}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Onderzoek Oranjemuseum op Voorhout
Vrijdag 31 mei 2013
jaargang 7 nummer 316
€ 1,95
Economie Trendy vis eten bij Simonis
Actueel Opeens haast met Spuiforum
5
3
9
Beeldentuin vol Russen
Het Lange Voorhout is weer omgetoverd tot beeldentuin. Tot en met 27 oktober sieren sculpturen van 37 Russische kunstenaars de lommerrijke laan tussen de Kneuterdijk en het Eschermuseum. Een traditie die in 1998 begon met 46 beelden van beroemdheden als Rodin, Miro, Marini, Calder en Niki de Saint Phalle. In de loop der jaren groeide de jaarlijkse openluchtexpositie uit tot een evenement van landelijke allure. Die is er de laatste jaren een beetje vanaf. Den Haag Sculptuur is ingetogener geworden, kleiner van omvang, en is versnipperd over de stad. Zo is museum Beelden aan Zee in Scheveningen een belangrijke locatie geworden en vinden we nu ook presentaties in Wassenaar en bij het Crown Plaza Hotel. Prinses Beatrix opent de tentoonstelling volgende week woensdag officieel.> Foto: Pan Chen Ingezonden mededeling
4=2
U komt met 4 personen eten en maakt alle 4 gebruik van het 4 gangen 4 = 2 menu à € 57,50 per persoon. De twee gasten die u inviteert eten gratis met u mee. Kijk voor meer informatie op pagina 11
Laan van Hoornwijck 29 l Rijswijk l
[email protected] l 070 - 3072050
START VERKOOP LUXE KOOPAPPARTEMENTEN EN PENTHOUSES
IN HET HART VAN DEN HAAG
ZATERDAG 1 JUNI
START VERKOOP ZATERDAG 1 JUNI
www.savarin.nl De ontwikkeling Amadeus is in handen van Ontwikkelingsmaatschappij Kalvermarkt B.V., een samenwerking tussen Provast en ASR Vastgoed Ontwikkeling.
TIJD: 11.00-13.30 uur LOCATIE: Frisia Makelaars Javastraat 1a Den Haag
Verkoop- en verhuurinformatie: Frisia Makelaars (070) 342 01 01
WWW.AMADEUSDENHAAG.NL
2>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Nieuw ‘theaterhuis’ Nieuw plein voor Vredespaleis voor volwassenen Den Haag herontdekt icoon
leuker kunnen maken”. In ieder geval biedt Debets twee voorstellingen aan tegen een gereduceerde prijs. Of aan het Spui ook lessen kunnen worden gevolgd, is nog onzeker. “We hebben maar één repetitieruimte”, zegt Debets. “Maar als die leegstaat, mogen ze erin”. Volgens Ruifrok zijn er genoeg andere leslocaties in het centrum, zoals het Vrij Theater aan de Noordwal of bij Toneelgroep Randstad in de Lange Lombardstraat. Maar een ruimte huren bij het nieuwe Koorenhuis is ook een optie. Gek genoeg ziet de organisatie van het Haags Theaterhuis geen heil in een samenwerking met jeugdtheaterschool Rabarber. Ruifrok: “Er zijn wel gesprekken geweest, maar we bedienen toch andere doelgroepen: zij richten zich op kinderen en jongeren en wij op volwassenen”. Acht voormalige Koorenhuis-docenten die nu als freelancer aan de slag moeten, verzorgen het aanbod, dat onder meer bestaat uit de basiscursussen acteren, improvisatietechnieken en spelen op locatie. Naast cursussen aan particulieren willen de initiatiefnemers van het Haagse theaterhuis in de toekomst ook cursussen aanbieden aan bedrijven.
Door Casper Postmaa
Door Annerieke Simeone
Vijfentwintig jaar geleden gebeurde het wel eens dat een verdwaalde Japanse toerist zich liet fotograferen voor het Vredespaleis, maar daar bleef het dan bij. Soms maandenlang. Maar sinds Den Haag zichzelf steeds nadrukkelijker naar voren heeft geschoven als internationale stad van vrede en recht stroomt het publiek in busladingen toe. Want als Mladic, Milosevic of een andere boef naar Den Haag wordt overgevlogen, of er speelt internationaal een juridische kwestie, komt in menig buitenlands journaal al snel het Vredespaleis voorbij, al heeft het er niets mee te maken. En zo heeft Den Haag, dat zo snakt naar een icoon, er toch nog een gekregen. Dat het Vredespaleis al een eeuw bestaat, is in dat verband natuurlijk merkwaardig, maar het komt ook goed uit, want opnieuw zullen de camera’s inzoomen op het suikerwerk aan het Carnegieplein. De gemeente doet onderwijl alles om het herontdekte beeldmerk van de stad op te poetsen. Deze week werd een nieuwe stap gezet, wethouder Marjolein de Jong (D66, Internationale Instituten) opende het vernieuwde Carnegieplein, dat nu voor een groot deel verkeersluw is geworden waardoor touringcars niet langer het Vredespaleis aan het zicht onttrekken. Volgens de gemeente zal in 2015 ál het verkeer van het plein worden geweerd als ook de doorsteek van de Scheveningseweg naar de Laan van Meerdervoort zal verdwijnen. Het nieuwe plein is een ontwerp van landschapsarchitect Egbert Schuttert van Ingenieursbureau Den Haag. Voor het hek van het paleis plaatste
hij een rechthoekige tuin met daarin grassen en bloemen, aangevuld met agave cactussen die in een kas zullen overwinteren. Het plantsoen is ingekaderd door een granieten vredesbank waarop in alle talen van de bij het Internationale Gerechtshof aangesloten landen het woord vrede is ingelegd. “De kleur van de klinkers op het plein is dezelfde als die van de bakstenen van het Vredespaleis, de granieten bank heeft het grijs van het leistenen dak”, legt de ontwer-
Wethouder Marjolein de Jong van Cultuur geeft zaterdag 1 juni het startschot voor een nieuw cultureel initiatief: het Haags Theaterhuis, dat vanaf september cursussen gaat verzorgen voor volwassenen. Oud-docenten en oud-studenten van het Koorenhuis bedachten het plan, nadat hun cultureel centrum aan de Prinsegracht door bezuinigingen werd getroffen. Oud-cursist Ellen Ruifrok: “Er is al jarenlang een mooi programma voor mensen die iets willen doen met toneel. Toen duidelijk werd dat het Koorenhuis in afgeslankte vorm verder moest en volwasseneneducatie daar geen deel meer van zou uitmaken, hebben we de koppen bij elkaar gestoken en een businessplan geschreven”. Anders dan de naam van het nieuwe project doet vermoeden, is het Haags Theaterhuis geen alternatieve huisvesting, maar hebben de initiatiefnemers contact gezocht met diverse theaters, waaronder Theater aan het Spui. Directeur Cees Debets staat positief tegenover het plan. “Cursisten van het Koorenhuis kwamen hier al vaker over de vloer. Contact tussen cursisten en theatermakers vormt een belangrijk onderdeel van de cursus. Nu zijn we met elkaar in gesprek over het nieuwe concept en denken we na hoe we het programma nog
Gyömörei geen lijsttrekker SP
Sharewire wint Zilveren Ooievaar
Het bestuur van de Socialistische Partij wil niet dat de huidige fractievoorzitter in de gemeenteraad, Ingrid Gyömörei, opnieuw lijsttrekker wordt. Het bestuur vindt het tijd worden voor een ander gezicht en kiest voor het huidige SP-raadslid Bart van Kent als de nieuwe nummer één op de lijst. In maart van het volgend jaar worden de verkiezingen voor de gemeenteraad gehouden. Ingrid Gyömörei was in 2006 en 2010 lijsttrekker voor de SP in Den Haag. Tegenover deze krant verklaarde zij dit voorjaar dat ze opnieuw lijsttrekker wilde worden. Deze wens komt echter tot haar teleurstelling niet uit.
Wethouder Marjolein de Jong (D66) bekijkt de vredesbank samen met mr. S. van Hoogstraten, algemeen directeur van de Carnegie Stichting. >Foto: Valerie Kuypers
Het ICT-bedrijf Sharewire is de winnaar van de Zilveren Ooievaar 2013. De Haagse prijs voor uitzonderlijk ondernemerschap en verdiensten werd voor de 26ste keer uitgereikt tijdens het jaarlijkse Ondernemersplein. Het bedrijf, dat websites en mobiele applicaties bouwt, ontving de onderscheiding ter waarde van 5.000 euro uit handen van wethouder en juryvoorzitter Henk Kool (PvdA, Economie). De jury roemt de innovatieve apps en de manier waarop de winnaar voortdurend zoekt naar een meerwaarde voor klanten. Kool: “Sharewire heeft de ambitie om nummer één te worden in de groeiende markt van mobiele ap-
per uit. “zo ontstaat een gevoel van eenheid”. Schuttert verschoof en draaide ook het monument voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog, dat op het Carnegieplein staat. “We hebben het monument in de zichtas van het Vredespaleis geplaatst en het 180 graden gedraaid. De bezoekers van het monument klaagden erover dat ze op de herdenking op 4 mei om acht uur tegen de zon in kijken. Daar moet je als ontwerper rekening mee houden”.
plicaties en sites. Dat is goed voor de werkgelegenheid in onze stad. Sharewire is binnen een jaar van 10 naar 35 medewerkers gegroeid. Daar kan Den Haag trots op zijn”. Het bedrijf past volgens de jury goed bij Den Haag, dat met KPN, T-Mobile, Siemens en Ziggo steeds meer ‘een echte telecomstad’ wordt. Sharewire is geen onbekende voor de gemeente; beide zijn partner in The Hague Mobile Academy. Begin dit jaar is het opleidingscentrum gestart voor afgestudeerd technisch talent dat zich wil specialiseren in het ontwerpen van apps en andere mobiele toepassingen. De eerste pilotopdracht, de studentenapp WeHague,
Kick-off Haags Theaterhuis, Koorenhuis, 18.45 uur. De cursussen van het Haags Theaterhuis starten op 9 september.
Rode Dorp even open De bouwhekken van het Rode Dorp aan de Hoefkade 62 in Den Haag gaan zaterdag 1 juni tijdens de Dag van de Bouw even open voor het publiek. De dag is onderdeel van de imagocampagne ‘De Bouw maakt het’ die werkgeversvereniging Bouwend Nederland samen met haar leden voert.
werd vorige maand gelanceerd. Sharewire ontwikkelde daarnaast onder meer een app voor Pathé-bioscopen waarmee bezoekers het filmaanbod kunnen volgen en tickets kunnen reserveren. Ook over de andere genomineerden voor de Zilveren Ooievaar, Atlantic Haring & Zeevisgroothandel en Kalisvaart Technisch Beheer, was de jury lovend. Visimporteur Atlantic werd in 1989 opgericht door twee Turkse broers. Zij hebben ongeveer vijftig werknemers uit alle geledingen van de samenleving in dienst. Hun aandacht voor scholing en ambacht wordt door
Het Rode Dorp kan bezocht worden tussen 11.00 en 14.00 uur. Het Rode Dorp stond op de nominatie om gesloopt te worden. Maar eigenaar Staedion heeft besloten de huizen te renoveren en te bestemmen voor studenten. Die mochten meepraten over het project.
de jury geprezen. Technisch installateur Kalisvaart viel op vanwege de duurzaamheid. Het bedrijf levert energiezuinige installaties die zelf CO2-neutrale warmte opwekken met de verbranding van afvalhout. Daarnaast werkt Kalisvaart samen met ROC Mondriaan om probleemjongeren op te leiden tot monteur. Het grond-, weg- en waterbouwbedrijf Meeuwisse Nederland won de prijs vorig jaar. Samen met de 24 andere voorgaande winnaars ontving Meeuwisse voor de uitreiking een plaquette met de tekst ‘Winnaar Zilveren Ooievaar’ als blijvende herinnering aan de onderscheiding.
Ingezonden mededeling
22
Tong Tong
mei t/m
Feest!
02 juni 2013 sinds
1959
Bezoek de jubilerende Tong Tong Fair, winnaar van de Haagse Pluim 2012.
55e editie Malieveld, Den Haag – www.tongtongfair.nl
3
actueel<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Plan voor Oranjemuseum aan Voorhout
Bots directeur Koorenhuis
Het huidige gebouw van de Hoge Raad is mogelijk de locatie voor een Oranjemuseum. Een particulier initiatief hiervoor dat de werktitel ‘Dutch Royal Palace’ draagt, koppelt de geschiedenis van de familie Van Oranje aan de hedendaagse Nederlandse mode en design.
Gert Jan Bots, de huidige manager Kunsten van het Koorenhuis, wordt de nieuwe directeur en statutair bestuurder van het Koorenhuis. De precieze ingangsdatum van zijn aanstelling wordt binnenkort nog in overleg met de Raad van Toezicht bepaald. Tot die tijd blijft Maurits Haenen aan als interim-directeur. Bots zal de nieuwe opzet van het Koorenhuis, waarbij wordt gewerkt met een netwerk van kunstdocenten, en de lesproducten en projecten voor het onderwijs in Den Haag verder vormgeven. De afgeslankte organisatie van het Koorenhuis start met het nieuwe seizoen. Voor het Koorenhuis was Bots, opgeleid als musicus en bedrijfseconoom, onder meer werkzaam bij de provincie Zuid-Holland.
Door Jasper Gramsma
Het plan voor het ‘Dutch Royal Palace’ is afkomstig van de onafhankelijke curator Nicole Uniquole. Op dit moment is zij bezig met een haalbaarheidsonderzoek dat door de gemeente wordt gefinancierd. Het onderzoek is erop gericht om een museum van nationale betekenis te realiseren waarmee het een toeristische icoon voor de stad kan worden. Met de zoektocht naar een locatie begint het plan vorm te krijgen. De curator heeft haar oog laten vallen op Huis Huguetan aan het Lange Voorhout 34 als geschikte plek voor het museum. Nu is op dat adres de Hoge Raad gevestigd, maar die verhuist naar het Smidsplein. Als de nieuwbouw aldaar eind 2015 gereed is, staat het historische stadspaleis leeg. Vooralsnog is er geen nieuwe bestemming voor gevonden. Het gerucht dat het ministerie van Algemene Zaken zijn intrek zou nemen in het stadspaleis, wordt door het ministerie zelf ontkend. De curator heeft al verschillende locaties onderzocht, maar ze wil niet zeggen welke. Het Huis Huguetan komt wat haar betreft tot nu toe het meest in aanmerking voor een museum over de historie van de familie Van Oranje. “Niet elk pand op het Voorhout is geschikt voor een museum als dit. Het mooie is dat hier de aanwezigheid van de Oranjes voelbaar is”, zegt Uniquole, verwijzend naar de vorstelijke voorgeschiedenis van het pand uit 1734. Het gebouw naar ontwerp van Daniël Marot wordt beschouwd als één van de mooiste van de stad. Koning Willem I woonde er vanaf zijn aankomst in Nederland in 1813 tot de voltooiing van de renovatie van Paleis Noordeinde
Wim Kok naar Defensie Het stadspaleis is ooit gebouwd in opdracht van de rijke bankiersdochter en naamgeefster Adriana Margaretha Huguetan. > Foto: Pan Chen
twee jaar later. Daarna bleven de kroonprins en zijn vrouw Anna Paulowna er wonen tot ook hun paleis aan de Kneuterdijk klaar was. De relatie die met het museum wordt gelegd tussen het koningshuis en de hedendaagse Nederlandse mode- en designwereld, komt voort uit de liefde van de Oranjes voor ambachtelijk vakmanschap. Het idee voor deze permanente tentoonstelling ontstond vorig jaar toen Uniquole de tijdelijke expositie ‘Dutch Design – Huis van Oranje’ inrichtte in het OostDuitse Oranienbaum. Het gelijknamige zeventiende-eeuwse slot werd gebouwd in opdracht van de Haagse prinses Henriette Catharina van Nassau. Zij liet het paleis en de tuinen naar Nederlands voorbeeld bouwen en maakte gebruik van de beste Hollandse ambachtslieden
voor bijvoorbeeld het goudleerbehang en de Delftsblauwe tegels. Dat gegeven was voor de curator de inspiratie om het vakmanschap van nu aan de geschiedenis van de Oranjes te verbinden. “Die combinatie past volledig in het tijdsbeeld. We hebben een internationaal vorstenhuis en Nederland doet het erg goed op het gebied van design”, licht Uniquole toe. Het koninklijke profiel van de Hofstad houdt de politieke gemoederen al decennia bezig. Raadslid Martijn Bordewijk van D66 opperde begin deze maand nog om een deel van Paleis Noordeinde en de Koninklijke Stallen open te stellen. De partij ziet in de troonswisseling aanleiding om Den Haag nadrukkelijker als ‘Koninklijke Stad’ op de kaart te zetten. Met de eventuele komst van een Oranje-
museum zou bovendien een langgekoesterde wens van de VVD in vervulling gaan. Al eerder gingen er stemmen op voor een dergelijk museum, waarbij onder meer het gebouw van de Amerikaanse ambassade als locatie ter sprake kwam. Een plan voor het Paleis Lange Voorhout leidde er eind jaren negentig zelfs toe dat de Nana-figuur van kunstenares Niki de St. Phalle het veld moest ruimen. De toenmalige VVD-wethouder van Cultuur, Louise Engering, vond dat het kleurrijke en metershoge beeld voor het paleis het uitzicht bedierf voor een Oranjemuseum. Destijds is het echter bij plannen gebleven. Of dit museum daadwerkelijk kan worden verwezenlijkt, blijft onzeker zolang het haalbaarheidsonderzoek van Uniquole loopt. Eind 2013 hoopt ze het onderzoek te hebben afgerond.
Aankoop World Forum stagneert De aankoop van het failliete World Forum (Congresgebouw) door de gemeente Den Haag stagneert. De onderhandelingen tussen PvdA-wethouder Henk Kool van Economische Zaken en de Utrechtse curator mevrouw mr. A. van der Schee verlopen uiterst moeizaam. Verantwoordelijk wethouder Kool heeft daarom meer tijd nodig om tot een eventuele aankoop te komen. Hij heeft de vertraging deze week gemeld aan de gemeenteraad. Mocht overname niet haalbaar blijken, dan wordt een veiling overwogen. Eerder dit jaar stemde de gemeenteraad in met het voornemen van Kool om 25 miljoen euro uit te trekken voor de aankoop en renovatie van het World Forum. Het gebouw is verouderd en vertoont veel achterstallig onderhoud. Op de internationale congresmarkt speelt Den Haag geen rol meer van betekenis. Er is de gemeente veel aan gelegen het World Forum opnieuw in handen te krijgen. Er zijn zelfs al ontwerpen gemaakt voor aanpassing en uitbreiding, onder meer bij de enorme luifel aan de voorkant. Het gaat Kool niet alleen om de reputatie van Den Haag als congresstad, maar ook om de ‘spin-off ’: congresgangers brengen veel geld naar de stad, doordat zij hier slapen, eten, taxi’s benutten, musea bezoeken en allerhande aankopen doen. De beoogde aankoop wekte eerder dit jaar de nodige verbazing. Eerder werd het complex juist door de gemeente
aan een particuliere partij verkocht, omdat Den Haag er jaarlijks vele miljoenen op verloor. Om die transactie voor elkaar te krijgen kreeg de kopende partij TCN toestemming om de Statenhal af te breken en de grond met nieuwbouw erop te verkopen. Daarnaast werd aan TCN geld gegeven voor noodzakelijke renovatie. Van de uiteindelijke wederopleving van het World Forum is niets terechtgekomen. De afbraak van de Statenhal leidde er bovendien toe dat na ruim een kwart eeuw het North Sea Jazz Festival uit Den Haag verdween. Kool probeert deze blunder uit het verleden nu te herstellen. Zonder een functionerend World Forum beschikt de regeringsstad niet over een congrescentrum en dat wil de wethouder voorkomen. Inmiddels wordt steeds duidelijker wat voor een krachttoer het zal worden om het verouderde congresgebouw weer een serieuze rol te laten spelen. Organisatoren van congressen hebben thans nauwelijks belangstelling voor Den Haag. Zij geven de voorkeur aan congrescentra meteen naast een vliegveld of juist midden in het centrum van een grote stad. In zijn televisieprogramma ‘Frits’ op RTV West betoogde Frits Huffnagel, de voorganger op Economische Zaken, tijdens een interview met Kool dat het toch veel meer voor de hand zou liggen om een nieuw congresgebouw in relatie met de theaterzalen aan het Spui te realiseren in plaats van louter een nieuw
theatercomplex. Overigens heeft de gemeente ruim tien jaar geleden ook al een ruimtelijke studie naar dit idee gedaan. Kool gaf in het interview aan dat de situatie wat hem betreft niet zo simpel is.
Minnelijk Volgens wethouder Kool is het nog steeds de bedoeling dat hij er met de curator op minnelijke wijze uitkomt. Maar mocht deze route onbegaanbaar blijken, dan zet de gemeente andere wapens in. Hiertoe zijn nu al de eerste formele stappen gezet. ‘Het alternatief is dat de gemeente gebruikmaakt van haar eerste recht van hypotheek en overgaat tot parate executie waaraan uitvoering wordt gegeven door middel van een executoriale veiling’, schrijft wethouder Kool aan de gemeenteraad. ‘Hoewel het nog niet zo ver is, moeten nu reeds voorbereidingen getroffen worden om gebruik te kunnen maken van dit recht om binnen de termijn te blijven die de curator daarvoor heeft gesteld’. Vooralsnog wil het gemeentebestuur de mogelijkheid tot veiling achter de hand houden. De wethouder schrijft dat indien het tot een veiling komt, dit uiterlijk op 5 juli van dit jaar gaat gebeuren. Wil die dag een rechtsgeldige veiling gehouden kunnen worden, dan moet daarvan op 29 mei melding zijn gedaan bij de desbetreffende autoriteiten. En op 1 juni moet er in twee belangrijke dagbladen een advertentie staan over de voorgenomen veiling.
‘Het college heeft inmiddels de noodzakelijke stappen genomen’, aldus Kool in een brief aan de gemeenteraad. De curator was niet bereikbaar voor commentaar.
Wim Kok, directeur Communicatie bij de gemeente Den Haag, gaat vanaf 15 september werken bij Defensie, als directeur Communicatie bij de Bestuursstaf. Hij volgt daarmee drs. Joop Veen op, die sinds 1 januari 2013 vanuit de Algemene Bestuursdienst Interim is aangesteld als programmamanager Nationaal Comité 200 jaar Koninkrijk. Wim Kok heeft vier jaar bij de gemeente Den Haag gewerkt. Daarvoor werkte hij als hoofd voorlichting en communicatie bij de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding.
Start bouw Montessori Wethouder Ingrid van Engelshoven (Onderwijs & Dienstverlening) heeft deze week het bouwbord van de Montessorischool Waalsdorp onthuld. Hiermee markeerde de wethouder de start van de nieuwbouw van deze school. In de Montessorischool is ruimte voor een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. Verder komt er een gymzaal in de nieuwbouw. De nieuwe Montessorischool is een ontwerp van het Rotterdamse architectenbureau de Zwarte Hond. Het pand wordt gebouwd door aannemersbedrijf Stout uit Hardinxveld-Giessendam. De werkzaamheden nemen ongeveer een jaar in beslag. Gedurende deze tijd zijn de leerlingen van de school ondergebracht in een gebouw op het terrein van het Aloysius College.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
stadsmens
‘Ik spreek niet van tweedehands maar van tweedekans boeken’ “De boekhandel”, zegt Hans Spit halverwege het gesprek, “is mijn lust en mijn leven”. Alsof we dat al niet hadden begrepen. De hartstocht voor het vak klinkt in elke zin door wanneer hij vertelt over zijn 40-jarige carrière. Die loopbaan speelde zich voor het grootste deel af op het Noordeinde en op de Denneweg. Sinds enige tijd heeft hij zijn werkplek op de Pletterijkade. In de ‘070 Watt recycling shop’ runt hij, te midden van tweedehands meubels, kleding, gasfornuizen, koelkasten, speelgoed en fietsen, zijn eigen boekenhoek. De omgeving mag dan verschillen van de vorige locaties, bij Hans Spit bleven twee eigenschappen onveranderd: zijn liefde voor het vak en zijn gevoel voor kwaliteit. “De meeste boeken zijn afkomstig uit inboedels”, vertelt Spit, tot mei 2011 mede-eigenaar van de literaire boekhandel Buddenbrooks op het Noordeinde. “Soms worden ze hier met kast en al gebracht. Ik maak dan een selectie. Mijn opzet is voor deze boeken een nieuw leven te vinden. Daarom spreek ik niet van tweedehánds, maar van tweedekáns boeken”. Overigens bleef hij na sluiting van Buddenbrooks doorgaan met de literaire
Boekhandelaar Hans Spit zetelt sinds kort op de Pletterijkade. >Foto: Eveline van Egdom
salons. Vorig jaar hield hij die vier keer in het veilinghuis Van Stockum. Op 30 juni gebeurt dat ‘als proef’ in het Letterkundig Museum. Dan is onder anderen Kees Ruys te gast die ‘Alles is voor even’ schreef, de biografie over Aya Zikken. “Hij wordt geïnterviewd door redacteur Peter de Rijk van uitgeverij
In de Knipscheer”, vertelt Spit. Zijn dochter, die in ‘070 Watt’ de ‘Urban Sushi Shop’ heeft, maakte hem attent op de mogelijkheid daar iets te beginnen. “Ze vertelde dat zij er steeds boeken zag binnenkomen, maar dat er naar haar idee weinig mee werd gedaan. Of het iets voor mij zou zijn?”
Ingezonden mededeling
Het Residentie Orkest raakt. In alle tijden. Dorian Cooke Fagottiste
Korting tot 50%. Koop nu uw abonnement!
Geniet van een prachtig muzikaal seizoen. Neem een serieabonnement. • De beste stoelen in de zaal • Gratis voorprogramma met onder andere Maartje van Weegen, Hans van den Boom en Roland Kieft (vrijdagavond en zondagmiddag) • Met korting kaarten bestellen voor extra concerten • Ruilservice Voor elke muziekliefhebber is iets te vinden: meeslepende meesterwerken, hedendaagse muziek, theatrale programma’s en concerten met een knipoog. Dr Anton Philipszaal, Den Haag 070 88 00 333
residentieorkest.nl
De beslissing was snel genomen toen Spit het niveau van de boeken zag. “Er zit vaak prachtige literatuur bij en veel geschiedenis”, zegt hij. Daarnaast heeft Spit in ‘070 Watt’ de rubrieken Engels, Duits en Frans. Hij begon zijn loopbaan 40 jaar geleden in Haarlem en kwam in februari 1978 in dienst van de literaire boekhandel Ulysses op de Denneweg. Na 22 jaar werd de zaak verkocht. De nieuwe eigenaar redde het echter niet. In november 2000 begon Spit samen met Lex Huis Buddenbrooks op het Noordeinde. “Ooit door velen de mooiste boekhandel van Nederland genoemd”, klinkt het trots. “Het was een soort huiskamer met een leestafel. Buddenbrooks was net geopend toen er een man binnenkwam die onmiddellijk ging telefoneren om mensen te vertellen hoe mooi hij de zaak vond. Het bleek Raymond Benders te zijn van het W.F. Hermans Instituut”. Aanvankelijk zat de boekhandel op nummer 111 op het Noordeinde, vier jaar later op nummer 160. Na tien jaar hield Buddenbrooks op te bestaan. Spit: “Dat was heel triest, maar onontkoombaar. Wij hadden de tijd tegen en we zijn net iets te laat begonnen met de internetverkoop”.
Hij vond al snel een andere vorm om met zijn vak bezig te zijn. In het najaar van 2011 raakte hij betrokken bij het literaire tijdschrift Extaze. “Dat is zeer de moeite waard. En niet alleen vanwege de inhoud, het is ook belangrijk dat zo’n blad in Den Haag kan bestaan. Bovendien geef je jonge talenten een kans”. Extaze verschijnt vier keer per jaar en er zijn geregeld presentaties in Pulchri. “De laatste was gewijd aan Couperus. De Mesdagzaal zat meer dan vol”, zegt Spit, die ook meewerkt aan de literaire brunches ‘In Dienst van het Woord’. Die werden aanvankelijk gehouden in de Regentenkamer, nu in museum Meermanno. “Ik verzorg de literaire agenda en vertel wat er te doen is op de culturele en literaire podia”. Zijn leven blijft dus gevuld met zijn grote passie. Een opgewekte Hans Spit: “Ik heb mijn boekenhoek, de literaire salons en ik adviseer nog vroegere klanten. Na 22 jaar ken je elkaar goed. Ze vertrouwen me als ik zeg dat een boek de moeite waard is”. Joke Korving ‘070 Watt recycling shop’, Pletterijkade 15-28
5
actueel<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
College vreest Spuiforum als inzet bij verkiezingen Het college van B & W heeft haast met het Spuiforum. Volgend jaar zijn er verkiezingen en de coalitiepartijen willen niet dat het omstreden supertheater daarin een rol gaat spelen. Dus moet voor de zomer het besluit vallen. Maar kan dat wel, beslissen over een budget, terwijl architect Neutelings nog niet eens klaar is met tekenen? En voor wie is dat theater eigenlijk? De feiten op een rij. Door Jan van der Ven
PvdA-wethouder Marnix Norder liet er geen gras over groeien. Direct nadat een meerderheid van de gemeenteraad vorig jaar november had ingestemd met het voornemen voor de bouw van het Spuiforum, zette de wethouder ambtenaren aan het werk om de plannen als de wiedeweerga uit te werken. Het tempo lag hoog, want Norder wilde geen tijd verspillen. Want hoe eerder de gemeenteraad een oordeel uitspreekt over de noodzakelijke kredietaanvraag, hoe liever het hem is. Het ontwikkelen van het 181 miljoen euro kostende plan liep gesmeerd. Dat bleek wel uit een brief die het college enkele weken geleden naar de gemeenteraad stuurde. Daarin staat dat alle noodzakelijke documenten binnenkort beschikbaar zijn, zodat al voor de zomer een besluit over de kredietaanvraag kan worden genomen. ‘Wij willen u zo snel mogelijk van alle stukken voorzien om reeds voor de zomer een besluit te kunnen nemen over de kredietaanvraag Spuiforum”, staat in de brief. Het hoge tempo heeft tot gevolg dat het besluit over de noodzakelijke kredietaanvraag niet in september, zoals aanvankelijk was voorzien, wordt genomen, maar al voor de zomervakantie dus. De haast van de betrokken wethouders (Marnix Norder als bouwer en D66’er Marjolein de Jong als cultuurwethouder) is verklaarbaar. De beide wethouders vrezen dat indien de herbevestiging van het omstreden plan na de zomer plaatsvindt, het Spuiforum een speelbal wordt tijdens de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen van maart volgend jaar. Er hoeft dan maar iemand een stevige spaak in het wiel te steken en het bouwplan kan sneuvelen, zeker wanneer partijen nerveuzer worden voor de naderende verkiezingen. De PvdA-wethouder maakte dat vier jaar geleden al eens mee. Toen ontwikkelde hij het zeer ambitieuze plan voor de bouw van een cruiseterminal in Scheveningen. Dit voornemen leidde tot een heftige verkiezingscampagne die zich concentreerde op de cruiseterminal. Norder, niet gewend te wijken voor andere geluiden, hield vast aan de komst van de cruiseterminal. Alles werd uit de kast gehaald om zijn doel te verwezenlijken. Maar uiteindelijk trok coalitiegenoot VVD uit vrees voor een stembusnederlaag de stekker uit de voornemens en een beteuterde Norder moest toezien hoe de terminal van het toneel verdween. Haast Een soortgelijke tegenslag rond het Spuiforum moet voorkomen worden, vandaar de haast die de wethouder aan de dag legt om al voor de zomervakantie een herbevestiging te laten nemen door de gemeenteraad. Norder laat zich een tweede prestigeproject niet afnemen, zeker niet nadat hij als gevolg van de bouwcrisis zoveel andere grote projecten in de mist zag verdwijnen, zoals het M-gebouw voor het Centraal Station. De PvdA’er heeft zich intern daarom als eerstverantwoordelijke gepre-
senteerd, ook al stuitte dit op verzet van partijleider Jeltje van Nieuwenhoven die het afbreukrisico voor Norder te groot vindt. Het staat op dit moment niet vast of een meerderheid van de gemeenteraad akkoord gaat met de kredietverlening zodat in feite het besluit voor het Spuiforum onomkeerbaar wordt. Daarvoor was de meerderheid in november te broos. Dat geldt in het bijzonder voor de fractie van Norders eigen PvdA. Aanvankelijk telde de fractie vier tot vijf twijfelaars, die zich niet herkenden in het Spuiforum omdat het forum werd gex-
zich de komende weken vooral vastbijten in de vraag of er inmiddels voldoende draagvlak is voor het Spuiforum. In november werd gesteld dat er een stevig draagvlak voor het Spuiforum moet zijn in Den Haag. Die eis moet zich onder meer vertalen in een zwart op wit vastgelegde brede programmering. Zodat ook de gewone Hagenaar de weg gaat vinden naar de nieuwe cultuurtempel aan het Spui voor een avondje popmuziek. Het college neemt op die eis al een voorschot. In de brief die de gemeenteraad onlangs ontving staat over de vervangende ruimte die wordt gezocht voor
bezoekers van wie het merendeel de beschikking heeft over gratis kaarten, zo ziet de werkelijkheid er steeds vaker uit. Om het draagvlak te vergroten trekken de D66-wethouders De Jong en Van Engelshoven inmiddels door de stad, op zoek naar die gewone Hagenaar. Zij moeten tevens de diepe kloof zien te dichten die is ontstaan tussen de voor- en tegenstanders van het Spuiforum. De meningen zijn nog steeds diep verdeeld, van een draagvlak is nog steeds geen sprake. Tegenstanders krijgen van de voorstanders het verwijt dat zij met hun opstelling het belang van de stad Den Haag ver-
Inmiddels is duidelijk dat de grote zaal van het Spuiforum er in werkelijkheid anders zal uitzien. > Artists Impression: Neutelings Riedijk Architects
zien als een wel erg blank cultureel bolwerk in een stad die inmiddels voor de helft uit niet-Nederlanders bestaat. De twijfelaars lieten zich echter afkopen met 11 miljoen euro voor allerlei mooie projecten in de Schilderswijk die Norder zomaar uit de hoge hoed toverde. Het bleek achteraf echter grotendeels om geld te gaan dat al eerder was beloofd, maar in een nieuw jasje werd gestoken. Uiteindelijk bleef er in de fractie één twijfelaar over die zich niet liet overhalen voor het Spuiforum te stemmen, Gerard Verspuij. Hij stemde tegen omdat hij, zo stelde hij, anders de gewone Hagenaar niet meer onder ogen durft te komen. De twijfelaars in de PvdA-fractie zullen
de gebruikers van het Lucent Danstheater en de Dr Anton Philipszaal die moeten worden gesloopt: ‘De culturele instellingen worden hiermee in staat gesteld hun huidige publiek te behouden. De publiekscijfers van de instellingen aan het Spuiplein laten de afgelopen jaren een stijgende lijn zien. Dit is bereikt door een brede programmering. Deze lijn wil het college vasthouden, ook omdat hiermee de basis wordt gelegd voor een gezonde bedrijfsvoering van het Spuiforum’. De optimistische kijk van de gemeente op de bezoekersaantallen komt echter niet altijd overeen met de werkelijkheid. Bijna lege zalen, zalen half gevuld met
kwanselen. Inmiddels hebben ruim 7.600 mensen hun handtekening gezet onder het manifest Spuiforum? Krankjorum! Daarin wordt gepleit voor een renovatie van de Dr Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater. Worstelen De coalitiepartijen blijven intussen worstelen met de vraag voor wie dat Spuiforum eigenlijk bestemd is. De nieuwe leider van de VVD, wethouder Boudewijn Revis, is daar eigenlijk het duidelijkst over. Hij verklaarde onlangs op een bijeenkomst van de jongerenorganisatie van de VVD, de JOVD, het volgende: “We geloven als VVD in cultureel onderne-
merschap. Maar wanneer we er als gemeente iets aan doen, is dat niet uit idealisme. Het gaat ons dan vooral om de economische invalshoek. Bedrijven kiezen voor een vestigingsplaats omdat hun werknemers er graag willen wonen. Dat geldt zeker voor internationale instellingen wanneer die voor Den Haag kiezen. De werknemers van die instellingen hoeven geen Nederlands te spreken, want het culturele aanbod is internationaal. Dat geldt ook voor een van de gebruikers van het Spuiforum, zoals het Nationaal Dans Theater. Hun aanwezigheid is voor velen belangrijk, ook al gaan ze er niet eens naartoe”. De keuze van de VVD is helder: Den Haag heeft als internationaal georiënteerde stad gewoon een Spuiforum nodig. Tegenover de VVD staat de fractie van de PvdA. Voorstanders in de fractie van de komst van het Spuiforum wijzen erop dat een stad met meer dan 500.000 inwoners een Spuiforum nodig heeft. De lokale bouwvakker kan ervan profiteren door het bouwproject in stukken te knippen, zodat het project niet internationaal aanbesteed hoeft te worden. Zodoende kan tegemoetgekomen worden aan de eis van de socialistische fractie dat lokale (kleine) ondernemers ook een graantje kunnen meepikken van de bouw van het Spuiforum. De pleitbezorgers in de PvdAfractie voegen eraan toe dat het centrum van de stad, na het nieuwe stadhuis, de tramtunnel, de herinrichting van de Grote Markt en de diverse grote bouwprojecten, pas echt af is met de komst van het Spuiforum. En over de maximale kosten van 181 miljoen euro wordt intussen niet meer zo heel erg zenuwachtig gedaan, omdat inmiddels bekend is geworden dat Den Haag er financieel riant voor staat met een meevaller van 115 miljoen euro. Draagvlak Maar wat blijft wringen bij de socialisten is het vereiste draagvlak onder de gehele Haagse bevolking. De verkramptheid in de PvdA heeft vooral te maken met het feit dat niet openlijk toegegeven kan worden dat het Spuiforum eigenlijk alleen bestemd is voor het cultuurminnend blanke (internationaal georiënteerde) deel van de Haagse bevolking. Die verkramptheid werd begin april weer eens duidelijk. Op woensdag 9 april was PvdAwethouder Norder te gast op een bijeenkomst op één van de hoogste etages van het Strijkijzer, die geheel in het teken stond van het gekleurd ondernemerschap in Den Haag. Onder de vele tientallen ondernemers bevonden zich louter gekleurde Nederlanders. Norder kwam die middag te spreken over cultuur en het gekleurd ondernemerschap. Hij sprak in dit verband over de pogingen die het stadsbestuur doet om van traditionele cultuurinstellingen een bijdrage te vragen aan de gekleurde stad. Hij zei in dit verband: “De vraag is: hoe zorgen we ervoor dat instellingen op gebied van cultuur namens alle Hagenaars spreken? Daar spreken we ze op aan, zoals het Haags Historisch Museum. We vragen het Haags Historisch meer exposities voor andere bevolkingsgroepen te organiseren”. Wat opviel was dat de PvdA-wethouder tegenover de gekleurde ondernemers in alle talen zweeg over het Spuiforum. Diezelfde avond wond D66-wethouder Marjolein de Jong er in ieder geval geen doekjes om. Op een partijbijeenkomst in café De SuperMarkt sprak de wethouder tegenover haar achterban een lofzang uit over de noodzaak voor de bouw van het Spuiforum. Ze hoefde zich niet zoals de PvdA in allerlei bochten te wringen toen ze zei dat nieuwbouw ook nodig is voor een stad met 35.000 expats.
6>Varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
terugblik
foto’s uit het haags gemeentearchief
De ATAM, overal paraat In 1928 verleende de gemeente Den Haag vergunning voor de oprichting van de Algemene Automobiel en Taxi Maatschappij (ATAM). De ATAM kreeg bijna direct landelijke bekendheid toen een auto van het merk DelaHaye van het bedrijf bijna het water bij de Nieuwe Uitleg inreed. Op 2 juni 1928 stond deze foto zelfs in het Zondagsblad der Leeuwarder Courant tussen foto’s van gebeurtenissen in Brno, Amsterdam en Utrecht. De ATAM had in die tijd drie vestigingen:
Mooie auto’s met ernaast chauffeurs in pak die goed geklede, flanerende voorbijgangers en theaterbezoekers hun diensten aanboden aan de Waldorpstraat, de Leeghwaterstraat en aan de 1e van der Kunstraat. Het taxibedrijf kende twee afdelingen met daarbij behorend personeel en wagenpark. Er waren een gewone taxi-afdeling en een luxe verhuurafdeling, beide met een eigen telefoonnummer. Toen er half augustus 1930 een staking uitbrak onder de gewone taxichauffeurs, stond het hele taxibedrijf stil. Het lukte deze stakers
echter niet om ook de collega’s van de luxe verhuurauto’s over te halen om mee te staken. In 1932 adverteerde de ATAM met kreten als ‘Sedert mei sterk verlaagd crisistarief en toch punctuele service, modern wagenpark, geselecteerd personeel, officieel geijkte taxi’s, passagiers verzekerd en overal standplaatsen’. Het ging het bedrijf kennelijk voor de wind, want de paginagrote kleurenadvertentie in het telefoonboek is net als in 1929 en 1931 ontworpen door kunstenaar Piet van der Hem. Het Kurhaus, de Pier, de Ridderzaal en theatergebouwen zijn in deze advertenties op treffende wijze door hem vastgelegd, net als de mooie auto’s met ernaast chauffeurs in pak die goed geklede, flanerende voorbijgangers en theaterbezoekers hun diensten aanboden. Van der Hem vestigde zich in 1918 definitief in Den Haag en werkte uitsluitend in opdracht. Van der Hems talent en het belang dat hij zelf aan een goede gelijkenis hechtte, maakten hem in die tijd tot een succesvolle societyportrettist. Het was dus niet verwonderlijk dat de ATAM hem deze opdrachten gunde. Toch moest ook de ATAM bezuinigen en pas in 1936 en 1937 werd er weer paginagroot geadverteerd, zij het in zwartwit. De ontwerpen waren ditmaal van de hand van de Voorburgse kunstenaar Piet Heldoorn. Heldoorn was grafisch en typografisch ontwerper, aquarellist, docent en musicus. In 1937 ging het bergafwaarts met de ATAM. Op 20 mei van dat
Delahaye, huurauto van ATAM bijna te water, 1 juni 1928.
jaar vond een buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders plaats, waarbij het voorstel tot liquidatie van de vennootschap werd aangehouden. Het faillissement kon worden voorkomen door naast de inzet van taxi’s ook een garage te beginnen. Men stootte panden af en alleen in de Waldorpstraat bleef de ATAM actief. In 1950 kwam hier nog het agentschap voor Citroën bij. Hiermee redde het bedrijf het tot 1953. De ATAM vierde toen het 25-jarig bestaan. Helaas ging het taxibedrijf nog geen
jaar later alsnog failliet. Men weet het faillissement aan interne moeilijkheden tussen de besturen in de ondernemingen. Aan deze moeilijkheden lagen echter de teruglopende inkomsten ten grondslag. Het taxibedrijf verdween, maar het agentschap en de naam ATAM bleven bestaan. De naam werd gewijzigd in N.V. Algemene Automaatschappij ATAM. Naast de verkoop van Citroëns verhuurde men ook auto’s met of zonder chauffeur en bood men stalling voor auto’s aan. In de jaren 70 startte
de verkoop van gebruikte auto’s. Door deze constructie kon het bedrijf in 1978 onder de naam ATAM toch het 50-jarig bestaan vieren. In 1987 veranderde de naam, vooruitlopend op een complete overname door Citroën, langzaam van ATAM BV Citroëndealer in Le Vélo Autobedrijf en in 1989 was de naam ATAM geheel verdwenen. Nicolette Faber-Wittenberg www.gemeentearchief.nl
Ingezonden mededeling
Ontdek Brasserie Brut Bubbles & Bites; een brasserie op zijn Haags ! Chefkok Sido de Brabander staat aan het roer in het nieuwe restaurant van Crowne Plaza Den Haag – Promenade. Geniet van een breed assortiment Bubbles in combinatie met diverse Bites. De bites bieden u de gelegenheid om 6 of 7 kleine gerechten te proeven en te combineren met glazen Bubbles uit alle windstreken! Uiteraard kunt u bij ons ook terecht voor een snelle lunch of gezellige borrel!
Salade met geitenkaas, rucolapesto en notendressing (4 personen) Ingredienten: 4 stuks
C
M
Pesto: 125 gr 40 gr 50 gr 100 ml 50 ml Zout/peper
Y
CM
MY
CY
CMY
Zomerse BBQ bij Restaurant Pearl!
crottin de chavignol(geitenkaasje) gemengde sla gedroogde tomaten macadamia noten gezouten rucola parmezaanse kaas pijnboompitjes zonnebloemolie olijfolie
Dressing: ½ st 1 dl 1 dl 0.3 dl 160 gr 0.3 dl
eidooier olijfolie notenolie (hazelnoot of walnoot) sherryazijn frambozenazijn appelsap Honing & Mosterd
Bereidingswijze:
K
Als het zomerse weer het toelaat barbecueën de koks van Restaurant Pearl onder leiding van executive chef Edwin van den Heijkant in de openlucht. Liefhebbers van Black Angus steak of duurzame vis zijn bij Pearl aan het juiste adres voor de meest verrukkelijkste ‘off the grill’ smaaksensaties.
Een heerlijke salade voor de zomeravonden of als frisse maaltijdsalade voor de lunch!
Vanaf 4 juni serveren we iedere dag bij mooi weer:
De salade: Maak een mooie salade, beginnend met de sla, daarop de tomaatjes en de macadamianootjes verdeeld (aantal naar keuze). Vervolgens dient de crottin op een bord met bakpapier even in de over gezet te worden, 8 minuten op 160 gr C. De salade kan dan afgemaakt worden met de notendressing, de pesto en als laatste de warme geitenkaas. U kunt de salade uiteraard uitbreiden met bijvoorbeeld komkommer, verse tomaat, gepofte paprika, pijnboompitje of croutons. Een glas witte wijn hoort er uiteraard ook bij!
Driegangen Chef’s Menu van de Grill | €35,00 per persoon
Reserveer via 070 710 7025 RestaurantPearl | PearlDenHaag Zeestraat 35 | 2518 AA Den Haag | www.restaurantpearl.nl
De pesto: Draai in de keukenmachine als eerst een pesto van alle ingredienten, voor de pesto. Alle ingredienten kunnen tegelijkertijd in de machine. Vervolgens kan de pesto op smaak worden gebracht met peper en zout. De dressing: dressing, doe de dooier, mosterd de azijnen en de appelsap in een keukenmachine of in een mengkom en maak de dressing met een staafmixer. Giet vervolgens langzaam de beiden olieen erbij, tot de dressing begint te binden. Maak de dressing af op smaak met de honing, peper en zout.
7
regio<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Wassenaar en Voorschoten: gezamenlijke visie op Jeugdhulp Door Gilles Boeuf
WASSENAAR - Voorschoten en Wassenaar zoeken naar een mogelijkheid om de bestaande Centra voor Jeugd en Gezin gezamenlijk nieuw leven in te blazen. Deze week besprak de gemeenteraad van Wassenaar de eerste aanzet tot een gezamenlijke visie. Vanaf 1 januari 2015 valt de Jeugdzorg onder verantwoordelijkheid van de gemeenten. Gemeenten verzetten momenteel veel werk om de hele keten aan Jeugdhulp in kaart te brengen en tot een werkbaar geheel te maken. Terwijl de Jeugdzorg nog onontgonnen terrein is voor de gemeente, is het geheel aan opvoedingsproblematiek en jeugdbeleid in een nieuwe fase beland. Een fase waarin het noodzakelijk wordt de ver-
schillende terreinen in het jeugdbeleid aan elkaar te koppelen. Niet alleen de Jeugdzorg zal onder de verantwoordelijkheid van gemeenten vallen maar ook de jeugdreclassering, de jeugdbescherming, de jeugd-GGZ en de zorg voor licht verstandelijk beperkte jongeren. Per 1 januari 2015 zullen veel gemeenten trachten ook één fysiek loket te creëren waar de maatschappelijke instanties die deze gemeentelijke taken uitvoeren onder één dak zitten. Wassenaar en Voorschoten willen daartoe de bestaande Centra voor Jeugd en Gezin ‘doorontwikkelen’. In Wassenaar huist het Centrum voor Jeugd en Gezin, een destijds door minister Rouvoet ingestelde adviesinstantie, in raadhuis De Paauw. Een hoogdrempelige locatie die bovendien niet altijd bemand
is. Gebleken is dan ook dat weinig gezinnen aankloppen voor opvoedingsondersteuning. Wil het Centrum inderdaad een spilfunctie krijgen, dan is het noodzakelijk een nieuwe locatie in gebruik te nemen. Reeds in januari 2012 is in het raadsprogramma opgenomen dat het Centrum voor Jeugd en Gezin moet worden verplaatst naar het Heeckerenhuis.
Doelstellingen Terwijl de gesprekken met alle maatschappelijke instanties die met jeugd te maken hebben nog in volle gang zijn, staat er nog geen verhuizing op de agenda. Wel zijn de doelstellingen geformuleerd die de Centra in Wassenaar en Voorschoten moeten helpen zichzelf opnieuw vorm te geven vanuit de gewenste éénloketfunc-
tie. Een belangrijke doelstelling is de preventie, en dus vroege signalering van problemen binnen gezinnen. Om dat te bereiken zijn goede contacten met huisartsen, het onderwijs, de kinderopvang en welzijnsorganisaties van belang. Daarnaast is het creëren van een helder registratiesysteem noodzakelijk waarvan alle instanties die met een gezin te maken krijgen, gebruik kunnen maken. Het Centrum voor Jeugd en Gezin zou daarbij de rol van coördinator kunnen vervullen. De achterliggende gedachte bij het formuleren van de doelstellingen is dat het Centrum per gezin één plan maakt. Andere instanties, zoals een school, werken mee aan dit ene, integrale plan. De éénloketgedachte moet ook in het werk zelf tot uiting komen.
Open dagen kunstcentrum TRIAS en cursusaanbod online
RIJSWIJK - Kinderen en jongeren kunnen zaterdag 1 juni gratis proeflessen volgen op de open dag van kunsteducatiecentrum Trias in Rijswijk. Naast de proeflessen op het gebied van muziek, dans, beeldende kunst, theater en nieuwe media zijn er optredens van leerlingen en docenten. Dit jaar houdt Stichting Trias op vrijdag 31 mei tevens een open avond alleen voor volwassenen. Het educatiecentrum dat recentelijk opgelucht ademhaalde toen de korting op de subsidie niet doorging, heeft zijn nieuwe cursusprogramma nu online gezet. Drummen, piano leren spelen, keyboard of gitaar, het aanbod oogt zeer uitgebreid, met naast de ‘gewone’ cursussen nog vele muzikale activiteiten voor kinderen en jongeren. Van ‘muziek op schoot’ tot ‘Yo!Music’. Kinderen kunnen zich opgeven om mee te werken aan de musical ‘Romeo en Julia’ of deel uitmaken van een muzikale wereldreis. Ook op de andere cursusgebieden is het aanbod groot en divers. Klassiek ballet, peuterdans, hiphop of streetdance – voor volwassenen en kinderen is er veel keuze. Stichting Trias geeft naast cursussen op het gebied van kunst en cultuur ook kunsteducatielessen op scholen. Recentelijk ontving Trias een subsidie van het Landelijk Fonds voor Cultuurparticipatie voor het geven van
Leerlingen laten van zich horen tijdens de open dagen. >Foto: Harrie Nijland
deze lessen. Scholen kunnen daartoe programma’s samenstellen in samenspraak met Trias. Project In 2011 is Trias ook nog van start ge-
gaan met het project ‘Ik ben Muziek’ (IBM). Vanuit de gedachte dat er ‘in ieder mens muziek zit’ krijgen leerlingen van vier basisscholen uit Rijswijk wekelijks op school of bij Trias muziekles. Op 15 juni volgt hier het ‘Ik ben Mu-
De Groene Basis: dertig jaar natuurbeleving voor kinderen LEIDSCHENDAM-VOORBURG Stichting De Groene Basis, een groep vrijwilligers die natuur- en milieueducatie verzorgt voor basisscholen, bestaat deze week dertig jaar. De stichting wordt door het stopzetten van de subsidie in haar voortbestaan bedreigd, maar redt zich dankzij nog meer inzet van vrijwilligers. Sinds 1963 bestond in Leidschendam de Plantsoenwacht, een groep vrijwilligers die met kinderen de plantsoenen schoonhield. Vanaf 1982 werd begonnen met schoolexcursies naar de gemeentekwekerij en Heempark Rusthout. De excursies werden voor-
namelijk gegeven door ambtenaren van de plantsoendienst. Toen de belangstelling van de scholen toenam, kwamen daar ook vrijwilligers bij. Inmiddels draait de stichting louter op vrijwilligers, maar het doel is nog steeds om kinderen op zo jong mogelijke leeftijd in contact te brengen met de natuur. De excursies werden tot 2011 georganiseerd door de gemeente maar verzorgd door de vrijwilligers van De Groene Basis. De gemeente kondigde in 2011 echter bezuinigingen aan en stootte de excursies af. Nu was het aan De Groene Basis om de coördinatie van de excursies op zich te nemen. Vrijwilligster van het eerste
uur Corry van Leeuwen beet zich erin vast en maakte een rooster voor de aangevraagde excursies. De werkwijze veranderde maar de belangstelling van de scholen niet; er zijn in 2013 meer excursies – 150 – dan ooit aangevraagd. De excursies voor de basisschoolleerlingen vormen een samenhangend programma, per jaar afgestemd op de leeftijd van de kinderen. De jongste groepen kunnen kennismaken met de dieren van kinderboerderij Essesteijn. Voor oudere leerlingen zijn er herfstwandelingen, slootonderzoeken en excursies vogels kijken.
ziek Festival’, een avond met optredens in de Rijswijkse Schouwburg. Voor de open dagen is het niet nodig om zich aan te melden. Voor meer informatie: www.stichting-trias.nl
Programma voor Ludens is rond LEIDSCHENDAM-VOORBURG - De programmering van theater Ludens, voortgekomen uit de fusie van theater De Tobbe en theater Camuz, staat deze week online. Het eerste seizoen van het nieuwe theater trapt in september af met cabaret van Dolf Jansen. In diezelfde maand staan er onder andere een lunchconcert geprogrammeerd, jazz van Michiel Borstlap, muziek van het Ensemble Otradan en folkloristische muziek uit Rusland en de Oekraïne. Cabaret, jeugdtheater, wereldmuziek, klassieke muziek, films en toneel zijn op de website terug te vinden als aanbod voor het komende seizoen. Voor meer informatie en reserveringen: www.theaterludens.nl
verreck
Hockey
Hoe volkser een balsport, hoe inniger de relatie met de bal. Bij van oudsher elitaire sporten als tennis, hockey, golf en polo bevinden zich rackets, sticks, clubs en stokken tussen mens en speeltuig. En rugby dan? Toch ook een studentensport. Ach, in de landen van herkomst storten zware jongens uit alle klassen zich erop. Met als gevolg een eivormig speelobject, wellicht ooit in de hectiek van een scrum uit een gewone bal geboetseerd. Gedachten te over tijdens een wandeling op de Waalsdorpervlakte. Over het fietspad naar het monument doe ik nu hooguit tien minuten. Het is geen 4 mei, er is een andere missie. Is de hoog opstaande duinenrand die je op de vlakte aan je rechterhand ziet de andere zijde van de klif die hoog boven de Roggewoning aan de Landscheidingsweg torent? Natuurlijk! Ik heb het nu zelf kunnen constateren. Van beneden waaien geluiden van een hockeyfeest. Er klinkt een vrolijk lied waarin een matig toonvast meisje haar liefde voor haar sport bezingt: ‘Ik hou van hockey!’ Aanvankelijk denk ik dat het hier om karaoke gaat, maar bij thuiskomst blijkt via YouTube dat ik het originele lied heb gehoord. De zangeres is een corporale vrijwilligster, met bijbehorende tongval, het resultaat is gek genoeg van een blij makende charme. Het liedje is een oorwurm, met als gevolg dat ik op de raarste momenten van de dag opeens keihard ‘Ik hou van hockey’ loop te zingen. Terwijl mijn liefde voor deze sport helemaal niet zo groot is. Ook al ging ik school op het VCL, mijn liefde geldt het voetbal. Hockey was een tweedimensionale sport met veel ingewikkelde en onheuse regels. Kwam er een bal keihard tegen je schenen, lag je te kronkelen op de grond, kreeg je een vrije trap tegen! Pardon, vrije slag. En dat ongelukkig kromgebogen lopen, ach ach, wat werd de almacht van de zwaartekracht in deze sport compromisloos geaccepteerd. Veel later heb ik ingezien dat de afstandelijkheid van het spel, in ieder geval tussen de spelers, en de strenge innovatieve rol van de arbitrage ervoor hebben gezorgd dat er tijdens hockeywedstrijden geen voetbalachtige slachtpartijen plaatsvinden. Met de afstandelijkheid tussen de hockeyers onderling valt het wel mee. Het meisje uit het lied ontwaakt tussen ‘Pieter en Roderick’, maar dan zoekt haar blik onmiddellijk de enige stick die ze werkelijk begeert. Zij houdt van hockey. En ik nu ook. Iets meer. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Shariadriehoek of nuance
De Pier in Scheveningen. > Foto: Pan Chen
Vereniging voor iedereen die de Pier wil redden Scheveningen had vroeger de grandeur van een mondaine badplaats, waar iedereen, van hoog tot laag, plaatselijke bevolking en toeristen uit binnen- en buitenland, kwam genieten. Wat blijft er van die badplaats over? In heel Europa heerst economische crisis. Dagjesmensen en toeristen hebben minder te besteden en bedrijven hebben minder geld om te investeren. Het Kurhaus verkeert in zwaar weer. En de Pier is failliet en wordt na de zomer door de curator geveild. De gemeente Den Haag heeft geen geld om de Pier te redden, maar wil ondernemers met een goed idee wel helpen. Hoezo echter weer ondernemers? Ondanks het feit dat winstgevende exploitatie van de Pier kennelijk niet mogelijk is. Het is Exploitatie Maatschappij Scheveningen (Zwolsman) niet gelukt. Het is Bouwbedrijf Bredero niet gelukt. En het is Van der Valk niet gelukt, nadat deze de Pier voor slechts één gulden had gekocht. Toch dreigt de Pier wéér in handen te komen van een commerciële partij, een investeerder. Die zal er – en dat is logisch – optimaal winst mee willen maken. Waarom zou dit deze keer, en dan uitgerekend in de huidige economische malaise, wél lukken? De geschiedenis dreigt zich opnieuw te herhalen, en dát, terwijl het weliswaar niet om een monument gaat, maar wel om cultureel erfgoed, dat bovendien van groot economisch belang is.
Crowdfunding Te denken valt aan een notaris, een makelaar, een bouwkundige, een financieel en een fiscaal deskundige, iemand die een website kan maken en ook weet hoe crowdfunding werkt, een communicatiedeskundige, bekende Nederlanders, bekende Hagenaars, en de media. Misschien ook kan, met medewerking van de curator en van de autoriteiten, een media-event op de Pier worden geproduceerd dat aan de nodige fondsenwerving kan bijdragen. Resteert de vraag wat voor activiteiten op de Pier kunnen worden ontplooid om de exploitatie ervan kostendekkend te doen zijn. Een restaurant, museum- of expositieruimte, ruimte voor concerten of podiumkunsten zoals toneel en cabaret? Er valt vast en zeker nog veel meer te verzinnen, maar ook dit zou door deskundigen op allerlei gebied goed moeten worden beoordeeld. Het zou mooi zijn als allen die deze aanpak als wellicht een mogelijkheid zien en er tijd aan kunnen en willen besteden, de handen ineenslaan. Wie weet waar dát dan toe leidt. Wie neemt het initiatief? Robert A. Kiek
Den Haag. Uit de jaarlijkse Haagse stadsenquête, waarbij bijna 10.000 mensen telefonisch of via internet worden ondervraagd, blijkt namelijk dat er sinds 2007 veranderingen zijn opgetreden onder moslims in Den Haag. Die zouden erop kunnen wijzen dat de islamitische geloofsgemeenschap orthodoxer wordt. Zo is de frequentie van bezoek aan een gebedshuis bij Marokkaanse moslims gestegen. In 2007 bezocht 38% van de Marokkaanse moslims in Den Haag wekelijks of vaker een moskee. In 2012 was dat 46%. Dit in tegenstelling tot andere groepen waarbij de bezoekfrequentie ongeveer gelijk bleef of sterk afnam. Deze trend kan verschillende oorzaken hebben, waaronder het orthodoxer worden van moslims. Een andere zaak die aan de orde komt in de stadsenquête, is de mate van tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit en gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Wat betreft beide domeinen is de tolerantie onder moslims in Den Haag een stuk achteruitgegaan ten opzichte van 2007. Terwijl christenen en niet-gelovigen gemiddeld juist toleranter zijn geworden. Deze signalen zijn kleine aanwijzingen dat de moslimgemeenschap in Den Haag orthodoxer wordt. Als dat zo is, wil dat nog niet zeggen dat zij per definitie hun leefregels aan anderen opleggen. Maar de kans bestaat wel. De sociale druk op anderen kan dan toenemen om ook volgens orthodoxe regels te leven en daarmee komt de vrijheid van het individu onder druk te staan. En dat zou zorgelijk zijn. In de afgelopen week zijn deze zorgen weggewuifd met cijfers waaruit een afgenomen criminaliteit blijkt in de wijk. Maar dat is te gemakkelijk en doet geen recht aan de genoemde signalen. Want er zijn wel degelijk aanwijzingen voor sociale druk en het opleggen van leefregels on-
der moslims in de Schilderswijk. Die bestaan echter uit individuele verhalen en zijn niet op onderzoek gebaseerd. Wat is er op dit moment nodig? Allereerst moet worden onderzocht of er daadwerkelijk sprake is van een toename van orthodoxie onder de moslimgemeenschap en of dit leidt tot een verhoogde sociale druk en het opleggen van leefregels aan anderen. Daarbij moet ook aan de orde komen welke motieven hieraan ten grondslag liggen. De rol van uitsluiting moet daarbij worden meegenomen. In 2012 werd 18% van de Marokkaanse en Turkse Hagenaars wel eens geweigerd in uitgaansgelegenheden tegenover 5% van de Nederlandse Hagenaars. Bovendien is het aantal meldingen van weigering bij uitgaansgelegenheden sterk gestegen sinds 2007. En er is meer van dit soort uitsluiting, ook op de arbeidsmarkt. Dat zou ertoe kunnen leiden dat gemeenschappen naar binnen gekeerd raken en orthodoxer worden. Als na onderzoek blijkt dat leefregels worden opgelegd, moeten allereerst zelforganisaties in de wijken worden ondersteund om van binnenuit met de gemeenschappen de dialoog aan te gaan over de vrijheid van het individu. Er zal uitgebreid gesproken moeten worden over het recht van mensen om te kunnen zijn wie zij willen zijn en het recht om te verschillen van elkaar, in uiterlijk en in leefstijl. De grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, gelijke rechten van man en vrouw en de gelijke behandeling van homo’s en hetero’s, moeten bij die dialoog centraal staan. Want in een open samenleving geldt niet het recht van de sterkste, maar de sterkte van het recht. Inge Vianen Raadslid GroenLinks Den Haag
De Wouwermanstraat, onderdeel van de zogenaamde shariadriehoek.>Foto: C&R
Haagse Harry
© Marnix Rueb
Contributie Misschien is niet op winst gerichte maar alleen kostendekkende exploitatie wél mogelijk. Daartoe zou een vereniging kunnen worden opgericht die de Pier wil redden. Die vereniging heet dan bijvoorbeeld ‘Vereniging de Scheveningse Pier’ (VSP). Iedereen die wil helpen de Pier te redden, om nostalgische, zakelijke of welke andere redenen ook, kan lid worden: burgers, ondernemingen, organisaties, maar bijvoorbeeld ook de gemeente Den Haag. De jaarlijkse contributie bedraagt dan bijvoorbeeld € 20,–, of op basis van vrijwilligheid een veelvoud daarvan. Denkbaar is trouwens dat de vereniging voor haar goede doel ook schenkingen zal ontvangen. Alle contributies, eventuele schenkingen, subsidies en andere bedragen zullen de eerste keer moeten worden overgemaakt naar de notaris die voor de oprichting van de vereniging zorgt. Hopelijk zal de vereniging met zo veel enthousiasme worden begroet, dat zij op die manier voldoende financiële middelen verwerft om de Pier op de veiling te kopen. Lukt dat niet, dan wordt de vereniging ontbonden en zal de notaris de ontvangen bedragen aan iedereen terugbetalen (als het niet anders kan: na aftrek van een aandeel in de door de vereniging gemaakte kosten,
maar die zullen hopelijk, als zich de nodige vrijwilligers opwerpen, heel beperkt zijn). Natuurlijk zal het heil, de relatief grote bedragen, vooral moeten komen van het lidmaatschap van kapitaalkrachtige partijen. Die zullen naarmate ze meer aan de vereniging bijdragen daarin meer zeggenschap willen hebben. Dat is niet onredelijk, en is eenvoudig te realiseren. Bijvoorbeeld als volgt: in de ledenvergaderingen zal ieder lid een aantal stemmen hebben dat, afgerond naar beneden, gelijk is aan het laatste betaalde contributiebedrag gedeeld door (bijvoorbeeld) 20. In dit voorbeeld heeft dan wie € 20,– contributie heeft betaald één stem, wie € 1.000,– heeft betaald vijftig stemmen, enzovoort. De vereniging kan aan haar leden al naar gelang de betaalde contributie privileges toekennen. Betaling van de enkelvoudige contributie kan bijvoorbeeld recht geven om met twee personen tweemaal per jaar gratis de Pier te bezoeken. Grotere bedragen kunnen bijvoorbeeld het recht geven om (tegen betaling) op de Pier reclame te maken. Misschien komen zo voldoende enthousiasme en saamhorigheidsgevoel tot stand om het nodige kapitaal te vergaren. Misschien kan ook crowdfinancing daarbij een middel zijn. Maar absoluut vereiste voor succes zal hoe dan ook zijn dat zich vrijwilligers opwerpen die bereid zijn om belangeloos een bijdrage te leveren aan een haalbaarheidsonderzoek en aan, zo mogelijk, verwezenlijking van de opzet.
Vorige week ontstond er grote commotie over de door Trouw tot ‘shariadriehoek’ gebombardeerde buurt in de Haagse Schilderswijk. De politie zou er niet meer de baas zijn en de wetten van de sharia zouden er gelden. Het is jammer, dat er door deze overdrijving geen ruimte lijkt te zijn voor nuance. Van sharia is namelijk geen sprake. Wat er in de Schilderswijk gebeurt, is op geen enkele manier te vergelijken met de situatie die ik zelf heb ervaren toen ik een aantal jaren geleden voor de VN werkte in een shariagebied in Indonesië. Bovendien herkent de politie het beeld niet. Maar het artikel raakt wel degelijk een gevoelig punt. Namelijk dat van een mogelijk buitenissige sociale controle en het opleggen van de eigen leefregels aan anderen door orthodoxe moslims. Het is de vraag of dit daadwerkelijk zo is, en zo ja, wat er dan moet gebeuren. De buurt waarvan in Trouw melding wordt gemaakt, is onderdeel van Schilderswijk-Oost waar ongeveer 7.500 mensen wonen. 55% van de kinderen in de buurt groeit op in een huishouden met een inkomen tot 110% van het sociaal minimum. 80% van de woningen valt er in de sociale huursector. Van de 114 buurten in Den Haag staat de Schilderswijk-Oost op de vierde plaats als het gaat om achterstand. De mensen die in het gebied wonen, zijn daar al relatief lang. 28% van hen heeft een Marokkaanse achtergrond, 26% is Turks, 21% is Surinaams of Antilliaans en 6% heeft een Nederlandse achtergrond. 19% heeft andere roots. Dit alles zegt echter helemaal niets over het in toenemende mate opleggen van de eigen normen aan anderen. Geluiden zoals die in Trouw naar voren komen, zijn moeilijk in cijfers te vatten. Wel kan er iets worden gezegd over een mogelijke trend van orthodoxer worden van moslims in
9
economie<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Catch by Simonis:
Amerika aan de haven Allie Simonis bezocht voor zijn nieuwste aanwinst, Catch by Simonis, diverse restaurants in New York en Las Vegas en kwam met een berg aan inspiratie terug. Het restaurant dat op 10 juni wordt geopend aan de Dr. Lelykade 43, is niet zo over de top als die van zijn Amerikaanse collega’s, maar is wel een stuk chiquer dan we van de visboer gewend zijn. Door Annerieke Simeone
Een paar jaar geleden deed Allie Simonis (56) een eerste poging om zijn visimperium naar een hoger plan te tillen. Na vier succesvolle horecazaken rondom het strand, de haven en in de stad, alle ongedwongen en laagdrempelig van aard, wilde de visspecialist nu wel eens zijn waar aan de man brengen in een chiquere zaak. In eerste instantie in samenwerking met The Harbour Club aan de Tweede Haven. Maar dat liep niet geheel volgens plan. “Ach, in elk huwelijk gaat er wel eens wat mis”, reageert Simonis laconiek. De zakenman met felblauwe ogen en een makkelijk zittende trui kijkt ontspannen voor zich uit. “Soms ga je verder, soms neem je in goed overleg afscheid van elkaar. En dat laatste was het geval”. Simonis bleef echter vasthouden aan zijn idee. “Ik had de smaak te pakken, dan maar zelf iets starten”. Het was de scheidende partij die hem vervolgens belette op een steenworp afstand een nieuw paviljoen te bouwen. Bij de rechtbank klaagde The Harbour Club dat door de bouw een onaanvaardbare parkeerdrukte zou ontstaan in de buurt, waardoor het restaurant klanten zou mislopen. De Scheveningse handelaar haalt zijn schouders op: “Ze hebben een stok gevonden om mee te slaan, maar wij hebben uiteindelijk aan het langste eind getrokken”. In plaats van een nieuw paviljoen neer te zetten, kocht Simonis het pand aan de Dr. Lelykade waarvoor de gemeente Den Haag al in 2008 een vergunning had afgegeven. Het ontwerp van Guus Hiensch van WK Architecten viel direct in de smaak bij de familie. “Hij heeft een achterkant van een schip nagebootst. Dat past natuurlijk wel bij ons. En door de ligging op de hoek hebben wij als enige van de rij de hele dag zon. Daar kunnen 150 man van genieten”. Binnen is nog eens plek voor 190 couverts. New York Om mondiale trends in zijn vakgebied te ontdekken, maakt de pater familias elk jaar studiereizen naar onder meer Dubai, Vietnam, Miami en Sri-Lanka. Voor Catch by Simonis bezocht hij met zijn zoon Alain en zijn neef Dennis Las Vegas en New York. “Die tenten daar zijn helemaal over de top, zoveel luxe, daar kunnen we ons hier geen voorstelling van maken”. Niet dat Simonis zulke uitspattingen voor zijn nieuwe zaak voor ogen had, maar inspiratie deed hij er wel op. “De jongens maakten foto’s van spullen die we mooi vonden. Ergens zagen we een plafond van wolken. Die hebben we door een meubelmaker laten namaken. Net als de ronde bankjes”. Van de investering die de visboer doet, zal de consument weinig merken. “We proberen de kosten zo laag mogelijk te houden. In vergelijking met onze andere zaken betaal je voor de drankjes dezelfde prijs, het eten is hooguit vijf à tien procent duurder”. Werken met vis zit Allie Simonis in de genen. Al 132 jaar is het familiebedrijf een begrip in Den Haag en omstreken. Zijn ouders hadden aan het eind van de vorige eeuw een palingrokerij op het Westeinde. “Achterin stookten we een
Het terras van Catch by Simonis biedt ruimte aan 150 man. >Artists Impressions: CIIID
Het idee voor het wolkenplafond deed de familie Simonis op in Amerika.
vuurtje waarboven de vissen hingen gaar te roken. Heel gezellig, alleen je kleren stonken een uur in de wind als je bij ons had gezeten”. Hij hielp van kleins af aan mee in het bedrijf en leek de ideale opvolger van zijn ouders. Tot zijn vader een hersenbloeding kreeg en de 17-jarige Allie zich voor neurologie ging interesseren. Na een studie geneeskunde kon hij direct aan de slag in een ziekenhuis. Maar het werk viel hem tegen. “Ik vergaderde meer dan dat ik daadwerkelijk patiënten hielp. Ik was gedesillusioneerd. Je kon patiënten toch niet laten wachten?” Na een half jaar hield hij het voor gezien. Van de ene op de andere dag was hij weer terug in het familiebedrijf. “Ik heb er geen dag spijt van gehad”. Vlees Voor het eerst in de geschiedenis heeft Simonis vlees op de kaart staan. “Tja,
je wilt toch een zo’n groot mogelijke doelgroep bedienen” zegt de zakenman. Daarna nuancerend: “Alhoewel je met een verhouding van 80-20 nog steeds kunt spreken van een visrestaurant”. Waar het vlees vandaan komt, kan hij niet zo snel te zeggen. “Ik geloof van een slager in Limburg, maar ik houd me daar niet mee bezig. Dat doen anderen in de zaak. Mij moet je geen vragen stellen over vlees, ik heb alleen verstand van vis”. De kaart van Catch by Simonis is kleiner en net iets geraffineerder dan die van andere filialen. Geen lekkerbek met frites, maar salade van Oosterscheldekreeft geserveerd met Stellendamse garnalen en een luchtige crème-fraîchesalsa. Of gegrilde grietfilet, geserveerd met bospaddestoelen, een romige truffelsaus en een aardappelmousseline. En terwijl je bij Simo-
Allie Simonis. > Foto: C&R
nis normaal gesproken keuze hebt uit tien wijnsoorten, heeft het restaurant aan de haven er 170. Waarom zoveel? Simonis lacht. “Vind ik gewoon leuk”.
Ingezonden mededeling
Onder al die wijnen is de Argentijnse Finca los Nobles zijn favoriet. “Aanbevolen door koningin Máxima en heel lekker bij de griet”.
10>interview Vilan
Sigaar xxxxx
Voor iemand als ik, die zielsinnig Vilan vanvan de Loo veel houdt Franse parfums en verfijnde bloemengeuren, is het best wennen om te ruiken naar een oud sigarenkistje. Want dat doe ik nu. Via het internet bestelde ik een eau de toilette met de naam Cigar. U zegt nu vast dat iets dat Cigar heet, toch zonder twijfel zal ruiken naar iets wat een Cigar is. Toch ligt dat anders. Het weer is koud, het groot onderhoud aan mijn huis houdt maar niet op, en daarom zoek ik troost. Online. Ik lees recensies van parfums: het zijn werelden vol beloften van veiligheid en liefde, en het enige wat ik hoef te doen om erin te verblijven, is een flesje kopen. Of een sample, zoals dat heet: een klein buisje volgedruppeld met de bewuste geur. Samples kopen is verstandig en relatief voordelig. Maar de recensies van Cigar waren jubelend: zo warm was die geur, zo’n omhelzing, je hart sprong ervan open. Ik moest mezelf tegenhouden om meteen een voorraad voor het leven te bestellen. Slechts één fles werd het. Die arriveerde snel. Natuurlijk sprenkelde ik de Cigar prompt royaal over mezelf heen, wat dacht u. En ik kan zeggen: het is inderdaad een warme geur. Mijn hart sprong er zoals voorspeld van open, maar om een onverwachte reden. Opa stond in de kamer. Opa is gestorven toen ik een jong meisje was. Hij was een geweldige grootvader, zoals ze niet meer gemaakt worden. Een donkere stem, waarmee hij nooit veel zei maar wel geruststellende geluiden maakte. Opa rookte sigaren. Stevige knakkers met een bandje erom, die in zo’n typisch kistje lagen. Alleen opa deed dat. Om nog meer opa’s kind te zijn dan ik al was, wilde ik óók sigaren roken. De dag kwam, dat hij me stiekem meenam naar het parkeerterrein achter het huis en zei: “Probeer het, ik doe het voor”. Hij stak een sigaar aan en ademde wolkjes uit. Ik keek vol bewondering toe. Daarna gaf hij die aan mij. Ik probeerde te roken, moest hoesten en werd misselijk. Ik ben geen sigarenrookster geworden. Nu ik dankzij Cigar naar een sigarenkistje ruik, is die herinnering teruggekeerd. Het verlangen om net als opa sigaren te kunnen roken, de vreugde dat het eindelijk ging gebeuren, de gulzigheid waarmee ik inhaleerde en ondanks het hoesten en de ellende toch weten dat het goed is omdat opa zo moest lachen. Er is veel te zeggen voor Franse parfums, bijna alles eigenlijk, maar hoe exquise ze ook zijn, geen ervan heeft opa bij me teruggebracht. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Klaus Baumgärtner, beeldend kunstenaar, docent en boekontwerper
Klaus Baumgärtner: luie gymnasiast, begaafd tekenaar
Beeldend kunstenaar, docent en boekontwerper. In die volgorde ziet Klaus Baumgärtner zijn bezigheden. Onlangs nam hij afscheid als docent aan de Koninklijke Academie (KABK). Nu heeft hij een mooie tentoonstelling in Galerie Ramakers, die hem al zo’n vijftien jaar vertegenwoordigt. Een gesprek over zijn werk en over de dingen die aandacht verdienen.
Door Egbert van Faassen Op een hoge tafel die als sokkel dienstdoet, zijn twee objecten wat aan de kant geschoven om ruimte te maken voor koffiekopjes. Dat kan, want enkele objecten worden op de KunstRai getoond. Zo mis ik een intrigerend ding met een gebogen vorm, waarop de tekst ‘STOOMT EN VERFT ALLES’ is gedrukt – een deel van een oude kleerhanger. Gezien de brede blik van Baumgärtner leek die tekst mij ook op zijn werk van toepassing. Hij kan bijna alles gebruiken, lijkt het wel. Klaus Baumgärtner duikt in de stapel publicaties over zijn werk. Bij elke tentoonstelling maakte hij wel een boekje. Bij deze verschenen er zelfs twee. “Dat is mijn archief”, zegt Baumgärtner, “dat kan zo op het internet”. En als hij een boek met foto’s uit New York heeft gevonden, toont hij er één waarin een hanger van metaaldraad is opgenomen: “Ik heb een hele collectie kleerhangers. Maar toen ik zag dat Jim Dine ze ook gebruikte, heb ik deze titel bedacht”. Jim Dine is een Amerikaanse popkunstenaar van wie Boijmans enkele mooie werken heeft. Het schilderij met de kleerhangers was onlangs in de tentoonstelling ‘Happy Days’ in het Gemeentemuseum te zien. De titel van die foto luidt: ‘Is it mine or is it dine?’ De naam niet met een hoofdletter, natuurlijk.
Maar goed, we beginnen bij het begin. Omdat hij weet dat ik zijn vrouw, de kunstenares Robine Clingett, ken, vindt hij het maar een domme vraag hoe hij – geboren in Heidelberg 1948 – in Den Haag terecht is gekomen. Door de liefde! “Ik vind Den Haag nog steeds een prettig saaie stad. Stel je voor dat ik in Amsterdam zou wonen. Dan zat ik misschien vaker in de kroeg, maar hier heb ik de ruimte om iets te doen. Den Haag bruist niet, maar de stad ruist. En vergis je niet – het is een stad. Plein 1813 is van grootstedelijke allure, bijvoorbeeld”. Als luie gymnasiast maar begaafd tekenaar – op zijn zestiende had hij zijn eerste tentoonstelling – mocht hij van zijn ouders na een jaar vakonderwijs in Freiburg in Basel gaan studeren. “Mijn ouders hebben me enorm verwend”. Zijn vader was banketbakker en samen
‘Kunst moet niet belast worden met geld verdienen’
runden zijn ouders een ‘Gasthaus’. “Ze voelden zich een beetje schuldig, omdat ze het altijd druk hadden. Hun enig kind hadden ze misschien onvoldoende aandacht gegeven, verweten ze zichzelf”. Daar leerde hij het grafische vak van de uiterst precieze ‘Zwitserse miereneukers’, zoals hij de sfeer daar liefdevol samenvat. Boeken maken is de tweede natuur van Klaus Baumgärtner. Dat komt ook goed uit, want ‘kunst moet niet belast worden met geld verdienen. Dat is schadelijk’. Daarnaast studeerde hij sculptuur – ‘maar ik heb nooit in steen gehakt, hoor’– en lithografie. Bernhard In Basel bezocht een meisje uit het Benoordenhout die beroemde kunstschool, ze ontmoette Klaus Baumgärtner en ze trouwden in 1977. “We hadden een huis maar geen inkomen”. Het idee dat een kunstenaar moet lijden, heeft Klaus Baumgärtner nooit aangesproken. Daarom reflecteerde hij op een advertentie van de KABK. De eerste vraag tijdens het sollicitatiegesprek was of hij Nederlands sprak, waarop hij antwoordde: ‘Ik wil het niet beter doen dan prins Bernhard, is dat oké?’ Grappen over zijn afkomst maakt hij nog steeds. De opening van zijn tentoonstelling bij Ramakers was druk bezocht. Er waren ook veel studenten. Hij dankte daarvoor: “En dat nog wel op Bevrijdingsdag!”
>Foto: Piet Gispen
Zo werd hij docent schilderen aan de avondopleiding. Het salaris was laag, maar dat zou nog wel veranderen. Hij werd vervolgens docent grafisch ontwerpen, gaf kleurstudie bij de afdeling Mode en Textiel, werd hoofd van de afdeling Grafisch Ontwerpen, adjunct-directeur – ‘maar ik ben niet geschikt voor beleidsmatige stukken, ik moet kunst maken’ – en docent bij de nieuwe afdeling Art Science. Daar introduceerde hij twee vakken: ‘retorica’ en ‘materialisatie van onderzoek’. Beeldende retorica? “Nee, retorica. Een kunstenaar moet over zijn werk kunnen spreken”. Oud-studente Pia Louwerens schreef op het weblog ‘Jegens & Tevens’ over de tentoonstelling: ‘Hij leerde ons kijken, onder andere door ons dingen die we als vanzelfsprekend ervoeren tot op de millimeter te laten beschrijven’. Zelf vindt Klaus Baumgärtner de ‘droogprecieze’ manier van kijken van Hans Locher heerlijk. Voormalig directeur van het Gemeentemuseum Locher werkte aan een aantal publicaties van Klaus Baumgärtner mee, ook aan het fotoboek dat nu verschenen is. Wat ‘materialisatie van onderzoek’ inhoudt, wordt duidelijk wanneer we Baumgärtners publicatie met foto’s van waslijnen in de Outer Hebrides bekijken. Lappen van kleur wapperen op kale, verlaten hoogvlaktes. Enkele
11
interview<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
‘Ik wil niet opvallen, ik fotografeer stiekem’
scheve palen in de grond. De kunstenaar wijst op de schoonheid van het licht op een plastic teiltje en vervolgt: “De kleuren van het wasgoed op de Hebriden zijn heel anders dan die van het wasgoed in Noord-Italië. Daar kan je onderzoek naar doen. Of kijk naar de trams, die overal anders zijn. Kunstenaars van nu werken meer systematisch of wetenschappelijk. Je kan tegenwoordig zelfs promoveren als kunstenaar. Maar Cézanne was net zo wetenschappelijk, maar dat ging in het schilderij zitten. Je moet er wel iets mee doen”. En na een korte stilte zegt hij met stelligheid: “Want anders is er niets”. Foto’s Foto’s ziet Baumgärtner als schetsen. “Wanneer je iets gaat tekenen, komt er altijd iemand kijken wat je doet. Dat wil ik niet. Daarom heb ik altijd een kleine camera bij me. Ik wil niet opvallen. Ik fotografeer stiekem”. Hij vindt het prachtig dat Chris Marker, de Franse cineast, een kleine camera op de rand van zijn hoed droeg. Hij laat nog meer publicaties zien. Hij ontwierp een boek over Chris Marker, maar dat heeft hij niet bij zich. Prachtig is een in de vorm van een vliegtuigenhandboek gegoten publicatie, ‘Mapping Spaces’, over James Turrell. Deze kunstenaar, hier bekend
van het ‘Hemels gewelf’ in de duinen bij Kijkduin, is vliegenier. Vandaar. Opdrachtgever voor de schitterende kunstboeken die Baumgärtner maakte, is Peter Blum, nu een belangrijke kunsthandelaar in New York. Ze zijn bevriend sinds Blum, toen assistent bij kunsthandel Beyeler, twee tekeningen van Klaus kocht tijdens een tentoonstelling in Basel. Baumgärtner doet voor hoe de opdrachtgever het boek over Turrell in ontvangst nam. Niet openslaan, zelfs niet kijken, maar met het boek in de hand langs de dij op en neer bewegend. En dan: “Dat voelt goed”. Er is dan wel intensief overleg aan de telefoon aan voorafgegaan. Elke inval wordt doorgesproken. Zo vond Baumgärtner het nodig dat teksten van Enzo Cucchi beeld hadden. Dat werden reproducties op exact dezelfde maat en papiersoort als de oorspronkelijke schetsjes, meegebonden tussen de grotere pagina’s met tekst. Nu werkt hij aan een publicatie over Helmut Federle. “Dat voel ik dan, dan ga ik zo’n beetje voelen”. En elk detail wordt doorgesproken. Een koffietafelboek vindt hij een gruwel. “Daar word ik moe van. Waar moet ik die boeken bekijken?” We zitten midden in de tentoonstelling en het gesprek zou in de eerste plaats over beeldende kunst gaan. Maar Klaus Baugärtner is nu een-
maal veelzijdig, ook als kunstenaar. Veel kleine dingen vallen hem op. Hij draagt die observaties met zich mee. De tentoonstelling is ingericht om het veelkantige van zijn werk te laten uitkomen. Spiegelingen, echo’s en resonanties, zoals de ondertitel luidt. Kurt Schwitters, die van het meest onooglijke materiaal kunst maakte, noemt Baumgärtner als een belangrijk voorbeeld. Maar een groot verschil lijkt me dat een Baumgärtner zo veel meer geacheveerd lijkt, nauwkeurig afgewerkt. “Je moet weten dat het soms heel lang duurt”, begint hij te vertellen over de ontstaansgeschiedenis van een imposante constructie van hoge glazen stolpen van verschillende hoogtes, het geheel horizontaal in drieën gedeeld door glasplaten, geplaatst in een nauwkeurig gerestaureerde antieke vitrinekast die weer staat op een door een Franse timmerman gemaakte hoge tafel als sokkel. Je vindt een stolp, dan moet je er meer bij elkaar zoeken. Daarna moeten de glasplaten secuur passend worden gemaakt. Dat kost tijd. Of een collage – een grote print waarop een verzameling oude knipsels bij elkaar gezet is. Allemaal plaatjes die hem als jongen boeiden. Mooie vrouwen, een Griekse tempel, Julliette Gréco en zelfs een vrouw die de was ophangt. Hij vond ze terug en bedacht er ‘iets’ mee te doen.
Misschien een boekje. Hij moest een tijdje in het ziekenhuis liggen, ergerde zich aan de saaie wand waar hij tegenaan moest kijken. Toen pas wist hij dat de verzameling aan de wand moest hangen, waardoor de meer dan anderhalve meter hoge print vorm kreeg. Groeisels Invallen naar aanleiding van een waarneming, die weer overdacht en vervolgens nauwkeurig vormgegeven. Zo werkt Klaus Baumgärtner. Ook in de natuur vindt hij materiaal. Foto’s van merkwaardige details in het straatbeeld van New York of een grillig gevormd brok wilgenhout – de knot weer bewerkt – kunnen in oorsprong niet verder uit elkaar liggen, maar passen hier bij elkaar. Baumgärtner waardeert naamgrapjes. Ik geef er straks een paar.Eerst ruimte voor de kunstenaar die uitlegt dat ook het ogenschijnlijk spontane door hem is bedacht. Een tak, wiens vorm door de natuur lijkt te zijn bepaald, is in werkelijkheid door hem vanaf het begin, als een geduldige tuinman, naar de gewenste vorm geleid. Dat verraadt weer een vooruitziende blik, die kennelijk samengaat met het vinden. Een jutter en een maker tegelijk, dat is Klaus Baumgärtner. Anselm K. Träumberg, luidt de naam van de fictieve kunstenaar die in 1978 in zijn eentje een huis
met eenentwintig kamers bewoonde in Ferette, enkele kilometers van Basel. De naam Markus Laubträger staat onder die van Klaus Baumgärtner op een publicatie die bij een quasiduotentoonstelling verscheen. Alle drie dezelfde man, weet je wanneer je het anagram hebt ontcijferd. En hij blijft steeds door hetzelfde geboeid. Tijdens het gesprek krabbelde ik aantekeningen met een schrift op mijn been. Die tafel was echt te hoog om aan te schrijven. Mijn balpenstift raakte leeg. Ik kreeg een nogal vervelende pen van de galerie. Toen had ik de pest in dat ik niet die andere pen had meegenomen. Een tijd geleden, na een opening van een tentoonstelling met werk van Robine Clignett, wilde Klaus iets noteren. Maar hij maakt geen krabbeltjes en had niets te schrijven. Ik leende hem een pen van Duitse makelij, die wanneer je hem niet gebruikt half zo lang is als andere ballpoints, en met een handig magneetje waarmee je de huls op de bovenkant klikt wanneer je gaat schrijven. Hij keek er aandachtig naar, klikte een paar keer met het magneetje. Verbaasde zich over het mechaniek en zei: “O ja. Hij heeft een pen, want hij is een journalist”. MyCelium. Spiegelingen, echo’s en resonanties in het werk van Klaus Baumgärtner. Galerie Ramakers, Toussaintkade 51 www.galerieramakers.nl . Tot en met 9 juni.
12>architectuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Prentenboek van een v Het moeten mooie jaren zijn geweest, die laatste decennia van Den Haag in de negentiende eeuw. Waar elders in Europa het fin de siècle werd gekoppeld aan decadentie en ondergangsgevoelens, gebeurde in ’s-Gravenhage het tegenovergestelde. Vol schwung gaf de stad zich over aan de nieuwe tijd en zijn moderne verworvenheden. Het geld stroomde binnen uit Indië, en Scheveningen was als opkomende badplaats voor de rijken ook al een goudader. Demografisch waren de gevolgen groot, ook dankzij de toegenomen industriële werkgelegenheid. In een tijdbestek van dertig jaar verdubbelde de bevolking naar 200.000 zielen. Voor arbeiders verrees de Schilderswijk en de rijken vlijden zich richting Scheveningen in het duinzand waar decoratieve villa’s verrezen aan nieuw aangelegde lanen als de Nieuwe Parklaan en de Van Lennepweg. Het was een tijdperk van welvaart, ontspanning en vertier. Niet voor niets was Den Haag dé stad waar de gegoede klasse in walstempo door het leven ging. Om al die mensen aan huizen, theaters en horecagelegenheden te helpen kwam een imposante bouwstroom op gang die de luxestatus van de Hofstad bevestigde. En ineens ging alles opwindend snel; de bouwers zaten zelf in de gemeenteraad, dus stuitten nieuwe plannen op weinig verzet. Den Haag kreeg gestalte in een stijl die teruggreep op het verleden, al is het begrip stijl in dit verband misleidend, want eigenlijk mocht alles, mits het maar bijdroeg aan het cachet van stad en opdrachtgever. Het is nauwelijks voor te stellen dat een land dat zich een halve eeuw later massaal bekeerde tot een dogmatisch modernisme, toen nog in de ban was van de meest sprookjesachtige opsmuk die denkbaar was. Een meester in die stijl was de, uit Friesland afkomstige, Haagse architect Herman Wesstra Jr. Als geen ander wist hij zijn bouwwerken de mysterieuze, feeërieke sfeer mee te geven die in de jaren voor de eeuwwisseling en vogue was. Bovendien was zijn productie enorm.
Architect Herman Wesstra Jr. (1843-1911) schetste aan het einde van de negentiende eeuw, samen met vakgenoten als Schadee en Van Liefland, het beeld van het nieuwe Den Haag. Hij ontwierp sprookjesachtige gebouwen die uitgroeiden tot iconen van de stad. Theater Scala, CaféRestaurant Seinpost en de Haagsche Dierentuin zijn de bekendste voorbeelden. Gebouwen die veel gemeen hebben: ze waren mooi, geliefd en zijn gesloopt. Door Casper Postmaa
Doorsnede van Café-Restaurant Seinpost.
Hij ontwierp een onafzienbare reeks villa’s en utilitaire gebouwen waarin hij directe verwijzingen naar andere culturen – Indië en de islam – niet schuwde. Zijn belangrijkste werken bleken achteraf ook de belangrijkste en geliefdste gebouwen van de stad. Alle reden, zou je zeggen, om het œuvre van deze bouwmeester in ere te houden. Niet dus.
het gros van zijn bakstenen tempels de 21ste eeuw niet hebben gehaald. Met name de Haagse bestuurders uit de jaren vijftig, zestig en zeventig hebben toegestaan dat enkele iconen van de stad, die tegenwoordig zeker het predicaat rijksmonument zouden krijgen, werden gesloopt ten faveure van onbeduidende nieuwbouw. Een
Onthutsend Publicist Peter van Dam schetst in zijn aan Wesstra gewijde monografie ‘Dien deftige stijl die imponeert’ een beeld dat bewondering oproept en tegelijkertijd onthutsend is. Indrukwekkend vanwege de hoeveelheid, de hoge kwaliteit en de verscheidenheid van Wesstra’s werk, schokkend omdat
‘Seinpost was het mooiste zandkasteel aan de kust, een sprookje op zich’
Het uit 1881 daterende Panoramagebouw aan de Bezuidenhoutseweg.
schrijnend voorbeeld is Café-Restaurant Seinpost, in 1976 gesloopt door een dubieuze projectontwikkelaar die er een appartementencomplex neerzette. Seinpost – in minder dan een half jaar gebouwd! – was een toonbeeld van wat later fin de siècle-architectuur werd genoemd. Met zijn weelderige versieringen, bekroond door Moorse koepels, was Seinpost het mooiste zandkasteel aan de kust. Een sprookje op zich. Door de ligging op het duin kon het paviljoen zich aan de voorzijde sierlijk, slechts één etage hoog, presenteren, terwijl het gebouw aan de landzijde tot aan de straat doorliep waardoor er ruimte was voor een extra verdieping. Later opende bioscoop Seinpost daar zijn deuren. Het caférestaurant mocht dan een geliefd onderdeel van het stadsbeeld zijn, commercieel was het geen succes. Dat de voetbalselectie van Holland Sport hier geregeld na de training, onder de hoede van coach Cor van der Hart, een borrel kwam halen, was niet voldoende om Seinpost te redden. Het ging tegen de grond om plaats te maken voor een vrieskist van architect Cees Dam. Een nog groter trauma, vergelijkbaar met de brand en afbraak van het Paleis van Volksvlijt in Amsterdam, was de sloop in 1968 van het Dierentuin-gebouw aan de Benoordenhoutseweg (tegenwoordig Zuid-Hollandlaan). Het was de eerste keer dat de Haagse bevolking het gemeentebestuur massaal opriep een gebouw te sparen. Vergeefs, in de jaren zestig was architectonische schoonheid een onderpand van weinig waarde. Wesstra ontwierp het gebouw, dat al snel de bijnaam het Moors Paleis kreeg, in 1893 als concertgebouw voor het Zoölogisch Botanisch Genootschap. Wesstra was zelf lid en aandeelhouder van het Genootschap en vond gehoor voor zijn voorstel om de concertzaal voor niets te ontwerpen. Zijn vakgenoten reageerden woedend op deze geste, maar konden de uitvoering niet voorkomen. Het resultaat was schitterend, Wesstra gebruikte zijn hele palet van buitenissige stijlmiddelen om zijn oosterse paleis te creëren.
De grote zaal van de Haagsche Dierentuin.>
Villa Pauline, circa 1900, in de Scheveningse Bosjes.
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
13
architectuur<
verdwenen stad De rijk gedecoreerde zaal bood plaats aan 2.500 mensen, daarnaast waren er nog salons, buffetten, rookzalen en een kegelbaan. De zaal van de Dierentuin zou een centrale plaats gaan innemen in de geschiedenis van de stad. Vrijwel iedere Hagenaar die het gebouw had meege-
‘Je zou het resultaat van Wesstra’s loopbaan met twee woorden kunnen typeren: virtuositeit en sloop’
maakt, was er wel eens geweest, want het was een soort overdekt marktplein. Alles gebeurde er: concerten, politieke manifestaties, bijeenkomsten van stakers, bokswedstrijden, de presentatie van een nieuw automodel, het Thorbecke Lyceum vierde er zijn eeuwfeest en de Pasar Malam had voor het eerst plaats onder de koepel van Wesstra. Het is jammer dat Van Dam geen aandacht heeft besteed aan dit soort sociale geschiedenis van Wesstra’s gebouwen, want wie krijgt er na dit omvangrijke werk een tweede kans om zo uitgebreid over hem te schrijven?
> Foto's uit besproken boek
Café-Restaurant Seinpost is in 1976 gesloopt.
Dierentuin Het verval van de Dierentuin zette in tijdens de Tweede Wereldoorlog, de Duitsers braken het grootste deel van de Haagsche Dierentuin af, de concertzaal bleef staan, maar van de behuizing voor de dieren bleef weinig over. Na de oorlog waren er nog een kooi met apen, twee beren en wat papegaaien. De grote zaal bleef open, maar aan onderhoud werd geen cent meer besteed. In 1968 was het gedaan, het sombere monotone provinciehuis viel als een inktzwarte schaduw over de herinnering aan een van de kleurrijkste plekken van de stad. En eigenlijk is die beeldspraak van toe-
passing op vrijwel het gehele œuvre van Wesstra, op grote en kleine bouwwerken. In 1886 sneuvelde het slechts vijf jaar oude Panoramagebouw aan de Bezuidenhoutseweg. Een zakelijke onderneming om enorme doeken à la het Panorama Mesdag te exploiteren. Meestal hadden de schilderingen betrekking op veldslagen en dergelijke spectaculaire taferelen, maar Den Haag liep er niet warm voor en ook dit decor uit een sprookje van Duizenden-één-nacht werd omgehaald. Wat het resultaat van sloop en nieuwbouw was, is pijnlijk zichtbaar op het Bankaplein. Te midden van statige herenhuizen van Wesstra staat daar sinds 1982 een fontein die doet vermoeden dat Gemeentewerken is gezwicht voor een goedkope aanbieding van een tuincentrum. Wesstra deed het in 1881 namens projectontwikkelaar Duinweide geheel anders. Hij ontwierp een grote, monumentale fontein als een hoog opgestapelde bruidstaart, met meer dan levensgrote menselijke figuren die de bekkens dragen. In 1922 werd de fontein afgebroken en verkocht als schroot. Je zou het resultaat van Wesstra’s loopbaan met twee woorden kunnen typeren: virtuositeit en sloop. Telkens weer sloop. De stad is bijzonder slordig omgesprongen met die prachtige erfenis die de architect naliet. Huidige bestuurders van de stad kunnen hun handen wassen in onschuld, want de sloophamer werd door verre voorgangers gehanteerd. Of toch niet? Pagina 53 helpt je uit de droom: ‘Herenhuis aan de Stationsweg 74. In 1881 gebouwd in opdracht van Theodorus Henricus Pourchez. Dit herenhuis staat thans op de nominatie om te worden gesloopt’, meldt de tekst. Dus nog steeds. Peter van Dam schreef een zeer grondig, zorgvuldig gedocumenteerd en fraai uitgevoerd boek over het werk van Herman Wesstra Jr. Een mooi, maar ook pijnlijk document. ‘Dien deftige stijl die imponeert’ Architect Herman Wesstra Jr. (1843-1911) en zijn creaties. Auteur: Peter van Dam Uitgever: De Nieuwe Haagsche Prijs: € 29,95 ISBN: 978-94-91168-56-7
De door Wesstra ontworpen fontein op het Bankaplein.
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Russische beeldhouwkunst na de val van het IJzeren Gordijn Eind 1989 sneuvelde het laatste stuk van het IJzeren Gordijn. Voorbeelden van Russische beeldhouwkunst sinds dit einde van het communisme zijn nu te zien in museum Beelden aan Zee en op het Lange Voorhout. De invloed van het sociaal-realisme werkt nog steeds door, zo blijkt. Of de kunstenaar geeft het volk wat hij denkt dat het wil, of de erfenis van Stalin wordt ironisch verwerkt.
sociaal-realistische wijze een figuur van Giacometti. Een icoon ontmoet een kale, existentialistische figuur. Giacometti beende zijn figuren uit, omdat hij moeite had ze vast te leggen. Zoals Diderot al schreef: ‘De Hagenaar is een verwend personage, zonder dat hij het zelf weet’. De verlichtingsfilosoof dacht waarschijnlijk aan de persvrijheid. Er klinkt nu, zoals bij iedere afleve-
Door Egbert van Faassen
‘Het zijn olympische ringen waar we doorheen kijken en ja: olievaten, het vloeibare geld. Ook hier weer geen spoor van ironie’
Zurab Tsereteli (1934) uit Tblisi kende een voorspoedige carrière als beeldhouwer. Tijdens het Sovjetregime wist hij zijn werken al te plaatsen en de wisseling van de wacht bood alleen nog maar grotere kansen. Ook letterlijk: zijn monument voor tsaar Peter de Grote in Moskou is 94 meter hoog. Er staat er ook één in St. Petersburg. Hij past zich aan de tijd aan. Zo ontwierp hij het decoratieschema van de Christus Verlosser-kathedraal – ondenkbaar in de communistische periode – en er staat zelfs een monument voor de strijd tegen het wereldterrorisme in New Jersey (VS). Op het Lange Voorhout zijn voor zijn doen kleine bronzen beelden te zien van zijn hand. Ter vertedering aangeboden tafereeltjes uit het oude Rusland. Een postbode, een kelner of een hanengevecht, toch nog behoorlijk groot en het voor het hoogste bedrag verzekerde werk op de tentoonstelling. Zijn werk is sentimenteel. Hij is een vakman die geen twijfel kent en aan wie elke ironie vreemd is. Ook op het Lange Voorhout een installatie van Ivan Plusch en Irina Drozd, dertigers die beiden als schilder begonnen. Vandaar misschien dat ze geen moeite hebben een grote, platte afbeelding van een rijk park neer te zetten. Kleurige oliedrums staan er voor opgestapeld, sommige open, zodat je daardoor zicht hebt op het park. Daar is wat te zien. Maar, zo benadrukt Irina Drozd vurig, het gaat om een aanklacht tegen de Olympische Spelen die in 2014 in Sotsji zullen worden gehouden. Het zijn olympische ringen waar we doorheen kijken en ja: olievaten, het vloeibare geld. Ook hier weer geen spoor van ironie. Een thema dat het volk aanspreekt zonder veel omhaal verbeeld, dat is een kunstopvatting die in het Sovjettijdperk wortel schoot. Irina Drozd vertegenwoordigt een deel van het Russische volk, Nikolay Polissky (1957) weer een ander. Een karikaturist
Gezicht op het Lange Voorhout met ‘Voorwaarts naar het verleden’ van Ivan Plusch en Irina Dorzd, 2013. >Foto: Piet Gispen
zou smullen van het contrast tussen beide kunstenaars. Mevrouw Drozd in haar punk-outfit, fel uithalend, en meneer Polissky, een bebaarde landman die op rustige toon langdurig over zijn werk sprak tijdens de persbijeenkomst – tolken waren aanwezig. Van de laatste is ‘Een briljant idee’ te zien. Zo luidt de titel van het grote, uit talloze spiralen opgebouwde beeld dat aan de Kneuterdijkkant de wandeling opent. Polissky werkt op een uitgestrekt landgoed, waar hij samen met de bewoners van het dorp in de buurt aan zijn hoofdwerk bouwt, ‘De universele rede’. Dat is een enorme constructie van hout en metaal. Op het Lange Voorhout staat een klein detail daarvan. Een boeiend ding, gemaakt van houten blokken en bekleed met glanzend roestvrij staal, zichtbare bouten en moeren. Een stuk verderop een andere opstelling van Polissky. Herten en zwijnen van donker gebeitst hout zijn gegroepeerd rond kratten in dezelfde kleur. Een vergelijkbare installatie staat
in het chique Parijse hotel Le Royal Monceau, ingericht door Philippe Starck. Twijfel De tentoonstellingen – meervoud, want je moet verschillende locaties bezoeken wanneer je alles wilt zien – wordt echt interessant waar een kunstenaar minder zeker van zijn zaak is of misschien bewust twijfel zaait. Dat Sovjetverleden valt niet zomaar weg te poetsen. Dat blijkt al uit de bronzen soldaat van Leonid Sokov (1941) die de wacht houdt bij de entree van Beelden aan Zee. Geweer op de schouder, laarzen, lichaam en gezicht zijn donker gepatineerd. De gesp en de knopen aan de ceintuur op zijn rug zijn glanzend gepoetst. Het vignet van het Rode Leger op de pet lijkt me oorspronkelijk. De iconografie is puur Sovjet, maar het materiaalgebruik zegt iets over wat kunst is. Beeldtaal kan van alles uitbeelden en staat daarom naast er in te hameren inhoud. Grappig verbeeldde Sokov dit in een ontmoeting tussen
In Beelden aan Zee: Leonid Sokov ‘Ontmoeting tussen twee sculpturen; Lenin en Giacometti’, 1994. >Foto: Ekaterina Foundation
twee beelden. Niet tussen twee mensen, hoewel wel als zodanig neergezet. Een sociaal-realistische Lenin ontmoet op
ring van Den Haag Sculptuur, weer kritiek. De vorige aflevering was altijd beter. Terecht, want Tsereteli is ook echt gruwelijk. En tegelijk onzin, want we kunnen nu zomaar kennisnemen van de laatste Russische beeldhouwkunst. Wie wil weten hoe het er nu in Rusland voor staat en hoe de kunst die wonderlijke, vaag dreigende maatschappij reflecteert, moet zeker gaan kijken. Een Hagenaar kan trouwens toch niet om het Lange Voorhout heen. En overigens zijn er kunstwerken die niet direct uitgesproken Sovjet- of Poetin-Russisch zijn. Een tuinbank met verglijdend perspectief van Kiril Alexandrov (1955). Je kunt erop zitten, maar je zit nergens prettig. Een constructie van Vyacheslav Koleichuk (1941), die klinkende objecten maakt. Op het Voorhout een ding dat je in beweging kan zetten. Lijnen zwiepen alle kanten uit, maar het blijft op z’n plek. Van Leonid Tishkov (1953) is in het Atrium ‘Dabloïdenfabriek’ te zien. Dabloïden zien eruit als een voet met een klein hoofdje en ze verschijnen in stripverhalen, op behangpapier – ze duiken overal op. De kunstenaar stal ook een halve maan uit een schilderij van Magritte, reisde daar de wereld mee rond en hing deze nu in een boom aan het Lange Voorhout. Margritte live wanneer het donker is. Russia XXI op het Lange Voorhout en in de Kloosterkerk tot 8 september, Beelden aan Zee tot en met 10 oktober. Drie beelden zijn verspreid: bij Raadhuis De Paauw in Wassenaar, bij het Promenade Hotel en in het Atrium.
jazz
Veel kleuren tussen Tong Tong en Paard De veelkleurigheid van de jazz staat centraal deze week. Eerst op het nieuwe, tweedaagse festival Cutting Edge in Theater Dakota (zie elders in deze krant). Evenzo tijdens de laatste dagen van de Tong Tong Fair op het Malieveld. Gitarist Maurice Rugebregt speelde er afgelopen woensdag zijn Moluccan Jazz, op 31 mei is er een workshop van zangeres Monika Akihary en gitarist Niels Brouwer van de groep Boy Akih. En op 1 en 2 juni
staat er jazz en gamelan-muziek. Het jazzelement komt van de Balinese worldjazz-gitarist Balawan (bijnaam: ‘Magic Fingers’) die speelt met zijn formatie The gamelan maestros. Ze geven clinics en concerten. Geen idee of het hier gaat om een moderne twaalftoons gamelan (volgens de westerse stemming dus) of om de traditionele combinatie van gongs, klankschalen en percussie. Sinds ik er als schooljongetje bij een bezoek aan het toenma-
lige Koloniaal Instituut, Amsterdam op mocht spelen, is het instrument (of instrumentarium, hangt ervan af of je de gamelan als één geheel wilt zien) me blijven intrigeren. En de jazz was toen nog héél ver weg. Op de traditionele Haagse jazzplekken ook aardig wat variëteit: in de Regentenkamer twee jazzconcerten die bijna haaks op elkaar staan qua benadering. Op 1 juni het Joris Teepe/Michael Varekamp-kwartet. Met saxofonist Efraïm Trujillo, pianist Rembrandt Frerichs en drummer Hans van Oosterhout. Jazz vanuit de hardboptraditie met bassist Teepe (ex-Hagenaar en baas van de jazzopleiding aan het Gronings conservatorium) als de trait-d’union met de New Yorkse scene waar hij jaren deel van uitmaakte en cd’s opnam. Een paar dagen later (dinsdag 4 juni) speelt in die Regentenkamer een com-
binatie met een totaal andere kleur: het Clemens van der Feen kwintet 14PM. Met Harmen Fraanje piano, de broers Clemens en Paul van der Feen op bas en sax, Onno Govaert op drums. Van Fraanje ken ik zijn sferische ‘Europese’ jazz, met klassieke elementen naast een grote vrijheid van improvisatie, niet noodzakelijkerwijs geleid door de ‘drive’ van bop of swing. Luden Wie gaat voor jazz à la Shirley Horn moet op dinsdag 4 juni naar restaurant Luden, waar bassist René van Beeck wekelijks zijn vocale sessie houdt. Als gaste heeft hij ditmaal Sanna van Vliet, die even mooi piano speelt als zingt en met haar warme voordracht de klassieke jazz‘standards’ heel dichtbij weet te brengen. Saxofonist Ben van den Dungen
is met de kern van Nueva Manteca te horen op Cutting Edge, op zondag 2 juni speelt hij ook, maar even géén latin, in strandtent De Fuut. Nu met Miguel Rodriguez (piano), Marius Beets (bas) en Gijs Dijkhuizen (drums). Voor meer latin óp naar Het Paard voor trompettiste Maite Hontele. Ze is een Utrechtse, de liefde leidde haar naar Medellín, Colombia en daar schijnt ze inmiddels de sterstatus te hebben bereikt. Ze was hier al eens met het orkest van Venezolaan Oscar d’Leon, speelde bovendien met Ruben Bladès. Hoever haar improvisaties reiken weet ik niet, maar met haar salsa zit het prima. Grappig, een vrouw op het instrument dat bijna exemplarisch is voor het traditionele macho-element van die muziek. Bert Jansma
15
cultuur<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Mooie handelseditie over overlegeconomie in oorlogstijd Door Sjoerd van Faassen Het jonge zangeresje Kim Hoorweg zingt bij de band van bassist Harry Emmery. > Foto: PR
Nieuw tweedaags jazzfestival in Dakota
De meesterproef voor Pro Jazz Door Bert Jansma
Terwijl elk zichzelf respecterend dorp in Nederland jaarlijks wel een jazzfestival in huis heeft, wilde het in jazzstad Den Haag alsmaar niet boteren tussen de begrippen jazz en festival. Het North Sea nam de benen, The Hague Jazz ging op de fles en Jazzin’ The Hague hield er met de staart tussen de benen mee op voordat er een noot geklonken had. Je zou denken dat elke organisator zich wel tig keer zou bedenken alvorens opnieuw het woord festival in de mond te nemen. Maar zie, daar gloort hoop. Want op 31 mei en 1 juni heeft Den Haag waarlijk weer een jazzfestival: Cutting Edge. In het Theater Dakota in de wijk Escamp nota bene. Klein, maar wel tweedaags en met een programmering die er mag zijn qua originaliteit en muzikaliteit. Samen met Theater Dakota georganiseerd door Pro Jazz. Eerst Pro Jazz: een jonge organisatie, geleid door Perry Lehmann (zakelijk) en Nicolle Leenhouwers (programmering), die voor dit seizoen een kleine subsidie kreeg om in Den Haag jazz te brengen die er geen dagelijkse kost was. Op plekken waar een jong publiek geacht werd te komen. Ze organiseerden tot nu toe concerten in het Paard, Dakota, Koorenhuis, Theater in de Steeg en Regentes. De Dakota-concerten smaakten naar meer. Zakelijk leider Perry Lehman: “Het theater is perfect geoutilleerd, wordt geleid door betrokken mensen en het publiek uit de wijk weet het inmiddels te vinden. Muzikanten zijn er enthousiast over en het leek ons een ideale plek om het seizoen af te sluiten met een klein jazzfestival met uitstraling naar heel Den Haag. Je weet dat er bij de gemeente een allergie bestaat voor grote festivals, en je moet misschien een beetje gek zijn om toch weer een festival te gaan organiseren, maar we werken met een zeer beperkt budget, doen geen dure dingen met de aankleding van het theater en geven geen kapitaal uit aan pr of marketing. Maar we zorgen er wel voor dat de muzikanten – om wie het draait – fatsoenlijk worden betaald”. Een van de manieren waarop Pro Jazz geld voor dit eerste Cutting Edge genereerde, was het crowdfundingplatform van Voordekunst, waar het doelbedrag van ruim vierduizend euro inmiddels is volgestort. Fonds 1818 helpt met de verder benodigde gelden. Johnny Engels Lehmann: “Je mag dan een klein festival zijn, maar alles moet net zo goed lopen als een North Sea Jazz Festival. En je moet ook een paar jazz-sterren hebben die zeker publiek trekken. Dat zijn bij ons Hans Dulfer, dat is drummer Johnny Engels die zestig jaar in het vak zit en de befaamde latin-jazzband Nueva Manteca met Ben van den Dungen”. De programmering van het eerste Cutting Edge is opvallend. Binnen
het steeds wijder wordende begrip jazz is gezocht naar nieuwe eigenzinnige jonge groepen, soms muziek makend vanuit de cross-overgedachte, diverse muzikale kleuren mengend, maar steeds werkend vanuit de improvisatie. Een festivalprogramma dat samengesteld is met smaak en een goed gevoel voor kwaliteit en voor wat nieuw is en weinig of nooit te horen was in Den Haag. Het jonge zangeresje Kim Hoorweg zingt er bij de band van bassist Harry Emmery (met vader Erwin Hoorweg aan de piano), de Haagse pianist Wolfert Brederode is te horen in de formatie Batik, met daarin onder meer gitarist Ed Verhoeff, de Italiaanse pianiste (en zangeres) Francesca Tandoi speelt met het kwartet van gitarist Richie Reichgelt, trompettiste Saskia Laroo is er met haar hippe jazz en haar MC Complex. De al zestig (!) jaar drummende Johnny Engels maakt deel uit van het originele trio Barnicle Bill (met Miguel Martinez sax en Mark Haanstra bas). Daarnaast het jonge geluid van gitarist Reinier Baas en zijn The More Socially Relevant Jazz Music Ensemble. In zijn spel rockinvloeden, naast hem onder anderen saxofonist Ben van Gelder. De Haagse pianist Rembrandt Frerichs vormt een trio met drummer Etienne Nillesen en mondharmonicaspeelster Hermine Deurloo, die is geïnspireerd door wie anders dan Toots Thielemans. De Israëlische gitarist David Golek begeleidt zangeres Simin Tander, maar maakt ook deel uit van de nieuwe, zeer internationale groep Tiltan (Hebreeuws woord voor ‘klaver’). Daarin altviolist Oene van Geel, winnaar van de Boy Edgarprijs, de Moldaviër Oleg Fateev op bayan (knoppenaccordeon) en Natalio Sued op klarinet en sax.
Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal, maar werd door elk van de oorlogvoerende partijen onder druk gezet. Bang als het kabinet-Cort van der Linden was om zijn toegang tot belangrijke markten en grondstoffen te verliezen, liet het het onderhandelen met de Geallieerden (Engeland, Frankrijk, Rusland en hun medestanders) en de Centralen (Duitsland, Oostenrijk en aanvankelijk Italië, dat in 1915 overliep naar de Geallieerden ) over aan particuliere partijen. Liberale marktwerking, ook toen al. Een ook toen al onder het mom van zorg voor het algemeen belang met onbeschaamde zelfverrijking en nietsontziende bevordering van eigenbelang. De geschiedenis van de voornaamste van dit soort particuliere clubs is nu meticuleus beschreven in het Amsterdamse proefschrift van Samuël Kruisinga, waarvan nu een mooi verzorgde, dikke handelseditie is verschenen. Deze Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij voerde in de jaren 19151916 een bijna autonome koers en werd beschouwd als een staat in een staat. Pas na het begin van de onbeperkte duikbootoorlog van Duitse zijde werd de bemoeienis van de kant van de regering groter. Voornaamste spelers binnen de N.O.T. waren C.J.K. van Aalst, de presidentdirecteur van de Nederlandsche Handelsmaatschappij, Joost van Vollenhoven, tijdens de oorlog lid van de Tweede Kamer voor de Bond van Vrije Liberalen, en de handels- en scheepvaartmagnaat A.G. Kröller. Van Aalst, die door zijn positie binnen de N.O.T. ook wel de ongekroonde koning van Nederland werd genoemd (al wordt die titel ook wel eens aan Kröller toebedeeld), en Van Vollenhoven waren net als de meeste andere leden van het Uitvoerend Comité uitgesproken pro-geallieerd. Kröller werd van Duitse sympathieën verdacht. De statuten van de N.O.T. zijn van Kröllers hand, maar hij bleef buiten het Uitvoe-
rend Comité, vermoedelijk vanwege zijn moeizame relatie met Van Aalst. Biografie Kröller was directeur van het Rotterdamse bedrijf Wm H. Müller & Co, gespecialiseerd in vervoer, overslag en transitohandel van ertsen en granen. Hij woonde in het Van Stolkpark in Den Haag, maar had zijn kantoor aan het Lange Voorhout, dicht bij het regeringscentrum. In de mooie biografie die
Voor de Eerste Wereldoorlog was Kröller een succesvol zakenman, tijdens de oorlog bepaalde hij met een kleine groep zakenlieden voor een groot deel de buitenlandse en economische politiek Eva Rovers enkele jaren geleden wijdde aan Kröllers vrouw, de kunstverzamelaar Helene Kröller-Müller, is te lezen hoe moeizaam de sociale verhoudingen in het nuffige Den Haag voor de Kröllers en andere naar Den Haag verhuisde Rotterdamse havenbaronnen lagen. Deze Rotterdamse ondernemer was in de eerste helft van de twintigste eeuw een van de rijkste, machtigste, maar ook meest omstreden mensen van Nederland. Voor de Eerste Wereldoorlog was Kröller een succesvol zakenman, tijdens de oorlog bepaalde hij met een kleine groep zakenlieden voor een groot deel de buitenlandse en economische politiek van Nederland en realiseerde, en passant, in diezelfde periode enorme oorlogswinsten. Import van voorraden uit Engeland en Amerika en export naar Duitsland wa-
Kapok Ook totaal nieuw voor Den Haag is Kapok, winnaar van de Dutch Jazz Competition. Met een ongebruikelijke combinatie van hoorn, gitaar en drums. Even internationaal – eveneens in ons land gevestigd – is het trio van de Griekse pianist Georgios Tsolis. Met de Pool Maciej Domaradzki op bas en Owen Hart jr. op drums. Cutting Edge nummer één (nummer twee staat al in potlood genoteerd voor volgend jaar) kun je de ‘meesterproef’ voor Pro Jazz noemen. De jonge organisatie blijft zich in het volgend seizoen ook weer toeleggen op jazz op diverse – vaak minder gebruikelijke – plekken in Den Haag. Zonder andere aanbieders van jazz in de Residentie de rug toe te keren. Perry Lehmann: “We willen overleg en verbindingen met andere jazzprogrammeurs. We vissen tenslotte in dezelfde vijver. En als er raakvlakken zijn, dan willen we graag samenwerken”. Cutting Edge, theater Dakota, 31 mei, 18.00 23.30 uur en 1 juni van 16.00 tot 23.45 uur. www.theaterdakota.nl; www.projazz.nl
N.O.T.-signaal waarmee toegetreden schepen werden uitgerust.
ren voor de Nederlandse economie van levensbelang. Export naar Duitsland werd door de Geallieerden uitgelegd als begunstiging van de Centralen, andersom werd het stilleggen van die export door Duitsland gezien als bevoordeling van de Geallieerden. Het vergde dus de nodige stuurmanskunst om Nederlands neutrale positie te handhaven. De scheepvaart ondervond al onmiddellijk na het uitbreken van de oorlog grote hinder doordat de Engelsen ertoe overgingen verificatie van scheepspapieren niet meer, zoals voorheen, in volle zee te doen plaatsvinden, maar pas na opbrenging naar de dichtstbijzijnde grote haven. Om aan die obstructie het hoofd te bieden, werd aan het begin van de oorlog door Van Aalst de Commissie voor Nederlandse Handel in het leven geroepen. Die commissie vond onderdak in het Haagse hoofdkantoor van Müller & Co. Kröller was binnen deze commissie een van de initiatiefnemers van de oprichting van de N.O.T., die via contracten garandeerde dat de geïmporteerde goederen niet naar de tegenpartij verscheept zouden worden. Door de N.O.T. werd de Nederlandse handel in staat gesteld zijn vooroorlogse bezigheid te hervatten zonder aan de strategische eisen van de oorlogvoerende partijen afbreuk te doen. Toegetreden schepen werden uitgerust met een kegel van wit en zwart gestreept zeildoek die boven de brug tussen twee masten werd opgehangen als signaal dat het schip in het bezit was van het N.O.T.-certificaat. Gehakt Aan de N.O.T. werd nog voor de Tweede Wereldoorlog een meerdelige publicatie gewijd door de juriste en econome Charlotte van Manen. Van haar boeken maakt Kruisinga in enkele snijdende passages gehakt, want Van Manens publicatie was een kritiekloze en schaamteloze zelfrechtvaardiging van het N.O.T. Van Manen was bovendien tijdens de Eerste Wereldoorlog één van de spelers op het publicitaire veld geweest met haar door de Engelse propagandadienst betaalde artikelen. Kruisinga biedt naar zijn zeggen antwoorden op de vragen die Van Manen zich niet wilde of niet kon stellen, afhankelijk als zij was van de actoren van het N.O.T.. Hij kon zich baseren op het in 1937, na voltooiing van Van Manens publicatie, aan het Nationaal Archief overgedragen archief, maar hij suggereert dat dat archief voor die overdracht geschoond is van onwelgevallige documenten. De N.O.T. moest laveren tussen de diverse oorlogsvoerende partijen, maar had ook het nodige te stellen met de Nederlandse regering en de publieke opinie. Kruisinga slaagt er goed in de nogal bizarre wederwaardigheden van de N.O.T. te ontrafelen en op een heldere manier te beschrijven. Zijn geschiedenis van de N.O.T. bedekt het egoïsme van de organisatie absoluut niet met de mantel der liefde, maar geeft fair en volledig de rol weer die de N.O.T. in de Nederlandse politiek en economie speelde en de sporen die ze in het institutionele landschap trok. Geschiedschrijving zoals die hoort te zijn. Samuël Kruizinga, ‘Overlegeconomie in oorlogstijd. De Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij en de Eerste Wereldoorlog’. Walburg Pers, ISBN 97890-5730-863-5, 404 pag., € 35,00
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Debuutroman van historica en criminologe Monique Koemans
‘2013’ wil meer zijn dan gelegenheidsroman Door Thijs Kramer
De uitgeverij had de thriller 2013 van Monique Koemans vast al een tijdje klaarliggen. Men heeft er gewacht tot de datum van de inhuldiging van koning Willem-Alexander bekend werd en heeft toen als de bliksem het boek uitgebracht. Kon het mooi meeliften op alle aandacht die de troonswisseling met zich meebracht. Den Haag hing vol met reclameposters voor dit debuut van deze Haagse criminologe, historica en nu dus ook schrijfster. Maar is het een maand later nog steeds de moeite waard? ‘2013’ is op de eerste plaats een spannend boek dat zich afspeelt op de dag van de troonswisseling. Een man bereidt een gewelddadige actie voor. Het is niet moeilijk te raden wie hij op de korrel wil nemen. We weten heel lang niet wie deze man is, wel wat hem drijft. Hij is een diep gefrustreerd mens die met deze actie de geschiedenisboeken wil halen. Daarnaast wil hij Nederland een les leren: veiligheid bestaat niet. Deze hoofdstukken spelen zich af in Amsterdam, op een hotelkamer met uitzicht op het balkon van het Paleis op de Dam. Ze worden afgewisseld met hoofdstukken die zich in Den Haag afspelen. Kiki Bentinck, een rijke adellijke dame, treft voorbereidingen voor een borrel die ’s middags zal plaatshebben in haar huis aan de Surinamestraat. Iedereen die in Den Haag en in Nederland iets voorstelt maar niet bij de inhuldiging van de koning is, zal daar aanwezig zijn. Er is een Indonesische au pair, van wie we een geheim te weten komen. Koemans schrijft korte hoofdstukken. Ze schakelt voortdurend tussen Den Haag en Amsterdam en geeft op de minuut de chronologie van de gebeurtenissen. Dat werkt zonder meer spanningverhogend. Je wéét als lezer dat wat zich op de Dam afspeelt, te maken heeft met de gebeurtenissen in de Surinamestraat, maar Koemans stelt het weggeven van de identiteit van de aanslagpleger lekker lang uit. Je vermoedt het een en ander, maar er worden nog wat rookgordijnen opgetrok-
Monique Koemans. >Foto: Daan Brand, House of Orange
ken voordat er uitsluitsel wordt gegeven. Allemaal prima en goed gedaan. Hier en daar zijn de dialogen wat gekunsteld en is de stijl wat houterig, maar dat lijkt bij het genre te horen. Tomas Ross moet het ook niet van zijn mooie zinnen of fraaie metaforen heb-
ben. Zelfs Dan Brown is berucht om z’n bij vlagen zwakke vertelstijl. Problematisch Maar Koemans wil meer dan alleen een spannend verhaal vertellen en daar wordt het in mijn beleving pro-
blematisch. Neem de obsessie van de terrorist; die is tegelijkertijd het thema van dit boek. Het staat zelfs op de cover: ‘Een messcherpe roman over de illusie van veiligheid’. Maar die illusie herken ik helemaal niet. Ik lees en hoor juist overal dat het zo onveilig is
tegenwoordig. Terrorisme, zinloos geweld, voetbalgeweld, huiselijk geweld, noem maar op. Veiligheid is een thema in de politiek, omdat we ons zo ónveilig voelen. Ten onrechte overigens. Als historica kan Koemans weten dat we objectief gezien nooit veiliger zijn geweest dan nu. Het gevoel van onveiligheid is eerder een illusie. Wat doet ze hier als schrijver? Proberen een herkenbare setting te schetsen of een valse illusie te scheppen? Ik zou het niet met zekerheid kunnen zeggen. Het tweede waar ik me niet in kon verplaatsen, is de sociale setting. In Den Haag speelt het verhaal zich af in adellijke kringen. En die doen wel heel negentiende-eeuws aan. Men woont in kapitale huizen in Den Haag en daarnaast zijn er de landgoederen in Overijssel. Als men daar heen gaat voor een weekeinde, belt men de huisbewaarder om ‘de blauwe kamer’ in gereedheid te brengen. Wil mijnheer niet ook de tuinkamer en de bibliotheek betrekken? Twee families spelen een rol in dit boek. Hun landhuizen liggen vlak bij elkaar. De kinderen hebben nog heuse opvoedingen genoten. Ze kijken uit naar de bokkenjacht. De dochter van de ene familie is verliefd op de zoon van de andere. Ze zullen trouwen, maar een parvenu – een burgerman! – weet zich met een list tussen hen in te wurmen en er met de freule vandoor te gaan. Niet uit liefde, maar om hogerop te komen. Er wordt uit principe niet voor geld gewerkt, dat is iets voor gewone mensen. Een jonge baron heeft de onhebbelijkheid om vrouwelijk dienstpersoneel en andere zwakke vrouwen te verkrachten. Maar gelukkig is de jonge baron van de andere familie een held en deze geeft hem een flinke muilpeer. Ook hier begrijp ik niet wat Koemans wil zeggen. Geeft ze een schets van adellijke kringen anno 2013? Die is dan niet heel geloofwaardig, het heeft eerder iets van een kasteelroman. Maar wat dan wel? Wie het weet mag het zeggen. ‘2013’ – Monique Koemans, ISBN 9789401600361, Uitgeverij Xander, Prijs: € 18,95
Ingezonden mededeling
speelt Bagdad Café en Liquid Town Een zinderend, avontuurlijk en muzikaal zomerfeest met heerlijk eten in het Appelcafé! Bagdad Café Naar de succesvolle film van Percy Adlon. Over een klein motel midden in de woestijn waar een vreemde gast arriveert… Gaandeweg ontstaat een hilarische, ontroerende vriendschap tussen twee uitzonderlijke vrouwen.
Liquid Town Een kijkje achter de schermen met een knipoog… Dagelijkse gesprekken over het leven, kunst en over hoe je op het toneel tot grote hoogte kunt stijgen, passeren in korte scènes de revue.
regie Saskia Mees (Bagdad Café) en Judith de Rijke (Liquid Town) speelperiode 6 t/m 23 juni en 23 augustus t/m 8 september, Appeltheater informatie/kaarten www.toneelgroepdeappel.nl of 070 3502200
Bij inlevering van deze bon bij de Appelkassa krijgt u 2 kaartjes Kortingskaarten bestellen? voor de prijs van 1 kaartje voor de try-outs van Bel de Appelkassa, tel. 070 3502200 (ma, di, wo en vr van 12-17 uur). Bagdad Café en Liquid Town op donderdag 6 en vrijdag 7 juni. Normaal betaalt u € 41,- voor 2 kaartjes, nu slechts € 20,50! Maximaal 4 kaartjes per bon.
Den Haag entraal D
17
sport<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Haagse handbalconfrontatie
Heren Hercules en Hellas spelen beslissend promotie-/degradatieduel publiek gespeeld als afgelopen weekend. Dat zal morgen niet anders zijn. Dan is het zaak je eigen spel te blijven spelen en niet onder de indruk te raken van de ambiance. Dat wordt nog lastig zat. Het team dat mentaal het sterkst is, gaat ook winnen”.
Blijft de Haagse handbalclub Hercules volgend seizoen in de eredivisie spelen of keren de mannen van stadsgenoot Hellas na één seizoen afwezigheid terug in Nederlands hoogste klasse? Die vraag staat zaterdag 1 juni centraal in het tweede promotie-/degradatieduel tussen beide clubs. Hellas heeft al een flinke stap gezet door de eerste wedstrijd van afgelopen weekend in eigen huis met 20-15 te winnen. Maar er is nog niks beslist. Een vooruitblik op het tweede duel met coach Menno de Klerk van Hercules en Hellas-trainer Nico Stet, die geen onbekenden voor elkaar zijn.
Samen Voor zowel Stet als De Klerk hebben de promotie/degradatieduels een speciaal tintje. Ze speelden namelijk tien seizoenen samen in hetzelfde team bij Hellas. Dat was van 1972 tot 1983, waarin in het laatste jaar voor het eerst eredivisie werd gespeeld. Die promotie was voor beiden het hoogtepunt. De Klerk: “Dat was echt een groot feest. Het was voor iedereen van Hellas ook een soort opluchting, omdat we zo vaak dicht bij promotie waren”. Voor Stet werd het seizoen in de eredivisie zijn laatste als speler. “Prachtig om op die manier je actieve carrière af te sluiten”.
Door Joey Gardien
De Klerk baalt nog altijd stevig als hij terugkijkt op de eerste confrontatie met Hellas. De nederlaag van zijn ploeg was volgens de 59-jarige oefenmeester onnodig. “We haalden niet het niveau dat we in de nacompetitie en tijdens trainingen lieten zien”, vertelt De Klerk. “We misten ook veel kansen. Dat was mede de verdienste van Hellas-keeper Bart Ravensbergen, die geweldig stond te spelen. Maar dat mag geen excuus zijn. We moeten zaterdag veel brutaler spelen dan vorig weekend. Ons eigen, snelle spelletje weer oppakken. Dan kunnen we winnen, hoewel het zeker niet makkelijk gaat worden. Slechter dan de vorige wedstrijd kan het in ieder geval niet gaan”. Ondanks de overwinning was ook Stet niet te spreken over het spel van zijn mannen. Vooral de tweede helft kon volgens hem veel beter. “We gingen met een 12-5 voorsprong de rust in. We hadden het gat daarna veel groter kunnen maken. Maar ook wij waren niet
De Klerk (links) en Stet: vroeger teammaatjes, maar zaterdag even niet.
altijd even scherp voor het doel. We wisten vijf strafworpen niet te benutten. Dat mag gewoon niet. Nu de marge slechts vijf doelpunten bedraagt, is er morgen nog van alles mogelijk. We beseffen heel goed dat we er nog lang niet zijn”. Publiek Volgens beide coaches kan het publiek
morgen van grote invloed zijn op de uitslag. Dat was in de eerste confrontatie bij Hellas ook al het geval volgens Hercules-trainer De Klerk. “Ik ben niet iemand die kijkt naar redenen waarom we niet goed speelden. Maar feit was dat de Hellas-hal bomvol zat met toeschouwers. Dat geeft toch extra druk, zeker voor zo’n jonge ploeg als ik heb. Hopelijk kan het vele pu-
bliek morgen in ons voordeel werken. Onze supporters zijn al een tijdje bezig met allerlei acties rondom de wedstrijd. Die jongens zijn erg fanatiek en kunnen ons net even dat steuntje in de rug geven op weg naar de overwinning”. Stet vult aan: “Mijn ploeg is nog meer onervaren dan die van Menno. Al die gasten hebben nog nooit voor zoveel
De Klerk en Stet hadden in het veld niet zoveel met elkaar te maken – De Klerk was keeper en Stet linker opbouwer – maar wel buiten het veld. Zo kwamen ze bijna altijd bij elkaar over de vloer op verjaardagen. Na hun loopbaan als speler is het contact wat minder geworden, maar ze zien elkaar nog minimaal één keer per jaar. “Met het team dat promoveerde, komen we dan bij elkaar om een toernooi bij Hellas te spelen”, vertelt Stet. “Dan komen de oude verhalen weer naar boven en is het ouderwets lachen, gieren, brullen. Maar morgen zijn we voor even vijanden”. De wedstrijd tussen Hercules en Hellas wordt zaterdag 1 juni om 20.00 uur gespeeld in Sporthal Boswijk.
Eva Waccano, Limburgse prof in Den Haag Twintig keer werd de Haagse tennisclub HLTC Leimonias landskampioen. De afgelopen vier jaar greep de club aan de Klatteweg de titel. Vorig seizoen wonnen de ‘Hagenaars’ met twee Italianen, twee Hongaren, een Servische , twee Nederlanders en … een Limburgse. Eva Waccano maakt ook dit jaar weer deel uit van Leimonias. Door Alex ’t Lam
Veel speelde de 22-jarige Eva Waccano vorig jaar niet voor het eerste gemengde team van Leimonias. Haar bijdrage bestond uit één single en twee dubbelpartijen. Wel stond zij alle wedstrijden langs de kant als reserve. Ook dit jaar zal Wacanno weinig aan spelen toekomen. De Limburgse fungeert opnieuw als vierde dame achter Vesna Dolonc, Corinna Dentoni en Katalin Marosi. Wat bezielt een Limburgse om langs de kant te zitten bij een Haagse club? Wat volgt is geen romantisch antwoord over haar liefde voor Den Haag of voor de club, maar een inkijkje in de harde werkelijkheid van een tennisprof. “Ik had geen Nederlandse club om competitie voor te spelen”, vertelt Wacanno in de kantine van de club aan de Klatteweg.“Ik speelde voorheen bij Van Horne in Weert, maar er waren daar vorig jaar te veel speelsters die voorrang op mij hadden. Toen Mark-
Paul Burgersdijk (coach van Leimonias, red.) belde, heb ik meteen ‘ja’ gezegd. Ik kende de club niet, was hier nog nooit geweest, maar dit is de periode dat ik wat geld kan verdienen. Daarom speel ik twee maanden competitie in Nederland en Duitsland. Daarna ga ik weer in mijn eentje on tour. In de rest van het jaar verdien ik ook wel wat, maar maak ik meer onkosten dan dat er geld binnenkomt. Ik leef sinds mijn achttiende als fullprof. Alleen zonder de daarbij behorende verdiensten. Ik train zo’n zes uur per dag. Soms is dat best zwaar, maar ik vind het leven als prof heel leuk. Het geeft enorm veel voldoening om keihard te werken en te zien dat je vooruitgaat. Maar het belangrijkste is dat ik bezig ben met dat wat ik superleuk vind: tennis”.
tijdje boven de 1000. Ik had namelijk last van een ontsteking in mijn schouder en heb een rustpauze ingelast. Uiteindelijk heb ik zo’n zeven maanden niet of nauwelijks gespeeld. Sinds februari speel ik weer. Gelukkig gaat het nu weer goed. Op een toernooi in Estland haalde ik mijn hoogste niveau ooit en won ik van een aantal meiden die in de top 300 stonden. Dat was een bevestiging dat ik het niveau aankan. Nu sta ik 849ste op de ATP-ranking. Mijn doel is zo snel mogelijk terug te keren op mijn oude ranking en daarna door te stoten. Mijn droom is om in de top 100 te komen. Daarvoor moet ik nog veel constanter worden, werken aan mijn voetenwerk en mentaal sterker worden. Daar werk ik aan met mijn coach Willem Jan van Hulst en een mental coach”.
Rustpauze De ontwikkeling van het Limburgse
‘Het is niet heel erg om reserve te zitten’ tennistalent is het afgelopen jaar flink gestagneerd. Tot de vorige zomer ging het allemaal nog crescendo en de brunette bereikte haar hoogste ranking, nummer 542 van de wereld. “Daarna ben ik behoorlijk gezakt, zat zelfs een
Eva Waccano: ‘Het is dan ook leuk om onderdeel van een team te zijn’. >Foto: Haagsetopsport.nl / Marcel van der Looij
Reserve Inmiddels is de competitie 2013 begonnen en heeft Wacanno namens Leimonias éénmaal op de baan gestaan. “Natuurlijk wil ik graag spelen, maar ik vind het niet heel erg om reserve te staan. Dat wist ik toen ik hier kwam. Ook toen Leimonias dit jaar Corinna Dentoni contracteerde, baalde ik niet. Laat ik eerlijk zijn, ik ben al blij dat ze mij er bij willen hebben, want ik kan veel van ze leren. Ik heb bijvoorbeeld vorig jaar regelmatig kunnen trainen met Vesna Dolonc. Die heeft zo’n hoog
niveau, zij staat nu ook in de top 100. We hebben dit jaar nagenoeg hetzelfde team als vorig jaar. Een hecht team in een hechte club. Ook al zit ik veel langs de kant, iedereen geeft je echt het gevoel dat je er volledig bij hoort. Tennis is in principe een individuele sport en het leven als prof kan soms best een beetje eenzaam zijn. Het is dan ook leuk om eens onderdeel van een team te zijn”. Voor meer informatie over het speelschema van de eredivisie gemengd: www.leimonias.nl
De Metselaars Vorig jaar promoveerden de Metselaars uit de Hoofdklasse, zodat dit jaar naast Leimonias ook de Scheveningers uitkomen in de Eredivisie. “We hebben een team van zes spelers”, zegt hoofdcoach Jos Koemans. “Vorig jaar waren Mark de Jong en Ysaline Bonaventure erg sterk. Stephan Fransen doet het juist goed in de dubbel, dus daar hopen we ook punten mee te pakken. Daarnaast hebben we Olga Kalyuzhnaya, Nick van der Meer en de Italiaanse Maria Camerin als versterking aangetrokken. Ik heb het idee dat we kans hebben om serieus te strijden voor de play-off-plekken”.
18>sport Hans
Zwart met roze biesjes
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
Internationaal Jeugdtoernooi in Kyocera Stadion
‘ADO had in 2000 een hele aardige lichting’ Niet De Aftrap maar het Kyocera Stadion is de plaats van handeling van het 60ste Internationale ADO Den Haag Jeugdtoernooi. Met een mooi affiche met clubs waarmee ADO-supporters vriendschapsbanden onderhouden: Swansea City, Legia Warschau en Club Brugge. Misschien zit een titel, voor het eerst sinds 2000, er weer eens in voor ADO. Ferrie Bodde kijkt met groot plezier terug op de winst die hij dertien jaar geleden met ADO boekte. Door Bert Tielemans
Kort geleden werd in de hoofdstad het nieuwe uitshirt van Ajax gepresenteerd, en waar je op kon wachten, gebeurde razendsnel. Er was commentaar vanuit de supporters dat zwart met roze biesjes te veel ‘homo’ was. Als rechtgeaard ADO Den Haag-liefhebber lag ik dubbel. Korte tijd later vernam ik dat er plannen zijn om De Roze Ooievaar op te richten, een homofanclub voor ADO Den Haag. Oei! Wat gebeurt er als bekend wordt dat de Haagse trots als eerste in Nederland een homofanclub heeft? Ik kan me nog een klein akkefietje van een Haagse keeper met een voorbinddildo herinneren en destijds waren de spreekkoren al niet mals. In Duitsland zijn er drieëntwintig homofanclubs in het betaalde voetbal. De jongens gaan niet naar het stadion, maar komen in een kroeg bij elkaar om gezamenlijk de wedstrijd te bekijken. De KNVB probeert met het actieplan Voetbal voor Iedereen al een tijdje de homo-acceptatie in het voetbal te bevorderen. Let wel: mannenvoetbal, want bij de vrouwen is geaardheid amper een issue. Net zomin als in veel andere sporten. In dezelfde stad waar supporters zich druk maken om roze biesjes, resideert de Lowlanders, een homorugbyclub. De meeste leden spelen ook op hoog niveau competitie bij ARC, zonder dat hun heteroteamgenoten daar problemen mee hebben. Ook in Den Haag zijn sportverenigingen voor homo’s. Zo is er zwemclub Plons en – hoe briljant kan een naam zijn – volleybalvereniging De Lange Poten. Dit lijkt niet veel met integratie te maken te hebben, maar niets is minder waar. Er zijn namelijk ook nog tegenstanders en die zijn veelal hetero. Of mixed, want in andere sporten lijken er nauwelijks problemen voor te komen tussen homo’s en hetero’s. Waar zit dan het verschil? Het antwoord is even simpel als onthutsend: angst. Homovoetballers zijn bang om uit de kast te komen. Puur vanwege pesterijen. Gevoed door angst van de heterovoetballer dat hij – als hij niet pest – wordt geassocieerd met die homo. Of misschien wel – en dit is nog veel erger – om te verhullen dat hij zelf homoseksuele gevoelens heeft. Het getuigd juist van mannelijke zelfverzekerdheid om openlijk homotolerant te zijn. Zouden de voetballers van ADO Den Haag zich mannelijk genoeg voelen om straks een bezoekje te brengen aan De Roze Ooievaar? Wat zou dat een stap voorwaarts zijn! Dan mag er best nog wel gelachen worden als Ajax op bezoek komt. Hans Willink
“ADO had dat jaar een hele aardige lichting”, begint de geboren Delftenaar lachend als hem gevraagd wordt naar zijn herinneringen aan de winst in het ADO Den Haag Jeugdtoernooi. “Ik heb drie keer meegedaan, maar dat jaar staken Romeo Castelen, Michael van der Heijden en ik er toch wel bovenuit. We hebben ook alle drie het betaalde voetbal gehaald”. In 2000, de 50ste editie, won ADO in de poulefase van KV Mechelen (2-1) en West Ham United (2-1). Tegen FC Utrecht speelde het team, dat onder leiding van Bob Kootwijk stond, gelijk tegen FC Utrecht (2-2). “Het was schitterend weer en er kwam best veel publiek naar De Aftrap. Spelers keken uit naar het jeugdtoernooi. Je kon jezelf laten zien aan een groot publiek en je meten met internationale spelers en teams. Grote clubs als Glasgow Rangers en Borussia Mönchengladbach spraken aan”. Bodde herinnert zich nog een voorval. “Jaren later in Engeland, toen ik net begon bij Swansea, kwam ik Richard Duffy tegen. Een prof die later bij verschillende Engelse ploegen speelde. Hij herinnerde zich mij nog van het jeugdtoernooi in Den Haag. ‘Jij was toch die schopper waar ik tegenover stond in het veld?’ ”. Ervaring Volgens Ferrie Bodde, die in 2000 ook zijn debuut in het eerste elftal maakte, zijn internationale jeugdtoernooien heel belangrijk voor jonge spelers met
Ferrie Bodde: ‘Je kon jezelf laten zien aan een groot publiek en je meten met internationale spelers en teams’.
ambities. “Als ADO een beetje geld kan vrijmaken, moeten ze de jeugdteams laten meedoen aan toernooien in Frankrijk, Zwitserland en Duitsland. Die jonge jongens doen daar zoveel ervaring op, dat is onbetaalbaar. Spelen tegen ploegen waar je normaal nooit tegen speelt en waardoor je andere speelstijlen en vaak fysiek sterkere spelers tegenover je krijgt, maakt je sterker. Goed voor je weerstand”. Tegen FC Utrecht speelde ADO Den Haag in 2000 de finale. “In het Zuiderparkstadion. Flink wat mensen op de tribune en dan winnen. Dat was mooi als 17-jarig ventje. Het was ruiken aan topvoetbal”. 60ste editie Paul van Lith is een van de organisatoren van de 60ste editie van het jeugdtoernooi. “Het wordt dit jaar een spek-
takel, voor het eerst in het Kyocera Stadion, met ploegen die aantrekkelijk voetbal spelen, zoals de nationale ploeg van Mexico. Winnaar van het toernooi vorig jaar en wereldkampioen onder 17 jaar”. Sinds enkele jaren is de HFC ADO Den Haag, onder leiding van voorzitter Jan Willem Ligt, nauwer betrokken bij de organisatie van het jeugdtoernooi, dat enkele jaren terug een stille dood leek te sterven. Paul van Lith: “Er was geen geld meer beschikbaar vanuit de club. Ook nu blijft de financiering lastig. Maar we zijn er met behulp van sponsors in geslaagd een sluitende begroting te realiseren. Dat was een voorwaarde voor de club. Dit toernooi, met zo’n lange traditie, hoort bij ADO en bij de stad. En is belangrijk voor de ontwikkeling van onze jonge spelers”. Maar of er dit
jaar een overwinning voor ADO Den Haag in zit? Ferrie Bodde: “Zou mooi zijn. Na dertien jaar wordt het wel weer eens tijd. Ik ga maar eens een paar wedstrijdjes kijken”. Het 60ste Internationale ADO Den Haag Jeugdtoernooi start vrijdag 31 mei om 16.30 uur met de wedstrijd Club Brugge – FK Senica. Deelnemende clubs zijn: Swansea City (Eng), Legia Warschau (Pol), Nationaal team van Mexico, Club Brugge (Bel), Cruzeiro (Bra), FK Senica (Slo), Nationaal team van Schotland en ADO Den Haag. Zondag 2 juni om 16.15 uur is de finale. Alle wedstrijden worden gespeeld in het Kyocera Stadion en de prijzen worden uitgereikt door bondscoach Louis van Gaal. Weekendtickets kosten € 5,– (incl. toegang NL Drift Series).
Beach-cricket voorproefje van All Stars-wedstrijd
Het bleek al echt te bestaan: beach-cricket. Maar ook zonder dat had het jubilerende HCC ongetwijfeld besloten om deze variant een keer te spelen. Op het strand voor het Carlton Beach Hotel werden twee banen aangelegd, waarmee het officieuze Nederlands kampioenschap kon aanvangen. Door Hans Willink
Heel even brak de zon door, afgelopen vrijdag. Het was genoeg om het mini-evenement wat extra glans te geven. Door het barre weer eerder die dag hadden enkele teams afgehaakt. Geen enkele reden om bij de pakken neer te zitten, er werd gewoon om vier uur gestart. Het was aardig te kunnen constateren dat er diverse ontmoetingen plaatshadden. Zo was er een absoluut oude garde, waarbij één heer in het bijzonder opviel. Na een formidabele kreun bowlde hij de bal – aangepast om geen glasschade bij het naastgelegen strandpaviljoen te veroorzaken – toch zeker anderhalve meter ver. Hij ontmoette jong, want een beginnende tiener stond aan de andere kant te hopen dat de volgende bal wel tot bij hem zou komen. Zo geschiedde. Een andere ontmoeting was die tussen cricket en voetbal. Een aantal spelers van HVV, de club waarmee HCC samen de Koninklijke Haagsche Cricket en Voetbal Vereniging vormt, was zo aardig geweest
Voetbalaanvoerder Jaap Akerboom maakt indruk bij zijn cricketdebuut. >Foto: Creative Images
om acte de présence te geven. Enkelen kwamen zelfs voor de allereerste keer in aanraking met cricket. Zo maakte Jaap Akerboom, de aanvoerder van HVV-1, met enkele formidabele slagen indruk. “Aangeboren sporttalent, denk ik”, analyseerde de captain bescheiden. “Balgevoel zit er altijd wel in. Ik heb veel gekeken naar cricket, maar het nooit eerder gespeeld. Als je dan toch debuteert, is dit natuurlijk een prettige omgeving”. All Stars Terwijl op baan 2 de cricketers en voetbal-
lers een uiterst boeiend duel uitvochten, keek Luwe de Grooth toe bij baan 1, waar het tempo en het fanatisme iets lager lagen. “Namens de jubileumcommissie organiseer ik alle cricketevenementen”, verduidelijkte De Grooth zijn aanwezigheid. “Bij zowel voetbal als cricket hebben we onze jubileumactiviteiten dusdanig gekozen, dat er voor iedereen wat leuks is. Het idee voor het beach-cricket ontstond, omdat we voor de recreatieve cricketers een keer wat anders wilden doen dan zomaar een toernooi op de club. We kozen voor een iets andere invulling. Beach-cric-
ket is in landen als Zuid-Afrika en Australië heel populair. Niet professioneel: gewoon drie stokjes in de grond en cricketen. Wij spelen met dezelfde regels, alleen leggen wij een mat neer, zodat de bal ook opstuit. Iedereen wil graag winnen en dat maakt het alleen maar leuk”. HCC heeft zich uiteraard niet beperkt to beach-cricket: “We hadden twee weken geleden een jeugdtoernooi, nu het beachcricket en op zaterdag 1 juni speelt HCC-1 tegen een All Stars-team met oud-internationals. Grote namen als Nolan Clarke, Tim de Leede en Roland Lefebvre worden nog versterkt met de Zuid-Afrikanen Gary Kirsten en Allan Donald. Het wordt fantastisch om deze mannen bij ons op De Diepput te zien cricketen. De cricketvariant die wordt gespeeld is twenty20 en we beginnen om vier uur ’s middags”. Een mooi affiche dus en dat met gratis toegang. Voor wie dit nog niet genoeg is, staat een dag later nog een aardig potje op het programma. De Grooth: “HCC1 speelt op zondag tegen Quick, de altijd belangrijke derby. Vooraf hebben we een klassiek concert door het Amstel Quartet, waarbij we de buurt hebben geïnviteerd”. Een nieuwe kreun vrijdag gaf aan dat er nog steeds ballen over het strand werden geslagen. Met dit evenement heeft HCC, waarschijnlijk onbedoeld, een oude slagzin van Den Haag Marketing van stal gehaald: Koninklijke Stad aan Zee. Maar natuurlijk ook gewoon aan de Van Hogenhoucklaan.
19
varia<
Vrijdag 31 mei 2013 > Den Haag Centraal
Haagse economie blijft achter bij Randstad
stadsgroen
Het is groen en het... woekert!
Hoe val je op, als plant? Hoe zet je jezelf in the picture, hoe maak je jezelf onsterfelijk? Je hoeft maar op een stukje braakliggend terrein te kijken en je weet het antwoord. Nee, je rúíkt het antwoord! We hebben het over de reuzenbalsemien, een eigenwijze, riekende aandachttrekker met een fenomenale groeikracht. De plant komt oorspronkelijk uit het noorden van India, waar deze op vochtige oevers van snelstromende beken groeit. De
Een eigenwijze, riekende aandachttrekker met een fenomenale groeikracht
Internationale organisaties als de OPCW zorgen ervoor dat vrede en recht speerpunten zijn in het Haagse economiebeleid. > Foto: Den Haag Marketing
Den Haag presteert in economisch opzicht middelmatig in de crisis. Dat is de boodschap van het economisch onderzoeksrapport Nieuw Haags Peil dat deze week ter gelegenheid van de vijfde editie van het Ondernemersplein Den Haag is gepresenteerd. De economische crisis is net zo oud als het Ondernemersplein en wethouder Henk Kool (PvdA, Economie) concludeert na vijf jaar dat Den Haag er in economisch opzicht ‘niet zo slecht voor staat’. De stad neemt qua economische omvang in Nederland de derde plaats in na Amsterdam en Rotterdam. Met een toegevoegde waarde van 18,5 miljard euro doet Den Haag het verhoudingsgewijs beter dan Rotterdam, maar blijft achter ten opzichte van
Amsterdam en Utrecht. In de periode tussen 2007 en 2011 groeide de Haagse economie met 8,6%. Hoewel dat cijfer gunstig afsteekt bij het regionaal en landelijke gemiddelde, wijzen de recentste gegevens van het CBS op een achterblijvende ontwikkeling in de Haagse regio. De krimpende overheid wordt daarvoor als een van de oorzaken genoemd.
toegevoegde waarde van 7,9 miljard en 113.000 banen een belangrijke bijdrage aan de lokale economie. Het klimaat voor starters is positiever dan het landelijke. Per 1.000 bedrijven zijn er 128 starters en 98 stoppers. Doordat de omvang van de startende bedrijven kleiner is dan die van de stoppende, daalt de werkgelegenheid hierdoor toch met ongeveer 3.000 banen.
Het grootste deel van de groei in de afgelopen jaren is te danken aan het grootbedrijf, maar het midden- en kleinbedrijf in Den Haag presteerde op een aantal punten ook boven het nationale niveau. Vooral op het gebied van winst, investeringen en arbeidsvolume is de groei relatief sterk geweest. De mkb-sector levert met een
De gemeente ziet kansen in de groei van de sectoren vrede en recht, veiligheid en creatieve industrie. Daarnaast staan er in 2014 twee grote evenementen op de agenda waarvan Den Haag grote verwachtingen heeft. Het WK hockey en de nucleaire topconferentie NSS moeten een impuls geven aan de lokale economie.
Britten, ooit veelvuldig aanwezig in die regio, waren dol op de orchideeachtige bloemen en namen ze, onwetend van de bruut uit elkaar knallende zaden die zich meters ver verspreiden, mee naar Engeland. De soort bleek zich in de Britse achtertuinen onstuitbaar en ook uitroeibaar te gedragen. Via Engeland bereikte de plant al rap het Europese vasteland en vervolgens de rest van de wereld. De opdringerige balsemien die zo mooi roze en lila bloeit, staat ongetwijfeld ook bij u in
de buurt. Ruikt u al iets? De bloemetjes aan de tweeënhalve meter hoge eenjarige vallen al snel af, waarna de zaaddozen gaan zwellen. Eenmaal rijp springen de zaden uit hun hulsje, als kogels op de kermis. Je hoort zelfs een welgemeende ‘knap’. Maar nu komt het leuke: vlak voor ze vanzelf openspringen, zijn ze ook tot een explosie te forceren. Dat doe je door er zachtjes in te knijpen. En ik kan er niets aan doen, maar ik vind het verrukkelijk! Een paar jaar terug is er nog zo’n heerlijk balsemientje tot onze contreien doorgedrongen. Het is net zo roze als en wat bescheidener in omvang dan de reuzenbalsemien, maar is wel aan een onstuitbare opmars bezig. In Frankrijk is de balsemien een al veelgeziene gast in de bermen, waar hij als drachtplant voor honingbijen fungeert. De nieuwste balsemien uit de Himalaya is geel van kleur. Hij heeft dezelfde orchideeachtige bloemen en dezelfde wellustige zadenverspreidingstactiek. En eerlijk gezegd worden ze al bijna een plaag. Er gaan stemmen op om de stinkende planten uit te roeien. Maar eerlijk gezegd hoop ik dat u wat stekjes van het kruid voor mij heeft. Noem het nostalgie. Maar juni zal geen juni zijn als ik niet wat balsemien kan laten springen. Wendy Hendriksen >Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
medisch
Familie Z.
Het gezin Z. heb ik al jaren in de praktijk. Vader, moeder en vier kinderen. De jongste zoon is net zo oud als mijn jongste dochter, bijna 21. Hij woont in een begeleidwoonproject. De jongste dochter heeft een eigen gezin. De oudste dochter en zoon wonen nog thuis. De dochter is werkloos. De zoon werkt; ik zie hem zelden. Vader en moeder zijn beiden chronisch ziek en gebruiken medicijnen. Vader heeft ernstige nierproblemen en heeft daardoor ook bloedarmoede. Hij slikt onder andere bloedverdun-
ners. Moeder heeft suikerziekte, spuit insuline, maar heeft ook veel psychische begeleiding nodig. Een paar weken geleden is de vader op weg naar huis op zijn knie gevallen. Met moeite is hij thuisgekomen en de trap op geklommen. De volgende dag belde hij op en vroeg om een visite. Ze wonen in een bovenwoning in een arbeidershuis. De woonkamer is klein en er staan veel grote meubelen. Lastig om iemand goed te kunnen onderzoeken. Zijn knie en onderbeen waren heel
dik. Het was zonder enige twijfel een grote bloeduitstorting in zijn knie en onderbeen. Gezien zijn voorgeschiedenis was een beoordeling op de eerste hulp aangewezen. Bij een grote bloeduitstorting kan bloedarmoede nog erger worden en grote problemen veroorzaken. Hij weigerde echter. De volgende dag zou hij jarig zijn en zijn verjaardag vieren en hij wilde per se thuisblijven. Hoe ik ook probeerde om hem te overtuigen en op alle risico’s te wijzen, hij wilde niet. Zelfs de tetanusinjectie die ik later wilde komen brengen, wees hij af.
te veel slikte. Het leek mij beter om nu bloed te laten prikken en te kijken hoe erg zijn bloedarmoede was en hoe slecht zijn nierfunctie. Beide waren dramatisch. Opnieuw was een bezoek aan de eerste hulp geïndiceerd, maar ook deze keer weigerde hij. “Ik heb daar echt geen zin in. Je zit daar uren te wachten. Maak maar een afspraak op de polikliniek, dan ga ik daar wel naar toe”. Mijn antwoord dat dat misschien te laat was en dat hij dood zou kunnen gaan, hielp niets. “Dat zie ik dan wel weer”, zei hij.
Ik kon niet anders dan deze situatie accepteren en goed documenteren, maar toch blijf ik er dan een hele avond over piekeren. In eerste instantie leek alles nog met een sisser af te lopen, maar een paar dagen later klaagde hij over duizeligheid en vermoeidheid. Hij weet het aan al zijn medicatie. Hij vond dat hij
Mijn antwoord dat dat misschien te laat was en dat hij dood zou kunnen gaan, hielp niets
Gelukkig was de internist bereid om hem een paar dagen later op de poli te zien. De samenwerking is dan wel heel belangrijk. Ik zorgde dat de vader die dag ’s morgens vroeg bloed ging prikken, zodat zij de uitslagen op de poli bij de hand had. Ze heeft zijn medicatie aangepast en nogmaals benadrukt dat als hij nog wat langer wil leven, goed voor zichzelf moet zorgen. De volgende dag werd hij opgenomen voor een bloedtransfusie. Ik hoop dat hij zich nu wat beter voelt, maar ik heb hem nog niet gesproken. Deze keer is het allemaal net goed afgelopen, maar of dat een volgende keer ook zo zal gaan, betwijfel ik.
Emilie Bolsius Huisarts
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 31 mei 2013
vilan, renate & de residentie
We gingen lunchen Het was een invitatie waar het goud zowat vanaf spatte. De ambassade van India gaf een perslunch en verzocht kindly om onze aanwezigheid. Snel daarna kwam een kind reminder. We dachten: er is maar één ambassade van India en er is een oerwoud aan pers in ons land, dat wordt een krankzinnige drukte. NRC, Trouw, de Wereldomroep, wat konden we verwachten? Hoe zouden we ons op dat niveau staande moeten houden? Om goed voor de dag te kunnen komen, studeerden we geheel Engelstalig diplomatieke meningen in over onderwerpen als yoga, de Mahabharata, de positie van vrouwen en de heilige mannen van India. Alles hing met alles samen, holistisch gezien. Van de zenuwen waren we weer eens vroeg. Aanvang lunch: 12.30 uur. Aankomst bij restaurant Bombay Palace: 12.27 uur. Het licht was nog uit en de twee deuren waren gesloten. Gelukkig kwam de eigenaar al na vijf minuten opdagen. Ja, het was hier en vandaag, hij ging speciaal open voor de perslunch, en of hij iets te drinken kon aanbieden. Het restaurant was groot, leeg, stil maar toch gezellig. Dat kwam door de warme inrichting, het zachte tapijt en de terzijde gestalde fiets met vele gekleurde kraaltjes om de spaken. Na een poosje kwam de man van de ambassade aanwandelen. First Secretary Satendar Kumar met aan zijn zijde persman Peter Gobets. Ze oogden vriendelijk en ontspannen. (De fotografe had op dat punt al diverse sms’jes aan uw verslaggeefster verzonden, want het verkeer, de tijd, de hoogtepunten die ze niet wilde missen). Gedrieën spraken wij in het Engels over yoga en de heilige mannen van India. De Mahabharata wilde niet zo vlotten, evenmin als een improvisatie onzerzijds over het belang van aryuvedische geneeskunde voor de westerse wereld. Wel namen we met belangstelling kennis van het feit dat de nieuwe dansleraar was gearriveerd: een man, zei de First Secretary tegen ons met enige nadruk. Hij doceert klassieke Indiase dans. De massage teacher is ook een man.
En het fooitje voor de ober graag in de hand aan de muur. > Foto’s: Mylène Siegers
Tegen of na twee uur gingen we aan tafel, en net toen de voorgerechten arriveerden, kwamen twee andere gasten. Het waren Mr en Mrs Galied Aliahmad; hij is verbonden aan Radio Sangham en zij is met hem getrouwd. Weer later arriveerde Mrs S. Ramautair. Ze werkt voor Omroep Hindi Media (OHM), waarvoor ze elke zaterdag een programma verzorgt. Toen waren we compleet. De voertaal was en bleef Engels, met brokjes Nederlands erdoorheen. Want de First Secretary zou in september weliswaar drie jaar in Nederland zijn, maar de taal echt leren was er nog niet bij. Hij zei iets over integratie en assimilatie, en dat hij straks misschien naar een ander land ging. Iedereen vertelde over het eigen werk. De achterpagina werd geprezen wegens het eerdere gevoelvolle artikel over de sari’s van India dat er te lezen was geweest, ook madam Ambassador had er met genoegen kennis van genomen. We kregen allemaal tips waar we nog meer aandacht aan konden besteden, en de pers van de radio schreef ze enthousiast op.
Niks geen NRC, Trouw of Wereldomroep. Zelfs Eva Jinek – die nu toch niets te doen heeft – was er niet. Maar wel knus zo met het hele gezelschap aan één tafel.
Mocht er plotseling ergens diplomatieke noodhulp nodig zijn, dan staat de CD-fiets klaar.
Elke twee maanden werd er een dergelijke perslunch gehouden, vertelde de First Secretary. Deden ze al jaren. Gewoon, omdat de ambassade prijs stelde op informele contacten en ook graag wilde horen wat er leefde, wat er zoal voor vragen waren. De First Secretary keek ons bemoedigend aan. Wij hadden nog maar één onderwerp over en dat was de positie van vrou-
len van India vrijer, ontwikkelder en geëmancipeerder waren dan in welke samenleving in het Westen ook. Ook vonden alle tafelgenoten dat vrouwen in India zelf het interieur mochten uitkiezen en ook konden beslissen aan wie de dochters werden uitgehuwelijkt. De First Secretary deelde nog mee dat India veel vrouwelijke goden kende en dat mannen
wen in India. Het sloeg aan. Iedereen aan tafel was het erover eens, dat vrouwen in India een goede positie bezaten. Na de busverkrachtingen waren er ogenblikkelijk nieuwe wetten gemaakt, dus zoiets zou niet meer voor hoeven te komen. Trouwens, incidenten werden hier altijd zo opgeblazen, er ging ook veel goed. De First Secretary wist dat sommige de-
sommige rituelen niet eens af kónden maken zonder hun vrouw. Gek, hoe je opeens helemaal stil kunt vallen.
Vilan van de Loo