BEELDKWALITEITPLAN SLP OOST Titel tekst hier Datum DECEMBER 2010
Opdrachtgever:
Schiphol Logistics Park B.V. P/a Schiphol Area Development Company N.V. (SADC) Postbus 75700 1118 ZT Luchthaven Schiphol 020 - 20 666 40
[email protected] www.schiphollogistics.nl
Samenstelling en stedenbouwkundige supervisie:
BDP.khandekar Secr Runsinkbrink 1 2731 AG Benthuizen 079-3426728
[email protected] www.BDPkhandekar.com
INHOUD
Inleiding
5
Informatie m.b.t. het plangebied en het ontwerp
7
plangebied en ontwerp ontsluiting
Richtlijnen inzake beeldkwaliteit gebouwen
13
algemeen rooilijnen en bouwhoogte verbeelding van de rooilijnen kleuren, materialen en reclame
Richtlijnen inzake beeldkwaliteit kavelinrichting algemeen parkeren & loading dock area’s erfafscheiding en beveiliging
25
-4-
INLEIDING
Voorliggend document bevat beeldkwaliteitseisen zoals deze worden gesteld aan de inrichting van de uitgeefbare kavels en de gebouwontwerpen. Naast dit Beeldkwaliteitplan wordt door de gemeente nog getoetst aan de reguliere voorwaarden en documenten. Schiphol Logistics Park ligt ingeklemd tussen de snelweg A4, de provinciale weg N201, de Ringdijk en de Geniedijk. De nabijheid van Schiphol met zijn aanvliegroutes en de reservering voor de parallelle Kaagbaan heeft stringente restricties voor de bebouwing tot gevolg, zowel in hoogte als in bebouwbaar oppervlak. Het plangebied zal worden ontwikkeld tot een bedrijventerrein voor luchthaven gebonden logistieke bedrijven. De locatie is één van de beste in Nederland: net ten zuiden van Schiphol, bereikbaar via de A4 en de N201. Gezien de kwaliteitseisen die aan een dergelijke toplocatie kunnen worden gesteld en de geplande gefaseerde ontwikkeling van het terrein, is het van belang om de ambities en richtlijnen vast te leggen. Dit document is een contractstuk waarin de ruimtelijke en functionele eisen zijn vastgelegd waaraan de gebouwen en de bijhorende buitenruimtes moeten voldoen. De richtlijnen met betrekking tot de inrichting van de kavels en de positionering en architectuur van de bebouwing zijn in de navolgende hoofdstukken beschreven en geillustreerd. Daarmee vormt dit document het kader voor een hoogwaardige en duurzame ruimtelijke kwaliteit van de gebouwen; het bevat de regels voor de kwalitatieve uitwerking. Hierbij speelt tevens de supervisor een belangrijke rol. De supervisor begeleidt het ontwerpproces en toetst de bouwplannen voordat deze als bouwaanvraag worden ingediend. Daarbij beoordeeld de supervisor onder andere de hoofdlijnen van het ontwerp, de samenhang tussen de diverse bouwplannen, de relatie van de bouwplannen met de openbare ruimte, het kleur- en materiaalgebruik en de uitwerking van de overige richtlijnen die zijn vastgelegd in dit document.
-5-
INFORMATIE M.B.T. HET PLANGEBIED
RESERVERING PARALLELLE KAAGBAAN N 201 +
SLP WEST KR UI SW EG KWADRANT IV
SLP OOST IN
EG
III
GW
CH
EO
-8-
D PU
EG
O
N
NW
II
I
NA RI TA W EG
PLANGEBIED & ONTWERP
Het plangebied ligt direct ten zuiden van Schiphol en is optimaal aangesloten op het rijkswegennet (A4) en openbaar vervoer voorzieningen (Zuidtangent). De veiligheidseisen van Schiphol bepalen de bebouwingsgrenzen, de rooilijnen en de bouwhoogte. In het ontwerp is een reservering opgenomen voor een nieuwe start- en landingsbaan van Schiphol, de parallelle Kaagbaan. Door deze reservering wordt het gebied verdeeld in een westelijke en een oostelijk bouwveld van elk circa 25 hectare bebouwbaar oppervlak. Ontwerp Uitgangspunt van het stedenbouwkundig plan voor SLP is intensief ruimtegebruik met dientengevolge maximale bebouwingsdichtheid op het uitgeefbare terrein. Intensief ruimtegebruik wordt bereikt door het terrein en de gebouwen multifunctioneel te gebruiken. Concreet betekent dit parkeren onder de grond of op het dak, en kantoren of ruimtes voor research & development, testing en value added logistics bovenop logistieke hallen te bouwen, gezamenlijk gebruikmaken van manoeuvreerruimten bij shared loading docks enzovoort. Daarnaast wordt bebouwing bij voorkeur zoveel mogelijk aaneengeschakeld, waardoor het ontstaan van onbenutte restruimte wordt voorkomen. Het geheel resulteert in een efficiënte inrichting van het terrein, in een groene omgeving. Een belangrijke doelstelling bij de uitwerking van de richtlijnen die zijn opgenomen in dit beeldkwaliteitplan, is de herkenbaarheid en representativiteit van het gebied vanaf de hoofdontsluitingswegen. Parkmanagement De kwaliteit van Schiphol Logistics Park wordt onder meer door middel van parkmanagement gewaarborgd. Schoon, heel en veilig zijn daarbij leidende thema’s. Een vereniging van eigenaren zorgt voor de centrale aansturing om de inrichtingskwaliteit te behouden en het aanbod van diensten te waarborgen. Parkmanagement draagt zo bij aan een goed onderhouden en veilige vestigingsplaats voor bedrijven. Daarnaast kunnen bedrijven kosten besparen door middel van de gezamenlijke inkoop van producten en diensten. Het dienstenpakket van de parkmanagement vereniging van SLP is op te vragen via SADC. De gemeente is verantwoordelijk voor onderhoud en beheer van de openbare ruimte.
-9-
- 10 -
ONTSLUITING
Schiphol Logististics Park komt op één van de beste locaties van Nederland, grenzend aan Schiphol, midden in de randstad en pal langs de A4. Omdat SLP zal worden ontwikkeld tot een logistiek bedrijvenpark is optimale bereikbaarheid voor (vracht)verkeer essentieel. Bij de aanleg van de nieuwe N201+ zal tevens een (halve) aansluiting op de Naritaweg gerealiseerd worden, waardoor SLP een directe verbinding krijgt met de snelweg A4. In eerste instantie wordt SLP ontsloten vanaf het knooppunt Fokkerweg. Dankzij de verbreding van de huidige N201 (Kruisweg) naar tweemaal drie rijstroken, kan voorlopig in de behoeften worden voorzien. Ten behoeve van de bereikbaarheid en ontsluiting van de regio op langere termijn, is het Masterplan N 201+ vastgesteld. Dit voorziet onder andere in een nieuw tracé voor de N 201 ter plaatse van SLP. Onderdeel daarvan is een nieuwe aansluiting op de A4 ter hoogte van de Bennebroekerweg. Het nieuwe tracé loopt als een stroomweg door SLP. Doordat besloten is om de aansluiting van de Aalsmeerderweg op de Kruisweg op termijn af te sluiten, zal de Pudongweg niet alleen gebruikt worden door bestemmingsverkeer voor SLP. De Pudongweg zal tevens een ontsluitingsroute worden voor het zuidelijk gelegen Rijsenhout. Dit stelt andere eisen aan de inrichting van de weg, maar ook aan de begeleidende bebouwing. Deze bebouwing ligt immers niet aan een interne ontsluitingsweg maar aan een doorgaande route voor diverse gebruikers. De Pudongweg krijgt om deze reden een inrichting met meer kwaliteit dan vanuit de bedrijfsfunctie strikt noodzakelijk is. Ook de vormgeving van de begeleidende bebouwing zal de gewenste kwaliteit moeten ondersteunen. Aan de zuidkant van Amsterdam Airport Schiphol ligt tevens de opgave om een logistiek knooppunt te realiseren. Er wordt naar gestreefd om binnen dit knooppunt een ongehinderde vrachtbaan te realiseren van de eerste linie vrachtarealen naar de bedrijventerreinen (waaronder SLP) met een multi-modale ontsluiting van de bedrijventerreinen via weg, rail en water naar het achterland.
- 11 -
RICHTLIJNEN INZAKE BEELDKWALITEIT GEBOUWEN
kavel=> min. 15.000m2
opdeling bouwplan=> units min 2.500m2
Voorbeeldverkaveling SLP Oost
- 14 -
ALGEMEEN
Voorwaarde voor uitgifte is een compact bouwplan dat past binnen het ontwerpplan van SLP voor het hele terrein. Dit houdt in dat individuele gebouwen ondergeschikt zijn aan het geheel. De vormgeving van de individuele gebouwen moet tevens aansluiten bij de vormgeving van de gebouwen op de luchthaven Schiphol. Dit betekent dat er eisen worden gesteld aan materiaalgebruik, kleur en vormgeving. Verhouding bedrijfs- en kantooroppervlak Het brutovloeroppervlak van kantoren mag per bouwplan niet meer bedragen dan 20% van de totale vloeroppervlakte van het bouwplan, met een maximum van 3.500 m2 bvo kantoor. Tevens is bepaald dat het kantoorgedeelte van een bouwplan een functionele relatie dient te hebben met de bijbehorende bedrijfsruimte. Kantoorontwikkeling voor derden die uitsluitend kantoorruimte huren is niet aan de orde. In het bestemmingsplan zal de gemeente Haarlemmermeer de eisen die worden gesteld aan kantoorontwikkeling juridisch vastleggen. Bij hoge uitzondering kan er, indien gebleken is dat extra kantooroppervlak functioneel noodzakelijk is, met de Gemeente gesproken worden om vrijstelling te verlenen voor een vloeroppervlak per bouwplan tot maximaal 30% kantoor. Kavel- en bebouwingsoppervlak * Een kavel heeft een minimale omvang van 15.000 vierkante meter (1,5 ha); * Een gebouw heeft een minimale footprint van 10.000 vierkante meter; * Indien een bouwplan opgedeeld wordt in units, meet iedere unit minimaal 2.500 vierkante meter (footprint); * Aan de diepte van een gebouw worden vooraf geen eisen gesteld. De maatvoering van de bebouwing moet passen binnen het bouwkundig plan van SLP. Dit is ter beoordeling van de supervisor. Brandveiligheid Wat betreft brandbeveiliging wordt in eerste instantie verwezen naar de algemeen geldende voorschriften en richtlijnen. Ontwerpen van maatregelen moeten worden voorgelegd aan de bevoegde instanties, zoals de brandweer. Bereikbaarheid bij calamiteiten Behalve via de openbare weg dienen de kavels tevens ‘buitenom’ bereikbaar te zijn voor hulpdiensten. Hiervoor dient op uitgeefbaar gebied een zone met een breedte van minimaal 3,5 meter uitgevoerd te worden met grasbetonkeien, gemeten vanaf de insteeklijn van het talud langs de sloten. Bij de bepaling van het bebouwbaar gebied en de uiterste rooilijnen is hiermee rekening gehouden. De route moet altijd toegankelijk zijn voor hulpdiensten.
- 15 -
- 16 -
ROOILIJNEN EN BOUWHOOGTE TYPERING VAN DE ZONES
Zichtlocaties (roze) Vanwege het tracé van de N201+ is/wordt de westrand van de oostlob een zichtlocatie waar het terrein zich kan presenteren naar passanten en bezoekers. Om hier optimaal van te profiteren, zijn aanvullende eisen opgesteld voor de bebouwing en terreininrichting langs deze rand. De hoofddoelstelling voor deze rand is het creëren van een gezicht (visitekaartje) van SLP.
Zijde ringdijk (geel) Tussen de kleinschalige woonbebouwing langs de ringdijk en de grootschalige bedrijfsbebouwing van SLP-Oost wordt een groene zone ingericht. De uitwerking hiervan is nader te bepalen in onderling overleg tussen de gebiedsontwikkelaar, de Stichting Mainport en Groen en de Stuurgroep Groene As. Vanwege de nabijheid van de bestaande bebouwing worden aanvullende eisen gesteld aan de uitwerking van de gebouwen en de terreininrichting aan deze kant van SLP. Hierbij zijn twee hoofddoelstellingen gehanteerd: beperken van geluidshinder voor de woningen en aansluiten bij de schaal van de woningen door de bouwhoogte te beperken.
Overige (groen) Binnen de groen aangeduide zones mag de bebouwing vrijer gesitueerd worden; het blijft echter wel noodzakelijk om aandacht te besteden aan de vormgeving van het gebouw en de uitstraling naar de openbare ruimte.
- 17 -
Route 3,5 m t.b.v. hulpdiensten
Pudongweg
Naritaweg
- 18 -
Route 3,5 m t.b.v. hulpdiensten
ROOILIJNEN EN BOUWHOOGTE
Zichtlocaties (roze) * Ter voorkoming van een rommelig beeld is een zone vastgelegd met een breedte van 5 meter, waarin de gevel van de bebouwing gesitueerd moet worden. De bebouwing langs deze rand van SLP richt zich met een representatieve gevel naar de omgeving. * Perforatie van de gevels langs de externe rooilijn in de vorm van grote glasvlakken en/of vensters. * Expeditie en opslag dienen uit het directe zicht van de N201+ en/of de Kruisweg (huidige N201) gesitueerd te worden, achter de gevellijn. * De bouwhoogte is ter plaatse van deze rooilijn-zone minimaal 10 en maximaal 20 meter. Aanvullend voor zichtlocatie Kwadrant III: * Aangezien de gevel langs de rand een representatieve uitstraling moet krijgen, is het mogelijk dat de entrees naar de kantoren eveneens aan deze kant gesitueerd worden. Dan is het wenselijk dat deze zijde ook bereikbaar is voor auto’s. Daarom is een zone van 15 meter breed vrij gelaten vòòr de rooilijn. Deze zone kan ingericht worden met een weg (eenrichtingsverkeer), bezoekersparkeren en/of groen. Dit is tevens een route die toegankelijk dient te zijn voor hulpdiensten.
Zijde ringdijk (geel) * Route voor hulpdiensten vrij te houden (graskeien) langs de sloot. Breedte 3,5 meter. * Vanwege de nabijheid van de bestaande bebouwing langs de Ringvaart dient de bebouwing aan deze zijde een rustige / neutrale uitstraling te krijgen. * Bij de terreininrichting moet gestreefd worden naar een beperking van geluidshinder, zonodig dienen hiervoor aanvullende geluidswerende maatregelen getroffen te worden. Hierbij is eenheid / samenhang per kwadrant noodzakelijk. * De maximale bouwhoogte aan deze zijde is 12,5 meter. De zone waarin de hoogte beperkt is heeft een breedte van 15 meter. Daarachter mag de bebouwing hoger zijn (maximaal 20 meter).
Overig * Voor de overige zones geldt geen verplichte rooilijn. * Wanneer doorgaande routes langs de bebouwing leiden, dienen de gevels deze op een passende wijze te begeleiden (materiaalgebruik, gevelindeling, etc.) * Parkeren en expeditie mogen zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, mits deze op een zorgvuldige wijze worden opgenomen als onderdeel van het ontwerp. * Buitenopslag is niet toegestaan. * Hekwerken / erfafscheidingen dienen vorm te krijgen als integraal onderdeel van het gebouwontwerp.
- 19 -
Zichtlocaties
Oostrand oostlob (zijde Ringdijk)
- 20 -
VERBEELDING VAN DE ROOILIJNEN
- 21 -
Referentiebeelden kleuren en materialen
Referentiebeelden reclame
- 22 -
KLEUREN, MATERIALEN EN RECLAME
Bij een bedrijventerrein als SLP is het belangrijk om een evenwicht te vinden in functionele en esthetische doelstellingen. Daarnaast is ook de mate van samenhang tussen de verschillende gebruikers op het terrein van invloed op de uitstraling en herkenbaarheid van het terrein. Ook daarbij is het streven naar evenwicht tussen functionele en esthetische doelstellingen aan de orde. De verschillende bedrijven op het terrein willen afzonderlijk herkenbaar zijn (functionele doelstelling), zonder dat dit ten koste gaat van een samenhangend totaalbeeld (esthetische doelstelling). Met beide invalshoeken in gedachten zijn richtlijnen opgesteld voor het kleur- en materiaalgebruik en de reclame-uitingen. Binnen deze richtlijnen blijft voor de afzonderlijke bedrijven voldoende vrijheid om een eigen ‘gezicht’ aan hun bedrijf / gebouw te geven en kan tevens de samenhang van het totaalgebied gegarandeerd worden. Kleuren en materialen Gevels en erfafrasteringen kunnen uit de volgende materialen en kleuren worden samengesteld: * Metalen oppervlakken; * Houten oppervlakken: blank gelakt of onbehandeld; * Betonnen oppervlakken: naturel grijs of zandkleurig * Glazen oppervlakken: naturel of translucent. Als steunkleuren zijn wit en zwart toegestaan. Reclame In de welstandsnota (2004) is het gemeentelijk beleid en toetsingskader beschreven. Hieraan zal een bouwplan moeten voldoen. Aanvullend zijn specifiek voor SLP richtlijnen opgesteld die de samenhang en herkenbaarheid van het terrein versterken. De reclameborden / namen / logo’s van bedrijven of gebouwen dienen in samenhang met de gevelindeling te worden ontworpen. Deze zijn ondergeschikt aan het ontwerp van het gebouw en mogen niet worden uitgevoerd in felle kleuren of als neonreclame. Het is niet toegestaan om reclames en naamsaanduidingen boven de gevels of aan/op een hek te plaatsen. Het is wel mogelijk om naamsaanduiding op te nemen als onderdeel van de erfafscheiding wanneer deze in onderlinge samenhang ontworpen worden. Losse reclameborden op het dak, aan de erfafscheiding of in het maaiveld zijn niet toegestaan. De omvang van de reclame-uitingen en het kleurgebruik moet in samenhang met het gebouwontwerp bepaald worden.
- 23 -
RICHTLIJNEN INZAKE BEELDKWALITEIT KAVELINRICHTING
Referentiebeelden kavelinrichting
Referentiebeelden kavelinrichting
- 26 -
KAVELINRICHTING ALGEMEEN
Het uitgangspunt van het stedenbouwkundig plan voor SLP is intensief ruimtegebruik en maximale bebouwingsdichtheid op de kavels. Dubbel grondgebruik wordt hierbij gestimuleerd en parkeren moet op of onder de bebouwing gerealiseerd worden. Doordat SLP met name gericht is op logistieke bedrijven, zullen expeditieterreinen een belangrijk onderdeel vormen in het totaalbeeld. Op de plaatsen waar loading dock area’s grenzen aan de openbare ruimte is wel extra aandacht nodig voor de samenhang tussen voorterrein en gebouw en de wijze waarop het gebouw zich presenteert naar de openbare ruimte. Daarom zijn tevens richtlijnen opgesteld voor de erfafscheiding (het gebouw, terrein en de erfafscheiding dienen in onderlinge samenhang ontworpen te worden). De inrichting van de private terreinen wordt onderling, maar ook op de inrichting van het openbaar gebied afgestemd. Met name bij de entree van deze terreinen, waar openbaar en privé aan elkaar grenzen, zal een goede afstemming van materiaalgebruik en inrichtingsprincipes de kwaliteit van het ruimtelijk beeld ten goede komen.
Bij de kavelinrichting zijn binnen de kaders van het SLP-ontwerp de volgende terreininvullingen toegestaan: * Gebouwen, bijgebouwen en kantoorruimten (uitgezonderd bedrijfswoningen) die nodig zijn voor de bedrijfsvoering. Fietsenstallingen, portiersloges en technische installaties moeten in de gebouwen zijn opgenomen; * Gebouwen voor parkeervoorziening; * Verhardingen, groenvoorziening, water en hekwerken. Niet toegestaan zijn: * Vrijstaande fietsenstallingen; * Vrijstaande portiersloges; * Vrijstaande technische installaties. * Trailerparkeerplaatsen. NB Er dienen wel 4 parkeerplaatsen voor vrachtauto’s gecreëerd te worden per 10.000 m2 kaveloppervlak. Deze dienen zorgvuldig gesitueerd te worden en herkenbaar te zijn voor de chauffeurs; * Buitenopslag (opslag van materialen zichtbaar vanaf de openbare weg).
- 27 -
Loading dock area’s
Gebouwde parkeervoorzieningen;
garage ^ ^ parkeren op het dak
- 28 -
KAVELINRICHTING LOADING DOCK AREA’S & PARKEREN
Loading dock area’s kunnen worden uitgevoerd als een private court of een shared court. De loading dock area’s zijn uitsluitend bedoeld voor het overslaan van goederen, het manoeuvreren met en het parkeren van enkele vrachtwagens. Ze mogen worden overkluisd door bebouwing vanaf een hoogte van 7 meter ten opzichte van de loading dock area. Parkeren en manoeuvreren dient plaats te vinden op eigen terrein. Het parkeren van voertuigen op of langs de openbare weg is niet toegestaan. Parkeren van personenauto’s dient in of op een gebouwde voorziening plaats te vinden: * Parkeren in of onder de bebouwing, * Parkeren op het dak van gebouwen of * Parkeren in een gebouwde garage. * Op eigen terrein mogen parkeerplaatsen gerealiseerd worden voor leveranciers en bezoekers. Het aantal zo te realiseren parkeerplaatsen mag maximaal 10 per 10.000 m2 kavel zijn. Wanneer gekozen wordt voor een oplossing waarbij vrachtwagens het terrein op moeten draaien dan zal op eigen terrein voldoende ruimte vrij gemaakt te worden voor de benodigde manoeuvreerruimte. Hellingbanen en trappen voor het ontsluiten van parkeervoorzieningen moeten binnen de individuele kavels blijven. De parkeernorm voor personenauto’s is: * 1 parkeerplaats per 125m2 bruto vloeroppervlak voor value added logistics en cross dock activiteiten. * 1 parkeerplaats per 425m2 bruto vloeroppervlak voor hal (opslag). * 1 parkeerplaats per 50m2 bruto vloeroppervlak voor kantoorruimte. Voor de inrichting van de parkeervoorzieningen zelf gelden de gangbare richtlijnen en voorschriften. Vrachtwagens kunnen worden geparkeerd op de loading dock areas. Per 10.000 m2 kaveloppervlak dient men 4 parkeerplaatsen voor vrachtwagens te creëren. Daarnaast voorziet SLP in een overloopparkeerterrein. Binnen het ontwerp moet tevens ruimte gereserveerd worden voor de stalling van fietsen.
- 29 -
- 30 -
KAVELINRICHTING ERFAFSCHEIDING EN BEVEILIGING
Hekwerken en toegangsbeveiliging bij de private terreinen is toegestaan. Wanneer een erfafscheiding noodzakelijk is, dient deze vorm te krijgen in samenhang met de terreininrichting en als integraal onderdeel van het gebouwontwerp. Hierbij vormt de plaats en aansluiting van de toegang (poort) naar het terrein een belangrijk aandachtspunt, doordat voldoende ruimte gegeven moet worden aan wachtende vrachtauto’s. Wachtende vrachtauto’s mogen immers de doorstroming van het overige verkeer niet belemmeren. De positionering van het gebouw, de erfafscheiding en de poort dienen in samenhang ontworpen te worden. Om een te rommelig totaalbeeld te voorkomen dienen hekwerken gecoat te worden in de kleur RAL 7016 (antraciet). Hekwerken dienen geplaatst te worden op de erfgrens. Een uitzondering hierop wordt gevormd door de ‘buitenranden’, aangezien deze tevens toegankelijk moeten zijn voor hulpdiensten. Deze zone is reeds bestemd als niet bebouwbaar en zal uitgevoerd moeten worden met graskeien. De breedte van de zone is minimaal 3,5 meter. Niet alle erfgrenzen liggen aan het openbaar terrein. Voor de erfafscheiding op deze erfgrenzen kan met eenvoudiger oplossingen worden volstaan, zoals een traditioneel spijlenhekwerk. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een traditioneel hekwerk dient deze transparant uitgevoerd te worden en doorgevoerde, ronde spijlen en onzichtbare verbindingen te krijgen (zoals bijvoorbeeld het type Palissade van de firma B&G). Voor de beveiligingen gelden de volgende eisen: * de beveiligingsmaatregelen moeten op het eigen terrein worden toegepast; * hekwerken moeten binnen de bouwgrenzen gesitueerd worden en zijn 2,5 m hoog; * de vormgeving van de erfafscheiding is een integraal onderdeel van de ontwerpopgave. Dit is ter beoordeling van de supervisor; * toegangsbeveiliging door een beweegbaar hek of slagboom is toegestaan; * een eventuele portiersloge moet worden opgenomen in de bebouwing; * de loading docks moeten direct bereikbaar zijn voor hulpdiensten; * om te voorkomen dat beveiligingsmaatregelen opstopping geven op de openbare wegen moeten (vracht)auto’s op eigen terrein kunnen wachten op doorgang.
- 31 -
Titel tekst hier Datum