MEI 2011
Beeldspraak
4 SAMENWERKING Praktijk is de beste leermeester
14 SOCIAL MEDIA Vertrouwen in ‘peers’
18 OUD STUDENTEN Succesvol en onderscheidend
3
4 SAMENWERKING Praktijk is de beste leermeester
14 SOCIAL MEDIA
10
16
Vertrouwen in ‘peers’
18 OUD STUDENTEN Succesvol en onderscheidend
18 Rubrieken 12 Kort nieuws 13 Op bezoek 16 In beeld: Zadkine onderwijsconferentie 27 De week van Giovanni Ulrich 30 Gelezen 31 Leren, denken, durven, doen: DeRotterdam; vooral doen met een Rotterdamse inslag!
En verder 4 10 12 14 18 21 24 28
Samenwerking zorgt voor waardevolle praktijkervaring Eerst student, nu docent Column Arend van der Lee: Oeps... de BPV! Social media: vertrouwen in ‘peers’ Studenten om trots op te zijn Management voor de klas Skills Masters 2011: Pareltjes op podium én voorhoofd Op weg naar een duurzaam mbo
Colofon: Beeldspraak is een uitgave van Zadkine. | Redactie: Marketing & Communicatie, postbus 84021, 3009 CA Rotterdam,
[email protected]. Aan dit nummer werkten mee: Esther Duijnisveld, Frank van Duist, Merel Eilander, Katinka ten Have, Andrea Kaïm, Lida Kappetijn, Noreen Kluitmans, Arend van der Lee, Alice van Leeuwen, Maartje Marijnissen, Fleur Miermans, Matthijs van Muijen, Robbert Poort, Branka Tulp, Giovanni Ulrich, Ester van Unen, Franklin Vintges, Henri van Vlodrop. Fotografie: o.a. Rhalda Jansen, Gerrit Serné, Hans Tak. | Opmaak en druk: De Kruijff Grafimedia
24 Column
lesgeven Iedereen die bij Zadkine werkt, zou betrokken moeten zijn bij het primaire proces. Dat betrokken zijn kan zich op diverse manieren uiten en het meest direct is het mede verzorgen van lessen en practica. Ook de man van financiën zou bijvoorbeeld een stageplek moeten kunnen en willen aanbieden. Iedereen is iedereen. Zelf heb ik dus ook mogen ervaren wat het betekent om aan een groep eerstejaars van de technische niveau 4-opleiding tot installatiemonteurs les te mogen geven in de Duitse taal. Dat was wel even wennen. Zo na vijfentwintig jaar weer de maandagochtend voor de klas om een collega te vervangen. Het niveau dat bereikt moe(s)t worden is A2. Zeg maar: een stevig inburgeringexamen in Duitsland. Dus daar maar eens mijn licht opgestoken en toetsmateriaal vandaan gehaald. Ook gekeken naar het boek dat de jongelui in kopie kregen aangedragen en gemerkt dat ‘der-des-dem-den’ nog steeds een lastig fenomeen is. Ontleden is al helemaal lastig en het wordt pas echt een kunst als je beseft dat er sommige jongelui in de klas zitten die nog helemaal nooit iets aan Duits hadden gedaan.
31 Dat geeft nog niets, als ze maar wat wilden leren en ook daar heb ik mijn mening over moeten bijstellen. Op een gegeven moment ben ik er maar toe over gegaan om elke les te overhoren, elke les duidelijk uit te schrijven waarover ik het wilde hebben en elke les de student deel te laten uitmaken van het leerproces. Dat viel niet mee, moet ik eerlijk bekennen. Wat heb ik ervan geleerd? Nou, dat ik nog steeds erg veel respect heb voor de man/vrouw voor de klas. Dat ik nu weer weet wat het betekent om met de jeugd die heel snel is afgeleid tot een bepaald niveau te komen. Dat ik weet wat het is om een WIKI Deutsch te maken (dat ik de volgende keer dus heel anders zou doen) en dat afwisseling in de les net zo belangrijk is om de aandacht er bij te houden als het aloude vertellen van verhalen. Je hebt de klas pas echt te pakken als je de aandacht van ze krijgt en vasthoudt. Dat is lastig en moeilijk. Zeker als je zo’n lange tijd eruit bent. Maar het geeft ongelooflijk veel voldoening te weten dat toen ik eraan begon slechts een enkeling een voldoende haalde en toen ik de klas weer teruggaf aan de eigen docent toch tweederde op redelijk niveau was beland. Dat lesgeven, het docentschap, fundamenteel is in het onderwijsproces werd weer eens bewezen en dat kunnen we niet genoeg blijven onderstrepen. Vandaar dat ik blij ben met het beleid om zeventig cent (en liefst meer) van elke euro in het onderwijs te stoppen. Daar moet het immers gebeuren. Henri van Vlodrop
4
5
Samenwerking zorgt voor waardevolle praktijkervaring Voor het beroepsonderwijs van Zadkine is de praktijk de beste leermeester. Daarom werkt Zadkine samen met tal van bedrijven en in vele verbanden. “Onze studenten leren het meest in een realistische omgeving”, zegt Ans Wijtvliet, lid van het College van Bestuur.
Z
adkine werkt samen met bedrijven en maatschappelijke organisaties in vrijwel alle sectoren. Zo is er bijvoorbeeld een partnerschap met het Erasmus MC waar studenten zelfstandig een afdeling runnen. En deelt Zadkine een locatie op de Eikenlaan met een kinderdagverblijf en een basisschool. Studenten Onderwijsassistent leren daar in een omgeving waar zij later zullen werken. Een ander voorbeeld zijn kapsalons in verzorging- en verpleeghuizen, zoals in de Nieuwe Nachtegaal. Pas afgestudeerde studenten starten een salon en Zadkine-studenten lopen er stage. In Katendrecht werken ICT-studenten met Humanic om computerlessen te geven aan ouderen. In Ahoy, een leer-werklandschap, werken studenten van diverse opleidingen van Zadkine samen om te zorgen dat evenementen worden georganiseerd, de catering in orde is en de directie in de admini stratie wordt ondersteund. Zadkine heeft bovendien een uitgebreid netwerk van hotels en restaurants in binnenen buitenland waar studenten beroepspraktijkervaring kunnen opdoen. Actueel aanbod “Dankzij dit soort samenwerkingsverbanden kunnen we actueel blijven in ons aanbod”, zegt Koos Hollander, voormalig directeur Welzijn. “Neem
Op de foto van links naar rechts: mw. drs. A. Sanderse-van der Weide, zorgmanager cluster Sophia, mw. drs. A. van den Berg-Ram, directeur Zadkine West, mw. A. van Kester-Polderman, directeur instituut gezondheidszorg Hogeschool Rotterdam.
bijvoorbeeld de samenwerking met Innovam, het kennisen opleidingscentrum voor de mobiliteitsbranche. Onze studenten kunnen nu aan echte auto’s sleutelen, ook hybride auto’s. Dat is voor hun toekomst van groot belang”. De samenwerking op dit gebied wordt uitgebreid naar het landelijk centrum voor innovatief vakmanschap onderhoud
in mobiliteit (CIVOM). De nieuwste inzichten en innovaties op het gebied van onderhoud van auto’s, trams, treinen, bedrijfswagens, etc. worden daar bij elkaar gebracht. ”Het bedrijfsleven krijgt via dit soort verbanden rechtstreeks invloed op het curriculum”, licht Ans toe. “Er ontstaat verbinding tussen hun vraag en het aanbod van studenten”.
Vertrouwen “Het Erasmus MC is ook een top leerwerklandschap”, zegt Ans. “We zijn kleinschalig begonnen en hebben er van beide kanten stevig in geïnvesteerd. En nu werpt het zijn vruchten af. Onze studenten doen het daar heel goed. Zij krijgen vertrouwen en maken dat ook waar. Zij runnen samen met hbo-stagiairs een afdeling. A
6
↓
↓
Centrum voor Innovatief Vakmanschap Onderhoud in Mobiliteit (CIVOM)
Erasmus MC: leerunits
7
De mbo’ers en hbo’ers leren van elkaar”. “De studenten zien in de praktijk het hbo-perspectief en kunnen daardoor een heel goede afweging maken of hbo wel of niet iets voor hen is”, vult Koos aan. Als bijkomend voordeel van de samenwerking tussen Zadkine en het bedrijfsleven noemt Koos het aantrekken van gekwalificeerd personeel. “We halen als het ware de praktijk in huis en er vindt kennisuitwisseling plaats. Het is een basis voor innovatie”.
In januari van dit jaar tekenden Anton Westerlaken van de Raad van Bestuur van het Erasmus MC en Ans Wijtvliet, College van Bestuur van Zadkine de intentieovereenkomst ‘samenwerken in leren’.
Campus Hoogvliet Samenwerking beperkt zich niet tot leerwerklandschappen. “Ook samenwerking met andere scholen is van belang”, zegt Ans. Zo wordt de Campus Hoogvliet ontwikkeld. Een plek in Hoogvliet waar jongeren kunnen leren, leven, werken en wonen. De campus wordt gevormd door een groep gebouwen in een open omgeving met een gevarieerd aanbod, zoals het sportgebouw, kookstudio, art-studio, science-lab en wijkrestaurant. “Zadkine voldoet hier aan de vraag van vo-scholen om mbo-opleidingen in de omgeving van de jongeren aan te bieden. Het is een impuls voor Hoog vliet”. Ook zal er op steeds meer vlakken samenwerking met Albeda ontstaan. “Zeker op het gebied van techniek zal dit vergaand zijn”, aldus Ans. “We zoeken verbanden en verbonden. We willen het kapitaal gezamenlijk inzetten, zodat we dankzij gezamenlijke investeringen beter onderwijs voor minder geld kunnen aanbieden. In het Proces en Maintenance College werken Zadkine, het Albeda en het Scheepvaart- en Transportcollege nauw samen om jongeren te enthousiasmeren voor techniek in de haven en industrie”.
Dit is de eerste stap naar het intensiveren van de samenwerking op het terrein van het aanbieden van praktijkervaring waarbij het lerende element centraal staat. Elke week is er een docent van de Hogeschool of Zadkine bij het Erasmus MC aanwezig. Er vindt overleg plaats met de werkbegeleiders, hierna volgt intervisie met de studenten en zo nodig volgen daarna individuele gesprekken. Op deze wijze vindt er intensief contact met alle partijen plaats. Rianne Sell, stafadviseur initieel onderwijs bij het Erasmus MC en Diana de Boer, docent Verpleegkunde bij Zadkine West over hun ervaringen: “De samenwerking heeft geleid tot de ontwikkeling van drie leerunits voor Verpleegkunde-studenten op de afdelingen neurochirurgie, kinderchirurgie en cardio logie. Zowel de leerunit cardiologie als kinderchirurgie plaatsten voorheen geen mbo-V studenten. Met de komst van deze drie leerunits zijn op jaarbasis ongeveer vijftig hoogwaardige stageplaatsen voor het mbo-V gecreëerd”.
Motivatie “Onze studenten gaat het erom kennis en vaardigheden op het juiste moment toe te passen. En dat leer je het beste als het er echt om gaat, bij een echt bedrijf”, zegt Koos. “Daarom vinden wij het kabinetsvoorstel om de BPV te maximaliseren tot 30 in plaats van 60 procent van de opleiding ook zo’n slecht idee, legt Ans uit. “Als de nieuwe maatregelen doorgaan, krijgen de studenten minder praktijkervaring. Maar dáár draait het juist om, dáár leren ze van en dát vinden ze boeiend en zorgt voor motivatie”. 4
Al enige jaren blijft de instroom bij de mobiliteitsopleidingen achter ten opzichte van de vraag vanuit het bedrijfsleven. Reden voor Albeda en Zadkine om hierin te investeren en te zoeken naar mogelijke samenwerking.
bedrijfswagens worden bij elkaar gebracht. Ook bestaande werknemers van dealerbedrijven en onderhoudsbedrijven rond infra kunnen beter worden bijgeschoold. Zo kan versneld worden voorzien in de jaarlijkse behoefte aan vijfhonderd gediplomeerde vakmensen in de regio Rijnmond en kan één vitaal landelijk kennis- en expertisecentrum op het gebied van onderhoud en mobiliteit worden gerealiseerd. 2 miljoen euro In januari van dit jaar zijn investe-
Dat heeft geleid tot het Centrum voor Innovatief Vakmanschap Onderhoud in Mobiliteit (ofwel CIVOM), een samenwerking tussen twaalf bedrijven, kenniscentra Innovam en Kenteq, Hogeschool Rotterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en natuurlijk Albeda en Zadkine. Een van de doelstellingen van het CIVOM is het realiseren van een doorlopende leerlijn op het gebied van onderhoud en mobiliteit van vmbo via mbo naar hbo. Het CIVOM richt zich binnen de mobiliteitsbranche op personen- en goederenvervoer over land, weg, rail en water. Het bedrijfsleven wordt onder andere vertegenwoordigd door Volvo Trucks, BWM-groep, Alstom Transport, RET, Innovam, Kenteq en Truck Academy Rotterdam. Nieuwste inzichten en innovaties Voordeel voor bedrijven is dat studenten nog beter worden voorbereid op de arbeidsmarkt en voor studenten dat ze beter onderwijs krijgen en eerder een baan. De nieuwste inzichten en innovaties op het gebied van onderhoud van onder andere auto’s trams, treintoestellen en
ringsgelden toegekend aan CIVOM: 2 miljoen euro voor de komende vijf jaar! Vanaf dat moment gebeurt er veel, voornamelijk nog achter de schermen. Er is een coöperatieve vereniging opgezet met een voorlopige directie, onderwijsmodules worden ontwikkeld, onderwijsontwikkelingen worden afgestemd met de hogescholen, etc. 2016 “Voor de medewerkers van Zadkine verandert er
op dit moment nog niet veel. Zadkine blijft werkgever en de uitvoering van de werkzaamheden blijft op de Nikkelstraat. In de toekomst is het wel de bedoeling dat we gebruik gaan maken van elkaars capaciteit, zowel op het gebied van personele inzet als (praktijk)ruimten. Maar dat is allemaal nog niet uitgekristalliseerd”, aldus Jan van Geffen, voorlopig directeur CIVOM vanuit Zadkine. Vanaf het nieuwe schooljaar worden alle mobiliteits opleidingen onder de paraplu van CIVOM geschoven. In 2016 moet het centrum er staan. 4
Wat is het verschil tussen een leerunit en een traditionele stageplaats? Rianne: “In een leerunit
zijn de studenten verantwoordelijk voor het totale zorgproces. Met elkaar ‘runnen’ zij een unit. Een positief effect hiervan is dat er een beroep wordt gedaan op het probleemoplossend vermogen van stagiaires. Ze worden gedwongen om samen te werken. Op een traditionele stageplaats wordt een student in veel gevallen gekoppeld aan een werkbegeleider”. hoe ervaart het Erasmus MC de samenwerking?
Rianne: “Wij zijn zeer tevreden. Samen verantwoording nemen voor het opleiden van verpleegkundigen is belangrijk voor Erasmus MC. De opgedane kennis en inzichten moeten immers toegepast kunnen worden in de praktijk. Afstemming tussen theorie en praktijk is een noodzaak. Korte lijnen creëer je onder andere A
8 door het inzetten van stagedocenten. Voor de leerunits is het prettig dat er op een vast moment een docent aanwezig is die zowel de stagiairs als de praktijk/ werkbegeleiders ondersteunt en adviseert”. Wat zijn de ervaringen als contactdocent?
↓
Diana: “De leerafdeling kinderchirurgie is nu een paar maanden in werking, met een goed resultaat. Voordat de leerafdeling van start ging, heeft er regelmatig overleg plaatsgevonden met de werkbegeleiders, de regieverpleegkundige en een docent van de Hogeschool. In het projectplan is een scholingsprogramma van een week opgenomen. Voordat studenten de afdeling opgingen, volgden zij een week lang deze lessen op de afdeling. Dit hebben ze als zeer leerzaam ervaren. Maar ze stonden ook te popelen om aan de slag te gaan”.
Hoe ervaren studenten het werken op de leer afdeling? Diana: “De studenten vinden het werken op
de kinderafdeling intensief. Maar zien het ook als een mogelijkheid om veel te leren. Het verplegen van kinderen en de begeleiding van de ouders, vraagt om andere competenties dan het verplegen van volwassenen. Ik ben trots op de manier waarop onze studenten dit hebben opgepakt”. Het voordeel van het samenwerken op de leerunit is het samenwerken met leeftijdsgenoten. Het van elkaar leren is laagdrempelig. De studenten maken hun eigen rooster waarbij ze alle diensten draaien, zowel de dag-, nacht- als avonddienst, ook in het weekend. Hierdoor krijgen ze veel verantwoordelijkheid. Studenten voelen zich deel van het team. ”Ik ben student, maar voel me een echte verpleegkundige met veel verantwoordelijkheden” is een van hun reacties. 4
Rotterdams Offensief op volle toeren In het pand van het Rotterdams Jongerenjaar heeft de organisatie van het Rotterdams Offensief zich genesteld. De gemeente had de huur toch al betaald voor 2010, dus dat scheelde weer uitgaven. Een studente van Albeda doet de ontvangst bij de receptie. Foto’s van het Jongerenjaar kleuren de kamer van Piet Boekhoud, die verantwoordelijk is voor de afspraken tussen de schoolbesturen van het Rotterdams Offensief. Hij was eerder voorzitter van het bestuur van het Albeda College en is momenteel algemeen directeur van het Rotterdams Offensief. Hoe begon de samenwerking van het Rotterdams Offensief? “In 2007 zijn de eerste gesprekken tussen
Henri van Vlodrop en mij begonnen. Aanleiding was de financiering van het onderwijs, die steeds problematischer werd door de bezuinigingen op educatiemiddelen en het grote aantal leerlingen dat uitviel. We hebben onze besprekingen verbreed door Rald Visser van LMC uit te
nodigen om zo de vmbo-scholen te betrekken en Pieter Winsemius, oud VVD-minister. De opgave was meer aan zorg te doen voor onze jongeren en de doorstroming tussen vmbo en mbo te verbeteren. We hebben een agenda voor politiek Den Haag opgesteld. Met elkaar is de lobby gestart om ministeries mee te krijgen. De plek waar jongeren uitvallen en gaan hangen, is in de wijken. Daarom
moet je daar met kleine scholen starten om het gat tussen de leefwereld van hangen op straat en de grote roc’s te dichten”, aldus Boekhoud. Zo is het concept van de wijkschool ontstaan met een sterk pedagogisch idee, wat moet je die jongens laten leren? Er werd bedacht dat er een offensief moest komen richting Den Haag om deze wijkscholen te kunnen realiseren. Zo is in 2009 het Rotterdams Offensief van de grond gekomen en kreeg het samenwerkingsverband 5,6 miljoen euro. Dat bedrag was ook voor de organisatie en wetenschappelijk onderzoek om de resultaten te meten. Van welke resultaten kun je spreken na ruim ander half jaar? Boekhoud is enthousiast over de resultaten. “Er is
een pedagogisch concept ontwikkeld. Jongeren werken aan hun arbeidsidentiteit (dat wat iemand als professional wil zijn, red.) door klussen in de wijk te doen. Er is een zorg-doe-team dat zorg en begeleiding biedt. Een groot gedeelte van de jongeren voelt zich senang. De docent moet het vakmanschap overbrengen en naast de didactische mogelijkheden ook over pedagogische kennis beschikken om jongeren klaar te stomen voor een vervolgopleiding of in sommige gevallen werk. In juni 2010 haalde de eerste lichting van 59 jongeren een diploma. Ze stroomden uit naar onder andere Zadkine, Albeda College en Scheepvaart- en Transportcollege. Ook kunnen ze doorstromen naar een vakschool of een leerwerktraject”. “Naast de wijkscholen werkt het Rotterdams Offensief ook met vakscholen. Nu is er sprake van de Horeca Vakschool en op dit moment lopen besprekingen om nog een aantal vakscholen op te richten, bijvoorbeeld voor de zorg en techniek. We hebben behoorlijk wat bereikt. Het aantal partijen wordt uitgebreid naar zes; gemeente Rotterdam, CVO en BOOR komen erbij. Het kost tijd om ze alle vijf op een lijn te brengen. Dat is een ingewikkeld proces. Of we vooruitgang boeken moet nog blijken”, zegt Boekhoud die zich diplomatiek wil uitdrukken. Wat was belangrijk voor de samenwerking?
“De persoonlijke klik was van belang bij de ontwikkeling van het Rotterdams Offensief. De voordelen zijn dat de scholen elkaar nu op meer terreinen ontmoeten en meer samenwerken. In de toekomst willen we naar zeven wijkscholen met in totaal zevenhonderd jongeren die gemiddeld negen maanden op de wijkschool zullen verblijven. We starten in die wijken die op de sociale index en veiligheidsindex laag scoren”. Focus op vakmanschap Naar aanleiding van de plannen van het kabinet voor het mbo hoopt Boekhoud dat er voldoende ruimte blijft voor onze jongeren. “Ik zie niet dat de kabinetsplannen een bijdrage leveren aan het terugdringen van vroegtijdig schoolverlaten. Er gaat een vrij strenge sfeer uit van de maatregelen. Ik weet niet of de pedagogische vrijheid vanuit de plannen voldoende zal zijn om de talentontwikkeling binnen de wijkscholen te stimuleren”, aldus Boekhoud. 4
Wijkscholen zijn speciaal bedoeld voor zogenoemde overbelaste jongeren die door een stapeling van problemen nauwelijks ruimte hebben in hun hoofd voor school. Ze zijn tussen de 16 en 23 jaar en hebben langere tijd geen zinvolle dagbesteding. De wijkschool biedt een combinatie van activiteiten gericht op het oplossen van persoonlijke problemen, oriëntatie op leven, werken en leren, ontplooiing, opdoen van werkervaring en contextgebonden en informeel leren. De sleutel tot succes ligt in de ‘nabijheid’. De drie leefwerelden – thuis, school en buurt/werk – worden maximaal in elkaars verlengde gebracht binnen een huiddichte begeleiding zodat de kans op ‘sporen’ (als tegengestelde van ‘ontsporen’) wordt vergroot. De scholen worden daarom sterk verbonden met buurten. De wijk is de vindplaats van de ‘overbelaste’ jongere en de start van een nieuwe loopbaan. De wijkschool is een samensmelting van vmbo en mbo en leidt op tot arbeidsparticipatie op minimaal mbo niveau 1. Er zijn er nu drie: in Feijenoord, in Rotterdam Noord en een half jaar geleden is er een in IJsselmonde gestart.
piet boekhoud
10
11
eerst student, nu docent
Hoe is het om voor de klas te staan, als je zelf les hebt gehad op Zadkine? Je docenten zijn ineens collega’s en studenten opeens geen klasgenoten meer. Voor velen van ons is dit een herkenbaar beeld. Maar of het nu lang of kort geleden is dat je zelf als student door de gangen van Zadkine liep, de school blijft dichtbij. Inge van der Steenoven, Marina Vucemilovic-Grgic en Marian Hogentoren, drie collega’s van de afdeling Uiterlijke verzorging op de Sikkelstraat vertellen over hun ervaringen.
Wilde je al lesgeven toen je hier nog studeerde?
Marian: “Nee, toen wilde ik alleen maar zo snel mogelijk mijn papieren halen. Mijn ouders hadden immers een kapsalon. Ik werkte vier dagen en ging één dag en avond in de week naar school”. Marina: “Nee, ik eigenlijk ook niet. Ik wilde kapster worden en in een kapsalon werken. Wat ik ook veertien jaar met veel plezier heb gedaan. Maar op een gegeven moment was ik ook weer toe aan iets anders”. Hoe voelt het om de school nu als docent binnen te lopen in plaats van als student?
Marina: “Het voelt toch anders. Het is nu je werk geworden. Ik denk dat je als student daar toch anders tegenaan kijkt”. Herken je jezelf in de studenten?
Marian: “In sommige gevallen wel. Ik verbaas me alleen elke dag weer hoe ze tegenwoordig met modellen om gaan, zo gemakzuchtig. En dat terwijl er niets belangrijker is dan een GOED model! En verder is er natuurlijk veel veranderd, alleen de mobieltjes al. Die vergeten ze bijna nooit...”. Inge: “Ik herken mezelf soms wel; ze vinden de praktijk heel leuk, maar theorie minder. Dat had ik zelf ook. Maar soms herken ik mezelf ook niet. Ik wilde snel mijn diploma halen en was doelgericht. De studenten van nu hebben alle tijd”. Hoe is het contact met collega’s die vroeger docent waren?
Inge van der Steenoven, docent Nederlands
Marina Vucemilovic-Grgic, docent Haarverzorging
Marian Hogentoren, onderwijsassistent
Inge: “Ik heb twee collega’s, die vroeger les aan mij gaven: Ellen Mizee en Corine van der Spek. Ja… ik noem ze op het werk bij hun voornaam, maar voor mij zijn ze toch nog steeds een docent uit het verleden. Ik heb er veel respect en bewondering voor dat ze dit vak al zo lang uitoefenen”. Marina: “Het contact is echt super! Ik heb zoveel bewondering voor mijn collega’s. Dat ze nog steeds
met zoveel liefde hun vak en kennis overbrengen. Daar heb ik echt respect voor!” Kijk je nu anders naar Zadkine dan toen je nog studeerde?
Inge: “Natuurlijk! Dit is niet te vergelijken met vroeger. Als student houd je je niet bezig met zaken die binnen de organisatie spelen”. Marina: “Ja, zeker. Als student ervaar je dat toch heel anders. Je hebt geen idee van wat er allemaal nog meer speelt op school als je student bent”. Wat is het voordeel van docenten die hier zelf hebben gestudeerd?
Marian: “Je kunt jezelf verplaatsen in studenten en ik probeer ook nooit mijn eigen tijd te vergeten. Ik denk altijd: “Hoe zou ik dit zelf ervaren hebben?” als ik ze op een bepaalde manier aanspreek. Ook tijdens praktijkexamens begrijp ik waar ze tegenaan lopen”. Marina: “Het voordeel is dat je het systeem van werken sneller oppakt. Dat komt ook omdat ik vroeger van sommige collega’s les heb gehad!” Hoe vind je de omgang met studenten?
Inge: “Ik heb geen problemen in de omgang met studenten. Ik kan met ze lachen en werken wanneer het moet! Studenten weten waar ze bij mij in de les aan toe zijn. Tenminste, dat denk ik, sommigen leren het nooit! Inmiddels ben ik vijftig jaar en heb wat levenservaring en zelf kinderen in die leeftijdsklasse. Misschien spreekt dit in mijn voordeel”. Marina: “De omgang met studenten gaat goed. Ik vind het leuk dat ik mijn kennis kan overdragen. Wat leeftijdsverschil betreft; soms scheel ik maar tien jaar met een student. Dat is niet veel. Maar ondanks het leeftijdsverschil accepteren ze het en gaat het goed. Het is maar net hoe je voor de klas staat. Ik ben rechtvaardig en heb regels, maar ik kan ook zeker water bij de wijn doen. Dit systeem van werken, werkt voor mij het beste”. 4
12
13 ↓ KORT NIEUWS Mijn.zadkine.nl
Column
Oeps … de bpv! In verband met de aankoop van het dierenpension in Zeeuws-Vlaanderen was ik op zoek naar een passend mbo-traject. Bij een grote aanbieder in het land vond ik dé uitkomst: een opleiding in het kader van het hondenen kattenbesluit. Het werd al ras duidelijk: 280 praktijk uren, waarvan minimaal 40 in een dierenartsenpraktijk. De overige 240 uren moesten gevuld worden met A: de volledige cyclus van een bevruchting, zwangerschap en bevalling van een gezelschapsdier, gevolgd bij een erkende fokker! En B: alle relevante handelingen die plaatsvinden in het kader van de verzorging van huisdieren in een dierenpension of asiel. Hoe ziet zo’n bpv-overeenkomst er uit? Zijn dat elkaar aanvullende overeenkomsten bij verschillende stageaanbieders? Of... ? Het scholingsinstituut gemaild, één overeenkomst is genoeg. Dat er straks iemand de praktijkopdrachten ondertekent die in het geheel niet werkzaam is bij de organisatie die de bpv-overeenkomst heeft ondertekend, is niet van belang. Dit bood mogelijkheden. Geheel naar eigen inzicht een bos bloemen, een fles jonge jenever, charmes en huplakee het praktijkgedeelte is flexibel ingericht. Gelukkig is het een eindtermenopleiding. Niks geen integrale opdrachten. Praktijk en theorie zijn lekker gescheiden. Joepie, dat gaat goed. Ben ik competent na die 280 uur? Heb ik de juiste vaardigheden geleerd? Heeft iemand gecontroleerd op de kwaliteit van het geleerde in de praktijk? Hoe gebeurt dat bij Zadkine? Of was ik misschien alleen maar een heel goedkope werkkracht die met zijn ziel en zaligheid onwijs leuk werk heeft gedaan? De eerste drie vragen kunnen niet worden beantwoord. Hoe doen we dat bij Zadkine? Dat kunnen jullie beantwoorden. De laatste vraag kan ik volmondig beamen. Arend van der Lee werkte 27 jaar bij Zadkine en is sinds maart 2011 eigenaar van dierenpension De Kapelle
Snel collega’s vinden? Vanuit verschillende locaties met elkaar samenwerken? Eenvoudig toegang tot documenten als teamjaarplannen, de intakewijzer en diensten van het serviceplein? Mijn.zadkine.nl biedt uitkomst. Je logt in met je personeelscode en je wachtwoord. Vragen? Mail naar
[email protected].
Financiële relatie Van Dijk Educatie Vanaf komend schooljaar verloopt de inning van school kosten van studenten anders dan tot nu toe gebruikelijk is. Alle kosten die studenten voor een schooljaar moeten afrekenen met Zadkine worden in één keer via de leer middelenlijst van hun opleiding geïnd. Het gaat dan bijvoorbeeld om kosten voor cursusgeld, algemene kosten en kosten voor boeken en kluisjes. Studenten ontvangen binnenkort een brief met uitleg waarin zij worden verwezen naar www.vandijk.nl/boekenlijst/zadkine. Van Dijk Educatie verzorgt de boeken en overige financiële afhandelingen voor Zadkine.
Startcollege van start Zadkine richt de ZAP/Aka-opleidingen anders in. De Aka-opleidingen zijn ondergebracht bij het nieuw opgerichte Startcollege van Zadkine. De niveau 1-opleidingen van Zadkine worden hier per 1 augustus 2012 ondergebracht. De opleidingsrichtingen Techniek, Economie & Handel en Zorg & Welzijn vormen het startpunt. De huidige niveau 2-studenten van ZAP worden het komende schooljaar ondergebracht bij de loc’s. Zadkine anticipeert hiermee op het voorgenomen kabinetsbesluit voor niveau 1-opleidingen. Samenwerkende stagebedrijven en decanen van toeleverende scholen ontvangen de komende maanden meer informatie.
op bezoek ← 10.000 bezoekers Open dagen
Ongeveer 10.000 mensen bezochten vrijdag 21 en zaterdag 22 januari de Open dagen van Zadkine. De bezoekers waren zeer gericht op zoek naar informatie over een bepaalde opleiding of beroepsmogelijkheid. Op de Zadkine-locaties in Rotterdam, Capelle aan den IJssel, Schiedam, Schoonhoven, Brielle en Spijkenisse ontvingen zij antwoord op hun vragen, deden zij mee aan workshops en kregen zij rondleidingen. Bovendien gaven toptrampolinespringers Fernando en Orlando Götschin op vrijdag diverse shows.
Wethouder De Jonge opent MBO-Punt
Wethouder Hugo de Jonge van Onderwijs, Jeugd en Gezin heeft dinsdag 8 maart het MBO-Punt Hugo de Groot, geopend. Binnen het MBO-Punt werken het voortgezet onderwijs en roc’s Zadkine en Albeda samen om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. De Jonge: “Eén van de belangrijkste speerpunten van dit college is het investeren in talent van elke Rotterdammer. Daarvoor is het belangrijk dat leerlingen goede schoolresultaten behalen en vooral dat alle jongeren van school gaan met hun startkwalificatie op zak. Het MBO-Punt speelt hierbij een belangrijke rol door gerichte ondersteuning te bieden aan leerlingen bij de overgang van het vmbo naar het mbo”.
Kunstexpositie Oranjerie
Zondag 13 februari 2011 werd de kunstexpositie ‘Oranjerie’ geopend bij Zadkine West. Kunstenares Marie Hendriks heeft de expositie samengesteld. Zij heeft tien kunstenaars gevraagd om exclusief voor deze expositie een ontwerp te maken. Dit heeft geresulteerd in een bijzonder samengestelde tentoonstelling. Deze was te bezichtigen tot en met vrijdag 18 maart 2011. Zadkine-studenten hebben de expositieruimte ingericht, verzorgden de catering en gaven rondleidingen. Studenten van de Zadkine Popacademie zorgden voor livemuziek.
Opstelten lanceert HTV-Politie
Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie lanceerde donderdag 24 maart bij Zadkine een landelijk onderwijsarrangement waardoor mbo’ers beter kunnen doorstromen naar het politie onderwijs. Door het onderwijsarrangement kunnen studenten met een opleiding Handhaver toezicht en veiligheid een jaar verkorting krijgen op de politieopleiding. In september 2011 start een aantal roc’s met deze nieuwe doorlopende leerlijn van mbo naar hbo. 4
14
social media Een kwestie van vertrouwen in ‘peers’ voorbeelden van social media • Sociale netwerksites/online communities zoals LinkedIn, Facebook en Hyves • Microblogs zoals Twitter • Sociale foto-, video- en muzieksites zoals YouTube en Flickr • Sociale nieuwssites zoals NUjij.nl • Sociale bookmarksites zoals Delicious en Digg • Beoordelingssites zoals Kieskeurig.nl en Vergelijk.nl • Forums, blogs en discussiegroepen • Kennisplatforms zoals Slideshare, Wiki’s: Wikipedia • Samenwerkingsplatforms voor de werkvloer zoals Yammer en Status.net • Mobile messenging (chat) via bijvoorbeeld MSN, PingChat, What’sAp en eBuddy
15 Het is niemand ontgaan dat op internet een nieuwe beweging op gang is gekomen. Iedereen praat tegenwoordig over social media en de kranten staan er bol van. Maar wat is social media nu precies, wat betekent het voor Zadkine en waarom zijn ze zo’n succes? Een korte uiteenzetting.
S
ocial media is een verzamelnaam voor alle internettoepassingen waarmee het mogelijk is om informatie met elkaar te delen op een gebruiksvriendelijke en vaak leuke wijze. Er komt geen redactie aan te pas, maar wordt verzorgd voor en door iedereen. Groepen mensen komen er samen om te communiceren over onderwerpen die zij belangrijk vinden. Meestal zijn ze daarbij op zoek naar personen die dezelfde normen en waarden delen. Dit komt voort uit de onbewuste gedachte dat ’iedereen die gelijk is aan mij leuker, interessanter en beter te vertrouwen is’. Het vertrouwen in ‘peers’ neemt toe. Dit betekent dat we steeds meer waarde hechten aan de mening van ons netwerk dan aan die van organisaties of merken. Jongeren en social media Onlangs heeft NJR in opdracht van de Consumentenautoriteit een onderzoek uitgevoerd naar het gebruik van social media onder jongeren. De voornaamste social media sites waar zij zich bevinden zijn Hyves, MSN, Twitter en Facebook. Jongeren besteden per dag veel tijd aan sociale netwerksites, tussen de dertig minuten tot wel drie uur per dag! Dat doen ze het meeste vanuit huis, maar steeds vaker ook via hun mobiele telefoon. Op deze manier blijven ze in contact met hun vrienden en houden ze bij wat iedereen aan het doen is.
Een voorbeeld van het effect van social media is de berichtgeving rondom het neergestorte vliegtuig bij Schiphol in 2009. Nog voordat het nieuws de krantensites en televisie bereikte, werden de eerste foto’s van het op Schiphol gecrashte vliegtuig op Twitter gepubliceerd. Twitter bleek al gauw de snelste en meest inhoudelijke bron voor nieuws over de crash, terwijl internationale kranten- en televisieredacties worstelden met feiten over het aantal slachtoffers en gewonden.
Wat is het effect van social media voor Zadkine? Jongeren spreken ook veel over Zadkine
Op deze pagina’s een greep uit de berichten die op Twitter of Hyves zijn geplaatst. Vanaf de volgende Beeldspraak plaatsen we een selectie berichten van social media-sites op de pagina ‘gelezen’. 4
op social media. Er is een duidelijke trend waar te nemen tijdens het schooljaar. Begin dit jaar werd bijvoorbeeld veel gesproken over de Open dagen, later met name over intakegesprekken en - testen met de spanning of iemand is aangenomen of niet.
40 procent van de leraren op het Zadkine (mbo) gaat komende jaren met pensioen http://yfrog.com/h79bglhj • WaasdorpiGI, [+] Mon 28 Mar 07:02 via TweetDeck Sammiejj Daar zitten we dan weer. Werken aan onder nemingsplan. Saaiheid @ ROC Zadkine Horeca & Toerisme woensdag, 08:31, 3 reactie(s) Reageer
Social media bieden kansen en bedreigingen. Het imago van Zadkine is niet meer te beheersen door communicatie vanuit Zadkine zelf. De wereld -en ook de organisatie van Zadkine- wordt steeds transparanter. Het gaat er niet meer om wat Zadkine wil vertellen maar om wat onze studenten willen weten. Studenten uiten hun onvrede over Zadkine en stellen via internet problemen aan de kaak. Vroeger uitte men onvrede alleen aan vrienden, nu wordt het gedeeld op het web en is het effect groter. Het wordt dus steeds lastiger om (interne) moeilijkheden te negeren. De nieuwe wereld vereist een nieuwe manier van luisteren naar onze studenten en anticiperen op problemen. Op deze manier biedt social media kansen om onze organisatie te verbeteren en aan te sluiten bij de wensen en behoeften van onze (potentiële) studenten.
Kaily stage van half 7 tot 2 uur,om 4 uur naar de tandarts en dan met ma naar info dag op t Zadkine en waarschijnlijk vandaag wel mijn black berry binnen! 10 mrt, 06:22, Reageer
RT @M3llzzzz: RT @010SWAGGER : zadkine heeft lompe regels, je mag niet niet met een trainingspag naar scorro komen #kaka.//triestttt << Zeker !! • 010SWAGGER_[+] Sun 27 Mar 14:45 via web
Mandy Op school tot 4uur les & laatste 2uur zwemmen @ ROC Zadkine alexandrium 14 mrt, 08:18 1 reactie(s) Reageer
RT als je zadkine een slechte school vind #wieniet • trerwin, [+] Mon 28 Mar 09:39 via UberSocial
xshaaar AANGENOMEN op het zadkinee! Papa jarig! Vanmorgen naar ‘t ziekenhuis geweest, m’n scorliose is 30 graden en ook nog eens gedraaid.. Nu keihard bikkelen en leren voor mondelings & tentamens! Ik ga ervoor! Zadkine here I come! @ happy! Dinsdag, 16:37, 1 reactie(s) Reageer
17 Zadkine Onderwijsconferentie
M
aandag 14 februari vond in De Doelen de jaarlijkse Zadkine Onderwijsconferentie plaats. Bijna 1.200 medewerkers spraken over of luisterden naar ontwikkelingen in het onderwijs, jongerencultuur, aansluiting op de arbeidsmarkt, etc. De conferentie werd geopend door Henri van Vlodrop, voorzitter van het College van Bestuur en Tweede Kamerlid Ronald Plasterk. Zadkine Fonds Tijdens de plenaire opening overhandigde Ronald Plasterk symbolisch een cheque ter waarde van 11.000 euro aan Ineke Mulder, directeur van het Studentenplein, en studente Shahairi Tjong Chang Wong. De cheque symboliseerde het bedrag dat medewerkers van Zadkine doneerden aan het Zadkine Fonds. Deze medewerkers kozen ervoor geen kerstgeschenk te ontvangen. Zij stonden de waarde daarvan af aan het Fonds om studenten die door (financiële) problemen geen leermiddelen kunnen aanschaffen te ondersteunen en te voorkomen dat zij school moeten verlaten. Workshops Gedurende de rest van de dag vonden er in totaal 44 verschillende workshops plaats, gegeven door medewerkers, studenten en externe professionals. Veel collega’s hebben geluisterd naar de presentatie van Bart Flos, schrijver van het anti-klaagboek. Een aantal heeft samen met de studenten van de Popacademie Robertino Dukers en Ricardo de Vries een rap geschreven. Verder volgden veel Zadkiners bijvoorbeeld workshops op het gebied van onderwijs & ICT.
18
19
Studenten om trots op te zijn Zadkine heeft studenten die iets van hun toekomst willen maken. Zij kiezen voor Zadkine om een vak te leren, een ambacht. Veel van hen starten na hun opleiding een eigen bedrijf. Zo ook Stephanie Kofmehl en Jim de Jong. Zij oefenen dagelijks hun passie uit en met succes. Stephanie is een geslaagd edelsmid en Jim is een van de jongste patron-cuisiniers in Nederland. Twee oud-studenten om trots op te zijn.
In 1995 studeerde Stephanie Kofmehl af aan de MTS Vakschool Schoonhoven, zoals de Vakschool van Zadkine toen nog heette. 25 Lentes jong was ze. Een tikje bleu, maar vol goede zin om werk te maken van haar passie - sieraden maken. Via, via en vrij onverwacht kwam Stephanie aan een klein pand op de Van Oldenbarneveltstraat, waar zij haar collectie tentoonstelde, “Shit, ik heb een winkel”, dacht ze.
De zaak liep al vanaf dag één als een tierelier. “Ik werkte samen met een mede-student tot diep in de nacht om aan de vraag te kunnen voldoen”, vertelt Stephanie. Inmiddels is zij verhuisd naar een groter pand in dezelfde straat en is SK Edelsmid een onderscheidend merk geworden. Naast Stephanie werken er twee andere oud Zadkine-studenten en Stephanie begeleidt Zadkine-stagiairs.
Gepaste trots Guido van Hassel, docent Graveren begeleidt op dit moment stagiaire Kim Holsteijn bij SK Edelsmid. “Er zijn ontzettend nauwe en warme banden tussen de school en de oud-studenten”, vertelt hij. “Veel van hen doen nog iets met of voor de Vakschool. Sommigen geven les, anderen begeleiden stagiairs of geven gastcolleges. Het is heerlijk om te zien dat onze studenten het zo goed doen in het vakgebied. Ik voel gepaste trots als ik in Nederland zulke ondernemingen als die van Stephanie zie”.
‘Méér dan vormpjes maken’ guido van hassel
stephanie Kofmehl
Gereedschapskist Stephanie kijkt met veel plezier terug op haar tijd bij de Vakschool. “Voordat ik daar naar toe ging was ik een grote spijbelaar. Maar vanaf de eerste schooldag wist ik dat dit het was voor mij. Ik vond het geweldig om mijn gereedschapskist te ontvangen en lekker met mijn handen aan de slag te kunnen”, zegt zij lachend. “Er was zoveel mogelijk op school. Je kon echt je gang gaan. Er heerste een vrije sfeer die ruimte bood voor creativiteit”. Guido vult aan dat dit van groot belang is. “Wij hebben die ruimte nodig om met studenten te groeien. En ook het vak verder te ontwikkelen”.
Docenten waren voor Stephanie werkelijk inspiratiebronnen. Van Richard Walraven heb ik bijvoorbeeld geleerd dat het vak méér is dan vormpjes maken. Hij dacht out of the box en in concepten”. Dit is nog altijd de basis van het werk van Stephanie. “Ik zet de functie voorop. Daarna volgt de vormgeving. Die moet passen binnen een bepaald concept”.
Voor een indruk van Stephanie’s werk, zie www.sk-edelsmid.nl. A
Stephanie volgde destijds na de opleiding de extra jaren Zilversmeden en Design. Deze extra jaren worden tegenwoordig niet meer aangeboden. Vanaf volgend schooljaar kunnen studenten na het afstuderen echter de Associate Degree Arts & Crafts volgen aan de Rotterdam Academy. Dit is een samenwerking tussen Zadkine en de Willem de Kooning Academie. Voor meer informatie zie www.rotterdamacademy.nl.
21 Van Zadkine-student naar landelijk talent
jim de jong henny helsemans
Jim de Jong is met zijn 22 jaar een van de jongste patron-cuisiniers in Nederland. In Rotterdam ging hij in januari 2010 van start met restaurant De Jonge De Jong aan het Deliplein op Katendrecht. Docent Henny Helsemans staat er niet van te kijken dat Jim het op zo’n jonge leedtijd al zover heeft geschopt. “Tijdens de opleiding was Jim al een enorme doorzetter en werkte hij vernieuwend”, aldus Helsemans. Lef en enorme gedrevenheid ‘Een restaurant met lef’, zegt Jim over z’n ‘table d’hôtes’ De Jonge De Jong. Jim zwaaide zomer 2007 af als beste student-kok aan de opleiding Ondernemer/Manager Horeca (Middelbare Hotelschool) van Zadkine. Mede dankzij Jamie Oliver, die hij even daarvoor persoonlijk had leren kennen, kon hij aansluitend op werkstages bij de culinaire grootheden Gordon Ramsay en Heston Blumenthal. Direct na die Engelse periode maakte Jim als chef de partie bijna een jaar lang deel uit van de witte brigade van Le Jardin des Sens, de tweesterrenzaak van Jacques en Laurent Pourcel in Montpellier. In Nederland werkte Jim onder andere bij Le Cirque van Robert Kranenborg in Den Haag. Ondernemend, leergierig, vreselijk gedreven, eigenwijs, heel nieuwsgierig, maar ook enorm inspirerend. Zo ziet docent Henny zijn vroegere student. “Ik werd zelf geprikkeld door hoe Jim bezig was in de keuken tijdens zijn opleiding. Je kon hem niet afpoeieren met een standaard antwoord; hij wilde méér weten. Ja, je kunt wel zeggen dat je hem zag als een gedreven vakcollega”. Zadkine gaf vertrouwen Toen Jim aan zijn opleiding begon, had hij geen idee wat hij wilde gaan doen in de toekomst. “De Zadkine-tijd werd echter een groot feest. Al snel kreeg ik door dat het koken echt mijn ding is en de docenten Helsemans en Van den Berg motiveerden mij enorm en gaven mij vertrouwen in mezelf. Ik mocht meedoen aan wedstrijden en wilde zodoende altijd beter worden dan anderen.
Tja, en zodoende ben ik dus ook bij Michelin-sterren zaken terecht gekomen; iets minder kon niet in mijn beleving”, aldus Jim. Vrijheid geven en nemen Iets wat Jim tijdens zijn opleiding ook kreeg, was een stuk vrijheid om zijn creativiteit kwijt te kunnen. Hij mocht bij bepaalde opdrachten zelf bedenken wat voor gerechten gemaakt zouden worden en hiermee aan de slag gaan. “Dit werkt niet bij iedereen zo”, vult Henny aan. “De ene student heeft meer sturing nodig dan de andere en ook niet elke student is zo’n hoge uitschieter op het gebied van koken. Dat je soms een student die vrijheid kunt geven, maakt het werken met de studenten juist wel extra leuk. Je ziet ze groeien”. De Jonge De Jong presenteert zich als onvervalst Rotterdams. Alle seizoensproducten komen dagvers van de grote en kleine lokale markten. Henny: ‘In Jim zijn zaak zie ik het vrije terug wat in zijn karakter zit. Maar dat hij zeker ook zakelijk is geworden, blijkt wel uit het feit dat hij iedere avond vol zit!”. 4 4 Restaurant De Jonge De Jong is open van woensdag tot en met zondag van 18.00 tot 24.00 uur. De kaart is wisselend en laat zich inspireren door wat het seizoen biedt. Kijk voor meer informatie op www.dejongedejong.nl.
management voor de klas In het voorjaar van 2010 was het mbo weer eens een ‘hot topic’ in de media. Helaas was de teneur overwegend negatief: teveel managers, die niet meer weten wat er in de klassen speelt.
Z
oals zo vaak vallen dingen soms samen. Het management van Zadkine was druk bezig met de op handen zijnde reorganisatie (De Stroomversnelling), waarin ook de verschuiving in de bekostiging van ondersteuning naar primair proces aan de orde was. De afspraak werd gemaakt dat alle managers een activiteit in dat primaire proces zouden gaan uitvoeren. De richtlijn is veertig uur per schooljaar beschikbaar zijn. Henri van Vlodrop, voorzitter van het College van Bestuur, Andrea Kaïm, directeur Zadkine Oost en Franklin Vintges, directeur Zadkine Zuid-Hollandse eilanden verruilden al hun bureaustoel tijdelijk voor het schoolbord of studentenbegeleiding. Ondersteunende staf Ook in de ondersteunende staf is veel lescapaciteit aanwezig en bestaat de mogelijkheid om anderszins een directe bijdrage te leveren. Er zijn veel medewerkers met een onderwijsbevoegdheid, maar ook heel veel die er niet aan moeten denken om voor de klas te moeten staan. Nou, geen probleem, want het primair proces kent veel meer dan lessen. Inmiddels zijn verschillende stafafdelingen een erkend stagebedrijf en besteden medewerkers veel tijd aan het begeleiden van stagiairs. Andere mogelijke activiteiten zijn het coachen van studenten die even een extra zetje nodig hebben, het begeleiden van excursies (zodat andere lessen niet hoeven uit te vallen, omdat de docent als begeleider mee moet) en, last but not least alle opleidingen kennen projectweken. Zou het niet fantastisch zijn als in projectweken een half docententeam stage gaat lopen en stafmedewerkers de andere helft van het team helpen in de begeleiding van de projectgroepen? Wanneer in de
organisatie bekend is dat er een flinke groep medewerkers is, waarop een beroep kan worden gedaan, dan kunnen teams bedenken wanneer en waarbij zij graag hulp zouden willen hebben. Duits en Engels In zijn toespraak bij de Jaaropening schooljaar 2010-2011 in de Laurenskerk, kondigde Henri van Vlodrop de inzet van staf en management al aan. Dat was koren op de molen van een van onze teamleiders, dus boter bij de vis. Er was vervanging nodig van een talendocente, Duits en Engels. Al voor de herfstvakantie werden afspraken gemaakt en hebben Henri van Vlodrop en Lida Kappetijn van het Onderwijspein tussen de herfst- en Kerstvakantie lesgegeven aan de opleiding Installatietechniek aan de Prins Constantijnweg. In zijn column op pagina 3 van deze Beeldspraak vertelt Henri van Vlodrop over zijn ervaringen. Andere directeuren hebben ook direct activiteiten gezocht die zij voor hun rekening konden nemen. Daarnaast is er een groeiende beschikbaarheid van BPV-plekken, onder begeleiding van geschoolde praktijkbegeleiders. Aanbod Inventariseren wat iedereen wil en kan is één ding. Een systeem bedenken, waardoor hulpvragers zo efficiënt mogelijk de benodigde hulp kunnen vinden, is een tweede. “We hebben wat geëxperimenteerd, en hebben uiteindelijk besloten met een simpel Excell-instrumentje aan de slag te gaan”, vertelt Lida Kappetijn die de inzet van management en staf in het primaire proces coördineert. Dit instrument is te vinden op mijn.zadkine.nl bij het Onderwijsplein en geeft inzicht in het beschikbare aanbod. “Om meer achtergrondinformatie over het individuele aanbod te krijgen, kan men vervolgens naar de persoonlijke portal van de betrokken medewerker gaan. Daar staat
22
23 Franklin Vintges
↓
uitgebreider beschreven wat het aanbod is en of degene nog uren beschikbaar heeft. Het contact kan dan via mail of telefoon worden gelegd. Het is goed om te weten dat de meeste ondersteuners het idee een zeer warm hart toedragen, maar dat activiteiten wel ingepast moeten kunnen worden in hun reguliere taken. Dat betekent sowieso dat de medewerkers niet op stel en sprong beschikbaar zijn, dus enige marge in de plannning helpt. Maar laten we het spel met elkaar spelen en na enige tijd kijken of het werkt, of vraag en aanbod elkaar voldoende weten te vinden en of er nog andere manieren zijn waarin die directe betrokkenheid bij het primair proces tot uiting kan komen”.
↓
andrea kaïm
‘Ik voelde me snel weer docent’ Gestart als docent in de jaren tachtig kriebelt het nog altijd als ik langs leslokalen loop en collega’s aan het werk zie en hoor met studenten. Maar ieder zijn rol en als leiding gevende heb je andere zaken te doen. Ik heb het les geven namelijk lang gecombineerd met een leidinggevende taak en studenten vroegen dan regelmatig of ik niet even weg moest. Zo vaak werd ik immers uit de klas gehaald voor diverse zaken. Op een gegeven moment had ik het idee dat ik zowel de studenten als de collega’s tekort deed en alles half deed. En toen werd ik in 1996 fulltime schoolleider en gaf ik geen les meer. Time-in klas Ik vond het dus prima dat het management van Zadkine structureel ook voor een aantal uren participeert in het primair proces. In november ben ik begonnen in de time-in klas van Zadkine Oost aan de Alexanderlaan. De time-in voorziening is een overbruggingstraject voor jongeren die tijdelijk geen opleiding volgen. Zij hebben bijvoor-
beeld nog geen opleidingskeuze kunnen maken of willen zich oriënteren op een andere opleidingsrichting. Ook kan het zo zijn dat de jongeren nog niet kunnen worden toegelaten tot de gekozen opleiding en een maatwerk overbruggingstraject nodig hebben. Het doel is deze jongeren binnen het onderwijs te houden door een loopbaancoachings- en overbruggingstraject aan te bieden, zodat zij naadloos kunnen instromen in een reguliere opleiding. Op maandagochtend geef ik twee uur les, in eerste instantie een combi van LLB en rekenen, nu twee uur rekenen. Een hele belevenis. Niet zozeer het lesgeven, want het was verbazingwekkend hoe snel ik me weer docent voelde. Maar alle voorbereidende zaken: programma? info over studenten? materiaal? toegang op internet? etc etc. Je zoekt je rot. Maar er zijn vele behulpzame handen. Zoals naast de mensen van time in, die collega die het lokaal inloopt en vraagt of ik extra oefensommen kan gebruiken en vervolgens snel een usb-stick inplugt in diverse pc’s. Energie Daarnaast is het iedere keer verrassend hoeveel time-inners aanwezig zijn en welke verhalen zij vertellen tussen de sommen door. Net als vroeger was de start weer spannend, maar het geeft mij zeker energie voor het vervolg van de week! 4
‘Terug naar het primaire proces. Makkelijker gezegd dan gedaan’ Vooraf heb ik me beraden over de activiteiten die ik zou kunnen uitvoeren; weer Nederlands of Engels geven, bespreken van marketing vraagstukken? Bedrijfseconomie of gewoon een boekhoudlesje? Begeleiding bij een ondernemersplan of de verzorging van een aantal waterpolotrainingen? Hoewel het natuurlijk het leukste is om gedurende een aantal weken met een of meerdere klassen een activiteit uit te voeren, heb ik dit jaar gekozen voor het voeren van panelgesprekken en het begeleiden van studenten die dreigen uit te vallen. Voordeel hiervan is dat deze activiteiten flexibel binnen de eigen agenda kunnen worden ingevuld. Uitgebreide gesprekken Vanuit die begeleiding wil ik kort een casus beschrijven die mij enorm is bijgebleven. Het betreft een student die zou worden uitgeschreven, omdat voor de derde keer een stage zou worden afgebroken. Voor deze student kwam een negatief studieadvies dat ik niet door heb laten zetten. Over het waarom heb ik uitgebreid gesproken met het verantwoordelijke team, met de moeder en voogd van de jongen en met de jongen zelf. Met de student heb ik afspraken gemaakt, ik heb hem gecoached gedurende zijn verbetertraject, ik heb heel intensieve en diepgaande gesprekken met hem gevoerd. Uiteindelijk kwam er een beeld naar voren van een onzeker kind van twintig jaar dat eigenlijk, om zijn moeder te behagen, in een verkeerde opleiding wilde scoren. Er ontstond een beeld van een jongen die zichzelf sterk overschat en iedere keer als het erop aan komt, faalt waardoor hij terugvalt en waarschijnlijk weer dieper in de ellende terecht komt. Hoe verder? Zo ook dit keer, de eerste weken verliepen voortvarend: goede plannen, een redelijke
reflectie op verrichte werkzaamheden, op functioneren en op gedrag en een lichte verbetering ten aanzien van behaalde studieresultaten. En toch ook dit keer op het moment dat het erop aan komt, tijdens de stage weer dusdanig veel steken laten vallen dat het voor de vierde keer fout loopt. Het gevolg was een vervolgtraject; hoe nu verder? Is dit wel de opleiding die ik als student moet volgen? Is het niet beter om verder te gaan met een handelsopleiding waar ik mijn verbale capaciteiten goed kan benutten? Hoe moet ik omgaan met hoog oplopende emoties en gevoelens van ‘ik deug nergens voor en kan niets’? Allemaal zaken die met de student zijn besproken. Toekomst Uiteindelijk zijn we in goed overleg tot de conclusie gekomen dat het beter is te stoppen met de opleiding, goed na te denken over de toekomst en wellicht vanuit een werksituatie met een BBL-opleiding te beginnen. Doel werd uiteindelijk de logistiek. Uit het laatste gesprek dat ik voerde met de jongen, zijn voogd en zijn moeder kan ik mij nog herinneren dat ik de moeder adviseerde de student los te laten, hem niet op een voetstuk te plaatsen en te accepteren dat hij wellicht niet kon voldoen aan het ideaalbeeld dat zij van haar zoon had, maar dat ook werk in een magazijn helemaal niet als slecht beschouwd mag worden. Toch nog uitval, maar uiteindelijk wel iemand die heeft nagedacht over zijn toekomst en die aangeeft dat hij mij ondanks de uitschrijving wil bedanken voor de begeleiding en de gevoerde gesprekken. Door de gesprekken met studenten zie ik wel weer in wat voor een hoeveelheid werk al onze collega’s in het primaire proces dagelijks verrichten om onze studenten naar een eindstreep te begeleiden. De waardering voor het primaire proces en de collega’s die hierin werkzaam zijn, stijgen door dit soort activiteiten tot grote hoogte. 4
24
25
SKILLS MASTERS 2011:
PARELTJES OP PODIUM én VOORHOOFD
Zadkine-studenten strijden op Skills Masters om Nederlands kampioen te worden in hun vak.
Maarten ten Donkelaar
Interviews doen met studenten op Skills Masters…? De collega’s van Marketing en Communicatie op de Marten Meesweg kijken meewarig als je ze vraagt of je daar geen afspraken voor kunt maken. Een paar foto’s maken, dat kan nog net. Eenmaal in Ahoy’ begrijp je al snel waarom: tijdens Skills Masters gonst het er van de activiteiten. Waar je kijkt is dynamiek, competitie, concentratie… adrenaline. Er staan pareltjes op het podium, maar ook en vooral op het voorhoofd.
O
mdat het moeilijk is de deelnemers apart te spreken, worden er dus foto’s gemaakt en doet Beeldspraak de interviews na afloop via de telefoon. Het zijn stuk voor stuk uitblinkers die meedoen aan Skills Masters. Namens Zadkine en een lading andere scholen. Je kunt rustig zeggen dat Ahoy’ eind maart het beste biedt dat mbo-Nederland te bieden heeft. Hoe moeilijk is het eigenlijk om tussen zoveel talent en concurrentie op de been te blijven? Beeldspraak vroeg het aan Tim Berkhout, eerstejaars ‘gespecialiseerd kok’. “Je hebt er eigenlijk de tijd niet voor om daar bij stil te staan. Natuurlijk merk je tijdens de wedstrijd wel dat de concurrentie groot is, maar tijdens het koken zelf ben je bezig met je instrumenten, de ingrediënten en vooral de tijd”. Zonder liefde smaakt het nergens naar
De twintigjarige Spijkenisser kon wel uit Frankrijk komen als hij zegt “zonder liefde smaakt het nergens naar”. Het is misschien ook een aanwijzing voor zijn talent, ambitie en creativiteit. Tim is al een echte cuisinier, nam de oester als uitgangspunt en maakte daarmee een gratiné met
champagne, een entree geïnjecteerd met chocolade en espresso en een tournedos met een saus van soja en sherry. ‘Stuk voor stuk toppers en heel creatief’, oordeelde de jury en zo kwam Tim, niet in het minst tot zijn eigen verrassing, bij de laatste tien. Allen aanstormende talenten van culinair Nederland. “In de finale moesten wij uit de black box koken. Leuk omdat je niet weet welke ingrediënten je krijgt, maar ook wel moeilijk. De eerste opdracht was ‘maak een vegetarisch tussengerecht van vergeten groenten’. In mijn geval werd dat een ravioli van meiknollen met kaantjes en ei. Ik moet er eerlijk gezegd wel bijzeggen dat ik verbaasd was dat ik de finale haalde. Het is natuurlijk wel je doel, maar ik had het echt niet verwacht. Daar stond ik ineens tussen toppers uit topzaken die zich juist helemaal op die finale hadden voorbereid. Winnen deed ik dus niet, maar de eindronde was een ervaring om nooit te vergeten. En niet alleen om het creatieve ervan, maar ook om de felle competitie. Een van de deelnemers morste zelfs over mijn gerecht. Niet expres natuurlijk, maar toch. Het had wel iets van Hells’ Kitchen”.
tim berkhout
glenn meijer
nathalie faasen
Nathalie Faasen is Zorgtopper van Zadkine en wint zilver tijdens Skills Masters.
26 Een makkie? “Nou, niet echt hoor. Ik was ook best zenuwachtig”. En wat leer je nu van zo’n wedstrijd? “Hoe je op de been blijft en zelf uit de verf komt tussen grote namen. Er waren heel wat deelnemers van bekende restaurants, gesponsord en wel. Van dat soort gasten winnen, geeft wel een kick moet ik zeggen”. Tim, die een heel eind wil komen in het culinaire vak, raadt iedere kok in opleiding aan om mee te doen aan wedstrijden als Skills Masters. Om te leren, maar ook en vooral om het plezier. “De manier waarop je meedoet, maakt niet zoveel uit. Ik zeg altijd: kijk niet te veel naar de rest. Doe gewoon je eigen ding”. Als het niet pittig is, stelt het niets voor
Dat iedere opleiding zo zijn eigen cultuur heeft, merk je even later bij de stands waar de zorgwedstrijden plaatsvinden. Dat is ook logisch want genieten van lekker eten, is echt iets anders dan omgaan met een kermende actrice die haar rol als patiënt wel erg serieus neemt. Naast het bed staat Nathalie Faasen, Zorgtopper van Zadkine en uiteindelijk tweede van Nederland en dus goed voor nationaal zilver. “Ik werd door een docent getipt en kwam hierheen om gewoon mijn ding te doen. Ik wist niet dat het zo’n spektakel was. Een hele verrassing, moet ik zeggen. Wij kregen twee casussen van een half uur. Het mobiliseren van een CVA-patiënt (hersenberoerte red.) en het aanleggen van steunkousen. Op zaterdag moesten wij een rekentoets maken en verder waren er drie verpleeg technische handelingen. Bloed afnemen en het bepalen van de glucosewaarde, het aanbrengen van een druk verband en het meten van de bloeddruk”.
En heb je nog een advies voor studenten die erover nadenken ook mee te doen? “Denk eraan dat het veel tijd kost en dat het niet gemakkelijk is. Leuk is natuurlijk dat er veel publiciteit is. Goed voor het imago van het vak. De zorg kan wat dat betreft nog wel een duwtje in de rug gebruiken”. Ga voor de lol, niet voor het winnen
De eveneens negentienjarige ex-gymnasiast Glenn Meijer heeft weer een heel andere Skills Masters-mentaliteit. “Ga voor de lol en niet voor het winnen”, zegt Glenn die eerstejaars is bij het ICT College van Zadkine en daar in drie jaar klaar wil zijn met de in principe vierjarige opleiding op niveau 4. Ook Glenn werd getipt door een docent. In zijn geval door Corry Helmond. “Het begon met een voorronde waarin we negentig vragen moesten beantwoorden en daarna begon de echte wedstrijd. Die bestond uit een competitie tussen vier teams die ieder de ICT voor een filiaal van een fictief bedrijf moesten inrichten. Het opzetten van een beveiligd netwerk, het inrichten van een server- en werkruimte en het realiseren van aansluitingen op de pc’s. Een leerzame opdracht, waar het vooral ging om het leveren van een goede teamprestatie. En dat klinkt gemakkelijker dan het met ICT-ers wel eens kan zijn”.
Een makkie? “Nou, niet echt hoor. Ik was ook best zenuwachtig. Maar ondanks die zenuwen wist ik goed om te gaan met de toch wel complexe casussen. De verpleegtechnische handelingen waren niet zo moeilijk, maar die eerste casus viel niet mee. Maar als het niet pittig is, stelt het niets voor hè?’’.
Glenn doelt daarmee op het feit dat ICT-ers niet altijd uitblinken in goede onderlinge communicatie en kreeg daar ook in zijn team mee te maken. “Wij hebben niet gewonnen, maar wel een hoop geleerd. Wij hebben in het klein een netwerk opgebouwd en beheerd. Het was net of je in een echt bedrijf aan het werk was. En wat die communicatie betreft. Best cool om onder druk te ervaren waar het dan om gaat. Helder communiceren dus en niet met een half woord aan de slag gaan. Maar ook omgaan met rivaliteit, want dat komt in de echte wereld immers ook voor”.
De negentienjarige studente uit Rockanje blonk volgens de jury uit in beroepshouding en vakdeskundigheid. Zozeer dat zij naast Amanda Kruise van het Drenthe College in Assen gaat deelnemen aan de World Skills wedstrijden. Die vinden dit jaar plaats van 5 tot en met 8 oktober in Londen. Nathalie daarover: “Fantastisch natuurlijk, maar ook wel even schrikken. Mijn Engels is namelijk niet zo best, dus dat is even slikken. Gelukkig is het pas in oktober en kan ik de komende maanden een beetje een inhaalslag maken”.
Glenn spreekt een beetje uit ervaring, want hij is al gestart met een eigen bedrijfje. Een ondernemende Zadkinestudent dus, die in zijn geval samenwerkt met een ‘maatje’ van het Grafisch Lyceum uit Rotterdam. Daarmee drijft hij een webdesign-bedrijfje met inmiddels drie à vier betalende klanten. Toch eens doorgeven aan de collega’s van Marketing en Communicatie op de Marten Meesweg. Misschien kunnen wij elkaars talenten benutten. Zadkine: leren, denken, durven, doen. 4
↓ De week van Giovanni Ulrich Giovanni Ulrich werkt op het BPV-bureau Handel van Zadkine Oost met vijf BPVbegeleiders en een administratieve ondersteuner voor de teams Groothandel en Detailhandel. Naast BPV-coördinator is hij BPV-begeleider van een aantal studenten. “Ik ‘doe’ alles: bol, bbl, internationale handel, groothandel en detailhandel. Iedere dag is anders en dat houdt het voor mij spannend”. In 1998 begon Giovanni bij Zadkine als BPV-begeleider/coördinator en assessor bij Handel. Voor die tijd werkte hij bij het Kennis centrum (toen nog LOB). Maar door invoering van de Wet educatie en beroepsonderwijs veranderde het werk. “Ik vond het werk te ambtelijk worden. Mijn functie en takenpakket bij Zadkine zijn in de loop van de jaren uitgebreid met steeds meer domeintaken en dat heeft de functie alleen maar breder, boeiender en gevarieerder gemaakt”. De domeintaken kenmerken zich vooral door overleg en afstemming op het gebied van de beroepspraktijkvorming met regionale en landelijke partners voor het domein Handel. Het gaat dan om scholen, instellingen en bedrijven. “Het is soms wel wat veel vergaderen naar mijn zin, maar dat hoort er ook bij”. Sinds vorig jaar houdt Giovanni zich ook bezig met internationalisering. “De afwisseling vind ik het leukste van het werk. Het ene moment voer ik een opbeurend gesprek met een beginnend bbl-student van niveau 2 die zijn baan is kwijtgeraakt. Een uur later zit ik weer bij een hoofd HRM van een groot bedrijf aan tafel om bij wijze van spreken banen of stageplaatsen op te halen”. 4
1
Ik werk samen met twee teamleiders. Op de foto (aan de telefoon) staat teamleider groothandel Reinier Zijta.
4
2
Een van onze vaste BPV-bedrijven voor groothandel is Hofmeester Dental, leverancier voor de tandartsenbranche. Op de foto Rob Brons en Lianne van der Veeke (Pro2-groothandel).
3
Onze BPV-matching gebeurt deels klassikaal en deels individueel. Hier is een eerstejaars klas met mbo pro-studenten zojuist voorgelicht over de BPV.
5
Onder leiding van Lida Kappetijn wordt er in de werkgroep BPV (beleid) tot ver na sluitingstijd wat af gediscussieerd met Paul de Vos, Guus Tomassen, Harry van der Voorn en Peter Post.
Een vast BPV-bedrijf voor detailhandel is Formido. Op de foto Cor Vermeulen (eigenaar) en Simon van Leeuwen (Verkoopspecialist).
28
29 Op weg naar een duurzaam mbo
Workshop duurzaamheid met Jacques Zuiderwijk en Arie Dorsman.
Studenten maken sieraden van fietsbanden tijdens ‘De andere schooldag’.
“Duurzame huisvesting en organisatie én implementatie van duurzame ontwikkeling in de lesprogramma’s om jongeren te enthousiasmeren”, dat is het ideaal van Arie Dorsman. Arie is sinds maart 2010 landelijk coördinator duurzaam MBO. Daarnaast is hij docent en vertrouwenspersoon bij Zadkine West. De projectgroep werkt aan verduurzaming van het middelbaar beroepsonderwijs in Nederland. Doel is duurzame ontwikkeling te bevorderen in opleidingen, bedrijfsvoering en huisvesting. Aanleiding voor Arie om deel te nemen aan dit project is niet in de minste plaats zijn motivatie voor het behoud van de planeet. “Dit is misschien een abstracte motivatie, maar het gevoel is heel sterk”, aldus Arie. Het project loopt inmiddels enige tijd. Zijn er al resultaten geboekt? Landelijk
gezien zijn er goede resultaten behaald. In de eerste plaats is er inmiddels een goedgevulde website www.duurzaammbo.nl. Hier zijn lespakketten te vinden die gebruikt kunnen worden voor bijvoorbeeld de lessen Leren Loopbaan Burgerschap. Ook is er een solide netwerk van duurzaamheidcoördinatoren of docenten die duurzame projecten met deelnemers hebben ontwikkeld. Dat is ook een sterk punt. En er wordt jaarlijks een symposium ‘duurzaam mbo-onderwijs’ georganiseerd. Dit jaar vindt het symposium plaats op woensdag 8 juni 2011 bij ROC Landsteden in Zwolle. Hierbij zijn studenten van de opleiding Helpende Zorg en Welzijn vanuit de locatie Marconistraat betrokken. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang.
Wij bezoeken zoveel mogelijk roc’s om uit te leggen wat het belang is van duurzaamheid in het mbo. Binnen Zadkine is het leuk dat er een windturbine bij de Jan Ligthartstraat komt, een mooi voorbeeld van duurzaam bouwen voor de studenten Bouw. Een ander voorbeeld is dat studenten Facilitaire dienstverlening onderzoek hebben gedaan naar energie gebruik bij de Prins Alexanderlaan. Doel was om meer inzicht te geven in het gebruik. Je ziet dan dat er nog tienduizenden euro’s per jaar bespaard kunnen worden. Wat zijn de ontwikkelingen op je eigen locatie van LOC West aan de Marconistraat?
Op de Marconistraat heeft zich inmiddels een werkgroep duurzaamheid gevormd die bestaat uit vijf medewerkers. We zijn actief op zoek naar studenten die in deze werkgroep willen plaatsnemen. In brede zin kijken we serieus naar bijvoorbeeld recycling, plasticscheiding en een ‘gezonde’ voedingshoek. Wat voor activiteiten vinden voor studen ten plaats bij Zadkine op het gebied van duurzaamheid? Begin april heeft de werkgroep
duurzaamheid en veiligheid van Zadkine West een workshop over de ecologische Footstep georganiseerd. Ook was er een paneldiscussie over duurzaamheid binnen Zadkine. Beide workshops zijn goed bezocht en deelnemers gaven een goede waardering. Welk rendement denk je op korte en l angere tijd te behalen? Mijn ideaal is
uiteraard een duurzame huisvesting en organisatie én implementatie van duurzame ontwikkeling in de lesprogramma’s om op deze wijze jongeren te enthousiasmeren. De maatschappij, instellingen en bedrijven vragen steeds meer om duurzaamheid. En daar ligt het belang om als mbo-instelling hier iets mee te doen. 4
30
Rondvraag bij ROC’s ‘Ouders staan bij inspraak buiten spel’
Mbo’s willen niet tornen aan vakmanschap Minister Van Bijsterveldt maakt de vakken taal en rekenen veel te belangrijk in het middelbaar beroepsonderwijs. Dat dreigt ten koste te gaan van het vakmanschap van afgestudeerde mbo’ers. Die kritiek uiten bestuurders van alle 66 mbo-instellingen in een brief op het actieplan dat de minister drie maanden geleden openbaar maakte. De bestuurders vrezen dat vooral de nieuwe eisen op taal- en rekengebied voor grote groepen mbo-scholieren te hoog gegrepen zijn. “Daardoor vallen er meer mbo’ers voortijdig uit”, voorspelt voorzitter Jan van Zijl van de MBO Raad. Degenen die wel een diploma halen, zullen bovendien veel te weinig praktische vakkennis hebben. Trouw, 13-4-2011
↓ gelezen Allochtoon wil het maken De ruime meerderheid van allochtone mbo-scholieren is, ondanks het stigma op hun groep, de relatief hoge schooluitval en werkloosheid, enorm ambitieus. Bovendien zijn ze heel optimistisch over hun kansen. Zij weten dat opleiding en werk hun sleutel is tot een betere toekomst, en zeventig procent geeft aan na de mbo door te willen stromen naar het hbo. Dat concludeert Kaj van Zenderen, die in februari bij de Universiteit van Utrecht promoveerde. SP!TS, 15-2-2011
Ouders van studenten in het beroepsonderwijs voelen zich onnodig buiten spel gezet zodra hun kind achttien jaar is. Dat schrijft een aantal vaders en moeders in brieven aan het Brabants Dagblad. “We worden niet of nauwelijks op de hoogte gehouden, maar mogen wél betalen”, zegt Kees Snellen. Snellen is oud-docent van ROC Eindhoven en heeft een dochter op ROC Tilburg. Rondvraag wijst uit dat ROC’s en opleidingen heel verschillend met ouders omgaan. Zadkine in Rotterdam overweegt komend schooljaar studenten te verplichten een contract te tekenen. Daarin staat dat de school te allen tijde contact met de ouders mag zoeken. Woordvoerder Matthijs van Muijen: “Anders mag iemand de opleiding niet volgen. Zo willen we de betrokkenheid van ouders vergroten. Dat bevordert weer de studieresultaten”. Brabants Dagblad, 24-2-2011
De Rotterdam; vooral doen met een Rotterdamse inslag!
N
aomi van der Haar is sinds april 2009 nauw betrokken bij onder andere de ontwikkeling van het onderwijs op deze unieke leslocatie. Een meer Rotterdamse omgeving om te werken en leren bestaat bijna niet. Onderwijs geven en werken gebeurt dan ook echt met een Rotterdamse mentaliteit: doen! En voor Zadkine spelen de woorden leren, denken en durven natuurlijk ook een belangrijke rol. Naomi legt uit waarom. Leren “Met de collega’s op DeRotterdam zijn we vooral lerend in de samenwerking. Er zijn meerdere partners betrokken. Tussen deze partijen zijn veel overeenkomsten, maar zeker ook verschillen. Kijk alleen al naar de twee betrokken scholen Albeda en Zadkine; hier zie je onder meer verschillen in de lesmethodes en het beleid op intake. Maar ook overeenkomsten in de doelen en de gezamenlijke visie waar we voor staan op het schip. Uiteindelijk vinden we elkaar tot nu toe altijd, maar leren we zeker ook van elkaar”.
NextStep moet uitval van MBO’ers gaan voorkomen
Denken “Op het schip bedenken we veel, maar de insteek blijft constant dat we eerlijk blijven of iets wel of niet werkt. De student staat hier altijd in centraal, voor hem/haar is het immers belangrijk een prettige lesomgeving te hebben”.
Half maart is een nieuw digitaal platform gelanceerd, gericht op leerlingen uit het middelbaar beroepsonderwijs. Dit moet voorkomen dat de scholieren tijdens of na hun opleiding stil komen te staan in hun loopbaan, of nog erger, werkloos raken. Via NextStep kunnen zij online actuele arbeidsmarkten opleidingsinformatie opvragen, die op hun persoonlijke situatie is toegesneden. Volgens mede-initiatiefnemer Jurek Cislo van ProAccretio gaat het programma jeugdwerkloosheid tegen en verbetert het de aansluiting op het vervolgonderwijs, omdat MBO’ers zo tijdig verstandiger loopbaankeuzes kunnen maken. Zadkine in Rotterdam is het eerste opleidingscentrum het loopbaanprogramma NextStep in gebruik heeft genomen. Telegraaf, 14-3-2011
Durven “Als onderwijsteam op DeRotterdam durven we af te wijken van reguliere schoolomstandigheden, zowel op het vlak van de regio (Katendrecht) als de leslocatie (een schip). Studenten hebben hun theorielessen op het schip, zij komen niet meer in een ‘echte’ school. Daarnaast zijn de praktijklessen (koken en serveren) die normaliter op school plaatsvinden direct in de praktijk. Hier moeten de studenten aan wennen, want op hun werkplek beginnen ze echt van nul af aan. Maar ook zit de durf aan de kant van de bedrijven. Het Cruise Hotel werkt momenteel met 31 stagiaires en streeft naar 48; dit zie je bij geen ander bedrijf in Rotterdam”.
Vergrijzing slaat hard toe op mbo-scholen Mbo-scholen staan aan de vooravond van een groot personeelsprobleem. Komend decennium bereikt bijna eenderde van het personeel de pensioenleeftijd. De mbo’s worden op de voet gevolgd door het voortgezet onderwijs, de rechterlijke macht en de hbo’s. Dat blijkt uit een rondgang van de Volkskrant over de vergrijzings effecten bij zo’n twintig sectoren en grote werkgevers. Bijna eenderde van de docenten op het mbo is nu al ouder dan 55 jaar, op het voortgezet onderwijs is 27 procent van de leraren 55-plus. Dit percentage geldt ook voor de rechterlijke macht. Op het hbo valt een kwart in die leeftijdsgroep. ‘Het is een nachtmerrie’, zegt Henri van Vlodrop, bestuursvoorzitter van het Rotterdamse Zadkine. De komende jaren zal 40 procent van zijn personeel vertrekken. ‘Een man of honderd per jaar. Dat is gigantisch.’ De Volkskrant, 25-3-2011
Doen “Doen is vooral constant kritisch blijven op wat we doen. We proberen zaken uit, maar sturen direct bij als dat nodig is. De lijnen met de bedrijven zijn immers kort, dus het bijsturen is ook snel mogelijk. Doen is natuurlijk er volledig voor staan; de docenten die lesgeven op het schip zijn een totaal andere omgeving gewend, maar gaan er volledig voor om de studenten hier op te leiden”. 4 Voormalig stoomschip DeRotterdam is sinds 2009 een opleidingslocatie van Zadkine i.s.m. het Albeda. Het begon als leerwerklandschap voor de opleidingen Kok en Gastheer/-vrouw, maar inmiddels lopen ook studenten van onder andere de afdeling Leisure stage op de boot.
leren denken durven doen
32 Alle leermiddelen van één vertrouwd adres! Van Dijk Educatie levert studieboeken en andere leermiddelen aan MBO studenten in heel Nederland. Ook Zadkine maakt gebruik van onze dienstverlening. Van het bestellen van studieboeken en digitaal lesmateriaal tot het innen van schoolkosten. Zadkine studenten kunnen alles op één plek regelen: www.vandijk.nl. Gemakkelijk, snel en betrouwbaar!
Postbus 23, 8260 AA Kampen
Biedt toekomst www.vandijk.nl