Beleidsplan Mantelzorg
Opsteller: Golein Klein Bramel Versie: 1 december 2010
Beleidsplan Mantelzorg
Inhoudsopgave
INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 2 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 3 1.
WAT IS MANTELZORG?........................................................................................................................... 3
2.
VISIE OP MANTELZORG .......................................................................................................................... 4
3.
WAT KUNNEN MANTELZORGERS VERWACHTEN VAN VECHT EN IJSSEL .................................................. 4
4.
VERWACHTINGEN EN GRENZEN ............................................................................................................. 5
5.
WAARBIJ WORDEN MANTELZORGERS NOG MEER ONDERSTEUND? ..................................................... 6
6.
RANDVOORWAARDEN OM TE KOMEN TOT SAMENWERKINGSAFSPRAKEN TUSSEN DE MEDEWERKERS EN MANTELZORGER ............................................................................................................................... 7
7.
WAT DOET VECHT EN IJSSEL OM DE SAMENWERKING MET MANTELZORGERS TE VERBETEREN? ........... 8
Versie 1.0
2
Beleidsplan Mantelzorg
Inleiding Waar en hoe mensen ook wonen en leven, er kan een moment komen dat ondersteuning wenselijk is, bijvoorbeeld bij dagelijkse activiteiten, begeleiding, verzorging of verpleging. Dat kan thuis of op een plaats met meer bescherming en begeleiding. Vecht en IJssel is dé dienstverlener in wonen, welzijn en zorg in de regio Utrecht en IJsselstein. De zorg en betrokkenheid die mantelzorgers ervaren en voelen ten opzichte van hun dierbare, stopt niet na de verhuizing naar een van de woonzorgcentra van Vecht en IJssel. Het belang van de mantelzorger wordt erkend door Vecht en IJssel. Een oriëntatie op de betekenis van de mantelzorg heeft geleid tot het vaststellen van een visie op mantelzorg. Hierin wordt aangegeven dat de rol van de mantelzorg het welzijn van de cliënt bevordert en dat het betekent dat er een samenspel tussen, cliënt, mantelzorger en medewerker gewenst en noodzakelijk is. Op het gebied van mantelzorgers zijn voor 2011 en verder daarom twee duidelijke doelstellingen geformuleerd: 1. het vergroten van de betrokkenheid van de mantelzorger bij de organisatie; 2. het verbeteren van de samenwerking tussen mantelzorgers en medewerkers. Deze doelen zijn geformuleerd vanuit de overtuiging dat een nauwere samenwerking tussen medewerkers van Vecht en IJssel en mantelzorgers, leidt tot een passend aanbod in welzijn en zorg omdat beter aangesloten kan worden op de wens en behoefte van de cliënt en van de mantelzorger. Ten tweede is de verwachting dat een betere samenwerking leidt tot meer wederzijds begrip tussen medewerker en mantelzorger en een betere inschatting van de mogelijkheden en beperkingen van de mantelzorger door de medewerker. Hierdoor kunnen knelpunten bij de mantelzorger eerder worden herkend én kan optimaal gebruik worden gemaakt van de inzet van mantelzorgers ten behoeve van cliënten van Vecht en IJssel.
1. Wat is mantelzorg? Mantelzorg is de zorg die iemand vrijwillig geeft aan een hulpbehoevende persoon/dierbare, zonder tegenprestatie. Het is de zorg die niet door professionele krachten gedaan wordt. Het is de zorg die onvermijdelijk is, waar je instapt omdat de betrokken persoon/dierbare iets is overkomen. Mantelzorgers kunnen familieleden zijn, 1e contactpersonen of vrijwilligers, maar ook buren, vrienden, leden uit kerken en andere sociale netwerken.
Versie 1.0
3
Beleidsplan Mantelzorg
2. Visie op mantelzorg Vanaf het eerste contact met potentiële cliënten wordt de mantelzorger direct betrokken in de ondersteuning van de cliënt. De ondersteuning bestaat vooral uit emotionele ondersteuning, huishoudelijke hulp, persoonlijke verzorging en materiële ondersteuning (vervoer, administratie etc.). We zien mantelzorg als een middel om het welbevinden van de cliënt te bevorderen. We ervaren mantelzorgers als een meerwaarde en niet als concurrent; zij maken deel uit van het netwerk rondom de cliënt. Er is een samenspel tussen cliënt, mantelzorger en medewerker. De mantelzorger en medewerker vullen elkaar aan en dit komt ten goede aan de kwaliteit van leven van de cliënt.
3. Wat kunnen mantelzorgers verwachten van Vecht en IJssel Dienstverleners in de zorg en mantelzorgers hebben allebei een andere achtergrond maar met een gemeenschappelijk belang, namelijk een zo optimaal mogelijke dienstverlening voor de cliënt, hun dierbare. De medewerkers hebben de taak om de relatie cliënt - mantelzorger en hulpverlener als een samenspel in te kleuren zonder het belang van de cliënt uit het oog te verliezen. Er dient rekening gehouden te worden met de vele verschillen in de mogelijkheden van mantelzorgers en bereidheid om mantelzorg te blijven geven. Dit is afhankelijk van de relatie tussen mantelzorger met de cliënt, normen en waarden, cultuur, omstandigheden en maatschappelijke rollen. Bij de allereerste gesprekken met (potentiële)cliënten en hun mantelzorger, zullen wij het belang van de mantelzorger over het voetlicht brengen en nagaan welke mogelijkheden deze heeft om onderdeel te blijven uitmaken van de leefeenheid van de cliënt als hij/zij gaat wonen in een woonzorgcentrum. Hierbij wordt uitgegaan van respect en erkenning voor de rol van de mantelzorger: De mantelzorger is in de eerste plaats partner, kind of heeft een andere relatie met de cliënt. De mantelzorger heeft een eigen levenspatroon. De mantelzorger is in de meeste gevallen de ervaringsdeskundige op het gebied van de behoeften van de cliënt. Bij vermindering van de regiefunctie van de cliënt, zal de mantelzorger de cliënt vertegenwoordigen.
Versie 1.0
4
Beleidsplan Mantelzorg
De mantelzorger is een gelijkwaardige gesprekspartner ten behoeve van de dienstverlening van de cliënt. Vragen en opmerkingen over de dienstverlening aan de cliënt, worden als uiting van bezorgdheid en betrokkenheid gezien door de medewerkers en niet vanuit bemoeizucht of een gebrekkige verwerking van de veranderende situatie. De volgende factoren kunnen betrokken worden in het contact met de mantelzorger: wie zijn de mantelzorgers (familieleden, buren, vrienden, leden uit de kerkgemeenschap of anderen uit het sociale netwerk); beschikbare tijd; mobiliteit van de mantelzorgers; geografische afstand; fysieke en mentale gesteldheid; gewoonten; cultuur; aard en kwaliteit van de relatie tussen mantelzorger(s) en cliënt (is de relatie verstoord heeft het geen zin veel energie te stoppen in het vragen van een bijdrage aan het welzijn van de cliënt).
4. Verwachtingen en grenzen Als cliënten zich (evt. via een contactpersoon) aanmelden bij Vecht en IJssel, vinden de eerste gesprekken over het algemeen plaats met een zorgbemiddelaar. Als cliënten op een van de locaties van Vecht en IJssel komen wonen, volgen gesprekken tussen de cliënt, de mantelzorger(s) (eerste contactpersoon) en de Eerstverantwoordelijke Welzijn en Zorg (EWZ). In deze gesprekken worden betrokkenen geïnformeerd over het feit dat de indicatie voor de dienstverlening, het Zorg Zwaarte Pakket (ZZP) leidend is voor de ondersteuning bij de cliëntbehoefte. Deze wordt in beeld gebracht. Er wordt vraaggericht gewerkt. Dit betekent dat wordt gekeken naar de mogelijkheden die cliënt, mantelzorger en medewerker hebben om de vraag van de cliënt te beantwoorden. Op basis daarvan, worden afspraken gemaakt. De gemaakte afspraken over de ondersteuning en begeleiding aan de cliënt, worden vervolgens vastgelegd in het zorgleefplan. De cliënt en mantelzorger worden geïnformeerd over de werkwijze indien de cliëntbehoefte wijzigt en hiervoor een herindicatie noodzakelijk is. Ook wordt de grens aangegeven van de mogelijkheden die het woonzorgcentrum heeft. Afhankelijk van de zorgzwaarte, aangegeven in het geïndiceerde Zorg Zwaarte Pakket, kan verhuizing naar een speciale afdeling, verpleeghuis of andere voorziening noodzakelijk zijn.
Versie 1.0
5
Beleidsplan Mantelzorg
Duidelijkheid wordt gegeven over welke taken door de medewerkers verricht worden en welke taken de mantelzorgers kunnen/willen (blijven) oppakken. Deze afspraken hoeven niet gelijk bij inhuizing vast te worden gelegd en kunnen naar behoefte van cliënt en mantelzorger in overleg met de EWZ worden aangepast. We willen mantelzorgers, wanneer daar behoefte aan is, in de eerste periode na inhuizing, de ruimte geven om een bepaalde periode afstand te nemen van de taken. Er kan sprake zijn van overbelasting. Deze taken worden door de EWZ in afstemming met de mantelzorg en cliënt, vanuit hun “nieuwe rol” als mantelzorger vastgelegd in het zorgleefplan. Om tot afspraken met de mantelzorger te komen, is het van belang dat de medewerker ruimte biedt voor de mantelzorger om te kiezen welke taken zij/hij kan uitvoeren. Het opdringen van taken werkt belemmerend. Omdat situaties sterk verschillen, moet het maken van afspraken met een mantelzorger flexibel zijn. De mantelzorger en medewerker spreken elkaar aan op gemaakte afspraken en verwachtingen. De aard van de relatie met de mantelzorger, dient hierbij in acht te worden genomen.
5. Waarbij worden mantelzorgers nog meer ondersteund? informatie over ziektebeelden (o.a. dementie), informatie over tiltechnieken of wondverzorging, informatie over het zorgleefplan en toegang tot het cliëntdossier, informatie over de gang van zaken in het woonzorgcentrum (o.a. aanbod van diensten van allerlei voorzieningen, activiteiten, deskundigen en de restaurantvoorziening); adviezen worden gegeven voor wat betreft inrichting van het appartement in relatie tot veiligheid van de cliënt; de medewerkers kunnen de mantelzorger emotioneel ondersteunen door oog en oor te hebben voor wat er speelt in het leven van alledag. Dat kan bestaan uit begrip te hebben voor het feit dat de mantelzorger aan zichzelf mag denken zonder schuldgevoelens; bij ernstige sociale of emotionele problemen, zijn gespecialiseerde dienstverleners aangewezen (bijvoorbeeld: algemeen maatschappelijk werk, psycholoog of medewerkers van een steunpunt mantelzorg); behalve individuele ondersteuning, kan ook collectieve ondersteuning worden geboden, bijvoorbeeld door het organiseren van een gespreksgroep in de vorm van lotgenotencontact, bij de woonzorgorganisatie of elders of in samenwerking met een deskundige organisatie op het gebied van mantelzorg, bijvoorbeeld het Steunpunt Mantelzorg Utrecht.
Versie 1.0
6
Beleidsplan Mantelzorg
6. Randvoorwaarden om te komen tot samenwerkingsafspraken tussen de medewerkers en mantelzorger Het opbouwen van een vertrouwensrelatie tussen de mantelzorger en EWZ en teamleden op basis van respect voor de rol van de mantelzorger. Het contact verloopt via de EWZ, die direct betrokken en bekend is bij de start van de dienstverlening aan de cliënt. Bereikbaarheid van de EWZ; aangeven op welke tijdstip hij/zij het beste is te bereiken (visitekaartje van EWZ overhandigen aan cliënt en mantelzorger). Aangeven wie bij afwezigheid de vervanging op zich neemt. Het contact met de mantelzorger en EWZ vindt plaats op vastgestelde momenten met een bepaalde frequentie; bij het intakegesprek, bij de start van de dienstverlening, enkele weken na inhuizing, tijdens een multi disciplinair overleg, op verzoek van de mantelzorger of na beëindiging van de dienstverlening (verhuizing cliënt of overlijden). De mantelzorger krijgt ruimte voor overleg. De mantelzorger heeft inspraak en is betrokken bij het maken van het zorgleefplan. De mantelzorger heeft de mogelijkheid informatie, relevant voor het welzijn van de cliënt, te bespreken met de EWZ of een andere betrokken dienstverlener. Flexibel overnemen door medewerkers van taken van de mantelzorg als zij/hij tijdelijk afwezig is of bespreken wie de taken over kan nemen. Regels over mogelijkheden en betaling voor gebruik thee/koffie/maaltijden/logeermogelijkheden door mantelzorger en consequente toepassing daarvan. Beschikbaarheid van alarmering in geval van nood. De mantelzorger is geïnformeerd over het gegeven dat het “leven van de cliënt/dierbare” in een woonzorgcentrum gewoon doorgaat en de regie over dit leven in handen is van de cliënt, daar waar nodig met behulp van mantelzorger. De cliënt en mantelzorger zijn geïnformeerd over het blijven uitvoeren van taken die de cliënt zelf kan. Medewerkers en mantelzorger zullen dit stimuleren. De mantelzorger die de cliënt bezoekt, laat het appartement in een opgeruimde staat achter.
Versie 1.0
7
Beleidsplan Mantelzorg
Afspraken naar aanleiding van contact met de mantelzorger die betrekking hebben op de dienstverlening van de cliënt, worden vastgelegd in het zorgleefplan. Indien er geen sprake is van een mantelzorger, gaat de EWZ samen met de cliënt op zoek naar mogelijkheden door bijvoorbeeld extra inzet van een vrijwilliger of indien sprake is van het verlies van regie over het eigen leven, wordt deskundige hulp gezocht of een consult gevraagd aan de zorgbemiddelaar om met een zaakwaarnemer of bewindvoerder te werken. Het is van belang dat in alle gevallen afspraken en/of gesprekken altijd met instemming van de cliënt plaatsvinden.
7. Wat doet Vecht en IJssel om de samenwerking met mantelzorgers te verbeteren? Binnen Vecht en IJssel is al enige tijd aandacht voor het verbeteren van de samenwerking met mantelzorgers. Er zijn al verschillende activiteiten ondernomen die daar toe bij moeten dragen. Zo worden er regelmatig avonden voor mantelzorgers georganiseerd. Bijvoorbeeld in het kader van de dag van de mantelzorg. Maar ook per team worden bijeenkomsten met mantelzorgers georganiseerd, waarin thema’s naar voren komen die specifiek voor dat team van belang zijn. De Staffunctionaris Welzijn van Vecht en IJssel heeft mantelzorg als een van haar aandachtsgebieden. Zij zet het onderwerp organisatie breed op de agenda. De plannen op het gebied van mantelzorg, worden in het jaarplan van de Staffunctionaris Welzijn omschreven en elk kwartaal geëvalueerd. Voor 2011 staan verschillende activiteiten op de agenda die de samenwerking met mantelzorgers moeten verbeteren en er aan bijdragen dat er binnen de organisatie wordt gewerkt volgens de visie de Vecht en IJssel heeft op mantelzorg. Het gaat dan om het volgende: Opstarten werkgroep mantelzorg extra- én intramuraal (Vecht en IJssel breed). Momenteel is op de locatie Ewoud een werkgroep mantelzorg actief. Vanaf het najaar van 2011 zal hier ook op de andere 2 locaties mee worden gestart. Organiseren van bijeenkomsten met mantelzorgers op teamniveau in het najaar van 2011 en daarna minimaal 1 maal per jaar. Een inventarisatie van feedback en ideeën voor verbetering van mantelzorgers die op de bijeenkomsten met mantelzorgers per team zijn
Versie 1.0
8
Beleidsplan Mantelzorg
verzameld (door staffunctionaris Welzijn). Vervolgens acties uitzetten voor verbetering (uitvoering vanaf najaar 2011). Training van medewerkers uit de teams Welzijn en Zorg om samenwerking met mantelzorgers te verbeteren. De training wordt georganiseerd in samenwerking met een extern trainingsbureau en het Steunpunt Mantelzorg Utrecht. De eerste training zal plaatvinden in het voorjaar van 2012, daarna volgt een vervolg. Training van de zorgbemiddelaars door medewerkers van het Steunpunt Mantelzorg Utrecht. De training is gericht op het vergroten van kennis bij zorgbemiddelaars over verwijsmogelijkheden voor mantelzorgers (die bijvoorbeeld overbelast dreigen te raken) én op het verbeteren van de samenwerking tussen zorgbemiddelaar en mantelzorger. Aanpassen intake voor zorgbemiddelaars en EWZ (Eerstverantwoordelijke Welzijn en Zorg) zowel intra- als extramuraal. Door tijdens de intake op een zorgvuldige manier aandacht te besteden aan de situatie van de mantelzorger en duidelijke te zijn over de wederzijdse verwachtingen, verwachten we de samenwerking tussen medewerker en mantelzorger te verbeteren (uitvoering eind 2011).
Versie 1.0
9