Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift

7 747 015 774 - 05/2007 NL(BE)

Specifieke gasketel Logano G144

Gasketel

Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening

Inhoudsopgave

1

Voor uw veiligheid . 1.1 1.2 1.3 1.4

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

Over dit voorschrift . . . . . . . . . . . . Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . Verklaring van de gebruikte symbolen Neem deze aanwijzingen in acht . . . .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3

1.4.1 Handelswijze bij gasgeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.4.2 Gedrag in noodgevallen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.4.3 Aanwijzingen voor de plaatsingsruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4

2

Productbeschrijving

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

2.1 Verwarmingsketel Logano G144 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5

3

Werking van de verwarmingsinstallatie .

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6

3.1 Verwarmingsinstallatie inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 3.1.1 Verwarmingsinstallatie via het regeltoestel en de kamerthermostaat in bedrijf stellen. . . . . . . 6

3.2 De CV-installatie uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.3 Handelwijze in een noodsituatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.4 Werkdruk controleren, eventueel verwarmingswater bijvullen en ontluchten . . . . . . . 7 3.4.1 Wanneer moet u de bedrijfsdruk controleren? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3.4.2 Bedrijfsdruk controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3.4.3 Verwarmingswater toevoegen en ontluchten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8

3.5 Aanwijzingen voor de werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 3.6 Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10

4

Storingen verhelpen

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

4.1 Storingen herkennen en resetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11

Auf Anfrage ist auch eine deutschsprachige Ausgabe dieser technischen Begleitdokumentation erhältlich. Bitte wenden Sie sich diesbezüglich an: BBT Thermotechnology Belgium nv/sa Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee Tel.: 016 / 40 30 20 oder Fax: 016 / 40 04 06

2

Specifieke gasketel Logano GC124(T) - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

Voor uw veiligheid

1

Voor uw veiligheid

1.1

Over dit voorschrift

Dit voorschrift bevat belangrijke informatie betreffende een veilige en vakkundige bediening en werking van de verwarmingsketel. De specifieke gasketel Logano G144 wordt hierna algemeen als CV-ketel aangeduid:

1.4

1

Neem deze aanwijzingen in acht

U leert het juiste gebruik van uw verwarmingsinstallatie kennen door – u bij de overdracht van de installatie door uw verwarmingsinstallateur te laten instrueren en

– G144

– deze bedieningshandleiding zorgvuldig door te lezen.

Wanneer er verschillen bestaan tussen de uitvoeringen, worden deze uitdrukkelijk genoemd.

Voer werkzaamheden aan de ketel alleen uit voor zover deze in de bedieningshandleiding zijn beschreven. LEVENSGEVAAR

1.2

Reglementair gebruik

De ketel mag alleen worden gebruikt voor de verwarming van verwarmingswater en voor tapwaterverwarming, b.v. voor één- of meergezinswoningen.

1.3

door niet gekwalificeerd personeel. WAARSCHUWING!

Verklaring van de gebruikte symbolen

In dit voorschrift worden de volgende symbolen gebruikt:

z Let erop dat de montage, inbedrijfstelling en het onderhoud alleen door erkende verwarmingsinstallateurs worden uitgevoerd. Met name werkzaamheden aan elektrische en brandstofvoerende delen vereisen een dienovereenkomstige kwalificatie.

LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

Duidt op een mogelijk gevaar dat zonder voldoende voorzorgsmaatregelen kan leiden tot ernstige lichamelijke letsels of zelfs tot de dood. GEVAAR VOOR VERWONDINGEN/ SCHADE AAN DE INSTALLATIE

OPGELET!

Wijst op een situatie die potentieel gevaarlijk is en die zou kunnen leiden tot licht en matig lichamelijk letsel of materiële schade.

SCHADE AAN DE INSTALLATIE

OPGELET!

door een gebrek aan of een onvakkundige reiniging en onderhoud. z Laat de installatie éénmaal per jaar door een vakman inspecteren, reinigen en evt. onderhouden. z We raden u aan een onderhoudscontract af te sluiten.

AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Tips voor een optimaal gebruik van de apparaten en een optimale instelling, evenals andere nuttige informatie. Î Verwijzingen Verwijzingen naar een bepaalde passage of een ander document zijn gemarkeerd met een pijl Î .

Specifieke gasketel Logano G144 - Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden.

3

1

Voor uw veiligheid

1.4.1 Handelswijze bij gasgeur

BRANDGEVAAR door ontbrandbare materialen of vloeistoffen.

LEVENSGEVAAR door explosie van ontvlambare gassen. Bij gasgeur bestaat er gevaar voor explosies! WAARSCHUWING!

z Geen open vuur! Niet roken! Geen aansteker gebruiken! z Vermijd vonken! Bedien geen elektrische schakelaars, ook geen telefoon, stekker of deurbel!

WAARSCHUWING!

z Zorg ervoor, dat er zich geen ontvlambare materialen of vloeistoffen in de onmiddellijke nabijheid van de verwarmingsketel bevinden.

z Sluit de hoofdgaskraan! z Ramen en deuren openen! z Waarschuw de andere bewoners van het huis, gebruik daarbij de bel niet! z Verlaat het gebouw! z Bel het gasbedrijf en uw verwarmingsinstallateur van buiten het gebouw! z Alarmeer eventueel politie of brandweer! z Wanneer u hoort dat er gas ontsnapt, moet u onmiddellijk de gevarenzone verlaten! 1.4.2 Gedrag in noodgevallen LEVENSGEVAAR door veronachtzaming van de eigen veiligheid in noodsituaties, b.v. bij een brand. WAARSCHUWING!

z Breng u zelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles.

1.4.3 Aanwijzingen voor de plaatsingsruimte LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

door vergiftiging. Een ontoereikende toevoer van lucht kan bij een kamerluchtafhankelijke werking leiden tot het ontsnappen van rookgassen. z Zorg ervoor, dat de luchttoevoer- en -afvoeropeningen niet verkleind of afgesloten zijn. z Houd de deuren naar de opstellingsruimte gesloten. z Beveilig de opstellingsruimte en met name de luchttoevoeropeningen tegen binnendringen van kleine dieren, b.v. langs de luchtroosters. z Wanneer u het probleem niet meteen oplost, mag de ketel niet in werking gesteld worden.

4


Productbeschrijving

2

Productbeschrijving

2.1

Verwarmingsketel Logano G144

2

De verwarmingsketel is een op gas gestookte lagetemperatuurketel. De verwarmingsketel bestaat uit:

4

– Regeltoestel – Ketelmantel en ketelvoorwand – Ketelblok met isolatie

3

– Gasbrander Het regeltoestel controleert en stuurt alle elektrische componenten van de verwarmingsketel aan.

2 5

De ketelmantel beperkt energieverliezen en heeft eveneens een geluiddempend effect.

1

Het ketelblok draagt de warmte van de door brander opgewekte warmte over aan het verwarmingswater. De isolatie verhindert warmteverliezen. Dit product voldoet qua constructie en werking aan de Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit wordt aan de hand van een CE-attest aangetoond. U kan de conformiteitverklaring van het product vinden op het internet bij www.buderus.de/konfo of opvragen bij uw filiaal van Buderus.

Afb. 1

Verwarmingsketel Logano G144

Legenda voor afb. 1 en 2 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Gasbrander Ketelmantel Ketelblok met isolatie Regeltoestel Voorwand ketel Circulatiepomp Vul- en aftapkraan voor de ketel Expansievat Kappenventiel


5

3

Werking van de verwarmingsinstallatie

3


3.1

Verwarmingsinstallatie inschakelen

Zorg er vóór het inschakelen voor, – dat de bedrijfsdruk/verwarmingwater volstaat, – dat de hoofdkraan voor de brandstoftoevoer geopend is en – dat de verwarmingsnoodschakelaar ingeschakeld is. 3.1.1 Verwarmingsinstallatie via het regeltoestel en de kamerthermostaat in bedrijf stellen z Plaats de beide draaiknoppen aan het regeltoestel in op "AUT" (automatisch bedrijf). In die positie wordt de controle overgenomen door de kamerthermostaat.

Afb. 2

Regeltoestel instellen

Afb. 3

Verwarmingsinstallatie inschakelen

Afb. 4

Kamerthermostaat

z Schakel de bedrijfsschakelaar in (positie "I"). Het regeltoestel controleert de actuele installatiestatus en de brander wordt eventueel gestart. Wanneer de verwarmingsketel een warmtevraag ontvangt, begint het startprogramma, de brander onsteekt na ongeveer 30 seconden. Er is een warmtevraag, wanneer de verwarmings- of warmwatertemperatuur beneden de ingestelde waarde ligt. De LED onder de betreffende draaiknop licht op.

z Stel de onderstaande instellingen in aan de kamerthermostaat of controleer ze: – bedrijfssoort automatisch – gewenste kamertemperatuur – gewenste tapwatertemperatuur – gewenst verwarmingsprogramma AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER z Informatie betreffende de bediening, b.v. instelling van de temperaturen, kan u vinden in de Î documentatie van de kamerthermostaat.

6



3.2

3

De CV-installatie uitschakelen

z Schakel de bedrijfsschakelaar op de regelaar uit (stand "0"). Zo worden de cv-ketel en alle componenten (b.v. brander) uitgeschakeld. z Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door vorst. OPGELET!

Als de verwarmingsinstallatie niet in bedrijf is, kan ze bij vorst bevriezen. z Laat de verwarmingsinstallatie, indien mogelijk, ingeschakeld. z Zorg ervoor dat de verwarmingsinstallatie niet kan bevriezen door eventueel de verwarmings- en tapwaterleidingen leeg te laten lopen op het laagste punt van de installatie.

3.3

Handelwijze in een noodsituatie

In een noodgeval, b.v. bij een brand, gaat u als volgt tewerk: z Breng u zelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles. z Sluit de hoofdkraan van de brandstoftoevoer. z Schakel de verwarmingsinstallatie via de verwarmingsnoodschakelaar of via de betreffende zekering stroomloos.

3.4

Werkdruk controleren, eventueel verwarmingswater bijvullen en ontluchten

3.4.1 Wanneer moet u de bedrijfsdruk controleren? Het pas bijgevulde verwarmingswater verliest in de eerste dagen veel aan volume, aangezien het nog sterk uitgast. Zodoende ontstaan luchtbellen, het verwarmingswater begint een kolkend geluid te maken. z Controleer de bedrijfsdruk bij nieuwe verwarmingsinstallaties eerst dagelijks, vul eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de radiatoren. z Controleer later de werkingsdruk maandelijks, vul eventueel verwarmingswater bij en ontlucht de radiatoren.


7

3


3.4.2 Bedrijfsdruk controleren De installateur heeft de rode wijzer van de manometer ingesteld op de vereiste bedrijfsdruk (ten minste 1 bar overdruk).

2

z Controleer of de manometerwijzer binnen de groene markering staat.

1

z Wanneer de manometerwijzer onder de groene markering komt, moet verwarmingswater worden bijgevuld. 3 3.4.3 Verwarmingswater toevoegen en ontluchten Laat u door uw verwarmingsinstallateur wijzen waar zich bij uw verwarmingsinstallatie de vul- en aftapkraan voor het bijvullen van het verwarmingswater bevindt. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door temperatuurspanningen. OPGELET!

Wanneer u de verwarmingsinstallatie in warme toestand vult, kunnen temperatuurspanningen spanningsscheurtjes veroorzaken. De ketel gaat lekken. z Vul de verwarmingsinstallatie enkel in koude toestand (de vertrektemperatuur mag maximaal 40 °C bedragen).

Afb. 5 1 2 3

Manometer voor gesloten installaties

Rode wijzer Manometerwijzer Groene markering

z Sluit een slang op de waterkraan aan. Plaats de met water gevulde slang op de slangnippel van de vul- en aftapkraan, zet deze met een klem vast en open de vul- en aftapkraan. z Vul de cv-installatie langzaam. Let daarbij op de drukmeter (manometer). z Sluit de waterkraan en vul- en aftapkraan, wanneer de gewenste werkdruk is bereikt. z Ontlucht de cv-installatie met behulp van de ontluchtingsventielen op de radiatoren. z Wanneer de werkdruk door het ontluchten daalt, moet er water worden bijgevuld. z Haal de slang van de vul- en aftapkraan. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door veelvuldig bijvullen. OPGELET!

Wanneer u vaak verwarmingswater moet bijvullen, kan de verwarmingsinstallatie afhankelijk van de waterkwaliteit worden beschadigd door corrosie en ketelsteen. z Vraag bij uw verwarmingsinstallateur na of u het plaatselijke water zonder meer kan gebruiken of dat dit eventueel moet worden behandeld. z Neem contact op met uw verwarmingsinstallateur, wanneer u uw installatie vaak moet bijvullen.

8



3.5

3

Aanwijzingen voor de werking

De juiste brandstof Voor een feilloze werking moet u voor de verwarmingsinstallatie gebruik maken van de juiste soort brandstof van de gepast kwaliteit.

Maak alleen gebruik van deze brandstof:

SCHADE AAN DE INSTALLATIE door verkeerde brandstof. OPGELET!

z Gebruik uitsluitend de aangegeven brandstof.

Laat u door uw verwarmingsinstallateur adviseren, wanneer u uw verwarmingsinstallatie wilt omschakelen naar een andere brandstofsoort of wanneer u deze met een brandstof met afwijkende specificatie wilt gebruiken.

Stempel/datum/handtekening

Opstellingsruimte SCHADE AAN DE KETEL door verontreinigde verbrandingslucht. OPGELET!

z Gebruik nooit chloorhoudende reinigingsmiddelen of halogeenkoolwaterstoffen (b.v. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm). z Vermijd sterke stofvorming. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door water.

OPGELET!

z Bij acuut gevaar voor hoog water moet de verwarmingsketel brandstof- en stroomzijdig buiten bedrijf gesteld worden, vooraleer het water binnenkomt (Î hoofdstuk 3.2, pagina 7). z Laat uw verwarmingsinstallatie na binnenkomst van water door een installateur controleren, voordat u deze weer in werking stelt. z Kranen, regel- en besturingstoestellen die in aanraking zijn gekomen met water, moeten door uw vakman vervangen worden.


9

3


Rookgasbewaking De CV-ketel kan worden voorzien van een rookgasbewaking. Deze onderbreekt de gastoevoer naar de brander, wanneer rookgas in de opstellingsruimte naar buiten stroomt, b.v. omdat de schoorsteentrek door weersomstandigheden te gering is. De brander wordt dan buiten werking gesteld.

2 1

Hernieuwde inbedrijfstelling van de ketel (nadat de storing is verholpen): – De rookgasbewakingsinrichting start na enkele minuten de gasbrander weer automatisch, voor zover er warmtevraag is. LEVENSGEVAAR

WAARSCHUWING!

3.6

door vergiftiging bij ontsnappende rookgassen. Wanneer de rookgasbewaking vaak aanspreekt, kan dit te wijten zijn aan een foutieve werking van de schoorsteen of de rookgasafvoer.

Afb. 6

z Neem contact op met een erkende vakman.

1 2

Rookgasbewakingen

Rookgasbewaking Stromingsbeveiliging

Waarom is regelmatig onderhoud belangrijk?

Om de volgende redenen moeten verwarmingsinstallaties regelmatig worden onderhouden: – om een hoog rendement te behouden en om de verwarmingsinstallatie zuinig (gering brandstofverbruik) te laten draaien, – om een hoge bedrijfszekerheid te realiseren, – om de milieuvriendelijke verbranding optimaal te houden. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door een gebrek aan of een onvakkundige reiniging en onderhoud. OPGELET!

z Laat de verwarmingsinstallatie één keer per jaar door een vakman inspecteren, reinigen en onderhouden. z Wij raden u aan een contract af te sluiten om de installatie jaarlijks te laten inspecteren en behoefteafhankelijk te laten onderhouden.

10


Storingen verhelpen

4

Storingen verhelpen

4.1

Storingen herkennen en resetten

4

In geval van een storing wordt de storingscode knipperend aangegeven op het display van het regeltoestel. De kamerthermostaat geeft de storingen op het display aan. Er is een storing, als het display knippert en het niet de actuele ketelwatertemperatuur of een bedrijfsmelding weergeeft. Voorbeeld: "6A" = de brander start niet z Druk de toets "reset" gedurende ca. 5 seconden in, om de storing te wissen. Op het display verschijnt "rE", terwijl de reset uitgevoerd wordt. Een reset kan enkel worden uitgevoerd wanneer er een knipperende storing is. Als op het display vervolgens een normale bedrijfsmelding verschijnt, werd de storing verholpen. Wanneer de storing zich opnieuw voordoet, moet u de reset nog twee- of driemaal herhalen. SCHADE AAN DE INSTALLATIE door vorst. OPGELET!

Wanneer de verwarmingsinstallatie door een storingsuitschakeling niet in bedrijf is, kan deze bij vorst bevriezen: z Los de storing direct op en neem de verwarmingsinstallatie weer in gebruik.

Afb. 7

Storing resetten met behulp van de toets "reset"

z Indien dat niet mogelijk is, moet u de verwarmingsinstallatie beschermen tegen bevriezen door eventueel de leidingen van het verwarmings- en tapwater te laten leeglopen op het laagste punt van de installatie.


11

BBT Thermotechnology Belgium nv/sa Ambachtenlaan 42a, 3001 Heverlee Toekomstlaan 11, 2200 Herentals rue Louis Blériot 40-42, 6041 Gosselies Venecoweg 11, 9810 Deinze (Nazareth) www.buderus.be [email protected]

Buderus Energietechniek B.V. Postbus 2047 7420 AA Deventer Buderus infolijn: 0570 - 60 22 00. www.buderus.nl [email protected]

Bedieningsvoorschrift

Recommend Documents