BIJLAGE I Hoofdstuk 1:
Algemeen
Paragraaf 1.1:
Bijzondere bijstand en norm inkomensvoorziening WIJ tot 1 januari 2012 Personen die in aanmerking komen voor algemene bijstand krachtens de WWB kunnen ook in aanmerking komen voor bijzondere bijstand zoals bedoeld in artikel 35 WWB. Jongeren tot 27 jaar kunnen niet in aanmerking komen voor algemene bijstand krachtens de WWB maar tot 1 januari 2012 wel voor een inkomensvoorziening op grond van de Wet Investering in Jongeren (WIJ). In deze instructie wordt onder de bijstandsnorm vanaf 1 januari 2012 dan ook verstaan de toepasselijke inkomensvoorziening op grond van de aangescherpte Wet Werk en Bijstand. Paragraaf 1.2: Bijzondere bijstand is maatwerk! Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 1.3: Geen wijzigingen.
Beoordeling van het recht op bijzondere bijstand
Paragraaf 1.4:
Is er sprake van een Nederlander of daaraan gelijkgestelde en zijn de kosten in Nederland opgekomen.
Paragraaf 1.4.1: Geen wijzigingen.
Nederlandse nationaliteit of juiste verblijfstitel
Paragaaf 1.4.2: Geen wijzigingen.
Territorialiteitsbeginsel
Paragraaf 1.4.3: Wie hebben geen recht op bijstand Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 1.5: Geen wijzigingen.
Geen noodzakelijke kosten
Paragraaf 1.6: Geen wijzigingen.
Voorliggende voorzieningen
Paragraaf 1.7:
Zich voordoende noodzakelijke kosten die voortkomen uit bijzondere omstandigheden die niet uit de norm of de draagkracht voldaan kunnen worden.
Paragraaf 1.7.1: Kosten zijn niet noodzakelijk: Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 1.7.2: Geen wijziging.
Bijzondere omstandigheden
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 1 van 15
Paragraaf 1.8:
Draagkracht
Paragraaf 1.8.1: Draagkrachtperiode De draagkracht wordt berekend over een periode van 12 maanden. Dit is het draagkrachtjaar dat loopt vanaf het moment dat de kosten zijn gemaakt (i.c. de eerste van de maand van de datum eerste nota). Bij indienen van de aanvraag vóór 1 januari 2012 geldt voor de gehele draagkrachtperiode een maximale in aanmerking te nemen inkomen van 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. Bij indienen van een aanvraag na 1 januari 2012 geldt voor de draagkrachtperiode een maximaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm. De draagkracht wordt op de vergoeding van de incidentele kosten in mindering gebracht. Is er sprake van periodieke bijzondere bijstand dan wordt de maandelijkse draagkracht periodiek in mindering gebracht op de vergoeding bijzondere bijstand. Zo wordt voorkomen dat voor het aanspreken van de draagkracht in de eerste periode van het draagkrachtjaar, het beschikbaar inkomen onder de van toepassing zijnde bijstandsnorm zakt. Als binnen het draagkrachtjaar opnieuw wordt aangevraagd is een nader onderzoek naar inkomen en vermogen niet nodig. In dat geval wordt uitgegaan van de bekende gegevens. Dit wordt anders als uit het SUWI-net blijkt dat er iets is gewijzigd of als de klant zelf een wijziging doorgaf. Slechts substantiële wijzigingen geven aanleiding tot wijzigingen in een eerder vastgesteld draagkrachtjaar. Hieronder wordt verstaan een wijziging groter dan 20% in het netto inkomen of vermogen. Paragraaf 1.8.2: Draagkracht vermogen Op grond van het gemeentelijk beleid geldt de vrijlating van het vermogen voor de algemene bijstand ook voor de bijzondere bijstand, tenzij anders vermeld wordt. Naast een algemene vrijlating van bescheiden vermogen ex art 34 lid 2 en 3 Wwb, laten we de waarde van een motorrijtuig ad € 5.000,-vrij. Als er meerdere motorrijtuigen of op kenteken geregistreerde caravan’s, boten, trailers(aanhangers) zijn, wordt deze vrijlating slechts eenmalig toegepast op het motorrijtuig of op kenteken geregistreerde caravan, boot of trailer(aanhanger) met de hoogste dagwaarde. Als er geen auto is maar wel een motor, wordt deze vrijlating toegepast op de motor. De waardevaststelling geschiedt op dezelfde wijze als bij de algemene bijstand. De waarde van een normale woninginrichting laten wij eveneens vrij. Van de overwaarde in de woning laten we maximaal het in artikel 50 lid 1 jo 34 lid 2 sub WWB bedrag vrij. Het meerdere vermogen wordt in mindering gebracht op de vergoeding bijzondere bijstand. Als er een positief saldo staat op de lopende rekening of er is sprake van kasgeld, dan wordt hierop maximaal de bijstandsnorm van één maand zonder vakantiegeld in mindering gebracht als leefgeld voor de komende maand.
Afwijkende vrijstelling vermogen in specifieke situaties: - schulden Als bijzondere bijstand wordt verleend voor schulden geldt geen vermogensvrijstelling. Alle vermogensbestanddelen moeten ingezet worden ter delging van de schulden. -
vervanging duurzame gebruiksartikelen Voor vervanging van duurzame gebruiksartikelen geldt een vermogensvrijstelling van € 2.000,--. Hierin is rekening gehouden met leefgeld voor de komende periode. Bij de vermogensvaststelling mag het leefgeld dan ook niet in mindering gebracht worden. Als de liquide middelen (banksaldi, spaarrekening, kasgeld etc) hoger zijn, wordt het meerdere op de vergoeding bijzondere bijstand in mindering gebracht.
Paragraaf 1.8.3: Draagkracht inkomen Het inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm is draagkrachtloos inkomen. Het meerdere wordt meegenomen in de draagkrachtvaststelling. Dit geldt niet, zie paragraaf 2.2.16 (ook) voor aanvragen inzake de woonkostentoeslag (WKT). Bij de bepaling van de draagkracht in het inkomen dient rekening te worden gehouden met de eventuele meerkosten van de huur die men moet betalen. MINIMABELEID Menterwolde Pagina 2 van 15
De hoogte van de eventuele meerkosten wordt berekend door de daadwerkelijk ontvangen huurtoeslag te vergelijken met de huurtoeslag die men zou ontvangen bij dezelfde huur doch met een inkomen op bijstandsniveau. De berekende meerkosten worden vervolgens in mindering gebracht op de berekende draagkracht in het inkomen. Paragraaf 1.8.4: WSNP of vergelijkbare minnelijke regeling kredietbank Als aanvrager in de WSNP is opgenomen of er loopt een vergelijkbare minnelijke regeling van de kredietbank dan kan een draagkrachtberekening (vermogen zowel als inkomen) achterwege blijven. Het is voldoende als in de rapportage staat dat uit overleg met de curator, bewindvoerder of kredietbank blijkt dat sprake is van WSNP of een vergelijkbare minnelijke regeling. De bijstand wordt om niet verleend. Hieraan mag niet de verplichting verbonden worden dat belanghebbende blijvend moet meewerken aan de WSNP of vergelijkbare minnelijke regeling. In ieder geval wordt wel de draagkrachtperiode vastgesteld. Paragraaf 1.8.5: Geen wijzigingen.
Beslag
Paragraaf 1.8.6: Drempelbedrag Het drempelbedrag op grond van artikel 35 lid 2 WWB wordt toegepast bij aanvragen om bijzondere bijstand ingevolge de WWB. Op grond van de Wet werk en bijstand is het mogelijk om voor bijzondere bijstand een drempelbedrag in de stellen (art 35 lid 2 Wet werk en bijstand). Ter bevordering van verantwoordelijk gedrag zijdens belanghebbende en gelet op de voortgaande stringente bezuiningingsdoelstellingen van de Rijksoverheid past het college het drempelbedrag toe. De hoogte van het drempelbedrag is bepaald in artikel 35 lid 2 WWB. Paragraaf 1.9: Geen wijzigingen.
Studenten
Paragraaf 1.10: Geen wijzigingen.
Zeer dringende reden
Paragraaf 1.11: Afstemmen van de bijstand Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 1.12 Geen wijzigingen.
Reden afwijzing aanvraag
Paragraaf 1.13: Aanvraag bijzondere bijstand Er kan bijzondere bijstand gevraagd worden voor kosten tot en met 12 maanden voorafgaande aan de aanvraag. De datum van de eerste nota aanvraag is bepalend. Voor mensen die een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand ontvangen is het niet nodig om te vragen naar inkomsten en vermogen. Dit geldt ook voor mensen die al eerder binnen een periode van 12 maanden voorafgaand aan deze aanvraag bijzondere bijstand ontvingen én hun situatie niet is gewijzigd. In deze situaties kan volstaan worden met een formulier voor verkorte aanvraag. Voor mensen met een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand geldt voor een aantal kosten een verkorte aanvraag conform het Nibud prijzenboekje.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 3 van 15
Paragraaf 1.14: Bijstand om niet of als geldlening Alleen tekstuele wijziging.
Hoofdstuk 2:
Specifieke kosten
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.1: Bijzondere bijstand voor medische kosten Er was een uitvoeringspraktijk gegroeid waarin het voor de uitvoerende medewerkers steeds lastiger werd om aanvragen voor bijzondere bijstand in verband met medische kosten te beoordelen. De medewerkers verdiepten zich in de noodzaak van de kosten en dit is lastig omdat de medische deskundigheid ontbreekt. Dit is ook onnodig omdat volgens de vigerende jurisprudentie (zie CRvB 27 juli 2004, nr 01/6494 NABW) de wetgever de noodzaak vaststelt. De thans voorgestelde beleidsinstructie beoogt duidelijk te maken wat wel of niet kan. Het moet duidelijker worden voor de klant en case-manager. Bovendien moet het de gegroeide uitvoeringspraktijk versimpelen, waardoor beslissingen sneller genomen kunnen worden. Het voorkomt discussie (ook in de bezwaarfase) over de noodzaak van de bijstand. Alles wat niet door de basis- en de minimaal aanvullende zorgverzekering (inclusief minimaal aanvullende “tandarts”verzekering), AWBZ of WMO wordt vergoed is niet noodzakelijk. Als iemand bijzondere bijstand aanvraagt en alleen basisverzekerd is doch de kosten zouden geheel of deels vergoed worden uit het minimale aanvullende verzekeringspakket dan kan de resterende eigen bijdrage, zoals die opgelegd zou worden vanuit de minimaal aanvullende verzekering, in het kader van de bijzondere bijstand vergoed worden. Hier wordt niet bedoeld de kosten die onder het wettelijk eigen risico vallen. Het voorkomt bijvoorbeeld discussies of bijstand verleend moet worden voor een volgens een psycholoog noodzakelijk maar duurder (deels) niet door de zorgverzekeraar vergoed medicijn. Op grond van het thans voorgestelde beleid is het simpel. Bijstand is niet mogelijk omdat het niet in de basisverzekering zit. Voor sommige behandelingen of medicijnen, die niet of niet (volledig) in het basispakket zitten, geldt dat als ze echt noodzakelijk zijn voor de patiënt, de basisverzekering deze wel vergoedt. Voor bijstand is in ieder geval geen plaats. De noodzaak wordt niet beoordeeld door de gemeente maar door de wetgever en dat uit zich in het aanbod van de basiszorgverzekering, de AWBZ en de WMO.
Bovendien werd de bijzondere bijstand in de praktijk steeds meer een luxe aanvullende zorgverzekering. Hiervoor is de bijstand niet bedoeld. Bijzondere bijstand is alleen mogelijk voor de goedkoopste toereikende voorziening. De kosten voor bijzondere bijstand zijn vanaf medio 2008 fors gestegen. Verwacht wordt dat deze voorstellen tevens een bijdrage leveren aan de stabilisering van deze kosten. Paragraaf 2.1.1: Collectieve zorgverzekering Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.2: Geen bijzondere bijstand mogelijk voor medische kosten De AWBZ, de WMO en de Zvw vergoeden in het algemeen alle noodzakelijke kosten die verband houden met medische of paramedische behandelingen of medische voorzieningen. De regelingen samen gelden als een passende en toereikende voorliggende voorziening. Bijstandsverlening voor overige kosten zijn in beginsel uitgesloten (artikel 15 Wet werk en bijstand). Kosten die buiten de voorliggende voorziening (basisverzekering + de minimale aanvullende verzekering inclusief de minimale tandartsverzekering, AWBZ en WMO) zijn gehouden, zijn niet noodzakelijk en komen niet in aanmerking voor bijstand. Kosten als gevolg van ontwikkelingsgeneeskunde komen op grond van artikel 14 Wet werk en bijstand (niet noodzakelijke kosten) evenmin in aanmerking voor bijstand.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 4 van 15
Slechts de in deze notitie dit beleid expliciet benoemde kosten komen op grond van gemeentelijk buitenwettelijk beleid voor bijzondere bijstand in aanmerking, voor zover althans aan de overige voorwaarden is voldaan. Paragraaf 2.1.3: Voldoende verzekeren tegen ziektekosten Wij gaan er vanuit dat een ieder zich voldoende verzekert tegen ziektekosten. Naast een basisverzekering beschouwen wij een minimale aanvullende verzekering en minimale tandartsverzekering noodzakelijk. Een algemeen advies kunnen we hierin niet geven omdat dit afhankelijk is van de omstandigheden van de persoon. Paragraaf 2.1.4: Geen wijzigingen.
Uitzonderingen waarvoor bijzondere bijstand wel mogelijk is
Paragraaf 2.1.4.1: Alarmeringskosten Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.2: Eigen bijdrage kraamzorg Als de zorgverzekeraar een eigen bijdrage in rekening brengt dan komt dit bedrag in aanmerking voor bijzondere bijstand. Hoogte bijzondere bijstand: - de eigen bijdrage vergoeden wij volledig, verminderd met de draagkracht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - brief van de zorgverzekeraar waaruit de eigen bijdrage blijkt of ander bewijs Als het gaat om de kosten van baby-uitzet en aanverwante kosten is hiervoor geen bijzondere bijstandsverlening mogelijk. Zie uitspraak CRvB nr BZ1586 van 19 februari 2013. Paragraaf 2.1.4.3: Bewassingskosten en slijtage kleding/beddengoed Alleen indien er sprake is van bijzondere omstandigheden in het individuele geval kan er aanleiding zijn bijzondere bijstand te verlenen voor deze kosten. Hiervan is in ieder geval sprake indien: # als gevolg van lichamelijke gebreken, of het extra wassen als gevolg van het noodzakelijk gebruik van zalf, op het lichaam sprake is van meer dan normale slijtage. Over de hoogte van de voor bijzondere bijstand in aanmerking komende extra kosten vragen wij advies van een onafhankelijke keuringsarts. Hoogte bijzondere bijstand: - de extra kosten vergoeden wij volledig, verminderd met de draagkracht. - voor de hoogte van de kosten (de keuringsarts geeft dit niet aan bij de verklaring van wel/niet noodzakelijk) aansluiten bij de bedragen zoals genoemd (weliswaar geïndexeerd) in het Juridisch Basisboek van de AAW uit 1994. De bedragen zijn opgenomen in het Handboek SoZaWe van de gemeente Utrecht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. MINIMABELEID Menterwolde Pagina 5 van 15
-
Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening.
Bewijsstukken: - advies onafhankelijke keuringsarts of ander bewijs. Paragraaf 2.1.4.4: Bril of contactlenzen Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.5: Dieetkosten Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.6: eigen bijdragen basiszorgverzekering, AWBZ en WMO Als de basisverzekering of de minimale aanvullende verzekering of minimale tandartsverzekering wel een vergoeding verstrekt, maar een eigen bijdrage (anders dan het wettelijke en vrijwillige eigen risico) voor rekening van de verzekerde laat, wordt voor de eigen bijdrage bijzondere bijstand verleend. Dit geldt ook voor eigen bijdragen in het kader van de AWBZ en de WMO. Voor eigen bijdrage van de overige aanvullende verzekeringen wordt geen bijzondere bijstand verstrekt. Er is geen bijstand mogelijk voor hogere kosten als gevolg van een keuze voor een ander toestel, montuur of glas etc. Zo is bijvoorbeeld de vergoeding voor een hoortoestel in het basispakket toereikend. Eventuele meerkosten komen niet in aanmerking voor bijstand.
Hoogte van de bijzondere bijstand: - de eigen bijdrage vergoeden wij volledig, verminderd met de draagkracht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - overzicht zorgverzekeraar, CAK of ander bewijs waaruit de eigen bijdrage blijkt. Paragraaf 2.1.4.7: Eigen bijdragen gebitsprothese, frameprothese of plaatje Als er een eigen bijdrage resteert voor de kosten van gebitsprothese, frameprothese of plaatje op basis van de basisverzekering, minimaal aanvullende verzekering en/of minimale tandartsverzekering, of op grond van de collectieve zorgverzekering bij de door de gemeente gecontracteerde zorgverzekeraar (basisverzekering plus AV met Tand Extra), dan komt deze eigen bijdrage in aanmerking voor vergoeding via bijzondere bijstand. Hoogte van de bijzondere bijstand: - de eigen bijdrage vergoeden wij volledig, verminderd met de draagkracht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - brief van de zorgverzekeraar waaruit de eigen bijdrage blijkt, of ander bewijs.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 6 van 15
Paragraaf 2.1.4.8: Elastische kousen Alleen tekstuele wijziging.
Paragraaf 2.1.4.9: Hoortoestel, batterijen en reparatiekosten Bijzondere bijstand is mogelijk voor de eigen bijdrage van de aanschaf van een hoortoestel tenzij de eigen bijdrage deels of volledig ten laste wordt gebracht van het (resterende) wettelijk eigen risico. Bij de aanschaf van het hoortoestel wordt uitgegaan van de meest goedkope en adequate oplossing. Bijzondere bijstand is mogelijk voor de batterijen die nodig zijn voor het hoortoestel. Als de klant in de collectieve aanvullende zorgverzekering bij de door de gemeente gecontracteerde zorgverzekeraar zit moet rekening gehouden worden met de jaarlijkse vergoeding voor deze kosten (indien van toepassing). Voor het meerdere is bijzondere bijstand mogelijk. Verder is bijzondere bijstand mogelijk voor onderhoud- en reparatiekosten van het hoortoestel. Voor het hoortoestel zelf is geen bijzondere bijstand mogelijk. De basisverzekering vergoedt hiervoor voldoende. Door alle leveranciers is voor dit bedrag een kwalitatief goede adequaat hoortoestel te leveren. Hoogte van de bijzondere bijstand: - de eigen bijdrage voor de aanschaf van een hoortoestel voor zover dit bedrag niet ten laste is gebracht van het wettelijk eigen risico. - de eigen bijdrage voor reparaties en onderhoud vergoeden wij volledig., verminderd met de draagkracht; - de kosten voor batterijen, voor zover deze meer bedragen dan de jaarlijkse vergoeding van de zorgverzekeraar, vergoeden wij tot maximaal € 25,-- per kalenderjaar verminderd met de draagkracht; Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - nota aanschaf hoortoestel & vergoedingsoverzicht zorgverzekeraar, nota batterijen, nota onderhoudskosten, nota reparatiekosten. Paragraaf 2.1.4.10: Hulp in de huishouding Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.11: Maaltijdvoorziening Als het (medisch) noodzakelijk is bijstand te verstrekken voor de kosten van warme maaltijden, geleverd door instanties/bedrijven als bijvoorbeeld tafeltje dekje, wordt bijstand verleend voor het verschil tussen de kosten en de normen voor de warme maaltijden volgens Nibud normen. c.q. het Divosa prijzenboekje. In dat geval is het Stimuleringsfonds geen voorliggende voorziening. Vast moet staan dat belanghebbende noch één van de eventuele overige gezinsleden of andere medebewoners in staat is om te koken. Uiteraard gaat het ook hier om de goedkoopste toereikende voorziening. Als indicatie gelden de maximale prijzen zoals deze door tafeltje dekje gehanteerd worden. Hoogte van de bijzondere bijstand: - de extra kosten vergoeden wij volledig., verminderd met de draagkracht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. MINIMABELEID Menterwolde Pagina 7 van 15
Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - eigen waarneming, indicatie thuiszorg of advies van een onafhankelijke keuringsarts. Paragraaf 2.1.4.12: Orthodontie Geen wijzigingen. -
Paragraaf 2.1.4.13: Orthopedische schoenen Als de zorgverzekeraar een eigen bijdrage int voor orthopedische schoenen is hiervoor bijzondere bijstand mogelijk. Natuurlijk heeft iedereen schoenen nodig. Daarom vergoeden wij de eigen bijdrage gedeeltelijk. Wij verminderen de eigen bijdrage met de prijs voor gewone schoenen (NIBUD normen). Voor wat er daarna overblijft is bijzondere bijstand mogelijk. Hoogte van de bijzondere bijstand: - gelijk aan de eigen bijdrage minus de prijs voor gewone schoenen conform NIBUD normen # damesschoenen € 40,-- (peildatum norm 2011) # herenschoenen € 50,-- (peildatum norm 2011) # kinderschoenen tot 12 jr € 30,-- (peildatum norm 2011) deze vergoedingsbedragen verminderen met de draagkracht Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor de algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstuk: - brief van de zorgverzekeraar waarin de eigen bijdrage staat of ander bewijs. Paragraaf 2.1.4.14: Pedicurekosten Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.15: Premie aanvullende zorgverzekering mogelijk Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.16: Psychologische hulp Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.17: Reiskosten Voor reiskosten naar het ziekenhuis of naar een specialist buiten het ziekenhuis kan bijzondere bijstand verleend worden. De reiskosten beperken zich tot de ziekenhuizen of specialisten buiten het ziekenhuis die gevestigd zijn in de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. In deze regio wordt geacht alle gezondheidszorg geboden te kunnen worden die noodzakelijk is. Bij uitstek voor deze kostensoort staat het leveren van individueel maatwerk voorop. Hoogte van de bijzondere bijstand: - als gebruik van openbaar vervoer is uitgesloten (op grond van medische noodzaak of vanwege een niet - of niet tijdig - met het OV bereikbaar adres) kan gebruik gemaakt worden van eigen vervoer. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de gemaakte kosten OV en bij noodzakelijke inzet van eigen vervoer op basis van het door de Belastingdienst gehanteerde onbelaste kilometerbedrag. Vanaf 1 januari 2011 hanteert de Belastingdienst € 0,19 per kilometer inclusief parkeergeld. MINIMABELEID Menterwolde Pagina 8 van 15
-
Als de klant van het openbaar vervoer gebruik kan maken dan worden de kosten ook op basis van OV vergoedt, ook ingeval de klant er des al niet te min voor kiest om met het eigen vervoermiddel te reizen. Soms is het noodzakelijk dat de klant met een taxi naar het ziekenhuis moet. Als dit blijkt uit de indicatie van een medisch deskundige komen de taxikosten voor vergoeding middels bijzondere bijstand in aanmerking. Kan een beroep gedaan worden op de (aanvullende) zorgverzekering of de WMO dan zijn dit voorliggende voorzieningen.
Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - Door de behandelende sector/medicus afgetekende afsprakenkaart; - OV bewijs zoals treinkaartje, en strippenkaart (geldig tot 3 november 2011), - Bij eventueel parkeergeld beoordelen of de opgave van de klant gebaseerd is op reële (parkeer)tijden en kosten. - ls er een taxi nodig is, taxi nota opvragen; WMO taxipas, specialist, eigen waarneming. Paragraaf 2.1.4.18: Steunzolen Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.1.4.19: Tandartskosten Bijstand voor eigen bijdragen voor kronen, inlays, stifttanden en bruggen is niet mogelijk. Uitgegaan wordt van een voldoende dekking voor tandheelkundige hulp uit de basisverzekering en de module tandverzekering (Tand Extra). Voor overige eigen bijdragen van ingrepen of materialen kan wel bijstand verleend worden. Uitgegaan wordt van de goedkoopst bereikbare voorziening. Bij een gebitsprothese (kunstgebit) kan een verschuldigde eigen bijdrage in aanmerking gebracht worden voor vergoeding middels bijzondere bijstand. Het verwijderen van tandsteen valt qua vergoeding in de meeste gevallen onder de basisverzekering. Als kronen, bruggen of frameprotheses en/of het aanbrengen van zogenaamde klikprotheses in de onderkaak om medische redenen noodzakelijk zijn kan voor de eigen bijdrage wel bijzondere bijstand verstrekt worden doch uitsluitend voor die eigen bijdrage die niet gedekt wordt in de module tandverzekering (Tand Extra). Als door belanghebbende afgesloten hogere aanvullende verzekeringen de kosten (gedeeltelijk) vergoeden, wordt voor dit deel geen bijzondere bijstand verstrekt. Kosten die verband houden met een sanering en paradontologie komen niet in aanmerking voor bijzondere bijstand. Hoogte van de bijzondere bijstand: - bijstand voor de eigen bijdrage tandzorgkosten die geldt bij de basisverzekering, aanvullende verzekering en de module tandverzekering (Tand Extra), verminderd met de draagkracht. - Voor gebitssanering en parondontologische kosten wordt geen bijzondere bijstand verstrekt. - Bij een uitgebreidere tandverzekering wordt voor het verschil in eigen bijdrage tussen de gewone tandzorg module en de eigen bijdrage in het uitgebreide pakket geen bijzondere bijstand verstrekt. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: MINIMABELEID Menterwolde Pagina 9 van 15
-
een brief van de zorgverzekeraar waarin de eigen bijdrage staat aangegeven of ander bewijs. Advies noodzaak kronen, bruggen of frameprotheses en/of het aanbrengen van zogenaamde klikprotheses in de onderkaak.
Paragraaf 2.1.4.20: Geen wijzigingen.
Verwarmingskosten
Paragraaf 2.1.5: Geen wijzigingen.
Geen bijstand mogelijk voor overige medische kosten
Paragraaf 2.1.5.1: Geen bijstand voor kronen, inlays, stifttanden, bruggen en implantaten Geen bijstand wordt verleend voor de kosten (eigen bijdragen) voor kronen, inlays, stifttanden, implantaten en bruggen noch voor (tand)techniek kosten in verband met genoemde voorzieningen, tenzij er sprake is van medische noodzaak als bedoeld in paragraaf 2.1.4.19. Dat deze deels wel worden vergoed door extra aanvullende verzekeringen doet hieraan niets af. Ook de mening van de tandarts over de noodzaak hiervan heeft geen invloed op het al dan niet verstrekken van bijzondere bijstand voor deze kosten. Deze kosten zijn buiten de basis zorgverzekering gelaten. Bovendien zijn er goedkopere alternatieven voorhanden (plaatje of gebitsprothese). Paragraaf 2.1.5.2: Geen wijzigingen.
Geen bijstand voor kosten van parodontologie
Paragraaf 2.1.5.3: Geen wijzigingen.
Geen bijstand voor saneringskosten
Paragraaf 2.1.5.4:
Geen bijstand voor slaapmiddelen, kalmeringstabletten en Zelfzorgmedicatie
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.1.5.5: Geen bijstand voor de aanschaf van hoortoestellen De basisverzekering is voldoende voor een goed hoortoestel. Voor het meerdere is geen bijstand mogelijk. DEZE PARAGRAAF VERVALT GEHEEL Paragraaf 2.1.6: Dringende reden Bijstand kan wel van toepassing zijn als sprake is van zeer dringende reden. Het moet gaan om een acute noodsituatie die op geen andere manier dan door middel van bijzondere bijstandsverlening is op te lossen. Er moet sprake zijn van doodsnood of dreiging van invaliditeit of ander blijvend ernstig letsel. Dit zal zich echter vrijwel nooit voor kunnen doen omdat de noodzakelijk medische verrichtingen in het basispakket zitten. Bovendien zijn ziekenhuizen verplicht om hulp te bieden als deze omstandigheden zich voordoen, ongeacht wel of geen (voldoende) verzekering. Er hoeft niet op voorhand een onderzoek gedaan te worden naar een zeer dringende reden. Dit geldt slechts als er duidelijke aanwijzingen zijn dat hiervan sprake is. Het is voldoende om in de beschikking op te nemen dat niet is gebleken van een zeer dringende reden op grond waarvan bijstand verleend moet worden. Het is onjuist om op voorhand een onderzoek te doen naar dringende redenen omdat op voorhand al vaststaat dat de aanvraag wordt afgewezen. De klant krijgt ten onrechte hoop, de arts of specialist krijgt extra werk waarvoor ze niet betaald worden en het resultaat is met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een afwijzend besluit. Bovendien is de huisarts of specialist vertrouwenspersoon. Ook zullen deze medici het vanuit hun medisch perspectief noodzakelijk vinden om hulp via bijzondere bijstand te geven, maar dit zegt nog niets over de noodzaak in de zin van de Wet werk en bijstand of er wel sprake is van een zeer dringende reden. Alleen een onafhankelijke keuringsarts kan MINIMABELEID Menterwolde Pagina 10 van 15
(meestal pas achteraf) uitkomst bieden.
Paragraaf 2.1.7:
Geen medisch advies vragen van de eigen huisarts, tandarts of specialist
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.2.
Bijzondere bijstand voor overige kosten
Paragraaf 2.2.1: Advocaatkosten, eigen bijdrage rechtshulp en griffierecht Is sprake van een toevoeging van de Raad voor (de) Rechtsbijstand? Zo ja, dan is de noodzaak voor rechtshulp aangetoond.De kosten voor de eigen bijdrage, griffierechten, bureaukosten etc komen in aanmerking voor bijzondere bijstand. Wel is er een differentiatie in de hoogte van de eigen bijdrage in kosten juridische bijstand van kracht. Verlaging van kosten rechtsbijstand wordt toegepast als de rechtzoekende eerst (gratis) rechtshulp vraagt aan het Juridisch Loket. In dat geval wordt de eigen bijdrage met € 50,-- verlaagd. Aangesloten wordt bij het bedrag dat als korting gehanteerd wordt door de Raad voor Rechtsbijstand. Voor de toekenning van bijzondere bijstand voor deze kostensoort wordt uitgegaan van de situatie dat belanghebbende eerst zijn verzoek om juridische hulp voorlegt aan het Juridisch Loket. Blijft dit achterwege dan wordt de vergoeding van de hogere eigen bijdrage met de korting zoals die gehanteerd wordt door de Raad voor Rechtsbijstand verlaagd. (Bij de bepaling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt de indexering gevolgd). Het Juridisch Loket is een gratis voorliggende voorziening op de bijzondere bijstand. De belanghebbende met een inkomen op bijstandsniveau komt in aanmerking voor de laagste eigen bijdrage. Het komt voor dat de bijdrage hoger is als gevolg van een hoger inkomen in het verleden. In dat geval kan een verzoek bij de Raad voor (de) Rechtsbijstand ingediend worden (via de advocaat) om het peiljaar te verleggen. Hoogte van de bijzondere bijstand: - de vastgestelde eigen bijdrage, rekening houdend met de verlaging na advisering door het Juridisch Loket, griffierechten en bureaukosten, worden via bijzondere bijstand vergoedt, verminderd met de draagkracht. Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. D Bewijsstukken: - brief van de Raad voor Rechtsbijstand waaruit de toevoeging blijkt; - brief van het Juridisch Loket waaruit het afgegeven advies blijkt; - nota van de advocaat of ander bewijs. Paragraaf 2.2.2: Beredderingskosten en bewindvoering Bijstand is mogelijk voor de kosten van bewindvoering als de bewindvoerder door de Kantonrechter is benoemd. Dit geldt alleen voor professionele bewindvoerders. Dus niet voor particuliere bewindvoerders (bijvoorbeeld een familielid). Hoogte van de bijzondere bijstand: Bij de vaststelling van de hoogte van de bijzondere bijstand wordt aangesloten bij de LOVCK tarieven zoals deze te vinden zijn op www.rechtspraak.nl. Er is sprake van tarieven voor de professionele niet bij de branchorganisatie (BPBI) aangesloten bewindvoerders en voor de professionele bewindvoerders die wel lid zijn van de BPBI. In ieder geval dient er sprake te zijn van zowel de beschikking van onder bewindstelling als tevens de beschikking van de Kantonrechter waarbij akkoord is gegeven voor de te declareren kosten.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 11 van 15
Wordt de bijzondere bijstand jaarlijks achteraf gevraagd en toegekend dan kan het gehele bedrag (mits de voornoemde beschikkingen aanwezig zijn) ineens betaalbaar worden gesteld. Wordt de bijzondere bijstand in de loop van het jaar aangevraagd dan wordt het bedrag tot het moment van aanvraag ineens betaalbaar gesteld en de rest van het jaar, maandelijks achteraf (mits de voornoemde beschikkingen aanwezig zijn). Voor de resterende maanden hoeft de bewindvoerder dan geen aparte maandnota’s te zenden. (- Voor de professionele niet bij de brancheorganisatie aangesloten bewindvoerder: De bijstand is maximaal € 825,50 per jaar bestaande uit € 684,50 loon exclusief BTW en € 141,-- Voor overige kosten. Voor een intake mag eenmalig maximaal € 330,50 exclusief BTW in rekening gebracht worden. - Voor de professionele bewindvoeder die is aangesloten bij de brancheorganisatie: De bijstand is maximaal € 947,-- exclusief BTW. Er mogen eenmalig intakekosten in rekening gebracht worden van maximaal € 379,-- exclusief BTW. Voor het opmaken van de eindrekening anders dan per 31 december of 1 januari mag een forfaitair bedrag van € 157,-- In rekening gebracht worden. Dit laatste mag alleen als het nodig is om af te wijken.) Zijn aanvragers gehuwd of wonen ze samen? Als beide belanghebbenden onder bewind staan geldt dat het tarief voor één persoon verhoogd wordt met 20%. Voor de extra werkzaamheden die niet binnen het tarief vallen moet de bewindvoerder vooraf toestemming vragen aan de Kantonrechter.(In dat geval geldt een uurloon van € 63,-- exclusief BTW . (bedragen per 1 januari 2011).) Bij het bepalen van de hoogte van de vergoeding zal de wettelijke indexering gevolgd worden. De hoogte van de bijzondere bijstand wordt vastgesteld op basis van de beschikking van de Kantonrechter waarbij akkoord is gegeven voor de te declareren kosten. Woont de klant slechts een deel van het jaar in de gemeente dan komt vergoeding van de nota voor periodieke bewindvoeringskosten slechts voor de duur van het ingezeteneschap voor vergoeding in aanmerking en moet de andere gemeente het restant van de nota voor haar rekening nemen. De incidentele kosten moeten worden vergoedt door de gemeente waar belanghebbende ten tijde waarin de kosten zich voordeden zijn gemaakt. woonachtig was of zijn/haar hoofdverblijf had. Deze regeling geldt niet voor bewindvoerderschap in de WSNP (Wet schuldsanering natuurlijke personen). Hiervoor is geen bijzondere bijstand mogelijk. Het salaris van deze bewindvoerder wordt betaald uit de boedel. Het kan voorkomen dan de Rechtbank het salaris van de WSNP bewindvoerder hoger heeft vastgesteld dan het bedrag dat uit de boedel betaald kan worden. Het gemiste vergoedingdeel mag de bewindvoerder niet bij betrokkene in rekening brengen. Daarom is geen bijzondere bijstand mogelijk. Kan het salaris wel uit de boedel betaald worden dan is om die reden geen bijzondere bijstand mogelijk (zie CRvB 29-6-2010, nr 07/4970 WWB en 29-6-2010, nr 07/5153 WWB). Draagkracht: - Totaal inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm heeft geen draagkracht. Het meerdere wordt volledig als draagkracht meegerekend. - Het meerdere vermogen boven het voor algemene bijstand vrij te laten bescheiden vermogen wordt als draagkracht meegenomen in de draagkrachtberekening. Bewijsstukken: - uitspraak Kantonrechter inzake benoeming bewindvoerder; - uitspraak van de Kantonrechter waarin de kosten zijn toegewezen aan de bewindvoerder; - nota bewindvoerder. Paragraaf 2.2.3: Beschermd wonen in Menterwolde Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.4 Geen wijzigingen.
Curatele
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 12 van 15
Paragraaf 2.2.5 Geen wijzigingen.
Duurzame gebruiksartikelen
Paragraaf 2.2.5.1:
Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksartikelen of woninginrichting kan niet
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.2.5.2: Geen wijzigingen.
Beoordelen recht op bijzondere bijstand
Paragraaf 2.2.5.3: Geen wijzigingen.
Zelf reserveren voor deze kosten
Paragraaf 2.2.5.4: Kredietbank of een andere oplossing mogelijk? Als er niet of onvoldoende is gereserveerd voor de kosten is de kredietbank een voorliggende voorziening als het gaat om het vervangen van duurzame gebruiksartikelen of de kosten van woninginrichting. Als door middel van een geldlening van de kredietbank ( of een in het budgetbeheer opgebouwd bedrag) voorzien kan worden in de kosten, bestaat er geen recht op bijzondere bijstand. Dit geldt ook als er een andere oplossing mogelijk is. Het vervangen door een tweede hands artikel van familie, kennissen, kringloopwinkel of marktplaats.nl (etc) is een adequate en toereikende oplossing voor de bijstand. Als de verhuizing voortkomt uit onvoorzienbare omstandigheden en medische noodzaak is de WMO in enkele gevallen een passende en toereikende voorliggende voorziening. Paragraaf 2.2.5.5: Vermogen Als de banksaldi (inclusief spaar- en internetrekeningen), op het moment van de aanvraag, hoger zijn dan het totaalbedrag van de maandelijkse vaste lasten, dan het van toepassing zijnde vrij te laten bescheiden vermogen (artikel 34 WWB) wordt het meerdere geacht te zijn bedoeld voor reservering voor de kosten waarvoor bijstand wordt gevraagd. Dit oververmogen boven de vrijlatingsgrens kan bijvoorbeeld ontstaan door een uiterst sobere levensstijl en het daardoor sparen uit de uitkering. Belanghebbende kan desgewenst verzocht worden om uit te leggen waarom dat bedrag niet aangewend kan worden terwijl er wel een aanvraag bijzondere bijstand wordt ingediend. Paragraaf 2.2.5.6:
Noodzakelijke verhuizing is geen indicatie voor bijzondere bijstandsverlening
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.2.5.7: Geen wijzigingen.
Kosten eerste woninginrichting
Paragraaf 2.2.5.8: Wanneer is bijzondere bijstand wel mogelijk Bijzondere bijstandsverlening kan wel bij duurzame (echt)scheiding. Als bijstand voor woninginrichting in verband met (echt)scheiding noodzakelijk is, wordt van belanghebbende verwacht dat hij/zij tenminste de helft van de gezamenlijke inboedel opeist. Zijn er kinderen die in de echtscheiding betrokken worden dan kan er een redelijke verhouding in de te verdelen boedel verwacht worden die in overeenstemming is met het aantal betrokken personen. In geval van een boedeldeling bij helfte wordt doorgaans niet meer dan de helft van het maximum bedrag voor woninginrichting in de bijzondere bijstand in aanmerking genomen.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 13 van 15
Ook hier geldt dat de kredietbank een voorliggende voorziening is als deze door middel van een geldlening volledig in de noodzakelijke kosten kan voorzien. Is dit niet het geval dan is de kredietbank geen voorliggende voorziening en wordt het volledige bedrag als bijzondere bijstand verstrekt. Dit om te voorkomen dat de klant en bij de kredietbank moet aanvragen en voor het restantbedrag een aanvraag voor bijzondere bijstand moet indienen. Aflossing van deze lening bedraagt 6% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm inclusief VT. De lening wordt in maximaal 36 aaneengesloten maanden terugbetaald. Het eventuele restantsaldo na 36 aflossingstermijnen wordt omgezet naar een “om niet” verstrekking mits aan strikte nakoming van de aflossingsverplichting gedurende 36 maanden is voldaan. Tevens moet rekening gehouden worden met de vermogensgrenzen (zie paragraaf 2.2.5.5.) De hoogte van de bijzondere bijstand voor woninginrichting is maximaal € 3.500,00 voor een alleenstaande of echtpaar en voor elk kind € 1.000,00 extra. Paragraaf 2.2.5.9: Voormalig asielzoekers Als een voormalig asielzoeker een woning of een kamer krijgt kan bijzondere bijstand verstrekt worden voor noodzakelijke woninginrichting. Het krijgen van een woning of kamer moet dan rechtstreeks voortvloeien uit de verkregen verblijfsstatus. Daarvan kan, behoudens uitzonderingssituaties, slechts éénmaal sprake zijn. Tot de uitzonderingssituaties wordt gerekend dat statusverkrijging van twee partners of gehuwden niet samenvalt waardoor een volgende verhuizing zich onvoorzien opdringt. Er is sprake van kamerbewoning als meerdere personen (die geen gezamenlijke huishouding voeren) in één woning wonen. De hoogte van de bijzondere bijstand voor woninginrichting is maximaal € 3.500,00 voor een alleenstaande of echtpaar en voor elk kind € 1.000,00 extra. Paragraaf 2.2.5.10:
Bijstand mogelijk als sprake is van overige bijzondere omstandigheden
Geen wijzigingen. Paragraaf 2.2.5 11: Geen wijzigingen.
Tekortschietend besef van verantwoordelijkheid
Paragraaf 2.2.5.12 Geen wijzigingen.
Bijstand verstrekken als geldlening
Paragraaf 2.2.5.13: Geen wijzigingen.
Bescherming tegen beslag door de deurwaarder
Paragraaf 2.2.6 Geen wijzigingen.
Bijzondere periodieke bijstand voormalige alleenstaande ouders
Paragraaf 2.2.7 Gedwongen opnamen en verblijf in inrichting Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.8 Geen wijzigingen.
Jong meerderjarigen, toeslag levensonderhoud
Paragraaf 2.2.9 Geen wijzigingen.
Kosten krediethypotheek
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 14 van 15
Paragraaf 2.2.10 Geen wijzigingen.
LBIO bijdrage
Paragraaf 2.2.11 Mentorschap Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.12
Rreiskosten stage/opleiding tot 18 jr/woon-werk verkeer en bezoek aan gedetineerde/zieke familieleden Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.13 Schulden Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.14 Uitvaartkosten Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.2.15 Verblijfsvergunningen (legeskosten en reiskosten) Voor vreemdelingen die beschikken over een voor de bijstand geldige verblijfstitel is bijzondere bijstand voor de (leges)kosten van verlenging of wijziging van de verblijfsvergunning niet mogelijk. De (leges)kosten voor naturalisatie worden niet aangemerkt als noodzakelijke kosten. Voor de kosten van een eerste aanvraag tot verblijf wordt geen bijstand verstrekt omdat de aanvrager dan (nog) niet tot de kring van rechthebbenden behoort. Aanvragen voor legeskosten ten behoeve van meerderjarige kinderen wordt afgewezen omdat dit geen (voor de aanvrager) noodzakelijke kosten zijn. Wel is bijzondere bijstand mogelijk voor legeskosten eerste aanvraag tot verblijf voor minderjarige kinderen die verblijven bij een ouder/ouders met een verblijfsvergunning. Ook de reiskosten verbonden aan het verplicht ophalen bij eerste- dan wel verlenging van de verblijfsvergunning voor minderjarige kinderen komen voor bijzondere bijstand in aanmerking. Het gaat dan om de reiskosten van het minderjarig kind en de begeleidende ouder(s) op basis van de kosten van het openbaar vervoer dan wel bij reizen met eigen vervoer € 0,19 km. Zie voorts paragraaf 2.1.4.17. Paragraaf 2.2.16 Woonkostentoeslag Alleen tekstuele wijziging. Paragraaf 2.3 Onvoorziene situaties In gevallen waarin bovenstaande artikelen van deze Nota Minimabeleid Gemeente Menterwolde 2013 niet voorzien, beslist het college. Geen wijzigingen.
MINIMABELEID Menterwolde Pagina 15 van 15