaag bedacht, morgen gebracht. Tips voor zwoegende collega’s Na twee jaar kijk ik nu terug op een hectische, leerzame en boeiende (maar ook vermoeiende) periode. Van daaruit een aantal aandachtspunten, tips voor de zwoegende collega’s. > Voorafgaand aan deze periode hebben we met de eerste twaalf mensen op de lijst drie zaterdagochtenden besteed aan kennismaking, kennisoverdracht en training. Hierdoor had de nieuwe ploeg elkaar al redelijk leren kennen. > In het eerste jaar zijn twee formele evaluatiemomenten geweest onder begeleiding van een trainer van het CLB. Hier was ook ruimte om ‘stoom af te blazen’. > Een à twee keer per jaar is er een sociaal moment, een excursie, een gezellige avond, vaak met de coalitiegenoten > Eenmaal per jaar is er een voortgangsgesprek tussen een fractielid en de fractievoorzitter; de conclusies uit die
serie gesprekken vormen o.a. aanleiding tot herschikking in rol- en taakverdeling; de commissie-indeling is recent herzien om mensen de kans te geven zich op een ander taakgebied te bewijzen; > Het fractievoorzitterschap is vanaf het begin verdeeld over twee mensen: de fractievoorzitter functioneert vooral naar buiten (college, coalitie, griffie), de vice-fractievoorzitter naar binnen (voorzitten en organiseren fractieproces). Met de penningmeester en de secretaris waakt het dagelijks bestuur over de grote lijn in de fractie. Hierdoor kan de fractievoorzitter zich in de vergaderingen op de inhoud van de besluitvorming concentreren. > Er is een strak voorbereidingsproces afgesproken. Een week voor de fractievergadering bereiden de commissieleden de relevante stukken schriftelijk voor ter bespreking op de fractie. De overige fractieleden hoeven dus niet alle stukken uitputtend te lezen, achtergronden te bestuderen etc., maar concentreren zich op de vraagpunten die door de betrokken commissieleden worden aangeleverd. Dit bespaart enorm in de te besteden tijd van ieder fractielid. Ook beperkt het de discussie in de vergadering tot de hoofdpunten. De schriftelijke voorbereiding vindt plaats via een vast format. > Buiten gaat voor binnen. Een fractielid is geëxcuseerd van de
fractievergadering als hij/zij op die avond een externe activiteit heeft, bijvoorbeeld bij een wijknetwerk of bewonersvereniging. > Commissievergaderingen worden alleen bijgewoond door commissieleden die het woord over een onderwerp zullen voeren (dus niet altijd met drie man sterk in een commissie). > Ieder raadslid heeft over zaken op zijn/haar gebied rechtstreeks contact met de collega in de andere partijen; alleen ‘grote’ onderwerpen zoals begroting lopen via de fractievoorzitter; de kaders voor die afspraken worden tijdens de fractievergadering afgestemd. Hierdoor hoeft de fractievoorzitter zich niet met alles en nog wat te bemoeien en wordt de ervaring en zelfvertrouwen van raadsleden versterkt. Te veel hooi In de loop van vorig jaar bleek voor mij de combinatie van fractievoorzitter, werk, privé erg veel hooi op de vork te zijn. Ik had de gelukkige omstandigheid om 10% minder te kunnen gaan werken en hiermee een dag in de week vrij te spelen. Die dag kan ik nu gebruiken om zaken voor te bereiden, met wethouders te praten, tijd te vinden voor een congres of een boek, of om dit artikel te schrijven. Het betekent wel financieel inleveren. Laat ik het zo zeggen: mijn raadsvergoeding is ieder geval goed besteed. Het is wel een aandachtspunt dat ook elders wordt genoemd. De vergoeding is absoluut in wan-
verhouding tot de geleverde tijd en inspanning. Ten eerste is die teveel afhankelijk van gemeentegrootte. Mijn collega’s in kleinere steden doen nauwelijks minder werk voor een stuk minder geld. Daarnaast is de vergoeding voor alle leden gelijk en daar past best meer differentiatie, bijvoorbeeld door een fractievoorzittervergoeding (mooi Lingo-woord trouwens) afhankelijk van fractiegrootte. Iets voor de komende periode? Ondersteuning CLB Wat mij erg heeft geholpen is de ondersteuning vanuit het CLB. Ik heb vorig jaar zowel de fractievoorzittertraining gevolgd als een intervisietraject. Voor mijn ervaringen verwijs ik naar Lokaal bestuur van februari jl. Het is een flinke klus en die moet je gewoon niet in je eentje doen. Onze partij is gebaseerd op solidariteit, samen delen. Dat geldt ook voor jezelf: die hulp mag je aan je collega’s vragen. Ik ben echt goed geholpen door mijn intervisiegenoten. Afgelopen jaar heb ik me uiteraard wel eens afgevraagd waarom ik dit doe? 20 uur werk in de week voor een uurloon waarvoor ik ook bij Gamma kan gaan vakken vullen. Waar je niet altijd met applaus wordt begroet als je een voorstel steunt. Los van de onvermijdelijke ijdelheid en bemoeierigheid die mij (als ieder politicus) niet vreemd zijn, zijn dan toch de tastbare resultaten die je in je eigen omgeving ziet: een bouwspeeltuin die financieel een flinke duw in de rug krijgt, een
goed lopende WMO, meer geld voor bijzondere bijstand, een stad die er zichtbaar beter bij ligt dan een paar jaar geleden. En wie van ons mag er nu meebouwen aan een hele nieuwe binnenstad die er nog tientallen jaren mag staan? Midtermreview Op dit moment werken we aan een ‘midtermreview’. Zijn nu, halverwege de termijn, ook halverwege ons programma? Kunnen we in 2010 onze kiezers weer goed aan kijken? Wat leveren tien raadsleden en twee wethouders van de PvdA nu op voor deze stad? Het was voor mij weer een eye opener. Door de grote hoeveelheid werk dat op je afkomt, overvalt je soms een bepaalde mistroostigheid. Het duurt allemaal zo lang en wat is er nu zichtbaar bereikt? We hebben op een rijtje gezet wat we in het verkiezingsprogramma hebben toegezegd, wat daarvan in het collegeakkoord is terechtgekomen en vooral wat daarvan nu de status is. Dan blijk je toch al flink op streek te zijn. Dat is goed voor het zelfrespect van de fractie, maar ook een krachtig communicatie-instrument. Hoe we dat gaan doen, bespreken we binnenkort met het afdelingsbestuur. Er blijft ook nog genoeg te doen: we zijn halverwege en nog niet aan de streep. Gelukkig maar. We gaan nu aan de slag om onze prioriteiten voor 2008 en 2009 te bepalen.
nws DE STELLING VAN DE MAAND Elke maand legt Lokaal Bestuur een stelling aan u voor. Dit keer:
Politiek is een hobby, daarom moeten raads- en statenleden niet zeuren over een hogere vergoeding. Eens of oneens? Mail uw reactie (max 200 woorden) voor 2 april naar
[email protected].
Begroting CLB 2008 I
INKOMSTEN
1.1
Contributies
1.2
Bijdrage PvdA
1.3
Abonnementsgeld Lokaal Bestuur
begroting
resultaat
begroting
2008
2007
2007
1.200.000
0
1.300.000
99.300
0
112.320
5.000
0
5.000
1.4
Eigen bijdragen Statenleergang
0
0
6.000
1.5 1.6
Eigen bijdragen Wibautleergang Eigen bijdragen Wethoudersleergang
0 0
0 0
0 9.750
1.7 1.8
Brochures Overige ontvangsten
0 0
0 0
0 0
1.9
Inning achterstallige contributies 2006
65.000
0
65.000
0
0
0
TOTAAL INKOMSTEN
1.369.300
0
1.261.575
UITGAVEN
1.10 Onttrekking algemene reserve
begroting
resultaat
begroting
II
ORGANISATIEKOSTEN
2008
2007
2007
2.1
Salarissen/sociale lasten
377.000
0
396.550
2.2
Huisvestingskosten
49.000
0
44.500
2.3
Bureaukosten
30.800
0
27.000
2.4
Computerkosten
16.900
0
17.300
2.5
Drukkosten
9.900
0
7.500
2.6
Reis en verblijfkosten
6.200
0
8.000
2.7
Vaste vergoedingen personeel
3.600
0
4.000
2.8
Overige personeelskosten
27.800
0
28.000
2.9
Bibliotheek
5.600
0
5.500
106.800
0
112.320
3.700
0
3.650
637.300
0
654.320
2.10 Facilitair bedrijf PvdA 2.11 Accountantskosten Totaal organisatiekosten III
ACTIVITEITEN
3.1
Vergaderkosten bestuur
1.500
0
1.600
3.2
Internationale betrekkingen
1.000
0
2.600
3.3
Reservering Verkiezingsfonds
360.000
0
390.000
3.4
Extra bijdr. CLB Statenverkiezingen 2007
0
0
55.000
3.5
Toevoeging aan CLB-reserve Subtotaal I
3.6
514.750
15.000
0
15.000
2.500
0
2.500
Burgemeesterdag
2.500
0
2.500
Wethoudersdag
4.000
0
4.000
Projecten 3.000
0
3.000
Website
10.000
0
12.000
Cursussen, scholing, opmaat-trainingen
33.000
0
30.000
Wibaut-leergang
5.000
0
5.000
Intervisie raadsleden
5.000
0
10.000
Intervisie wethouders
5.000
0
5.000
Statenleergang
3.500
0
25.000
Leergang wethouders
5.000
0
22.000
Leergang fractievoorzitters
4.000
0
4.000
Voorbereiding waterschapsverkiezingen
2.000
0
0
Onvoorzien
3.000
0
3.000
Subtotaal II
127.500
0
143.000
150.000 22.000
0 0
150.000 22.000
6.500
0
2.000
178.500
0
174.000
Subsidies (bestuurdersnetwerken)
9.500
0
5.000
Statenledennetwerk
2.000
0
1.000
Wethoudersnetwerk
3.000
0
1.000
Raadsledennetwerk
5.000
0
4.000
Publicaties Tijdschrift Lokaal bestuur Tijdschrift Proeflokaal Publicaties ihkv onderzoek Subtotaal III
3.9
65.550
0
Dag van de Staten
Onderzoek
3.8
0
Conferenties/bijeenkomsten CLB-festival
3.7
43.000 405.500
Netwerken
Gedeputeerdennetwerk Subtotaal IV Totaal activiteiten (Subtotaal I-IV) TOTAAL UITGAVEN (II+III)
1.000
0
1.000
20.500
0
12.000
732.000
0
843.750
1.369.300
0
1.498.070
Toelichting op CLB-begroting 2008 De hiernaast afgedrukte begroting is de financiële uitwerking van de speerpunten uit het CLB-jaarprogramma voor 2008, dat vorige maand in Lokaal Bestuur is afgedrukt. Vorig jaar zorgde onduidelijkheid in de precieze financiële relaties tussen het CLB en de PvdA ervoor, dat we onze begroting pas laat konden publiceren. Ook op dit moment spelen er overigens nog enkele zaken die ertoe zouden kunnen leiden dat de verhouding tussen de PvdA en het CLB als bestuurdersvereniging gaat veranderen. Zo werkt het partijbestuur momenteel aan de implementatie van de conclusies uit het rapport-Vreeman, en zal het partijbureau worden gereorganiseerd. Aan de inkomstenkant zijn we voorzichtig. We boeken lagere contributie-inkomsten in, niet zozeer omdat het aantal CLB-contribuanten zou zijn gedaald, maar omdat het in de praktijk een hele klus blijkt 100% van alle contributies ook snel te innen. De CLB-staf zal hier overigens wel alle moeite voor blijven doen. Daarnaast loopt de facilitaire bijdrage die het CLB van de partij krijgt als vergoeding van bureaukosten, ook iets terug. Kijken we naar de zogeheten organisatiekosten (hoofdstuk II van de begroting), zijnde het totaal van allerlei vaste lasten betreffende salarissen, huisvesting, bedrijfskosten en andere van dergelijke zaken, dan zullen daar in 2008 geen grote dingen in veranderen, zij het dat sommige van deze posten al jaren een stijgende tendens kennen die maar moeilijk te keren valt (bijvoorbeeld huisvestingskosten en accountantskosten). Bij de activiteiten van het CLB (vermeld in hoofdstuk III) gaat het vanzelfsprekend om uitgavenposten die veel duidelijker zelf te bepalen zijn, omdat die rechtstreeks voortvloeien uit het jaarprogramma voor 2008. Zo heeft het CLB ook dit jaar een festival op de rol staan (dat in april zal plaatsvinden in Arnhem), waarvoor 15.000 euro is gereserveerd. Daarnaast investeert het CLB ook in 2008 sterk in het scholen en opleiden van fracties (waarvoor een bedrag van 33.000 euro is uitgetrokken). In de derde plaats valt op dat het CLB ook in financiële zin (met een bedrag van 25.000 euro) veel werk zal gaan maken met het scala aan activiteiten die in het teken staan van een goede voorbereiding op de eerstvolgende raadsverkiezingen van 2010. Er komt hiervoor geld vrij, omdat de in 2007 gegeven Statenleergang en de wethoudersleergang inmiddels zijn afgerond. Dat wil niet zeggen dat er aankomend jaar niets voor Statenleden en wethouders wordt gedaan. Zoals in de begroting te zien is, wordt ook in 2008 weer geld uitgetrokken bestemd voor specifieke activiteiten voor alle categorieën CLB-contribuanten. In 2008 zullen we duidelijk meer geld uittrekken om allerlei (zowel thematische als ook regionale) netwerkbijeenkomsten van lokale en provinciale PvdA-bestuurders te ondersteunen. Nieuw is de categorie waterschapsbestuurders. In november 2008 zullen waterschapsverkiezingen plaatsvinden, waar de PvdA voor het eerst met een eigen lijst aan mee doet. Bij de voorbereiding hierop is ook het CLB betrokken. De dan gekozen waterschapsbestuurders zullen nadien ook contribuant worden van onze bestuurdersvereniging.
estftte
De kunst van het loslaten In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
Tryntsje Dijkstra (40) is fractievoorzitter van de ChristenUnie in Heerenveen. Zij heeft samen met haar man een bedrijf in begrazingsbeheer. Daarnaast is zij huisvrouw en moeder van twee opgroeiende kinderen.
In Heerenveen worden we tijdens de raadsvergaderingen regelmatig getrakteerd op een kleine toneelvoorstelling. De voornaamste rollen zijn weggelegd voor PvdA-wethouders en -fractieleden die innige contacten met elkaar onderhouden. Het raadslid stelt ernstige vragen en de wethouder heeft daar natuurlijk het perfecte antwoord op. Van de 27 raadsleden zijn er 12 van de PvdA, dus er is sprake van een massieve aanwezigheid. Als lid van de oppositie zit je erbij en kijk je er naar. Lijdzaamheid troef dus? Ach: Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon. In het Heerenveens bestuur is het al lang de gewoonte dat de PvdA-fractie en de wethouders de deur bij elkaar plat lopen. Maar hoe zit dat nu met dualisme in Heerenveen? In 2002 bij wet ingevoerd. Een heldere rolverdeling binnen de gemeentepolitiek zou helpen om de interesse van de burger voor de gemeentepolitiek nieuw leven in te blazen. Kern van het dualistische model in de wet is een scheiding in samenstelling, functies en bevoegdheden van de gemeenteraad aan de ene kant en het college van burgemeester en wethouders aan de andere kant. De bestuursbevoegdheden zijn bij het college geconcentreerd en de verordenende en controlerende bevoegdheden van de raad zijn versterkt. In gewone mensentaal betekent
dit dat sinds 2002 wethouders geen deel meer uit maken van de gemeenteraad. En dat het college zich als geheel tegenover de hele raad stelt. Nu heeft het dualisme er bij de PvdA altijd een beetje bijgehangen: veel te lastig. Na de raadsverkiezingen in 2006 werd de fractie megagroot. Pure luxe, denk je dan als kleintje ChristenUnie in de raad. Maar er kwamen ook veel nieuwe mensen binnen met heel verschillende achtergronden en soms weinig ervaring als raadslid. De PvdA heeft zich de afgelopen jaren moeten concentreren op de ontwikkeling en samenwerking binnen de fractie. Zowaar geen sinecure met een partij variërend van echte socialisten tot minder bevlogen realisten. De PvdA werkt hard aan de contacten met de burger, komt veel onder het volk. Inderdaad heel dualistisch. Wat ik daarbij niet kan volgen is dat visites en werkbezoeken steevast gedaan worden met fractieleden èn een wethouder. Altijd samen. Stel dat je als doorsnee burger al íets zou willen begrijpen van het dualisme… En soms zijn de banden met achterbannen wel heel innig. Sommige raadsleden hebben nog een tweede pet op met een functie in een wijkbelang. Ideaal, die korte lijntjes. Maar hoe zuiver is dit alles naar de burger en naar de andere fracties? Voor de ChristenUnie is de wet
dualisering niet het wondermiddel. Een goede relatie met de burger opbouwen en onderhouden dwing je niet simpelweg af met wetten. Er is een ware politieke cultuuromslag voor nodig. Openheid, eerlijkheid, verantwoordelijkheid nemen en verantwoording afleggen. Dát zijn zaken die de gemeentepolitiek sterker en beter herkenbaar maken. Ik zie bij wethouders en fractieleden van de PvdA grote inzet en gerichtheid op de burgers. Het zoeken van samenwerking op allerhande gebieden is buitengewoon positief. Maar ook een valkuil. Het werken aan goede relaties schiet door ten koste van het democratisch en dualistisch werken aan de basis. In de raad mis ik een stukje transparantie, de bereidheid om de macht iets minder te beheersen. Het is kennelijk erg moeilijk het maar eens te laten gebeuren dat een hele gemeenteraad het college, als geheel, het vuur na aan de schenen legt. Wij spelen het democratische spel graag mee, maar mag het dan eens met wat minder regie vanuit het college?
Jan-Jaap van den Berg, secretaris CLB
Kies het lokaalste Kamerlid Je wilt iets organiseren en daar graag een partijgenoot uit de Tweede Kamerfractie bij hebben. Op wie doe je (bijna) nooit tevergeefs een beroep? Ken je een Kamerlid dat bij het voorbereiden van een debat over een bepaald onderwerp altijd even informeert hoe daar vanuit de provincie en gemeente naar wordt gekeken? Weet je een Kamerlid met een luisterend oor als je op lokaal of provinciaal niveau tegen Haagse regels aanloopt? Iemand die netwerken op het lijf geschreven lijkt, die als geen ander lokale en provinciale partijgenoten (fysiek dan wel elektronisch) bij elkaar weet te brengen? Als u zo’n Kamerlid kent, nomineer hem of haar dan voor de prijs van het lokaalste Kamerlid. Stuur uw nominatie mét motivering naar
[email protected]. Doe dat per ommegaande, want de verkiezing van het lokaalste Kamerlid is al op 5 april, tijdens het e 13 Festival van het Binnenlands Bestuur in Arnhem. Een deskundige jury, bestaande uit CLB-voorzitter Jetta Klijnsma, Peter Rehwinkel (lid Eerste Kamer en burgemeester van Naarden, Lodewijk Asscher (wethouder Amsterdam) en Marije van den Berg (raadslid Leiden en initiatiefnemer van deze prijs) zal op het Festival de winnaar bekend maken.
BENT U AL geëuropeaniseerd? Aan de hand van een aantal dimensies zou u kunnen nagaan in hoeverre uw gemeente of provincie inmiddels is geëuropeaniseerd.
Foto Nationale Beeldbank
dr. Rob de Rooij is politicoloog en Europadeskundige. Contact:
[email protected]
Deze dimensies zijn 1) de mate waarin uw gemeente of provincie te maken heeft met EU-regelgeving en EU-geld 2) de intensiteit waarmee u of uw collega-bestuurders proberen het EU-beleid te beïnvloeden en eigen belangen in de EU te behartigen en 3) lokale organisatorische aanpassingen aan de EU. 1) EU-regelgeving en EU-geld Inmiddels heeft elke gemeente of provincie te maken met verschillende EU-regels. Toch blijven er verschillen in de hoeveelheid of intensiteit ervan. Met regels over natuurbehoud zullen steden minder te maken hebben dan landelijk gelegen dorpen. Aan de andere kant zullen steden eerder moeite hebben regels na te komen over de uitstoot van schadelijke gassen door het verkeer. Alle provincies hebben in dezelfde mate te maken met de kaderrichtlijn water, maar bij gemeenten is dat niet zo. En wat dacht u van de regio’s waar de korenwolf (een beschermd soort hamster) is gesignaleerd? Deze mogen geen bedrijventerrein aanleggen in het territorium van dit beestje en krijgen zo een concurrentienadeel ten opzichte van andere regio’s in het land. Over EU-subsidies is al het nodige gezegd in vorige afleveringen van deze rubriek. Sommige gemeenten voldoen wel aan de criteria voor een bepaald EU-sub-
sidiepotje en andere niet. Onder de gemeenten die wel aan de criteria voldoen gaan er een paar daadwerkelijk met de buit vandoor, terwijl andere in praktijk naast het net vissen. Dit kan te maken hebben met de manier van lobbyen, politieke besluiten van ‘Den Haag’, of het afzien van aanspraak op geld door de gemeente zelf vanwege de hoge bureaucratische kosten en inspanning. 2) Beïnvloeding van EU-beleid en belangenbehartiging in de EU De mate waarin uw gemeente of provincie probeert om conceptregelgeving van de EU te wijzigen of de verdeling van subsidies door Brussel zelf te beïnvloeden, bepaalt ook uw graad van Europeanisering. Sommige lobbyen nooit (terecht of onterecht), andere lobbyen wel, maar de een met succes en de ander zonder succes. En de manier waarop u uw Europese belangen probeert te behartigen kan ook behoorlijk verschillen. Houdt u het bij een aantal suggesties richting de Europalobbyisten van de VNG of het Interprovinciaal Overleg en een lidmaatschap van een enkele Europese vereniging (bijvoorbeeld voor kustgemeenten, middelgrote steden, grensgemeenten etcetera)? Of heeft u eigen lobbyfaciliteiten zoals een speciale Europalobbyist? Stuurt u bestuurlijke zwaargewichten uit uw gemeente of provincie
eu-lkl
naar Brussel of Den Haag? Of kennen deze bestuurders weer functionarissen in hun partij die veel effectiever het werk kunnen verrichten? In al deze zaken zijn verschillen waarneembaar. 3) Lokale organisatorische aanpassingen aan de EU EU-regelgeving, EU-geld en EUlobby kunnen de aanjagers zijn van organisatorische aanpassingen in uw gemeente of provincie. Er kunnen speciale ambtenaren of afdelingen in het leven worden geroepen of er kunnen zaken worden uitbesteed aan gespecialiseerde consultants. In B&W kan een portefeuillehouder Europese Zaken worden aangesteld en in Provinciale Staten een commissie Europese Zaken. Op de vergaderagenda’s kan een punt Europese aangelegenheden zijn geplaatst. Het verschilt daarbij of dit een afzonderlijk agendapunt is of dat het is geïntegreerd met andere punten; of het een eenmalig agendapunt is of een telkens terugkerend onderdeel; en of het daarbij gaat om regelgeving, geld of belangenbehartiging. De lokale organisatorische aanpassing aan de EU is hiermee de derde dimensie waarlangs uw mate van Europeanisering is af te lezen.
‘Iedereen een gelijke startpositie geven’
‘In de zorgstructuur kun je heel veel doen’
HET PVDA-VERSCHIL IN HET ONDERWIJS
Foto De Beeldredaktie
Foto gemeente Almelo
Bram Wondergem
Het rapport Dijsselbloem veroorzaakte bij het verschijnen een aardige schokgolf. Politiek, media en onderwijs raakten en raken er maar niet over uitgepraat. Lokaal Bestuur sprak met twee onderwijswethouders over de conclusies van de commissie en over mogelijkheden en ideeën die zij hebben om het onderwijs op lokaal niveau positief te beïnvloeden.
Jurjen Sietsema freelance journalist
10
Foto Nationale Beeldbank
Mieke Kuik
‘Het is nogal wat als je vaststelt dat de overheid een kerntaak, namelijk het garanderen van goed onderwijs, heeft verwaarloosd’. Het zijn de woorden van Jeroen Dijsselbloem in het februarinummer van Rood. ‘Zijn’ parlementaire onderzoekscommissie presenteerde een inmiddels uitgebreid besproken, bejubeld en bekritiseerd rapport over de onderwijsvernieuwingen van de laatste decennia. Waar iedereen het inmiddels wel over eens is, is dat de onderwijsvernieuwingen niet altijd verbeteringen waren. ‘Den Haag’ krijgt er in het rapport dan ook flink van langs als het om de invoering van bijvoorbeeld de basisvorming, de schaalvergroting en het zogenaamde ‘nieuwe leren’ gaat. Daarbij wordt ook de PvdA niet ontzien, hoewel Dijsselbloem er wel bij aantekent dat ‘we overigens ook niet moeten doen alsof alles wat in het onderwijs mis is gegaan, de schuld van de PvdA is.’ Onderwijs is van oudsher een beleidsterrein waarop de PvdA zich sterk heeft gemaakt. Ook nu nog is het een speerpunt voor PvdA-bestuurders. Een relatief groot aantal onderwijswethouders is namelijk PvdA’er. Wat voor mogelijkheden hebben zij om beleidsmatig te sturen? Welke bijdrage kunnen zij leveren aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. En, ook niet onbelangrijk, hoe onderscheiden zij zich daar als PvdA’er in? Mieke Kuik en Bram Wondergem zijn beide wethouder en hebben beide onderwijs in hun portefeuille. Kuik in de Twentse gemeente Almelo en Wondergem in de Utrechtse gemeente Eemnes. Mieke Kuik heeft een fulltime baan aan haar wethouderschap, Bram Wondergem vervult zijn taak in deeltijd. Hij werkt daar-
naast nog als docent biologie aan de Hogeschool Rotterdam. Sturing Over de vraag of er op lokaal niveau sturing kan worden gegeven op onderwijsbeleid hoeven beiden niet lang na te denken. Mieke Kuik: ‘Inhoudelijk hebben wij daarvoor geen ruimte. Wat ik kan doen, is zorgen voor goede huisvesting en een goed contact met de schoolbesturen zodat je goed met elkaar kunt overleggen. Wat ik daarnaast kan doen, en dat doe ik ook in Almelo, is het aanleggen van een goede zorgstructuren. Er zijn namelijk nogal wat kwetsbare leerlingen op diverse scholen. Ook op zogenaamde regionale arrangementen die we bij vmbo-scholen hebben, kan ik sturen. Zo’n regionaal arrangement bestaat uit afspraken die scholen onderling met elkaar maken over hoe ze de structuur van opleidingen vormgeven. Als de ene school bijvoorbeeld zijn opleiding timmeren niet vol krijgt en een andere school de opleiding metselen dan kunnen ze met elkaar afspreken dat de leerlingen van de ene school naar de andere gaan en vice versa. Daar moet je afspraken over maken want het gaat natuurlijk altijd om aantallen en geld. Wat ik daar in kan doen is me ervoor inzetten dat die arrangementen er komen. Voor de inhoud van het onderwijs zijn en blijven de scholen echter zelf verantwoordelijk.’ Eemnes kent geen middelbaar onderwijs. Daarvoor is de gemeente met zijn ruim 8.600 inwoners te klein. ‘Ook voor mij geldt dus dat ik in de eerste plaats vooral op huisvesting kan sturen,’ zegt Bram Wondergem. ‘Inhoud is vooral een ‘Haagse’ kwestie. Daar heb ik niets over te vertellen en dat moet wat mij betreft vooral zo blijven. Stel je
voor dat gemeenten het lesprogramma op de scholen in hun gemeente mogen bepalen. Dan is het eind zoek. In Eemnes hebben we alleen maar basisonderwijs. Het is onze primaire verantwoordelijkheid om er voor zorgen dat er kwalitatief goede huisvesting is voor de leerlingen. Dat is mijn inzet als lokaal bestuurder.’ Wondergem kan zich overigens wel voorstellen dat je als wethouder in de voorwaardenscheppende sfeer meer voor het onderwijs zou kunnen betekenen dan nu het geval is. ‘Met creatief denkwerk kom je een heel eind. Ik denk dan bijvoorbeeld aan leraren. Die zijn steeds moeilijker te krijgen en zou je, als het om huisvesting gaat, voorrang kunnen geven. Een andere mogelijkheid om je in te zetten voor het onderwijs is dat je jouw netwerk als wethouder inzet voor het creëren van stageplaatsen in je gemeente. Wij zijn op dit moment in Eemnes druk bezig met het milieu. Als wij voor een(milieu) project een of meerdere studenten milieukunde aan een stageplek kunnen helpen, dan snijdt het mes aan twee kanten. Wij hebben er als gemeente veel aan en zo’n student heeft een prachtige stageplek.’ Sturen als wethouder is dus vooral sturen op randvoorwaarden als huisvesting en contacten met schoolbesturen. Daarnaast zijn er ook andere mogelijkheden maar die verschillen per gemeente. Het PvdA-verschil Maken PvdA-wethouders het verschil als het gaat om onderwijsbeleid? Mieke Kuik: ‘Volgens mij is er niet zoveel verschil tussen een PvdA-wethouder van onderwijs en een van een andere partij. Waar het om gaat is of je begaan bent met je vak en hoeveel het je waard is. Bovendien heb ik
voor alle besluiten die ik neem toestemming nodig van de raad waarin natuurlijk meer partijen zitting hebben dan alleen de PvdA. Als je kijkt wat wij in het Almelose doen voor de Brede Buurtscholen en qua zorgstructuren dan is dat veel. Dat hebben we allemaal rond. Daar heb je de goodwill van anderen voor nodig en dan kun je als gemeente gaan investeren. Daar kun je heel veel doen.’ Voor Bram Wondergem hebben beginselen als gelijke kansen voor iedereen nog steeds dezelfde waarde als pakweg dertig jaar geleden. ‘Vanuit dat gedachtegoed hoop ik dat ik me kan onderscheiden. Ik kom namelijk niet los van de gedachte dat iedereen dezelfde kansen verdient op een goede startkwalificatie. In mijn werk als wethouder hoop ik, zonder dat ik me bemoei met de inhoud, toch kan laten zien dat ik sociaal-democraat ben. Dat zou in de keuzes die ik in de voorwaardenscheppende sfeer maak, toch moeten doorschemeren. Maar het zal niet altijd eenvoudig zijn om er de vinger op te leggen en te zeggen ‘dit is een typische PvdA-keuze’.’ Weinig te kiezen Zowel Kuik als Wondergem delen de conclusies die de commissie Dijsselbloem in zijn rapport trekt. Mieke Kuik: ‘Ik heb zelf vier kinderen. Echte mavo/havoleerlingen. De jongste had de pech dat hij net in de basisvorming terechtkwam. Die heeft het veel moeilijker gehad. Hij kreeg vijftien vakken. Het leek mij op het eerste gezicht fantastisch, maar ik heb gemerkt dat kinderen niet echt tot hun recht komen. Ze zitten twee jaar in een brugklas en moeten dan kiezen. Er valt echter weinig te kiezen. Sommige kinderen doen er trouwens ook iets langer over. Die
hebben een extra opstapje nodig. Daarbij komt dat je in deze vorm van onderwijs bijna niet kunt overstappen naar iets anders. Dan wordt het heel ingewikkeld. Wij waren heel blij met de ‘oude’ mavo omdat er een groot stuk algemene ontwikkeling in zit. Aan de andere kant was ik zelf heel blij met de basisvorming omdat daarin het gelijkheidsbeginsel in praktijk werd gebracht. Gelijke kansen voor iedereen want, waarom moeten de vwo’ers voor hun vorming altijd naar Parijs en de rest naar het dierenpark in Emmen?. Daar zit zo’n beperkte denkwereld achter.’ ‘Ik las onlangs in de krant dat Van Dale een woordenboek Nederlands voor vmbo’ ers op de markt brengt. Onbegrijpelijk. vmbo’ ers kunnen veel meer dan wij ze nu toedichten. De oorspronkelijke opzet van het vmbo is in theorie een goede. De uitwerking in de praktijk is een ander verhaal. Ik vind namelijk dat er veel meer uit vmbo-leerlingen te halen valt dan nu het geval is. Nu zegt men als zo’n leerling zijn diploma heeft ‘fijn, nu kun je kok worden. Ga maar op zoek naar een baan’. Terwijl je zo’n leerling er juist op zou moeten wijzen dat hij door verder te studeren misschien wel chef- of meesterkok kan worden.’ Over de reacties op het rapportDijsselbloem door partijgenoten zegt ze: ‘Ik heb me gestoord aan mensen die na het verschijnen van het rapport in de media zeiden dat het allemaal wél goed was, maar dat de uitvoering niet deugde’. Ik denk dan ‘jongens, doe dat nou niet. Wees eerlijk en zeg gewoon dat we het niet goed hebben gedaan. We hebben veel te veel van bovenaf willen opleggen. Het ene was nog niet klaar of het andere moest alweer op poten gezet worden. Dat moest wel een keer spaak lopen.’
Bram Wondergem maakt zich als lerarenopleider vooral zorgen over het lerarentekort in het onderwijs dat alleen maar lijkt toe te nemen. ‘Het beroep heeft een imagoprobleem waardoor jonge mensen niet zo snel kiezen voor een leven voor de klas. Het is ook geen gemakkelijk beroep. Zeker niet in een tijd waarin mensen, ook scholieren, steeds mondiger worden. Dat vraagt een heel andere benadering door een leraar. Die moet daar zelf ook voor toegerust zijn. Iets waarin het in de lerarenopleiding nu aan ontbreekt. Een leraar in opleiding leert namelijk nu pas in de praktijk het verschil tussen vwo en vmbo en dat is te laat. Je moet daar in een opleiding al in differentiëren.’ Zorgstructuren Wondergem maakt zich trouwens evenals Kuik sterk voor betere zorgstructuren in het onderwijs. ‘Dat begint al bij het basisonderwijs. Je moet problemen al vroeg proberen te signaleren en daarop inspelen door de juiste zorg te bieden.’ Voor beide wethouders is het rapport Dijsselbloem vooral een reden om vooruit te kijken. Mieke Kuik: ‘We zijn het aan onszelf en aan het onderwijs verplicht om te leren van de fouten die we hebben gemaakt. Uithuilen en opnieuw beginnen is niet genoeg. We moeten echt goed kijken naar wat er mis is gegaan en wat we daar uit kunnen leren. Als we willen luisteren en zaken niet te snel willen realiseren, dan geloof ik dat wij als PvdA ook in de toekomst een positieve rol kunnen spelen bij het vormgeven van het onderwijs in ons land.’
nws Reacties welkom Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 7 april in ons bezit is, dan kunnen wij het plaatsen in het meinummer. Alle andere kopij voor dat nummer moet op dinsdag 1 april in ons bezit zijn. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het juninummer is maandag 5 mei.
Wijzigingen in de fractie? Het CLB ontvangt graag bericht over wijzigingen in uw raads- of statenfractie. Wij kunnen die dan verwerken in onze administratie en er zonodig melding van maken in onze rubriek Persoonlijk. De volgende gegevens zijn van belang: naam- en adresgegevens, telefoon- en faxnummer en e-mailadres, zowel van het nieuwe als van het vertrekkende raads- of statenlid, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdA-wethouder (al dan niet ‘van buiten’) of gedeputeerde aantreedt, horen we dat graag. Mail uw gegevens naar:
[email protected]. Als u vragen heeft kunt u bellen (020-5512260) of mailen.
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website
www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
11
Het zal vermoedelijk weinig lezers van Lokaal Bestuur zijn ontgaan dat onlangs een biografie verscheen over Joop den Uyl. Dat werd trouwens hoog tijd. Nadat enkele andere historici hun tanden stuk gebeten hadden op de complexiteit van de figuur Den Uyl (en ook op de beperkte toegankelijkheid van diens archief ) verraste Anet Bleich met haar omvangrijke en beeldend geschreven studie Joop den Uyl 1919-1987. Dromer en doordouwer, waarop ze promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam.
et leich
bkbsprkng
Joop den Uyl
inspirerend politicus, zwak partijleider
anet bleich
joopdenuyl
joop denuyl 1919 –1987 dromer en doordouwer
l a n s
b a l a n s Foto Berry Stokvis/Hollandse Hoogte
Stemming tijdens een PvdA-congres in 1977. Op de voorgrond v.l.n.r. de PvdA-kopstukken Dick Dolman, Joop den Uyl, Ed van Thijn en (met sigaar) Bram Peper
Dat de Den Uyl-biografie zoveel aandacht trok, is logisch. De legendarische politicus Joop den Uyl spreekt immers nog steeds tot de verbeelding. Zeker in een tijd waarin zijn PvdA zo zoekende is en grote - bijna fundamentele - onduidelijkheid bestaat over koers en leiderschap, heerst onder veel PvdA’ ers een voelbare heimwee naar de bevlogenheid en duidelijkheid van weleer. Tijdens de polarisatie van de jaren zeventig wisten we nog waarvoor we streden en tegen wie. Dat gevoel van heimwee naar Joop is nog terecht ook. Joop den Uyl was, hoewel vaak ingewikkeld formu-
Jan-Jaap van den Berg Historicus en secretaris clb
12
lerend, inderdaad een bij uitstek charismatische en inspirerende politicus. Den Uyl meende wat hij zei. Daar was niets gemaakts aan. Dit hoeft overigens niet te betekenen dat Den Uyl ook een krachtig partijleider is geweest. Het is interessant na te gaan wat deze studie van Anet Bleich te melden heeft over de relatie van Den Uyl tot zijn eigen PvdA, waarvan hij zo’n twintig jaar (van 1966 tot 1986) partijleider is geweest. Aanvankelijk zag het er in de verste verte nog niet naar uit dat de gereformeerd opgevoede Joop den Uyl ooit voor het socialisme zou kiezen. Wel was hij al op
jonge leeftijd gegrepen door de politiek, en zijn keuze voor een studie economie was zelfs mede ingegeven door het verlangen politicus te worden. De diep gelovige Den Uyl bleef echter tot in zijn studententijd binnen de gebaande antirevolutionaire paden. Van het socialisme was hij een geharnaste tegenstander. De Tweede Wereldoorlog zou dit alles veranderen. De oorlogs ellende (concreet geworden in de deportatie van een joodse vriendin) deed Den Uyl van zijn geloof vallen, door de illegaliteit raakte hij in andere kringen verzeild, en na de bezetting leken in de Nederlandse politiek nieuwe scheidslijnen te ontstaan. Als redacteur van Vrij Nederland ging ook Den Uyl - als zoveel protestanten en katholieken - mee met ‘de Doorbraak’. De contacten die hij in de illega-
liteit opgedaan had, hebben Den Uyl niet alleen geholpen bij zijn journalistieke loopbaan, maar ook bij zijn entree in de PvdA. In 1949 werd Joop den Uyl - pas dertig jaar oud! - benoemd tot directeur van de Wiardi Beckman Stichting (WBS). Aan deze functie was een lidmaatschap van het partijbestuur gekoppeld, zodat Den Uyl dadelijk terecht kwam in het hart van de PvdA. Een leidinggevende rol vloeide daar vooralsnog niet uit voort. Den Uyl ontwikkelde zich in de woorden van Bleich tot een ‘socialistisch theoreticus’ die gedurende de jaren vijftig via talrijke publicaties in Socialisme & Democratie en in rapporten als De weg naar vrijheid aanwijsbare invloed had op de transformatie van het denken in de PvdA, waarbij fundamentele hervormingsvoorstellen gaandeweg werden ingeruild voor
praktisch reformisme. De route naar het partijleiderschap zou voor Joop den Uyl uiteindelijk lopen langs de Amsterdamse lokale politiek. Hoewel Den Uyl ook toentertijd al bekend stond als workaholic, is het in de huidige politieke verhoudingen absoluut onvoorstelbaar dat Den Uyl zijn WBS-directeurschap nog wist te combineren met een gemeenteraadslidmaatschap in Amsterdam (1953), het fractievoorzitterschap aldaar (in 1955) plus een lidmaatschap van de Tweede Kamerfractie (eind 1956). Naam maakte Den Uyl vooral als machtige (bouw-)wethouder in Amsterdam (1962-1965), hoewel nadien aanzienlijk kritischer wordt aangekeken tegen sommige van diens ambitieuze plannen betreffende de Bijlmer, het dempen van grachten en het grootschalig slopen van oude
stadswijken. Als ervaren en landelijk bekende bestuurder was de in 1965 gezette stap naar het ministerschap (van Economische Zaken in het kabinet-Cals) een logische. Uiteindelijk is Den Uyl zo’n twintig jaar partijleider geweest, een ongeëvenaard lange periode in de geschiedenis van de Nederlandse sociaal-democratie. Rustige jaren waren het echter nooit. Den Uyls leiderschap werd doorlopend aangevochten. Bijvoorbeeld door Nieuw Links. Den Uyl, die hield van discussie en zich graag omringde met jongeren, koos bewust voor de dialoog met deze radicale jongeren, die hem aanvankelijk echter koeltjes bejegenden. Najaar 1968 publiceerde Het Parool zelfs integraal een nota van André van der Louw en de zeven Nieuw Linkse leden van het partijbestuur waarin Den
Uyl onomwonden de wacht werd aangezegd. Een half jaar later werd Den Uyl door het partijcongres opgezadeld met een politiek uiterst lastige anti-KVP-motie. Nieuw Links vond Den Uyl - tot diens leedwezen - eigenlijk maar een regent. Bij de verkiezingen van 1972 moest Den Uyl zelfs het besnorde hoofd van partijvoorzitter Van der Louw naast zich dulden op de PvdA-verkiezingsposters – werkelijk een unicum in onze parlementaire geschiedenis, maar tekenend voor het wankele partijleiderschap van Den Uyl. Diens kabinet is achteraf, toen de periode 1973-1977 al meer geschiedenis werd, eigenlijk steeds legendarischer geworden. Maar gedurende die regeerperiode zelf stond Den Uyl voortdurend bloot aan structurele kritiek vanuit zijn eigen PvdA. Het schoot niet op met die spreiding
van inkomens, kennis en macht, zo vond een groot deel van het partijkader. Nu had het kabinet ook pech door een teruglopend economisch tij en enkele lastige affaires (olieboycot, gijzelingen, Bernhard). Binnen de PvdA werd echter teveel vergeten dat KVP en ARP (die werkten aan de totstandkoming van het CDA) geen overbodige christelijke franje waren, maar nodig om Den Uyls kabinet overeind te houden. Anet Bleich laat mooi zien hoezeer het PvdA-kader het eigen kabinet met ongeduld en wantrouwen bejegende. Zo zag een speciale ‘Keerpuntbewakingsgroep’ er strikt op toe dat het kabinet-Den Uyl niet teveel afweek van het PvdAverkiezingsprogramma. Voor de verkiezingen van 1977 werd een nieuw PvdA-programma opgesteld dat nog linkser was. Joop den Uyl was daar bepaald niet blij
mee. Door de geharnaste houding van de PvdA werd de kloof met ARP en KVP groter, terwijl het de onderlinge cohesie tussen de drie fusiepartners van het CDA juist versterkte. Na de voortijdige val van het kabinet, vertaalde de grote populariteit van Joop den Uyl bij de kiezers zich in een ongehoord grote verkiezingswinst van tien zetels. Maar de wijze waarop de PvdA zich gedurende de kabinetsperiode had opgesteld, zette zich tijdens de daaropvolgende formatie voort. Anet Bleich schrijft terecht over ‘polariserend op het roekeloze af ’. Vanzelfsprekend gaat ook Bleich in op de nadien vaak bediscussieerde vraag, of Joop den Uyl niet een keer zijn volle gewicht als partijleider in de strijd had moeten werpen tegen zijn alsmaar overvragende achterban. Ze concludeert dat Den Uyl
daartoe eigenlijk niet bij machte was, vanwege zijn op overtuiging gerichte stijl van leiderschap en zijn grote respect voor de interne partijdemocratie. Dit maakt Den Uyl eigenlijk tot een wat tragische figuur.
Anet Bleich Joop den Uyl 1919-1987, dromer en doordouwer Uitgeverij Balans ISBN 9789050188180 Prijs 35 euro
13
HET DILEMMA VAN DE MAAND Foto: Ivonne Wierink/Nationale Beeldbank
Iedere bestuurder en volksvertegenwoordiger wordt ermee geconfronteerd: lastige kwesties die vragen om een antwoord. Lokaal Bestuur legt u elke maand zo’n dilemma voor. Vorige maand was dat:
Hoe kun je de samenleving verdelen?
Foto Van Dam/Nationale Beeldbank
Geert Wilders en zijn geestverwanten proberen de werkelijkheid al jaren te versimpelen tot eenvoudige tegen stellingen: autochtoon tegenover allochtoon, goed tegenover kwaad, islam tegen de rest. Als hem dat lukt dan helpt hij onze samenleving om zeep. Het lijkt te lukken. Uit het in februari gepubliceerde jaarlijkse onderzoek naar Minderheden op de Arbeidsmarkt blijkt dat steeds méér allochtonen zich steeds minder Nederlander voelen. Dat is zeer zorgwekkend als je bedenkt dat intussen 42% van de niet-westerse allochtonen in Nederland is geboren. Het weerzinwekkende getreiter van Wilders en de dreiging van het uitbrengen van een islamvijandige film heeft voor de zoveelste keer de vraag opgeworpen of we er nog wel goed aan doen termen als ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ te gebruiken. Minister van Justitie Hirsch Ballin bepleit het afschaffen van de termen. Duidelijk is dat de definitie van deze begrippen onduidelijk is en tot veel verwarring aanleiding geeft. Minder duidelijk is of je er daarom afstand van kunt doen. Het is goed te beseffen dat in de grote steden - en met name in de stadsdelen waarin etnische minderheden een royale meerderheid vormen - deze discussie
Hub van Wersch Wethouder Alphen aan de Rijn
14
irrelevant is geworden. Daar is allochtoon de norm en autochtoon de gedulde minderheid, maar in de rest van Nederland is die situatie nog lang niet aan de orde. Daar speelt het onderscheid onverminderd een belangrijke rol, op de arbeidsmarkt en in het sociale verkeer. Oeverloos De meest gebruikte definitie van ‘allochtoon’ is die van het Centraal Bureau voor de Statistiek: ‘Persoon die in Nederland woonachtig is en van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Wie zelf in het buitenland is geboren, hoort tot de eerste generatie, wie in Nederland is geboren, hoort tot de tweede generatie’. Simpel toch? Nee, jammer genoeg niet. De problemen zijn oeverloos. Om daarin verlichting te brengen is bedacht dat het zou helpen een onderscheid te maken naar westers en niet-westers allochtoon. Tot de westerse
allochtonen mag je dan rekenen Polen, Britten en Amerikanen die hier toevallig hun woonplaats hebben gekozen en vele leden van ons koninklijk huis. Wat veel verwarring veroorzaakt is dat de begrippen ‘westers’ en ‘nietwesters’ hier geen aanduidingen zijn van windstreken, maar een uitspraak doen over een verondersteld ontwikkelingsniveau van een land. Zo kan het gebeuren dat in het Verre Oosten woonachtige Japanners en inwoners van voormalig Nederlands-Indië tot de ‘westerse allochtonen’ worden gerekend. Nadrukkelijk in het westen woonachtige Antillianen en Surinamers (afkomstig uit gebieden waarmee wij hechte koloniale banden onderhielden) vallen weer onder de noemer ‘niet-westers allochtoon’. Tot die laatste groep behoren ook de honderdduizenden die uitstekend in Nederland geïntegreerd zijn omdat zij een Nederlandse vader of moeder hebben. Toch ‘allochtoon’. De begrippen zijn zo zoetjes aan betekenisloos maar dat geldt helaas (!) niet voor het gebruik van die begrippen. Gebrandmerkt In het maatschappelijk debat ontbreekt de precisie volledig en wordt de term ‘allochtoon’ geplakt op iedereen met een kleurtje. Wie wat nauwkeuriger kijkt, ziet dat de term vooral wordt gereserveerd voor gekleurde mensen in een achterstandspositie en met een andere religieuze achtergrond (in het bijzonder: de islam). Ook wordt de term overwegend in negatieve zin gebruikt om het verschil aan te geven tussen wat goed, eigen, vertrouwd en blank is en ‘de anderen’. De brede groep die volgens de CBS-definitie aangemerkt moet worden als ‘niet-westers allochtoon’ wordt
daardoor in feite gebrandmerkt. De enorme verscheidenheid tussen en binnen de diverse etnische groepen verdwijnt compleet uit beeld. Die verscheidenheid is binnen vele etnische groepen net zo groot als binnen de groep autochtonen. Het verschil is alleen dat randgroepen in de blanke samenleving het beeld over autochtonen niet bepalen terwijl dat bij allochtonen wél het geval is. Daar komt nog bij dat het negatieve imago van sommige allochtone (deel)groepen terugslaat op iedereen die op het eerste gezicht niet-Nederlands oogt. Dat is natuurlijk verschrikkelijk voor al die mensen die absoluut niet verantwoordelijk zijn voor dat ongunstige imago. Het is ook volkomen misplaatst want veruit het grootste deel van degenen die vallen onder de noemer ‘allochtoon’ (westers dan wel niet-westers) zijn prima in staat voor zichzelf te zorgen en doen dat ook. Vermoeiend Er is van alles geprobeerd om de negatieve klank van het begrip ‘allochtoon’ te vermijden. Er zijn nieuwe namen bedacht als ‘medelanders’ en ‘nieuwe Nederlanders’, maar al die termen beklijven niet. Het is domweg te ingewikkeld en te vermoeiend voor de meeste Nederlanders om nauwkeurig te zijn in de aanduiding van de groep over wie je spreekt. Maar ook als het zou lukken de termen ‘allochtoon’ en ‘autochtoon’ te vervangen door andere dan nog blijft staan dat de nieuwe termen na verloop van tijd weer gaan lijden onder hetzelfde euvel als de oude: stigmatisering van bepaalde bevolkingsgroepen. En in het onwaarschijnlijke geval dat het zou lukken ten minste de discussie toe te spitsen op specifieke groepen uit bepaalde
landen dan zal ook dat leiden tot stigmatisering van grote bevolkingsgroepen, van mensen met een kleurtje. Ook is het denkbaar dat bepaalde gemeenschappen dan extra vervelend in het nieuws komen (bijvoorbeeld Marokkanen of Somaliërs). Verkeerde vraag Het is een illusie te denken dat er ooit een peil wordt bereikt in het maatschappelijk debat waarin nauwkeurig wordt aangegeven over welke groep binnen een etnische gemeenschap we het nu precies hebben. Dat gebeurt al niet in de media en het gebeurt nog veel minder op straat en in de kroeg. Er is een onuitroeibare behoefte aan termen om gesprekken te kunnen voeren op een oppervlakkig niveau, om je afkeer van iets uit te drukken zonder precies te zijn, om je angst voor het afwijkende te kunnen verwoorden en dan het gevoel te hebben begrepen te worden. Dat dit tot onaanvaardbare gevolgen leidt voor allen die onder die vage termen vallen, zal de meesten worst wezen. Het is helder dat het antwoord op de vraag of iemand omschreven kan worden als ‘autochtoon’ of ‘allochtoon’ nietszeggend is. Het zegt niets over zijn mogelijkheden zich een plek te verwerven in onze samenleving. Het is domweg de verkeerde vraag. Het enige dat telt is de vraag of mensen zich willen verbinden met onze Nederlandse samenleving en vervolgens of ze daartoe ook de kans krijgen. Redeloos gepraat over ‘allochtonen’ zal geen spat bijdragen aan de integratie en helpt niemand.
Als raadslid weet je dat in een nieuwbouwwijk een centrum voor drugsgebruikers komt. Deze informatie heb je in een besloten raadsvergadering onder geheimhouding ontvangen. Er moeten nog woningen rond die plek verkocht worden. Je weet dat je beste vriend een optie heeft genomen op een huis recht tegenover dit stuk grond. Hij vraagt jou of je weet wat er met het stuk grond gaat gebeuren. Geef je hem de informatie? Dieuwke van Geest, raadslid in Vlaardingen: Het gaat hier om een dilemma waar ik me heel weinig bij voor kan stellen. Waarom wordt er niet bekend gemaakt dat dit centrum er gaat komen? In Vlaardingen zijn wij bezig met een opvang voor dak- en thuislozen, waarbij een open communicatie met de burger voorop staat. Zoals overal, is er ook in Vlaardingen verzet tegen de komst van deze opvang. Dingen verzwijgen helpt daarbij niet! Bovendien, wie help je hier dan wel mee? Volgens mij alleen de projectontwikkelaar die de woningen verkoopt, en niet de nieuwe bewoners van je stad! Maar natuurlijk zou ik het mijn vriend niet vertellen, vertrouwelijk is vertrouwelijk, zo simpel is dat. Jeroen van Berkel, deelraadslid in Amsterdam Bos en Lommer: In deze rubriek zou het moeten gaan om dilemma’s. Dan verwacht je ook dat je mag reageren op een dilemma. Want dit is natuurlijk geen dilemma; dit is een vraag waarop maar één antwoord mogelijk is: Nee. Mensen die niet met dit soort informatie kunnen omgaan, hebben de keus geen vertrouwelijke vergaderingen bij te wonen. Dat is eigenlijk een groter dilemma: moet ik ingaan
op een verzoek van het college om een vertrouwelijke vergadering bij te wonen? Want per definitie krijg je informatie die je niet mag delen. Als je dat niet kan of niet wilt, moet je er niet naar toegaan. Kortom, ik zou zeggen tegen mijn vriend dat ik dat niet weet. Margriet van der Vliet, raadslid in Heerde: Ja, een behoorlijk dilemma. Toch denk ik dat het het beste is je aan de regels te houden. Waar trek je de grens? Wel kun je als algemeen advies, en dat valt eenieder aan te raden, de vriend erop wijzen dat het altijd verstandig is je terdege te verdiepen in vergunningen en dergelijke met betrekking tot een nieuwe wijk. Niet dat dat altijd helemaal sluitend is, weet ik uit eigen ervaring met de Betuweroute, maar toch. Waar worden winkelcentra, doorgaande wegen, eventuele uitgaansgelegenheden (en zo ja, welke categorie), vliegveldjes, motorcrossbanen (ongeacht de verplichte afstanden kun je daar soms behoorlijke geluidsoverlast van hebben), gebouwen met publieke of particuliere functies, zoals peuterverbijven, naschoolse opvang, gezondheidscentra, crèches, (in verband met parkeerproblemen en geluidsoverlast) en ga zo maar
door, gepland? Hier midden in het dorp is een megadisco. Niet echt fijn voor de omwonenden. Maar die ís er al en dan kun je je keuze daarop baseren. Maar de specifieke info geef je hem zeker niet. Bianca Kaatee, raadslid in Leek: Mijn antwoord op de vraag van mijn beste vriend is: ‘Ja, in een besloten raadsvergadering is onder geheimhouding informatie gegeven over de plannen. Ik kan je daar niets over zeggen. Maar het lijkt mij slim gewoon even af te wachten wat de plannen straks zijn voor je je optie gestand doet.’ Overigens, wanneer ik kan voorkomen informatie onder geheimhouding te krijgen, zal ik dat doen. Als raadslid heb ik vertrouwen in het college en via controle achteraf, kan verantwoording worden afgelegd. Daarnaast zijn vooraf kaders gesteld waarbinnen het college werkt. Thera Wolf, wethouder in Bloemendaal: Je moet terug naar het begin. Waarom heb je de mededeling onder geheimhouding ontvangen? Is de onderhandelingspositie van de gemeente in het geding, gaat het over personen? Allebei niet lijkt me. Dan hoort de discussie over het vestigen van een opvangcentrum in het openbaar gevoerd te worden. Met het risico dat potentiële kopers afhaken. Want dat lijkt mij de enige reden waarom het geheim is gebleven. Een oneigenlijke reden dus. Als je in de geheimhouding bent meegegaan, is het zaak de boel openbaar te krijgen. Niet via de vriend of de pers maar via het
gremium dat tot geheimhouding besloten heeft. Als dat gremium hier niets voor voelt, is er pas sprake van een dilemma. Dan rest niets anders dan in de fractie dit punt te bediscussiëren met als vraagstelling hoe openbaarmaking kan plaatsvinden. Gadiza Bouazani, raadslid in Utrecht: Wat een goed idee om dilemma’s in Lokaal Bestuur te publiceren! Mijn reactie op dit dilemma is: Absoluut niet! Tijdens de besloten vergadering is ons geheimhouding opgelegd, welke in overeenstemming is met artikel 25 van de gemeentewet. De informatie over een hostel in een woonwijk is dus geheim en moet ook geheim blijven, tenzij de geheimhouding wordt opgeheven dan wel het voorstel daartoe wordt afgewezen. Als ik deze informatie aan mijn beste vriend doorgeef, dan houd ik mij niet aan de (on) geschreven regels. Aangezien ik verzoeken met geheimhouding dermate serieus neem, ongeacht of hier een wetsartikel aan verbonden is of niet, zal ik hier absoluut geen uitlatingen over doen.
Wij legden de reacties voor aan Jan Blom. Hij is PvdA-wethouder in Millingen aan de Rijn. Samen met zijn collega Martin Honders van Cromstrijen ontwikkelde hij speciaal voor de PvdA een dilemmaspel, dat wordt gebruikt tijdens Op Maat-trainingen (voor fracties) van het CLB. Commentaar Jan Blom: Door de inzenders wordt terecht de vraag opgeworpen of deze informatie onder geheimhouding verstrekt had moeten worden. Een vraag die ik mij als raadslid steeds vóór een besloten bijeenkomst zou stellen. Ik zou daar mijn aanwezigheid bij die bijeenkomst ook van af laten hangen. Aan de andere kant geldt bij dilemma’s de regel ‘never fight the case’. De informatie is zoals die is. Probeer geen ruimte te scheppen door daar vragen bij te stellen. De inzenders besluiten allemaal de informatie niet prijs te geven. Dat lijkt mij de enig juiste oplossing. Zal in de praktijk overigens nog wel eens lastig blijken te zijn. Zeker als het heel dichtbij komt!
Het nieuwe dilemma: Als wethouder krijg je een uitnodiging van een grote onderneming voor het bijwonen van een bijeenkomst in het kader van hun 50-jarig bestaan. Het programma ziet er als volgt uit. Eerst wordt er gegeten in een sterrenrestaurant, dan volgt een bezoek aan een musical en tot slot wordt er nog een borrel gedronken. Je bent samen met jouw partner uitgenodigd en hoeft voor deze bijeenkomst niets te betalen. Je verwacht goed te kunnen netwerken. Ga je naar deze bijeenkomst toe? Wat zou u doen? Wij zijn benieuwd. Mail ons (desnoods anoniem) wat u ervan vindt. U mag ook zelf een kort en bondig geformuleerd dilemma insturen. Reacties en suggesties graag naar
[email protected].
Sterk en sociaal in Someren
Foto Nico van der Vliet
Ze had het beloofd tijdens haar verkiezingscampagne: ‘Ik kom’. Onlangs loste partijvoorzitter Lilianne Ploumen haar belofte in en was ze te gast bij de PvdA in Someren, een buurgemeente (18.000 inwoners) van Helmond. De PvdA-fractie daar telt twee leden, burgemeester Alfred Veltman is van PvdA-huize maar de partij levert geen wethouders. Er werden twee thema’s besproken: Hoe kunnen we het potentieel aan PvdA-kiezers bereiken en het PvdA-imago van grootstedelijke en zelfs ‘Haagse partij’ verbreden naar een partij die óók geworteld is op het Brabantse platteland? En hoe profileren we ons als partij zodat we lokaal herkenbaar zijn voor de kiezer? Lilianne Ploumen, zo meldt PvdA-raadslid Han Fens ons, gaf inzicht in wat het partij-
bestuur wil doen om de PvdA als vereniging te revitaliseren. De afdelingen, ook de kleine, vormen volgens haar de ruggengraat van de vereniging. Bij de vorige verkiezingen zijn er nog heel wat stemmen in Brabant en Limburg blijven liggen. Hier is nog een wereld te winnen. Ploumen beloofde dat het nieuwe partijbestuur meer gaat doen om de kleine afdelingen te ondersteunen. Opleiding en coaching zijn daarbij sleutelbegrippen. Maar ook samenwerking met buurgemeenten en het organiseren van activiteiten en trainingen voor jongeren dicht bij huis zijn belangrijk. Op de PvdA-bijeenkomst in Someren bleek dat er genoeg thema’s zijn waarop de PvdA zich de komende jaren kan profileren, zoals duurzaamheid (energie,
toekomst, bouwen, landbouw), leefbaarheid (buurten, voor ouderen), bereikbaarheid en openbaar vervoer en jeugdzorg. Belangrijk daarbij is te zorgen voor netwerken in de lokale gemeenschap, je verkiezingsprogramma een lokaal gezicht te geven, je eigen agenda te bepalen en te zorgen dat je activiteiten mensen raken.
15
De grenzen van verantwoordelijkheid Foto Nationale Beeldbank
Als lokale bestuurder of politicus kún je niet alles oplossen: vaak simpelweg omdat je de bevoegdheden niet hebt, soms omdat je in de praktijk niet aan je formele verantwoordelijkheid kunt voldoen. Hoe vind je je weg als je formeel niet verantwoordelijk bent, maar je wel moreel verantwoordelijk vóelt? En hoe ga je om met een formele verantwoordelijkheid die je niet kunt waarmaken?
Lyda Westerink Freelance journalist
16
Foto J. Kempeneers/Nationale Beeldbank
Een licht verstandelijk gehandicapte man krijgt 24 uur per dag zorg in een zogeheten zorgwoning, maar er gaat van alles mis: meneer -niet zo gek gezien zijn handicap- heeft het vervolgcontract niet ondertekend, de zorgwoning trekt de handen van hem af en de instellingen die vervolgens over de vloer komen, schuiven deze cliënt naar elkaar door. Meneer weigert Tafeltje Dekje, de huisarts laat zich zelden zien en ook de instellingen voor huishoudelijke hulp willen na een tijdje niet meer bij de man werken. Kortom, meneer raakt vervuild en zit zonder maaltijden. Bij wie komt de familie dan uiteindelijk langs? Bij de wethouder, in dit geval bij Nicole Teeuwen, sinds twee jaar wethouder in Houten. ‘Instellingen dragen telkens over aan andere instellingen, uiteindelijk komt er dus helemaal niemand meer’, zegt ze, ‘En dan kijkt iedereen naar de gemeente.’ Een gemeente die feitelijk aan de zijlijn staat, omdat zij hierin beperkte verantwoordelijkheden heeft. ‘Je voelt je als bestuurder verschrikkelijk onthand’, vertelt Teeuwen, ‘Want formeel kun je helemaal niks: je kunt die huisarts niet aansturen, je kunt juridisch weinig met die instellingen, je zit echt met de handen in het haar.’ Nu kun je heel formalistisch blijven zeggen dat het als gemeente ook je taak niet is om hierin iets te ondernemen, maar zo werkt dat voor Teeuwen niet: ‘Ik voel me moreel verantwoordelijk, dat ben je als bestuurder toch ook? Ik heb alle hulpverleners uitgenodigd om eens samen rond de tafel te gaan zitten. Die hóefden dus niet te komen. Maar gelukkig kwamen ze wel.’ Als gemeente heb je in deze gevallen weliswaar geen uitgebreide
bevoegdheden, maar wél een netwerk en kun je meedenken met al die partijen. Teeuwen: ‘Met sommige heb je als gemeente al een subsidierelatie, met andere bestaan weer andere relaties. De huisartsen hier willen bijvoorbeeld een gezamenlijk praktijkgebouw, daarover zat ik al met ze om tafel en gaandeweg heb ik die andere zaken ook op de agenda gekregen. Je moet in die relaties investeren.’ Dat is niet zelden een zaak van ‘masseren en verleiden’, zoals Teeuwen dat lachend noemt: ‘Dat is echt de informele macht. Er wordt achter de schermen een hoop opgelost en geregeld ten gunste van de inwoners.’ Autonomie Koppelingen leggen tussen organisaties en betrokken partijen, dat is ook het pleidooi van Iris Meerts, statenlid in Zuid-Holland. ‘Maar’, zegt ze, ‘daar zijn we als overheid slecht in. We leven inmiddels in een netwerksamenleving, maar de politiek functioneert nog archaïsch, het ouderwetse eenrichtingverkeer. Men zoekt oplossingen voor aansprakelijkheid, niet voor problemen. Het smeermiddel is communicatie.’ En ‘communicatie’ is dan het stimuleren van communicatie tussen diensten, overheid en burgers: ‘Als politiek moet je verbanden leggen, dienstbaar zijn. Neem nu knelpunten als voortijdige schoolverlating. Daarin kun je kinderen veel serieuzer nemen, dat getuigt van écht respect.’ Meerts organiseerde een bijeenkomst met jeugdzorginstellingen, ouders én kinderen, gedragstherapeuten, de scouting, de YMCA, sportverenigingen, jeugdkerken, huisartsen, wijkagenten en de Kindertelefoon: ‘Het was de eerste keer dat die
mensen met elkaar aan tafel zaten! En het leverde concrete, kleine dingen op die het verschil maken. Ouders die aangeven dat ze van instellingen niks over hun kind horen, bijvoorbeeld.’ Het is de overtuiging van Meerts dat mensen weer terug moeten naar een ‘soort burgerlijke ongehoorzaamheid’: ‘De overheid is te veel geneigd om overal regeltjes voor te willen maken en werpt daarmee drempels op. Een voorbeeld is de regel dat je zonder diploma niet kunt doorstromen van havo naar vwo. Daardoor gaan met name minder jongens door naar het vwo en dat geeft later frustraties. Je maakt het voor mensen met regels vaak moeilijker dan makkelijker. Mensen moeten zelf zaken kunnen regelen, niet per definitie naar instanties hoeven. Daar moeten ze vaak lang wachten en dat leidt niet zelden tot frustratie. Als overheid help je uiteraard de mensen die het zelf niet redden, maar je mag mensen hun autonomie niet afnemen. Niet werken volgens de regeltjes dus, maar doen wat het beste werkt.’ Maar dáár stuit je op dat ‘archaïsche’ van de overheid, vindt Meerts: ‘Ambtenaren verwijzen door naar instanties, politici en bestuurders zijn vaak afkomstig uit overheid of semi-overheid: de manier van denken wordt dus niet doorbroken. We moeten onszelf vernieuwen.’ Hoe? Door te ‘investeren in slimheid op lokaal niveau’: ‘Dichtbij de burger lokale netwerken laten werken, zaken koppelen. Je moet als overheid zeker niet de zelfredzaamheid van burgers de nek omdraaien.’ In het geval van de jeugdzorg ontmoet Meerts waardering van de directeuren van de jeugdzorginstellingen, maar de middenmanagementlaag en de medewerkers moeten ‘erg wennen’:
‘Ik blijf erbij dat we in de intelligentie van het systeem moeten investeren: die wijkagent, de buurtzorg, noem het maar op. En neem mensen serieus.’ Meerts memoreert in dezen het recente oordeel van de Nationale Ombudsman in de zaak ‘Kelly’. Heeft de jeugdzorg gefaald, had het bureau de dood van het meisje kunnen voorkomen? Meerts: ‘Waar schortte het aan, volgens de Ombudsman? Communicatie! Maar dan moeten we die communicatie niet gaan centraliseren natuurlijk, want dan heb je wéér een instantie.’ Een jaar statenlid is Meerts nu en in het begin dacht haar fractie vast ook wel zoiets als ‘laat maar kletsen’, zegt ze. Maar ze bouwt credits op: ‘Het lúkt gewoon, daar geniet ik van.’ Datzelfde geldt voor wethouder Teeuwen: ‘Ik vind het leuk dat ik het uiteindelijk vaak kan oplossen. Met dat masseren en dat verleiden. Je hebt immers niet alleen de taak om een rechtvaardige overheid te zijn, maar ook een barmhartige overheid. Daar heb je als PvdA-bestuurder echt iets toe te voegen, vind ik. Je kunt toch niet ijskoud zeggen: daar ligt nu eenmaal mijn verantwoordelijkheid niet.’ Haalbaar Uiteraard zou je een hoop kunnen oplossen door gemeentes meer bevoegdheden te geven. Maar daar zijn gemeentes op dit moment niet op ingericht, aldus Teeuwen: ‘De WMO is al een behoorlijke operatie. Dus voorlopig doen we er goed aan om die lastige casussen te inventariseren, de knelpunten zoveel mogelijk via het netwerk op te lossen en partners mede verantwoordelijk te maken voor het oplossen van problemen.’ Het is soms ook een strijd in
eigen gelederen, in Teeuwens geval in de eigen organisatie: ‘Ik ken een geval van een moeder die haar rug brak. Zo iemand heeft volgens de WMO geen recht op huishoudelijke hulp als man en kinderen kunnen helpen. Maar de echtgenoot werkte bij een bedrijfje dat op de rand van faillissement stond en zijn baas wilde hem geen verlof geven, dreigde met ontslag. Het gezin maakte bezwaar bij de gemeente tegen de beslissing dat ze geen huishoudelijke hulp kregen, dat werd afgewezen. De man ís uiteindelijk ontslagen. Dat kán toch niet? Ik heb in het begin van mijn wethouderschap al wel vraagtekens gezet bij die zogeheten gebruikelijke zorg. Maar het was toen niet bespreekbaar om daar op een soepele manier mee om te gaan. We hebben nu een paar van dit soort gevallen gehad en gelukkig stelde onlangs het hoofd Sociale Zaken voor om op basis hiervan de gebruikelijke zorg te evalueren.’ Een waterdicht systeem krijg je nooit, dat is ook volgens statenlid Meerts een ‘illusie’: ‘Maar zég dat dan ook als overheid, zeg gewoon dat je niet alles kunt oplossen.’ Dat ligt dus niet altijd aan het ontbreken van bevoegdheden. Soms heb je als lokaal bestuur formeel bepaalde verantwoordelijkheden die je in de praktijk echter onmogelijk kunt nakomen. Dat noopt tot een andere verantwoordelijkheid, namelijk tot volkomen transparantie. Dat geldt bijvoorbeeld in de gemeente Oude-IJsselstreek voor de formele aanrijdtijden van de brandweer. Hans Alberse is burgemeester van deze Achterhoekse plattelandsgemeente die bestaat uit vijftien dorpen op een groot oppervlak. Hij geeft toe dat de brandweerzorg problemen geeft: ‘Volgens de landelijke
norm moet de brandweer binnen acht minuten ter plaatse zijn. Wij kúnnen niet in elk gebied op tijd zijn: in zo’n 75 procent van de gevallen lukt dat wel, maar in ruim 25 procent van de gevallen zijn we gewoon te laat, ’s nachts loopt dat percentage zelfs op tot zo’n 32 procent. De minister wilde de opkomsttijd nog verscherpen. Dat is voor onze gemeente geen realistische eis, daar kunnen we gewoon niet aan voldoen.’ Alberse woont zelf in een dorpje met duizend inwoners: ‘Daar is een kazerne gewoon niet haalbaar: ten eerste is het onbetaalbaar, maar je krijgt het ook niet bemenst.’ In de brandweernota is dit expliciet gemaakt, de gemeenteraad accepteert de norm, de inwoners liggen er niet wakker van: ‘Die zijn wel iets gewend, hebben ook geen winkel meer, bijvoorbeeld. Dat hoort erbij als je op het platteland woont. Je moet in bepaalde gebieden dus zéker een brandmelder en een brandblusser hebben, daar wijzen we mensen ook op.’ In een stad met een beroepsbrandweer is dit ondenkbaar, weet Alberse: ‘Dat merk ik wel aan reacties van collega-bestuurders. Maar hier is het geaccepteerd. Kijk, de rijksoverheid is er om over de kwaliteit te waken, maar hierin moet het rijk niet heel dringend willen zijn: laat de uitvoering lokaal.’ En als het een keer mis gaat en de gemeente aansprakelijk wordt gesteld? Alberse: ‘Dan kunnen we zeggen: dit wíst u ook, dat we niet overal binnen de norm ter plaatse kunnen zijn. Dat staat of valt met de communicatie aan de voorkant. Die moet volkomen transparant en helder zijn.’
nws Het initiatief van de maand Heeft u als PvdA-fractie in de gemeente of de provincie een leuk voorstel gerealiseerd waar iedereen eigenlijk jaloers op is? Meld het ons, zodat wij het kunnen doorgeven in onze rubriek Het initiatief van de maand. Op die manier kunnen wellicht ook andere PvdA’ers in het land er hun voordeel mee doen. Dus kom in actie en geef uw initiatief aan ons door! Wij zetten u graag in het zonnetje. Reacties naar:
[email protected]
Mijn PvdA Het Centrum voor Lokaal Bestuur stuurt geregeld uitnodigingen of vragen naar haar leden in het hele land. Graag willen wij u gericht benaderen zodat u niet wordt overstelpt met e-mail. Wij vragen daarom uw gegevens op mijnpvda zoals emailadres en portefeuille zelf bij te houden. Hoe log ik in op Mijn PvdA? > > > > >
Ga naar www.pvda.nl Klik links boven aan op ‘inloggen’ Vul je inlognaam en je wachtwoord in en klik op ‘login’ Klik in het linkerframe op ‘Mijn gegevens’ Klik op ‘Algemeen’. Nu ziet u uw gegevens staan zoals ze in de ledenadministratie zijn opgenomen. > U kunt op deze pagina zelf uw e-mailadres wijzigen en een foto opslaan. > Onderaan kunt u wijzigingen versturen naar de leden administratie. > Onder Mijn Gegevens bij ‘Portefeuille’ kunt u uw portefeuille aanvinken. Vergeet niet rechts onderin te klikken op ‘opslaan’.
Wilt u adverteren? U kunt tegen een aantrekkelijke korting gecombineerd adverteren in de bestuurdersbladen van PvdA, CDA en VVD. Uw advertentie komt dan onder ogen van 80% van alle gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, statenleden, gedeputeerden en de commissarissen van de koningin. Inlichtingen over tarieven en sluitingstijden zijn verkrijgbaar bij Bureau Recent, Joop Slor, postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. Tel. 020-3308998.
17
2de kmr
Inkomen van de agenda Deze maand zou de rechtspositie - waaronder het inkomen en wachtgeld - van politieke ambtsdragers aan de orde komen. Het onderwerp werd echter van de agenda gehaald. Eerst mag de Kamer de regering hierover nog een keer schriftelijk aan de tand voelen.
Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Financiële verhoudingswet Aan de orde kwam wel de wijziging van de Financiële verhoudingswet. Deze wet regelt de manier waarop de geldstromen van Rijk naar lagere overheden verlopen. Op zich is dat een technisch verhaal, ware het niet dat deze wet moet worden veranderd naar aanleiding van afspraken in het coalitieakkoord: taken en bevoegdheden van het Rijk moeten worden gedecentraliseerd en de zelfstandigheid van gemeenten en provincies moet worden bevorderd. Wat gaat er veranderen? Nu ontvangen gemeenten en provincies een groot deel van hun inkomsten via het gemeente- respectievelijk provinciefonds in de vorm van algemene fondsen. Daarnaast verstrekken ministeries aan gemeenten en provincies uitkeringen voor specifieke doelen. De desbetreffende minister is verantwoordelijk voor de omvang, de verdeling over de gemeenten of provincies van een dergelijke specifieke uitkering. In 2004
heeft de commissie-Brinkman advies uitgebracht over de daling van bestuurslasten. Naar aanleiding daarvan is besloten dat het Rijk bij de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen overheden zal gaan sturen op hoofdlijnen. Als onderdeel daarvan zal het aantal specifieke uitkeringen worden teruggebracht ten behoeve van meer uitkeringen uit algemene fondsen. Daarmee neemt de bemoeizucht van het Rijk met de lagere overheden af en krijgen gemeenten en provincies meer vrijheid om naar eigen inzicht financiële middelen in te zetten voor eigen prioriteiten. Daarnaast wordt de verantwoording en controle vereenvoudigd. Hiertegenover komt wel de mogelijkheid te staan dat de minister van BZK in geval er niet wordt voldaan aan de gestelde eisen van informatieverstrekking de bevoorschotting van (een deel van) de algemene uitkering kan worden opgeschort. Pierre Heijnen staat in hoofdlijnen positief ten aanzien van het terugbrengen van het aantal specifieke uitkeringen. Wel stelde hij in de schriftelijke vragenronde enkele vragen over onder andere de ‘decentralisatieuitkeringen’, de nieuwe uitkeringen ten behoeve van tijdelijk beleid. Verloskundigen Khadija Arib stelde onlangs kamervragen aan ministers Klink (VWS) en Vogelaar (WWI) over babysterfte en verloskundige zorg in achterstandswijken. De aanleiding voor de vragen was een tv-uitzending van Eén Vandaag van 16 februari. Daarin
werd onder andere aan de orde gesteld dat de verloskundige zorg in achterstandswijken te wensen overliet. Gesteld werd zelfs dat er veel baby’s sterven omdat de kennis over zwangerschap bij moeders in die wijken te beperkt is. Uit de antwoorden van minister Klink, die ook namens zijn collega Vogelaar antwoordde, blijkt dat hij een groot deel voor de verantwoordelijkheid over de in de tv-uitzending aangekaarte problemen op lokaal niveau neerlegt. De minister erkent dat de omstandigheden waaronder verloskundigen in achterstandswijken ‘beslist anders zijn dan op het platteland’. Voor sommige verloskundigen zou dit ‘juist een uitdaging zijn’. Op de vraag van Arib of het waar is dat er in Rotterdam en mogelijk ook in andere steden sprake is van ‘no go areas’ waar verloskundigen niet meer durven te komen, antwoordde de minister dat ‘als dit zo is, er dan sprake is van een stevig maatschappelijk probleem’. Maar hij zal dat niet oplossen want dit moet lokaal gebeuren. Wel is de Inspectie voor de Gezondheidszorg bezig met een onderzoek dat eventuele mistoestanden bloot moet leggen. De minister is ook niet van plan om maatregelen te nemen die er voor moeten zorgen dat baby’s in achterstandswijken een goede start kunnen maken. Ook in dit geval ziet de minister vooral een rol voor gemeenten en zorgverleners op lokaal niveau.
Zittingsduur en crisis lijke munt uitbrengt waarmee een biertje kan worden betaald: het Venlonaerke. Deze horecaondernemers hebben onderling de prijs van die munt vastgesteld en later ook nog eens in onderling overleg de prijs van de munt van 1,60 euro naar 1,80 euro verhoogd. Dit lijkt een fraai staaltje van kartelvorming. Pauline Smeets stelde hierover schriftelijke vragen aan minister Van der Hoeven van Economische Zaken. Dat dit in beide gevallen Limburgse politici betreft en dat de vragen vlak voor carnaval aan de orde waren, berust uiteraard louter op toeval. Uit de antwoorden van de minister blijkt dat zij er inderdaad vanuit gaat dat de Venlose munt duidt op ongeoorloofde prijsafspraken. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma) houdt de biermarkt nauwlettend in de gaten. Of dit daadwerkelijk betekent dat de Nma iets met de klacht doet is ‘gezien de beschikbare mensen en middelen’ van de Nma nog maar de vraag.
Iedereen kent waarschijnlijk wel een gemeente waar de verhoudingen zo verziekt zijn, dat er van behoorlijk bestuur geen sprake meer is. Nu zijn gemeenten daarin niet uniek. Op landelijk niveau kennen we die situaties als kabinetscrisis, waarna in de regel verkiezingen volgen.
JOS KUIJS is wetenschappelijk medewerker van het CLB. Heeft u een vraag die het lokale bestuur raakt of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 020-5512264
De huidige premier grossiert bijna in de aanvoering van zulke kabinetten. Het komt de stabiliteit van het land meestal niet ten goede en het kost ook nogal wat, maar met elkaar vinden we nu eenmaal bij de democratie horen dat we de kiezers in zo’n situatie om een uitspraak vragen. In de regel zorgt de uitspraak van de kiezers ook voor een oplossing. Eigenlijk is er geen goede reden te bedenken waarom dit systeem ook niet bij andere bestuurslagen toegepast zou kunnen worden. In gemeenten zou dan bijvoorbeeld voorgelegd kunnen worden of talloze afsplitsingen van partijen nu door de kiezer als kiezersbedrog wordt opgevat of niet. Nu mogen afsplitsers de termijn lekker uitzitten. Gemeenten zoals Delfzijl en Den Helder met een aanhoudende bestuurscrisis zouden de vorige periode ook geholpen zijn geweest met tussentijdse verkiezingen. Maar omdat tussentijdse lokale verkiezingen onmogelijk zijn, werd er voor die gemeenten een heel scala aan suboptimale activiteiten uit de hoge hoed getoverd. Het is niet verwonderlijk dat professor Fleurke in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken met een rapport komt waarin wordt voorgesteld tussentijdse verkiezingen wel mogelijk te maken. In het rapport dat de spannende titel ‘Organische bijstand’ draagt, zet Fleurke op een
lokale kwsts
rijtje wat de mogelijkheden zijn om langdurige bestuurscrises in gemeenten aan te pakken. Voor ingrijpen van andere overheden (rijk, provincie) is volgens Fleurke geen aanvullende wetgeving nodig. Met de bestaande regels kunnen provincies en rijk al voldoende, inclusief het onder curatele stellen van gemeenten door het rijk. Iets wat slechts vijf keer is toegepast. Alle keren in het noorden van het land. In alle gevallen gaat het om ingrijpen door andere overheden. Fleurke doet nu dus een voorstel waarmee gemeenteraden zelf ook zelfreinigend kunnen optreden. Het voorstel van Fleurke is overigens verre van nieuw. Staatssecretaris Kohnstamm deed zoiets tijdens het eerste kabinet-Kok ook al eens. We weten allemaal wat er met dat voorstel is gebeurd. Hetzelfde als met vrijwel alle voorstellen die veranderingen op lokaal niveau aanbrengen in de verhouding tussen bestuur/politiek en burgers. Kiezers mogen één keer per vier jaar hun stem uitbrengen. En ook al wordt er door raad en college nog zo’n puinhoop van gemaakt, de kiezer komt er niet meer aan te pas. De benoemde commissaris van de koningin krijgt dan ineens een zwaardere rol en allerlei rapporteurs verschijnen ten tonele. Goed voor de werkgelegenheid maar slecht voor de democratie. Naast angst voor de burger,
Biermunten In Venlo hebben circa 50 cafés in de binnenstad een stichting opgericht die een gemeenschappe-
nws
afgvrdgd
Moeders mogen niet dood gaan! Wat houdt de PvdA’ers in de Eerste en Tweede Kamer en in het Europees Parlement bezig? Zij komen hier beurtelings aan het woord. Dit keer Tweede Kamerlid Chantal Gill’ard
Foto Hans Kouwenhoven
18
speelt ook wantrouwen naar gemeenten een rol. Gemeenten zouden bij het minste of geringste maar verkiezingen uitschrijven, kreeg Kohnstamm destijds als reactie. Een argument dat aan kracht heeft ingeboet sinds ‘Den Haag’ een bijna Italiaans verkiezingsritme te pakken heeft. En van de regel dat gemeenteraden overal op hetzelfde tijdstip worden gekozen, wordt bij herindelingen al afgeweken. De daaropvolgende verkiezingen doen die gemeenten dan gewoon weer mee met de rest. Om bestuurscrises te voorkomen doet Fleurke ook nog de aanbeveling de zittingstermijn van benoemde en gekozen bestuurders te beperken tot twee perioden. Dit omdat volgens hem de onbeperkte zittingsduur ‘een belangrijke rol kan spelen’ bij crisissituaties. Nu zal dit vast wel het geval zijn, maar uit zojuist afgerond onderzoek van het CLB blijkt dat de gemiddelde zittingsduur van raadsleden en wethouders niet veel meer is dan vier jaar. Een zorgelijk gegeven dat onderbelicht is gebleven omdat er te veel is gekeken naar die kleine groep van ‘plakkers’. Gebrek aan ervaring is op dit moment juist een probleem.
‘Beste kijker op deze zondag, Wereldwijd sterven nog altijd onnodig veel vrouwen in het kraambed. In Nederland gebeurt dat gelukkig nauwelijks meer. Onder andere omdat wij goede medicijnen hebben. Maar deze medicijnen hebben één groot nadeel: ze kunnen niet tegen de hitte. Daarom zijn ze niet bruikbaar in warme landen waar jaarlijks alleen al om deze reden 125.000 vrouwen in het kraambed sterven. Daarom hier mijn idee: wetenschappers en farmaceutische bedrijven, maak deze medicijnen hittestabiel! Want een verloren moeder is ook een verloren gezin. We weten hoe we moedersterfte kunnen terugdringen, laten we dat dan ook met elkaar doen. Investeren in vrouwen, in veilig moederschap, met politieke wil, concrete actie en meer geld. Moeders mogen niet onnodig dood gaan. Dat is mijn idee.’ Deze oproep deed ik een jaar geleden in het programma ‘Buitenhof ’. In de Millenniumdoelen (MDG’s) is vastgelegd dat moedersterfte in 2015 met
driekwart moet zijn teruggebracht ten opzichte van 1990. De VN en de Wereldbank spreken van een verbijsterend gebrek aan vooruitgang op dit Millenniumdoel 5, het hart van de MDG’s. Jaarlijks overlijden meer dan een half miljoen vrouwen aan de gevolgen van hun zwangerschap. Dat is 1 vrouw per minuut. 99% woont in een ontwikkelingsland. Hoe hard ik ook roep in de Kamer (en geloof me, dat kan ik), oplossen kan ik dat natuurlijk niet alleen. Om dit Millenniumdoel onder de aandacht van Nederland te brengen heb ik de oproep in Buitenhof gedaan. De reacties daarop waren overweldigend. Vele organisaties hebben de ambitie ondersteund om moedersterfte terug te dringen. Dit is de aanzet geweest tot de oprichting een ‘MDG 5-groep’ in de Tweede Kamer. Twintig organisaties variërend van de verloskundigen tot de farmaceutische industrie hebben concrete doelstellingen en acties geformuleerd. Acht van de tien Kamerfracties ondersteunen deze samenwerking. Om de gemeenschappelijke inspanningen te onderstrepen heeft de MDG 5 groep een ‘Akkoord van Schokland’ met minister Bert Koenders en staatssecretaris Jet Bussemaker getekend. De hittestabiele medicijnen worden ontwikkeld bij Top Instituut Pharma. De oproep droeg ertoe bij dat bedrijven de zo nodige politiek-maatschappelijke steun kregen om deze stap te zetten. En
Koenders deed daarop 2 miljoen extra in het zakje van de onderzoekers. Ik geef u dit voorbeeld niet uit borstklopperij, maar om aan te geven hoe de moeilijkste problemen, met een hoog ‘ver-van-mijnbed’ gehalte, toch vaak via praktische samenwerking zijn aan te pakken. Niet alleen op nationaal, maar ook op lokaal niveau. Dan kom ik bij datgene wat gemeenten kunnen doen. Want onlangs is in mijn geboortestad Rotterdam en in achterstandwijken aan het licht gekomen dat er ook in Nederland problemen zijn met de zorg voor vrouwen tijdens de zwangerschap en geboorte. Verloskundigen kunnen hun werk niet meer doen vanwege veiligheidsaspecten en onhygiënische situaties thuis. Daarnaast sterven er in die wijken onnodig baby’tjes (MDG4). Herwaardering van verloskundigen is noodzakelijk, niet alleen internationaal maar ook in Nederland. Nederlandse verloskundigen zijn een voorbeeld voor de wereld maar door de lage lonen en hoge werkdruk is hier grote werkloosheid. Daar is er een groot tekort. Op lokaal niveau is CINI Holland (Child In Need Institute) met een groep verloskundigen naar de buitenwijken en krottenwijken van Calcutta afgereisd om hen de belangrijkheid en liefde voor het vak opnieuw te laten ervaren. Om kennis uit te wisselen over werken in erbarmelijke omstandigheden. Maar vooral om verloskundigen het besef te geven dat zij er toe
doen, het verschil kunnen uitmaken en wie weet kiezen enkelen ervoor om net als de toegewijde verloskundigen Barbara Kwast en Franca Cadee zich in te zetten voor vrouwen wereldwijd, dus hier en daar. Tijdens de Moedernacht op 10 mei in Amsterdam staat de rol van de verloskundige in het zuiden en noorden centraal met als doel de verbinding te versterken. Het zijn slechts enkele voorbeelden. Ongetwijfeld zitten er bij u nog talloze andere ideeën en initiatieven. Kofi Annan zei bij de presentatie van de Millenniumdoelen: ‘De steun en inzet van gemeenten en gemeenschappen is onmisbaar in het behalen van de MDG’s’. Hier ligt een duidelijke taak van de overheid om bewustwording te vergroten en concrete actie te ondernemen. Of het nou gaat om de regering, de Tweede Kamer, de provincie, de gemeenten of de waterschappen. Graag roep ik u op om allereerst Millenniumdoelen-gemeente te worden en deze ideeën ten volle te benutten. Ik wil u daarbij uiteraard graag behulpzaam zijn. Zo kunnen we samen ons steentje bijdragen, zodat de Millenniumdoelen niet langer alleen de meest ambitieuze politieke doelstellingen van de internationale gemeenschap blijven, maar tevens het best bereikte resultaat voor ontwikkelingslanden ooit. Moeders mogen niet onnodig dood gaan. Het is nu aan ons allemaal om dit waar te maken.
Op naar Burgers’ Zoo voor het 13e CLB-festival! Op zaterdag 5 april houdt het CLB het dertiende Festival voor de lokale en provinciale PvdA-politici in Burgers’ Zoo in Arnhem. Bij de vorige Lokaal Bestuur heeft u een uitnodiging aangetroffen. Opgeven kan nog steeds via de PvdA-reserveringslijn, 0900-9553, optie 4, reserveringscode 5561. Op het Festival zal de 10e Wibautlezing worden uitgesproken door Paul Kalma, Tweede-Kamerlid en oud-directeur van de Wiardi Beckman Stichting. Ook wordt bekend gemaakt wie het ‘Lokaalste Kamerlid’ van de PvdA is. Elders in dit nummer leest u hoe u hiervoor uw favoriete kandidaat kunt opgeven. En verder biedt ook dit Festival u als volksvertegenwoordiger of bestuurder weer veel interessants. Voor een korte uitwisseling van ideeën, voor het leggen van een eerste contact en voor het maken van afspraken zal een groot aantal smaak- en spraakmakende personen aanwezig zijn: o.a. staatssecretarissen Sharon Dijksma en Ahmed Aboutaleb, Kamerleden Jeroen Dijsselbloem, Agnes Wolbert, Staf Depla, Roos Vermeij en Pierre Heijnen, wethouders Marieke Moorman, Rinda den Besten en Albert de Vries, dijkgraaf Hans Oosters, gedeputeerden Annemarie Moons en Co Verdaas, en een aantal raadsleden met praktijkprojecten die het navolgen waard zijn. Wij zien u graag in de inspirerende omgeving van Burgers’ Zoo in Arnhem op 5 april!
Persoonlijk In de PvdA-Tweede Kamerfractie is Pierre Heijnen de contactpersoon voor burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Pierre Heijnen is te bereiken via Coby Knijnenburg, tel. 070-3182790. > Pim de Bruijne wordt de nieuwe gedeputeerde van de provincie Groningen. Hij volgt de vertrekkende Ineke Mulder op. De Bruijne maakte deel uit van de PvdA-statenfractie. Hij legt zijn functie als directeur van de Woningstichting Volksbelang neer. > Jan Kristen is benoemd tot waarnemend burgemeester van de Overijsselse gemeente Dinkelland. Kristen is oud-gedeputeerde van Overijssel. > In de Noord-Hollandse gemeente Abcoude is R. van Ark opgevolgd door T. de Roode als raadslid. > In Amstelveen is wethouder Yeter Tan teruggetreden. Zij wordt opgevolgd door Dolf Veenboer. > In het Amsterdamse stadsdeel Bos en Lommer is Babette Leeh geen raadslid meer. Jeroen van Berkel is nieuw in de raad. > In het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes zit Martine Jansen niet meer in de raad. Nieuw in de raad zijn Michel Boer en Rik Winsemius. > In de Utrechtse gemeente Baarn neemt René Timmer afscheid van
de raad vanwege zijn verhuizing naar de Limburgse gemeente Stein. C. Hilhorst wordt het nieuwe raadslid. > In de Noord-Hollandse gemeente Edam-Volendam is afscheid genomen van wethouder Dorus Luyckx. Er is een nieuw college gevormd van CDA en VVD, waarin geen plaats meer is voor de PvdA. > In het Zuid-Hollandse Gouda is het raadslid Roos Gerrits opgevolgd door Gerda Paans. > In de Friese gemeente Het Bildt is Pytsje Zoodsma opgevolgd door Hillie Blaak als raadslid. > In het Utrechtse IJsselstein is Najia Siamari opgevolgd als raadslid door Kees van der Tier. > In de Noord-Hollandse gemeente Niedorp is raadslid P. Hoogerbrugge wethouder geworden, als opvolger van de overleden wethouder Annamarie Busker. A. Verdonk is nieuw in de raad. > In de Utrechtse gemeente Nieuwegein is het raadslid Linda Nooitmeer opgevolgd door G. Eyck. > In het Noord-Hollandse Opmeer is Mabel de Groot opgevolgd door Niko de Groot als raadslid. > In het Gelderse Overbetuwe is Rinske van Heiningen opgevolgd als raadslid door Recep Kaya. > In de Noord-Brabantse gemeente Roosendaal is Thijs Jooren nieuw in de raad. Hij volgt hiermee Ton Kunst op. > Het Rotterdamse deelraadslid in de wijk Charlois Bouchra Ismaili gaat verder in de raad als eenmansfractie. In de PvdA-fractie is zij niet meer welkom sinds ze een haatmail verstuurde en een petitie
ondertekende van de moslimradicale Hizb ut-Tahrirbeweging. > In de Zuid-Hollandse gemeente Schoonhoven is het raadslid Hans Wiegant opgevolgd door Pieter van den Dool. > In het Zeeuwse Terneuzen is Kathy IJzermans de raad komen versterken. > In het Zeeuwse Tholen is Peter Zuurland nieuw in de raad. > In de Overijsselse gemeente Twenterand is Hidde Visser opgevolgd door W. Brand als raadslid. > In het Brabantse Uden is Hasan Polat opgevolgd als raadslid door Jacques Pijnappels. > In de Noord-Brabantse gemeente Veldhoven draagt wethouder Frans Hofmeester, na 25 jaar politiek waarvan de laatste 2 jaar als wethouder van Veldhoven, het stokje over aan Pieter Venema. > In het Brabantse Woensdrecht is Johan van den Bleek opgevolgd door Sjaak Mens als raadslid. > In de Zuid-Hollandse gemeente Zwijndrecht heeft Mario Kortman besloten om de fractie en de raad te verlaten. Coby van de Velde is beëdigd als raadslid.
Automatisch betalen Als u nog per acceptgiro betaalt, maar het CLB wilt machtigen middels een automatische incasso, stuur ons dan een e-mail (
[email protected]) of bel ons even: 020-5512260. Wij sturen u dan een machtigingsformulier toe.
19
Afrikadag en Evert Vermeer lezing 2008
CLB-bijeenkomsten
Op zaterdag 19 april vindt de Afrikadag 2008 plaats in Den Haag. Joaquim Chissano, voormalig president van Mozambique, zal op maandag 14 april in Amsterdam de Evert Vermeer lezing uitspreken. Tijdens het plenaire programma spreken zowel minster Koenders als Paul Collier, auteur van het boek ‘The Bottom Billion’. Foto Roel Burgler Afgelopen november ontving Joacquim Chissano de Ibrahim Prize for Achievement in African Leadership voor zijn bijdrage aan vrede en democratie in Afrika. Mo Ibrahim gaf op de Afrikadag 2007 aan dat hij een prijs zal uitreiken aan oud-staatshoofden om goed leiderschap in Afrika te stimuleren. Wij verwelkomen U graag op maandag 14 april om de Evert Vermeer lezing bij te wonen in de Duif te Amsterdam, vanaf 20.00 uur. Ook dit jaar organiseert de EVS weer dé dag over Afrika en ontwikkelingssamenwerking. Het keuzeprogramma bestaat uit ruim vijftig debatten, lezingen en workshops. U kunt in gesprek gaan met Jan Pronk over internationale solidariteit, een literaire workshop met Adriaan van Dis bijwonen of het debat tussen de verschillende woordvoeders van ontwikkelingssamenwerking aanschouwen. Onderwerpen als fragiele staten, verkiezingen in Angola en moderne kunst in Afrika komen aanbod. We zien u graag op zaterdag 19 april in Den Haag! Kijk voor het volledige programma van de Afrikadag op www.afrikadag.nl.
NETWERK JONGE POLITICI, NIJMEGEN Datum: 4 april 2008 Tijdstip: 12.00 uur Locatie: Nijmegen Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553
Hieronder treft u een overzicht aan van de bijeenkomsten die het CLB de komende maanden houdt. Meer info op onze website www.lokaalbestuur.nl
CLB-FESTIVAL, Arnhem Datum: 5 april 2008 Tijdstip: 14.00 uur Locatie: Burgers’ Zoo, Arnhem Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 NETWERKBIJEENKOMST REGELDRUK, DEN HAAG Datum: 7 april 2008 Tijdstip: 13.00-17.30 uur Locatie: Ministerie van EZ, Den Haag Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 16 APRIL 2008 WETHOUDERSNETWERKMIDDAG, DEN HAAG Datum: 16 april 2008 Tijdstip: 13.30 uur tot 18.00 uur Locatie: Binnenhof 2, Den Haag Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553
GEDEPUTEERDENOVERLEG, DEN HAAG Datum: 8 mei 2008 Tijdstip: 10.00 uur- 12.00 uur Locatie: Ministerie van Financien Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 BIJEENKOMST POLITIEK AANBESTEDEN Datum: 17 mei 2008 Tijdstip: 10.30 uur tot 14.00 uur Locatie: nog niet bekend Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 BURGEMEESTERSDAG, HAARLEM Datum: 23 mei 2008 Tijdstip: 14.00 tot 19.00 uur Locatie: Haarlem Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 STATENLEERGANG, TERUGKOMDAG, BAARN Datum: 31 mei 2008 Tijdstip: 10.00-16.30 uur Locatie: Baarn, conferentiecentrum Drakenburg Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553 GEDEPUTEERDENOVERLEG, UTRECHT Datum: 16 juni 2008 Tijdstip: 20.00 uur tot 22.00 uur Locatie: Provinciehuis Utrecht Email:
[email protected] Tel.: 0900-9553
Netwerken met de Eurodelegatie in Brussel
Foto Roel Burgler
Heeft u als wethouder of als raads- of statenlid nog nooit een kijkje genomen bij onze Eurodelegatie in Brussel? Dan is daar nu de gelegenheid voor. Het Centrum voor Lokaal Bestuur organiseert samen met de Europarlementariërs van de Partij van de Arbeid een excursie naar het Europees Parlement in Brussel. Wilt u mee, dan moet u zich wel vast aanmelden en onderstaande data noteren in uw agenda want u bent wel een hele dag op pad. Er zal een uitleg worden gegeven over de werking van het Europees Parlement door een Nederlandse voorlichter en de Europarlementariërs van de PvdA zullen dieper ingaan op de Europese politiek, wat zij voor u kunnen betekenen en wat u voor hen kunt betekenen.
Initiatief van de maand PvdA-Gouda bezoekt Schiedam Soms gaan fracties bij elkaar op bezoek om van elkaar te leren. Zo ging de Haagse PvdA onlangs naar Leeuwarden. Ofschoon Den Haag vijf keer zo groot is als Leeuwarden, kampen de naoorlogse wijken van beide steden met dezelfde problemen. Dus is het nuttig om te zien of je ook bij het aanpakken van die problemen wat van elkaar kunt opsteken. Met hetzelfde uitgangspunt bracht de PvdA Gouda half februari een bezoek aan enkele Schiedamse wijken. Er gingen ook twee vertegenwoordigers van Goudse woningcorporaties mee. Het was een gezellig en vooral ook leerzaam samenzijn, compleet met Goudse stroopwafel, zo bericht ons het Goudse PvdA-be-
stuurslid Wim Sonnemans. Herontwikkeling van stadswijken kan het beste beginnen met investeringen in de sociale infrastructuur. Pas daarna zijn - in samenspraak met wijkbewoners - verantwoorde plannen voor de fysieke inrichting van de wijk mogelijk, zo kregen de 12 bestuurs- en raadsleden van de PvdA Gouda mee van hun Schiedamse partijgenoten. De ontvangst vond plaats in het wijkcentrum Willem Dreesplein in Schiedam-Nieuwland, één van de prachtwijken van minister Vogelaar. Daar gaven wethouder Maarten Groene, raadslid Liesbeth Schoel en Jeffrey Davids van woningcorporatie Woonplus een boeiend inkijkje in de gevolgde
aanpak. De oorspronkelijk vrijwel geheel uit flatwoningen van 3 of 4 hoog bestaande wijk voorzag eind jaren ’50 uitstekend in de naoorlogse woningnood. Wie later toe was aan een ander soort woning, moest echter de wijk verlaten. Gaandeweg werden deze goedkope huurwoningen steeds meer bewoond door bevolkingsgroepen met maatschappelijke achterstanden op velerlei gebied. Een ingrijpende herstructurering bleek noodzakelijk om de toenemende verloedering tegen te gaan. Daarbij treden professionele en bewonersorganisaties samen op als een eenheid, die tot uiting komt in een herkenbaar gemeenschappelijk beeldmerk. Doordat nu een veelzijdiger
Foto: Nico van der Vliet
20
Thijs Berman ontvangt de raads- en statenleden op maandag 9 juni 2008. Dorette Corbey ontvangt de wethouders op woensdag 25 juni 2008. Als raads- of statenlid kunt u zich aanmelden voor 9 juni door een mail te sturen naar
[email protected] met vermelding van uw voor- en achternaam, woonadres en geboortedatum. Graag ook even vermelden in welke gemeente u raadslid bent. Aanmelden als wethouder kan voor 25 juni door een mail te sturen naar
[email protected] met vermelding van uw voor- en achternaam, woonadres en geboortedatum. Graag ook even vermelden in welke gemeente u wethouder bent. Er kunnen maximaal 40 personen per groep mee, dus geef u snel op.
aanbod met ook duurdere (koop)woningen beschikbaar komt, voorziet dit in de behoefte om te kunnen doorstromen binnen de eigen vertrouwde wijk. Hierdoor groeit ook de sociale samenhang. Tweede Kamerlid en waarnemend PvdA-fractievoorzitter Mariëtte Hamer gaf aan het van groot belang te achten dat de gemeentelijke PvdA-afdelingen zich ook buiten de 40 Vogelaarwijken met de woningcorporaties sterk maken voor tastbare verbeteringen in de leefbaarheid. Uitwisselingen zoals dit werkbezoek zijn daarbij volgens haar bijzonder nuttig. Afgesproken is al dat de Schiedamse PvdA met Mariëtte Hamer op haar beurt op bezoek komt in Gouda. Dan zullen ook de actieve wijkaanpak en het overleg tussen gemeente en wijkteams aan de orde komen. Verder onderstreepte de deelname van René Mascini (directeur Woonpartners Midden-Holland en in zijn jeugd Nieuwland-bewoner) en Harrie van Os namens Mozaïek Wonen aan het werkbezoek intussen de goede samenwerking met de Goudse woningcorporaties. Een waardevol gegeven, zeker gezien de onenigheid tussen minister Vogelaar en de gezamenlijke woningcorporaties over de aanpak en bekostiging van de verbetering van de 40 prachtwijken. Wie meer over het bezoek wil weten, kijkt op het weblog van Marriëtte Hamer (te vinden via www.pvda.nl) en op de websites van de PvdA Gouda en Schiedam.
Regeldruk Netwerkbijeenkomst op 7 april over regeldruk Op 7 april wordt in Den Haag een netwerkbijeenkomst gehouden over regeldruk. Invalshoek is het gemeentelijk bedrijfsleven. Alle PvdA-wet houders, gedeputeerden en burgemeesters zijn hier welkom. De bijeenkomst begint om 13.00 uur en duurt tot 16.30 uur, waarna nog een borrel wordt geschonken. Onderdelen van deze netwerk bijeenkomst zijn: openingswoord door staatssecretaris Frank Heemskerk; stand van zaken regiegroep regeldruk door Herman Grol (directielid regiegroep regeldruk), activiteiten in de Tweede Kamer op het gebied van regeldruk, door Pauline Smeets; stand van zaken interbestuurlijke taskforce vermindering regeldruk gemeenten door Jacques Wallage (voorzitter taskforce), inventarisatie van ‘good practices’; ‘good practice’ door Coby van der Laan (wethouder Heerenveen), rol van Actal door Hans Kamps (collegelid Actal), discussie en afsluiting door Frank Heemskerk. Locatie: Ministerie van Econo mische Zaken, Bezuidenhoutseweg 30, 2594 AV Den Haag U kunt zich tot maandag 31 maart per e-mail aanmelden bij Monique Josemans,
[email protected] met ver melding van uw naam, functie en gemeente/provincie.
deining over interview met middel Foto Joost van den Broek/HH
De ferme uitspraken van de Smallingerlandse PvdAburgemeester Bert Middel over het alcoholbeleid (zie het omslag artikel van de vorige Lokaal Bestuur) hebben in Friesland flinke deining veroorzaakt onder zijn CDA‑collega’s. Een regionale aanpak van drankmisbruik door jongeren, zo stelde Middel in Lokaal Bestuur, is onmogelijk doordat ‘met name een aantal door het CDA gedomineerde kleinere gemeenten er een dubbele moraal op na houdt. Met alle mogelijke middelen verzetten zij zich tegen coffeeshops en het gebruik van softdrugs, maar ze kijken de andere kant op als de jeugd zich elk weekend klem zuipt. Daar wordt niets aan gedaan.’ De Leeuwarder Courant publiceerde de uitspraken op 1 maart op de voorpagina onder de kop ‘CDA hindert bestrijding zuipen jeugd’ en vroeg verschillende burgemeesters in NoordoostFriesland om commentaar. CDA-burgemeester Bearn Bilker van Kollumerland toonde zich geërgerd door de uitlatingen van Middel. ‘Het is niet aan burgemeesters om elkaars beleid te
Jan de Roos Eindredacteur Lokaal Bestuur
kritiseren. Ik leg alleen verantwoording af tegenover de raad.’ Bilker zegt dat hij juist erg bezig is met de aanpak van de problemen. ‘Deze CDA-burgemeester is tot in Den Haag op ministerieel niveau met deze materie aan de gang.’ Arie Aalberts, de CDAburgemeester van Dantumadeel, voelt zich ‘totaal niet’ aangesproken door Middels woorden. ‘Wij hebben hier net twee belangrijke beleidsstukken aangenomen tegen alcoholmisbruik. Bovendien loopt er een diepgravend onderzoek naar het probleem. Dat is nog bijna nergens anders zo gedetailleerd gedaan.’ Volgens Aalberts bezigt Middel ‘partijretoriek’ in Lokaal Bestuur. Een regionale aanpak is volgens Aalberts wel degelijk mogelijk: ‘Laat Middel hier maar langskomen.’ Ook VVD-burgemeester Roel Cazemier van Dongeradeel toonde zich verbaasd over Middels uit-
LOKAAL BESTUUR
nws
Jaargang 32 nummer 3
Maart 2008
Maandblad van het Centrum voor Lokaal Bestuur van de PvdA
Trainingen voor fracties
Het dilemma van de maand Jongeren en alcohol Welke aanpak is de beste?
Campagne in de VS Wat de PvdA ervan kan leren
Internationale Vrouwendag Tips voor afdelingen
Op de bres voor de mantelzorg Zaanstad en Bussum
PIT-weekend voor jongeren Jan-Jaap over de boerka
spraken. ‘Dit zijn grote woorden die de plank volkomen misslaan,’ zegt hij. Wat betreft het beleid ten aanzien van zuipketen loopt Dongeradeel landelijk voorop, aldus Cazemier. ‘Die worden bij ons in 2010 legaal. Ik ben nieuwsgierig hoe ver Middel daarmee is.’ Tegenover de Leeuwarder Courant heeft Middel zijn uitlatingen over het gebrek aan daadkracht in Noordoost-Friesland inmiddels bijgesteld. Met name zijn collega Aalberts van Dantumadeel ‘is heel ferm in zijn aanpak.’ Ook andere gemeenten doen meer dan vijf jaar geleden, aldus Middel. ‘Er is een kentering gaande.’ Middel stuurde ook een brief aan zijn Friese collega’s, waarin hij spijt betuigt over het feit dat de suggestie is gewekt dat hij de andere burgemeesters de maat wil nemen. Ook stelt hij dat in Lokaal Bestuur een aantal zaken door elkaar is gehaald, zonder aan te geven welke dat zijn. Het interview was voor publicatie aan Middel voorgelegd en hij heeft de tekst goedgekeurd.
Raads- en Statenfracties beschikken over een arsenaal aan ervaringen, opvattingen en kennis. Met elkaar, en voorzien van alle kennis en vaardigheden, proberen ze zoveel mogelijk van hun PvdA-doelen te realiseren. Om er voor te zorgen dat dat ook in een goede sfeer kan gebeuren, zal gewerkt moeten worden aan het vormen van een team en zullen afspraken gemaakt moeten worden over het verdelen van alle taken die gedaan moeten worden. En dat doe je niet één keer in de vier jaar, dat vergt voortdurend onderhoud. Het CLB beschikt over een pool van ervaren trainers. Deze leveren trainingen op maat voor fracties, zoals teambuildtrainingen en het opstellen en evalueren van een fractiewerkplan. Voor deze trainingen heeft het CLB een subsidiepot beschikbaar, waaruit de voorbereidingstijd die een trainer nodig heeft voor het opstellen van een op maat gesneden programma betaald wordt. Naast het werken in een team aan fractiedoelen is het natuurlijk ook belangrijk dat de fractieleden beschikken over voldoende vaardigheden als debatteren, presenteren en omgaan met de media. Het CLB ondersteunt het organiseren van vaardigheidstrainingen in regionaal verband, zowel voor fractieleden als fractievoorzitters. Het CLB neemt, onder bepaalde voorwaarden, de totale kosten van de vaardigheidstrainer op zich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Margriet Visser,
[email protected] of Vera Bos,
[email protected]
21
Foto’s van links naar rechts: Bert Beelen Zutphens Persbureau/ Patrick van Gemert Martin Droog Willem Mieras
UIT HET DAGBOEK VAN EEN
raadsLID Onze vier dagboekschrijvers vertellen iedere maand waar ze in hun gemeente mee bezig zijn. Mathilde de Jong (Brummen), Mohammed Mohandis (Gouda), Helbertijn Luijt (Goes) en Stijn Verbruggen (Nijmegen) behoren allevier tot het netwerk van jonge PvdA-politici.
22
Foto Nationale Beeldbank
Stijn Verbruggen Nijmegen
Mathilde de Jong Brummen
Mohammed Mohandis Gouda
Helbertijn Luijt Goes
Woonvisie De oude Woonvisie van Nijmegen dateert uit 2001 en is weinig concreet. Een actuele en duidelijke Woonvisie is echter belangrijk bij het maken van afspraken met woningcorporaties. In oktober 2007 stuurde het Nijmeegse college een ‘startnotitie’ voor de nieuwe Woonvisie naar de gemeenteraad. Dat was een slap stuk. Samengevat: er komt alleen een nieuw kaftje om de Woonvisie uit 2001. Maar dat is natuurlijk onacceptabel. Bij de bespreking in de gemeenteraad van die startnotitie presenteerde ik namens de PvdA een pamflet met tien punten voor de nieuwe Woonvisie. Andere partijen hadden ook nog enkele wensen. De gemeenteraad besloot dat de wethouder een nieuwe startnotitie moest maken. Deze maand ontvingen we die nieuwe notitie. Acht van de tien punten uit het PvdA-pamflet zijn er in overgenomen. Bijvoorbeeld: afspraken over levensloopbestendig bouwen, versneld wegwerken van de wachtlijst voor rolstoelwoningen en een pleidooi voor mengvormen tussen koop en huur. Ook werd voorheen alleen op het niveau van de totale stad aangegeven welke woningen er gebouwd moeten worden. Op ons initiatief wordt dat nu uitgesplitst naar stadsdelen. Want alleen zo kun je segregatie tegengaan. En dat is een belangrijk speerpunt van de Nijmeegse PvdA. De twee punten die niet zijn overgenomen, stel ik bij de bespreking van de nieuwe startnotitie gewoon opnieuw aan de orde. En zo halen we hopelijk alsnog alle tien de punten binnen. www.stijnverbruggen.nl
Over de heg Dagelijks zie ik de verschillen tussen de uitvoeringstaken van het college (ambtenaren) en de kaderstellende taken van de raad. In mijn werk ben ik juridisch beleidsmedewerker in Barneveld en thuis ben ik raadslid. Soms gebruik ik de kennis die ik heb als ambtenaar in het raadswerk - dit is wel eens handig om de oppositie af te troeven - en bijna altijd gebruik ik de brede blik van het raadslid in mijn werk. En af en toe zijn ideeën van anderen zo goed dat ik ze mee neem naar de andere ‘dimensie’. Zo heeft de raad in Barneveld op initiatief van de VVD-fractie besloten dat de ambtenaren maar eens ‘over de heg’ moeten. In drie jaar tijd moeten alle ambtenaren een dag stage hebben gelopen bij een bedrijf of instelling waar diegene in zijn of haar werk mee te maken heeft. Reden hiervoor is dat het beeld bestaat dat ambtenaren niet goed weten wat er allemaal gebeurt in de keuken van een ander. Na de ergernis over dit vooroordeel opzij te hebben gezet, vond ik het een erg goed idee. Ook al weten we best wel wat er zoal gebeurt, nog eens wat beter kijken kan beslist geen kwaad, sterker nog, het is leerzamer dan gedacht en ook nog erg leuk! Regelmatig worden er door collega’s enthousiaste verhalen gepubliceerd in ons digitale weekblad. Hierdoor leren we niet alleen onze eigen instellingen en bedrijven beter kennen, maar krijgen we ook een breder beeld van de totale bedrijvigheid in de gemeente. Dit idee verdient navolging! www.mathildedejong.nl
Zeggen waar het op staat Partijgenoten, wat een toestand rondom een film die we nog niet hebben gezien. Een film die voor veel commotie gaat zorgen in het buitenland. Na het interview ‘Geen emancipatie zonder polarisatie’met onze partijleider in de Volkskrant te hebben gelezen, zeg ik: Hulde! Duidelijk benoemen, polariseren bevordert de emancipatie. Wat ik alleen niet begrijp is dat we tijdens de laatste gemeenteraadscampagne juist de verschillen benadrukten tussen bevolkingsgroepen en vonden dat allochtonen niet gediscrimineerd moesten worden. Nu de peilingen weer de andere kant op gaan, voel ik dat er gezocht wordt naar een nieuw en scherper standpunt over integratie. Misschien durven we nu wel te zeggen dat er veel mis gaat in de wijken waar veel allochtonen wonen. De oude bestuurlijke boodschap was altijd: we moeten samenleven en meer sociale samenhang creëren. Wel heb je de juiste mensen nodig, die problemen van dichtbij hebben meegemaakt, om ze ook op te kunnen lossen. Canvassen in de wijken waar de PVV en SP veel stemmen hebben behaald, met dertig rode jassen door de buurten trekken waar veel PVVen SP- aanhang zit en ons verhaal uitleggen. WIE DURFT? Partijgenoten, het zijn onze mensen in die wijken. Het wordt tijd ons verhaal op het gebied van integratie en emancipatie helder en scherper te formuleren. Of is er gewoon geen helder standpunt? Als we de komende twee jaar niet zichtbaarder worden, dan wordt het een grote klap bij de volgende verkiezingen. www.mohandis.nl
Oproep aan alle lezers Laatst werd tijdens een commissie in onze gemeente de eerste stap gezet voor het behalen van de titel millenniumgemeente. Er lag een notitie, waarbij het uitgangspunt was om zoveel mogelijk fairtradeproducten af te nemen als gemeente. Nu stond er tegelijkertijd met dit agendapunt in een andere kamer een lichtplan van een VVD-lobbygroepje op de agenda. Voorafgaande aan deze agendapunten kwam dit groepje nog even praten tijdens ‘met de raad om tafel’, waarbij opeens mijn tandarts op mij afkwam met de vraag wat ik van zijn plan vond. Mijn reactie was: ‘Ik heb mij er niet genoeg in verdiept, maar je hebt een eerlijk overhemd aan, want het is namelijk van McGregor.’ Mijn aanvulling in het debat over fairtradeproducten was namelijk dat er naast producten van de wereldwinkel bij het aanschaffen van (bedrijfs)kleding ook gedacht moet worden aan eerlijke handel. Kleding die onder goede omstandigheden geproduceerd wordt. Ik deed tevens een oproep aan de raad om bewuster te gaan winkelen, waarbij enkelen al opmerkten dat ze dat al deden, zonder dat ze het wisten. Nu doe ik hier hetzelfde! Koop ook eerlijke kleding! Kijk op www.fairwear.nl en kom erachter dat het helemaal niet zo lastig is.
ondrwg TIJD VOOR ELKAAR Iris Meerts Statenlid in Zuid-Holland en lid redactie Lokaal Bestuur Wat ik voor mezelf en mijn dierbaren altijd probeer te vermijden, moet ik de laatste tijd om zakelijke redenen toch doen: naar het ziekenhuis gaan. Ik ben namelijk een virtueel communicatieplatform aan het opzetten waarop specialisten, huisartsen, apothekers en thuiszorgmedewerkers elkaar vertellen hoe het staat met patiënten die veel zorg nodig hebben. Zo kunnen die patiënten beter en sneller worden geholpen. Vandaag ben ik op de poli hartfalen van een middelgroot ziekenhuis in de Bollenstreek. Ik raak aan de praat met één van de verpleegkundigen. Hij vertelt me over een onderzoek waarin aan patiënten, die geopereerd moesten worden, werd gevraagd hoe hun welbevinden was. Mensen die zichzelf op dit punt een laag cijfer gaven, bleken uiteindelijk korter te leven dan mensen die zich over het algemeen goed voelden. Hetzelfde geldt voor eenzame mensen. In het ziekenhuis zien ze dat eenzame mensen over het algemeen minder goed en minder snel herstellen dan mensen met een stevig sociaal netwerk. Tot zover de onderzoeken. Dan nu de praktijk. Zorgverzekeraars hebben onlangs de ligtijd van patiënten met hartfalen verkort naar maximaal 10 dagen. Liggen ze langer in het ziekenhuis, dan moet het ziekenhuis het zelf betalen. Dit levert problemen op voor mensen die thuis niemand hebben om voor hen te zorgen. Zij zijn volledig aangewezen op formele hulp, zoals thuiszorg – als die er al is. Als het misgaat zien we ze snel weer terug in het ziekenhuis. En dat is nu juist niet de bedoeling. De groep eenzame ouderen groeit. Waar vroeger de kerk, de buurt, kinderen en vrienden een stevig sociaal netwerk boden is dat nu steeds minder het geval. De kerk heeft voor veel mensen haar betekenis verloren, de kinderen moeten hun baan combi-
neren met de zorg voor hún kinderen en een druk sociaal leven, en vrienden en buren hebben vaak ook wel iets anders te doen. De tijd ontbreekt om altijd voor elkaar klaar te staan. Tegelijkertijd gaat de overheid ervan uit dat we juist meer voor elkaar gaan zorgen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) illustreert dit. Die moet ervoor zorgen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving, het liefst geholpen door vrienden, familie en bekenden. Maar zijn die er niet dan heeft men een probleem. Want in het kader van de WMO krijgen veel hulpbehoevende ouderen nu minder uitgebreide zorg dan ze voorheen hadden en ook minder vaak. Ze krijgen bijvoorbeeld wel hulp in de huishouding maar niet meer bij het wassen. Dit leidt onvermijdelijk tot een groter beroep op de formele zorg. En dat is nu juist niet de bedoeling. In de auto, op weg naar huis, constateer ik met verbazing hoe de overheid er – ongetwijfeld met de beste bedoelingen – zelf voor zorgt dat de kwetsbaren in de samenleving nog kwetsbaarder worden. Wat onze samenleving nodig heeft is meer ruimte om aandacht en tijd aan elkaar te besteden. Dat kost ongetwijfeld veel geld. Maar wat het oplevert is niet in geld uit te drukken.
23
achtrknt
Foto: Willem Mieras
Een kijkje in de raadzalen Elke maand zijn we te gast bij de raadsvergadering in de kleinste en in de grootste gemeente van een bepaalde provincie. Dit keer twee gemeenten in Zeeland: Noord-Beveland en Terneuzen. Foto: Willem Mieras
24