HET BESTE NEDERLANDSE FOTOBOEK 1993-2015
BEKROOND DE 12 WINNAARS VAN DE FOTO KEES SCHERER PRIJS
BEKROOND STICHTING FOTOARCHIEF KEES SCHERER 1
2
4 8 12 14 34 54 74 94 114 134 154 174 194 214 234 254 256 257
Voorwoord Max van Rooy Kees Scherer Willem Ellenbroek Column Peter van der Velde In de beste tradities Catrien Ariëns A hundred summers, a hundred winters Bertien van Manen Voor het oog van de wereld Eddy Posthuma de Boer Voyage Botanique Paul den Hollander Bouwlust Theo Baart Céline van Balen Céline van Balen Why Mister,Why? Geert van Kesteren Diamond Matters Kadir van Lohuizen Mist Niels Stomps Shelter Henk Wildschut In and Out of Fashion Viviane Sassen Me We Koos Breukel Boekenlijst prijswinnende fotografen Bestuursamenstellingen Jurysamenstellingen
HET BESTE NEDERLANDSE FOTOBOEK 1993-2015
BEKROOND
DE 12 WINNAARS VAN DE FOTO KEES SCHERER PRIJS
3
Geen fotoboek zal m
4
al mij ooit nog onverschillig laten Natuurlijk heb ik sinds begin 1993 meer dan 951 fotoboeken in handen gehad. Ruim 43 fotoboeken per jaar bekijk je al gauw. Vooral als je – waar je ook bent – in eigen stad, in eigen land, in het buitenland – de neiging hebt altijd even een boekwinkel of kiosk binnen te lopen. En je bij een museumbezoek nooit de bookshop overslaat. Op al deze plekken biedt het fotoboek zich aan, smeekt het fotoboek om tenminste even te worden opgepakt en doorgebladerd. Want dat doe je met fotoboeken: snel even doorbladeren om een eerste indruk te krijgen. Van 951 fotoboeken weet ik zeker dat ik ze vanaf 1993 tot en met 20 februari 2015 in handen heb gehad. Tot de datum van 20 februari waren dat er nog 793, maar op die vrijdag werd mijn ervaring ineens 158 fotoboeken rijker: de oogst van 2013 en 2014. Om half elf ’s morgens heb ik op die dag alle 158 boeken stuk voor stuk opgepakt, doorgebladerd, aandachtig bestudeerd. Ik heb de kwaliteit van het papier tussen duim en wijsvinger beproefd en soms mijn neus in het drukwerk gestoken. Over een periode van 22 jaar zijn in twaalf jurysessies – de Foto Kees Scherer Prijs wordt eens in de twee jaar uitgereikt – in totaal 951 fotoboeken letterlijk en figuurlijk door ons gewogen. ‘Ons’ is de jury waarvan ik deel uitmaakte. De jury telde in de regel zeven leden en de samenstelling toonde een gering natuurlijk verloop. Dat ik het enige jurylid ben vanaf het eerste uur in 1993, en dus ook het enige jurylid dat het volle aantal van 951 heeft beoordeeld, kon ik pas geloven nadat de secretaris van de Kees Scherer Prijs, Annick Visser, het in het archief had opgezocht. Het was Marè van der Velde die mij in 1993 voor de jury van de Kees Scherer Prijs heeft gevraagd. Hoewel fotografie niet op de allereerste plaats van mijn culturele passies staat, hoefde ik over haar verzoek geen seconde na te denken. Wat Marè vroeg, dat deed je.
Het grootste deel van haar werkzame leven was Marè verbonden aan de Geïllustreerde Pers. Daar beleefde zij haar meest glorieuze jaren als adjunct-hoofdredacteur van Avenue. Hier ontwikkelde zij zich als een bevlogen voorvechter van de (mode)fotografie. Ook het genre van de literaire reisreportage, vaak begeleid door beeldreportages van vooraanstaande fotografen, werd sterk door haar gestimuleerd. Zonder ‘stille kracht’ Marè van der Velde in de hoofdredactie, had Avenue niet de glansrol van ‘stijlicoon’ verworven die legendarisch werd in de Nederlandse tijdschriftengeschiedenis vanaf 1965. Maar Avenue was er nooit geweest zonder Joop Swart. Deze leidende, charismatische figuur bij de Geïllustreerde Pers was een gepassioneerde ‘bladenmaker’, bedenker en hoofdredacteur van onder andere Avenue, Zero en Viva. Daarenboven was Joop Swart gegrepen door de betekenis en waarde van de fotografie in de toenmalige – ver voor het internettijdperk – bloeiende tijdschriftencultuur. Hij werd van deze cultuur de ‘godfather’ en raakte met zijn aanstekelijke, bourgondische levenslust bevriend met alle fotografen die deze cultuur hielpen dragen. Zo ook met Kees Scherer. Nadat eind 1985 een herseninfarct de ras-Amsterdamse wereldfotograaf het vermogen tot spreken, schrijven en fotograferen had ontnomen, ontfermden Joop Swart en andere Scherer-vrienden als Peter Lichtenauer en Henk Schuurmans zich over zijn nalatenschap, waarvan de omvangrijke fotoverzameling het hoofdbestanddeel vormde. In 1987 volgde de oprichting van de Stichting FotoArchief Kees Scherer. Zes jaar later, in het jaar dat Kees Scherer op 19 januari overleed, werd de eerste Kees Scherer Prijs uitgereikt.
5
n 1993 – Catrien Ariëns – In de beste tradities n 1995 – Bertien van Manen – A hundred summers, a hundred winters n 1997 – Eddy Posthuma de Boer – Voor het oog van de wereld n 1999 – Paul den Hollander – Voyage Botanique n 2001 – Theo Baart – Bouwlust n 2003 – Céline van Balen – Céline van Balen n 2005 – Geert van Kesteren – Why Mister, Why? n 2007 – Kadir van Lohuizen – Diamond Matters n 2009 – Niels Stomps – Mist n 2011 – Henk Wildschut – Shelter n 2013 – Viviane Sassen – In and Out of Fashion n 2015 – Koos Breukel – Me We 6
De jury, toen onder voorzitterschap van Joop Swart, kreeg de keuze uit 37 fotoboeken. De winnaar werd het boek In de beste tradities van fotografe Catrien Ariëns, met het leven van ‘hogere kringen’ als onderwerp. Het juryrapport begon zo: ‘Zonder enig vooroordeel en zonder effectbejag is een voor het merendeel onbekende bevolkingsgroep, gebonden aan eigen culturele tradities en sociale rituelen, hier open in beeld gebracht’. Ook de uitgever van In de beste tradities werd tot winnaar uitgeroepen. Zo was de aanvankelijke opzet van de Foto Kees Scherer Prijs, een prijs voor het mooiste foto-BOEK. Niet alleen de fotografie werd beoordeeld, ook de algehele boekverzorging werd op prijzenswaardigheid onderzocht. Daarvoor is de uitgever verantwoordelijk, in dit geval uitgeverij Thomas Rap. Uit het juryrapport: ‘Presentatie en vormgeving doen op excellente wijze recht aan de fotografie.’ Het prijzengeld van toen 10.000 gulden (1993) werd door Catrien Ariëns en uitgeverij Thomas Rap gedeeld. De tweedeling van de prijs werd voor de laatste keer toegepast in 2007. De winnaar was fotograaf Kadir van Lohuizen met het boekje Diamond Matters, dat z’n verkleinwoordje dankt aan het formaat van 12 bij 11 cm. In deze minimalistische uitgave volgt fotojournalist Van Lohuizen de levensreis van de diamant, van de rauwe mijnen naar de opgedirkte jetset. Met vijf verschillende papiersoorten is het kleinood perfectionistisch uitgevoerd. De laatste zin in het juryrapport luidde: ‘Alle lof voor Mets & Schilt uitgevers die het aangedurfd heeft dit bijzondere boekje uit te geven.’ Die uitgeversmoed werd beloond met de helft van 5000 euro, het prijzengeld in het eurotijdperk. De andere helft was voor de fotograaf. Sinds 2009 is alles een beetje anders. Het volle prijsbedrag gaat nu naar de fotograaf. In 2009 is dat Niels Stomps met het boek Mist. Of boek? Het is meer een groot formaat album met slappe kaft. In Mist vertelt fotograaf Stomps het mens- en de natuur-onterende verhaal van de omstreden bouw van de Drieklovendam in Midden-China. De uitgavevorm die hij daarvoor kiest is eerder een grafische kunstvorm dan een boekvorm. Dat is nieuw.
In de geschiedenis van de Foto Kees Scherer Prijs is de editie van 2009 ook opmerkelijk omdat het aantal ingezonden fotoboeken ineens fors toeneemt. In 2007 beoordeelde de jury 76 boeken, in 2009 waren dat er 135. In de procedure werd de tussenstap van drie genomineerde boeken ingevoerd. Tijdens het FotoFestival in Naarden is rond de prijsuitreiking een tentoonstelling van alle gejureerde boeken in het Andreashuis ingericht. De tentoonstellingslocatie verhuist in 2013 (145 meedingende boeken) naar De Gele Loods en er komt een boekwinkel bij. Met al deze activiteiten en met het aantal boeken (158) dat de jury in februari 2015 te beoordelen krijgt, lijkt de Foto Kees Scherer Prijs een instituut geworden. Een nieuwe traditie in de levendige wereld van de fotografie. Juist nu houdt de Kees Scherer Prijs voor het beste fotoboek op te bestaan. De middelen bij de Stichting FotoArchief Kees Scherer zijn uitgeput. De prijs voor het beste fotoboek van 2015 is de laatste. Op het hoogtepunt van het feest is het afgelopen. Zo hoort het, kun je zeggen. Jammer, kun je ook zeggen. Er verschenen nog nooit zoveel fotoboeken en het einde van de overvloed is nog niet in zicht. De ster, de Prijs voor het beste fotoboek, blijft oogverblindend, maar gaat nu dolen. Platzak. Op zoek naar een nieuwe minnaar. En wat heeft het langstzittend jurylid aan de meer dan twintig jaar durende affaire overgehouden? Dat geen enkel fotoboek hem ooit nog onverschillig zal laten. Max van Rooy
7
De generalist onder de fo
8
e fotografen, onverbloemd eerlijk Kees Scherer is de generalist onder de fotografen. Een veelzijdig en bevlogen man die in woede kon uitbarsten als anderen hem niet konden volgen, omdat ze niet begrepen dat hij meer wilde maken dan een illustratie voor een boek of een tijdschrift. Waar ter wereld hij ook was, in zijn geliefde Amsterdam, op het water, bij de Hongaarse opstand in 1956, op Sardinië, in New York of in Afrika, altijd ging het Scherer om het vastleggen van de geschiedenis en het lot van de mens en de natuur. De wieg van Kees Scherer stond in de Jordaan en dat was lange tijd bepalend voor zijn werk als fotograaf. Wat hij in zijn jonge jaren zag en meemaakte, in de oude volksbuurt van Amsterdam, voedde zijn blik. Je voelt de compassie in zijn foto’s van het straatleven. Hij deelde het leven van de mensen die hij fotografeerde, in hun zorgen en hun kleine geluk. Hij kon gemakkelijk contact met ze leggen, hij was één van hen. Zijn vader was een overtuigd socialist en zocht voor zijn gezin een ruimere horizon van licht, lucht en ruimte dan een halve woning in de Jordaan kon bieden. Zoals zoveel van de oorspronkelijke bewoners trokken zij weg uit hun oude buurt. Maar de arbeidersjongen, die zo weggelopen lijkt uit de boeken van Theo Thijssen, had er zijn passie gevonden in een Agfa Boxje, zijn kostbaarste bezit waar hij eindeloos mee experimenteerde en dat de weg naar de professionele fotografie voor hem opende. Reisfotograaf Die ‘Kees de jongen’ uit zijn jeugd, zijn evenbeeld, vond hij in zijn jaren als reisfotograaf overal terug: in de straten van Londen, op de trappen van de Sacré-Coeur in Parijs, in Chinatown, New York en de stegen van Napels. Zijn jeugdervaringen sluiten naadloos aan bij zijn wereldbeeld uit de jaren vijftig. Scherer zou alle aspecten van dat leven als fotograaf nauwgezet vastleggen. Hij had uit zijn
jeugd en milieu geen binding met de wereld van de fotografie en die van uitgevers van kranten en tijdschriften, maar hij zou fotograaf worden en werkte zich uit het niets op. Hij kreeg de techniek onder de knie en hij moet, laten zijn foto’s nu zien, heel goed gekeken hebben naar hoe grote collega’s werkten. Je ziet in zijn foto’s dat hij het werk van Henri CartierBresson en Robert Doisneau heeft bestudeerd. Hij voelde zich met hen verwant, was erg in hun werk geïnteresseerd. Hij moet ook goed gekeken hebben naar de nieuwe documentairefilm in Nederland, die als de Hollandse School furore maakte op het filmfestival in Cannes waar ook hij toen elk jaar heen ging. Er is een verwantschap in zijn foto’s te zien, hij was sinds zijn jeugdervaringen in de buurtbioscoop, met de films van Bert Haanstra, Herman van der Horst, Ytsen Brusse en Max de Haas, een groot filmliefhebber. Direct na de oorlog werd hij freelance fotograaf voor kranten als Het Vrije Volk, Trouw, de Volkskrant en Algemeen Handelsblad. Hij bood alles aan waarin hij iets had gezien. Erg lonend was het in het begin niet, maar hij ontwikkelde zich verder en vond zijn plaats. Hij maakte naam met zijn beeldverslagen van de watersnoodramp van 1953, de grote mijnramp in het Belgische Marcinelle in augustus 1956 en de Hongaarse Opstand in de herfst van datzelfde jaar. In het Amsterdamse journalistencafé Scheltema hoorden Kees Scherer en zijn collega Frits Gerritsen van de opstand en zij besloten direct met de auto naar Hongarije af te reizen. Er zat op dat moment een jonge schrijver aan hun tafeltje die vroeg of hij mee mocht en dat kon.
9
n 1960 – Beatrix n 1960 – Hier is New York n 1961 – Filmfestival n 1957 – 24 uur Amsterdam n 1992 – Het Amsterdam van n 1992 – Kees Scherer n 1998 – Het Parijs van n 1998 – de vijftiger jaren n 2004 – Holland zonder haast n 2008 – Beeldverhalen van n 2008 – een straatfotograaf 10
Zo kwam Cees Nooteboom op de barricaden in Boedapest terecht. Het verslag dat hij erover maakte voor Het Parool, ‘Moord met voorbedachten rade’, werd het eerste journalistieke stuk dat hij schreef. Vensters opengooien Er was na de oorlog bij het publiek een grote gretigheid om te ontdekken wat er elders gebeurde, naar hoe de wereld eruit zag. Vijf jaar lang had het land op slot gezeten, daarna was er in die tijd van wederopbouw en bestedingsbeperking nog geen gelegenheid om er zelf op uit te gaan. Televisie was er nog niet, het waren de fotografen die de vensters naar de buitenwereld opengooiden. Scherer reisde toen door heel West-Europa, de Verenigde Staten, Mexico en Zuid-Amerika, de Caribische eilanden en de Stille Zuidzee, Egypte en Israël. Voor Avenue maakte hij zelfs eens een wereldreis van drie maanden. Hij kwam uit het niets de fotografie binnen, maar hij was een van de eerste fotografen die na de oorlog met een boek over Amsterdam kwam. 24 uur Amsterdam, verscheen in 1957 met een begeleidende tekst van Ed Hoornik en het toen opzienbarende gedicht ‘Wij willen een neger uit Mozambique’ van Remco Campert. Het boek laat, in een mooi beeldritme, de stad zien als een levend wezen, dat ontwaakt, aan het werk gaat, zich ontspant, uitgaat, zich weer voorbereidt op de nacht en gaat slapen. Het idee was niet nieuw. Cas Oorthuys had het al in 1951 toegepast in zijn eerste fotopocket Bonjour Paris, maar dat kon Scherer kennelijk niet schelen. Hij was een klassieke fotograaf uit het tijdperk van voor de kleinbeeldcamera. Hij legde de lat hoog, alles moest ragfijn scherp zijn. Scherer had wel waardering voor een ander type fotograaf als Ed van der Elsken, maar dan vooral voor diens gedrevenheid. Dat herkende hij, maar van diens stijl moest hij niets hebben. Kees Scherer fotografeerde op verschillende manieren: zorgvuldig regisserend en razendsnel reagerend, het zijn bijna tegengestelde uitgangspunten. Toen hij nog vrij door de straten zwierf, richtte hij zich op de werkelijkheid,
op het ware leven. En hij deed dat, zo werd het eens omschreven en beter valt het niet te zeggen, onverbloemd eerlijk. Kees Scherer vestigde zijn reputatie in de jaren die volgden met het maken van een imponerende reeks fotoboeken. Hij was iemand geworden, de medeoprichter van World Press Photo in 1955. Een man met een opvliegend karakter volgens de verhalen, dwars, rechtlijnig, bruut, voor niemand bang, maar gezegend met een snel geroerd hart. In 1985 verscheen het boek Zuiderzee, dood water, nieuw leven, dat hij samen met de schrijver Max Dendermonde had gemaakt. Hij had er lang aan gewerkt, het onderwerp was een diep gekoesterde wens geweest. Hij was zelfs naar Medemblik toe verhuisd, aan de haven bij het water. Op 18 oktober, de dag van verschijning van het boek, werd hij getroffen door een herseninfarct, sindsdien was spreken, schrijven en fotograferen hem onmogelijk geworden. Hij werd opgenomen in een verpleeghuis. Acht jaar later op 18 januari 1993 overleed hij. In zijn latere fotoboeken, hij was van zwart-witfotografie overgestapt op kleur, die vooral het thema Holland en het water dragen, verdween dat ware leven naar de achtergrond. Het lijkt erop dat hij toen eerder een verdwijnende werkelijkheid aan het vastleggen was, dan de werkelijkheid zelf. Hij koos er ‘zeer bewust’ voor om alleen de mooie kanten van het leven te laten zien. Hij had in zijn leven ‘genoeg vuiligheid en narigheid’ gefotografeerd: ‘Dat hoef ik niet meer. Ik wil de andere kant tonen. Want er bestaat ook een wereld zonder gif en moord. Als je dat nooit laat zien, weten de mensen op een gegeven moment niet meer dat er ook nog iets anders is dan ellende’. Willem Ellenbroek
Deze tekst is een verkorte versie van de inleiding van het fotoboek Kees Scherer. Beeldverhalen van een straatfotograaf. Uitgeverij De Verbeelding, 2008.
11
‘Meneer Scherer v
12
r vecht met het licht!’ Wij waren al jaren bevriend, Kees en ik, toen hij mij in 1968 voorstelde om zijn assistent te worden. Ik was een enthousiast amateurfotograaf en Kees zag dat ik talent had. Een geweldige kans die ik met beide handen aangreep. In zijn studio aan de Kloveniersburgwal raakte ik onder de indruk van zijn enorme zwart-wit archief, opgeslagen in gele dozen. Ik zei: ‘Kees, dit is een goudmijn, over vijfentwintig jaar vindt men dit fantastisch!’ Hij geloofde er niets van en zei: ‘Ach jongen, die ouwe rotzooi, gooi die maar in de Kloof.’ Gelukkig heb ik dat niet gedaan. Tijdens de presentatie van het boek Het Parijs van de vijftiger jaren in Maison Descartes vroeg een fotograaf mij: ‘Hoe komt het dat zijn foto’s zo sfeervol zijn?’ Ik antwoordde hem: ‘Het viel niemand op dat Kees fotografeerde. Hij hield in de menigte zijn Rolleiflex op heuphoogte en keek van boven in het matglas.’ Maar het belangrijkste was het eindeloze geduld van Kees. Hij wist altijd precies wat hij wilde fotograferen. En dat kon veel tijd kosten. Schuilend onder bomen, de hemel afspiedend, geduldig wachtend op het mooie licht. De zon was Kees’ grootste vriend. Maar die moest wel op de juiste hoogte en de juiste plaats staan. Om 12 uur ’s middags was het licht niet mooi en werd er geluncht. Een Kees Klassieker! Als Kees en ik samen op pad door Nederland gingen om zijn archief weer eens op te frissen, moest er een ongelooflijke hoeveelheid apparatuur mee: Twee Hasselblads, vijf lenzen, tien cassettes en een aantal statieven. Ik sjouwde me het lazarus. Kees’ doel was de afsluitdijk. Kees mopperen: ‘Geen goed licht, geen zon!’ ‘Met die grijze lucht is het toch ook mooi Nederlands’, opperde ik nog. Op dat moment kwam er een man op Kees af en vroeg: ‘Wat fotografeert u eigenlijk?’ Kees zegt nors:
‘Vraag dat maar aan mijn assistent.’ Even aarzel ik, maar zeg dan: ‘Meneer Scherer vecht met het licht!’ Kees moest daar hard om lachen. In 1968 zag ik een poster in de etalage van reisbureau Lissone Lindeman, waarop een reis werd aangeboden naar het Amazonegebied, een rondreis door Equador en tevens een cruise langs de Galapagoseilanden. Dit voor een astronomisch bedrag. ‘Wel erg duur’, was het commentaar van Kees toen ik het hem vertelde, zonder enige verwachting dat ik die reis zou gaan maken. Maar tot mijn verrassing liet hij me een paar uur later weten: ‘Je vertrekt volgende maand naar het Amazonegebied.’ Ik was perplex en vroeg: ‘Ja,maar wat kunnen wij dan met die foto’s doen?’. ‘Dat zien we later wel’, was zijn antwoord. Dat later mondde uit in mijn eerste grote reportage voor Avenue. Zo die kosten waren eruit! Een jaar later ging ik met Jan Cremer naar Siberië en Mongolië. In 1973 vond ik het tijd om de stap naar zelfstandigheid te maken en heb ik afscheid van Kees genomen. We zijn altijd vrienden gebleven. Terugkijkend op mijn eigen carrière van bijna 35 jaar, bekruipt mij soms het heimwee naar die vijf turbulente jaren bij Kees. Hij was en blijft nog steeds de grote stimulator in mijn carrière. Kees opende voor mij de poort naar de wereld van de fotografie. Een bijzonder mens en een groot fotograaf! Bij het afscheid zei hij: ‘Dag Jongen’. ‘Kees bedankt’! Peter van der Velde
13
1993
IN DE BESTE TRADITIES Fotografie Catrien Ariëns Formaat 27,5 x 31 cm Uitgever Thomas Rap Voorwoord J.L. Heldring Tekst Catrien Ariëns Vormgeving Huug Schipper, Studio Tint ISBN 90 6005 451 2
14
15
16
17
Juryrapport 1993 Zonder enig vooroordeel en zonder effectbejag is een voor het merendeel onbekende bevolkingsgroep, gebonden aan eigen culturele tradities en sociale rituelen, hier open in beeld gebracht. Catrien Ariëns heeft zich niet verloren in het esthetische: elk beeld heeft primair een verhalende functie. Zij heeft haar bekendheid met dit milieu in gunstige zin ten volle uitgebuit en is erin geslaagd het haar bekende bijzonder te maken. Presentatie en vormgeving doen op excellente wijze recht aan de fotografie. Een voortreffelijk en klassiek foto-essay.
20
Portfolio Catrien Ariëns Ariëns probeert te observeren en de mensen en plaatsen die ze wil fotograferen altijd te doorgronden en te begrijpen. Haar uitgangspunt is altijd een mix van nieuwsgierigheid, verrassing en fascinatie. De schrijver Frank Marinus Arion heeft in zijn voorwoord van het boek Curaçao, Catriens foto’s beschreven als: “Haar foto’s deden iets met mij en ze zijn doordrongen van een soort vertrouwdheid met het milieu waarin deze zijn vastgelegd. Ik kan er des te meer van genieten omdat ik de achtergrond zo goed ken en omdat Ariëns vaak mijn eigen indrukken met haar foto’s versterkt, haar ontgaat niets. Het enige criterium dat ze lijkt te hebben is de indruk die het gedrag van de personen die ze gefotografeerd op haar hebben”. Veel van haar werk speelt zich af op Curaçao en andere delen van de Caribean. Vanaf 2001 begon ze haar eigen documentaires te filmen en te produceren.
21
22
n Links: Curaçao, Souax, waarzegster. 1996 n Boven: Curaçao, Knipbaai, Francesca. 1995 n Onder: Curaçao, Kustbatterij. 1998
23
n Linksboven: Luik, Café Chantant Les Olivettes. 1986 n Rechtsboven: Curaçao, Tumbafestival. 1986 n Rechts: Noord Korea, PyongYang, bruidspaar. 1991
24
25
n Haaglanden, Scheveningen. 1999
26
n Curaçao, Knipbaai.1995
27
n Curaçao, Bonam. 1998
32
n Curaçao, Santa Cruz, kerstmis.1998
33
1995
A HUNDRED SUMMERS, A HUNDRED WINTERS Fotografie Bertien van Manen Formaat 26 x 24 cm Uitgever De Verbeelding Voorwoord Ryszard Kapúscinski Tekst Bertien van Manen Vormgeving Menno Landstra ISBN 90 74159 08 7
34
35
36
37
Juryrapport 1995 ‘Onthullend, aangrijpend, journalistiek.’ Deze woorden omschrijven het best de moedige documentaire waarmee Bertien van Manen diep doordringt in het dagelijks leven van de voormalige Sovjet-Unie. De fotografe verliest zich niet in esthetiek, maar blijft dienstbaar aan haar onderwerp. Met haar camera raakt ze de ziel van de mens. Het is bijzonder dat ze gekozen heeft voor fotografie in kleur, waar zwart-wit meer voor de hand liggend zou zijn geweest. Hiermee voegt ze een dimensie toe aan de rijke traditie van de reportagefotografie. Dit op eigen initiatief ondernomen en afgeronde project geeft blijk van een enorme passie voor fotografie en een groot doorzettingsvermogen.
40
Portfolio Bertien van Manen East Wind West Wind Bertien van Manen heeft kunnen binnendringen in de Chinese gemeenschappen, om ons te laten zien hoe de Chinezen leven, voelen, praten en slapen. Maar de politieke geschiedenis van China is voelbaar in bijna elke foto… Let’s sit down before we go De foto’s in dit boek zijn tussen 1991 en 2009 gemaakt in Rusland, Moldovië, Kazachstan, Oezbekistan, Oekraïne, Tatarstan en Georgië. De titel van deze series, Let’s sit down before we go, is een metafoor voor het onderwerp van de beelden. Een oude gewoonte in Rusland. Moonshine De gevolgen van drank in al haar puurheid vastgelegd. Moonshine is een portret van het Amerikaanse Appalachian volk. Het resultaat van haar onvolmaakte fotografie toont dat zij een intens respect en bewondering voor het onderwerp toont. Van Manens beelden worden gedefinieerd door een felle intimiteit.
41
n Uit East Wind West Wind: n Couple and painting Grooves Bar, Shanghai. 2001
42
n Uit East Wind West Wind: n Dancing couple Grooves Bar, Shanghai. 2001
43
48
n Uit Let’s sit down before we go: n Lake Baikal, Siberia, Beach. 2012
49
n Uit Moonshine: n Van, West Virginia, David on swing. 2014
50
n Uit Moonshine: n Cumberland, Kentucky, Helen and Camy. 2014
51
n Uit Moonshine: n Megin, Cumberland, Kentucky. 2014
52
53
1997
VOOR HET OOG VAN DE WERELD Fotografie Eddy Posthuma de Boer Formaat 24 x 30 cm Uitgever Thomas Rap Voorwoord Cees Nooteboom, met bijdragen van Hugo Camps en Johan van der Keuken Vormgeving Anthon en Borinka Beeke ISBN 90 6005 437 7
54
55
56
57
Juryrapport 1997 Het fotoboek Voor het oog van de wereld beslaat een periode van dertig jaar en is gemaakt vanuit een groot engagement. Opvallend is de bescheidenheid waarmee Eddy Posthuma de Boer zijn foto’s maakt. Hij is ter plekke zonder aanwezig te zijn. Zijn werk is mild, soms zelfs schijnbaar naïef, maar altijd eerlijk en onvervalst. Ondanks de drie decennia die het boek omspant, is Voor het oog van de wereld van deze tijd, een boek waarin de actualiteit als het ware tot stilstand is gekomen. Met het kinderproject De verworpenen, dat de afsluiting vormt van het boek, houdt Eddy Posthuma de Boer ons een spiegel voor. Het is een aangrijpende aanklacht die de diepere betekenis van de boektitel dramatisch onderstreept. Zo vergaat het miljoenen kinderen voor het oog van de wereld. Onvoorstelbaar, volgens de fotograaf die zelf de titel bedacht. De jury spreekt haar grote waardering uit voor de uitvoering van het boek, die geheel overeenkomt met het karakter van de fotografie en de intentie van de fotograaf. De uitgever die een dergelijk project aandurft, verdient ons respect.
60
Portfolio Eddy Posthuma de Boer Eritrea In 2003 leidde een extreme droogte in Eritrea tot een hongersnood en een groot gebrek aan drinkwater. De grondwaterputten raakten leeg. NGO’s brachten drinkwater naar de dorpen in de woestijn langs de kuststreek. Ik fotografeerde o.a. in Assab, Massawa, Atambo en Hagaz de pogingen van de Eritreërs op hun jacht naar het meest elementaire en alledaagse om te kunnen leven: WATER! Amsterdam In de nacht van 16 oktober maakte ik een reportage over het jaarlijkse Amsterdam Dance Event. Bij de vertoning van mijn foto’s in het tv-programma De Wereld Draait Door vertelde ik dat dit event niets met dans en muziek te maken heeft, want de zintuigen van de tienduizenden bezoekers worden geprikkeld door supersterke geluids- en lichteffecten. Er komt geen muziekinstrument aan te pas. Het deed mij denken aan een bijeenkomst waar gebedsgenezers het publiek in trance brengen. Met de armen ten hemel geheven en een stralende blik in de ogen, Godlof! Mooi om te fotograferen, dat weer wel. 61
62
n Waterput in de woestijn bij Masawa. n De nomaden van het Affar-volk halen het laatste water n uit de bron, Eritrea. 2003
63
n Linksboven: De droogte in de woestijn laat weinig over van de vegetatie, Eritrea. 2003 n Rechtsboven: Een bron bij Shebek, Eritrea. 2003 n Linksonder: Een bron bij Firdighi, de kameel draagt het water naar de dorpen, Eritrea. 2003 n Rechtsonder: In de rij wachten bij een bron in Haga, in de hoop dat de laatste ook nog water krijgt, Eritrea. 2003 n Rechts: Een meisje bij Kashera, het hele gezin doet mee, Eritrea. 2003
64
65
72
73
1999
VOYAGE BOTANIQUE Fotografie Paul den Hollander Formaat 32 x 32 cm Uitgever Paul den Hollander Vormgeving Reynoud Homan ISBN 90 800849 4 8
74
75
76
77
Juryrapport 1999 Paul den Hollander gaf zijn boek Voyage Botanique een motto mee van Carl Linnaeus. De jury is van mening dat Linnaeus’ woorden al goeddeels weergeven waarom Voyage Botanique de onbetwiste winnaar is van de Foto Kees Scherer Prijs 1999: ‘De eerste stap naar wijsheid is het kennen der dingen; deze kennis bestaat uit een waarachtige notie van objecten; de objecten worden onderscheiden en onderkend door ze methodisch in te delen en ze toepasselijke namen te geven. Daarom zullen indeling en naamgeving de grondslag vormen van onze wetenschap.’ Met dit fijnzinnig gefotografeerde herbarium heeft Paul den Hollander zijn plantaardig onderzoek op ontroerende wijze in beeld gebracht. Voyage Botanique is als fotoboek even mooi uitgevoerd als de titel klinkt. De fotografie is kunst in de ware zin van het woord, zowel qua inhoud als vorm. Voyage Botanique is een prachtig vormgegeven neutrale en objectieve fotodocumentaire, een verstild album dat van alle tijden is en uitnodigt om steeds weer ter hand te worden genomen. Tot slot prijst de jury Paul den Hollander voor zijn moed en doorzettingsvermogen om voor eigen risico, maar in optimale vrijheid, dit boek uit te geven. Voor het eerst in de geschiedenis van de Foto Kees Scheer Prijs hoeft het prijzengeld niet gedeeld te worden tussen auteur en uitgever.
80
Portfolio Paul den Hollander De relatie met de natuur speelt een belangrijke rol in zijn leven. Wat zijn werk zo speciaal maakt is het feit dat wat schijnbaar eenvoudig en alledaags wordt waargenomen nu vol zit met betekenis, alsof er een sluier wordt opgelicht om gedeeltelijk een niet zichtbare wereld te onthullen. Een steeds terugkerend thema in zijn fotografie is de relatie tussen mens en natuur. Die heeft vorm gekregen in veel verschillende facetten. In alle onderwerpen die Den Hollander gedurende langere perioden heeft onderzocht, is de innerlijke stimulans het belangrijkste motief. De fotoserie Metamorphosis is de weerspiegeling van deze avontuurlijke en wonderbaarlijke reis door de wereld van planten. Het laat de diversiteit van planten zien, de veelheid van verschijning in tijd en ruimte, vol mysterie, kleur, intimiteit, schoonheid en vitaliteit. Den Hollander woont en werkt sinds 2014 in zuidPortugal.
81
82
n Links: Metamorphosis #105. 2007 n Rechts: Metamorphosis #85. 2006
83
n Metamorphosis #25. 2005
84
n Metamorphosis #3. 2004
85
n Links: Metamorphosis #77. 2006 n Rechts: Metamorphosis #38. 2005
86
87
BEKROOND In 1987 richtten vrienden de Stichting FotoArchief Kees Scherer op. De Stichting reikt sinds 1993 de tweejaarlijkse Foto Kees Scherer Prijs uit voor het beste Nederlandse fotoboek. De prijs is inmiddels twaalf keer toegekend. De Foto Kees Scherer Prijs is in 2015 voor de laatste keer uitgereikt. Ter afsluiting van deze periode is er een uniek fotoboek samengesteld. Een boek over de twaalf bekroonde fotoboeken, uitgebreid met een bescheiden portfolio met nieuw en ander werk van iedere fotograaf. Gerenommeerde fotografen uit diverse disciplines van de fotografie doen mee: Cartrien Ariëns, Bertien van Manen, Eddy Posthuma de Boer, Paul den Hollander, Theo Baart, Céline van Balen, Geert van Kesteren, Kadir van Lohuizen, Niels Stomps, Henk Wildschut, Viviane Sassen en Koos Breukel. Een prachtig eerbetoon aan de fotografie, het fotoboek, de fotografen en aan Kees Scherer. Dank je wel, Kees.