Bestemmingsplan Leens - Multifunctionele accommodatie e.o. Voorontwerp
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o.
Code 09-46-02.01 / 09-06-10
GEMEENTE DE MARNE 09-46-02.01 BESTEMMINGSPLAN LEENS – MULTIFUNCTIONELE ACCOMMODATIE E.O.
/ 09-06-10
TOELICHTING INHOUDSOPGAVE
blz
1.
INLEIDING
1
2.
HUIDIGE SITUATIE EN ONTWIKKELINGEN
2
2. 1. 2. 2. 3.
Huidige situatie en ruimtelijk-functionele karakteristiek Planologische situatie
BELEIDSKADER
3. 1. 3. 2. 3. 3.
Rijksbeleid Provinciaal beleid Gemeentelijk beleid
4.
RUIMTELIJK-FUNCTIONELE UITGANGSPUNTEN
4. 4. 4. 4.
1. 2. 3. 4.
5.
EFFECTEN OP DE OMGEVING EN RANDVOORWAARDEN
5. 5. 5. 5. 5. 5. 6.
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Landschappelijke inpassing Milieuaspecten Water Ecologie Cultuurhistorie en archeologie Externe veiligheid
TOELICHTING OP DE BESTEMMINGEN
6. 1. 6. 2. 7.
Programma van eisen Locatiekeuze Stedenbouwkundige randvoorwaarden Inrichting, ontwerp en beeldkwaliteit
Algemeen Toelichting op de bestemmingen
UITVOERBAARHEID
7. 1. 7. 2.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid
2 4 6 6 6 7 8 8 8 10 14 19 19 19 21 24 25 26 27 27 27 29 29 29
094602
1.
blz 1
INLEIDING
De gemeente De Marne ontwikkelt reeds sinds geruime tijd plannen om te komen tot de realisering van een zogenaamde multifunctionele accommodatie (hierna MFA) in de kern Leens. Een unieke accommodatie die plaats biedt aan de drie basisscholen van Leens, de peuterspeelzaal, de kinderopvang, ruimtes voor de jeugdtheaterschool en de muziekschool, alsmede een aantal overige sociaal-culturele voorzieningen. Ook wordt een nieuwe clubaccommodatie voor de FC LEO in de MFA ingepast. Na het bekijken van de verschillende planologische aspecten en een beoordeling van de uitvoerbaarheid en haalbaarheid van het project, is de keuze gevallen op een locatie aan de noordzijde van de Sportlaan, in het gebied waar nu de tijdelijke accommodatie van de basisschool Lydinge staat. Het vigerende bestemmingsplan Grote Kernen (2007) maakt de realisering van de MFA niet mogelijk. Gelet op de wenselijkheid om op afzienbare tijd met de bouw te kunnen beginnen, wordt voor de gewenste functies het voorliggende bestemmingsplan opgesteld. In dit bestemmingsplan wordt na deze inleiding achtereenvolgens beschreven: de huidige situatie en relevante ontwikkelingen (hoofdstuk 2); het beleidskader (hoofdstuk 3); uitgangspunten voor de ruimtelijk-functionele structuur: met het programma van eisen, de locatiekeuze en de voorgenomen inrichting (hoofdstuk 4); toetsing aan de omgevingsaspecten (hoofdstuk 5); een toelichting op de bestemmingen (hoofdstuk 6); een weergave van de uitvoerbaarheidsaspecten (hoofdstuk 7).
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 2
2.
094602
HUIDIGE SITUATIE EN ONTWIKKELINGEN
2. 1. Huidige situatie en ruimtelijk-functionele karakteristiek Het plangebied van dit bestemmingsplan heeft betrekking op het gebied ten noorden van de zogenoemde Sportlaan, de ontsluiting van het sportveldencomplex te Leens (zie ook figuur 1). Daar is thans de tijdelijke openbare basisschool Lydinge aanwezig, het clubgebouw en het trainingsveld van FC LEO, parkeergelegenheid voor de sportvelden, alsmede omliggend groen en bijbehorende verharding. Op enige afstand van deze functies ligt de bestaande woonbebouwing.
Figuur 1.
Huidige toegang en clubgebouw FC LEO
Aan de zuidzijde van de Sportlaan en daarmee van het plangebied liggen de twee bestaande voetbalvelden.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
Figuur 2.
blz 3
Planlocatie, westzijde
Het sportveldencomplex wordt ontsloten via de J.S. van Weerdenstraat en in het verlengde daarvan een tracé genaamd de Sportlaan (figuur 1). Aan de noordzijde van het clubgebouw is verder parkeergelegenheid voor de sportvelden aanwezig. Het overige deel aan de noordzijde is grasland (figuur 2). Onderstaande figuur 3 geeft de huidige situatie van het plangebied met zijn directe omgeving in ruimere context weer.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 4
094602
Figuur 3.
Plangebied met omgeving (vastgoedviewer gemeente De Marne) met indicatieve ligging plangebied
2. 2. Planologische situatie De kern Leens en daarmee ook het huidige sportveldencomplex is opgenomen in het bestemmingsplan “Grote Kernen”. Dit bestemmingsplan is door de gemeenteraad van de De Marne bij besluit van 3 februari 2007 vastgesteld, terwijl het goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Groningen bij besluit van 11 oktober 2007 verkreeg. In dit bestemmingsplan Grote Kernen is de thans voorgenomen locatie van de MFA nog onder de bestemming “Sport” gebracht. Deze bestemming uit het bestemmingsplan Grote Kernen is bedoeld voor een regeling van de aanwezige sportvelden met bijbehorende voorzieningen. Het club- en kleedgebouw is daarbij van een bouwblok voorzien. Voor de tijdelijke huisvesting van OBS Lydinge is enige jaren geleden een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening gevolgd. De tijdelijke bouwvergunning voor het gebouw loopt op 23 november 2010 af. Omdat dan een nieuwe MFA nog niet gereed is, voorziet het nieuwe bestemmingsplan vooralsnog ook in een regeling voor de huidige Lydinge 1). 1)
De situatie van OBS Lydinge kan vooralsnog opnieuw vergund worden op grond van dit nieuwe bestemmingsplan en de gegeven bestemming ‘Maatschappelijk’.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 5
Voor de realisering van de MFA met bijbehorende voorzieningen (ontsluiting, parkeren, bijbehorend terrein) is een wijziging van het huidige bestemmingsplan nodig. Zie voor een fragment uit het vigerende plan de navolgende figuur 4.
Figuur 4.
Fragment bestemmingsplan Grote kernen (2007)
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 6
3.
094602
BELEIDSKADER
3. 1. Rijksbeleid - Nota Ruimte De Nota Ruimte (2006) bevat de visie van het rijk op de ruimtelijke ontwikkeling tot 2015, met een doorkijk tot 2030. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak in Nederland. Meer specifiek richt het beleid zich op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland; bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland; borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden; borging van de veiligheid (tegen water en risicovolle activiteiten).
Twee begrippen staan centraal in de Nota Ruimte: Basiskwaliteit en nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Deze bestaat uit de belangrijkste gebieden in Nederland op het terrein van economie, infrastructuur en verstedelijking, water, natuur en landschap. De gemeente Marne maakt in hoofdzaak geen deel uit van de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Voor de gebieden die geen onderdeel vormen van deze hoofdstructuur is het beleid gericht op het waarborgen en zo mogelijk vergroten van de basiskwaliteit. De eerste verantwoordelijkheid voor deze basiskwaliteit ligt bij de provincie. De Nota Ruimte geeft op een aantal punten zelf invulling aan het begrip basiskwaliteit. Voor dit plangebied zijn er vanuit het rijksbeleid geen directe consequenties. 3. 2. Provinciaal beleid - Provinciaal Omgevingsplan Groningen Het provinciaal ruimtelijk beleid is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) dat opgesteld is voor de periode 2009-2013, met doorkijk naar 2020. Op de functiekaart van het POP is het dorp Leens als ‘stedelijk gebruik’ aangeduid. Behoud, herstel en ontwikkeling van de kwaliteit van woongebieden en andere functies staat voorop. Het gebied rond het dorp is als landbouwgebied aangegeven. Met betrekking tot het landschap vormt het streekeigen karakter van het gebied het vertrekpunt voor nieuwe ontwikkelingen en ingrepen. Dit betekent dat de natuurlijke en cultuurhistorische kenmerken die het karakter van het landschap bepalen, moeten worden gehandhaafd en waar mogelijk worden hersteld en verder worden ontwikkeld. Bij alle ingrepen dient nadrukkelijk aandacht te worden besteed aan de inpassing in het landschap en de bouwstijl. - Omgevingsverordening Groningen, 2009 Ter uitvoering van het beleid uit het POP hebben Provinciale Staten eveneens op 17 juni 2009 een provinciale Omgevingsverordening vastgesteld.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 7
Deze verordening bevat onder meer algemene regels omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en de daarbij behorende toelichting. Deze regels moeten bewerkstelligen dat provinciale ruimtelijke belangen doorwerken op het lokale niveau. Dat betekent dat gemeenten zich bij het opstellen van (nieuwe) bestemmingsplannen moeten houden aan de bij de provinciale verordening gestelde regels. Voor zover noodzakelijk moeten deze regels bovendien binnen een bepaalde termijn in geldende bestemmingsplannen worden verwerkt. De genoemde richtlijnen en voorwaarden zijn dus zowel inhoudelijk als methodisch. De provinciale verordening is een nieuw instrument, zoals opgenomen in de (nieuwe) Wro. In de Omgevingsverordening wordt met betrekking tot de inhoud van bestemmingsplannen onder meer aandacht gevraagd voor de wijze waarop met de ruimtelijke kwaliteit en aspecten van duurzaamheid wordt omgegaan. 3. 3. Gemeentelijk beleid Het huidige planologische beleid voor het plangebied is beschreven in hoofdstuk 2.2. Dit wordt met dit nieuwe bestemmingsplan herzien. Dit nieuwe bestemmingsplan geeft de basis voor de realisering van een MFA, zoals deze in het gemeentelijk beleid wordt voorzien. Het ruimtelijk beleid dat aan de nieuwe functie ten grondslag ligt, wordt in hoofdstuk 4 beschreven.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 8
4.
094602
RUIMTELIJK-FUNCTIONELE UITGANGSPUNTEN
4. 1. Programma van eisen In het licht van de toekomstige demografische situatie en de tendensen tot schaalvergroting enerzijds en de gewenste verbetering van basisvoorzieningen anderzijds, wordt al geruime tijd binnen de gemeente De Marne en de verschillende maatschappelijke organisaties nagedacht over bundeling van basisvoorzieningen. Deze gedachtegang heeft enige jaren geleid tot de wens voor een concentratie van een aantal basisvoorzieningen in een accommodatie voor meerdere functies, een zogenaamde multifunctionele accommodatie. Het gaat concreet om de volgende voorzieningen: de basisscholen De Regenboog, Lydinge en De Handpalm; peuterspeelzaal Bruintje Beer; kinderopvang Lids2b; jeugdtheaterschool; muziekschool; ruimte voor Dorpsbelangen Leens; gemeenschappelijke ruimtes; clubaccommodatie van de FC LEO; bijbehorende voorzieningen. Het programma van eisen voor deze functies is, met inachtname van de inbreng van de verschillende partijen, weergegeven in het Ruimtelijkfunctioneel Programma van Eisen MFA te Leens (ISCadviseurs, Zwolle, januari 2009). Daarin is uitgegaan van een benodigde bebouwde oppervlakte van (afgerond) ± 3000 m² en een onbebouwde oppervlakte van (afgerond) eveneens ± 3000 m² . Ten tijde van de planvorming (tweede helft 2009) is het programma geactualiseerd en iets gewijzigd, onder meer door de inpassing van het clubgebouw van de FC LEO. Het oorspronkelijke programma van eisen van circa 3000 m² is vermeerderd met de inpassing van het clubgebouw van de FC LEO met circa 400 m² en verminderd met een geringe afname in het oorspronkelijke programma van circa 200 m² . Per saldo resulteert het actuele programma van eisen in een benodigd bebouwd oppervlakte van circa 3280 m² . Naast ruimte voor maatschappelijke functies moet rekening worden gehouden met ruimte voor ontsluiting en parkeren. Er wordt uitgegaan van een parkeerbehoefte van een 50-tal parkeerplaatsen. 4. 2. Locatiekeuze Allereerst heeft een studie van Bureau Els Bet plaatsgehad naar diverse mogelijke locaties voor een nieuw MFA. Daaruit zijn vervolgens een drietal als geschikt aan te merken locaties overgebleven.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 9
De locatie van het MFA is vervolgens bepaald op basis van de studie Locatie van de MFA in Leens (Buro Enno Zuidema, stedebouw, Rotterdam, januari 2007). Daarin zijn de drie geselecteerde locaties met elkaar vergeleken: een locatie in het centrum (nabij het zwembad); een locatie aan de Beatrixstraat; een locatie op de sportvelden. De gemeenteraad heeft daaruit de locatie op het sportveldencomplex gekozen. Bij vaststelling van het Masterplan Leens-2007 werd de locatie nog globaal aangegeven. Toen moest nog bepaald moest worden of de MFA op het noordelijk, dan wel op het zuidelijk deel van de sportvelden een plaats zou moeten krijgen. In het Masterplan Leens Actualisering 2007 werd wat dat betreft het volgende overwogen: Ligging en afbakening: Met de ontwikkeling van Leens-Oost krijgt deze locatie een meer centrale ligging. Door bovendien een optimalisering van de ontsluiting te bewerkstelligen, wordt de MFA zo goed mogelijk bereikbaar gemaakt vanuit de verschillende delen van Leens. Met name de op te waarderen Sportlaan kan daarin een extra betekenis krijgen. Zo wordt voorzien in het doortrekken van de langzaamverkeersverbinding over het sportveldencomplex richting de nieuwe woonbuurt Leens-Oost. Aan de westzijde ligt deze in het verlengde van de J.S. van Weerdenstraat en wordt het ‘carré’ van verbindingen voltooid via de Notaris A.Agessingel, De Wierde en de hoofdontsluiting door Leens-Oost. Doel: Inzet is in een multifunctionele accommodatie een aantal basisvoorzieningen op het gebied van onderwijs, welzijn en maatschappelijke dienstverlening te combineren en bij elkaar te huisvesten. Daarmee worden de gebruiksmogelijkheden geoptimaliseerd, worden de financiële middelen efficiënt ingezet en worden de huisvestingsmogelijkheden doelmatig benut.
Figuur 5.
Fragment Masterplan Leens, 2007 met indicatie locatie MFA
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 10
094602
Volgend op het Masterplan is door het gemeentebestuur de keuze thans bepaald op de noordelijke variant. Daarbij is overwogen dat de twee aanwezige sportvelden gehandhaafd worden en dat het clubgebouw van de voetbalvereniging in de nieuwe MFA kan worden ingepast. 4. 3. Stedenbouwkundige randvoorwaarden 4.3.1. Randvoorwaarden vanuit de omgeving Op basis van het gewenste programma en de gekozen locatie zijn stedenbouwkundige randvoorwaarden opgesteld. Naast het ruimtelijk programma van eisen (zie hiervoor), zijn de volgende ‘harde’ randvoorwaarden voor de indeling gehanteerd: de verkeerskundige hoofdstructuur blijft gehandhaafd: de Sportlaan is een gegeven als secundaire ontsluiting. Deze verbindt het woongebied Leens-Oost voor langzaamverkeer met het terrein van de MFA. De verbinding kan in calamiteitssituaties dienst doen voor hulpdiensten; de sportvelden inclusief het oefenveld blijven in hun huidige omvang een gegeven; de bestaande panden van de openbare basisschool Lydinge en het clubgebouw worden gesloopt; (Daarbij wordt ervan uitgegaan dat de gebouwen de eerste tijd kunnen blijven bestaan: het clubgebouw ingeval er direct ten noorden ervan nieuw gebouwd kan worden. Voor OBS Lydinge is voorlopige handhaving van belang als na oktober 2010 de tijdelijke bouwvergunning afloopt). Daarnaast moet rekening worden gehouden met milieuplanologische richtafstanden met het oog op de omliggende woonbebouwing.
t gaat bij dit punt om twee met elkaar samenhangende toetsen: die in het kader van een goede ruimtelijke ordening en die vanuit het milieu. Voor een goede milieuplanologische inpassing geeft de brochure Bedrijven en milieuzonering (VNG,2009) richtlijnafstanden. Het gaat hier, zoals het woord al zegt, om richtafstanden die zijn ingegeven door een “goede ruimtelijke ordening”. De afstanden gelden tussen enerzijds de mogelijk overlast gevende functie en anderzijds de uiterste grens tot waar binnen verblijfsruimtes voor een milieugevoelige functie kunnen worden gebouwd. Voor functies die in een MFA worden ondergebracht (basisscholen, sociaalculturele voorzieningen) wordt een richtlijnafstand van 30 m ten opzichte van milieugevoelige functies (als wonen) aangehouden. Voor het clubgebouw van de FC LEO wordt een contour van 50 m aangehouden, althans voor een kantinefunctie. De afstanden gelden voor een bepaald omgevingstype: hier een rustige woonwijk. Het zijn in het algemeen richtafstanden en géén harde afstandseisen. Dat betekent dat zekere afwijkingen in de lokale situatie mogelijk zijn.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 11
In dit bestemmingsplan wordt in principe met de richtlijnafstanden rekening gehouden. Daar waar dat niet (volledig) haalbaar is met het oog op een goed ontwerp, volgt een gemotiveerde onderbouwing en worden milieumaatregelen voorzien. Het betreft hier zowel de bebouwing als het bijbehorende terrein. Zo moet bij het leggen van het bestemmingsvlak van de MFA rekening worden gehouden met schoolpleinen. Het parkeren wordt als normaal onderdeel van de openbare ruimte beschouwd. De gemeente zorgt ervoor dat het hele terrein van de MFA in het bestemmingsplan onder de bestemming “Maatschappelijk” wordt gebracht als maatgevend voor de milieuplanologische toetsing. Het parkeren wordt apart bestemd. Voor zover niet volledig aan de richtafstand kan worden voldaan, zullen maatregelen worden genomen: verschillende functies op maat bestemmen; uitwisselbaarheid van een qua milieubelasting zwaardere naar een lichtere functie voorkomen. Zie de toelichting op de bestemmingen in hoofdstuk 6; de milieuregelgeving (op grond van het Activiteitenbesluit) inzetten voor te treffen akoestische maatregelen, zoals maatregelen aan het gebouw (hoofdstuk 5); afschermende maatregelen (groenvoorzieningen) in het overdrachtsgebied treffen (hoofdstuk 4); zorgen voor een goede verkeersafwikkeling en parkeersituatie (hoofdstuk 4). 4.3.2. Stedenbouwkundige randvoorwaarden De wijze waarop stedenbouwkundige randvoorwaarden kunnen worden gesteld, wordt eerst ingekaderd door hetgeen vanuit de omgeving (ruimtelijk, milieutechnisch, verkeer) wordt bepaald. Dit is in de vorige paragraaf beschreven. Hierbinnen zijn (nadere) stedenbouwkundige randvoorwaarden gesteld. Deze zijn in figuur 6 (stedenbouwkundige hoofdopzet) weergegeven en vormen de onderlegger voor dit bestemmingsplan. Het gaat om de volgende. a.
de locatie De MFA dient gerealiseerd te worden op het westelijk deel van de locatie ten noorden van de Sportlaan. De aanleg van de Sportlaan als een doorgaande verbinding voor gemotoriseerd verkeer, wordt beleidsmatig afgewezen; er dient alleen rekening te worden houden met een fietsverbinding (tevens voor hulpdiensten in calamiteitssituaties, vandaar een breedte van 4,00 meter). Het is niet mogelijk deze fietsverbinding in een doorlopende zichtlijn over de Sportlaan vorm te geven: dit vanwege volledige inpassing van het trainingsveld.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 12
b.
094602
het bouwvlak Het bouwvlak dient terugliggend gesitueerd te zijn, dus op enige afstand vanaf de Sportlaan vanwege de bijzondere functie; wel moet rekening worden gehouden met een zekere flexibele invulling. Het bouwblok dient bovendien zodanig terugliggend gesitueerd te zijn, dat voldoende ruimte voor spelen (schoolpleinen e.d.) aan de zuid-, zuidwest- en zuidooostzijde mogelijk is. Er dient gebouwd te worden in een langssituering vanwege de ligging van het terrein. De omvang van het bouwvlak is mede bepaald op basis van de schets voor het bouwplan, zoals die is gemaakt door Grunstra Architectengroep te Bolsward 2). De grootte is daarnaast zodanig, dat ruimte wordt geboden voor een flexibele invulling (waarbij met name ruimte is aan de zuidzijde). In het kader van het parallel ontwikkelde bouwplan wordt uitgegaan van een realisering van enkele functies op de eerste verdieping. Daarbij wordt uitgegaan van de realisering van ruim 2500 m² op de begane grond en circa 700-750 m² op de verdieping. Het bouwblok dient zodanig te zijn, dat het clubgebouw van de FC LEO voorshands kan blijven staan. In de planologische regeling dient rekening te worden gehouden met de tijdelijke aanwezigheid van het gebouw voor OBS Lydinge.
Figuur 6.
2)
Stedenbouwkundige randvoorwaarden, MFA, noordzijde Sportlaan
Conceptionele situatietekening MFA Leens, mei 2010, Grunstra Architectengroep, Bolsward.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 13
De aldus gekozen ligging van het bouwblok betekent: De noordelijke bouwgrens ligt enige meters binnen 30 m contour. Het betreft hier evenwel de geluidsarme gevel, die bovendien ook slechts een beperkte oriëntatie naar het noorden toe kent. Het in twee bouwlagen te realiseren deel van de MFA blijft wel op een afstand van 30 meter vanaf de woonbebouwing. De noordzijde van het gebouw wordt niet gebruikt als speelterrein en krijgt een groene invulling. Op de terreingrens van het gebied voor Maatschappelijke doeleinden wordt voorzien in een brede groene afscherming. Deze maatregelen motiveren dat enigszins van de richtlijnafstand wordt afgeweken. Dat geldt alleen aan de noordzijde, aan de westzijde kan volledig aan de richtafstand worden voldaan. c.
d.
3)
de hoofdvorm/bouwmassa Duidelijke oriëntatie op Sportlaan; enige verspringingen in gevelbelijning, die samenhangen met onderscheiden functies, zijn acceptabel, als het overwegende beeld van bouwen in een rooilijn bepalend blijft. Mogelijkheden voor een eerste verdieping voor afgebakende functies (één school en het clubgebouw) tot ruimtelijk maximaal 25%. Gelet op de afstand ten opzichte van woonbebouwing aan de noordzijde deze hogere delen op het centrale en oostelijke deel van het gebouw realiseren (en in elk geval buiten de 30 m-contour houden). De hoogte baseren op twee bouwlagen 3, waarbij de maximale nokhoogte 11 meter bedraagt (vanaf peil), gelet op de filosofie achter het bouwplan. De goothoogte ligt echter lager. Bergingen in beginsel inpandig; na ontheffing eventueel op een niet in het oog springende plek daarbuiten. Er is sprake van één duidelijke hoofdentree, de entrees van de kinderopvang en de peuterspeelzaal worden als subentrees beschouwd. Stille en geluidarme gevels aan de noordzijde projecteren. verkeer, parkeren Functie/beloop Sportlaan: zie voorgaande paragraaf. Doortrekking van Sportlaan als fietspad (4 m breed; logisch aansluiten en waar mogelijk met groen begrenzen). Parkeerplaatsen aan de Sportlaan waarbij de inrichting van figuur 11zie hoofdstuk 4.4.4.) richtinggevend is. Duidelijke scheiding brengers/halers versus overige gebruikers van de parkeergelegenheid. In verband met uitstappende en overstekende kinderen verkeersbewegingen beperken. Parkeren inpassen met blokhagen.
Behalve de bouwlaag op de begane grond en een verdieping kent het gebouw daarnaast voor een deel een kelder.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 14
e.
094602
de terreininrichting Watergangen (te verbreden en/of te verdiepen) aan west-, noord- en oostzijde, zowel vanuit een ruimtelijk consequent ‘kader’, als vanuit een goede waterhuishouding). Zie hiervoor ook de figuur 6. Waterlopen goed bereikbaar houden via maaipad (minimaal 3,00 m breed). Houtwal/groen aan westzijde, mede als begrenzing van parkeergelegenheid. Wal met groen aan noordzijde, mede ter afscherming van woningen. Concentratie van speelterreinen met speelpleinen aan voorzijde van het gebouw (tussen MFA en Sportlaan), overigens groene inrichting.
4. 4. Inrichting, ontwerp en beeldkwaliteit 4.4.1. Landschappelijke inrichting Uitgangspunt is een goede landschappelijke inrichting van zowel het terrein van de MFA als het trainingsveld. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de aanwezige watergangen en ruimte voor maaipaden van waaraf het noodzakelijk onderhoud van watergangen kan plaatsvinden. Uitgangspunt is om rondom het plangebied een doorlopende groene afscheiding te maken. Deze kan in hoofdzaak uit een groene haagbeplanting bestaan. Geplaatst op een wal zorgt deze voor een duidelijke begrenzing van het terrein van de MFA, terwijl een sterke schaduwwerking wordt voorkomen. 4.4.2. Uitwerking bebouwing en beeldkwaliteit Daar waar in het vorige hoofdstuk de stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn genoemd, worden deze in het bestemmingsplan vertaald en vindt daarbinnen de uitwerking in een bouwplan plaats. Ter toelichting is het voorlopig ontwerp in de figuren 7 t/m 10 weergegeven; een uitwerking naar een definitief bouwplan is in voorbereiding. Inspiratiebron voor de hoofdvorm zijn de Groninger boerderijen geweest. Datzelfde geldt voor de Amsterdamse school, kenmerkend voor de architectuur van veel grotere villa’s in Leens. De uitgangspunten die bij het bouwplan worden gehanteerd 4 zijn: de asrichting van het gebouw ligt evenwijdig aan de weg (Sportlaan); het gebouw is aan de kant van de weg hoog en aan de noordkant (de zijde van de woningen) laag; het ontwerp is compact; in het bouwplan wordt ingezet op een menselijke maat en op kleinschaligheid; alle participanten zijn gesitueerd rond een centraal ‘hart’; de scholen hebben hun entree van de Sportlaan; hun identiteit blijft zo gewaarborgd;
4)
Grunstra Architectengroep BNA, Bolsward juni 2009.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 15
aan de zuidzijde wordt voorzien in een gezamenlijk speelterrein en een grote ontmoetingsruimte, die ook naar buiten toe in de vorm van een buitentheater wordt doorgezet. Ook aan de westzijde wordt pleinruimte voorzien; de functies binnen de MFA en de buitenruimtes hebben een directe relatie.
Ten aanzien van kleur- en materiaalgebruik wordt eveneens aangesloten bij de kenmerken van het gebied: de gevels worden opgetrokken in een Groninger rode baksteen; de gevels worden deels bekleed met pannen; de goten (als witte lijn) vormen een verbindend element; de kozijnen en de boeidelen krijgen overwegend de kleur wit; de hoofdentree krijgt een accent met een wit kader; Onderstaande figuren 7-11 geven een impressie van het schetsontwerp. Daarover is in mei 2010 een eerste overleg met Libau (welstandscommissie) plaatsgehad. In de verdere planvorming tot definitief ontwerp zullen de suggesties en opmerkingen van de commissie worden verwerkt. Daarbij volgt onder meer een verdere uitwerking voor de buitenruimte.
Figuur 7.
Schetsvisie MFA, vooraanzicht (Grunstra Architecten, mei 2010).
Figuur 8.
Schetsvisie MFA, achteraanzicht (Grunstra Architecten, mei 2010).
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 16
Figuur 9.
094602
Schetsvisie MFA, westgevel (Grunstra Architecten, mei 2010).
Figuur 10. Schetsvisie MFA, oostgevel (Grunstra Architecten, mei 2010).
4.4.3. Duurzaam bouwen en energie De provincie Groningen vraagt in het kader van bestemmingsplannen ook aandacht voor aspecten van duurzaamheid en energiebesparing. In dat verband kan allereerst worden gewezen op de binnendorpse ontwikkeling die met de voorgenomen locatie wordt voorgesteld en die tot een optimaal ruimtegebruik leidt. Verder is de MFA flexibel van opzet waarbij functiewijzigingen in de toekomst mogelijk zijn. Dit mede met het oog op een sociaal-economische duurzaamheid. In het ontwerp van de MFA is rekening gehouden met de oriëntatie op de zon. Verder wordt het dak van de MFA voorzien van een grasdak. Dat koelt ’s zomers en is warm in de winter. Een goede afwerking zal een gunstige invloed op het energieverbruik hebben. Het bouwproject wordt voorts gerealiseerd met inachtname van de geldende EPC-norm. Binnen het financiële projectkader wordt getracht een duurzaam en energiezuinig gebouw te realiseren. 4.4.4. Verkeer en parkeren Uitgangspunt is een zo goed mogelijke bereikbaarheid van de MFA en de daarin gehuisveste voorzieningen. Daarnaast is voldoende parkeergelegenheid noodzakelijk. Bij de locatiekeuze om de MFA op de sportvelden te realiseren, is afgewogen dat deze locatie vanuit de verschillende woonbuurten goed bereikbaar is.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 17
Vanuit de bestaande woonbuurten worden de voorzieningen bereikbaar via de J.S. van Weerdenstraat. Vanuit het woongebied Leens-Oost zorgt een nieuwe fiets-/wandelverbinding, die aansluit op de Sportlaan, voor een goede bereikbaarheid. Het aspect ’verkeer en parkeren’ is ten behoeve van de inrichting van het gebied nader onderzocht door de Grontmij 5). Daarbij zijn op grond van de benodigde voorzieningen de ontsluitingsmogelijkheden bezien en is een parkeerbalans opgesteld. Hoewel stedenbouwkundig/verkeerskundig voordelen zijn aan te merken aan een tweezijdige ontsluiting (voor autoverkeer), is - gelet op de doorsnijding van het sportveldencomplex - beleidsmatig ingezet op een ontsluitingsmodel gebaseerd op: een ontsluiting vanaf de westzijde voor gemotoriseerd verkeer (zoals thans aanwezig via de J.S. van Weerdenstraat). Vanaf deze weg ontstaat verbinding met de bestaande woonbuurten in het centrale en westelijke deel van Leens; een ontsluiting voor langzaam verkeer vanaf de oostzijde (voor fietsers en voetgangers). Daartoe zal het bestaande pad verlengd worden, om te kunnen aansluiten op het in ontwikkeling zijnde woongebied LeensOost. In calamiteitssituaties kan deze ontsluiting ook door hulpdiensten worden gebruikt. Met deze aansluitingen wordt recht gedaan aan het ontsluitingsprincipe dat in het Masterplan Leens reeds was onderscheiden: de op te waarderen Sportlaan kan enerzijds als langzaamverkeersverbinding worden doorgetrokken naar het woongebied Leens-Oost en anderzijds ligt deze aan de westzijde in het verlengde van de J.S. van Weerdenstraat. Daarmee wordt het ‘carré’ van verbindingen voltooid. Dit wordt dan gevormd door de Notaris A. Agessingel, De Wierde en vervolgens de hoofdontsluiting door het woongebied Leens-Oost. Met deze voorgenomen ontsluiting wordt de bereikbaarheid, gelet op de functies en de ligging van de woon- en sportgebieden, het meest optimaal en realistisch beoordeeld. Binnen deze principekeuze is een opzet voor verkeer en parkeren gemaakt. Deze is in onderstaande figuur weergegeven en vormt de basis voor de inrichting van de openbare verkeersruimte. Het bestemmingsplan geeft overigens binnen de grenzen van het gebied in de wijze van bestemmen wel de ruimte voor gewenste aanpassingen, die bij uitwerking gewenst kunnen zijn. Zie ook hoofdstuk 6. Er wordt ruimte geboden voor een 50-tal parkeerplaatsen waarvan enkele kiss-and-ride plaatsen voor de scholen. In het ontwerp (zie figuur 11) wordt vóór de MFA in een gemeenschappelijke ruimte voorzien waar kinderen gebracht kunnen worden en men vervolgens weer logisch terug kan rijden. Ingezet wordt op een veilige ruimte (volgens de gedachte ‘shared space’ oftewel een voor alle verkeersdeelnemers ‘gedeelde ruimte’). 5)
Verkeer en parkeren MFA Leens, Parkeerbalans en verwachte aantal verkeersbewegingen (juni 2009) en Ontwerp Parkeren en Ontsluiting MFA Leens (oktober 2009) Grontmij. Haren.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 18
094602
Deze ruimte wordt vorm gegeven en aantrekkelijk gemaakt met bomen en geeft toegang tot de drie entrees van de scholen. Ook is rekening gehouden met een bereikbaarheid voor bussen e.d. Op onderstaande figuur is de beoogde verkeersoplossing aangegeven, waarbij evenwel het gebouw en de indeling van functies nog indicatief zijn`.
Figuur 11. Ontsluiting en parkeren (Grontmij, Haren, oktober 2009; gecombineerd met situatie bouwplan, Grunstra Architecten)
4.4.5. Water en waterberging Bij het maken van een inrichting dient verder rekening te worden gehouden met de eis van voldoende waterberging. Hierop wordt in het volgende hoofdstuk ingegaan.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
5.
blz 19
EFFECTEN OP DE OMGEVING EN RANDVOORWAARDEN
5. 1. Landschappelijke inpassing In het vorige hoofdstuk is aangegeven op welke wijze door middel van landschapsmaatregelen een zo goed mogelijke inpassing wordt bereikt. Zo wordt aan de verschillende zijden van het plangebied een groene afscheiding door middel van beplanting voorzien. Hoofdstuk 4 bevat de toelichting op deze aspecten. 5. 2. Milieuaspecten 5.2.1. Milieuzonering - richtlijnen Een goede afstemming tussen het ruimtelijk beleid (i.c. dit bestemmingsplan) en beleidsinstrumenten op basis van andere wetgeving (als de Wet Milieubeheer) is van groot belang. Voor een goede milieuplanologische inpassing geeft de brochure Bedrijven en milieuzonering (VNG,2009) richtlijnen. Voor functies die in een MFA worden ondergebracht (basisscholen, sociaal-culturele voorzieningen) wordt een richtafstand van 30 m ten opzichte van milieugevoelige functies (als wonen) aangehouden. Voor een sportkantine wordt vanwege de vergelijkbare uitstraling met een horecafunctie, uitgegaan van een richtafstand van 50 m. Voor sportvelden geldt een principemaat van 30 m en ingeval van de aanwezigheid van verlichting van 50 m. - situatie MFA Primair is de gemeente van oordeel dat voorzieningen als een basisschool, peuterspeelzaal en kinderopvang zo centraal mogelijk in een dorp horen te zijn gehuisvest, een uitgangspunt dat ook bij de locatiekeuze een overweging is geweest. Aan de richtlijnafstanden kan bij de gekozen locatie van de MFA niet volledig worden voldaan. De VNG geeft overigens in de brochure Bedrijven en Milieuzonering ook zelf aan, dat het hier om richtafstanden gaat, waarvan in voorkomend geval gemotiveerd mag worden afgeweken. Dat is hier het geval, waarbij het volgende kan worden opgemerkt: in de wijze van bestemmen wordt rekening gehouden met het verschil in milieucategorie. Het clubgebouw/kantine valt onder milieucategorie 3, de overige voorzieningen onder milieucategorie 2. Eerstgenoemde functie is op maat inbestemd; daarmee wordt de ‘zwaardere’ milieufunctie vastgelegd. Overigens gaat het met het clubgebouw om een bestaande functie, die ook al in het bestemmingsplan Grote Kernen2007 is opgenomen. Bovendien wordt deze in de MFA ondergebracht; in de brochure Bedrijven en Milieuzonering is het aspect ‘geluid’ het meest bepalende criterium. Mede daarom is op dit aspect nader onderzoek verricht.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 20
094602
Zo’n onderzoek is ook nodig op grond van de milieuwetgeving, in het bijzonder in het kader van het Activiteitenbesluit. Dit besluit kent geen afstandseisen, maar wel geluidsvoorschriften waaraan de nieuwe voorziening moet voldoen. Ten behoeve daarvan vindt akoestisch onderzoek plaats. In het kader daarvan wordt het treffen van ruimtelijke/bouwkundige maatregelen en eventuele maatregelen in het overdrachtsgebied meegenomen om na te gaan hoe tot een akoestisch aanvaardbare situatie kan worden gekomen. Maatregelen zullen dus primair aan het gebouw zelf moeten worden getroffen. Daarnaast worden als ondersteunende maatregelen in het bestemmingsplan voorzien: visuele afscherming maatregelen door middel van een groene afscherming van het terrein; noordzijde van het schoolterrein als “Groen” bestemmen; geleding in de hoogteregeling, zodanig dat de hogere bouwonderdelen het meest op afstand van de woonbebouwing komen te liggen; zorgen voor een goede verkeersafwikkeling en parkeersituatie. Met de hiervoor beschreven combinatie van ruimtelijke en milieumaatregelen wordt ingezet op een aanvaardbare milieuplanologische situatie voor de MFA. - situatie trainingsveld Op het trainingsveld is in de bestaande situatie sprake van lichtmasten. In het huidige bestemmingsplan Grote kernen-2007 is reeds rekening gehouden met deze voorziening. De regeling in dit nieuwe bestemmingsplan is daarop afgestemd. 5.2.2. Bodem Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zal bij de bodemkwaliteit moeten worden stilgestaan Voorkomen moet worden dat eventuele bodemverontreiniging een gevaar voor de volksgezondheid oplevert. Met een MFA gaat het om een functie die gerealiseerd wordt op een locatie die thans deels bebouwd is (OBS Lydinge, clubgebouw), deels onbebouwd is (groen). Uit het gemeentelijk Historisch Bodembestand blijkt, dat ten behoeve van de vestiging van obs Lydinge in 2005 bodemonderzoek heeft plaatsgehad. Uit dat onderzoek is gebleken dat er uit oogpunt van milieu en volksgezondheid geen belemmeringen voor de beoogde functie waren. Het overige deel van het terrein is volgens de gemeentelijke bodemkwaliteitskaart is ingedeeld als ‘achtergrondwaarde’. Dit wil zeggen dat er op grond van historische informatie sprake is van een kwalificatie ‘schone grond’. Gelet hierop worden geen overwegende problemen verwacht; een bodemonderzoek in het kader van de bouwvergunning zal dit te zijner tijd nog moeten bevestigen.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 21
5.2.3. Geluidhinder Ten aanzien van het aspect ‘geluidhinder’ is de Wet geluidhinder (Wgh) bepalend. Op grond van de wet zijn verschillende vormen van geluidhinder te onderscheiden die directe raakvlakken hebben met de ruimtelijke ordening. Met de realisering van een MFA is in termen van de Wet geluidhinder sprake van realisering van geluidgevoelige functies: scholen, peuterspeelzaal en kinderopvang. De MFA ligt in een gebied met woonstraten die horen tot een 30km gebied; er is dus geen sprake van wegen met formele geluidzone. Omgekeerd kan van een MFA geluidbelasting voor de omgeving ontstaan. Daar waar een functie op zichzelf milieuplanologisch inpasbaar is (paragraaf 5.1.1.) kunnen er op grond van de Wet Milieubeheer zo nodig nadere voorwaarden worden gesteld ter beperking van geluidhinder. Een MFA valt milieutechnisch gezien onder het Activiteitenbesluit. Zoals hiervoor aangegeven, wordt in het kader van dit besluit een akoestisch onderzoek verricht. 5.2.4. Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging; anderzijds heeft de wet tot doel binnen zekere randvoorwaarden mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkelingen. Op grond van de wetgeving gelden grenswaarden ten aanzien van zwaveldioxide, stikstofdioxide, zwevende deeltjes, lood, koolmonoxide en benzeen. Deze geven het kwaliteitsniveau van de buitenlucht aan dat op een bepaald tijdstip bereikt moet zijn. De Wet Luchtkwaliteit verplicht bij het maken van ruimtelijke plannen de gevolgen voor de luchtkwaliteit mee te wegen. Luchtkwaliteitseisen vormen onder de Wet luchtkwaliteit geen belemmering voor ruimtelijke ontwikkeling als een project “niet in betekenende mate” bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Het project ‘MFA’ mag als een project worden gerekend, dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtverontreiniging. Daarbij wordt er ook op gewezen, dat het gaat om een bundeling van reeds in de kern Leens aanwezige functies. Op het gebied van de luchtkwaliteit zijn er geen belemmeringen voor de uitvoering van het plan. 5. 3. Water Bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen dient rekening te worden gehouden met de belangen van het water. De watertoets is hiertoe het juiste instrument. De gemeente De Marne en daarmee ook dit plangebied valt in het werkgebied van Waterschap Noorderzijlvest. 5.3.1. Algemeen: de watertoets De watertoets vormt een onderdeel van de startovereenkomst Waterbeleid in de 21e eeuw, een gezamenlijk stuk van de VNG, de provincies, het Rijk en de Unie van Waterschappen.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 22
094602
In het kader daarvan dient bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met de belangen van het water. Zo moet er voldoende ruimte zijn voor waterberging. Daarnaast zijn de kwaliteitsaspecten van belang. 5.3.2. Beleid Uit de nota Anders omgaan met water; waterbeheer in de 21e eeuw (2000) blijkt dat water steeds belangrijker wordt. Water moet in principe ordenend zijn bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Ook in het provinciaal beleid neemt ‘water’ een belangrijke plaats in. De Wet op de waterhuishouding bepaalt dat de provincie een waterhuishoudingsplan vast dient te stellen met daarin de hoofdlijnen van het waterhuishoudkundig beleid. De provincie Groningen heeft dat verwerkt in een omgevingsplan. In het Provinciaal Omgevingsplan Groningen 2009-2013 is, overeenkomstig de eerdere omgevingsplannen het Provinciaal Waterhuishoudingsplan opgenomen. Het POP-Groningen bevat een functietoekenning aan het grond- en oppervlaktewater. Voor de verschillende toegekende functies zijn in het POP kwaliteitsnormen vastgesteld. Waterschappen hebben een belangrijke taak met betrekking tot het waterbeheer. In de waterbeheersplannen dienen zij functies aan het water te geven. Daarbij dienen zij tevens voor afstemming te zorgen met het ruimtelijk beleid. Het waterschap Noorderzijlvest heeft de Notitie Stedelijk waterbeheer 6) uitgebracht, met daarin specifiek aandacht voor wat er in stedelijke situaties vanuit het waterbeleid belangrijk is. Ook wordt aangegeven op welke wijze het onderdeel water meegenomen kan worden in ruimtelijke planvorming. De functie van het water wordt in een waterkansenkaart opgenomen. In de toekomstige waterhuishoudkundige situatie is er de noodzaak om de mogelijkheden voor waterberging in de waterhuishoudkundige systemen vergroten. Algemene principes van het waterbeleid verlopen via een tweetal tritsen: waterkwantiteit: vasthouden-bergen-afvoeren; waterkwaliteit: schoonhouden-scheiden-zuiveren. Algemeen is bij toename van het verhard oppervlak compensatie nodig in de vorm van waterberging. Als vuistregel geldt dat het extra te realiseren wateroppervlak gelijk is aan 10% van de toename van het verhard oppervlak. Bij het creëren van de benodigde berging onderscheidt het waterschap een driedeling die achtereenvolgens moet worden doorlopen: 1. de waterberging wordt binnen hetzelfde plangebied gerealiseerd; 2. de waterberging wordt binnen hetzelfde peilgebied gerealiseerd; 3. de waterberging wordt in een aanliggend, benedenstrooms peilgebied gerealiseerd.
6)
Notitie Stedelijk Water, Een leidraad voor water in dorp en stad, Waterschap Noorderzijlvest, november 2006.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 23
Naast eigen beleid, heeft het waterschap in samenwerking met de gemeente De Marne in 2007 een waterplan opgesteld: Van Reitdiep tot Wad. Voor bebouwd gebied, als dit plangebied, geeft het waterplan aan dat de nadruk ligt op het steeds meer vasthouden en schoonhouden van regenwater. Daarnaast is de kwaliteit van de leefomgeving een belangrijke factor. Bij maatregelen voor ruimtelijke herinrichting wijst het waterplan op de noodzaak/wenselijkheid voor de aanleg van gescheiden rioolstelsels, het oppervlakkig afstromen van regenwater en het gevolg geven aan de afspraken die in het convenant “duurzaam bouwen” zijn gemaakt. Waar ‘water’ tevens een ruimtelijke betekenis heeft, stelt het waterplan als doel om het bijzondere karakter te bewaren en te versterken. 5.3.3. Uitgangspunten plangebied De volgende uitgangspunten zijn van belang: kwantitatief: Aan de normstelling voor de benodigde waterberging kan worden voldaan. Onderstaande berekening geeft dat aan. Bestaande bebouwing en verharding (OBS Lydinge, clubgebouw, parkeerterrein en overige verhardingen) Oppervlakte (afgerond): 4000 m² Nieuwe bebouwing en verharding: (MFA, parkeren, ontsluitingen, speelpleinen, fietspad) Oppervlakte (afgerond):
8525 m²
Resultaat/toename: Benodigde waterberging (10%):
453 m²
Versterking waterlopen randzones: Versterking waterpartij zuidzijde sportcomplex:
4525 m²
200-500m² nader te bepalen
De voornoemde oppervlaktes kunnen bij de definitieve bouwplanontwikkeling nog nader verfijnd worden, maar geven wel een goed beeld van de benodigde waterberging. In beginsel dient de waterberging te worden opgenomen binnen het bestemmingsplangebied, waar de nieuwe inrichting wordt geregeld. Binnen dit plangebied is met name voorzien in de aanleg/versterking van de randsloten. In overleg met het waterschap is voorts gebleken dat in de directe omgeving (aan de zuidzijde van het sportveldencomplex) ruimte ligt voor uitbreiding van de daar reeds aanwezige waterstructuur. Mocht de ruimte binnen het bouwblok maximaal benut worden, dan kan zonodig hiervan nog gebruik gemaakt worden. Met beide maatregelen zal ruimschoots aan de noodzakelijke waterberging kunnen worden voldaan.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 24
094602
Daarnaast wordt met een passend bouwplan maatregelen getroffen ter beperking van versnelde waterafvoer. Zo is op de grotere dakvlakken van de MFA de realisering van grasdaken in onderzoek. kwalitatief: Ten aanzien van het aspect van waterkwaliteit kan opgemerkt worden dat onderzoek plaatsvindt naar de wijze waarop op het bestaande stelsel kan worden aangesloten. Daarbij wordt aangesloten op het rioleringsstelsel aan de westzijde (J.S. van Weerdenstraat). Een mogelijke capaciteitsvergroting wordt onderzocht. Het nieuwe plangebied zal een gescheiden stelsel kennen. Zo nodig worden aanvullende voorwaarden gesteld aan de toepassing van de te gebruiken materialen om negatieve invloed op de waterhuishouding te voorkomen. 5. 4.
Ecologie
Het plangebied van deze ruimtelijke onderbouwing, als ook zijn omgeving, kent vanuit gebiedsbescherming geen bijzondere waarden. Het ligt niet in of nabij de Ecologische hoofdstructuur of een anderszins beschermd natuurgebied. Wat betreft de soortbescherming is met de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet (april 2002) voorzien in een bescherming van een groot aantal inheemse planten en dierensoorten. De wet wil schadelijke handelingen voor deze soorten voorkomen door middel van de volgende maatregelen: verbod op handelingen die de instandhouding van de in het wild levende planten en dieren in gevaar kan brengen; kleine objecten of terreinen waarvan één of meerdere soorten van belang kunnen zijn, kunnen door de provincie worden aangewezen als beschermde leefomgeving; bescherming van soorten die voorkomen op de “Rode Lijst”. Vanuit het huidige gebruik zijn er geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van beschermde soorten. Het gebied, dat gereserveerd is voor de MFA is thans bebouwd met een school en een clubgebouw en overigens grasveld. Ecologisch onderzoek heeft inmiddels plaatsgevonden 7). Omdat het plangebied niet is gelegen in of nabij de Ecologische hoofdstructuur, natuurmonumenten of Natura 2000-gebieden, heeft de ecologische beoordeling zich gericht op: de aanwezigheid van beschermde dier- en plantensoorten in het plangebied zelf; de te verwachten verstorende effecten als gevolg van de verandering naar de directe omgeving (mogelijke verstoring van de fauna). Het ecologisch onderzoek komt tot de volgende conclusies. Het plangebied zelf kent geen bijzondere ecologische waarden.
7)
Quick Scan Flora- en faunawet, inclusief verkennend onderzoek vleermuizen, sportpark Leens, Mr. J.S. van Weerdenstraat Leens, Project- en Adviesbureau Van den Brink, rapport: 2010.gdm.01qs-C, Houwerzijl, 2010.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
blz 25
Gezien het huidige gebruik, het beheer en de grondwaterstanden bestaat er evenmin aanleiding dat het gebied zich tot een gebied met bijzondere ecologische waarden kan ontwikkelen. Om verstoring voor broedvogels te voorkomen, beveelt het onderzoek aan om kappen van bomen en struiken en sloop- en bouwwerkzaamheden niet vóór het broedseizoen te starten. Meer specifiek gaat het onderzoek in op de eventuele aanwezigheid van vleermuizen, waarvan in de bestaande gebouwen geen aantoonbare vaste verblijfplaats is gebleken. Delen van het plangebied kunnen gebruikt worden door langsvliegende of foeragerende vleermuizen; de nieuwbouw tast het groen rond het plangebied evenwel niet aan. Resumerend komt het ecologisch onderzoek tot de conclusie, dat er op basis van de uitgevoerde quick scan geen vaste voortplantings- of vaste rustof verbijfplaatsen van (beschermde) soorten in het plangebied zijn waargenomen. Voor de beoogde wijziging van het bestemmingsplan worden dan ook geen belemmeringen geconstateerd vanwege het voorkomen van beschermde plant en diersoorten in het plangebied zelf. Voor zover er beschermde soorten kunnen voorkomen, geldt voor de beoogde ruimtelijke ontwikkeling een vrijstelling op basis van de Flora- en faunawet 8). 5. 5. Cultuurhistorie en archeologie Vanuit oogpunt van cultuurhistorie zijn er geen bijzondere waarden in het geding. Het plangebied ligt buiten de oorspronkelijke dorpskern en de daarin aanwezige cultuurhistorische waarden. Een aspect van cultuurhistorie dat minder zichtbaar is, is de mogelijke aanwezigheid van archeologische waarden. De archeologische waarden zijn in beeld gebracht op de AMK (Archeologische monumentenkaart in de provincie Groningen, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek, 2001). Binnen het plangebied komen blijkens de Archeologische Monumentenkaart (A.M.K.) geen archeologische monumenten of anderszins terreinen met een (hoge) archeologische waarde voor. Voor Noord-Groningen is verder een Regionale Archeologienota opgesteld met daarin opgenomen de Regionale Advieskaart Noord-Groningen (2008). In dit regionale archeologiebeleid loopt door het plangebied de begrenzing tussen een gebied met een lage en hoge verwachtingswaarde (respectievelijk groen en oranje aangeduid). Zie ook figuur 12. Bij Libau Steunpunt Groningen is nader advies gevraagd over de exactheid van deze aanduiding en eventuele consequenties voor het plangebied 9). Libau constateert in een brief van 17-05-10 aan de gemeente dat de aanduiding ‘hoge verwachtingswaarde’ (zie figuur 12) aangeeft, dat er kans is op archeologische resten.
8) 9)
Het ecologisch onderzoek doelt daarbij op algemene soorten. Dit advies is opgesteld ter aanvulling op het archeologische bureauonderzoek ‘Multifunctionele accommodatie en sportvelden ten Leens’, d.d. 16-09-09.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 26
094602
Figuur 12. Fragment regionale archeologienota Noord-Groningen
Het terrein maakt echter deel uit van het sportveldencomplex dat volgens de fysisch-geografische kaart van de provincie Groningen vergraven (geëgaliseerd) is en wat het noordelijk deel uitmaakt van de bebouwde kom van Leens. Het is zeer waarschijnlijk, dat tijdens de aanleg van de sportvelden het gehele complex geëgaliseerd is, inclusief het deel dat als bebouwde kom op de genoemde kaart staat vermeld. Het nieuwe plangebied ligt in het nieuwe noordelijk deel van het sportveldencomplex. Vanwege de egalisatie van het complex kan worden gesteld, dat gave archeologische warden niet meer in het plangebied hoeven te worden verwacht. Op grond hiervan constateert Libau Steunpunt dat vervolgonderzoek niet aan de orde is. Mochten tijdens de werkzaamheden toch onverhoopt archeologische resten worden aangetroffen, dan dient dit zo spoedig mogelijk te worden gemeld bij de gemeente De Marne en Libau. 5. 6. Externe veiligheid Op 27 oktober 2004 is het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (BEVI) ingegaan. In het externe veiligheidsbeleid staat de bescherming van individuen tegen de kans op overlijden als gevolg van een ongeluk met opslag en gebruik van gevaarlijke stoffen centraal. Daarbij wordt het Plaatsgebonden risico (PR) en het Groepsrisico (GR) onderscheiden. Volgens de risicokaart van de provincie Groningen bevinden zich geen risicolocaties in de nabijheid van het plangebied. Evenmin ligt het perceel nabij een weg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Vanuit het aspect externe veiligheid zijn er geen belemmeringen.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
6.
blz 27
TOELICHTING OP DE BESTEMMINGEN
6. 1. Algemeen Hieronder wordt een korte toelichting gegeven op de voorkomende bestemmingen. Het plan is opgezet conform de Wet ruimtelijke ordening (2008). Qua plangrens is aangesloten bij de ruimtelijke opzet, opgenomen in de inrichtingsschets die eerder in hoofdstuk 4 is toegelicht. Uitgangspunt is dat de huidige voetbalvelden gehandhaafd worden en dat de MFA gerealiseerd wordt op de huidige locatie van het clubgebouw, Lydinge en de parkeerplaatsen. 6. 2. Toelichting op de bestemmingen Dit bestemmingsplan telt enkele bestemmingen, die hieronder alfabetisch kort worden toegelicht. - MaatschappelijkDeze bestemming regelt de voorgenomen bouw van de MFA. De bestemmingsomschrijving van de bestemming “Maatschappelijk” voorziet in de regeling van de toelaatbare functies. Met de verschillende maatschappelijke functies is in de bestemming rekening gehouden. De kantinefunctie voor de voetbalvereniging is daarbij vanwege de invloed op de omgeving specifiek aangeduid. De planregels spreken ook over de toelaatbaarheid van ondergeschikte detailhandel; het gaat hierbij slechts om mogelijke activiteiten als een rommelmarkt etc. die incidenteel en ondergeschikt aan de hoofdfunctie kunnen plaatsvinden. Het bouwblok op de plankaart is afgestemd op de gekozen locatie en de stedenbouwkundige randvoorwaarden, maar is ter wille van de flexibiliteit met name aan de zuidzijde enigszins ruim gehouden. Daarnaast is uitgangspunt om een deel van de bebouwing op de verdieping te realiseren. Dit heeft ertoe geleid dat binnen het voorste deel van het bouwvlak een grotere hoogte is toegestaan als het noordelijke. Het thans aanwezige clubgebouw van FC LEO wordt nieuw gebouwd en valt daarom niet binnen het aangegeven bouwvlak. Wel kan het vooralsnog onder het overgangsrecht door blijven functioneren 10). Er wordt van uitgegaan dat bergingen e.d. inpandig in het gebouw worden gerealiseerd. - Groen De beplantingszones rond de bebouwde en onbebouwde voorzieningen zijn onder de bestemming “Groen” gebracht. Daarmee wordt recht gedaan aan het uitgangspunt voor een goede landschappelijke inpassing. Binnen de bestemming is ruimte voor eventuele gewenste afschermende voorzieningen ter voorkoming van hinder.
10)
In juridische zin is het overgangsrecht legitiem, doordat beëindiging van de alsdan strijdige situatie binnen de planperiode wordt voorzien.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 28
094602
De bestemming “Groen” is voorts gelegd aan de noordzijde van het te plaatsen gebouw van de MFA. Het betreft hier met name de overgangszone rond het gebouw. Speelpleinen e.d. worden hier niet voorzien. - Sport Het bestaande trainingsveld is onder de bestemming “Sport” geregeld. Bijbehorende voorzieningen (ballenvangers, lichtmasten) vallen evenzo daaronder. Wat dat betreft is de bestemming afgestemd op de vigerende regeling. - Verkeer - Fietspad Binnen het bestemmingsplan wordt rekening gehouden met de aanleg van een fietspad dat de verbinding met Leens-0ost gaat leggen. In beginsel wordt uitgegaan van een fietspad van maximaal 4,00 m breed. In calamiteitssituaties moeten er hulpdiensten over kunnen rijden. - Verkeer - verblijf De ontsluiting van het terrein van de MFA vanaf de J.S. van Weerdenstraat, het vóórterrein en de parkeergelegenheden en het bijbehorend groen zijn onder de bestemming “Verkeer - verblijf “ gebracht. De principes voor de ontsluiting en de indeling van het terrein zijn in figuur 11 aangegeven. - Water De te handhaven c.q. aan te leggen randsloten rond het plangebied zijn geregeld onder de bestemming “ Water”.
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.
094602
7.
blz 29
UITVOERBAARHEID
Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan. In dat verband wordt onderscheid gemaakt tussen de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid. 7. 1. Maatschappelijke uitvoerbaarheid In verband met de maatschappelijke uitvoerbaarheid wordt los van dit bestemmingsplan eerst het volgende opgemerkt: het bestemmingsplan is gebaseerd op de locatiekeuze van een MFA zoals die in eerder onderzoek is bepaald (hoofdstuk 4); met de betrokkenen (scholen, sociaal-culturele organisaties, sportverenigingen) is/wordt overlegd. Voorts is op maandag 22 juni 2009 een informatieavond gehouden over de ruimtelijke opzet. Daarbij is zowel over het inrichtingsplan gesproken als over het bouwplan. Bij het voorontwerp van 2009 was nog sprake van een locatie van de MFA op het hoofdveld, alsmede van een nieuw aan te leggen vervangend veld. Thans wordt gelet op de haalbaarheid van het project ingezet op een locatie aan de noordzijde van de Sportlaan. Gelet op de gewijzigde opzet zal over het aangepaste voorontwerpbestemmingsplan opnieuw inspraak worden gevoerd. Verder wordt over het voorontwerp van dit bestemmingsplan, overeenkomstig de gemeentelijke Inspraakverordening, gelegenheid gegeven tot het inspreken op het plan. Daarnaast wordt het plan voorgelegd aan de betrokken diensten als bedoeld in het Besluit op de ruimtelijke ordening. Op grond van de inkomende reacties wordt het plan omgezet in een ontwerpbestemmingsplan ten behoeve van de formele procedure. 7. 2. Grondexploitatie en economische uitvoerbaarheid De Grondexploitatiewet (onderdeel van de Wet ruimtelijke ordening) stelt een gegarandeerd kostenverhaal verplicht bij het opstellen van bestemmingsplannen. Een exploitatieplan is verplicht, tenzij het verhalen van kosten reeds anderszins is verzekerd, het bepalen van een tijdvak of fasering niet noodzakelijk is en het stellen van eisen en regels omtrent werken en werkzaamheden in het exploitatiegebied niet noodzakelijk is. In dat geval dient de gemeenteraad tegelijk met vaststelling van het voorliggende bestemmingsplan expliciet en gemotiveerd te besluiten om géén exploitatieplan vast te stellen. In de situatie van het plangebied van de MFA wordt afgezien van het vaststellen van een exploitatieplan vanuit de omstandigheid dat het gaat het om een plangebied waarvan de gemeente De Marne thans eigenaar is en het verhaal van kosten verzekerd is: het gaat om een openbare voorziening waarvan dekking vanuit de gemeentebegroting zal dienen plaats te vinden.
Bestemmingsplan Leens, Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10
Buro Vijn B.V.
blz 30
094602
De gemeente De Marne gaat de komende periode na op welke wijze tot een verantwoorde financiële dekking kan worden gekomen. Omdat de gemeente De Marne zelf de werkzaamheden ten behoeve van de grondexploitatie uitvoert, is het bepalen van een tijdvak of fasering en het stellen van eisen en regels omtrent werken en werkzaamheden middels een exploitatieplan evenmin noodzakelijk.
===
Bestemmingsplan Leens-Multifunctionele accommodatie e.o. Status: Voorontwerp / 09-06-10 .
Buro Vijn B.V.