SCAD Cursusboek
Belangrijke opmerking: Alle technische gegevens en programma’s in dit boek werden door de auteurs met de grootste zorgvuldigheid verzameld en samengesteld en na een grondige controle geproduceerd. Toch zijn fouten niet helemaal uitgesloten. AniVizzion ziet zich daarom gedwongen er op te wijzen dat zij noch garantie noch juridische verantwoording of enige andere vorm van aansprakelijkheid op zich neemt voor gevolgen die op foute informatie berusten. Voor het doorgeven van eventuele fouten zijn de auteurs altijd dankbaar. Wij wijzen erop dat de in dit boek genoemde soft- en hardware benamingen en merknamen van de betreffende firma’s over het algemeen door fabrieksmerken, handelsmerken of patentrechten beschermd zijn. S-CAD is een product van: AniVizzion Melkvonder 7 7071AN Ulft tel 0315 820205 e-mail
[email protected] Cursusboek S-CAD algemeen 4e druk 2010 Verantwoording: Tekst & illustraties: Software en menuafbeeldingen:
AniVizzion AniVizzion
© 2000 AniVizzion Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband, elektronisch of op welke andere wijze dan ook en evenmin in een retrieval systeem worden opgeslagen, zonder schriftelijke toestemming van AniVizzion
Cursus handboek S-CAD
Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1 INLEIDING INLEIDING ................................................................ ................................................................................................ ................................................................... ................................... 5 1.1
HET BESTANDEN ROLMENU. ............................................................................................. 6
1.2
EEN NIEUWE TEKENING OPZETTEN. ...................................................................................... 7
1.3
INSTELLEN VAN SCAD .................................................................................................. 10
1.4
TEKENHULPMIDDELEN ................................................................................................... 12
HOOFDSTUK 2 TEKENEN ................................................................ ................................................................................................ .................................................................. .................................. 14 2.1
RECHTHOEKEN. ........................................................................................................... 14
2.2
LIJNEN....................................................................................................................... 14
2.2.2 2.2.3 2.2.4
Polaire ingave (lengte & hoek) .......................................................................... 15 Relatieve ingave (Hoz, Vert) .............................................................................. 15 Absolute ingave (Hoz, Vert) .............................................................................. 15
HOOFDSTUK 3 BEWERKEN ................................................................ ................................................................................................ ................................................................ 18 3.1
WIJZIGEN ................................................................................................................... 18
3.2
VERPLAATSEN/KOPIËREN ............................................................................................... 19
3.3
VERSCHALEN .............................................................................................................. 20
HOOFDSTUK 4 HET AFDRUKKEN AFDRUKKEN IN SCAD ................................................................ ......................................................................... ......................................... 21 4.1
MOGELIJKHEDEN: ......................................................................................................... 22
4.1.1 4.1.2 4.1.3 4.1.4
Print Pagina op Schaal: ..................................................................................... 22 Print Limieten op Schaal: .................................................................................. 22 Print scherm op Schaal: .................................................................................... 23 Print Raam op Schaal: ....................................................................................... 23
HOOFDSTUK HOOFDSTUK 5 OPDRACHT ................................................................ ............................................................................................... ............................................................... 25 HOOFDSTUK 6 3D ................................................................ ................................................................................................ ............................................................................ ............................................ 29 6.1
DE PILAAR ................................................................................................................. 29
6.1.1 6.1.2 6.1.3 6.1.4 6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.2
Eerst een goede fundering................................................................................ 29 Maak alles Dikker ............................................................................................. 30 Dik, Dikker Dikst .............................................................................................. 30 Het Juiste Niveau .............................................................................................. 30 De Verjongingskuur.......................................................................................... 31 Het Puntje op de i ............................................................................................. 31 Symbool of groep maken .................................................................................. 32
HET TEMPELDAK .......................................................................................................... 33
6.2.1 6.2.2 6.2.3 6.2.4 6.2.5
De omtrek ........................................................................................................ 33 Omtrek wordt rand ........................................................................................... 33 Drie-dimensionaal ............................................................................................ 34 Het binnenste wat hoger .................................................................................. 34 Tekst ................................................................................................................ 34
pagina 3
Cursus handboek S-CAD 6.3
HET SAMENSTELLEN VAN DE TWEE VERSCHILLENDE TEKENINGEN............................................... 36
HOOFDSTUK 7 2D EXPRESSIE EXPRESSIE ................................................................ ............................................................................................ ............................................................ 37 7.1
MENU 2D EXPRESSIE ..................................................................................................... 37
7.2
MAKEN 2D IMPRESSIE ................................................................................................... 38
7.3
VERVERSEN 2D IMPRESSIE .............................................................................................. 38
7.4
VOOR- EN ZIJAANZICHTEN ............................................................................................. 38
pagina 4
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 1 Inleiding Dit boek is een algemene cursushandleiding. Na het doorlopen van dit boek en zelfstandig maken van de aanwezige opdrachten bent u in staat 2D en 3D werktekeningen en/of presentaties te maken. Voor het goed kunnen begrijpen van dit cursus handboek en de bijbehorende scholing is een zekere basiskennis vereist. Er wordt vanuit gegaan dat u over de volgende kennis bezit: •
specifieke computertermen zoals directory, folder, bestand, filenaam en extensie. Ook mogen cd-rom, harddisk, monitor, keyboard en muis geen onbekende begrippen zijn.
•
het kopiëren en een back-up maken van bestanden.
•
basishandelingen uitvoeren in WindowsXP/Vista/7, zoals het starten van applicaties, openen en bewaren van documenten in een applicatie.
Dit handboek is gebaseerd op SCAD versie 7.x voor Windows. Het is niet uitgesloten dat bepaalde functies kunnen wijzigen in nieuwere versies. Voor mogelijke verschillen kan men in de on-line Help van het programma kijken. Of contact opnemen met de support afdeling van AniVizzion.
pagina 5
Cursus handboek S-CAD
1.1 Het Bestanden Rolmenu. Rolmenu. Om gemakkelijk met SCAD te kunnen werken dient men op de hoogte te zijn van de belangrijkste commando’s om werk op te vragen dan wel te bewaren. Op het moment dat er een tekening zal worden geopend, zal het eventueel op het scherm bestaande werk verloren gaan. Daarom zal deze onderstaande melding verschijnen:
Nieuwe Tekening Het starten van een nieuwe tekening. De nieuwe tekening is een lege tekening, A3 schaal 1:1 of een speciale hiervoor bewaarde andere tekening zijn. Ook bij dit commando krijgt men de bovenstaande melding.
Open Tekening Hiermee kan een bestaande tekening van disk worden geopend. Het volgende menu zal verschijnen: De drie kollommen vertegenwoordigen elk een belangrijk element van een locatie van een tekening. Diskdrive, Map (sub-directory) en de bestandsnaam. De lijst staat standaard op naam gesorteerd, en de gewenste bestandsnaam kan direct worden ingetoetst of worden aangeklikt in de meest rechter kolom. Om het zoeken naar het bestand te vergemakkelijken kan er eventueel op de knopjes ‘Info’, Iconen of omschrijving geklikt worden.
pagina 6
Cursus handboek S-CAD
Opslaan Tekening Met dit commando wordt de tekening opgeslagen volgens de reeds bekende naamvoering, tenzij dit een nieuwe tekening betreft. Bij een nieuwe tekening gebruikt men altijd ‘Opslaan als’, zodat er een naam kan worden ingegeven.
Opslaan als… Met dit commando kan de tekening opgeslagen worden onder een zelf in te geven naam. Het menu wat verschijnt heeft veel weg van dat van ‘Open tekening’. De opgeslagen tekeningen behoeven alleen te worden voorzien van een ‘voornaam’ die maximaal 128 letters (A-Z, 0-9) lang mag zijn. (dit is inclusief het pad c:\..) De ‘achternaam’ (extensie) van de tekening zal automatisch aan de bestandsnaam worden toegevoegd, namelijk ‘.SCD’. Iedere daaropvolgende keer dat er bewaard wordt onder deze zelfde naam, zal betekenen dat de vorige versie van deze tekening zal worden vernoemd naar een bestand met de extensie ‘.BAK’ (back-up) zodat abusievelijk overschreven bestanden nog terug kunnen worden gehaald. Houd rekening met het feit dat dit alleen met de voorlaatste tekening te doen is, en niet met voorgaande (vroegere) tekeningen. Moet de oude, bestaande naam worden ingegeven, dan kan eenvoudig de ‘OK’ knop worden aangeklikt. De oude naam verschijnt dan in het invoer venster, terwijl deze nog is te wijzigen. Een tweede keer op ‘OK’ (of enter) ter bevestiging zal de tekening daadwerkelijk bewaren.
Afsluiten Hiermee wordt het programma afgesloten. Alle reeds gemaakt instellingen zullen bewaard worden. Mocht de tekening nog niet bewaard zijn, dan zal men hierover een melding krijgen plus de mogelijkheid krijgen dat alsnog te doen.
1.2 Een nieuwe tekening opzetten. Welke eenheden? Het instellen van de gewenste eenheid kan gebeuren door op het knopje uiterst rechts onder in het scherm te klikken, waar de huidige ingestelde eenheid staat. Werkt men in uw bedrijf het meeste met centimeters, dan kunt u ook het beste deze eenheid gebruiken in het CAD-programma. Houdt rekening dat getallen nooit behoeven te worden omgerekend in SCAD: werkt u in cm, en dient u opeens een vreemd getal in te voeren bijvoorbeeld 2450mm, dan kunt u dit gewoon doen met de eenheid mm erachter, SCAD zal dan automatisch de komma één positie verschuiven. Dit werkt ook met inches (“) en feet(‘) etc.
pagina 7
Cursus handboek S-CAD
Schaal Schaal Een groot voordeel van het werken met CAD is, dat men op schaal 1:1 kan werken. Dit houdt in dat bijvoorbeeld een gebouw van 12 meter lang en 8 meter breed ook daadwerkelijk op ware grootte kan worden ingetekend. Drukken we deze waarden uit in de door u gebruikte eenheid dan zal dat zijn: In cm: 1200 x 800 In mm: 12000 x 8000 Mochten we het bovenstaande gebouw invoeren in SCAD, dan zullen toch eerst een ruimte moeten creëren zodat het gebouw er ook in past. Tijdens het opzetten van een nieuwe tekening dient men altijd met het eindproduct in het oog te houden. Het eindproduct is vaak de helft van de grootte van de tekening, doordat we er ook vak nog extra aanzichten naast plaatsen, en dat samen wordt de PLOT. Een PLOT beslaat vaak twee maal de ruimte van een eindproduct, In ons voorbeeld moeten we dus (alleen de breedte) 12meter x 2=24 meter kunnen beslaan. Een plot is echter vaak op schaal (afwijkend van 1:1). Tevens kan men zich voorstellen dat een gebied van ongeveer 24 meter breed niet op een (bijvoorbeeld) A3 kan worden afgedrukt. De werkruimte binnen SCAD is dus een factor groter dan het papierformaat:
WERKRUIMTE= PAPIERFORMAAT X SCHAAL Voorbeeld:
21000
=
420 (A3) x 50
Het instellen van de werkruimte binnen SCAD doen we via het rolmenu Instellen,Pagina
instellingen Terwijl het papierformaat steeds gewisseld kan worden, wordt de werkruimte steeds gecalculeerd aan de hand van de schaal rechts onderaan. Kijk naar het beeldscherm. Er moet een lichtgestippelde rechthoek zichtbaar zijn, die de tekening rand voorstelt. Beweeg met het aanwijskruis door het scherm en kijk tegelijkertijd eens rechts onderin het scherm in het coördinaten venster.
pagina 8
Cursus handboek S-CAD De getallen die meelopen zijn de X- en Y waarde van waar het aanwijskruis zich bevindt.
Rand tekenvenster
Rechts-boven < 420,297> (mm)
Voorbeeld tekening limieten A3 (plotschaal) 1:1
Rand tekening
Links-onder < 0,0>
Tekening Oefening Tekeni ng formaat / limieten
1) maak een paginainstelling voor papierformaat A4 met een schaal 1:50 2) Teken nu een willekeurige cirkel op het scherm 3) verander deze pagina nu naar A0 1:10
pagina 9
Cursus handboek S-CAD
1.3 Instellen van SCAD De meeste instellingen zijn eenmalig, dat wil zeggen dat nadat ze eenmaal zijn ingesteld, ze niet meer hoeven te worden gewijzigd.
Schermopbouw Ook de schermopbouw behoeft weinig extra uitleg; de meeste dingen spreken voor zich. Controleer de instellingen van het hiernaast afgebeelde menu en neem ze over als deze iets anders zijn. Het belangrijkste is mogelijk dat de selectiebalk onderin wordt geplaatst. De optie ‘grote iconen’ kan worden aangezet bij hoge beeldscherm resoluties. Het Info scherm reserveert het rechter gedeelte van het scherm voor bibliotheken. U kunt deze toevoegen in de bibliotheek schermen (iconen menu).
Standaard (prototype) tekening Hier bepaalt men welke tekening er op het scherm komt wanneer we: -
de optie ‘nieuwe tekening’ aanklikken in het
-
het programma opstarten
Bestanden -rolmenu
Elke tekening kan hiervoor in aanmerking komen.
Het automatisch bewaren Het verdient aanbeveling om deze optie altijd aan te zetten, terwijl het interval kort kan worden gezet. Geef hier bijvoorbeeld 5 minuten op. Elke 5 minuten zal er dus een reserve kopie worden aangemaakt door het programma. Dit zal de performance van SCAD vrijwel niet nadelig beïnvloeden. Back up tekeningen zijn op te roepen met Bestanden, Laden Autosave.
pagina 10
Cursus handboek S-CAD
Voorkeuren instellen De opties zijn hieronder besproken: 1) Klikgeluid Geluid bij elke muisklik aan/uit. 2) Muisknop repeat De muis ingedrukt houden heeft gevolgen ja / nee 3) Paginaranden weergeven Dan kan het werkgebied herkend worden. 4) Plotgebied weergeven Twee extra rechthoeken (gestippeld) in de tekening, die het papierformaat voorstellen. 5) XYZ assen weergeven Met deze optie komen er drie extra lijnen in de oorsprong van de tekening. 6) Rapport evaluatiemodus Melding geven wanneer in evaluatiemodus werkt. 7) Genummerde pennen aan Is gemakkelijk om een bepaalde kleur te onthouden. 8) Vrij venster zoom aan Maakt het inzoomen met een venster gemakkelijker. Als het uit staat, heeft het venster waarmee kan inzoomen steeds een hoogte / breedte verhouding die gelijk is aan het tekenvenster waarin men werkt. Hoewel krachtig, is dit ook moeilijker om juist te zoomen. 9) Selecties herhalen aan Dit is voor PowerCAD2 gebruikers hetzelfde als ze gewend zijn. Nieuwe gebruikers vinden het wellicht handig om dit uit te zetten: Het zal ervoor zorgen dat een bepaald commando wordt opgeheven als men naast een object klikt. De PowerCAD2 gebruiker is gewend dat er dan een harde piep klinkt en er opnieuw zal worden gevraagd iets aan te wijzen. 10) Rapporteer tekeningfouten Geeft een melding wanneer er een tekenfout is gemaakt. 11) Geef details details als blok weer Maakt een tekening met veel details sneller door niet alles nauwkeurig weer te geven. 12) Gebruik Windows menu Gebruik het ‘standaard’ Windows menu bij bestand openen, opslaan, enz
pagina 11
Cursus handboek S-CAD
13) Teken pickbox Geeft een pickbox weer op de cursor 14) Cirkel geeft snappunt aan Een kleine cirkel geeft het snappunt aan. 15) Toon obj. Bij verpl./ kopieer. (niet in ucs) De objecten blijven zichtbaar tijdens het verplaatsen of kopiëren ervan. Behalve in het UCS aanzicht. 16) Verborgen objecten niet selecteren selecteren Objecten die niet zichtbaar zijn, of in een niet zichtbare laag staan worden niet geselecteerd met vensterselectie. 17) Toon tooltool-tips Wanneer de cursor op een knop wordt geplaatst verschijnt er een tool-tip. 18) Invoegen bestandsbestands-icoon Een schermafdruk wordt opgeslagen bij de tekening zodat bij openen een voorbeeld kan worden weergegeven. 19) Afbreken schermopbouw De schermopbouw kan worden onderbroken middels de ESC-toets. De selectie herkenning (highlighting) zal meestal gewisseld worden tussen de oude PowerCAD2 methode ‘gestippeld blok’ en een er zijn echter nog een aantal andere opties beschikbaar. Neem voor de kleur fel paars of een andere, sterk afstekende nooit in de tekening gebruikte kleur. De kleur optie is een gemakkelijke optie, omdat hiermee veel gemakkelijker een ingewikkelde selectie kan worden bekeken. Wel zal het toekennen van een kleur aan geselecteerde objecten nog wel eens tot vergissing kunnen leiden.
1.4 Tekenhulpmiddelen We hebben nu de instellingen van SCAD besproken, en het wordt nu tijd de belangrijkste tekenhulpmiddelen te bespreken.
Raster In SCAD hebben we één Raster waarvan we de tussenafstand zelf kunnen bepalen.
Rastersnap activeren
Het raster kan :
pagina 12
Cursus handboek S-CAD
NIET dominant zijn
men kan tussen de puntjes door bewegen met de kruisdraden.
WEL dominant zijn
men kan niet tussen de puntjes door bewegen met de kruisdraden.
Het raster wordt zichtbaar / onzichtbaar gemaakt met het onderste raster knopje rechts in het scherm.
Het Raster Instellen
Raster zichtbaar
De rasterafstand kan ook worden ingesteld door de Ctrl toets in te drukken en op hetzelfde knopje te klikken. Deze opties zijn natuurlijk snel, maar mogelijk vergeet men ze ook snel. Daarom is er nog een tweede mogelijkheid om dezelfde instellingen te doen met het knopje pijltje naar links:
SnapMenu
In het dan verschijnende menu bevindt zich ook de optie ‘Instellen raster’ Op de commandobalk zal om een nieuwe afstand worden gevraagd. Let echter even op de optiebalk, waar men kan bepalen welke afstand men wilt instellen:
In de hier afgebeelde optiebak staat de instelling op XYZ waarmee wordt bedoelt dat de ingegeven raster afstand (thans nog op 10,10,10) zowel voor X,Y als Z geldt. Mocht men een andere afstand in Y richting (vertikaal) willen ingeven dan de X richting (horizontaal), dan kan de optie X,Y worden geselecteerd.
De Orthogonale tekenmodus (Ortho) De Orhomodus, die eveneens aan- en uit geschakeld kan worden in het snapmenu, is een bijna onmisbare functie bij het tekenen van lijnen en vormen. De modus zorgt er voor dat de hoek van de lijnen altijd onder een veelvoud van 15° worden getrokken. Deze functie is praktisch gelijk aan wat we met een echte tekenhaak van een tekenmachine (tafel) kunnen doen bij het verdraaien. Het wordt zo veel gemakkelijker om uit het oog netjes lijnen te trekken.
15°
Let op! Het ingedrukt houden van de Ctrl -toets zal de modus tijdelijk uit (of aan)
15°
schakelen.
pagina 13
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 2 Tekenen 2.1 Rechthoeken. Rechthoeken zijn vaak de basis voor vele objecten, denk aan een wand, een tafelblad of een kolom. De grootte van een rechthoek wordt ingegeven na dat het eerste punt is ingevoerd: •
Klik rechthoek,
•
plaats het eerste punt,
•
geef de breedte in gevolgd door Enter,
•
geef de hoogte in gevolgd door Enter.
De grootte van de rechthoek is altijd te wijzigen door het te selecteren en onderin beeld de maten te veranderen.
2.2 Lijnen Klik op het Lijn Icoon. Kijk links onderaan bij de prompt: Daar staat “Eerste Punt:” Zet een willekeurig punt in de tekening. Nu is er een elastiek aan de pen zichtbaar, en er staat: “Tweede punt:” Zet nog een willekeurig punt in de tekening, en er staat een lijn. Op deze manier wordt een lijn dus volkomen willekeurig qua lengte en hoek getekend. Hieronder bespreken we de meest gebruikte ingave methode voor het Tweede punt in een lijn of lijnstuk.
pagina 14
Cursus handboek S-CAD
2.2.2
Polaire ingave (lengte & hoek)
P o l a i r e I n g a v e 6 0 ,3 0 °
Toets bij de vraag “Tweede punt :” een getal in dat de
B
lengte moet voorstellen. (gevolgd door een Enter) Nu is de elastiek een touwtje geworden (lengte is inmiddels bekend) en wordt er om de hoek gevraagd.
60
A
Klik (eventueel ortho gebruiken, wel of niet met de Ctrl toets ingedrukt) nu in het scherm om de hoek te geven, of toets de absolute hoek in (gevolgd door een Enter) 0 (een nul) betekend 0°, zie ook de tekening rechts.
2.2.3
Relatieve ingave (Hoz, Vert) Vert)
R e l a t i e v e i n g a v e 6 ,3
Klik bij de vraag “Tweede punt :” op het icoon
B
rechts in het scherm, of klik op het tabletvakje U13. Toets nu twee getallen in, gescheiden door een komma.
3
A
6
Het eerste getal staat voor de relatieve X-waarde, het tweede getal voor de relatieve Y-waarde. Met relatief wordt bedoeld de afstand t.o.v. het eerste punt. Houdt rekening dat de X,Y waarden óók negatieve waarden kunnen bevatten (zie figuur rechts); de X-waarde betekend dan naar links, de negatieve Y waarde zal ervoor zorgen dat
R e l a t i e v e i n g a v e 6 ,- 3 A 3
deze naar beneden gaat.
6
B
Een relatieve verplaatsing moet worden ingegeven NADAT er op het icoontje rechts op de SNAPKNOPPENBALK is geklikt. Overigens is er ook een soortgelijk commando om een punt relatief t.o.v. een ander (nog aan te wijzen) punt te plaatsen. (Rel Aan, op tablet coördinaat V13)
2.2.4
Absolute ingave (Hoz, Vert)
Ab s o l u t e I n g a v e 6 ,3 A
Als het ”relatief t.o.v. laatste punt” icoontje wordt vergeten zal de ingegeven X,Y als absoluut coördinaat worden begrepen, hetgeen het tweede punt op een volledig andere plaats zal plaatsen.
B 6
3
pagina 15
Cursus handboek S-CAD
Oefening Oefeni ng VORMEN tekenen:
In het hiernaast staande voorbeeld is een ruimte getekend waarvan de binnenmaten (cm) bekend zijn.. Werkmethode: Zet het aanzicht in PLAN (plattegrond). Klik op VORM (vakje V6 op tablet): Als eerste punt geeft u linksboven in de tekening een punt. Hierna wordt er om een volgend punt gevraagd, en er hangt een soort elastiek aan de pen. Toets de lengte van de betreffende lijn in: 550 en geef een ENTER. Nu is het elastiek veranderd in een touw, want de lengte is immers bepaald. Onderaan wordt nu gevraagd om een hoek: toets de hoek in: 0 gevolgd door een ENTER, of houdt de Ctrl toets ingedrukt bij plaatsen van het punt. Deze methode steeds herhalen bij elk nieuw lijnstukje totdat men rond is. n.b. Mocht ORTHO (U16) aan staan, dan kan natuurlijk ook de hoek op het scherm bepaald worden door gewoon te klikken met de pen. Iets fout gedaan? Een stap terug kan met de UNDO knop in de knoppenbalk. Wanneer men klaar is kan via sluit (op de selectiebalk) de vorm gesloten worden, of via de ESC- toets of OPHEFFEN (H21) gestopt worden. Opmerking: Teken altijd met de klok mee als er met SCAD later 3D muren van moeten worden gemaakt. Opdracht/Oefening:
a) Teken de eerder afgebeelde oefening over
Extra Extra oefening
b) Verander de tekening zo dat de 2 horizontale lijnen van elk 200cm linksonder, elk 230 cm worden. De muur links zal nu dus scheef gaan lopen. hint : Klik op de muur waarvan u de lengte wilt aanpassen en kijk naar de selectiebalk.
pagina 16
Cursus handboek S-CAD Aangezien we een vorm getekend hebben geeft de selectiebalk dit ook weer. Zorg ervoor dat de eindpunt snapmodus actief is. Klik daarna op Verplaatsen in de selectiebalk. Nu kunt u het hoekpunt selecteren wat verplaatst moet worden. Probeer dit maar eens, met UNDO kan het altijd weer hersteld worden. Het probleem is nu echter dat we het hoekpunt niet zomaar wat willen verplaatsen, maar 30 cm naar rechts. Dit kunt u precies zo bereiken door op verplaatsen te klikken, kies daarna de hoek, en terwijl de lijn aan de kruisdraden hangt, selecteer het “relatief aan” knopje op de snapknoppen balk (de pijl op de tekening). Nu kan er op de commando regel de relatieve afstand worden ingegeven. (in dit geval dus 30cm) Geef daarna enter om het hoekpunt nu 30 cm naar rechts te plaatsen. Klaar! (Wat zou er ingegeven moeten worden als het hoekpunt 30 cm omhoog had gemoeten ?)
pagina 17
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 3 Bewerken 3.1 Wijzigen Zoals we hebben gezien is het relatief makkelijk om lijnen te trekken. Ook het direct goed plaatsen is eenvoudig gemaakt door de zogenaamde snaps. Maar, ook al wordt het ons gemakkelijk gemaakt, natuurlijk willen we geplaatste objecten ook kunnen bewerken. SCAD werkt op een zogenaamde “object georiënteerde” manier om het bewerken van getekende objecten zo efficiënt mogelijk te maken. Als voorbeeld tekenen we respectievelijk een lijn, cirkel, boog en rechthoek op het scherm. Indien 1 van deze vier verschillende objecten geselecteerd is laat de selectiebalk automatisch de waarden zien die specifiek bij dit type object horen. Bij een cirkel wordt de straal vermeld, bij een lijn het eindpunt, de lengte, en de hoek, bij een vierkant de lengte en breedte, bij een ARC onder andere de straal, beginhoek, lengte van de getekende hoek. Controleer dus altijd eerst de attributen van een geselecteerd object als u iets wilt veranderen.
3.2 Selecteren Om een object te bewerken moeten we het selecteren. Dat kan door het simpelweg aan te klikken, maar wat als u meerdere objecten had willen hebben. Dat gaat met het venster commando. Als SCAD om een selectie vraagt klik dan eenmaal op de plek linksboven de objecten en eenmaal rechtsonder. Alle objecten die binnen de selectie rechthoek vallen worden geselecteerd. Als u van rechts naar links selecteert worden alle objecten die binnen op gedeeltelijk binnen de rechthoek vallen geselecteerd.
pagina 18
Cursus handboek S-CAD
3.3 Verplaatsen/Kopiëren Een van de meest gebruikte
handelingen is het verplaatsen van een tekenobject naar een andere schermlocatie. U klikt op Verplaats, selecteert het te verplaatsen object, en plaatst het waar u het hebben wilt. Simpeler kan het niet zou u zo denken, maar dat blijkt toch niet helemaal waar te zijn. Iets in 1 keer goed neerzetten kan toch wat meer voeten in de aarde hebben dan je zo zou verwachten…. Selecteer het rechthoek commando, en zet twee rechthoeken op het beeldscherm. Selecteer daarna het verplaats commando uit de toolbox links, selecteer een rechthoek, en zet het ergens anders neer. Als het goed is, is het u opgevallen dat a) De optiebalk een hoop opties biedt indien het verplaatsen commando geselecteerd is. (die we hier niet allemaal zullen behandelen), en b) het niet uitmaakt waar u op de rechthoek klikt , het referentiepunt (ook wel aangrijpingspunt) altijd op het als eerste getekende punt van de rechthoek zit.. Nu kunnen we het referentiepunt tijdelijk veranderen, zodat we controle over het te plaatsen object krijgen. Maar u kunt ook het verplaats commando van de rechtermuis toets gebruiken: Klik daarvoor met de rechter muistoets op de rechthoek en kies verplaatsen. Daarna wordt het aangrijpingspunt gevraagd. Meestal wordt dit gekozen met de SNAP aan. Zo kan dus een rechthoek ook met het midden van een zijde tegen een andere rechthoek worden geplaatst.
Vaak wordt een object een bepaalde afstand horizontaal of vertikaal verplaatst of gekopieerd. Doe dit met de blauwe en groene iconen in het rechter muistoets menu. De blauwe is voor verplaatsen, de groene (onderste) voor kopiëren. Klik met de rechtertoets op een object, kies kopiëren horizontaal
en geef de
afstand in. Direct na het verplaatsen kan middels nog een keer Enter geven een volgende kopie worden gemaakt op dezelfde afstand.
pagina 19
Cursus handboek S-CAD
De afstand is de hart op hart afstand, of de "zijkant naar zijkant" afstand. Het hele object wordt de opgegeven afstand verplaatst. Als u een bepaalde tussenruimte wilt moet u de afstand van het object plus de tussenruimte opgeven. In onderstaand voorbeeld dus 120 cm.
3.4 Verschalen Het verschalen van een reeds geplaatst object behoort ook tot het standaard repertoire. Plaats een rechthoek op de tekening, klik op verschalen, selecteer het te verschalen object, klik daarna naast het object. Deze is nu in verschaalmodus, beweeg de muis om te zien dat dit daadwerkelijk gebeurt. Klik daarna om de nieuwe afmeting te bevestigen. Deze manier is de zogenaamde “freehand” methode. Makkelijk, maar niet al te precies. Natuurlijk geldt ook voor verschalen dat het zo precies kan als u maar wenst. Klik nogmaals op verschaal, selecteer het te verschalen object, en kijk naar de optiebalk, en de prompt.
Normaal gesproken wordt op de commandoregel alleen de schaalfactor ingedeeld. Denk eraan dat SCAD kan rekenen : indien een lijn 15 cm is, en eigenlijk 25 cm zou moeten worden, vul dan 25/15 als schaalfactor in! Dit is vooral makkelijk als een tekening geïmporteerd is, en de schaal niet helemaal klopt, meet dan een lijn op, selecteer alle objecten, en verschaal deze naar de correcte waarde. Experimenteer zelf met de opties in de optiebalk.
pagina 20
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 4 Het afdrukken in SCAD Het afdrukken in SCAD is enigszins anders dan in andere Windows software, wat vaker voorkomt bij CAD programma’s. We hebben immers niet alleen te maken met simpel pagina’s afdrukken; we hebben hier ook te maken met aanzicht en schaal. Vandaar dat het printmenu in SCAD diverse opties kent om de tekening af te drukken. In dit hoofdstuk zullen we alle opties één voor één de revue laten passeren, eventueel verduidelijkt met afbeeldingen. Stel, we hebben een tekening gemaakt zoals in onderstaande afbeelding, terwijl we ook SCAD ook hebben verteld dat we een A4 tekening maken in tekeningschaal 1:50. (tekening formaat en schaal instellen via ShapeTools FORMAAT, of in versies 6.036 en hoger onder Tools, drawing manager, FORMAAT)
pagina 21
Cursus handboek S-CAD
We hebben in dit voorbeeld een laserprinterprinter tot onze beschikking die A4 aankan: in het printmenu klikken we op “configureer” om deze op “liggend” of “landscape” in te stellen. Het instelscherm (zie afbeelding) is verschillend bij elk soort printer. De optie “Staand” is alleen gebruikelijk als men daadwerkelijk een staande oriëntatie op het scherm heeft getekend.
4.1 Mogelijkheden: Er zijn verschillende mogelijkheden om af te drukken. De verschillende mogelijkheden worden hieronder behandeld.
4.1.1
Print Pagina op Schaal:
De optie zal het meest gebruikt worden. De afdruk wordt exact zoals aangegeven in het scherm, mits hier ook het juiste pagina formaat is ingesteld. (zie voorbeeld) De ingestelde schaal, 1:50, is vanzelfsprekend gebruikt.
4.1.2
Print Limieten op Schaal:
Hierbij wordt het midden van de gehele tekening midden op het papier geplaatst. Let dus op dat dingen die getekend zijn BUITEN de tekeninglimieten dit dus kunnen beinvloeden. Dit is natuurlijk wel een gemakkelijke optie als de getekende dingen dus exact in het midden van het papier moeten worden geplaatst.
pagina 22
Cursus handboek S-CAD
4.1.3
Print scherm op Schaal:
De instelling verschilt van de ‘pagina’ optie als men bijvoorbeeld ingezoomd staat op een specifieke plaats in de tekening. (zie voorbeeld)
4.1.4
Print Raam op Schaal:
Deze optie is bijzonder handig; in samenwerking met de gebruikte PrintSchaal (instelbaar in Printmenu) kan hiermee een detail aangewezen worden. Men ziet aan het aanwijskruis een gestippelde rechthoek, die hierna over de tekening bewogen kan worden. De rechthoek is als het ware een vooruitblik van het effectieve printgebied.
pagina 23
Cursus handboek S-CAD Een duidelijke toepassing van “Print Raam op Schaal” is de mogelijkheid om uitvergrotingen te printen op een exact ingegeven schaal: Klik in het printmenu op de gebruikte schaal, waarna het hier afgebeelde menu verschijnt. In dit voorbeeld zullen we 1:25 ingeven. (belangrijk: geef een ENTER na het ingeven van de schaal.
pagina 24
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 5 Opdracht Maak de onderstaande klok na. De oefening is niet makkelijk, maar als er rekening wordt gehouden met de hiervoor behandelde onderdelen(o.a., gebruik van snaps, referentiepunt veranderen) is het minder moeilijk dan het zo lijkt!. p.s. Om de klok te kunnen tekenen, worden er ook een paar opdrachten gebruikt die niet behandeld zijn. Deze zullen (kort) worden uitgelegd op het moment dat ze gebruikt moeten worden
p.s. De tweede klok kan binnen 30 seconden uit figuur 1 worden gemaakt!
pagina 25
Cursus handboek S-CAD Uitleg bij oefening (zie bijgeleverde tekeningen) 1-
Begin met een leeg scherm, schaal 1:50 Teken een cirkel met een straal van 2000 mm
2-
Teken 2 hulplijnen, die elkaar precies snijden in het midden van de cirkel. (Gebruik de eindpunt snap)
3-
Teken 2 cirkels van respectievelijk 150, en 250 mm in straal. (gebruikt de hulplijnen om de 2 cirkels hetzelfde middelpunt te geven als de grote cirkel) De hulplijnen zijn hier overigens niet per se voor nodig, er bestaat ook een middelpuntsnap voor cirkels, maar de lijnen zullen later goed bruikbaar zijn.
4-
Selecteer een “vorm”, en laat deze beginnen vanuit het middelpunt.
5-
De hoek die gemaakt wordt met de verticale lijn is willekeurig, verander van snapmodus (welke?), en plaats het tweede punt van de vorm AAN de verticale helplijn. Geef daarna <enter> om het tekenen van de vorm te beëindigen.
6-
Kies spiegelen, selecteer de vorm, en selecteer daarna de verticale helplijn als spiegelas.
7-
Teken op dezelfde manier de kleine wijzer
8-
De lijnen van de “grote” wijzer moeten nu van de buitenste cirkel tot het middelpunt worden afgeknipt. Hiervoor gebruiken we het knippen commando. Knippen : Na activering vraagt de commadoregel om de kniprand(en). Daarna vraagt SCAD welke lijn(en) er weggeknipt moeten worden. Ter verduidelijking: Teken 2 lijnen die elkaar snijden, selecteer 1 van beide lijnen als kniprand, en knip 1 van beide lijnstukken van de andere lijn weg. Voor de klok oefening geldt dus dat de grootste binnencirkel de kniprand is.
9-
Knip het stukje van de grootste binnencirkel weg, zodat de grote wijzer ”verbonden” wordt. Als kniprand gelden nu 2 lijnen, namelijk de lijnen van de grote wijzer. Deze bepalen namelijk tot waar in de cirkel geknipt moet worden. (gebruik venster selectie om deze twee knipranden in 1 keer te selecteren)
10 -
Knip de lijnen van de kleine wijzer vanaf de binkencirkel tot aan het middelpunt af.
11 -
Knip de binnencirkel op de juiste plaatsen, zodat de kleiner wijzer ”verbonden” is.
12 -
Zet de “12” op de juiste plaats. Selecteer tekst, arial, 15mm, gecentreerd, spiegeling mogelijk.
pagina 26
Cursus handboek S-CAD
Plaats de 12 ergens buiten de tekening, kies verplaats, en zet het referentiepunt op bovenaan, midden. Zorg dat eindpunt snap aanstaat, en plaats de 12 op de juiste plaats. 13 –
Kies circulair herhalen. Klik hierna op opties in de optiebalk
Vul de hierboven getoonde waarden in. De commandoregel vraagt nu welk object er herhaald moet worden, selecteer de ‘12’. Daarna wordt het middelpunt gevraagd. Zorg ervoor dat d.m.v. snaps het middelpunt van de cirkel gekozen wordt. 14 -
Nu moeten de getallen veranderd worden in de juiste waarden. Maar als u 1 van de getallen selecteert, merkt u dat alle getallen samen nog 1 object zijn (namelijk een circulaire herhaling). Ga naar het bewerken menu, selecteer de-groeperen, en selecteer de geplaatste herhaling. Verander nu de getallen naar hun juiste waarden.
15a - Het zou veel prettiger zijn indien de 2 wijzerplaaten ook 2 echte objecten worden (om ze later makkelijk te laten roteren bijvoorbeeld). Nu is een wijzerplaat nog een losse verzameling van 2 vormen, en een opengebroken cirkel. Via bewerken/groepeer
pagina 27
Cursus handboek S-CAD vormen selecteer u achter elkaar de (losse) vormen die te samen 1 object moeten gaan vormen. Druk op <enter> als alle vormen geselecteerd zijn. Nu is het een zogenaamde v-groep geworden (vorm groep). Ter controle, verplaats de v-groep, om te zien of de groep ook compleet 1 wijzerplaat is geworden. Maak van de kleine wijzer ook een v-groep. 15b - De twee wijzerplaten zijn nu 2 v-groepen geworden. Om deze “vast” te maken,selecteer de v-groep, en kies wijzig kleur. (op de statusbalk onderaan)
Kies in het wijzig kleur menu een kleur, en zet vlakvulling aan. Doe dit ook voor de overige figuren, behalve de wijzerplaat zelf. 15c – We zijn er nu bijna, maar misschien valt het u op dat de getallen “bovenop” de wijzerplaten liggen (die overigens ook”verkeerd” over elkaar heen liggen). Dit komt natuurlijk omdat alle objecten op dezelfde z-hoogte geplaatst zijn. Nu kunnen we wel de objecten afzonderlijk op een andere z-hoogte zetten,maar dan is het geen 2d tekening meer. Gelukkig kunnen we ook regelen dat objecten op dezelfde z-hoogte op een bepaalde volgorde getekend worden. (objecten sorteren). Kies bewerken/sorteren. U kunt u opgeven welk object voor (of juist achter) een ander object geplaatst moet worden. (juiste volgorde: wijzerplaat, getallen, grote wijzer,kleine wijzer) 15d - Om de klok op “half acht “ te krijgen hoeven alleen de 2 wijzers geroteerd te worden. Selecteer de grote wijzer (de v-groep), kies Ref.Pt (referentie punt) op de optiebalk, en zet deze op het middelpunt van de cirkel. Doe dit ook voor de kleine wijzer. Nu kunnen beide geroteerd worden en toch keurig op het middelpunt van de cirkel blijven staan.
pagina 28
Cursus handboek S-CAD
Hoofdstuk 6 3D 6.1 De Pilaar De hiernaast afgebeelde pilaar is in enkele minuten te maken. De 3D figuren zijn op vele methoden te maken en te plaatsen.
E Houdt rekening dat de gebruikte
D
maten mm zijn. Voor het gemak hebben de verschillende onderdelen een lettercode gegeven.
C
6.1.1
Eerst een goede
fundering B We tekenen eerst het vierkant A. Selecteer het rechthoek-
A
commando en plaats het eerste punt willekeurig in de tekening. Toets nu de lengte (1000 of 1M) gevolgd door een Enter. Toets nu de breedte (1000 of 1M) gevolgd door een Enter. Zoom nu eventueel in om een goed zicht te hebben. (Bijv. Zoom, selectie.) Nu moet er een cirkel gemaakt worden voor object B. Om een middelpunt makkelijk te plaatsen is er een tijdelijke hulplijn nodig: Selecteer het Lijn-commando en zorg dat de middelpunt Snapmodus actief is. (kan o.a. actief worden gemaakt door op de F3 toets te drukken) Plaats nu de punten van de lijn door eenvoudig op de linker- en rechter zijde van vierkant A te klikken.
pagina 29
Cursus handboek S-CAD
Nu kunnen er een aantal cirkels worden geplaatst; gebruik hiervoor het eerste cirkel commando (diegene waarbij eerst het middelpunt moet worden geplaatst). De middelpunt-snapmodus is nog actief, dus het midden van de lijn is eenvoudig te vinden door op de zojuist gemaakte lijn te klikken. Als de elastische cirkel zichtbaar is kan de radius simpelweg worden ingetoetst: 450mm dus. Maak ook de twee andere cirkels: steeds de basis van de vormen C en D.
6.1.2
Maak alles Dikker
We zijn nu gereed om alles 3D te maken. Hiervoor is het ook gemakkelijk om een 3D aanzicht te kiezen: In dit voorbeeld kiezen we een ISOM aanzicht (o.a. PGDWN op het toetsenbord). De 2D (platte) vormen kunnen een dikte krijgen door ze te extruderen. Kies 3D, Extrusie en selecteer eerst op de optiebalk het getal dat de dikte moet worden: maak hiervan 150mm. Selecteer nu alle objecten. (je kan ze één voor één aanklikken, ‘alles’ in één keer aanwijzen of een venster er geheel omheen plaatsen met het commando Venster) Alles is nu 150mm hoog (zie afbeelding), hetgeen vanzelfsprekend niet juist is. Zorg dat er ‘commando’ links onderin staat (door op de Escape toets te drukken of via het vakje opheffen).
6.1.3
Dik, Dikker Dikst
Selecteer nu object C (de middelste cirkel). Op de Selectiebalk verschijnen gegevens van dit geselecteerde object, o.a. de hoogte (150mm). Klik op dit getal, en maak daar de werkelijke hoogte van (4900mm).
6.1.4
Het Juiste Niveau
Ook liggen de objecten nog door elkaar heen, hetgeen niet juist is; ze moeten immers op elkaar komen! Selecteer verplaatsen, op de optiebalk kan men nu ‘verplaats –Z’ selecteren. (Op het tablet zit hiervoor een apart vakje) Selecteer nu een te verplaatsen object. De juiste hoogte is nu gewoon in te toetsen. (gevolgd door een Enter) Bijvoorbeeld: Selecteer met het commando object B en toets 150<Enter> in. De onderzijde van Object B wordt nu op 150 hoog geplaatst.
pagina 30
Cursus handboek S-CAD Hierna kan direct object C worden geselecteerd zonder opnieuw ‘verplaats-Z’ te activeren. Natuurlijk is verplaats-Z ook te gebruiken zonder dat men een hoogte weet, behalve dat het boven op een ander object met worden geplaatst. In plaats van een getal in te toetsen kan er geklikt worden op de bovenzijde van een ander object, als er tenminste eind- of middelpunt snapmodus actief is. (Dit laatste werkt alleen als 3D snap is toegestaan)
6.1.5
De Verjongingskuur
Ook moet de ronde objecten taps toelopen: Selecteer de objecten en vindt steeds op de selectiebalk de term ‘verjonging’ (thans 1.0). Klik hierop en maak hiervan bij: Object C:
800/900
Object C:
625/800.
Object D:
765/625
Er wordt duidelijk gebruik gemaakt van een trucje: SCAD begrijpt rekensommen. De bedoelde waarde delen door huidige waarde. De uiteindelijke verjonging loopt van 0 (een puntje) tot oneindig. Alle waarden boven de één laten het object uitwaaieren.
6.1.6
Het Puntje op de i
Er moet bovenop nog een plateau geplaatst worden. Omdat dit object exact gelijk is aan object A beneden, kunnen we deze simpelweg kopieren. Er zijn twee manieren: De absolute manier: Klik op COPY-Z (onderdeel van ShapeTools of Constr), selecteer object A en toets de absolute hoogte in.( Dat mag zo: 150+150+4900+150<Enter>, als je geen hoofdrekenaar bent) De Relatieve manier: Klik Kopieer Object, daarna op ‘relatief t.o.v. laatste punt’ (zit ook rechts bij snapknopjes in scherm) en toets de relatieve verplaatsing in: 0,0,5250<enter> Relatief t.o.v. laatste punt accepteert X <Enter>, X,Y <Enter> of X,Y,Z <Enter>
pagina 31
Cursus handboek S-CAD
6.1.7
Symbool of groep maken
Het is zondermeer aan te bevelen van deze nog losse objecten één object te maken. Er zijn twee manieren:
Groep Een groep maken we als we snel willen werken en het gemaakte object makkelijk als geheel willen kunnen verplaatsen of kopiëren.
Symbool Door een Symbool te maken groeperen we eigenlijk ook, maar benoemen we het tegelijk voor allerlei bijkomende zaken. Vanzelfsprekend is een symbool iets meer werk dan het maken van een groep: Klik op het rolmenu Symbolen, Maak Symbool •
Er wordt gevraagd te selecteren. Selecteer alles (meestel gebruiken we het venstercommando)
•
Er wordt gevraagd een naam in te geven. Maximaal 15 karakters, géén spaties. Bijvoorbeeld: “PILAAR1”
•
Er wordt gevraagd een referentiepunt aan te wijzen. Dit kan elk punt zijn, bijvoorbeeld het middelpunt van het tijdelijke hulplijntje in de basis.
Bewaar de tekening nu met de naam Pilaar Opmerking: Het geven een naam is vanzelfsprekend vrij (rekening houdend met de beperkingen van het gebruikte besturingsysteem) maar we moeten er op wijzen dat er een probleem kan ontstaan als de naam van de tekening exact gelijk is aan een symbool in die tekening.
pagina 32
Cursus handboek S-CAD
6.2 Het Tempeldak
Zorg voor deze oefening dat men een A4 formaat 1:50 tekening voor zich heeft met mm als eenheid. We tekenen eerst de buitenste driehoek vorm, waarna we deze d.m.v. paralellen zullen verdubbelen.
6.2.1
De omtrek
Klik op Vorm en plaats het eerste punt ergens in de tekening. In deze oefening gaan we linksom,. En we starten vanuit de linker onderhoek. Wanneer er een ‘elastiek’ aan het aanwijskruis hangt, kunnen we de lengte invoeren: toets in 7750<enter> en geef als hoek in 0 <enter>. (gradenteken niet gebruiken!) 7750 De eerste lijn staat er al. Schuin en links omhoog wordt iets moeilijker, want we weten geen lengte, maar alleen de relatieve verplaatsing; namelijk de helft van 7750 naar links en 2000 omhoog. Dit kan alleen zo worden ingevoerd als we eerst op ‘Relatief t.o.v. Laatste Punt’ aanklikken, een commando dat overigens ook rechts in het scherm bij de snapknoppen is geplaatst. Voer in: -7750/2,2000<Enter> 7750/2,2000 (Let op het minteken i.v.m. links, en dat de rekensom is ingevoerd, hetgeen erg gemakkelijk is voor de mindere bollebozen onder ons) Als deze operatie fout gaat, kan er NIET op UNDO geklikt worden (gehele vorm verdwijnt dan) maar op het pijltje naar links op de optiebalk. Anders kan er nu op (af)sluiten geklikt worden, waardoor de vorm keurig wordt gesloten.
6.2.2
Omtrek wordt rand
Klik op Parallellen. Maak de instelling ‘100’ even juist op de optiebalk, en klik de vorm aan. Ook kan deze afstand achteraf op de
pagina 33
Cursus handboek S-CAD selectiebalk nog gewijzigd worden, alsmede de optie ‘negatief’ mocht de paralel naar buiten gaan. De rand is klaar, maar het dak is nu een ‘GAT-Groep’, dat wil zeggen dat het open is van binnen. We moeten nog een vorm hebben om het geheel dicht te maken. Verreweg het snelst is het, om met Vorm opnieuw de binnenzijde te tekenen, en dan met de eindpuntmodus actief. (het is vanzelfsprekend mogelijk de binnenste parallel te kopieren, maar dan zal er eerst ge-degroepeerd moeten worden, hetgeen weer ten koste gaat van de rand, dus moet daarna dan weer een gat-groep worden, zodat deze methode uiteindelijk meer werk is.
6.2.3
Drierie-dimensionaal
Zet het aanzicht op een 3D aanzicht, zoals bijvoorbeeld ISOM/isometrie. Extrudeer alle twee objecten, rekening houdend met de hoogte verschillen: de rand 1200 en de vulling 1000. De hiernaast afgebeelde figuur moet dan ontstaan zijn.
Alle objecten liggen nog op de grond, en we gaan nu de vulling op hoogte brengen met ‘verplaats-Z’. Selecteer de binnenste vorm en toets 100<enter>
6.2.4
Het Het binnenste wat hoger
Selecteer de binnen-vulling op een plaats waar het programma geen andere vorm kan vinden, zoals de bovenzijde van de vulling. Als de binnenste vorm nog geselecteerd is, kan men beter helemaal niet eens aanwijzen, maar op de 2e muisknop , Laatste (tablet) of Enter drukken.
6.2.5
Tekst
De tekst is ook zo geplaatst. Kies een TimesRoman lettertype (hier Vet) en plaats een tekst. Verschaal de tekst niet meteen. Het gemakkelijkst is het, als we die via verplaats doen. Ook tijdens het verplaatsen zijn er handige opties, zoals: Referentiepunt naar midden onderin brengen,
pagina 34
Cursus handboek S-CAD Verschalen; zowel knoppen voor 2x zo groot, alsmede rotatie e.d. We kunnen de tekst nu eenvoudig plaatsen door via Middelpunt snap op de onderzijde van de voorkant van de vulling te klikken. Converteer de tekst nu om naar losse vormen. Maak een Gat-groep van alle letters met gaten: in dit voorbeeld de letter ‘A’ en de letter ‘D’. Extrudeer de tekst nu naar een dikte van 100. Groepeer de hele zaak: Klik op ‘Groepeer Objecten’, en selecteer alles met een Venster. Draai het rechtop: Klik op ‘Roteer’ en selecteer de groep (venster is niet meer nodig, simpel aanklikken of, indien de groep staat vermeld in de selectiebalk d.m.v. Enter of de rechtermuisknop. Klaar. (Het onderstaande figuur moet ontstaan zijn.) De volgende oefening kan nu worden gedaan, waarbij we de pilaren onder het tempeldak plaatsen.
pagina 35
Cursus handboek S-CAD
6.3 Het Samenstellen van de twee verschillende tekeningen. In deze oefening gaan we de pilaar bij het tempeldak samenvoegen. We importeren de pilaar en plaatsen deze nauwkeurig in onder het dak. Daarna spiegelen we de pilaar om het midden van het dak zodat er twee pilaren staan. Begin met de tekening met het tempeldak, in een plattegrond aanzicht. Hoe importeren we de pilaar in deze tekening: Als de pilaar een groep is, moet de gehele tekening worden binnen gehaald. (Toevoegen tekening) Als de pilaar een symbool is, dan kunnen we volstaan met het commando ‘invoegen symbool’ waardoor we via de naam het symbool eenvoudig kunnen vinden. Klik op Symbolen, ‘Invoegen Symbool’. In het geopende menu staat in de witte regel bovenin in welke tekening men thans kijkt. Dit zal zeker de eerste keer niet al de juiste Pilaar.SCD tekening zijn. Klik hierop, waarna er een bestandsoverzicht verschijnt. Hierin kan men de PILAAR.SCD tekening selecteren. Nu verschijnt er minimaal één symbool op de regels in het midden van het menu, namelijk de naam ‘Pilaar’ (deze naam is ingegeven in de oefening ‘De Pilaar’. He menu zal verdwijnen, en er zal een gestippeld blok aan de pen hangen: We komen een praktisch probleem tegen: hoe plaatsen we het object nu netjes? Twee manieren: (er van uit gaande dat men de pilaar exact in het midden vast heeft) a) Activeer de middelpunt-snapmodus en plaats de paal in het midden van de meest linkse lijn van het dak. Via ShapeTools kan men MOVE-X selecteren, selecteer nu de pilaar en vul 800 <enter> b) Klik op het puntingavemenu (het pijltje naar links, boven de snapknoppen rechts in het scherm) en selecteer ‘Rel tov’. Selecteer nu de middelpunt-snapmodus en selecteer hiermee het middelstepunt van de uiterst linkse lijn van het dak. Toets nu in: 800 <Enter>
pagina 36
Cursus handboek S-CAD Het Spiegelen is een betrekkelijk eenvoudige zaak. Selecteer Spiegelen en zorg dat op de optiebalk de juiste spiegelmodus is geselecteerd: de horizontale versie (de meest linkse). Selecteer de pilaar (eventueel met Enter of de rechtermuisknop) wijs het midden van een horizontale lijn aan van het dak. We hoeven alleen het dak nog op de juiste hoogte te brengen. Neem een 3D aanzicht, selecteer het commando ‘ Verplaats-Z’ en selecteer het dak. Wijs een lijn aan die de bovenzijde van een pilaar vormt.
Hoofdstuk 7 2d expressie Nadat we geleerd hebben hoe een tekening gemaakt kan worden en hoe deze afgedrukt kan worden, is het handig om nog te weten hoe een ‘afdruk’ in de tekening geplaatst kan worden. Dit kan door middel van de functie 2D impressie.
7.1 Menu 2d expressie Om een 2d expressie menu te openen selecteert men ‘maak 2D impressie’ uit het menu Tools. Hier kunt u kiezen uit Draadmodel, verw. Verborgen lijnen, inschaduwen en inschaduwen en verwijder verborgen lijnen. Eventueel kunt u ook kiezen voor een achtergrond. De edge color is de kleur die de contourlijnen krijgen bij het maken van de 2D impressie. Intern zorgt ervoor dat de 2D impressie in de tekening geplaatst kan worden. Extern maakt dat de 2D impressie opgeslagen kan worden als *.bmp of *.jpg. Hq staat voor High Quality, dit is de ‘beste’ kwaliteit die SCAD kan genereren. Tekengeneratoren zijn de lijnen die normaal niet zichtbaar zijn bij een mesh. Bijvoorbeeld alle vlakken op een bol zie je normaal niet met deze functie aan wel. De bitmap resolution spreekt voor zich, op welke resolutie de 2D Impressie zal worden gemaakt. De hidden lines kunnen niet zichbaar (invisible), gestippeld (dotted), als vlakvulling en eventueel met een speciale kleur worden weergegeven.
pagina 37
Cursus handboek S-CAD
7.2 Maken 2D impressie Om een 2D impressie te kunnen maken moet u van te voren bepalen vanuit welk aanzicht u de 2D impressie wilt maken. 1. Zorg dat SCAD in het gewenste aanzicht staat. 2. Open het menu ‘Maak 2D impressie’ uit het menu ‘Tools’. 3. Kies intern en inschaduwen + verw. Verborgen lijnen. 4. Kies nu start en SCAD geeft een vlak ter grootte van de impressie. Dit vlak kunt u plaatsen in de tekening. 5. Herhaal de stappen 1 t/m 5 om nog een aantal aanzichten te kunnen invoegen.
7.3 Verversen 2D impressie Wanneer een aantal 2D impressies zijn gemaakt en de tekening onderhand alweer aangepast is, ‘klopt’ de 2D impressie niet meer met de tekening. Dit kunt u verhelpen door in het menu Maak 2D impressie niet te kiezen voor start maar voor ververs. U kunt nu de 2D impressie selecteren die aangepast moet worden.
7.4 VoorVoor- en zijaanzichten De impressies die gemaakt worden uit een voor- of zijaanzicht, worden precies op schaal gemaakt. En zijn dus even lang of breed als de 3D objecten. De tekeningen in andere aanzichten worden niet op schaal gemaakt. Hierdoor kunnen de perspectief en isometrie aanzichten dus groter of kleiner zijn dan de 3D objecten.
pagina 38