Bureau de dépôt : 7500 Tournai
België – Belgique P.B. - P.P. 7500 Tournai 5/118
ECHO
Autorisation de fermeture: 5/182
Maandelijks tijdschrift van NSPV vzw - niet in juli
NOVEMBER 2004 - Nr. 659
Afz.: Gen. Bernheimlaan, 18/20 - 1040 Brussel
HERVORMING VAN DE BRANDWEER EN HULPDIENSTEN EISEN VAN DE IFOD – SECTOR BRANDWEER Ons Nationaal comité heeft met het oog op de hervorming de voor hen onontbeerlijke aandachtspunten genoteerd. De lijst is zeker niet volledig doch het zijn wel de meest essentiële punten.
EEN OVERLEVINGSPENSIOEN EN MIJN LOOPBAAN SAMEN BEZORGEN ME VEEL, HEEL VEEL KOPZORGEN. Niet tegenstaande de grensbedragen van het toegelaten beroepsinkomen bij de rust- en overlevingspensioenen regelmatig, her en der verschijnen, wordt er meer en meer om duidelijkheid gevraagd.
EDITO Beste vrienden, Onlangs heeft het NSPV een nietakkoord gegeven voor wat betreft het Ontwerp van Koninklijk Besluit dat het directiebrevet moet regelen. Ik houd eraan om in het kort de voornaamste beweegredenen te verduidelijken die aan de basis liggen van die beslissing. Vooreerst wil ik wat randinformatie verstrekken die de problematiek op zich nog wat meer contrast geeft zodat één en ander nog duidelijker wordt. Zoals u wellicht weet wordt het directiebrevet in het leven geroepen om mensen toe te laten om te
Philip Van Hamme Nationaal voorzitter
postuleren voor functies van hoofdcommissaris. Belangrijke opmerking : Het hoeft niet noodzakelijk een mandaatbetrekking te zijn. Tot op vandaag mogen ook de commissarissen die minstens negen (9) jaar kaderanciënniteit tellen (vijf jaar in geval van bepaalde diploma’s) postuleren voor functies van hoofdcommissaris. En dit laatste wil men schrappen. Dit is een eerste zaak waarmee wij ons niet akkoord kunnen verklaren. Wij zijn van oordeel dat die mensen, waar velen houder zijn van universitaire titels, en die bovendien in het verleden commandofuncties hebben uitgeoe-
fend en die inderdaad minstens negen (9) jaar kaderanciënniteit hebben, moeten kunnen postuleren voor functies van hoofdcommissaris zowel bij mobiliteit als voor de mandaatfuncties. Sommigen hebben destijds de veertien weken durende opleiding van brevet eenheidscommandant moeten volgen om dit hogere ambt te mogen uitoefenen. Een tweede vaststelling : Talrijke mensen zijn momenteel aangesteld in de graad van hoofdcommissaris zonder in het bezit te zijn van enige universitaire titel en sommigen tellen zelfs geen negen (9) jaar kaderanciënniteit. Die mensen werden op vrijwillige basis aangesteld in het raam van de vervolg op blz 3 1
HUMEUR VAN DE NATIONALE SECRETARIS Enkele dagen geleden was ik ten zeerste verwonderd door wat een zonechef me verkondigde : “Wat wilt u, de burgemeester is mijn werkgever en ik doe dat hij me vraagt !” Gezien mijn verontwaardiging, antwoordde hij mij: “Hij betaalt me en kortelings worden de mandaten hernieuwd.” Als men eerst aan zichzelf moet denken alvorens een beslissing te nemen, waar gaan wij dan naartoe? Ander voorbeeld van de houding van bepaalde politieke personen: Een kamerlid-burgemeester, voorzitter van een politiezone, heeft een brief geschreven aan een lid van zijn politiekorps met kopie van deze brief gericht aan de zonechef. Wat staat erin vermeld ? Ik heb de bijeenkomsten van de collega’s altijd ondersteund. Ik neem er trouwens aan deel als ik word uitgenodigd. Ik ben echter verbaasd te moeten horen dat uw team van .......zijn gezellig samenzijn juist organiseert op de dag van het bal van de burgemeester, de Voorzitter van de politiezone. Het gaat om een totaal gebrek aan tact, een gebrek aan hoffelijkheid dat men zich nog zal herinneren. Als men hier niet kan spreken van een verdoken straf, begrijp ik er niets meer van . Ik ontvang meer en meer klachten van het personeel betreffende de inmenging van de politiek in de politiediensten. Andere burgemeesters aanvaarden het syndicale werk niet. Ik denk in het bijzonder aan een burgemeester die, ten gevolge van een van onze reacties ten opzichte van een abnormale situatie in een plaatselijk overleg, zich niet wegstak door te zeggen: “Ik hou geen rekening met wat de vakbonden vertellen, het zijn zij niet die de wet maken.” Wij vragen niet de Wet te maken, wij vragen enkel om de Wet te eerbiedigen. Voorts kan ik het stilzwijgen van de zonechef niet aanvaarden niettegenstaande hij aanwezig was bij het zeggen van deze woorden. Hoe wilt u dat het personeel zich goed voelt onder zo’n omstandigheden? Wij hebben hier te maken met plaatselijke potentaten. Gelukkig zijn zij niet allemaal van hetzelfde kaliber. Wat denkt u van het feit dat men een commissaris in een zone behoudt, die anonieme roddels heeft geschreven over een personeelslid. Hierop kom ik later in detail terug met een volgend artikel daar ik klacht heb neergelegd, via een advocaat, bij de Hoge Raad van Justitie. Met betrekking tot een andere zone, heb ik in de plaatselijke pers kunnen lezen dat de sfeer verrot was en dat de directie met de vinger werd gewezen.. Ik zal u de details van deze zaak waarover iedereen spreekt besparen maar waarom is er geen enkele reactie van de burgemeesters hieromtrent? Men neemt een loopje met het personeel ! Zij zijn hier om te werken en worden betaald door de zone dus : “Hou je mond en doe wat je gevraagd wordt !” Hoe wilt u, onder deze omstandigheden, een goede werksfeer creëren? U gaat zeggen dat ik altijd kanker maar er is een reden voor !
Vrijwillige vierdagenweek - de halftijdse vervroegde uittreding Herverdeling van de arbeid - (2004-10-28) Persbericht van de Ministerraad Op voorstel van de heer Christian Dupont, Minister van Ambtenarenzaken, keurde de Ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit goed (*) betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. In uitvoering van de intersectorale sociale programmatie 2003-2004 verlengt het ontwerp: • de vrijwillige vierdagenweek en de halftijds vervroegde uitkering met een jaar tot 31 december 2005 • de vrijstelling van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid tot dezelfde datum. (*)WETTELIJKE BASIS Art. 1 van het KB van 03/10/2003 voor uitvoering van art 27, §3 van de Wet van 10/04/1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector. 2
EDITO proportionele verdeling van de gezagsambten bij de oprichting van de geïntegreerde politie. Derde vaststelling : Er worden nog steeds mensen aangesteld in de graad van hoofdcommissaris. Plotseling worden plaatsen vacant verklaard en vult men die vlug op alvorens de vereiste van het directiebrevet binnenkort een vereiste zal zijn. Vierde vaststelling : Talloze mensen zijn onlangs bevorderd of worden nog benoemd in de graad van hoofdcommissaris gewoon door het feit dat zij bepaalde ambten en/of functies bekleden sinds de oprichting van de geïntegreerde politie, o.a. alle directeurs, de zonechefs, de verbindingsofficieren in het buitenland, officieren die dicht staan bij politici, … Vijfde vaststelling : Sommige leden van het comité P krijgen het directiebrevet als het ware cadeau. Zesde vaststelling: de geïntegreerde politie telt honderden mandaatfuncties waarvoor reeds een selectieprocedure is voorzien. In veel lokale polities en directies zijn naast de mandaathouder geen ambten voor hoofdcommissaris voorzien. Waarom dan nog een aparte procedure invoeren voor onbestaande ambten. Zoals u merkt zijn nogal wat personeelsleden bekleed met de graad van hoofdcommissaris, ofwel benoemd, ofwel aangesteld. Voor de potentiële kandidaat-brevethouders vormt die laatste categorie een probleem in die zin dat zij die plaatsen van hoofdcommissaris in feite blokkeren van gebrevetteerden. Wat eveneens niet uit het oog mag worden verloren is het gegeven dat er waarschijnlijk slechts tussen de twintig (20) à dertig (30) kandidaten per jaar zullen worden toegelaten tot de opleiding voor het verkrijgen van het brevet. Als men bovendien nog rekening houdt dat er ondertussen toch enkele honderden potentiële kandidaten zijn, dan ziet men onmiddellijk dat er een “probleem” is. Nu voor elk probleem is er blijkbaar een oplossing en de overheid heeft gemeend DE oplossing te hebben gevonden. Het voorgestelde “parcours” voorziet in het twee maal ver-
VERVOLG VAN BLZ 1 schijnen voor een jury, een jury die de objectiviteit zou moeten garanderen. Wij weten allemaal dat een jury allesbehalve objectief is, als men iets niet objectief wil aanpakken dan is een jury het middel bij uitstek. Die jury wordt immers geacht zich aan bepaalde spelregels te houden waarvan ik er u enkele niet wens te onthouden : Zo zal er gewaakt worden over de taalpariteit, op zich kan men daar niets op tegen hebben vermits het vroeger ook zo was. Zo zal men er echter ook op toezien dat er een proportionele verdeling komt op basis van : Is de kandidaat afkomstig van de lokale of federale politie. Zo zijn er de mening toegedaan dat twee derden (2/3) afkomstig MOET zijn van de lokale politie vermits dit ongeveer de verhouding weergeeft tussen de lokale en federale politie. Men vraagt zich blijkbaar niet af waar u in de toekomst wil werken maar wel waar u gewerkt heeft en men gaat er blijkbaar van uit dat dit zo zal blijven. Dus bij de hypothese dat er twintig (20) mensen van de lokale worden toegelaten dan zullen er slechts tien (10) van de federale worden toegelaten. Vervolgens moeten die dan nog opgedeeld worden onder de verschillende directiesgeneraal. En om in de gerechtelijke pijler te kunnen functioneren moet u tot die pijler behoren ofwel een bijkomend brevet halen. Vergeten wij ook niet dat in de jury zowel de lokale als de federale politie zijn vertegenwoordigd die ongetwijfeld elk hun eigen “belangen” zullen verdedigen. Ik geef nog enkele bedenkingen mee voor de lezer : • Wat zal de jury beslissen over mensen die al jaren tot eenieders voldoening zijn aangesteld in de graad van hoofdcommissaris en die zich aanbiedt voor het directiebrevet? • Wat gebeurt er met dit personeelslid, blijft hij aangesteld? • Idem voor zij die nu het ambt waarnemen van hoofdcommissaris en er reeds voor betaald worden? Voor ons is het duidelijk : Elk personeelslid die op datum van 01.04.2001 de graad van officier had moet na negen (9) jaar kaderanciënniteit kunnen postuleren voor een functie van hoofdcommissaris, met andere woorden : het directiebrevet mag slechts worden ingevoerd “en régime”.
SYNDICAL ECHO
COLOFON De “ECHO” is het maandelijks tijdschrift van het Nationaal Syndicaat van het Politie- en Veiligheidspersoneel. Alle leden ontvangen een exemplaar. Niet-leden en geïnteresseerden kunnen intekenen op een jaarabonnement door het storten van € 75 op rekeningnummer 068-2101000-07 van het NSPV. De adresgegevens worden behandeld overeenkomstig de Wet op de Privacy (08/12/1992). Verantwoordelijke uitgever : Philip Van Hamme Eindredactie : Eddy De Blaere Tekeningen : Dirk Van Der Auwera De redactie staat open voor vragen en suggesties van lezers. U kan ze sturen naar : Redactie Echo, Generaal Bernheimlaan 18/20 1040 Brussel tél. : 02.644.65.00 fax : 02.644.67.93 Breng tevens een bezoek aan onze website : http://www.nspv.be Mail :
[email protected]
Gelijkheidstraat 61 7700 Moeskroen Tel.: 056.85.75.15 Fax : 056.85.75.17
3
HERVORMING VAN DE BRANDWEER EN HULPDIENSTEN
EISEN VAN DE IFOD – SECTOR BRANDWEER Ons Nationaal comité heeft met het oog op de hervorming de voor hen onontbeerlijke aandachtspunten genoteerd. De lijst is zeker niet volledig doch het zijn wel de meest essentiële punten. Het beroep erkenning geven wil zeggen dat men een rekrutering van een maximum aan beroepsbrandweerlui moet doen en geen maximum aan vrijwilligers!
binnen de dienst in een functie van zijn keuze en dit zelfs in bovental.
Moeten we er fier over zijn dat men (op papier) slechts ± 5000 beroepsbrandweerlui telt op een effectief van ± 17.000 ?
5. HARMONISATIE VAN DE KOSTEN VAN DE BRANDWEER PER INWONER
3. EEN VOLLEDIG PENSIOEN VOOR DE OPERATIONELEN OP 55 JAAR Het is zo evident dat het onnodig lijkt daarover te argumenteren ! 1. EEN BELANGRIJKE FINANCIELE INVESTERING (zie ook punten 5 en 7) Als de noodzakelijke budgettaire middelen niet worden « gevonden » of toegewezen, kan men, zonder het risico zich te vergissen, reeds een monumentale mislukking voorzien. Het zal dan nogmaals gaan over niets meer noch minder dan van een hervorming in mineur en weer wordt een nieuwe kans gemist ! Onze overheden moeten rekening houden met de reeds meer dan 20 jaar durende bezuinigingen op de kap van de brandweerdiensten. Het is geweten dat een goede organisatie moet bezuinigen. De hierdoor vrijgekomen middelen moeten dan wel volledig benut worden voor de verbetering van het geheel. 2. DE ERKENNING VAN HET « BEROEPSRISICO VAN DE PROFFESIONELE BRANDWEERMAN. Het “beroep” van brandweerman wordt in België niet als dusdanig erkend. We blijven geklasseerd als personen welke een veiligheidsdienst verzekeren, dezelfde klassering als een gemeentewerkman.. In Frankrijk wordt ons beroep officieel erkend als een “risicoberoep”. We moeten dus eerst en vooral deze erkenning verkrijgen in België. De toekomstige onderhandelingen zullen hierdoor veel minder stroef verlopen. 4
4. DE HERPLAATSING IN DE SCHOOT VAN DE DIENST, ZELFS IN BOVENTAL, VAN DE SLACHTOFFERS VAN ARBEIDSONGEVALLEN IN DIENST EN VAN SLACHTOFFERS VAN BEROEPSZIEKTEN In het verleden waren er niet al te veel problemen voor de “herplaatsing” van een slachtoffer van een arbeidsongeval in en door de dienst of voor een slachtoffer van een beroepsziekte. In het algemeen werd de totaliteit van de functies bezet door mensen van de brandweer zelf. (interventie, preventie, centrale, wacht, de garage, enz…) Interne regelingen (van goede wil) maakten het mogelijk dat het slachtoffer van een arbeidsongeval of beroepsziekte deze functies de tijd van hun behandeling of zelfs definitief konden bezetten. Vandaag kunnen we met zekerheid stellen dat deze functies die momenteel door brandweerlui bezet worden zullen verdwijnen. Dit is trouwens meer en meer het geval in andere organismen waar “burgers” deze plaatsen bekleden. Het lijkt dus essentieel dat in het kader van de toekomstige hervorming dit « probleem » van zeer nabij wordt opgevolgd door de Ministers. Zo zal een brandweerman die door een bepaalde handicap zijn dienst niet meer kan uitvoeren, zo deze het wenst, moeten herplaatst worden
Zo zullen we het respect tegenover het beroep en zijn mensen kunnen meten.
40 € per inwoner voor alle brandweerdiensten van het land. Dat is wat wij gemiddeld kosten ! Het bedraagt vijf tot zes keer minder dan voor de politiediensten. Het is belachelijk ! In de privé-sector kan men voor 40 € per jaar praktisch niets waarborgen. Niets ! Men kan deze kosten in het belang van de bescherming van de bevolking minstens verdubbelen. Het is aan de “politiek” om hiervoor de financiële middelen te vinden. Een denkpiste nodig ? Lees even het punt 7 “weg van de gemeentelijke autonomie” We moeten profiteren van de gelegenheid om de gelijkheid te herstellen omtrent hetgeen de inwoners moeten betalen voor hun bandweer. We mogen ook geen « gebaar » vanuit de verzekeringssector wegwuiven die de eerste begunstigden zullen zijn van dergelijke maatregel. Achtduizend beroepsbrandweerlui in plaats van vierduizend. De bevolking zal het zich niet beklagen noch de vierduizend werklozen die een echt en mooi beroep zullen ontdekken. 6. VERHOGING VAN DE ACTUELE VERMENIGVULDIGINGSCOEFFICIENT Reeds meer dan dertig jaar is deze gebaseerd op 5,62 van de in dienst zijnde brandweerlieden om een permanentie van 24 op 24 uur te verzekeren. Deze coëfficiënt omvat alles : het verlof, de arbeidstijd, de vakanties, de ziektes, ongevallen, enz... Het is onmogelijk deze nog toe te passen in de actuele situatie. Reeds meerdere jaren wordt deze overschreden. Er zijn verschillende redenen : stress, verlof, ziektes, vooral de recuperatie voor het volgen van opleidingscursussen die het reeds ingekrompen personeelsbestand
maal minder duur dan een beroepskorps. Als er geen enkel verschil zou zijn, in organisatie, in snelheid of doeltreffendheid (?) zou men geen ogenblik mogen aarzelen om het beroepsbrandweerkader langzaamaan te laten uitdoven om het in de toekomst te vervangen door vrijwilligerskorpsen over het ganse land. Men zou dan met deze “logica” tot op het eind moeten gaan Maar als er een verschil zou zijn …….. ?
dagelijks verminderen en de pensioenleeftijd welke vanaf nu in overweging moet worden genomen. De oplossing is eenvoudig ! Men moet het werkelijk aanwezige effectief nemen van alle diensten in 2003, de integratie van de « nieuwe pensioenleeftijd » en op deze basis de coëfficiënt berekenen. Een minimum van 7% zou de norm moeten zijn. Er is geen behoefte aan een universitaire studie om dit probleem op te lossen. De realiteit op het terrein is het enige criterium. Er is dus geen enkele struikelblok om een regeling uit te werken.
Laat ons wat de financiering betreft een voorbeeld nemen aan het MIV, aan Landsverdediging, aan onderwijs, enz…. We zouden nog vele andere kunnen noemen ! Het is niet omdat wij in een kleine of grote stad of gemeente wonen, dat de kostprijs van al deze Ministeries een verandering zou teweeg brengen in onze belastingen. Het zou dus goed zijn om een algemeen principe toe te passen voor de brandweer om over het ganse land een financiële stabiliteit te garanderen. Er is moet een beheersniveau komen dat gefinancierd wordt op nationaal vlak. Vuur kent geen grenzen, noch territoriaal, noch taalkundig !
7. WEG VAN DE GEMEENTELIJKE AUTONOMIE
8. EEN EENVORMIG STATUUT EN VAN TOEPASING OP ALLE DIENSTEN
Het is een vaststelling ! Het past niet meer in de huidige materie. Er zijn enkel nog nadelen. De gemeentelijke autonomie heeft nog nooit een duurzame en harmonische werking van de brandweer gegarandeerd. De financiële middelen in elke gemeente schommelen voortdurend. Het is bovendien dezelfde gemeente die “verhindert” dat de kosten per inwoner voor de brandweer dezelfde zijn in het ganse land. Het is het gemeenteniveau dat het korps van vrijwilligers bevoorrecht, om verschillende naar onze mening drogredenen waarvan de voornaamste gezien zij hoofdzakelijk budgettair is niets heeft te maken met de veiligheid en de doeltreffendheid van de brandweer. Een vrijwilligerskorps is nu één-
Het statuut is ongelooflijk, een vat vol verrassingen. Het wordt, met juistheid of niet, toegepast volgens de “goodwill” of de financiële mogelijkheden van de gemeente, van zijn burgemeester of de korpschef. Voordelen voor bepaalde korpsen (rijke gemeente) en ellende voor anderen (arme gemeenten). En niet vergeten dat er nog altijd de Omzendbrief blijft van Binnenlandse Zaken : “De gemeenten kunnen toepassen …”. Het zou meer steek houden moest er staan : “De gemeenten moeten toepassen…” Een wijziging is momenteel niet mogelijk want het is en blijft een gemeentematerie, verplichte gemeentelijke autonomie ! Daarom de reden dat sommigen een statuut hebben en
anderen niet. Voor deze laatste is het dus onmogelijk om de voordelen te krijgen die nochtans, als perfect gerechtvaardigd, erkend zijn door de Regering (via zijn Minister van Binnenlandse Zaken). Het is dus een feit dat bij een brand, tijdens het bestrijden van “hetzelfde” vuur er brandweermensen zijn die genieten van alle “kunnen” van het Ministerie en anderen die niets hebben. Het is op zijn minst schokkerend. Een ongelooflijke administratieve en geldelijke discriminatie. 9. EEN IDENTIEKE VERLONING Het beroep “brandweerman” wordt, vooral na een ramp, met algemeenheid van stemmen als één van de gevaarlijkste beroepen erkend. Men kan er dus van uit gaan de er een politieke eensgezindheid zou kunnen bestaan om te komen tot een gunstige harmonisatie van de lonen. Er is voor het ogenblijk geen werkelijke verhoging noodzakelijk. Een eenvoudige aanpassing van de huidige betalingen aan de brandweerman in België zou kunnen volstaan om alle huidige onrechtvaardigheden af te schaffen en toelaten naar de toekomst toe met een schone lei te beginnen. 10. FORFAITAIRE INTEGRATIE VAN NACHT EN ZONDAGVERGOEDINGEN De integratie (forfaitair) in de wedde is een goed initiatief en geeft een zeker voordeel aan de overheid. Het laat immers toe om een bijdrage van ± 7,50% ten gunste van de pensioenkassen te nemen op het hetgeen de brandweerman maandelijks trekt aan nacht- en zondagsprestaties. Voor de overheid wordt de vervelende maandelijkse berekening voor elke brandweerman afgeschaft zodat dit een niet onbelangrijke administratieve winst betekent. Voor de brandweerman betekent dit een waarborg voor de berekening van het pensioen en een verzekerde forfaitaire betaling ingeval van ziekte. Dit systeem wordt momenteel in Luik toegepast tot grote tevredenheid van de actieve brandweerlieden en natuurlijk de gepensioneerden ! 11. REORGANISATIE VAN DE INTERVENTIEMETHODES. Ledig eerst uw hersenen en verbeeldt u dan “doeltreffendheid” ! 5
Het, in de eerste plaats, uiteindelijk respecteren van de gelijkheid van de burgers en alle inwoners door een minimum vertrek van beroepsbrandweerlieden te garanderen en dit over het ganse land. Het ligt in de directe lijn van de harmonisatie van de kosten per inwoner ! Een “werkelijk” vertrek meteen na de oproep en niet binnen de toegelaten (wat begrijpelijk is) 6 minuten na het verzoek, zoals wordt toegestaan voor het vrijwilligerskorps. Zeer voorzichtig zijn om alle gevoeligheden te vermijden en verduidelijken dat onze collega’s ‘vrijwilligers’ niet als zodanig door deze wettige en eerbare eis worden beoogd. Het is “het interventiesysteem” dat wij beogen en in vraag moeten durven stellen ! Wij kunnen ons zeer goed voorstellen dat de vrijwillige brandweermensen met een hart voor dit werk, beroeps willen worden en meteen na de oproep willen vertrekken eerder dan enkele minuten na het verzoek. Het is eveneens onze wens, en wij erkennen dat in goede omstandigheden tijdens de dag, als zij met meerderen op dezelfde plaats zijn, bepaalde vrijwilligers starten in minder dan 6 minuten. Dit gezegd zijnde stellen wij dat enkel door zijn snelheid een professioneel korps meer kansen heeft dan een vrijwilligerskorps en dit vooral ’s nachts. Dit kan niemand, vooral voor de reddingen, ontkennen. Niettegenstaande alle inspanningen op het gebied van harmonisatie moeten we ons rekenschap geven dat elk brandweerkorps een verschillende organisatie van hulpverlening heeft. Wij oordelen niet, wij stellen vast !
Wat zeer raar is, is de officiële afwezigheid van vergelijkingspunten. Zo is het voor een brand onmogelijk het aantal voertuigen, manschappen, type van materiaal en snelheid van vertrek van de voertuigen te vergelijken. Hetzelfde geldt voor de komst van de brandweerlieden ter plaatse : Met hoeveel waren zij? - Zijn zij tegelijkertijd aangekomen, of in golven en in dit geval, binnen welke termijnen? Hoeveel voertuigen? - Was er een ladderlift? - Een materiaalwagen met perslucht ? Al deze gegevens zouden prioritair moeten zijn en in ruime mate moeten verspreid en besproken worden, Zij zijn essentieel om doeltreffend de vastgestelde gebreken te kunnen verhelpen. Onze medeburgers hebben het recht om te worden ingelicht over de reële capaciteiten van hun brandweerkorps en de voorwaarden waarin zij moeten werken. Hoe kunnen we beweren te reorganiseren door onwetend en onkundig te zijn van deze fundamentele elementen die de basis zelf zijn van een effectief criterium? Voor alle brandweerkorpsen, vrijwilligers of beroeps, heeft de kennis van deze gegevens aan de bevolking rechtstreeks gevolg tot een prioritaire verbetering ten gunste van hun diensten. Wanneer onze verantwoordelijken zullen begrepen hebben dat alle brandweerlieden van de wereld (beroeps of vrijwilligers) formeel zijn over het feit dat men zo snel mogelijk moet aankomen op de plaatsen van brand, om een tussenkomst te garanderen met een maximum aan doeltreffendheid, dan zullen wij een grote stap verder staan. Een onmiddellijk vertrek (en niet binnen de 6 minuten) van de korpsen en een grotere dekking van brandweerposten, zelfs al zijn ze kleiner, in de veiligheidszones. Wij moeten absoluut de interventietermijn verminderen over het ganse land! Hoe dit doel bereiken? Iedereen moet zich inzetten ! Te beginnen met de lokale overheden (burgemeesters) die daartegenover een betere bescherming van hun bevolking zouden genieten. Zij kunnen gemakkelijk een gebouw, een loods of zelfs een eenvoudig huis vinden gelegen op ongeveer 5 minuten van hun veiligheidssector waar het mogelijk zou zijn op permanente basis drie professionele brandweerlieden en een voertuig te plaatsen.
6
Als er eventuele aanpassingen te doen zijn is dit niet onoverkomelijk. De brandweermensen zijn “knutselaars”. Een garage voor de vrachtwagen, een kleine keuken, een douche, een stuk vestiaire en zaal om te rusten hoe bescheiden ook in het begin. Het voertuig,, een regenwaterput en een uitschuifbare ladder zouden reeds een goed begin zijn voor een kleine post. Als men gemiddeld 15 minuten (beroepsbrandweer) nodig heeft om vanuit zijn kazerne of vanuit zijn voorpost om een plaats te bereiken op het einde van zijn veiligheidssector is het evident dat een kleine post gesitueerd op vijf minuten voor de veiligheidssector een interventiewinst betekent. Als de brand zich bevindt in het midden van de veiligheidssector is het geheel der voertuigen reeds aanwezig na 7 of 8 minuten.. In de meeste gevallen zal aan het eind van de sector en dank zij de kleine post, een redding, indien noodzakelijk, altijd geprobeerd kunnen worden. De voorraad van beschikbaar water zal vaak een oncontroleerbare uitbreiding van het vuur verhinderen en zal het werk bij vertrek aan de kazerne vergemakkelijken. Eén minuut : een glas, vijf minuten : een emmer, ….. Bovendien zouden deze kleine posten aldus een perfecte kennis van de sector kunnen verkrijgen, de wegen, de bedrijven, de wegenwerken en omleggingen en de beschikbare waterplaatsen. Dit zal de algemene doeltreffendheid van de interventies kunnen verhogen. Het is volkomen haalbaar - de Burgemeesters zijn vragende partij want de regenwaterbakken bestaan; maar bevinden zich in een centrale kazernering of op lange trajecten verwijderd van de brandhaarden en de plaats waar zij noodzakelijk zijn. Het is wel degelijk daar dat men ze moet plaatsen. Men moet durven ! Als norm een eerste hulp (zelfs minder) hanteren na meer dan 10 minuten is niet meer ernstig ! Tot daar de stellingname van het het IFOD – Sector brandweer die deze zal verdedigen bij de besprekingen. Voor het nationaal comité, Pirotte Jean, Nationaal secretaris.
OPENBAAR VERVOER Vraag aan het call-center. In het infonieuws nummer 1569 van 27 september 2004 staat te lezen dat je als operationeel personeelslid voor een privé verplaatsing met De Lijn een gevalideerd biljet nodig hebt. Uit een bericht van De Lijn, opgesteld door Dhr Fons Loos, Afdelingshoofd Marketing dd 21/06/04, kunnen we opmaken dat het bezit van een biljet niet noodzakelijk zou zijn voor een privé verplaatsing maar dat de dienstkaart hier voldoende zou zijn. Kan U hieromtrent uitsluitsel geven nopens de juiste interpretatie
PARLEMENTAIRE VRAAG Vraag van de heer Vandenhove over het recht op huisvesting van de ex-rijkswachters Transfer van de gebouwen naar de politiezones. Na de politiehervorming beschikten een aantal ex-rijkswachters nog over een toegekend logement dat beheerd werd door de Regie der Gebouwen. Sommige eigenaars van die woningen proberen de ex-rijkswachters te verplichten deze woningen te verlaten, terwijl de Regie der Gebouwen nog steeds huurder is. Destijds was, naar aanleiding van de politiehervorming, aan de betrokkenen beloofd dat zij ofwel de woning zouden kunnen blijven behouden, ofwel dat hen een gelijkaardige huisvesting zou worden toegekend. Uit mijn informatie blijkt dat sommige politiezones de contracten met de eigenaars zouden overnemen. Maar ondertussen blijft hieromtrent nog steeds onduidelijkheid heersen. Graag had ik de geachte minister het volgende gevraagd : 1. Welk gevolg hebt u gegeven aan het recht op huisvesting van de betrokkenen na de politiehervorming ? 2. Hoe ziet u de praktische regeling met betrekking tot de transfer van de gebouwen aan de zones binnen het kader van het budget ? 3. Hoeveel ex-rijkswachters zijn vandaag in hun recht op huisvesting bedreigd door de transfer van de gebouwen ? Antwoord :
Hieronder het verkregen antwoord : Desbetreffende tabel werd opgemaakt a.d.h.v. wettelijke gegevens (KB, omzendbrieven) en conventies met de verschillende instanties openbaar vervoer. Wat het net “De Lijn” betreft is er vrij recent een samenwerkingsakkoord opgesteld, als gevolg aan veelvuldige agressie op het net. Dit akkoord is van kracht vanaf 01-06-2004, zie infonieuws 1548 dd 11-06-2004 waar o.a. de faciliteiten hieromtrent worden uiteengezet. Het akkoord is van toepassing voor de operationele leden GPI, in uniform of in burgerkledij. Deze conventie maakt echter enkel melding van dienstverplaatsingen en/of verplaatsingen woon/werkverkeer. De tabel is dus louter theorie. De praktijk leert ons echter dat gratis vervoer bij een privé-verplaatsing ook mogelijk is op vertoon DIK; dit kadert in het gegeven “agressie op De Lijn”, zie hiervoor. Indien het personeelslid hiervan gebruik maakt, tijdens privé, dan zijn uiteraard ook hier de algemene verplichtingen, opgesomd in infonieuws 1548 (zie hiervoor) voor hem van toepassing. Mvg Guy Depus Medewerker Call-center
Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen. 1. Het recht op huisvesting van de ex-rijkswachters werd aangeroerd tijdens de syndicale onderhandelingen die de rechtspositie van het personeel voorafgegaan zijn. Het statuut wijdt aan dit recht een bijzondere bepaling. Deze bijzondere bepaling maakt evenwel het voorwerp uit van tegengestelde interpretaties wat de omvang van haar toepassing aangaat. Er wordt momenteel gezocht naar een consensus tussen de verschillende betrokken ministers. In afwachting daarvan, werd een omzendbrief verspreid naar de politiezones om haar overheden te verzoeken zich van elk initiatief te onthouden zolang die consensus niet is bereikt. 2. Het antwoord op deze vraag hangt af van de consensus die op federale niveau zal bereikt worden. 3. Tussen 900 tot 1 000 personeelsleden genieten momenteel dit recht op woonst. Ze zijn niet rechtstreeks bedreigd door het mechanisme van overdracht van de gebouwen naar de lokale politie. De overdracht betreft inderdaad niet de logementen maar enkel de administratieve en logistieke gebouwen. De privatieve gedeelten blijven eigendom van de Staat en worden beheerd door de Regie der Gebouwen. Deze personeelsleden zijn nochtans soms het voorwerp van druk vanwege de politiezone die hun logement wil kopen om bijvoorbeeld het administratief complex uit te breiden. De regering is zich wel bewust van de actualiteit van het probleem en stelt alles in het werk om zo snel als mogelijk een eenduidige oplossing te vinden. 7
Schade aan persoonlijk voertuig van personeelslid - verzekering Tot op heden is er binnen de federale politie geen verzekering voorzien voor het gebruik van het persoonlijk voertuig van de personeelsleden. Men kan de volgende hypothesen onderscheiden. Opgelet, deze gevallen behandelen de schade veroorzaakt AAN het persoonlijk voertuig van het personeelslid. 1) Schade aan persoonlijk voertuig op de weg naar en van het werk. De schade aan het persoonlijk voertuig valt ten laste van het personeelslid zelf. Desgevallend zal zijn autoverzekeraar de schadevergoeding (indien het personeelslid een omniumverzekering heeft) op zich nemen. 2) Schade aan persoonlijk voertuig n.a.v. een oproep buiten de diensturen voor een dringende interventie. Ook in dit geval valt de schade aan het persoonlijk voertuig ten laste van het personeelslid zelf (of diens verzekeraar). De federale politie is immers niet de verzekeraar van het persoonlijk voertuig. In het geval dat zou blijken dat het personeelslid geen vergoeding kan bekomen voor de schade aan zijn persoonlijk voertuig, noch van een verzekeraar, noch van de aansprakelijke derde, kan hij een aanvraag indienen om vergoed te worden voor zaakschade in de zin van art. 53 WPA. Indien hij voldoet aan de voorwaarden van art. 53 WPA (operationele interventie, goed is persoonlijke eigendom van het personeelslid en onontbeerlijk voor de dienst,...) zal de federale politie het personeelslid vergoeden. Het is van belang hier te onderstrepen dat de regeling inzake zaakschade slechts subsidiair is. D.w.z. dat wanneer het personeelslid op een andere manier vergoed kan worden (verzekeraar, aansprakelijke derde, ...) hij geen recht heeft op vergoeding op grond van art. 53 WPA. De regeling van art. 53 WPA omtrent zaakschade is geenszins als een verzekering te beschouwen. 3) Schade aan persoonlijk voertuig tijdens de diensturen nav verplaatsing naar: a) dringende interventie Indien het personeelslid door de omstandigheden genoodzaakt was om zijn eigen persoonlijk voertuig te gebruiken om zich te begeven naar een dringende interventie, geldt opnieuw het antwoord onder 2) b) cursus, vergadering,... De schade aan het persoonlijk voertuig valt ten laste van het personeelslid zelf. Zelfde antwoord als onder 1). Het staat de verscheidene diensten uiteraard vrij voor hun personeelsleden een bijkomende (omnium)verzekering op hun eigen budget af te sluiten voor het gebruik van het persoonlijk voertuig van een personeelslid voor de gevallen waarin de autoverzekeraar van het personeelslid niet zou tussenkomen. Tenslotte dient opgemerkt te worden dat een autoverzekeraar verplicht is de aansprakelijkheid van de bestuurder (m.b.t. de schade van de tegenpartij) te verzekeren ook al vindt het ongeval plaats op de weg van en naar het werk. De autoverzekeraar kan zich niet beroepen op (en is evenmin op de hoogte van) de regeling van diensturen die de federale politie hanteert m.b.t. het geval van bereikbaarheid en terugroepbaarheid.
OPENINGSUREN VAN HET NATIONAAL BUREEL TE BRUSSEL Ingevolge optimalisatie van onze diensten zijn vanaf heden volgende uren van toepassing • Voor telefonische informatie kan u iedere werkdag terecht van 08.00 uur tot 12.00 uur. • Uiteraard blijven onze burelen toegankelijk van maandag tot donderdag van 08.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur. Op vrijdag zijn de burelen geopend tot 15.00 uur. In dringend geval : • Spreek uw naam en telefoonnummer in op het antwoordapparaat. Wij bellen u dan zo spoedig mogelijk terug. • Zend ons een fax op het nummer : 02/644.67.93 • Zend ons een email op volgend adres :
[email protected] Of neem contact met uw afdelingsbestuur. 8
TWEETALIGHEIDSTOELAGE ? Moeten de personeelsleden behorende tot het middenkader die, overeenkomstig de artikelen XII.VII.17 en XII.VII.26 RPPol, zijn ingeschaald of aangesteld in het officierskader en een betrekking bekleden waarin het gebruik van een andere landstaal vereist of nuttig is, op 1 april 2001 in het bezit zijn taalattest van een niveau 2 SELOR om de tweetaligheidstoelage van het middenkader te kunnen ontvangen ? Het is in deze aangewezen een onderscheid te maken tussen de drie personeelscategorieën bedoeld in voetnoot 1 van bijlage 8 RPPol, namelijk: 1. De personeelsleden die zijn ingeschaald in het officierskader overeenkomstig tabel D1 van bijlage 11 RPPol (adjunct-commissaris inspecteur van politie, adjunct-commissaris hoofdinspecteur van politie, adjudant en adjudant-chef van de rijkswacht brigadecommandant, …). De bestaansreden van het overgangsregime bestaat er voor hen in te vermijden dat zij moeten slagen in een niveau 1 SELOR. De vereiste van een niveau 2 SELOR moet niettemin vervuld zijn op 1 april 2001. De betrokken personeelsleden die nadien een tweetaligheidstoelage die overeenstemt met het niveau 1 SELOR wensen te genieten, dienen hiertoe uiteraard te slagen in het overeenkomstige examen. In dat geval komt het verschuldigde bedrag overeen met dat voorzien voor het officierskader (223,11 € of 267,73 € naar gelang het type examen waarvoor men slaagt). Toestaan dat die personeelsleden ten alle tijde voldoen met een niveau 2 zou discriminerend zijn ten aanzien van de officieren die na 1 april 2001 werden ingelijfd en die in het bezit moeten zijn van een niveau 1 SELOR. 2. De personeelsleden die zijn aangesteld in het officierskader krachtens artikel XII.VII.26 RPPol (proportionele verdeling van de gezagsambten). Deze personeelsleden zijn slechts aangesteld in het officierskader en blijven derhalve voor het overige onderworpen aan de bepalingen van hun kader van oorsprong (artikel XII.VII.26, vierde lid, RPPol). Aldus volstaat het voor hen titularis te zijn van een niveau 2 SELOR. Het al dan niet verschuldigde bedrag correspondeert uiteraard met dat van het middenkader (178,49 €). 3. De personeelsleden die, krachtens artikel XII.VII.17 RPPol, overgaan naar het officierskader. Deze personeelsleden kunnen op eenvoudig verzoek vanaf 1 april 2005 tot en met 2007 toetreden tot het officierskader. De bestaansreden van het overgangsregime bestaat er voor hen in te vermijden dat zij moeten slagen in een niveau 1 SELOR. De vereiste van een niveau 2 SELOR moet niettemin vervuld zijn op de datum dat zij benoemd worden in het officierskader. De betrokken personeelsleden die nadien een tweetaligheidstoelage die overeenstemt met het niveau 1 SELOR wensen te genieten, dienen hiertoe uiteraard te slagen in het overeenkomstige examen. In dat geval komt het verschuldigde bedrag overeen met dat voorzien voor het officierskader (223,11 € of 267,73 € naar gelang het type examen waarvoor men slaagt). Toestaan dat die personeelsleden ten alle tijde voldoen met een niveau 2 zou discriminerend zijn ten aanzien van de officieren die na 1 april 2001 werden ingelijfd en die in het bezit moeten zijn van een niveau 1 SELOR. Dit alles onverminderd de eventuele gelijkwaardigheden tussen de in bijlage 14 RPPol bedoelde niveaus van taalkennis.
VOOR U GELEZEN Hieronder geven wij u een nota weer opgesteld op 30 september door de « Kabinetchef » van de politiezone Charleroi. … Bestemmelingen : LOKALE POLITIE – tav : AL HET PERSONEEL Betreft : Voeding van Fliquette Gedurende de laatste dagen heeft Fliquette, de kat bij ons politiekorps, gezondheidsproblemen gehad welke geleid hebben tot een « hospitalisatie ». Er wordt gevraagd aan de personeelsleden haar niet meer te voederen, een overmatige voeding is een van de belangrijkste redenen van haar ziekte. De «eethoek» van Fliquette zal zich tijdens de week bevinden op het secretariaat van de Directie en in het weekend op de Centrale. U kan evenwel voedingszakjes afleveren bij deze twee diensten. U moet rekening houden met het feit dat op voorschrift van de dierenarts enkel brokjes “senior” of “light” mogen gegeven worden. Met dank aan allen. XXXXXXX Kabinetchef
NB : elke gelijkenis met bestaande figuren is puur toeval.
INFORMATIE Op onze website
http://www.nspv.be Laat ons uw mailadres geworden op
[email protected] 9
GRATIS MEDISCHE ZORGEN – TERUGBETALING
Formulieren “Terugbetaling van de Trimestriële terugbetalingsaanvragen medische kosten” F-123: Voor de rechthebbende personeelsleden van de federale politie L-123: Voor de rechthebbende personeelsleden van de lokale politie F-024: Voor invaliden in vredestijd Toelichting bij invullen trimestriële terugbetalingsaanvragen • Er kan slechts 1 formulier per trimester ingevuld te worden, tenzij de kosten die ten laste blijven hoger zijn dan 100 EUR.
L-123 of F-123 (Bij te voegen documenten (in 1 exemplaar)
• Het terugbetalingsformulier dient in 2 exemplaren opgemaakt te worden.
Het personeelslid dient de facturen zelf te betalen. Bij de terugbetalingsaanvraag dient steeds een bewijs van betaling geleverd te worden (uitz.hospitalisatie)
• Volgende gegevens dienen ingevuld te worden
Medische zorgen
- Identiteitsgegevens - tabel met gemaakte medische kosten (kolom 2 tot 5) - vak 1: dateren en ondertekenen - vak 2: dateren en ondertekenen door de erkende arts die u heeft verzorgd, de behandeling voorgeschreven heeft of u naar een specialist doorverwezen heeft. Bij te voegen documenten Deze documenten dienen slechts in 1 exemplaar overgemaakt te worden Als een origineel document gevraagd wordt is het noodzakelijk het origineel op te sturen. DPMS mag niet tussenkomen op basis van kopies.
- Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Indien facturen: - Originele facturen zonder overschrijving (met nomenclatuurnummer RIZIV) - Bewijs van betaling Hospitalisatie Indien het personeelslid geen gebruik maakt van een hospitalisatieverzekering: • De individuele factuur/verplegingsnota (origineel met nomenclatuurnummer RIZIV) • Origineel terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (indien verzamelgetuigschrift verstrekte hulp bij factuur is gevoegd)
Indien het personeelslid gebruik maakt van een hospitalisatieverzekering: • Kopie van de individuele factuur/verplegingsnota (met nomenclatuurnummer RIZIV) • Origineel terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (indien verzamelgetuigschrift verstrekte hulp bij factuur is gevoegd) • De originele kwijting van de tussenkomst van de hospitalisatieverzekering met gedetailleerde vermelding van de nomenclatuurnummers RIZIV) Tandverzorging Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Farmaceutische – Produkten Mod 704 (af te leveren door apotheek) Kinesitherapie • Kinesitherapievoorschrift van een arts van de medische dienst of van een erkend arts • Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Tandprothesen Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Heelkundige prothesen • Kopie van de doorverwijzing van de arts van de medische dienst of de erkende arts -De mutualiteit is reeds tussengekomen bij ontvangst factuur - originele factuur met nomenclatuurnummer RIZIV - bewijs van betaling • De mutualiteit dient nog tussen te komen bij ontvangst factuur - kopie van factuur (met nomenclatuurnummer RIZIV) - terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) - bewijs van betaling
F - 024 (Bij te voegen documenten) Medische zorgen • Kopie van het getuigschrift vertrekte hulp (met nomenclatuurnummer RIZIV) 10
• Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel)
Farmaceutische - Produkten Mod 704 (af te leveren door de burgerapotheker) + groen afschrift
Hospitalisatie Kinesitherapie • Inividuele factuur/verplegingsnota (origineel met nomenclatuurnummers RIZIV) • Bewijs van betaling (origineel) Tandverzorging • Kopie van het getuigschrift verstrekte hulp (met nomenclatuurnummer RIZIV) • Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel)
• Kopie van het kinesitherapievoorschrift van de eenheids- of aangenomen geneesheer • Kopie van het getuigschrift verstrekte hulp (met nomenclatuur RIZIV) • Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Prothesen
• Kopie van de factuur (met nomenclatuurnummer RIZIV) • Terugbetalingsbewijs van de mutualiteit (origineel) Naar waar dienen de terugbetalingsformulieren opgestuurd te worden ? Op het einde van de trimester moeten de aanvraag tot terugbetaling en de bewijstukken verzonden worden aan : DGP/DPMS/TAR Fritz Toussaintstraat 47 1050 BRUSSEL
• Kopie van de doorverwijzing van de eenheids- of aangenomen geneesheer naar de geneesheer- specialist
GESPECIALISEERDE ASPIRANT HOOFDINSPECTEURS. In afwachting van het vervolg van hun opleiding (basisvorming middenkader) worden de AHINP ter beschikking gesteld van het politiekorps. Gezien zij aspiranten zijn wordt hun uitkeringen op nacht- en weekendprestaties en overuren geweigerd. Deze stelling is niet correct. Ons statuut voorziet expliciet dat het recht op uitkeringen niet van toepassing is op een personeelslid met de hoedanigheid van aspirant voor activiteiten die zijn ingeschreven in het opleidingsprogramma. In dit geval is de ter beschikkingstelling van het politiekorps niet ingeschreven in het opleidingsprogramma. Het is dus volkomen logisch dat er een uitkering gebeurd van de nacht- en weekendprestaties alsook van de overuren. Wettelijke basis : RPPol - Art. XI.III.6. § 1. Aan het personeelslid wordt een toelage toegekend voor dienstprestaties uitgevoerd op een zaterdag, een zondag, een feestdag of tijdens de nacht. … Onverminderd deze reeds opgelegd door andere wettelijke en reglementaire bepalingen, kan de minister bovendien beperkingen of uitsluitingen opleggen voor de toekenning van de toelage voor de prestaties die hij bepaalt.. Dino - Art. XI.3. In toepassing van artikel 11.III.6, § 1, derde lid, RPPol geven geen recht op de toelage bedoeld in hetzelfde artikel : 1° alle activiteiten die zijn ingeschreven in het opleidingsprogramma van een personeelslid met de hoedanigheid van aspirant; … RPPol - Art. XI.III.7 : Onverminderd artikel VI.I.3, § 1, derde lid, en op voorwaarde dat ze noch een weddebijslag voor de uitoefening van een mandaat of voor de uitoefening van een hoger ambt, voor zover deze en weddebijslag dekt voor de uitoefening van een mandaat, noch de toelage van opleider ontvangen, wordt aan de personeelsleden die minstens benoemd zijn als stagiair, een toelage toegekend voor elk uur aan bijkomende dienstprestaties dat niet wordt gerecupereerd en de prestatienorm bedoeld in artikel VI.I.1, 2°, overschrijdt. In afwijking van het eerste lid genieten de personeelsleden met de hoedanigheid van aspirant, voorafgaand aan een benoeming in één kader, dezelfde toelage als op hen een beroep wordt gedaan voor de uitvoering van operationele opdrachten die geen deel uitmaken van hun opleidingsprogramma. De om die redenen verrichte prestaties geven recht op de toelage waarbij het aantal prestatie-uren per maand wordt berekend. (Wanneer het aldus verkregen aantal uren dienstprestaties een uurgedeelte gelijk aan of meer dan dertig minuten omvat, wordt dit gedeelte naar het volgende uur afgerond; in het tegenovergestelde geval wordt er geen rekening mee gehouden (Inwerkingtreding : 01-06-2002) Ingevolge een tussenkomst van het NSPV heeft de heer Alain DUCHATELET, Directeur Generaal van het Personeel een nota gemaakt om deze fout recht te zetten.
11
Een overlevingspensioen en mijn loopbaan samen bezorgen me veel, heel veel kopzorgen Niettegenstaande de grensbedragen van het toegelaten beroepsinkomen bij de rust- en overlevingspensioenen regelmatig, her en der verschijnen, wordt er meer en meer om duidelijkheid gevraagd. Dat er beperkingen zijn inzake beroepsinkomen in cumul met rustpensioenen en overlevingspensioenen is aanvaardbaar. Maar die beperkende maatregelen, voornamelijk op het overlevingspensioen, kunnen soms kopzorgen teweeg brengen. Niet tegenstaande de grensbedragen voor 2004 fel verbeterd zijn moet men toch nog rekening houden met verschillende elementen.
Realiteit Het moet je maar overkomen om bijvoorbeeld op je 45ste weduwe te worden. Het gezinsinkomen wordt gehalveerd en je wordt onmiddellijk geconfronteerd met een onrechtvaardig aanvoelende wet inzake cumul met het overlevingspensioen. Het is altijd wikken en wegen geblazen en rekenen en tellen is een nuttig tijdverdrijf geworden. Eén verkeerde berekening of ontvangst van een kleine premie waar je niet op gerekend had, kan gedeeltelijk of een totaal verlies van het overlevingspensioen of pensioen voor gevolg hebben.
Grensbedragen Ten einde het geheugen op te frissen delen wij nogmaals de toegelaten beroepsinkomens mede.
Grensbedragen van het rustpensioen Aard van de uitgeoefende activiteit: werknemer, ambtenaar, mandaat, ambt of post Jaargrens van het toegelaten brutoberoepsinkomen (2004) in EUR: Vóór de leeftijd van 65 jaar:
Vanaf de leeftijd van 65 jaar:
Zonder kinderlast:
7.421,57
13.556,68
Met kinderlast (*):
11.132,37
17.267,48
(*) Opgelet: “kinderlast” verschilt van het begrip “kind ten laste” in de fiscale wetgeving!
De grens bedragen overlevingspensioen Aard van de uitgeoefende activiteit: werknemer, ambtenaar, mandaat, ambt of post Jaargrens van het toegelaten brutoberoepsinkomen (2004) in EUR U geniet enkel één (of meerdere) overlevingspensioen(en) van de openbare sector of in een ander pensioenregime en u bent jonger dan 65 jaar:
65 jaar of ouder:
Zonder kinderlast:
14.843,13
13.556,68
Met kinderlast (*):
18.553,93
17.267,48
U geniet (een) overlevingspensioen(en) van de openbare sector of in een ander pensioenregime dat (die) u cumuleert met één of meerdere rustpensioen(en) en u bent
12
jonger dan 65 jaar:
65 jaar of ouder:
Zonder kinderlast:
7.421,57
13.556,68
Met kinderlast (*):
11.132,37
17.267,48
• Deze grensbedragen zijn van toepassing in het jaar 2004 en kunnen worden aangepast. • Het begrip ”kinderlast” heeft een andere invulling van de toepassing van de cumulatiewetgeving dan voor die inzake overlevingspensioen of voor de fiscale wetgeving . • De verhoogde grens wegens kinderlast kan gedurende het gehele kalenderjaar toegepast worden indien u in de loop van het kalenderjaar kinder- of wezenbijslag of als dusdanig geldende tegemoetkoming ontving voor tenminste één kind. Is dit niet het geval, dan blijven de hogere grenzen toch van toepassing als u voor de opvoeding van uw eigen of een geadopteerd kind instaat en dit kind aan één van de volgende criteria beantwoordt: jonger is dan 14 jaar; • jonger is dan 21 jaar en verbonden is door een leerovereenkomst; • jonger is dan 25 jaar en dagonderwijs volgt; • minstens 66 % arbeidsongeschikt is. Maak uw keuze Voor hen die gepensioneerd zijn op ouderdomsgrens en iets willen bijverdienen is de keuze vlug gemaakt. Er zijn talloze jobs die men kan verrichten zonder het “maximum toegelaten beroepsinkomen” te overschrijden. Het gaat dan meestal om een kleine bijverdienste. Anders is het gesteld voor onze leden die al dan niet nog actief zijn en al dan niet deeltijds werken (voornamelijk calog personeel) en op vroege leeftijd weduwe/weduwnaar geworden zijn. Meestal dient men dan een belangrijke keuze te maken: Ofwel kiest men voor de verderzetting van zijn loopbaan en ziet men gedeeltelijk of zelfs volledig af, van het overlevingspensioen, ofwel kiest men voor het overlevingspensioen en zegt men vaarwel aan het uitbouwen van een loopbaan en aan alle sociale voordelen. Dat daarachter een zekere onrechtvaardigheid schuilt zal wel geweten zijn door politici, politieke partijen, en andere vakbonden die er meermaals een gespreksthema van maken.
Laat ons eerst even kijken naar de nadelen. U geniet enkel een overlevingspensioen: • U geniet geen einde jaarspremie. • U geniet geen op zeer weinig vakantiegeld • Bij een nieuw huwelijk wordt het overlevingspensioen niet meer uitbetaald. • Het opbouwen van een eigen pensioen is uitgesloten. • U bent uitgesloten van sociale uitkeringen zoals o.a. vervanginkomens. U geniet een overlevingspensioen en u hebt een inkomen als werknemer. • Sociale uitkeringen mogen niet gecumuleerd worden met een overlevingspensioen. Dit zal zeker problemen opleveren wanneer u ziek wordt, werkloos wordt of een bijslag zou krijgen voor deeltijdse werken.(bijvoorbeeld bij 4/5 arbeidsduur) • U wordt gedwongen om een keuze te maken om uw eigen loopbaan te beperken, rekening houdende met de toegelaten beroepsinkomsten. Het wordt een zenuwslopende bezigheid om onder het toegelaten bedrag te blijven. • Een werk, loopbaan, uw functie is niet altijd geschikt om deeltijds te werken met het oog onder het toegestane bedrag te komen. • Je kan geen eigen pensioen meer opbouwen. • Bij de uitbetaling van uw overlevingspensioen wordt geen rekening gehouden met uw beroepsinkomen, wat zwaar overkomt wanneer men een belastingsbrief in de bus krijgt. • Het is onmogelijk te genieten van een brugpensioen mocht die gelegenheid zich voordoen. Om dan uiteindelijk uw keuze te maken kan men niet nalaten de voordelen van een loopbaan aan te halen. U hebt een beroepsinkomen en geniet daardoor geen overlevingspensioen meer • U krijgt de kans een eigen pensioen op te bouwen die al naargelang uw loopbaan het overlevingspensioen zal overschrijden. • U geniet alle sociale voordelen zoals uitbetaling bij ziekte,invaliditeit, werkloosheidsuitkering, uitkeringen wegens deeltijds werken enz.
• U kan een loopbaan uitbouwen. • U geniet een eindejaarspremie en vakantiegeld. • ……….. Maar hoeveel mag ik nu werkelijk bijverdienen ? Over welke bedragen gaat het nu juist ? De overschrijding van de grenzen van 1% tot 15% leidt tot vermindering en + 15% tot schorsing van het rustpensioen of overlevingspensioen, voor het volledig kalenderjaar, ongeacht de verdeling van de inkomsten, over de verschillende maanden van het jaar. Om na te gaan of de beroepsinkomsten, de in de tabel vermelde grenzen bereiken, moeten volgende inkomsten in aanmerking worden genomen. Voor de uitoefening van een beroepsbezigheid als werknemer in de particuliere of openbare sector, van elke andere activiteit, mandaat, ambt of post. (Let wel op: er zijn uitzonderingen zoals o.a. zelfstandigen, kunstenaars, enz), verstaat men onder beroepsinkomen het bruto-inkomen met inbegrip van alle elementen die deel uitmaken van de bezoldiging zoals het loon (inbegrepen het loon voor de betaalde feestdagen en het gewaarborgd week- en maandloon) de voordelen in natura (uitgezonderd de maaltijdcheques) het vakantiegeld, de eindejaarsvergoeding, de haard en stand plaatsvergoeding, premies allerhande, enz… Voorbeeld beperking op het rustpensioen: Een lid van het calog zonder kinderlast, heeft een bruto geïndexeerd jaarinkomen van 7.570.00 euro per jaar.(630.83 euro per maand.) Hij overschrijdt het toegelaten beroepsinkomen met 2%., waardoor het pensioen evenredig zal verminderd worden worden. Een overschrijding van 15 % heeft het totale verlies van het pensioen tot gevolg. Een halftijdse betrekking zou in de meeste gevallen een schorsing van het pensioen tot gevolg hebben en zal men moeten beroep doen op 1/3 loopbaan of nog minder. Met kinderlast mag men ongeveer 309,23 euro per maand meer 13
beroepsinkomen hebben eer de beperkende maatregelen van kracht worden. Voorbeeld beperking op één overlevingspensioen. Het lid, zonder kinderlast heeft een bruto beroepsinkomen van 17.218,03 euro per jaar. (1434.84 per maand) Hij overschrijdt de jaargrens van het toegelaten beroepsinkomen met 16 %. Gevolg: Het overlevingspensioen wordt voor dat jaar volledig geschorst. Om die schorsing te ontlopen dient het lid zijn inkomen te verminderen
door deeltijds te werken, of nog minder uren te laten uitbetalen door van bijvoorbeeld van 4/5 naar 1/2de
uw gegevens voorhanden en zijn daarom het best geplaatst om uw juiste toestand te schetsen.
prestatie te gaan.
De formulieren betreffende de aanvraag “rustpensioen – beroepsactiviteit en Overlevingspensioen – beroepsactiviteiten “ kan u gerust vragen op het secretariaat van het NSPV - sector oprustgestelden
Kunnen wij u raad geven ? U moet toegeven dat het maken van een keuze niet zo gemakkelijk is. Het hangt af van situatie tot situatie.Wat primeert ? Kies je voor carrière of kies je voor pensioen ?
Marcel De Loof Nationaal Afgevaardigde sector gepensioneerden ( N)
In ieder geval dien je toch een aanvraag te richten aan uw pensioendienst.(A.P. of RVP of voor zelfstandigen RSVZ.) Deze diensten hebben al
SEMPER FIDELIS “ -
“IN FIDE CONSTANS”
Politiemensen door de Duitse bezetter terechtgesteld te Oostakker en te Rieme (Bij Gent) Albert Poppe Brigadier bij de rijkswacht Fernand Bouckenaere Adjudant bij de rijkswacht. David Delree mag symbool genoemd worden voor de andere vijftien rijkswachters, die als weerstander door de Nazi Duitsers werden terechtgesteld. Maar het is niet onbelangrijk om even stil te staan bij de andere vijftien collega’s die hun leven lieten als lid van de ene of andere weerstandsgroep tijdens de oorlogsjaren. Evenals de herdenking te Sorinnes houden wij eraan om jaarlijks aanwezig te zijn op de plechtigheid te Oostakker bij Gent om er de terechtstelling van twee onzer leden in herinnering te brengen. Kort na de bevrijding van Gent, enkele weken na de laatste executie van 28 augustus 1944, werd in september 1944 de massagraven te Rieme en te Oostakker geopend. Samen met de resten van een honderdtal andere terechtgestelden vond men er de twee stoffelijke overschotten van Albert Poppe, Brigadier bij de rijkswacht en Fernand Bouckenaere Adjudant Brigadecommandant te Aalst. Fernand werd er als laatste op 28 augustus 44 geëxecuteerd. Albert Poppe werd uit de mobiele groep te Gent afgedeeld naar de Brigade Maldegem. Niemand wist dat Albert lid was van de weerstand. Hij dook onder maar werd tijdens het afleveren van wapens op 15 maart 1943 te Gent 14
door de bezetter aangehouden, onder betichting van: “ lidmaatschap (leider) van een weerstandsgroepering, wapenbezit, hulp aan de geallieerden en spion”. Op 26 augustus 1943 werd hij te Oostakker geëxecuteerd. In Rieme werden de veroordeelden als beesten op vrachtwagens vervoerd samen met kisten die als lijkkist moest dienen.. Vaak moesten ze de laatste honderd meter hun kist zelf dragen tot aan de executiepaal. De vrachtwagen kon niet door het te lage tunneltje die toegang gaf naar de schietstand. In Oostakker werd nergens een executiepaal of enig teken ervan terug gevonden. Het staat zo goed als vast dat de ter dood veroordeelden, staande aan de rand van een open kuil werden neergeschoten. Die kuil ving het stoffelijke overschot van de geëxecuteerden op. Het werd geleidelijk aan één massagraf. Fernand Bouckenaere Adjudant 1 Kl kon als brigadecommandant reeds zeer vroeg de werking van de Duitsers in de war sturen. Hij was er als de eersten bij, om iedereen die door de “feldgendarmen” gezocht werden tijdig te verwittigen. In 42 kwam hij in kontact met de weerstandsgroep”Rita” die voornamelijk opereerde in de streek van Aalst. Zijn inbreng en bedrijvigheid voor de inlichtingen dienst “Service de
Renseignement d’Action” was van het grootste belang. Hij kon als geen ander nauwkeurige inlichtingen doorspelen betreffende Duitse troepen- en munitietransporten en over de gevallen vliegeniers van de geallieerde troepen. Wanneer een beraamde aanslag op het strategisch belangrijk station te Denderleeuw verraden werd , bracht hij pas zichzelf in veiligheid nadat hij alle andere partizanen verwittigd had. Fernand werd naar Gent ontboden en werd er aangehouden. Hij diende de meeste folteringen te doorstaan. Juist voor de bevrijding, wanneer de geallieerden Gent reeds naderden werd hij te Oostakker gefusilleerd. Op zondag 28 oktober 1945 werd te AALST in de rijkswachtkazerne een gedenksteen onthuld. Door het ontstaan van de geïntegreerde politie zijn de gebouwen van de rijkswacht buiten dienst geraakt. Er gaan stemmen op, om de gedenkplaat een nieuwe plaats te geven en aan te brengen in het Stadhuis te Aalst naast de gedenkstenen van de twee, bij een overval door de “Bende van Nijvel” neergeschoten, politieagenten. Laten we ze niet vergeten. Bron: Eigen archieven. Historische Dienst van de Politie. Marcel de Loof
NECROLOGIE
ASSE • Mevrouw VAN AVERMAET Clementina, echtgenote van François THIENPONDT, geboren te Zele op 15 april 1923 en overleden te Pepingen op 15 oktober 2004. Rouwadres: Repekouter 9, 1570 Galmaarden. BRUGGE • De Heer VANDENBRUWAENE Jean Pierre, echtgenoot van Yvonne DECLERCQ, geboren te Watou op 14 februari 1929 en overleden Torhout 19 september 2004. Rouwadres: Rozenstraat 4, 8820 Torhout. • De Heer DEPOORTER Ernest, weduwnaar van Margriet CLOET, geboren te Oostende op 06 augustus 1920 en overleden te Brugge op 18 september 2004. Rouwadres: Nicole Depoorter, Prins Alexanderstraat 26, 8310 Brugge. • De Heer ROOSE Morits, echtgenoot van Jeannette DECOSTER, geboren te Gistel op 04 december 1921 en overleden te Oostende op 13 september 2004. Rouwadres: Gistelse Steenweg 230, 8400 Oostende. • De Heer DEROUS Maurice, weduwnaar van Simonne DEMAREY, geboren te Aartrijke op 29 maart 1919 en overleden te Aalter op 22 september 2004. Rouwadres: Roger Derous, Ter Venne 1, 9880 Aalter. • De Heer VANOETEREN José, echtgenoot van Marie DELRUE, geboren te Stekene op 29 juni 1911 en overleden te Koekelare op 16 september 2004. Rouwadres: Meunyckenplein 2, 8680 Koekelare. • De Heer BOUSSEMAERE Roger, weduwnaar van Lizette DELANGHE, geboren te Krombeke op 19 december 1921 en overleden te Brugge op 01 oktober 2004. Rouwadres: Thierry Storme, Rietstraat 3, 8000 Brugge. BRUSSEL • De Heer VANWINCKEL Jacques, weduwnaar van Flora MEURANT, geboren te Gemmenich (Plombières)
op 14 september 1925 en overleden te Brussel op 23 oktober 2004. • Mevrouw LOSDYCK Pauline, weduwe van Désiré HARDENNE, geboren te Etterbeek op 15 november 1921 en overleden te Etterbeek op 12 september 2004. Rouwadres: Marie-Louise Hardenne, Avenue Marengo 12, 1410 Waterloo. • De Heer VAN BEL Jean, echtgenoot van Suzanne SMOLDERS, geboren te Heverlee op 27 september 1915 en overleden te Brussel op 11 oktober 2004. Rouwadres: Rue du Saphir 27, 1030 Schaarbeek. • Mevrouw KUSNIEREK Hélène, weduwe van Jérôme DE MEY, geboren te Harnes (Frankrijk) op 22 april 1925 en overleden te Asse op 08 oktober 2004. Rouwadres: Micheline De Mey, Wilgendael 68, 1731 Zellik. • Mevrouw RAEMDONCK Joanna, echtgenote van Joseph KEMPENEERS, geboren te Brussel op 03 mei 1923 en overleden te Jette op 27 oktober 2004. Rouwadres: Secretinlaan 27 / 6, 1090 Brussel. CHARLEROI • Mevrouw HOUTAIN Yvonne, weduwe van Fernand INDEVUYST, geboren te Matagne-la-Petite op 08 februari 1921 en overleden te Chimay op 08 oktober 2004. Rouwadres: Paulette Indevuyst, R. ND. de la Paix, 6460 Chimay. GENT • Mevrouw VAN DEN BOSSCHE Georgina, echtgenote van Etienne SPIESSENS, geboren te Sint-MartensLatem op 11 juli 1927 en overleden te Gent op 11 oktober 2004. Rouwadres: Lindenpark 8, 9840 De Pinte. LEUVEN • De Heer DEWAELHEYNS Achille, weduwnaar van Catharina NYS, geboren te Overwinden op 20 mei 1914 en overleden te Holsbeek op 17 september 2004. Rouwadres: Bert Dewaelheyns, Langstraat 99, 3350 Linter.
ONZE BLIJKEN VAN DEELNEMING AAN ALLEN DIE BETROKKEN ZIJN BIJ DEZE DROEVE GEBEURTENISSEN
LUIK • De Heer FARINELLE André, echtgenoot van Léa MERVILLE, geboren te Les Bulles op 12 janauri 1919 en overleden te Flémalle op 31 oktober 2004. Rouwadres: Rue des Bas Sarts 63, 4100 Seraing. • Mevrouw LAMBERT Gisèle, echtgenote van Lucien GEORIS, geboren te Tillet op 26 april 1932. Rouwadres: Rue de Xhoris 40, 4180 Hamoir. NEUFCHATEAU • Mevrouw GODARD Maria, weduwe van Marcel CLESSE, geboren te Elsenborn op 17 juni 1924 en overleden Virton op 03 juni 2004. Rouwadres: Anne-Marie Clesse, Avenue Numa Ensch Tesch 2, 6700 Arlon. TONGEREN – GENK • De Heer VAN ROMPUY Leonard, weduwnaar van Godelieve GELDHOF, geboren te Begijnendijk op 21 maart 1913 en overleden te Neeroeteren op 26 september 2004. Rouwadres: Van Eycklaan 99 bus 3, 3680 Maaseik. • De Heer VANDERHOEVEN Henri, echtgenoot van Helena PEEREBOOM, geboren te Rekem op 24 augustus 1923 en overleden te Tongeren op 07 oktober 2004. Rouwadres: Blaarstraat 50 bus 2, 3700 Tongeren. • Mevrouw GOOSSENS Marie-José, echtgenote van André CREEMERS, geboren te Bocholt op 14 november 1927 en overleden te Bocholt op 11 oktober 2004. Rouwadres: Meidoornstraat 19, 3850 Bocholt.
VRIJSTELLING* … En dat is slechts één van de voordelen die onze autoverzekering te bieden heeft, speciaal voor de leden van het NSPV. Want er zijn er nog veel meer :
> > > > >
Bijzonder competitieve premies. Gratis vervangwagen gedurende 5 dagen bij ongeval of pech. Volledige en gratis bijstand**. Soepele betalingsvoorwaarden (driemaandelijks/halfjaarlijks/jaarlijks). Gemakkelijke service via een enkel gratis nummer : 0800/93.262
*
Indien u uw wagen laat herstellen in één van de aangesloten garages. Met uitzondering voor jonge bestuurders. ** Voor elk voertuig minder dan 6 jaar bij inschrijving.
2 BIJZONDERE CIJFERS WAARMEE ALLES VERANDERT Een vraag ? Een gratis simulatie ? Bel onmiddellijk 0800/93.262
GEGARANDEERD PER JAAR … Dat is het minimumrendement dat ons pensioenspaarfonds “Diamond Pension” garandeert. En het heeft ook tal van andere troeven :
> > > >
Want bovenop deze 3,25% geniet u nog over bijkomende voordelen. Zo profiteert u bij het einde van het contract over extra kapitaal (belastingvrij). Uw spaargeld is niet onderhevig aan beursschommelingen (gegarandeerde opbrengst!). U investeert wat u wenst, wanneer u dat wenst. Uw jaarlijkse stortingen geven recht op een belastingvermindering die oploopt tot 30 of 40%.
U heeft al een ander pensioenspaarfonds onderschreven ? Vergelijk het met Diamond Pension. En weet dat u uw contract te allen tijde kunt stopzetten en - zonder kosten - kunt investeren in Diamond Pension.
In samenwerking met
VIVIUM AFFINITY, ESV - Verzekeringsagent VIVIUM / VIVIUM LIFE - Ingeschreven in het register van de verzekeringsbemiddelaars onder nr. 10142 Burgemeester E. Demunterlaan 1 bus 2 - 1090 Jette - Tel. 02/282.36.03 - Fax: 02/282.36.00 - Bank nr. 310-1268700-26 - HR Brussel Nr 597.653 - RESV Brussel Nr 58.