BEDIENINGSINSTRUCTIES – ONDERDELENLIJST
INSTRUCTIES
Deze handleiding bevat belangrijke aanwijzingen en waarschuwingen. ZORGVULDIG LEZEN EN BEWAREN ALS NASLAGWERK
819.4496H Rev. M
POLYPROPYLEEN EN KYNARR
V E R D E R AIR VA 50 luchtgedreven membraanpompen Maximum materiaalwerkdruk 8,3 bar Maximum inlaatluchtdruk 8,3 bar *OPMERKING: Zie de lijst met pompmodellen op blz. 24 om het modelnummer van uw pomp te bepalen.
Patenten aangevraagd.
04613B
Inhoudsopgave
Symbolen
Veiligheidswaarschuwingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Bediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Storingen verhelpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Onderhoud Het luchtventiel repareren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 De kogelkleppen repareren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Het membraan repareren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Verwijderen van lagers en luchtpakking . . . . . . . . . . . . 22 Pompuitvoeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 Reparatiesets . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Technische gegevens en prestatiegrafiek . . . . . . . . . . . . . . 30 Klantenservice/Garantie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Waarschuwingssymbool
Waarschuwing Dit symbool waarschuwt u voor mogelijk ernstig letsel of de dood als u de aanwijzingen niet opvolgt.
Voorzichtig-symbool
Voorzichtig Dit symbool waarschuwt u voor mogelijke beschadiging of vernietiging van apparatuur als u de aanwijzingen niet opvolgt.
Waarschuwing GEVAREN VAN MISBRUIK VAN APPARATUUR Door verkeerd gebruik kan de apparatuur scheuren of defect raken, wat kan leiden tot ernstig letsel. INSTRUCTIES
2
D
Deze apparatuur is uitsluitend bedoeld voor professioneel gebruik.
D
Lees alle bedieningsvoorschriften, typeplaatjes en labels, voordat u de apparatuur in gebruik neemt.
D
Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de toepassing waarvoor ze bedoeld is. Als u twijfelt, bel dan VERDER After Sales.
D
Breng geen wijzigingen of modificaties aan de apparatuur aan.
D
Controleer de apparatuur dagelijks. Repareer of vervang versleten of beschadigde onderdelen meteen.
D
Overschrijd niet de maximum werkdruk van de zwakste component in uw systeem. Deze apparatuur heeft een maximum werkdruk van 8,3 bar bij een maximum inkomende luchtdruk van 8,3 bar.
D
Gebruik alleen materialen en oplosmiddelen die de onderdelen van de apparatuur die met materiaal in aanraking komen niet chemisch kunnen aantasten. Raadpleeg het hoofdstuk Technische Gegevens van de handboeken van alle apparatuur. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van te gebruiken materialen en oplosmiddelen.
D
De apparatuur niet verplaatsen door aan de slangen te trekken.
D
Houd slangen uit de buurt van plaatsen waar gereden wordt, scherpe randen, bewegende onderdelen en hete oppervlakken. VERDER-slangen niet blootstellen aan temperaturen boven 82_C of onder –40_C.
D
Til apparatuur die onder druk staat niet op.
D
Draag tijdens het gebruik van deze apparatuur een gehoorbescherming.
D
Houd u aan alle van toepassing zijnde plaatselijke en landelijke voorschriften van de brandweer, van de elektriciteitsmaatschappij, en aan overige veiligheidsvoorschriften.
819.4496
Waarschuwing GEVAREN VAN GIFTIGE MATERIALEN
Waarsc huwing
Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. D
Zorg dat u op de hoogte bent van de specifieke gevaren van het materiaal dat u gebruikt.
D
Bewaar gevaarlijk materiaal in een goedgekeurde houder. Voer gevaarlijke materialen af conform alle geldende voorschriften en richtlijnen.
D
Draag altijd een veiligheidsbril, handschoenen, beschermende kleding en een ademhalingsfilter, zoals aanbevolen door de fabrikant van het gebruikte materiaal en oplosmiddel.
D
Zorg dat de uitstromende lucht op een veilige manier wordt afgevoerd, ver van mensen, dieren, en plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid. Als een membraan kapot is, kan in de uitstromende lucht materiaal meekomen. Zie Luchtuitlaatventilatie op blz. 10.
BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Slechte aarding, onvoldoende ventilatie, open vuur of vonken kunnen gevaarlijke situaties geven, wat kan leiden tot brand, explosies en zware verwondingen. D
Aard de apparatuur. Zie Aarding op bladzijde 4.
D
Gebruik nooit een polypropyleen of een Kynar pomp met niet-geleidende brandbare materialen zoals gespecificeerd in plaatselijk geldende brandweervoorschriften. Lees het gedeelte over Aarding op blz. 4 voor aanvullende informatie. Vraag inlichtingen aan de leverancier van het materiaal voor het bepalen van de elektrische geleidbaarheid of de weerstand van het toe te passen materiaal.
D Als u ook maar ergens vonken door statische elektriciteit opmerkt, of als u een elektrische schok krijgt terwijl u het apparaat gebruikt, moet u meteen met pompen ophouden. Gebruik het apparaat niet meer, totdat de oorzaak is vastgesteld en verholpen. D
Zorg voor ventilatie met verse lucht, om te voorkomen dat brandbare dampen uit oplosmiddelen of uit het gespoten, afgegeven of verpompt materiaal kunnen blijven hangen.
D
Voer de uitlaatlucht op veilige wijze af; weg van alle ontstekingsbronnen. Als het membraan defect raakt, dan wordt het materiaal met de lucht mee afgevoerd. Zie Luchtuitlaatventilatie op blz. 10.
D
Houd de werkruimte vrij van afval, ook verdunning, poetslappen en benzine.
D
Maak alle elektrische apparatuur in de werkruimte los van het elektriciteitsnet.
D
Doof alle open vuur en waakvlammen in de werkruimte.
D
Roken in de werkruimte is verboden.
D
Schakel geen licht aan of uit in de werkruimte terwijl gewerkt wordt, of terwijl nog dampen aanwezig zijn.
D
Gebruik in de werkruimte geen benzinemotor.
819.4496
3
Installatie Algemene informatie
1.
De opstelling in Afb. 2 is slechts bedoeld als voorbeeld voor het kiezen en installeren van de componenten en toebehoren voor uw systeem. Neem contact op met de VERDER-klantenservice voor hulp bij het samenstellen van een systeem dat aan uw behoeften voldoet.
2.
Gebruik altijd originele VERDER-onderdelen en toebehoren. Overtuig u er van, dat alle toebehoren de juiste maten hebben en dat ze voldoen aan de drukniveaus en de eisen van het systeem.
3.
Nummers en letters tussen haakjes verwijzen naar de overeenkomstige aanduidingen in de afbeeldingen en de onderdelentekening op bladzijden 27–28.
4.
Kleurvariaties bij de kunststof componenten van deze pomp zijn normaal. De kleurvariatie heeft geen invloed op de prestaties van de pomp.
Waarschuwing GEVAREN VAN GIFTIGE MATERIALEN Gevaarlijke spuitmaterialen of giftige dampen kunnen ernstig letsel of zelfs de dood veroorzaken als deze in de ogen of op de huid spatten, worden ingeademd of ingeslikt. 1.
Lees GEVAAR VAN GIFTIGE MATERIALEN op blz. 3.
2.
Gebruik alleen materialen en oplosmiddelen die de onderdelen van de apparatuur die met materiaal in aanraking komen niet chemisch kunnen aantasten. Raadpleeg het hoofdstuk Technische Gegevens van de handboeken van alle apparatuur. Lees de waarschuwingen van de fabrikant van te gebruiken materialen en oplosmiddelen.
4
819.4496
Bouten vastdraaien vóór het eerste gebruik Na het uitpakken van de pomp en voordat deze voor het eerst gebruikt wordt, moeten alle externe leidingaansluitingen worden gecontroleerd en aangetrokken. Draai de materiaaldeksels het eerst opnieuw aan en vervolgens de spruitstukbouten. Hierdoor voorkomt u dat de spruitstukken in de weg zitten bij het aandraaien van de materiaaldeksels. Zie Onderhoud voor specificaties van de aandraaimomenten. Trek de verbindingen na de eerste gebruiksdag opnieuw na. Hoewel de aanbevolen frequentie voor het vastdraaien van de aansluitingen varieert met het gebruik van de pomp, is een algemene richtlijn dat ze elke twee maanden moeten worden nagetrokken.
Aarding
Waarschuwing BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR Deze pomp moet worden geaard. Aard de pomp voordat hij gebruikt wordt, zoals hieronder is toegelicht. Lees ook het gedeelte BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR op blz. 3.
De polypropyleen en Kynar pompen zijn niet elektrisch geleidend. Wanneer u een aardedraad aan de aardingsstrip bevestigt, aardt u daarmee alleen de luchtmotor. Bij het pompen van geleidende brandbare materialen moet altijd het gehele systeem geaard zijn, door ervoor te zorgen dat het materiaalsysteem een doorlopende elektrische verbinding heeft met een goed aardingspunt. Zie Afb. 1. Nooit een polypropyleen of Kynar pomp gebruiken met niet-geleidende materialen, zoals aangegeven in de plaatselijke brandweervoorschriften. In de USA geldt het voorschrift genaamd NFPA 77 Static Electricity, dat een soortelijke geleidbaarheid aanbeveelt van meer dan 50 x 10-12 Siemans/meter (ohm/meter) boven het temperatuurgebied waarin gewerkt kan worden, om het brandgevaar te verminderen. Vraag inlichtingen bij de leverancier van het materiaal om te weten te komen wat de soortelijke geleidbaarheid of soortelijke weerstand van het door u gebruikte materiaal is. De soortelijke weerstand moet minder dan 2 x 1012 ohmcentimeter zijn.
Installatie Aarding (vervolg)
D
Vaten met oplosmiddel gebruikt bij het spoelen: Volgens plaatselijke voorschriften. Gebruik alleen metalen vaten, die geleidend zijn. Plaats het vat niet op een nietgeleidend oppervlak, zoals papier of karton, omdat dat de aarding onderbreekt.
D
Materiaalhouder: Conform de ter plekke geldende voorschriften.
Om het gevaar te verminderen van vonken door statische elektriciteit, moet u de pomp en alle andere apparatuur die gebruikt wordt, of zich in de nabijheid van de pomp bevindt, aarden. Lees de plaatselijke elektriciteitsvoorschriften na voor gedetailleerde aardingsinstructies voor de plaats waar u werkt en de soort apparatuur die u gebruikt. De volgende onderdelen moeten in ieder geval geaard zijn: D
Luchtmotor: Sluit een aarddraad en aardklem aan zoals afgebeeld in Afb. 1. Draai de aardeschroef (W) enigszins los. Steek één uiteinde van een aarddraad (Y) met minimum doorsnede 1,5 mm@ achter de aardeschroef en draai de schroef goed vast. Verbind het klemuiteinde van de aarddraad met een echte aardaansluiting. Bestel onderdeelnr. 819.4486, Aarddraad en aardklem.
OPMERKING: Bij het verpompen van elektrisch geleidende brandbare materialen met een polypropyleen of een Kynar pomp moet altijd het gehele materiaalsysteem geaard worden. Zie de Waarschuwing op blz. 4. D
Lucht- en materiaalslangen: Alleen elektrisch geleidende slangen gebruiken.
D
Luchtcompressor: Volg de aanbevelingen van de fabrikant.
Y
W
02646B
Afb. 1
819.4496
5
Installatie Luchtleiding
b.
Plaats de ene zelfontlastende kraan (B) dicht bij de pomp en gebruik hem om opgesloten lucht te laten ontsnappen. Zie de Waarschuwing links. Plaats de andere drukontlastende luchtkraan (E) vóór alle luchtleidingsaccessoires en gebruik die om de accessoires af te sluiten tijdens schoonmaak- en reparatiewerkzaamheden.
c.
Het luchtleidingsfilter (F) verwijdert schadelijk vuil en vocht uit de aangevoerde perslucht.
Waarschuwing Uw systeem moet voorzien zijn van een drukontlastende luchtkraan (B), om lucht te laten ontsnappen die is blijven zitten tussen de kraan en de pomp. Opgesloten lucht kan de pomp onverwachts laten lopen, wat ernstige verwondingen tot gevolg kan hebben, ook door het spatten van materiaal in de ogen of op de huid, verwondingen door bewegende delen, of verontreiniging met gevaarlijk materiaal. Zie Afb. 2.
1.
Installeer de luchtleidingstoebehoren zoals aangegeven in Afb. 2. Monteer deze toebehoren aan de muur of aan een muurconsole. Verzeker u ervan dat de luchtleiding die de toebehoren voedt elektrisch geleidend is. a.
2.
Monteer een elektrisch geleidende, buigbare luchtslang (A) tussen de toebehoren en de 1/2 npt(i) luchtinlaat (N) van de pomp. Zie Afb. 2. Gebruik een luchtslang met een binnendiameter van tenminste 13 mm (1/2”).
3.
Monteer een snelkoppeling (D) voor luchtslangen op het eind van de luchtslang (A); zorg dat de doorvoeropening van de koppeling groot genoeg is om de luchtdoorvoer niet te blokkeren, wat een negatieve invloed heeft op de pompprestaties. Schroef de bijpassende nippel goed in de luchtinlaat van de pomp. Plaats de koppeling (D) nog niet op nippel, totdat u klaar bent om de pomp te gaan gebruiken.
Installeer een luchtreduceerventiel (C) met manometer om de materiaaldruk te regelen. De materiaaldruk aan de uitlaat is hetzelfde als de ingestelde luchtdruk aan het reduceerventiel.
DOORSNEE VOORBEELD VAN EEN VLOERINSTALLATIE
VERKLARING VOOR AFB. 2 A B C D E F G H J K L N R S Y
Elektrisch geleidende luchtslang Zelfontlastende luchtkraan (vereist voor de pomp) Luchtreduceerventiel Snelkoppeling voor de luchtslang Hoofdkraan voor lucht (voor toebehoren) Luchtfilter Aanzuigslang Materiaalvat Aftapkraan (moet aanwezig zijn) Afsluiter voor materiaal Materiaalslang 1/2 npt(f) Luchtinlaat 50,8 mm materiaalinlaatflens 50,8 mm materiaaluitlaatflens Aardingsdraad (vereist; zie blz. 5 voor installatie-instructies)
B
C
F
E
A S
K
L
D
N Y
J H R
G
0461
Afb. 2
6
819.4496
Installatie 2.
Als de inlaatdruk van de pomp meer is dan 25% van de uitlaatdruk, zullen de kogels niet snel genoeg op de zittingen komen, wat de pompwerking inefficiënt maakt.
De lucht die uit de pomp stroomt kan verontreinigingen bevatten. Voer de uitlaatlucht naar een afgelegen plaats indien de verontreiniging de materiaalaanvoer kan beïnvloeden. Zie Afvoeren van uitstromende lucht op blz. 10.
3.
Een inlaatdruk van meer dan 1,05 bar vermindert de levensduur van de membranen.
4.
Zie bij Technische Gegevens op blz. 30 voor de maximum aanzuighoogte (nat en droog).
1.
Materiaaluitlaatleiding
Bevestiging
Voorzichtig
Overtuig u ervan dat het oppervlak waarop de pomp gemonteerd wordt stevig genoeg is om het gewicht van pomp, slangen en toebehoren te dragen, en ook nog de mechanische belasting die door het werken van de pomp ontstaat.
2.
De pomp moet altijd rechtstreeks met bouten op het bevestigingsoppervlak vastgeschroefd worden.
3.
Bevestig de pomp zodanig dat het luchtklepdeksel (2), de luchtinlaat en de materiaal in- en uitlaatpoorten goed bereikbaar zijn, zodat gebruik en onderhoud eenvoudig zijn.
4.
Een rubber trillingdempersset 819.4333 is verkrijgbaar voor minder lawaai en trillingen bij het gebruik.
Aanzuigslang 1.
De materiaalinlaat van de pomp (R) is een 2 inch lange opstaande flens. Zie Flensverbindingen op blz. 8.
Waarschuwing Een aftapkraan (J) moet in uw systeem zijn aangebracht om de druk te ontlasten als de slang dicht zit. De aftapkraan vermindert het risico van ernstige verwonding, zoals door materiaalspatten in de ogen of op de huid, of verontreiniging met gevaarlijk materiaal bij het ontlasten van de druk. Plaats de kraan dicht bij de materiaaluitlaat van de pomp. Zie Afb. 2.
1.
De materiaaluitlaat van de pomp (S) is een 2 inch lange opstaande flens. Zie Flensverbindingen op blz. 8.
2.
Installeer een aftapkraan (J) dicht bij de materiaaluitlaat. Zie de Waarschuwing hierboven.
3.
Installeer een afsluitkraan (K) in de materiaaluitlaat.
819.4496
7
Installatie Flensverbindingen
1.
Breng een platte ring (E) aan op elke bout (C). Zie Afb. 3.
De materiaalinlaat en de materiaaluitlaat van de pomp zijn 50,8 mm lange opstaande flenzen, van de standaard 68 kg klasse. Sluit de 50,8 mm geflensde kunststof buis als volgt op de pomp aan. Dit heeft u nodig:
2.
Lijn de gaten in de pakking (B) en de buisflens (A) uit met de gaten in de pompuitlaatflens (S).
D D D
3.
Smeer het schroefdraad van de vier bouten. Breng de bouten aan door de gaten en zet ze vast met de tussenringen (E), de borgringen (D) en de moeren (F).
4.
Houd de moeren vast met een ringsleutel. Zie de aandraaivolgorde in Afb. 3 en draai de bouten aan tot 27–41 N.m. Niet te strak aandraaien.
5.
Doe hetzelfde voor de pompinlaatflens (R).
D D D D
momentsleutel bahco een 4,4 mm dikke PTFE pakking met een diameter van 152,4 mm (6 in.) met gaten met een diameter van 19 mm (0.75 in.) op een boutcirkel met een diameter van 120.6 mm (4,75 in.) en een middelpunt met een diameter van 55,8 mm (2,20 in.) vier 15,8 mm x 76,2 mm bouten vier 15,8 mm verende borgringen acht 15,8 mm platte ringen vier 15,8 mm moeren.
AANDRAAIVOLGORDE VAN DE BOUTEN
1
F
3
1
2
4
D E S B 04405
A E C
1
R VERKLARING VOOR AFB. 3 A B C D E F R S 1
Afb. 3
8
819.4496
Geflensde kunststof buis PTFE pakking Bout Borgring Platte ring Moer 50,8 mm materiaalinlaatflens 50,8 mm materiaaluitlaatflens Smeer het schroefdraad. Aandraaien tot 27–41 N.m. Niet te strak aandraaien. 04615B
Installatie Veranderen van de richting van de materiaal in- en uitlaat
Voorzichtig
De pomp wordt geleverd met de materiaalinlaat (R) en -uitlaat (S) in de zelfde richting. Zie Afb. 4. Het veranderen van de richting gaat als volgt: 1.
In sommige systemen is een drukontlastkraan nodig op de uitlaat van de pomp, om te voorkomen dat de pomp of de slang zou kunnen scheuren door te hoge druk. Zie Afb. 5.
Verwijder de schroeven (106 en 112) waarmee het inlaatspruitstuk (102) en/of het uitlaatspruitstuk (103) aan de deksels (101) is bevestigd.
2.
Keer het spruitstuk om en bevestiging het weer. Draai de bouten vast tot 9–10 N.m.
VERKLARING N P
1/2 npt(f) luchtinlaat Geluiddemper; de luchtuitlaatpoort heeft de maat 3/4 npt(i) R 50,8 mm materiaalinlaatflens S 50,8 mm materiaaluitlaatflens 101 Materiaaldeksels
1
Materiaal drukontlastingskraan
102 Materiaalinlaatspruitstuk 103 Materiaaluitlaatspruitstuk 106 Schroeven van het materiaaluitlaatspruitstuk (bovenste) 112 Schroeven van het materiaalinlaatspruitstuk (onderste)
Te hoge druk kan ontstaan door uitzetting van materiaal bij hogere temperatuur. Dit kan gebeuren als lange materiaalleidingen in de zon liggen, of door een hoge omgevingstemperatuur, of als van een koele naar een warme ruimte gepompt wordt (bijvoorbeeld vanuit een ondergrondse tank). Te hoge druk kan ook optreden als de VERDERAIR-pomp gebruikt wordt om een plunjerpomp te voeden, en de inlaatklep van de plunjerpomp niet goed sluit, waardoor materiaal zich ophoopt in de aanvoerleiding.
Aandraaien tot 9–10 N.m.
VERKLARING R S V
103 106
1
S
50,8 mm materiaalinlaatflens 50,8 mm materiaaluitlaatflens Drukontlastingskraan Onderdeelnr. 819.0158 (Aluminium) Onderdeelnr. 819.0159 (Roestvast staal)
1
Plaats ventiel tussen de materiaalinlaat en -uitlaat.
2
Sluit hier de materiaalinlaatleiding aan.
3
Sluit de materiaaluitlaatleiding hier aan.
N 3
S
101
V
1
R 2
P
R 102 Afb. 4
1
112
04613B
04616B
Afb. 5
819.4496
9
Installatie De luchtafvoer is 3/4 npt(f). Belemmer de uitstroming van de lucht niet. Door een geblokkeerde uitstroming van de lucht kan de pomp onregelmatig gaan lopen.
Afvoeren van uitstromende lucht
Waarschuwing BRAND- EN EXPLOSIEGEVAAR
De luchtuitlaat kan op grotere afstand gebracht worden:
Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen met betrekking tot GEVAREN VAN GIFTIGE MATERIALEN en BRANDEN EXPLOSIEGEVAAR op blz. 3 en pas ze toe voordat u de pomp gaat gebruiken. Zorg ervoor dat het systeem voldoende ventilatie krijgt, passend bij de soort opstelling. De afvoerlucht moet naar een veilige plaats kunnen uitstromen, ver van mensen, dieren, plaatsen waar voedsel is opgeslagen of wordt bereid, en van alle ontstekingsbronnen wanneer brandbaar of gevaarlijk materiaal wordt gepompt. Als een membraan kapot is, kan materiaal meekomen in de uitstromende lucht. Plaats een geschikte opvangbak aan het eind van de luchtafvoerleiding om het materiaal in op te vangen. Zie Afb. 6.
1.
Haal de geluiddemper (P) van de luchtuitlaat van de pomp.
2.
Sluit een elektrische geleidende luchtslang (T) aan en verbind de geluiddemper (P) met het andere einde van de slang. De minimale inwendige slangmaat is 19 mm (3/4 in.). Gebruik een grotere slangdiameter als de lengte meer dan 4,57 m is. Vermijd scherpe bochten of knikken van de slang. Zie Afb. 6.
3.
Plaats een vat (U) aan het eind van de luchtuitlaatleiding, zodat in geval van eventueel scheuren van het membraan het materiaal opgevangen wordt.
WEG LATEN STROMEN VAN UITLAATLUCHT
E
F
VERKLARING
C
A B C D E F P T U
B
Luchtleiding Zelfontlastende luchtkraan (vereist voor de pomp) Luchtreduceerventiel Snelkoppeling voor de luchtslang Hoofdkraan voor lucht (voor toebehoren) Luchtfilter Geluiddemper Elektrisch geleidende luchtuitlaatslang Opvangvat voor afgelegen luchtuitlaat
A D
T
U P
04617
Afb. 6
10
819.4496
Bediening Drukontlastingsprocedure
Waarschuwing
1.
Zorg ervoor, dat de pomp goed geaard is. Zie Aarding op blz. 4.
2.
Controleer alle aansluitingen om zeker te zijn dat ze goed vastzitten. Gebruik een geschikte vloeibare pakking voor alle uitwendige draadeinden. Zorg dat de materiaalinlaat en -uitlaat stevig vastzitten.
3.
Plaats de aanzuigbuis (indien gebruikt) in het te pompen materiaal.
GEVAAR VAN APPARATUUR ONDER DRUK De apparatuur blijft onder druk staan, totdat de druk handmatig ontlast wordt. Onderstaande procedure dient om het risico te verminderen van ernstige verwondingen door materiaal onder druk, die per ongeluk uit het pistool spuit, of spat. Volg deze procedure steeds wanneer u: D
De instructie krijgt om de druk te ontlasten,
D
Ophoudt met pompen,
D
Apparatuur controleert, schoonmaakt of onderhoudt,
D
Materiaaltuiten installeert of reinigt.
1.
Sluit de luchttoevoer naar de pomp af.
2.
Open de afgiftekraan, indien gebruikt.
3.
Open de aftapkraan om alle druk te ontlasten, waarbij u een opvangvat klaar houdt of het uitstromend materiaal in op te vangen.
OPMERKING: Als de inlaatdruk van het materiaal naar de pomp meer is dan 25% van de uitlaatdruk, zullen de kogels niet snel genoeg op de zittingen komen, wat de pompwerking inefficiënt maakt. 4.
Doe het uiteinde van de slang (L) in een geschikt opvangvat.
5.
Sluit de aftapkraan (J). Zie Afb. 2.
6.
Open alle drukontlastende luchtkranen (B, E), terwijl het luchtreduceerventiel (C) van de pomp gesloten is.
7.
Als aan de persslang een spuitpistool is aangesloten, houd dit dan geopend bij het uitvoeren van de volgende stap.
8.
Open geleidelijk het reduceerventiel (C) totdat de pomp begint te lopen. Laat de pomp langzaam lopen totdat alle lucht uit de leidingen geperst is, en de pomp gevuld is.
Doorspoelen van de pomp voor eerste gebruik De pomp is getest met water. Als het water het materiaal dat u pompt zou kunnen vervuilen, spoel dan de pomp grondig met een geschikt oplosmiddel. Voer de stappen uit, als vermeld onder De pomp starten en instellen.
De pomp starten en instellen
Waarschuwing GEVAREN VAN GIFTIGE MATERIALEN Gevaarlijk materiaal of giftige dampen kunnen ernstige verwondingen of zelfs de dood veroorzaken, wanneer ze in de ogen of op de huid spatten, of bij inademen of inslikken. Til geen apparaten op, die onder druk staan. Als u een apparaat onder druk laat vallen, kan het materiaalgedeelte scheuren. Volg altijd de bovenbeschreven Drukontlastingsprocedure voor het optillen van de pomp.
Als u spoelt, laat de pomp dan lang genoeg draaien om de pomp en de slangen grondig te reinigen, sluit het luchtreduceerventiel, en haal de aanzuigslang uit het oplosmiddel en plaats hem in het te pompen materiaal.
Stil zetten van de pomp
Waarschuwing Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de hiernaast beschreven Drukontlastingsprocedure volgen.
Ontlast de druk aan het eind van de werktijd.
819.4496
11
Onderhoud Smering
Vastdraaien van schroefdraadverbindingen
Het luchtventiel is ontworpen om zonder smering te werken. Als echter smering gewenst is iedere 500 gebruiksuren (of maandelijks), haal dan de slang van de luchtinlaat van de pomp, en laat twee druppels machineolie in de luchtinlaat lopen.
Voorzichtig Smeer de pomp niet te overdadig. Er kan dan olie uit de geluiddemper komen, wat de materiaaltoevoer of andere installaties kan vervuilen. Te veel smering kan ook de werking van de pomp verstoren.
Doorspoelen en opslag
Waarschuwing Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen. Spoel de pomp vaak genoeg om te voorkomen dat het materiaal dat u pompt in de pomp opdroogt of bevriest en de pomp beschadigt. Spoel met een vloeistof die compatibel is met het materiaal dat u pompt en met de bevochtigde onderdelen in uw systeem. Raadpleeg de fabrikant of leverancier naar het aanbevolen spoelmiddel en hoe vaak gespoeld moet worden. Spoel de pomp altijd door, en ontlast de druk, voordat de pomp voor enige tijd wordt opgeslagen.
12
819.4496
Controleer voor ieder gebruik alle slangen op slijtage of beschadiging, en vervang ze indien nodig. Controleer alle geschroefde verbindingen, en let op dat ze goed vastzitten en niet lekken. Minstens elke twee maanden moeten alle schroefdraadverbindingen worden gecontroleerd en aangedraaid. Draai de materiaaldeksels als eerste aan en daarna de spruitstukbouten. Hoe vaak de aansluitingen moeten worden nagetrokken hangt af van het gebruik van de pomp; een algemene stelregel is om dit elke twee maanden na te trekken.
Preventief onderhoudsschema Stel een preventief onderhoudsschema op gebaseerd op het onderhoudsverleden van de pomp. Dit is vooral belangrijk ter voorkoming van morsen lekkage van materiaal als gevolg van een kapot membraan.
Aantekeningen
819.4496
13
Storingen verhelpen Waarschuwing Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen.
1.
Ontlast de druk voor het controleren of onderhouden van het toestel.
2.
Onderzoek alle mogelijke problemen en oorzaken, voordat u de pomp uit elkaar gaat halen. OPLOSSING
PROBLEEM
OORZAAK
Pomp slaat af, hapert of houdt de druk niet vast.
Versleten kogels (301), zittingen (201) of Vervangen. Zie blz. 18. o-ringen (202).
Pomp wil niet lopen, of maakt een slag en stopt weer.
Luchtklep zit vast of is vuil.
Haal luchtklep uit elkaar, en maak deze schoon. Zie blz. 16–17. Gebruik gefilterde lucht.
Klepkogel (301) is erg versleten en is in zitting (201) of spruitstuk (102 of 103) gedrongen.
Vervang kogel en zitting. Zie blz. 18.
Kogel (301) is in de zitting (201) gedrongen als gevolg van overdruk.
Monteer een drukontlastingskraan. Zie blz. 9.
Doseerventiel verstopt.
Ontlast de druk en maak de kraan schoon.
Verstopte aanzuigleiding.
Inspecteer; maak vrij.
Klevende of lekkende kogels (301).
Reinigen of vervangen. Zie blz. 18.
Gescheurd membraan.
Vervangen. Zie blz. 19–21.
Geblokkeerde luchtuitlaat.
Maak uitlaat vrij.
Zuigbuis zit los.
Vastdraaien.
Gescheurd membraan.
Vervangen. Zie blz. 19–21.
Los inlaatspruitstuk (102), beschadigde afdichting tussen spruitstuk en zitting (201), beschadigde o-ringen (202).
Draai de bouten (112) van het spruitstuk vast, of vervang de zittingen (201) of de o-ringen (202). Zie blz. 18.
Losse membraanplaat (105) aan de materiaalzijde.
Vastdraaien of vervangen. Zie blz. 19–21.
Pomp werkt onregelmatig.
Luchtbellen in het materiaal.
14
819.4496
Storingen verhelpen PROBLEEM
OORZAAK
OPLOSSING
Materiaal in uitlaatlucht.
Gescheurd membraan.
Vervangen. Zie blz. 19–21.
Losse membraanplaat (105) aan de materiaalzijde.
Vastdraaien of vervangen. Zie blz. 19–21.
Versleten luchtklepblok (7), o-ring (6), plaat (8), stuurblok (18), U-pakking (10) of o-ring (17) van regelpen.
Inspecteren; vervangen. Zie blz. 16–17.
Versleten asafdichtingen (402).
Vervangen. Zie blz. 19–21.
Luchtdeksel (2) of de bouten (3) daarvan zitten los.
Draai bouten aan. Zie blz. 17.
Luchtkleppakking (4) of luchtklepdekselpakking (22) is beschadigd.
Inspecteren; vervangen. Zie blz. 16–17, 22–23.
Bouten van het luchtdeksel (25) zitten los.
Draai bouten aan. Zie blz. 22–23.
Losse spruitstukken (102, 103), beschadigde afdichting tussen spruitstuk en zitting (201), beschadigde o-ringen (202).
Draai de bouten (106 en 112) van het spruitstuk vast of vervang de zittingen (201) of de o-ringen (202). Zie blz. 18.
Er komt lucht uit de pomp en hij hapert.
Pomp lekt aan de buitenkant lucht.
Pomp lekt aan de buitenkant materiaal uit de kogelkleppen.
819.4496
15
Onderhoud Het luchtventiel repareren
3
2
2
Benodigd gereedschap
4{ D
Momentsleutel
D
Torx (T20) kruiskopschroevendraaier of een 7 mm dopsleutel
D
Kabeltang
D
O-ring-lichter
D
Vet op lithiumbasis
OPMERKING: Er is een luchtklepreparatieset (819.4274) verkrijgbaar. Zie blz. 27. Onderdelen die voorkomen in de set zijn aangeduid met een symbool, bijvoorbeeld (4{). Gebruik alle onderdelen uit de set voor de beste resultaten.
Demontage
2
Aandraaien tot 5,6–6,8 N.m. 04618B
Waarschuwing Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen. 1.
1
Zie de detailtekening rechts.
2
Vet.
3
Onderzijde invetten.
Ontlast de druk.
2.
Verwijder met Torx (T20) kruiskopschroevendraaier of 7 mm steeksleutel de zes bouten (3), het luchtklepdeksel (2), en de pakking (4). Zie Afb. 7.
3.
Schuif de klephouder (5) in de middenpositie en trek die uit de holte. Verwijder het luchtklepblok (7) en o-ring (6) uit de klephouder. Trek met behulp van een punttang het stuurblok (18) recht omhoog uit de holte. Zie Afb. 8.
4.
Trek de twee drijfstangen (11) uit de lagers (12). Verwijder de U-pakkingen (10) van de stangen. Trek de regelpennen (16) uit de lagers (15). Verwijder de o-ringen (17) van de regelpennen. Zie Afb. 9.
5.
Inspecteer de klepplaat (8) zonder die te verwijderen. Is de plaat beschadigd, gebruik dan Torx (T20) kruiskopschroevendraaier of 7 mm steeksleutel om de drie bouten (3) te verwijderen. Verwijder het klepdeksel (8) en de dichting (9). Zie Afb. 10.
6.
Inspecteer de lagers (12, 15) zonder ze te verwijderen. Zie Afb. 9. De lagers zijn conisch, en moeten, indien beschadigd, vanaf de buitenzijde worden verwijderd. Hiervoor is het nodig de materiaalsectie uit elkaar te halen. Zie blz. 22.
7.
Reinig alle delen en let op slijtage en beschadiging. Vervang zo nodig delen. Zet alles weer in elkaar zoals uitgelegd op blz. 17.
16
Afb. 7
819.4496
5 2
{6
3
{7
{18
3
5
1
11
16 Afb. 8
04900B
Onderhoud 1
Smalle uiteinde eerst insteken.
2
Vet.
3
Aanbrengen met lippen gericht naar smalle uiteinde van zuiger (11).
Weer in elkaar zetten
4
Brede uiteinde eerste insteken.
1.
Als de lagers verwijderd (12, 15) waren, plaats dan nieuwe zoals toegelicht op blz. 22. Zet de materiaalsectie weer in elkaar.
2.
Plaats de afdichting (9{) van de klepplaat in de uitsparing onderin de klepholte. De afgeronde kant van de afdichting moet naar beneden wijzen in de groef. Zie Afb. 10.
3.
Plaats de klepplaat (8) in de holte. De plaat is omkeerbaar, dus het maakt niet uit welke kant omhoog ligt. Zet de drie bouten (3{) vast met behulp van een Torx (T20) kruiskopschroevendraaier of een 7 mm steeksleutel. Draai ze aan tot ze onder het huis uitsteken. Zie Afb. 10.
4.
Doe een o-ring (17{) op elk van de paspennen (16). Vet de pennen en o-ringen in. Steek de pennen in de lagers (15), met het smalle eind eerst. Zie Afb. 9.
5.
Doe een U-pakking (10{) op elk van de drijfstangen (11), zodanig dat de lippen van de pakkingen naar het smalle einde van de stangen wijzen. Zie Afb. 9.
6.
Smeer de u-pakkingen (10{) en de drijfstangen (11). Plaats de drijfstangen in de lagers (12) met het brede einde eerst. Laat het smalle uiteinde van de stangen vrij. Zie Afb. 9.
7.
Vet de onderzijde van het stuurblok (18{) in en plaats het zo dat de uitstulpingen in de groeven in de uiteinden van de paspennen klikken (16). Zie Afb. 8.
8.
Vet de o-ring (6{) in en plaats die in de klepblokkering (7{). Duw de blokkering op de klepslede (5). Vet de onderzijde van het kleppenblok in. Zie Afb. 8.
9.
Plaat de klephouder (5) zodat de uitstulpingen in de groeven in de uiteinden van de drijfstangen (11) klikken. Zie Afb. 8.
10{
2
11
4
3
12
2
17{
15 16
1 04901B
Afb. 9 1
Afgeronde kant naar beneden.
2
Draai bouten aan tot ze onder uit het huis steken.
3
2
8
9{
1
03947
Afb. 10
10. Plaats de kleppakking (4{) en het deksel (2) zodat hun gaten over die in het huis (1) vallen. Zet ze met zes bouten (3)vast met behulp van een Torx (T20) kruiskopschroevendraaier of een 7 mm steeksleutel. Aandraaien tot 5,6–6,8 N.m. Zie Afb. 7.
819.4496
17
Onderhoud De kogelkleppen repareren
1
Aandraaien tot 9–10 N.m.
Benodigd gereedschap
2
De pijl (A) moet naar uitlaatverdeelstuk (103) wijzen.
D
Momentsleutel
3
Ontbreekt bij sommige modellen.
D
10 mm dopsleutel
D
O-ring-lichter
106
Demontage
1
OPMERKING: Een materiaalsectiereparatieset is verkrijgbaar. Zie blz. 25 om de juiste set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen die in de set zitten zijn gemerkt met een sterretje, bijvoorbeeld (201*). Gebruik alle onderdelen die in de set zitten voor de beste resultaten.
103
301* OPMERKING: Om te bereiken dat de kogels (301) altijd goed op de zittingen aansluiten, moet u ook altijd de zittingen (201) vervangen als u de kogels vervangt.
201* 202*
Waarschuwing
101
Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen.
A
2
1.
Ontlast de druk. Koppel alle slangen af.
2.
Haal de pomp los van de bevestiging.
3.
Haal de acht bouten (106) los met een 10 mm dopsleutel en houd daarbij het uitlaatspruitstuk (103) op de materiaaldeksels (101) gedrukt. Zie Afb. 11.
301*
Verwijder de zittingen (201), kogels (301) en de o-ringen (202) van het spruitstuk.
201*
4.
OPMERKING: Sommige modellen hebben geen o-ringen (202). 5.
3
202*
Keer de pomp om en verwijder de bouten (112) en het inlaatspruitstuk (102). Verwijder de zittingen (201), de kogels (301) en de o-ringen (202) van de materiaaldeksels (101).
3
102
Weer in elkaar zetten 1.
Reinig alle delen, en kijk ze na op slijtage of beschadiging. Vervang zonodig onderdelen.
2.
Zet alles in omgekeerde volgorde weer in elkaar, en lees alle opmerkingen in Afb. 11. Let op dat de kogelkleppen in elkaar komen te zitten precies zoals in de afbeeldingen te zien is. De pijlen (A) op de deksels (101) moeten naar het uitlaatspruitstuk (103) wijzen.
18
819.4496
112 Afb. 11
1 04619B
Onderhoud Het membraan repareren
Waarschuwing
Benodigd gereedschap D
Momentsleutel
D
13 mm dopsleutel
D
Verstelbare sleutel
D
19 mm steeksleutel
D
O-ring-lichter
D
Vet op lithiumbasis
Demontage OPMERKING: Er is een materiaalsectiereparatieset verkrijgbaar. Zie blz. 25 om de juiste set voor uw pomp te bestellen. Onderdelen die in de set zitten zijn gemerkt met een sterretje, bijvoorbeeld (401*). Gebruik alle onderdelen die in de set zitten voor de beste resultaten.
Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen.
1.
Ontlast de druk.
2.
Verwijder de spruitstukken, en haal de kogelkleppen uit elkaar zoals beschreven op blz. 18.
3.
Verwijder met een 13 mm steeksleutel de bouten (107 en 108) die de materiaaldeksels (101) op de luchtdeksels (23) vasthouden. Trek de materiaaldeksels (101) van de pomp. Zie Afb. 12.
1
Draai eerst de acht lange bouten (108) aan en vervolgens de korte bouten (107). Aandraaien tot 22 - 25 N.m.
2
Pijl (A) moet naar de luchtklep wijzen (B).
B
23
101 A
2
107
1
108
1
04620B
Afb. 12
819.4496
19
Onderhoud 4.
Schroef één buitenplaat (105) los van de membraanas (24). Verwijder één membraan (401) en de binnenplaat (104). Zie Afb. 13.
1.
Vet de u-kompakkingen (402*) van de as in en plaats ze zodanig dat de lippen naar buiten wijzen (1). Zie Afb. 13.
2.
Vet de gehele membraanas (24) en ook de uiteinden in en schuif de as door het huis (1).
3.
Trek het andere membraanstel en de membraanas (24) uit het pomphuis (1). Houd de platte einde vast met een 19 mm steeksleutel en draai de buitenplaat (105) van de as. Haal de rest van het membraanstel uit elkaar.
Monteer de binnenste membraanplaten (104), de membranen (401*), de PTFE membranen (403*, indien aanwezig) en de buitenste membraanplaten (105) aan de materiaalzijde precies zoals geïllustreerd in Afb. 13. Deze onderdelen moeten correct in elkaar gezet worden.
4.
Inspecteer de membraanas (24) op slijtage of krassen. Als de as beschadigd is, bekijk dan ook de lagers (19), zonder ze te verwijderen. Als de lagers beschadigd zijn, raadpleeg dan blz. 22.
Breng middelsterk (blauw) LoctiteR of een soortgelijk middel aan op het schroefdraad van de platen aan materiaalzijde (105). Houd een van de buitenplaten (105) vest met een steeksleutel en draai de andere buitenplaat aan tot 27 tot 34 N.m bij max. 100 t/min. Niet te strak aandraaien.
5.
Draai de materiaaldeksels (101) en het pomphuis (1) zo, dat de pijlen (A) op de deksels wijzen naar de kant waar de luchtklep (B) zit. Draai de dekselbouten (107 en 108) met de hand vast. Breng de langste bouten (108) aan in de bovenste én de onderste gaten van de deksels vallen. Zie Afb. 12.
6.
Draai eerst met een 13 mm dopsleutel de langste bouten (108) kruiselings en gelijkmatig aan tot 22–25 N.m. Draai vervolgens de kortere bouten (107) aan.
7.
Zet de kogelkranen en spruitstukken weer in elkaar zoals uitgelegd op blz. 18.
OPMERKING: Sommige modellen hebben een PTFE membraan (403) naast het extra membraan (401).
5.
6.
7.
8.
20
Weer in elkaar zetten
Steek een o-ring lichter in het pomphuis (1), haak de U-pakkingen (402) aan, en trek ze uit het huis. Dit is mogelijk zonder de lagers (19) te verwijderen.
Reinig alle delen en controleer ze op slijtage of beschadiging. Vervang onderdelen, indien nodig.
819.4496
Onderhoud
1
24 3
104
19
105
5
402*
1
403*
401*
2
2
1
4
04708
03982
Opengewerkte tekening, met aangebracht membraan
Opengewerkte tekening, met verwijderd membraan 24
3
104 401*
2
403*
2
4
105
5
1
24
3
1
Lippen vanuit het huis (1) naar buiten gericht.
2
De zijde met “Air Side” naar het huis toegedraaid (1).
3
Vet.
4
Alleen voor modellen met PTFE membranen.
5
Breng middelsterk (blauw) LoctiteR of een gelijkwaardig middel aan. Aandraaien tot 27 tot 34 N.m, niet sneller dan 100 t/min. 04621B
Afb. 13
819.4496
21
Onderhoud Verwijderen van lagers en luchtpakking
6.
Haal de luchtdeksel pakkingen (22) weg. Vervang de pakkingen altijd door nieuwe.
7.
Gebruik een lagertrekker om de lagers van de membraanas (19), de luchtkleplagers (12) of de paspenlagers (15) te verwijderen. Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn.
8.
Als u een membraanas-lagers (19) heeft verwijderd, steek dan een o-ring lichter in het huis (1), haak de U-pakkingen (402) daaraan, en trek ze uit het huis. Inspecteer de pakkingen. Zie Afb. 13.
Benodigd gereedschap D
Momentsleutel
D
10 mm dopsleutel
D
Lagertrekker
D
O-ring-lichter
D
Pers, of blok en hamer
Weer in elkaar zetten
Demontage OPMERKING: Verwijder geen lagers die niet beschadigd zijn.
Waarschuwing
1.
Installeer de U-pakkingen (402*) van de as (indien de pakkingen verwijderd waren), zodanig dat de lippen naar buiten uit het huis (1) wijzen.
2.
De lagers (19, 12 en 15) zijn conisch en kunnen maar op één manier worden aangebracht. Plaats de lagers in het huis (1), met het afgeschuinde einde eerst. Duw het lager naar binnen met een pers of met een blok en rubber hamer, zodat het gelijk komt met het vlak van het huis.
Om het risico te verminderen van ernstige verwonding moet u steeds als u de instructie krijgt de druk te ontlasten de Drukontlastingsprocedure, op blz. 11, volgen.
1.
Ontlast de druk.
3.
Zet de luchtklep in elkaar zoals beschreven op blz. 17.
2.
Verwijder de spruitstukken, en haal de kogelkleppen uit elkaar zoals beschreven op blz. 18.
4.
Draai de luchtkleppakking (22) zo, dat de paspen (16) die uit het huis (1) steekt door het juiste gat (H) in de pakking past.
3.
Verwijder de materiaaldeksels en de membranen zoals toegelicht op blz. 19.
5.
Richt het luchtdeksel (23) zo, dat de geleidepen (16) in het middelste gat (M) past van de drie kleine gaten bij het midden van het deksel. Breng de bouten (25) handvast aan. Zie Afb. 14. Draai de bouten met een 10 mm dopsleutel kruiselings en gelijkmatig aan tot 15–17 N.m.
OPMERKING: Als u alleen het lager (19) van de membraanas gaat verwijderen, kunt u stap 4 overslaan. 4.
Haal de luchtklep uit elkaar zoals beschreven op blz. 16.
6.
Breng de membraanconstructies en de materiaaldeksels aan zoals beschreven op blz. 19.
5.
Verwijder met behulp van een 10 mm dopsleutel de bouten (25) waarmee de luchtdeksels (23) vastzitten aan het pomphuis (1). Zie Afb. 14.
7.
Zet de kogelkranen en spruitstukken weer in elkaar zoals uitgelegd op blz. 18.
22
819.4496
Onderhoud
1
Plaats lagers met afgeschuinde kant eerst.
2
Druk de lagers aan tot ze gelijk met het huis (1) komen.
3
Aandraaien tot 15–17 N.m.
12 1
2
1
1 16 H
15 22
M
23
1
2
Detail van lagers van luchtklep 03951
25
19
1
3
2
03952B
Afb. 14
819.4496
23
Pompuitvoeringen VERDERAIR VA 50 polypropyleen en Kynar pompen, serie B
ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ
ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ
Het modelnummer van uw pomp staat vermeld op het typeplaatje van de pomp. Hieronder staat een lijst van VERDERAIR VA 50 pompmodellen: Onderdeelnr.
Luchtsectie
810.4129
ALU
810.4249
ALU
810.4272
ALU
810.4027
ALU
810.4033
ALU
810.4046
ALU
810.4051
ALU
810.4056
ALU
810.6989
ALU
810.7036
ALU
810.0105
ALU
810.0106
ALU
810.0107
ALU
810.0114
ALU
810.0115
SST
810.0116
SST
810.0117
SST
810.0120
SST
Materiaalsectie
Zittingen
KYN
316
TEF
TEF
KYN
KYN
TEF
TEF
KYN
KYN
VIT
VIT
POL
SAN
SAN
SAN
POL
POL
TEF
TEF
POL
POL
HYT
HYT
POL
POL
SAN
SAN
POL
POL
VIT
VIT
POL
POL
GEO
GEO
KYN
KYN
TEF
TEF
POL
SST
BUN
BUN
POL
BUN
BUN
BUN
POL
VIT
VIT
VIT
KYN
VIT
VIT
VIT
POL
SST
BUN
BUN
POL
SST
TEF
TEF
POL
VIT
VIT
VIT
KYN
SST
TEF
TEF
Kogels
Membranen
ACE = Acetaal HYT = Hytrel POL = Polypropyleen TEF = PTFE ALU= Aluminium SAN = Santopreen VIT = Viton 440 = 440C rvs SST = Roestvast staal KYN = Kynar 316 = 316 RVS GEO = Geolast
819.7139 Ombouwset voor roestvaststalen luchtmotor Gebruik set 819.7139 voor het ombouwen van een aluminium luchtmotor naar een roestvaststalen luchtmotor en zie instructiehandleiding 819.7140 (zit bij de set).
24
819.4496
Reparatiesets Voor VERDERAIR VA 50 polypropyleen en Kynar pompen, serie B Reparatiesets kunnen alleen als set besteld worden. Bestel voor het repareren van het luchtventiel onderdeelnummer 819.4274 (zie blz. 27). Onderdelen die in de luchtventielreparatieset zitten zijn in de onderdelenlijst gemarkeerd met een symbool, bijvoorbeeld (4{). Hieronder staat een lijst met beschikbare reparatiesets.
ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ ÁÁÁÁÁ Onderdeelnr.
O-ringen
Zittingen
Kogels
Membranen
819.4510
PLA
NUL
NUL
HYT
819.4512
PLA
NUL
NUL
VIT
819.4625
PLA
HYT
ACE
HYT
819.4635
PLA
HYT
HYT
HYT
819.4673
PLA
SAN
SAN
NUL
819.4676
PLA
SAN
SAN
SAN
819.4688
PLA
POL
TEF
NUL
819.4689
PLA
POL
TEF
TEF
819.4703
PLA
POL
HYT
NUL
819.4705
PLA
POL
HYT
HYT
819.4706
PLA
POL
HYT
SAN
819.4708
PLA
POL
SAN
NUL
819.4713
PLA
POL
VIT
NUL
819.4717
PLA
POL
VIT
VIT
819.4723
PLA
KYN
TEF
NUL
819.4549
PLA
316
TEF
TEF
819.4724
PLA
KYN
TEF
TEF
819.4752
PLA
KYN
VIT
VIT
819.4509
PLA
NUL
NUL
TEF
819.4511
PLA
NUL
NUL
SAN
819.4559
PLA
316
440
TEF
819.4711
PLA
POL
SAN
SAN
ACE = Acetaal HYT = Hytrel POL = Polypropyleen TEF = PTFE SAN = Santopreen VIT = Viton NUL = Nul PLA = Kunststof 316 = 316 RVS KYN = Kynar 440 = 440C rvs
819.4496
25
Onderdelen Onderdelenlijst luchtmotor
Onderdelenlijst materiaalsectie
Ref. nr.
Bestelnr.
Omschrijving
Aantal
1
819.4275
POMPHUIS; aluminium
1
819.7102
BEHUIZING, middelste; roestvast staal
1
819.4276
DEKSEL, luchtklep; aluminium
1
819.7103
DEKSEL, luchtventiel; roestvast staal
1
2
3
819.0221
BOUT, kolom, zeskantkop; M5 x 0,8; 12 mm
9
4{
819.4278
PAKKING, deksel; Santopreenr
1
5
819.4279
HOUDER; aluminium
1
6{
819.4280
O-RING; nitriel
1
7{
819.4281
BLOK, luchtklep; acetaal
1
8
819.4282
PLAAT, luchtklep; rvs
1
9{
819.4283
AFDICHTING, klepplaat; Buna-N
1
10{
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
11
819.4285
ZUIGER, drijf-; acetaal
2
12
819.4286
LAGER, zuiger-; acetaal
2
15
819.4287
LAGER, duwstift-, acetaal
2
16
819.4288
PEN, regel; roestvaststaal
2
17{
819.4289
O-RING; Buna-N
2
18{
819.4290
BLOK, stuur-; acetaal
1
19
819.4291
LAGER, as-; acetaal
2
20
819.0220
BOUT, massa-
1
22
819.4294
PAKKING, luchtdeksel; schuim
2
23
819.4295
DEKSEL, lucht-; aluminium
2
819.7110
DEKSEL, lucht; stainless steel
2
24
819.4296
AS, membraan; rvs
1
25
819.7051
BOUT; M8 x 1,25; 25 mm
12
26
819.4496
Materiaal voor materiaalsectie P O L Y P R O P Y L E E N
K Y N A R
Ref. nr.
Bestelnr.
Omschrijving
Aantal
101
819.4497
DEKSEL, materiaal; polypropyleen
2
102
819.4498
SPRUITSTUK, inlaat; polypropyleen
1
103
819.4499
SPRUITSTUK, uitlaat; polypropyleen
1
104
819.4301
PLAAT aan luchtzijde; aluminium
2
105
819.4500
PLAAT, materiaalzijde; polypropyleen
2
106
819.4375
BOUT; M8 x 1,25; 70 mm; rvs
8
107
819.4491
BOUT; M10 x 1,50; 60 mm; rvs
16
108
819.9753
BOUT; M10 x 1,50; 110 mm; rvs
8
110Y
819.6314
LABEL, waarschuwings-
1
111
819.7000
GELUIDDEMPER
1
112
819.4377
BOUT; M8 x 1,25; 40 mm; rvs
8
101
819.4501
DEKSEL, materiaal; Kynar
2
102
819.4502
SPRUITSTUK, inlaat; Kynar
1
103
819.4503
SPRUITSTUK, uitlaat; Kynar
1
104
819.4301
PLAAT aan luchtzijde; aluminium
2
105
819.4504
PLAAT, 2 materiaalzijde; Kynar
106
819.4375
BOUT; M8 x 1,25; 70 mm; rvs
8
107
819.4491
BOUT; M10 x 1,50; 60 mm; rvs
16
108
819.9753
BOUT; M10 x 1,50; 110 mm; rvs
8
110Y
819.6314
LABEL, waarschuwings-
1
111
819.7000
GELUIDDEMPER
1
112
819.4377
BOUT; M8 x 1,25; 40 mm; rvs
8
Onderdelen 106 3 10{
11
103
2 4{
{17 16 {18
Y110
104
5
401*
6{ 3
7{
403*
8 9{ 16 17{ 1
1
201* 105
12 10{ 11
301*
202*
107
23 22
1
25 24
15 108
*402 19 20
111
101 *301 *201 202*
1
102
1
Ontbreekt bij sommige modellen.
*
Deze onderdelen zitten in de pompreparatieset, die alleen als complete set verkrijgbaar is. Zie de lijst met reparatiesets op blz. 25 om de juiste set voor uw pomp te bepalen.
{
Deze onderdelen zitten in de luchtventielreparatieset 819.4274, die alleen als complete set verkrijgbaar is.
04622C
112
Y Extra labels, plaatjes en kaarten, die waarschuwen voor gevaar, zijn gratis verkrijgbaar.
819.4496
27
Onderdelen Onderdelenlijst zittingen Materiaal van de Ref. zittingen nr.
Onderdeelnr.
Onderdelenlijst kogel
Omschrijving
Aantal
Ref. nr.
Bestelnr. Omschrijving
Aantal
ZITTING; 316 roestvrij staal
4
301*
819.4322 KOGEL; PTFE
4
301*
819.4323 KOGEL; acetaal
4
301*
819.4324 KOGEL; 440C roestvaststaal
4
301*
819.4325 KOGEL; Hytrel
4
301*
819.4326 KOGEL; Santopreen
4
301*
819.7129 KOGEL; Buna–N
4
301*
819.7128 KOGEL; Viton
4
3 1 6
201*
R V S
202*
819.4316
O-RING; PTFE
4
17 – 4
201*
819.4317
ZITTING; 17–4 roestvrij staal
4
P H
819.4315
202*
819.4316
O-RING; PTFE
4
H Y T R E L
201*
819.4318
ZITTING; Hytrel
4
202
Geen
Niet gebruikt
0
S A N T O P R E E N
201*
819.4319
ZITTING; Santopreen
4
O-RING; PTFE
4
B U N A N
201*
R V S
V I T O N
28
202*
202* 201*
819.4316
819.7117 GEEN 819.7115
ZITTING; Buna-N NIET GEBRUIKT ZITTING; Viton
Membraan- Ref. materiaal nr. P T F E
Onderdeelnr.
0 4
geen
Niet gebruikt
0
P O L Y P R O P Y L E E N
201*
819.4321
ZITTING; Polypropyleen
4
202*
819.4316
O-RING; PTFE
4
K Y N A R
201*
819.4505
ZITTING; Kynar
4
202*
819.4316
O-RING; PTFE
4
Omschrijving
Aantal
401*
819.4328
MEMBRAAN, achterste; Santopreen
2
402*
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
403*
819.4329
MEMBRAAN; PTFE
2
H Y T R E L
401*
819.4330
MEMBRAAN; Hytrel
2
402*
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
S A N T O P R E E N
401*
819.4328
MEMBRAAN; Santopreen
2
402*
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
B U N A N
401*
819.7120
MEMBRAAN; Buna-N
2
402*
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
V I T O N
401*
819.7133
MEMBRAAN; Viton
2
402*
819.4284
PAKKING, U-; nitriel
2
4
202
819.4496
Onderdelenlijst membraan
Afmetingen VOORAANZICHT 220,5 mm
280,5 mm
1/2 npt(i) luchtinlaat 3/4 npt(i) luchtuitlaat (incl. demper)
654 mm
578 mm
489 mm 350,5 mm
89 mm
152,5 mm 501,5 mm 7441B
ZIJAANZICHT Poortdiameter: 56 mm (2,2 in.)
159 mm
Flensdiameter: 152,5 mm (6 in.)
Acht 19 mm sleuven Vier gaten met een diameter van 16 mm (0,6 in.)
152,5 mm
45° 152,5 mm
POSITIES BEVESTIGINGSGATEN
152,5 mm 13 mm 317,5 mm
819.4496
29
Technische gegevens Afmetingen materiaaluitlaat. . . . . . . 50,8 mm opstaande flens Bevochtigde delen Varieert per model. Raadpleeg blz. 26–28. Uitwendige delen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Aluminium, Roestvaststaal 302, 316, Polyester (labels) Gewicht (bij benadering) . . . . . . . . . . . polypropyleen pompen met aluminium luchtsectie : 22 kg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kynar pompen met aluminium luchtsectie: 31 kg polypropyleen pompen met roestvaststalen luchtsectie: 32 kg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Kynar pompen met roestvaststalen luchtsectie: 41 kg Vitonr en Hytrelr zijn geregistreerde handelsmerken van de DuPont Co. Santoprener is een geregistreerd handelsmerk van de Monsanto Co. Kynarr is een geregistreerd handelsmerk van Atochem North America, Inc.
Maximum materiaaldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8,3 bar Luchtdruk werkgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1,4–8,3 bar Maximum luchtverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4,9 N.m3/min Luchtverbruik bij 4,9 bar/227 l/min . . . . . . . . . . . 1,68 N.m3/min (zie grafiek) Maximum capaciteit vrije uitstroming . . . . . . . . . 568 l/minuut Maximum pompsnelheid . . . . . . . . . . . 145 slagen per minuut Liters per slag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3,90 Maximum aanzuighoogte . . . . . . . . . . . . . 5,48 m nat of droog Maximum korrelgrootte pompbare vaste stoffen . . . . . 6,3 mm * Geluidsdrukniveau bij 7 bar, 50 slagen per minuut . . 90 dBa * Geluidsvermogen bij 7 bar, 50 slagen per minuut . . 103 dBa * Geluidsniveau bij 4,9 bar, 50 slagen per minuut . . . . 85 dBa Maximum werktemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65,5_C Luchtinlaat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1/2 npt(i) Afmetingen materiaalinlaat. . . . . . . 50,8 mm opstaande flens
*
Geluidsdrukniveau gemeten met de pomp op de vloer bevestigd, met de Rubber trillingdempersset 819.4333. Geluidsvermogen gemeten volgens ISO Standaard 9614–2.
Voorbeeld ter bepaling van het luchtverbruik van de pomp en de luchtdruk bij een bepaalde materiaalopbrengst en opvoerhoogte: Om 227 liter materiaal te pompen (horizontale as) bij 2,8 bar opvoerdruk (verticale as) is ongeveer 1,68 N.m#/min lucht nodig, bij een luchtinlaatdruk van 4,9 bar. meter 85,3
bar 8,4
A E
73,2
OPVOERHOOGTE VAN POMP
INLAAT LUCHTDRUK A 8,4 bar lucht B 7 bar lucht C 4,9 bar lucht D 2,8 bar lucht
7,0
B F
61,0 5,6
G 48,8
LUCHTVERBRUIK E 0,70 N.m#/min F 1,40 N.m#/min G 2,10 N.m#/min H 2,80 N.m#/min
C 4,2
H
36,6 2,8
D
24,4
12,2
1,4
0
0
0
114
227
341
454
568
MATERIAALSTROOM IN L/MIN TESTCONDITIES Pomp getest in water, met PTFE membranen, met ondergedompelde inlaat.
30
819.4496
VERKLARING
MATERIAALDRUK EN -STROOMSNELHEID N.M3/MIN LUCHTVERBRUIK
Aantekeningen
819.4496
31
Klantenservice/Garantie KLANTENSERVICE Neem voor reserveonderdelen contact op met uw plaatselijke verdeler, en vermeld de volgende gegevens: D
Pompmodel
D
Type
D
Serienummer
D
Datum van eerste aanschaf.
GARANTIE Alle VERDER pompen worden tegenover de oorspronkelijke gebruiker gegarandeerd bij normaal gebruik (daaronder niet begrepen verhuur) tegen fabricagefouten of ondeugdelijke materialen gedurende twee jaar na de aankoopdatum. Onder deze garantie valt niet het defect raken van onderdelen of componenten als gevolg van normale slijtage, en ook niet schaden of defecten die naar het oordeel van VERDER zijn ontstaan door misbruik. Onderdelen waarvan VERDER vaststelt dat ze defect zijn als gevolg van fabricagefouten of ondeugdelijk materiaal zullen gerepareerd of vervangen worden.
BEPERKING VAN AANSPRAKELIJKHEID VERDER aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor gevolgschade, in de mate waarin deze uitsluiting geldig is onder de heersende wettelijke bepalingen. Eventuele aansprakelijkheid van VERDER is in alle gevallen beperkt, en zal niet de aankoopprijs overschrijden.
GARANTIEBEPERKING VERDER heeft getracht in de bijgesloten brochure de producten nauwkeurig te illustreren en beschrijven, echter zulke illustraties en beschrijvingen dienen uitsluitend ter identificatie en geven, noch uitdrukkelijk, noch impliciet, geen garantie omtrent de verkoopbaarheid of geschiktheid voor een bepaalde toepassing, of dat de producten noodzakelijkerwijs zullen overeenkomen met de illustraties of beschrijvingen.
GESCHIKTHEID VAN PRODUCTEN Op Europees, landelijk en plaatselijk niveau kunnen voorschriften en regelingen gelden wat betreft de verkoop, constructie, installatie en/of het gebruik van producten voor bepaalde toepassingen, die kunnen afwijken van wat geldt in aangrenzende gebieden. Hoewel de firma VERDER probeert zeker te stellen dat haar producten aan zulke voorschriften voldoen, kan zij dat niet garanderen, en kan zij niet verantwoordelijk zijn voor hoe het product geïnstalleerd of gebruikt wordt. Neem daarom, voor aanschaf en ingebruikneming van een product, de toepassing van het product, en de Europese, landelijke en plaatselijke voorschriften en regelingen door, en overtuig u ervan dat product, installatie en gebruik aan de regels voldoen.
32
819.4496
VERDERAIR VA 50 810.0105 to 810.0120 810.2248 to 810.2535 810.3937 to 810.4272
810.6357 to 810.6531 810.6989 to 810.6994 810.7036 to 810.7037
98/37/EC Machinery Directive 94/9/EC ATEX Directive (Ex II 2 G EEx c IIA T6)
EN 292 EN 1127–1 EN 13463–1 ISO 9614–1
0359
19May2004
Frank Meersman Verder Ltd. Whitehouse street Leeds LS10 1AD Great Britain
DIRECTOR (Print)
19May2004 Part No. : 819.5962 819.4273
33
Oostenrijk VERDER Ges. mbH Austria Perfektasstrasse 86 A-1232 Wien Tel. 0222-8651074-0 Fax 0222-8651076
Duitsland VERDER Deutschland GmbH Rheinische Straße 43 PO Box 1739 D-42781 Haan Tel. 02129-9342-0 Fax 02129-9342-60
Polen VERDER Polska Sp. z o.o ul. Kamienskiego 201-219 PL-51-124 Wroclaw, Polska Tel. 0 71726158 w.e.w. 59 Fax 0 71726474
België VERDER Belgium N.V. Industrieterrein Den Hoek Bijkhoevelaan 3 B-2110 Wijnegem Tel. 03-3263336 Fax 03-3263650
Frankrijk POMPES VERDER s.a.r.l. Parc des Bellevues Rue du Gros Chêne F-95610 Eragny sur Oise Tel. 01 34 64 31 11 Fax 01 34 64 44 50
Roemenië VERDER Romania s.r.l. Soseaua Viilor no.79 RO-Sector 5, Bucuresti Tel. 01-335 45 92 Fax 01-337 33 92
Tsjechische Republiek VERDER Praha s.r.o. Pod pekàrnami 15 CZ-19000 Praha 9 Tel. 02-6603 21 17 Fax 02-6603 21 15
Nederland VERDER VLEUTEN B.V. Utrechtseweg 4a PO box 1 NL-3450 AA Vleuten Tel. 030-6779230 Fax 030-6773945
Verenigd Koninkrijk VERDER LTD. White House Street Leeds GB-LS10 1AD Tel. 0113-244 61 11 Fax 0113-246 56 49
Verenigde Staten VERDER Inc PO Box 364 Pocopson, PA Tel. 610 793 4250 Fax 610 793 4333
34
819.4496