Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

7 747 014 530 (03/2007) BE

Logano GB125 met brander Logatop BE

Condensatieketel voor stookolie

Voor de installateur Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud

Inhoudsopgave

1

Voor uw veiligheid . 1.1 1.2 1.3 1.4

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Over dit voorschrift . . . . . . . . . . . . Voorgeschreven toepassing . . . . . . Verklaring van de gebruikte symbolen Neem deze aanwijzingen in acht . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

1.4.1 Aanwijzingen voor de opstellingsruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

2

Productbeschrijving

3

Werking van de verwarmingsinstallatie .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

3.1 Verwarmingsinstallatie inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1.1 De verwarmingsinstallatie met behulp van het regeltoestel en de bedieningseenheid in bedrijf stellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

3.2 Verwarmingsinstallatie uitschakelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.3 Handelwijze in een noodsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.4 Werkingsdruk controleren, eventueel verwarmingswater bijvullen en ontluchten . . . . 8 3.4.1 Wanneer moet u de bedrijfsdruk controleren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3.4.2 Bedrijfsdruk controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3.4.3 Verwarmingswater toevoegen en ontluchten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

3.5 Aanwijzingen voor de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 3.6 Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

4

Storingen verhelpen

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

4.1 Storingen herkennen en resetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12

2

Stookolieketel Logano GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Voor uw veiligheid

1

Voor uw veiligheid

1.1

Over dit voorschrift

Deze handleiding bevat belangrijke informatie betreffende een veilige en vakkundige bediening en werking van de verwarmingsketel. De specifieke stookolieketel Logano GB125 met brander Logatop BE wordt hieronder omschreven als (verwarmings)ketel.

1.2

Voorgeschreven toepassing

De ketel mag alleen worden gebruikt voor de verwarming van verwarmingswater en voor tapwaterverwarming, b.v. voor één- of meergezinswoningen.

1.3

1.4

Neem deze aanwijzingen in acht

U leert het juiste gebruik van uw verwarmingsinstallatie kennen door – u bij de oplevering van de installatie door uw verwarmingsinstallateur te laten instrueren en – deze bedieningshandleiding zorgvuldig door te lezen. Voer werkzaamheden aan de ketel alleen uit voor zover deze in de bedieningshandleiding zijn beschreven. LEVENSGEVAAR door niet gekwalificeerd personeel. WAARSCHUWING!

Verklaring van de gebruikte symbolen

In deze handleiding wordt er gebruik gemaakt van de volgende symbolen: LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

Duidt op een mogelijk gevaar dat zonder voldoende voorzorgsmaatregelen kan leiden tot ernstige lichamelijke letsels of zelfs tot de dood. GEVAAR VOOR VERWONDINGEN/ SCHADE AAN DE INSTALLATIE

OPGELET!

1

z Let erop dat de montage, inbedrijfstelling en het onderhoud alleen door erkende verwarmingsinstallateurs worden uitgevoerd. Met name werkzaamheden aan elektrische en brandstofvoerende delen vereisen een gepaste kwalificatie. LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

door het niet in acht nemen van de eigen veiligheid in noodsituaties, b.v. bij een brand. z Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles.

Wijst op een situatie die potentieel gevaarlijk is en die zou kunnen leiden tot licht en matig lichamelijk letsel of materiële schade. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Tips voor een optimaal gebruik van de toestellen en een optimale instelling, evenals andere nuttige informatie.

Î Verwijzingen Verwijzingen naar een bepaalde passage of een ander document zijn gemarkeerd met een pijl Î .

Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

3

1

Voor uw veiligheid

1.4.1 Aanwijzingen voor de opstellingsruimte LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

door vergiftiging. Een ontoereikende luchttoevoer kan leiden tot het ontsnappen van gevaarlijke rookgassen. z Zorg ervoor, dat de luchttoevoer- en afvoeropeningen niet verkleind of afgesloten zijn. z Houd de deuren naar de opstellingsruimte gesloten. z Beveilig de opstellingsruimte en met name de luchttoevoeropeningen tegen binnendringen van kleine dieren, b.v. langs de luchtroosters. z Indien u gebreken niet onmiddellijk verhelpt, mag de ketel niet in bedrijf gesteld worden. BRANDGEVAAR

WAARSCHUWING!

door ontvlambare materialen of vloeistoffen. z Zorg ervoor, dat er geen ontvlambare materialen of vloeistoffen in de onmiddellijke nabijheid van de verwarmingsketel aanwezig zijn.

4


Productbeschrijving

2

2

Productbeschrijving

De verwarmingsketel is een oliegestookte condensatieketel met glijdende regeling van de ketelwatertemperatuur.

1

De ketel bestaat uit:

6

5

– Regeltoestel

2

– Ketelmantel – Ketelblok met isolatie 3

– Brander – Warmtewisselaarsysteem Het regeltoestel bewaakt en regelt alle elektrische componenten van de ketel. De ketelmantel beperkt energieverliezen en heeft eveneens een geluiddempend effect. Het ketelblok draagt de warmte van de door brander opgewekte warmte over aan het verwarmingswater. De isolatie verhindert energieverlies. Het product voldoet aan de desbetreffende eisen van de relevante normen en richtlijnen.

4 Afb. 1

Vooraanzicht Logano GB125

1

regeltoestel

2

ketelmantel

3

branderdeur

4

stookoliebrander

5

branderkap

6

warmtewisselaarsysteem

1

Afb. 2 1

Rugaanzicht Logano GB125 (afgebeeld zonder warmte-isolatie)

warmtewisselaarsysteem


5

3

Werking van de verwarmingsinstallatie

3


3.1

Verwarmingsinstallatie inschakelen

Zorg er vóór het inschakelen voor, – dat de bedrijfsdruk volstaat, – dat de hoofdkraan voor de brandstoftoevoer geopend is en – dat de verwarmingsnoodschakelaar ingeschakeld is. 3.1.1 De verwarmingsinstallatie met behulp van het regeltoestel en de bedieningseenheid in bedrijf stellen z Plaats de beide draaiknoppen aan het regeltoestel in op "AUT" (automatisch bedrijf). In die positie wordt de installatie door de bedieningseenheid gestuurd.

Afb. 3

Regeltoestel instellen

Afb. 4

Verwarmingsinstallatie inschakelen

z Schakel de bedrijfsschakelaar in (positie "I"). Het regeltoestel controleert de actuele installatiestatus en de brander gaat eventueel in bedrijf. Wanneer de verwarmingsketel een warmtevraag ontvangt, begint het startprogramma, de brander onsteekt na ongeveer 30 seconden. Er ontstaat een warmtevraag als de verwarmings- of warmwatertemperatuur onder de ingestelde waarde daalt. De LED onder de betreffende draaiknop licht op.

6



3

z Volgende instellingen aan de bedieningseenheid RC30/RC35 controleren of instellen: – bedrijfssoort automatisch – gewenste kamertemperatuur – gewenste tapwatertemperatuur – gewenst verwarmingsprogramma AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER z Informatie betreffende de bediening, bijvoorbeeld de instelling van de temperaturen, kan u vinden in de Î voorschriften van de bedieningseenheid.

3.2

7 747 011 453-17.1RS

Afb. 5

Bedieningseenheid (b.v. RC35, met geopende afdekkap)

Afb. 6

Verwarmingsinstallatie uitschakelen

Verwarmingsinstallatie uitschakelen

z Schakel de bedrijfsschakelaar op het regeltoestel uit (stand "0"). Zodoende worden de verwarmingsketel en alle componenten (zoals b.v. brander) uitgeschakeld. z Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door vorst. OPGELET!

Als de verwarmingsinstallatie niet in bedrijf is, kan ze bij vorst bevriezen. z Laat de verwarmingsinstallatie, indien mogelijk, ingeschakeld. z Zorg ervoor dat de verwarmingsinstallatie niet kan bevriezen door eventueel de verwarmings- en tapwaterleidingen leeg te laten lopen op het laagste punt van de installatie. z Warmtewisselaar leeg laten lopen.

3.3

Handelwijze in een noodsituatie

In een noodgeval, b.v. bij een brand, gaat u als volgt tewerk: z Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles. z Sluit de hoofdkraan voor de brandstoftoevoer. z Schakel de cv-installatie via de verwarmingsnoodschakelaar of via de betreffende zekering stroomloos.


7

3

3.4


Werkingsdruk controleren, eventueel verwarmingswater bijvullen en ontluchten

3.4.1 Wanneer moet u de bedrijfsdruk controleren? Het pas bijgevulde verwarmingswater verliest in de eerste dagen veel aan volume, aangezien het nog sterk uitgast. Zodoende ontstaan luchtbellen, het verwarmingswater begint een kolkend geluid te maken. z Controleer de bedrijfsdruk bij nieuwe verwarmingsinstallaties eerst dagelijks, vul eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de radiatoren. z Controleer later de bedrijfsdruk maandelijks, vul eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de radiatoren. 3.4.2 Bedrijfsdruk controleren De installateur heeft de rode wijzer van de manometer ingesteld op de vereiste bedrijfsdruk (ten minste 1 bar overdruk).

2

z Controleer of de manometerwijzer binnen de groene markering staat.

1

z Wanneer de manometerwijzer onder de groene markering komt, moet verwarmingswater worden bijgevuld. 3 3.4.3 Verwarmingswater toevoegen en ontluchten Laat u door uw verwarmingsinstallateur wijzen waar zich bij uw verwarmingsinstallatie de vul- en aftapkraan voor het bijvullen van het verwarmingswater bevindt. GEVAAR VOOR DE GEZONDHEID

OPGELET!

8

door verontreiniging van het drinkwater.

Afb. 7

Manometer voor gesloten installaties

z Laat u door uw verwarmingsinstallateur uitvoerig wegwijs maken hoe uw verwarmingsinstallatie met water moet vullen.

1

rode wijzer

2

manometerwijzer

3

groene markering



3

SCHADE AAN DE INSTALLATIE door temperatuurspanningen. OPGELET!

Wanneer u de verwarmingsinstallatie in warme toestand vult, kunnen temperatuurspanningen spanningsscheurtjes veroorzaken. De ketel wordt ondicht. z Vul de verwarmingsinstallatie enkel in koude toestand (de vertrektemperatuur mag maximaal 40°C bedragen).

z Vul de verwarmingsinstallatie langzaam met behulp van de aanwezige vulkraan. Houd daarbij de aanduiding (manometer) in het oog. z Wanneer de gewenste bedrijfsdruk is bereikt, moet het vullen worden beëindigd. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Verwarmingsketel en warmtewisselaar moeten afzonderlijk ontlucht worden. z Ontlucht met behulp van de steeksleutel de warmtewisselaar aan het ontluchtingsventiel. z Ontlucht de verwarmingsinstallatie via de ontluchtingsventielen aan de radiatoren. 1

z Vul water bij als de bedrijfsdruk door het ontluchten afneemt. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door veelvuldig bijvullen. Afb. 8 OPGELET!

Wanneer u vaak verwarmingswater moet bijvullen, kan de verwarmingsinstallatie afhankelijk van de waterkwaliteit worden beschadigd door corrosie en ketelsteen.

1

Warmtewisselaar ontluchten

ontluchtingsventiel (4-kant-spindel 5mm) aan de warmtewisselaar

z Vraag bij uw verwarmingsinstallateur na of u het plaatselijke water zonder meer kan gebruiken of dat dit eventueel moet worden behandeld. z Neem contact op met uw verwarmingsinstallateur, wanneer u uw installatie vaak moet bijvullen.


9

3

3.5


Aanwijzingen voor de werking

De juiste brandstof Voor een probleemloze werking heeft de verwarmingsinstallatie de juiste brandstofsoort en kwaliteit nodig.

Maak enkel gebruik van deze brandstof:

SCHADE AAN DE INSTALLATIE door verkeerde brandstof. OPGELET!

z Maak uitsluitend gebruik van de aangegeven brandstof.

Laat u door uw verwarmingsinstallateur adviseren, wanneer u uw verwarmingsinstallatie wilt omschakelen naar een andere brandstofsoort of wanneer u een brandstof met afwijkende specificaties wilt gebruiken.

Stempel/datum/handtekening

Opstellingsruimte SCHADE AAN DE CV-KETEL door verontreinigde verbrandingslucht. OPGELET!

z Gebruik nooit chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeenkoolwaterstoffen (b. v. in spuitbussen, oplossings- en reinigingsmiddelen, verf, lijm). z Vermijd sterke stofvorming. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door water.

OPGELET!

z Stel bij acuut gevaar voor hoog water de ketel tijdig, voor binnenkomst van het water aan de brandstof en stoomzijde, buiten werking (Î hoofdstuk 3.2, pagina 7). z Laat uw verwarmingsinstallatie na binnenkomst van water door een installateur controleren, voordat u deze weer in werking stelt. z Kranen, regel- en besturingstoestellen die in aanraking zijn gekomen met water, moeten door uw installateur vervangen worden.

10



3.6

3

Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk?

Omwille van onderstaande redenen dienen verwarmingsinstallaties regelmatig onderhouden te worden: – om een hoog rendement te behouden en om de verwarmingsinstallatie zuinig (gering brandstofverbruik) te laten draaien, – om een hoge bedrijfszekerheid te bereiken. – om de milieuvriendelijke verbranding optimaal te houden. SCHADE AAN DE INSTALLATIE

OPGELET!

door een gebrek aan of een nietvakkundige reiniging en service. z Laat de verwarmingsinstallatie één keer per jaar door een installateur inspecteren, reinigen en onderhouden. z Wij raden u aan een contract af te sluiten om de installatie jaarlijks te laten inspecteren en afhankelijk an de behoefte te laten onderhouden.


11

4

Storingen verhelpen

4

Storingen verhelpen

4.1

Storingen herkennen en resetten

In geval van een storing wordt de storingscode knipperend aangegeven op het display van het regeltoestel. De bedieningseenheid geeft storingen aan als tekst op het scherm. Er is sprake van een storing, wanneer het display knippert en niet de actuele ketelwatertemperatuur resp. een bedrijfsmelding laat zien. Voorbeeld: "6A" = de brander start niet z Druk de toets "reset" gedurende ca. 5 seconden in, om de storing te wissen. Op het display verschijnt "rE", terwijl de reset uitgevoerd wordt. Een reset kan enkel uitgevoerd worden wanneer er een knipperende storing is. Als op het display vervolgens een normale bedrijfsmelding verschijnt, werd de storing verholpen. Wanneer de storing zich opnieuw voordoet, moet u de reset nog twee- of driemaal herhalen. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door vorst. OPGELET!

Wanneer de cv-installatie door een storingsuitschakeling niet in bedrijf is, kan deze bij vorst bevriezen:

Afb. 9

Storing terugzetten met behulp van de toets "reset"

z Verhelp de storing meteen en stel de cv-installatie weer in bedrijf. z Indien dat niet mogelijk is, moet u de verwarmingsinstallatie beschermen tegen bevriezen door eventueel de leidingen van het verwarmings- en drinkwater te laten leeglopen op het laagste punt van de installatie. z Warmtewisselaar leeg laten lopen.

12


Notities


13

Notities

14

Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 -Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Notities


15

BBT Thermotechnology Belgium nv/sa Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee Toekomstlaan 11, 2200 Herentals rue Louis Blériot 40-42, 6041 Gosselies Venecoweg 11, 9810 Deinze (Nazareth) www.buderus.be [email protected]

Bedieningsvoorschrift

Recommend Documents