Polsbloeddrukmeter
Bedieningsinstructies EW3039
NL
Lees deze instructies volledig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zodat u de bedieningsinstructies altijd bij de hand hebt.
Panasonic verbetert het meten van de bloeddruk Beste klant, gefeliciteerd met uw aankoop van de polsbloeddrukmeter van Panasonic. Al meer dan tien jaar levert Matsushita bloeddrukmeters aan onze klanten in Europa. Het door u gekochte product heeft onze strenge kwaliteitscontroles doorstaan, en wij hopen dat u hierdoor een product hebt waarmee u dagelijks efficiënt uw bloeddruk kunt meten. Wij wensen u al het beste voor uw gezondheid. Dankzij moderne medische technologie is het meten van de bloeddruk tegenwoordig minder gecompliceerd. De gebruiksvriendelijkheid maakt het meten veel gemakkelijker, maar heel vaak worden de gemeten waarden fout beoordeeld. Meestal wordt niet het gehele bloeddrukbeeld in ogenschouw genomen, maar slechts één enkele meting. Het gevolg hiervan is dat meer dan 70% van alle mensen die lijden aan hypertensie (hoge bloeddruk), ontoereikend of in het geheel niet worden behandeld (Bron: Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)). Panasonic heeft de behandeling van hoge bloeddruk nu naar een nieuwe dimensie getild. SYS
Wakker worden
Gaan slapen
DIA
Bloeddruk is geen vast gegeven! De bloeddrukschommelingen over een gehele dag in dit voorbeeld laten zien waarom één enkele waarde niet geschikt is voor diagnose en behandeling. Bij mensen met hoge bloeddruk kunnen over een gehele dag schommelingen optreden tot 50 mmHg.
NL
Punten van belang en informatie met betrekking tot bloeddruk en hoge bloeddruk
NL
De behandeling van hoge bloeddruk is een van de succesvolste behandelingsvormen in de moderne geneeskunde. Dit geldt niet alleen bij het voorkomen van complicaties die het gevolg zijn van hoge bloeddruk, maar ook met betrekking tot de behandeling van schade die volgt op een beroerte of hartaanval. Recente onderzoeken hebben zonder twijfel aangetoond dat:
1. hoge bloeddruk met succes kan worden verlaagd bij patiënten van alle leeftijden en 2. bloeddruk op een laag niveau moet worden gestabiliseerd.
De bevindingen van belangrijke recente onderzoeken hebben geleid tot bijstelling van de eerder geaccepteerde limieten (de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), 1999). Met andere woorden: de traditionele limiet van 160/95 mmHg als de grens tussen normale en hoge bloeddruk, is nu verlaagd. Als gevolg hiervan zijn de normale waarden nu “verlaagd” door de WHO, de Duitse Vereniging voor Hypertensie en de Amerikaanse Commissie voor Hypertensie. Bovenste waarde (SYS.) 140 mmHg Onderste waarde (DIA.) 90 mmHg
Bloeddruk die zowel beide als één van deze limieten overschrijdt, wordt beschouwd als hoge bloeddruk. De waarden moeten echter door herhaalde metingen worden bevestigd.
Een pathologisch hoge bloeddruk wordt nu als volgt gedefinieerd: Een systolische waarde van 140 mmHg of meer en/of een diastolische waarde van 90 mmHg of meer, mits deze waarden herhaaldelijk worden verkregen onder standaardomstandigheden, d.w.z.: bij rust (op twee verschillende dagen op drie verschillende tijdstippen gemeten).
Deze definitie geldt voor alle leeftijden. Systolische waarden tussen 140 en 159 mmHg en diastolische waarden tussen 90 en 94 mmHg werden vroeger aangemerkt als een grensgebied, maar tegenwoordig worden deze waarden niet langer gezien als een “grijs gebied”, maar duidelijk geclassificeerd als hoge bloeddruk. Dit houdt daarom in dat een medische behandeling is vereist voor bloeddrukwaarden die hoger zijn dan 140/90 mmHg.
NL
Overzicht van het apparaat
NL
* Gebruik alleen alkalinebatterijen. Aanzicht vanaf bovenzijde
Body
Display
Indicator-LED bloeddruk
Plaatsingsmarkering
Aan/uit- en startknop
Geheugen/oproepknop 1 Geheugen/oproepknop 2
Batterijhouder
AM/PM-vergelijkingsknop Drukmanchet
Instelknop Selectieknop
Opbergetui
Kan ook worden gebruikt als armsteun
Displaysymbolen
Batterijen Alkalinebatterijen van Panasonic (LR03/AAA/Micro) kunt u gebruiken voor circa 300 metingen (circa 3 maanden, driemaal per dag), bij een omgevingstemperatuur van 23°C en 170 mmHg en een polsomtrek van 17 cm. (De bijgeleverde batterijen zijn alleen bedoeld voor testdoeleinden. Er kan daarom niet worden gegarandeerd hoe lang deze meegaan.) • De gebruiksduur van de batterijen wordt aanzienlijk korter als de omgevingstemperatuur laag is. • Het aantal metingen dat u met een set batterijen kunt uitvoeren, is veel lager als u andere batterijen gebruikt dan alkalinebatterijen. Gebruik daarom alleen alkalinebatterijen. • Vervang beide batterijen tegelijkertijd en zorg ervoor dat de batterijen van hetzelfde type en fabrikaat zijn. Dit product omvat de volgende onderdelen: • Hoofdeenheid • Opbergetui • Batterijen • Bedieningsinstructies • Garantiekaart
= Fout Bezig met meten
U hebt bijvoorbeeld uw pols bewogen of de manchet is niet goed aangebracht
U moet de batterijen vervangen
Geheugen
Gemiddeld
Onregelmatige polsslag
U hebt zich bewogen
Alarm
NL
NL
Batterijen plaatsen/vervangen
De tijd en datum instellen
* Gebruik alleen alkalinebatterijen.
Stel de tijd en datum in voordat u het apparaat na aankoop voor de eerste keer gebruikt of nadat u de batterijen hebt vervangen. (Op het display wordt “—” weergegeven als u een meting probeert uit te voeren voordat u eerst de tijd en datum hebt ingesteld.)
1. Haal het apparaat uit het opbergetui. Plaats de batterijen. (1) Schuif de batterijhouder open zoals wordt afgebeeld in de tekening. (2) Plaats de twee batterijen. Doe dit zo dat de plus- en minpolen (+/–) aan de juiste zijde liggen. 2. Schuif de batterijhouder terug totdat deze vast klikt.
Batterijen moeten worden vervangen in de volgende gevallen: 1. Wanneer op het display het batterijsymbool verschijnt. 2. Wanneer op het display geen gegevens verschijnen nadat u op de Aan/uit- en startknop hebt gedrukt. Let op: Als u gebruik maakt van oplaadbare batterijen, kan het gebeuren dat de polsbloeddrukmeter zonder voorafgaande waarschuwing ophoudt te functioneren wanneer de batterijen leeg raken. Houd u aan de nationale en/of plaatselijke recyclingsvoorschriften als u het apparaat en de batterijen aan het eind van hun levensduur afdankt. Dan levert ook u een bijdrage aan de bescherming van het milieu.
NL
1. Druk langer dan 3 seconden op de Instelknop aan de onderzijde van het apparaat. Het cijfer voor de datum gaat knipperen. 2. Stel de datum in. (1) Druk op de Selectieknop om de datum te wijzigen. 3. Stel de maand in. (1) Druk de Instelknop in, waarna het cijfer voor de maand gaat knipperen. (2) Druk op de Selectieknop om het cijfer van de maand te wijzigen. 4. Stel het uur in. (1) Druk nogmaals op de Instelknop, waarna het uur gaat knipperen. (2) Druk op de Selectieknop om het uur te wijzigen. 5. Stel de minuut in. (1) Druk nogmaals op de Instelknop, waarna de minuut gaat knipperen. (2) Druk op de Selectieknop om de minuut te wijzigen. 6. Druk tot slot op de Instelknop om de procedure te voltooien. • De datum en tijd worden afwisselend twee seconden weergegeven. 7. Druk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. De klok wordt stopgezet terwijl de datum en tijd knippert.
NL
Vergeet niet de datum in een schrikkeljaar opnieuw in te stellen, omdat 29 februari wordt weergegeven als 1 maart. Gebruik het uiteinde van een ballpoint, etc. om de Instelknop en Selectieknop in te drukken.
NL
De drukmanchet aanbrengen
Hoe u op de juiste wijze uw bloeddruk meet
De bloeddruk wordt gemeten aan uw linkerpols. Het is niet nodig om uw mouw op te rollen of kleding te verwijderen.
Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip terwijl u in dezelfde positie zit en dezelfde pols gebruikt.
Wikkel de drukmanchet zodanig om uw pols dat de eenheid aan de bovenzijde op één lijn staat met de basis van uw pols.
Klittenband Klittenband
Basis van de pols Wikkel de drukmanchet zodanig om uw pols dat de plaatsingsmarkering in het midden van uw pols staat.
NL
1. Plaats het apparaat aan de binnenzijde van uw pols. • Plaats het apparaat in direct contact met de huid. • Het apparaat kan worden gebruikt door mensen met een polsomtrek van 12,5 tot 22,0 cm 2. Maak de manchet stevig vast met de klittenband. Als u de drukmanchet te los om uw pols wikkelt, kan dit tot gevolg hebben dat de bloeddrukwaarden te hoog zijn of de meting niet kan worden uitgevoerd. Druk de klittenband zacht tegen elkaar om te voorkomen dat deze losraakt. Verwijder de klittenband niet door deze in een draaiende beweging los te maken. Trek de klittenband altijd horizontaal, op een gelijke lijn ten opzichte van de manchet, van elkaar.
NL
Het verdient aanbeveling om tenminste tweemaal per dag uw bloeddruk te meten. De beste tijd is ‘s ochtends vóór het ontbijt en ‘s avonds na het werk. • Ga eerst circa 5 minuten ontspannen zitten op een stoel voordat u begint te meten. • Vanaf 1 uur vóór de meting moet u geen zwaar werk verrichten of aan sport doen. • Vanaf 1 uur vóór de meting mag u niets eten of drinken (koffie, alcohol) en geen sigaretten roken. Neem eerst altijd vier tot vijf minuten rust voordat u uw bloeddruk meet. Meet uw bloeddruk terwijl u zit
1. Plaats uw elleboog op de tafel.
2. Houd het apparaat ter hoogte van uw hart.
3. Open uw hand met de palm naar boven toe en ontspan uzelf.
Plaats uw arm op de bovenzijde van het opbergetui zodra u de drukmanchet hebt aangebracht.
NL
Hoe u op de juiste wijze uw bloeddruk meet (vervolg)
Uw bloeddruk meten 1. Plaats de arm waaraan u het apparaat hebt bevestigd, op het opbergetui. (Raadpleeg “Hoe u op de juiste wijze uw bloeddruk meet” op pagina NL9 en NL10.)
Om een onnauwkeurige meting te voorkomen, moet u zich houden aan het volgende: Buig uw pols niet naar binnen.
NL
Bal uw vuist niet samen.
2. Druk op de Aan/uit- en startknop. • Het display gaat circa 2 seconden lang branden. • De manchet wordt vervolgens automatisch opgepompt.
Als het apparaat lager wordt gehouden dan het hart, dan bestaat het risico dat de weergegeven waarde hoger is dan uw werkelijke bloeddruk.
Als het apparaat hoger wordt gehouden dan het hart, dan bestaat het risico dat de weergegeven waarde lager is dan uw werkelijke bloeddruk.
De meting wordt verricht tijdens het onder druk brengen van de manchet. De frequentie van de “pieptoon” die de polsslag en de mate van drukopbouw aangeeft, kan daarom veranderen. Dit is normaal.
Als u tijdens het meten voorover buigt, is het meetresultaat mogelijk niet nauwkeurig.
• Het hartsymbool gaat tijdens de drukopbouw knipperen (met geluid) als de polsslag wordt gedetecteerd. • Het symbool gaat branden als het herinneringsalarm is ingesteld. (Raadpleeg pagina NL19 en NL20 voor instructies met betrekking tot het instellen en controleren van de tijden van het herinneringsalarm.) eep
eep-p
peep-p
Om een nauwkeurig meetresultaat te kunnen verkrijgen, moet u zich tijdens de meting houden aan het volgende: • Raak het apparaat niet aan. • Blijf in dezelfde houding zitten en beweeg uw pols of vingers niet. • Praat niet.
[LET OP]
Blijf tijdens het meten uit de buurt van mobiele telefoons en andere bronnen van elektromagnetische straling. Dit kan anders leiden tot storingen.
NL10
3. Nadat de meting is voltooid, geeft het apparaat een pieptoon en wordt de bloeddruk en polsslag (hartslag) weergegeven. • De druk wordt automatisch van de manchet gehaald. • Indien uw bloeddruk binnen het hypertensiebereik (te hoge bloeddruk) ligt, zullen de karakters op het display circa 6 seconden knipperen. • Het symbool of gaat branden. • De hartslag wordt geschat op basis van de geregistreerde polsslagmeting gedurende één minuut terwijl de meting werd verricht. 4. Druk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. • Als u vergeet het apparaat uit te zetten, doet het apparaat dit automatisch zelf na circa 5 minuten.
NL11
Alarmfunctie signaleert hoge bloeddruk
Detectie van beweging
Zowel systolische als diastolische bloeddrukwaarden worden vastgesteld en weergegeven via een driekleurig LED-systeem. Deze waarden kunnen binnen het normale bereik of hypertensiebereik liggen en zijn gebaseerd op de definities en classificatie van bloeddrukniveaus zoals die zijn bepaald door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Vereniging voor Hypertensie (ISH). Als de bloeddruk in het hoge bereik ligt, zal de waarde op het display bovendien knipperen om de gebruiker op deze hoge waarde te attenderen. Volgens de WHO/ISH-richtlijnen worden waarden die consequent hoger zijn dan 140 mmHg (Sys.) en/of 90 mmHg (Dia.), beschouwd als een teken van hoge bloeddruk.
Het symbool verschijnt en er klinkt een waarschuwingssignaal als tijdens de meting door het apparaat beweging wordt gedetecteerd en door de drukmanchet meer druk wordt toegepast.
Aanduiding bloeddruk LED-kleuren
SYS (mmHg)
Oranje
Hypertensie (enigszins, gemiddeld, ernstig)
Geel
Groen
Normaal
DIA (mmHg)
• De bloeddrukwaarden knipperen circa 6 seconden als uw bloeddruk in het bereik van te hoge bloeddruk valt. Systolische bloeddruk: 140 mmHg en hoger Diastolische bloeddruk: 90 mmHg en hoger (Alleen nadat de meting is voltooid) Als zich tijdens de meting een fout voordoet Er verschijnt een op het display om aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan en de meting opnieuw moet worden uitgevoerd. Voordat u een volgende meting uitvoert, moet u altijd eerst de Aan/uit- en startknop indrukken om het apparaat uit te zetten en vervolgens een rustperiode van 5 minuten inlassen voordat u opnieuw begint. Neem direct contact op met uw arts als uw bloeddrukmeter bij voortduring waarden aangeeft die op hoge bloeddruk duiden.
NL12
• Voer de bloeddrukmeting opnieuw uit als het symbool knippert of brandt. • Als de hand of pols waaraan de drukmanchet is bevestigd, tijdens de meting wordt bewogen (bijvoorbeeld als u plotseling uw pols buigt), dan kan het gebeuren dat de meting niet nauwkeurig is. • Als tijdens de meting beweging wordt gedetecteerd, gaat het symbool knipperen terwijl de bloeddrukwaarde wordt weergegeven die tijdens die meting is geregistreerd. • (Als u deze waarde opslaat, zal het symboo branden wanneer u deze waarde later weer uit het geheugen oproept.) Bewegingsaanduiding
Hoognormaal
NL
Knipperend
Brandt
Alarm
Oorzaak
Er is beweging gedetecteerd. Lang · U hebt plotseling uw hand of pols gebogen. “piep- · De spieren in uw hand of pols staan onder spanning. piep”- · U hebt uw hand of pols bewogen, etc. geluid Voer, na afloop van de meting, opnieuw een meting uit in de juiste houding (raadpleeg pagina NL9 en NL10). Er is een beweging gedetecteerd die de waarde sterk zal beïnvloeden. Er is een sterke beweging gedetecteerd. Kort · De beweging is herhaaldelijk gedetecteerd. “piep- · Er is gedetecteerd dat u in sterke mate uw hand of pols piep- hebt bewogen, etc. piep- Voer de meting opnieuw uit (Op het display verschijnt piep”- een . geluid * Een verschijnt ook op het display in de volgende gevallen: · Als de klittenband van de drukmanchet los geraakt is, etc.
* Deze functie is ontworpen om u te helpen een nauwkeurige meting uit te voeren. Zelfs als de bewegingsaanduiding niet wordt weergegeven, verdient het aanbeveling dat u 2 tot 3 maal in een comfortabele houding een meting uitvoert om een nauwkeurig meetresultaat te verkrijgen.
NL13
Onregelmatige polsslag
Meetresultaten opslaan en oproepen
Als de polsslag tijdens de meting met meer dan ±25% afwijkt van het gemiddelde, wordt het symbool weergegeven nadat de meting is voltooid.
Meetresultaten opslaan
• Het symbool gaat na voltooiing van de meting branden nadat dit symbool circa 6 seconden lang heeft geknipperd. • Voer de meting opnieuw uit als het symbool brandt. • In sommige gevallen, wanneer de polsslag tijdens de meting sterk varieert, kan het onmogelijk zijn een nauwkeurig meetresultaat te verkrijgen. (Knippert)
Zelfs wanneer het symbool wordt weergegeven, houdt dit niet in dat de pols, in feite, al dan niet onregelmatig is. * Deze functie is ontworpen om u te helpen bij het verkrijgen van een nauwkeurig meetresultaat (raadpleeg pagina NL9 en NL10). Zelfs als het symbool niet wordt weergegeven, verdient het aanbeveling in een fysieke toestand van rust 2 tot 3 maal een meting uit te voeren. * Als het symbool vaak wordt weergegeven, neem dan contact op met een arts voor informatie over uw gezondheidstoestand. Probeer een meetresultaat niet zelf te interpreteren of een aandoening zelf te behandelen. Volg altijd het advies van uw arts.
NL14
Alle meetresultaten blijven altijd behouden, ook als de batterijen leeg raken of worden vervangen. Op het display wordt “—/— — : — —” weergegeven als u een meting probeert uit te voeren voordat u eerst de tijd en datum hebt ingesteld. 1. Het symbool gaat branden nadat de meting is voltooid. Druk op de knop voor het geheugen waarin u de waarde wilt opslaan. Bijv. A … Opgeslagen in B … Opgeslagen in
(Brandt)
• Als u een meting opslaat die werd gekenmerkt door een onregelmatige polsslag, zal het symbool worden weergegeven als u de betreffende meting later weer uit het geheugen oproept.
NL
2. Opslag in geheugen voltooid • In het geheugen kunnen 90 meetresultaten worden opgeslagen. Als het geheugen vol is, wordt het oudste meetresultaat vervangen door het nieuwe meetresultaat. • Meetresultaten kunt u niet opslaan als een meting geen succes had (wanneer voor de bloeddrukwaarde het symboo (Na circa twee wordt weergegeven). Als het symbool seconden) wordt weergegeven bij de polsslag, kan een meetresultaat echter wel worden opgeslagen. • Het geheugennummer, de datum van de meting en het tijdstip van de meting (Na circa twee worden afwisselend twee seconden seconden) weergegeven.
(Na circa twee seconden)
NL15
Meetresultaten opslaan en oproepen (vervolg) Meetresultaten oproepen uit het geheugen
Nadat u meetresultaten hebt opgeslagen, kunt u deze oproepen zonder dat u het apparaat hoeft in te schakelen. 1. Druk op de Geheugen/oproepknop van de persoon voor wie u een meetresultaat wilt oproepen. • Het gemiddelde van alle opgeslagen meetresultaten wordt weergegeven. • Het symbool wordt weergegeven. • Als bijvoorbeeld 90 meetresultaten zijn opgeslagen, wordt het gemiddelde van deze 90 meetresultaten weergegeven. • Als er slechts 1 meetresultaat is opgeslagen, wordt het symbool niet weergegeven. • De indicator-LED van de bloeddruk gaat circa 6 seconden lang branden.
NL 3. Druk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. Als u vergeet het apparaat uit te zetten, doet het apparaat dit automatisch zelf na circa 30 seconden. Alle gegevens uit het geheugen verwijderen (1) Gebruik de Geheugen/oproepknop om toegang te krijgen tot de opgeslagen gegevens die u wilt verwijderen. (2) Druk nogmaals op dezelfde Geheugen/oproepknop en houd deze langer dan drie seconden ingedrukt om alle gegevens te verwijderen. *Het is niet mogelijk om meetresultaten afzonderlijk te verwijderen. (3) Het geselecteerde symbool of en het symbool wordt (met geluid) weergegeven nadat alle gegevens zijn verwijderd.
2. Druk op de Geheugen/oproepknop om de meetresultaten weer te geven, te beginnen vanaf het meest recente (Na circa twee meetresultaat. seconden) • Telkens wanneer u de Geheugen/ oproepknop indrukt, wordt een meetresultaat weergegeven. Er wordt begonnen vanaf het meest recente meetresultaat. (Na circa twee • Op het display wordt het seconden) geheugennummer, de datum en het tijdstip van de meting weergegeven.
NL16
(Na circa twee seconden)
NL17
De gemiddelde systolische bloeddruk vergelijken tussen AM en PM Op het display wordt de gemiddelde systolische bloeddruk van AM en PM weergegeven om u in staat te stellen het verschil te zien tussen een meting gedurende AM en gedurende PM. Het gebruik van deze vergelijkingsfunctie kan bijdragen tot het herkennen van een bloeddrukpatroon dat bekendstaat als een piekbeweging in de vroege morgen op welk moment de bloeddruk snel stijgt. U kunt een vergelijking tussen AM en PM alleen maken als u de datum en tijd hebt ingesteld. Een vergelijking kunt u maken nadat de meetresultaten zijn opgeslagen, en zelfs ook als het apparaat uit staat. 1. Druk op de knop . • Op het display wordt de gemiddelde systolische bloeddruk van AM en PM weergegeven voor gebruiker 1. AM… 3:00AM~11:00AM PM… 6PM~2:59AM • Op het display wordt de gemiddelde systolische bloeddruk weergegeven die is geregistreerd tijdens de hierboven getoonde perioden. • Op het scherm wordt “ ” weergegeven als de tijd niet geregistreerd is of als slechts één enkele meting is geregistreerd. 2. Druk nogmaals op de knop . • Op het display wordt de gemiddelde systolische bloeddruk van AM en PM weergegeven voor gebruiker 2. • Telkens als u op de knop drukt, wordt afwisselend voor gebruiker 1 en gebruiker 2 de gemiddelde systolische bloeddruk van AM en PM weergegeven.
Het tijdstip voor een herinnering instellen (controleren)
NL
U kunt 3 tijdstippen instellen waarop u eraan wordt herinnerd dat u een meting moet uitvoeren. 1. Druk op de Instelknop op het onderste oppervlak van de bloeddrukmeter. • Op het display gaat herinneringstijd 1 knipperen. * Als u de datum en tijd niet hebt ingesteld, of als u de Instelknop langer dan 3 seconden indrukt, verschijnt het display voor de instelling van de datum en tijd. 2. Druk nogmaals op de Instelknop. • Het symbool en gaan knipperen. 3. Druk op de Selectieknop om het symbool weer te geven. • De symbolen en gaan knipperen. • Het herinneringsgeluid zal klinken. • Het herinneringsgeluid zal niet klinken. • Als het symbool wordt weergegeven en u de Instelknop indrukt, verandert de tijd in en gaan en branden. 4. (1) Druk op de Instelknop. Het uurveld gaat knipperen. (2) Druk herhaaldelijk op de Selectieknop om het gewenste uur te selecteren.
3. Druk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. Als u vergeet het apparaat uit te zetten, doet het apparaat dit automatisch zelf na 30 seconden.
NL18
NL19
Het tijdstip voor een herinnering instellen (controleren) (vervolg) 5. (1) Druk op de Instelknop. Het minuutveld gaat knipperen. (2) D ruk herhaaldelijk op de Selectieknop om de gewenste minuut te selecteren. • Als u alleen herinneringstijd 1 wilt instellen, druk dan op de Aan/uit- en startknop om de instelling te voltooien. • Voer stap 6 en 7 hieronder uit als u herinneringstijd 2 en 3 wilt instellen. 6. Druk op de Instelknop. Op het display gaat herinneringstijd 2 knipperen.
De ingestelde herinneringstijden wijzigen: 1. Druk op de Instelknop. (Op het display gaat herinneringstijd 1 knipperen.) • Als u de ingestelde herinneringstijd 2 of 3 wilt wijzigen, druk dan op de Selectieknop om herinneringstijd 2 of 3 op te roepen. 2. Druk tweemaal op de Instelknop. Het uurveld gaat knipperen. 3. Druk herhaaldelijk op de Selectieknop om het gewenste uur te selecteren. 4. (1) Druk op de Instelknop. Het minuutveld gaat knipperen. (2) Druk herhaaldelijk op de Selectieknop om de gewenste minuut te selecteren.
Herhaal stap 2 t/m 5 om de gewenste herinneringstijd in te stellen.
5. Druk op de Aan/uit- en startknop om de instelling te voltooien
7. Druk op de Instelknop nadat u de instelling van herinneringstijd 2 hebt voltooid. Op het display gaat herinneringstijd 3 knipperen.
1. Druk op de Instelknop. (Op het display gaat herinneringstijd 1 knipperen.) • Als u de instelling voor herinneringstijd 2 of 3 wilt wijzigen, druk dan op de Selectieknop om herinneringstijd 2 of 3 op te roepen.
Herhaal stap 2 t/m 5 om de gewenste herinneringstijd in te stellen.
3. Druk op de Selectieknop. Vervolgens wordt het symbool
8. Druk op de Instelknop nadat u de instelling van herinneringstijd 3 hebt voltooid. De tijden die u hebt ingesteld voor herinneringstijd 1, 2 en 3 worden met een interval van 2 seconden automatisch weergegeven. 9. Druk op de Aan/uit- en startknop om de instelling te voltooien.
NL20
NL
Het herinneringsgeluid zo instellen dat het niet afgaat:
2. Druk eenmaal op de Instelknop. De symbolen
en
gaan knipperen. weergegeven.
4. Druk op de Aan/uit- en startknop om de instelling te voltooien. • Als de ingestelde tijd wordt bereikt, gaat het herinneringsgeluid af (tenzij u het zo hebt ingesteld dat het niet afgaat) om u eraan te herinneren dat u een meting moet uitvoeren. • Het herinneringsgeluid gaat niet af als de ingestelde tijd wordt bereikt op een moment dat u een meting uitvoert. • Als het herinneringsgeluid klinkt, kunt u dit stopzetten door de Aan/uiten startknop in te drukken. Als u de knop niet indrukt, wordt het geluid na 1 minuut automatisch stopgezet. • Het herinneringsgeluid hoort u mogelijk niet als u de bloeddrukmeter opbergt in een zak, bureaulade, etc. • Ook wanneer de batterijen worden vervangen, blijven de ingestelde herinneringstijden behouden. Advies: Als u in een tabel de meetresultaten bijhoudt van metingen die ongeveer op hetzelfde tijdstip zijn uitgevoerd, krijgt u een goed beeld van de veranderingen in uw bloeddruk.
NL21
Behandeling en onderhoud
Voor uw veiligheid
Het apparaat opbergen
Deze bloeddrukmeter dient te worden gebruikt om zelf uw bloeddruk te meten.
1
1. Vouw het uiteinde van de drukmanchet in de richting van de pijl.
NL
Houd u altijd aan de voorschriften van uw arts als u medicijnen gebruikt. Vraag aan uw arts wat het beste tijdstip is om uw bloeddruk te meten als u medicijnen gebruikt.
2
2. Vouw de drukmanchet vervolgens in zichzelf naar binnen en maak deze vast aan de klittenband. • Plaats het apparaat in het opbergetui.
Mensen met pacemakers voor het hart, hartritmestoornissen, vaatvernauwing of leveraandoeningen evenals diabetici moeten hun arts raadplegen voordat zij zelf hun bloeddruk meten, omdat in dergelijke gevallen mogelijk verschillende waarden worden gemeten. Hetzelfde geldt ook voor vrouwen die in verwachting zijn. De Diagnostec is geen speelgoed voor kinderen! Als u de bloeddruk meet van uw kind, raadpleeg dan altijd uw arts omdat de gegevens niet kunnen worden vergeleken met die van de standaardgegevens van volwassenen. Verwijder altijd uw horloge of sieraden van uw pols voordat u uw nieuwe Diagnostec gebruikt. Hierdoor voorkomt u dat de binnenzijde van de manchet beschadigd raakt en vermindert u het risico dat het meetresultaat onnauwkeurig is. Zet de Diagnostec niet aan totdat u de manchet stevig rondom uw pols hebt aangebracht. De manchet kan beschadigd raken door opbouw van te veel druk als het apparaat niet stevig rondom de pols is aangebracht.
NL22
NL23
Behandeling van het apparaat Probeer het apparaat niet te demonteren, te repareren of te veranderen. Hierdoor kan brand ontstaan of het apparaat defect raken. Ook letsel kan hiervan het gevolg zijn.
Problemen oplossen Display
Vouw de drukmanchet niet terug tegen zichzelf aan. Gebruik de drukmanchet altijd rondom uw pols en nergens anders. • Het apparaat kan defect raken als u zich niet aan bovenstaande houdt. Oefen op het apparaat niet te veel kracht uit. Laat het apparaat niet vallen. De meting kan worden belemmerd als het apparaat dicht in de buurt van televisies, magnetrons, röntgenapparatuur of andere apparaten met sterke elektrische velden wordt gebruikt. Meet uw bloeddruk op voldoende afstand van dergelijke apparaten of schakel de betreffende apparaten uit. De manchet kan bij temperaturen onder 0°C in enige mate zijn elasticiteit verliezen. Als het apparaat blootstaat aan dergelijke extreme temperaturen, dan is het aan te bevelen het apparaat te laten liggen totdat het is opgewarmd tot kamertemperatuur voordat u de volgende meting uitvoert. In principe dient het apparaat niet te worden blootgesteld aan extreme omstandigheden (koude, hitte, vochtigheid, stof).
Er wordt een knipperende weergegeven.
Symptoom voordat het foutdisplay verscheen De druk werd groter dan 280 mmHg. (Het apparaat wordt herhaaldelijk opnieuw onder druk gezet.) De druk viel plotseling weg. Het hartsymbool knipperde slechts een paar keer of helemaal niet. De drukmanchet werd niet opgepompt. U hebt uw hand of pols bewogen.
NL
Oplossing
Voert u de meting correct en in de juiste houding uit? (Raadpleeg pagina NL9 en NL10.)
Hebt u de drukmanchet goed aangebracht? (Raadpleeg pagina NL8.) Is door het apparaat beweging gedetecteerd? (Raadpleeg pagina NL13.)
Laat stof of andere vreemde objecten niet in het object binnendringen, omdat het apparaat anders defect kan raken. Het apparaat reinigen • Gebruik alleen een doek met een beetje warm water en zeep om het apparaat schoon te vegen. • Gebruik geen verdunner, benzine of alcohol op het apparaat, omdat anders het apparaat kan verkleuren of scheuren kunnen ontstaan. • De manchet mag u niet wassen. Opbergen • Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid en direct zonlicht omdat het apparaat anders defect kan raken. Het apparaat langere tijd opbergen • Verwijder de batterijen voordat u het apparaat langere tijd opbergt. Als u dat nalaat, kunnen de batterijen gaan lekken, waardoor het apparaat defect kan raken.
NL24
NL25
Problemen oplossen (vervolg) Symptoom De SYS of DIA is hoog.
De SYS of DIA is laag.
De bloeddruk is abnormaal hoog of abnormaal laag. Het meetresultaat is anders dan wanneer een arts de meting uitvoert. Het meetresultaat is steeds verschillend. Het meetresultaat verschilt van het meetresultaat van metingen met een bloeddrukmeter aan de bovenarm. Tijdens het oppompen van de manchet zijn verschillende geluiden hoorbaar en vindt de drukopbouw plaats met verschillende snelheden.
NL26
Mogelijke oorzaak • De drukmanchet is te laag aangebracht. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De drukmanchet is niet op de juiste wijze om de pols aangebracht. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De persoon beweegt of praat tijdens de meting. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De drukmanchet is te hoog aangebracht. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De persoon beweegt of praat tijdens de meting. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De houding van de persoon is bij elke meting verschillend. (Raadpleeg pagina NL8 t/m NL10.) • De persoon is bij de arts enigszins gespannen, waardoor de meetresultaten verschillen. • Ontspan uzelf tien minuten en voer vervolgens de meting opnieuw uit.
NL Symptoom Het symbool knippert terwijl het meetresultaat wordt weergegeven.
Mogelijke oorzaak • Tijdens de meting deed zich een aanzienlijke schommeling in de polsslag voor. (Raadpleeg pagina NL14.)
Het symbool knippert terwijl het meetresultaat wordt weergegeven.
• U hebt uw hand of pols bewogen. (Raadpleeg pagina NL13.)
Het symbool knippert, maar ik heb mijn hand of pols niet bewogen.
• In sommige gevallen wordt dit weergegeven als u de spieren in uw hand hebt aangespannen. Ontspan de spieren in uw hand en voer opnieuw de meting uit. (Raadpleeg pagina NL13.)
Neem contact op met uw arts als de meter nog steeds ongebruikelijke of onjuiste meetresultaten lijkt te geven. Neem contact op met een erkend servicecentrum als de meter niet correct lijkt te werken.
• Er kunnen bij mensen met problemen in de perifere bloedsomloop grote verschillen zijn tussen de geregistreerde bloeddruk aan de pols en die aan de bovenarm.
• Veranderingen in de werkingsgeluiden en drukopbouwsnelheden zijn normaal en doen zich voor omdat de meting plaatsvindt terwijl de manchet wordt opgepompt.
NL27
Meetnauwkeurigheid
Technische gegevens
Algemeen Deze bloeddrukmeter voldoet aan de Europese voorschriften (EU-richtlijn 93/42/EG gedateerd 14 juni, 1993) en draagt het CE-keurmerk “CE 0197”. De kwaliteit van het apparaat is geverifieerd en het apparaat voldoet aan de volgende normen: EN 1060-1 (Dec. 1995) + A1 Niet-invasieve bloeddrukmeters Algemene eisen EN 1060-3 (Sep. 1997) Niet-invasieve bloeddrukmeters Aanvullende eisen voor elektro-mechanische bloeddrukmeetsystemen EN1060-4 (Sep. 2004) Niet-invasieve bloeddrukmeters Beproevingsprocedures voor totale nauwkeurigheidsbepaling van de automatische niet-invasieve bloeddrukmeters. EN 60601-1-2 (Nov. 2001) Elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid voor medische elektrische toestellen EN 60601-1 (Aug. 1990) + A1 + A2 + A13 Medische elektrische toestellen Deel 1: Algemene eisen voor de veiligheid
Waarschuwingsfunctie
Het CE-keurmerk dient om het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de EU te vergemakkelijken. Panasonic garandeert een nauwkeurige meting Het zegel bevestigt dat in de fabriek van Panasonic is gecontroleerd of elke Diagnostec nauwkeurig meet. Het verdient aanbeveling om het apparaat om de 3 jaar opnieuw te kalibreren, te beginnen met het jaar dat op het zegel is gedrukt. Als het apparaat is gerepareerd of het zegel onleesbaar is geworden, dan moet u ervan uitgaan dat het apparaat onnauwkeurig is. In dergelijke gevallen verdient het aanbeveling het apparaat opnieuw te laten kalibreren.
NL28
EW3039 NL
Knipperende cijfers op het display en driekleurige LED Meetmethode: Intelligente meettechnologie (oscillometrisch) (FUZZY LOGIC) Meetbereik: Druk: 0–280 mmHg Het apparaat loopt automatisch leeg bij een druk die hoger wordt dan 280 mmHg, waarbij een foutbericht wordt weergegeven. Polsslag: 30 tot 160 slagen per minuut Meetnauwkeurigheid: Druk ± 3 mmHg Polsslag: ± 5 % Lekkage van pneumatisch systeem: ≤ 6 mmHg/min Systeem voor oppompen/leeglopen: Automatische meting tijdens het oppompen, en snel leeglopen van apparaat Polsomtrek: 12,5 tot 22,0 cm Batterijen: 2× 1.5 V alkaline (LR03/AAA/Micro) (Controle-aanduiding voor Batterijsymbool verschijnt wanneer de vervanging van batterij) batterijen moeten worden vervangen. Automatische uitschakeling: Circa 5 minuten na de meting Referentiemethode voor klinische tests: Auscultatorische meting Gewicht: 116 g (zonder batterijen) Op te bergen en te vervoeren bij: Een temperatuur van – 10˚C tot + 60˚C en een relatieve vochtigheid van 10% tot 95% Te gebruiken bij: Een temperatuur van + 10˚C tot + 40˚C en een relatieve vochtigheid van 30% tot 85% Bescherming tegen elektrische Intern gevoede apparatuur Type BF schokken: Applied Part EW3039 is klinisch bewezen door sequentiële vergelijking met een auscultatorische meting. De wachtperiode vóór EW3039-evaluatie is 1,5 tot 2 minuten en vóór auscultatorische meting 0,5 tot 1 minuut.
NL29
Technische gegevens (vervolg)
Informatie over elektromagnetische NL compatibiliteit (EMC) voor model EW3039
Informatie over het afdanken van elektrische & elektronische apparatuur (huishoudelijk afval van particulieren)
Voor model EW3039 gelden ten aanzien van EMC speciale voorzorgsmaatregelen. U moet het apparaat gebruiken volgens de EMC-informatie hieronder. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (RF = radiofrequentie) kan een negatieve invloed uitoefenen op de EW3039.
Dit symbool op de producten en/of bijbehorende documenten houdt in dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden meegegeven met het gewone huishoudelijke afval. Lever deze producten in bij een daartoe aangewezen inzamelpunt waar deze kosteloos zullen worden ingenomen. Dit is de enige goede manier om deze producten af te danken en te recyclen. In sommige landen kunt u het oude product ook inleveren bij uw plaatselijke winkelier als u een vergelijkbaar nieuw product koopt. Door dit product op de juiste wijze af te danken spaart u waardevolle hulpbronnen. Bovendien voorkomt u eventuele negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu, wat anders het geval zou zijn als u ondoordacht met dit type afval omgaat. Neem contact op met de instanties in uw regio voor meer bijzonderheden over toegewezen inzamelpunten.
Accessoires: WAARSCHUWING: Er worden door de fabrikant geen specifieke accessoires aanbevolen voor gebruik met model EW3039. Het gebruik van andere accessoires dan die worden aanbevolen door de fabrikant kan bij model EW3039 leiden tot grotere emissies of lagere immuniteit. WAARSCHUWING: Het wordt afgeraden de EW3039 in de buurt van of gegroepeerd met andere apparatuur te gebruiken. Als het nodig is model EW3039 in de buurt van of gegroepeerd met andere apparatuur te gebruiken, dan moet worden gecontroleerd of het apparaat in de betreffende configuratie goed werkt. Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies Model EW3039 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3039 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest Conformiteit Elektromagnetische omgeving - richtlijn RF-emissies CISPR 11
Groep 1
RF-emissies CISPR 11
Klasse B
U loopt mogelijk het risico een wettelijke boete te krijgen als u deze producten niet op de voorgeschreven wijze afdankt. Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie Als u zich wilt ontdoen van elektrische en elektronische apparatuur, neem dan voor meer informatie contact op met uw dealer of leverancier. Informatie over het afdanken van apparatuur in landen buiten de Europese Unie Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Als u dit product wilt afdanken, neem dan contact op met de plaatselijke autoriteiten of dealer en vraag hoe u zich moet ontdoen van dit product.
NL30
Harmonische emissies IEC 61000-3-2
Niet van toepassing
Spanningsschommelingen/ flikkermissies IEC 61000-3-3
Niet van toepassing
Model EW3039 maakt alleen voor zijn interne functie gebruik van RF-energie. Daarom zijn de RF-emissies erg laag en zullen deze emissies geen storingen veroorzaken in elektronische apparatuur in de nabijheid. Model EW3039 is geschikt voor gebruik in alle ruimten, waaronder woningen en andere ruimten die rechtstreeks zijn aangesloten op het openbare laagspanningsnet dat spanning levert aan residentiële gebouwen. De Harmonische emissies en de spanningsschommelingen/ flikkeremissies zijn niet van toepassing omdat model EW3039 wordt gevoed door interne batterijen.
NL31
Informatie over elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor model EW3039 (vervolg) Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit Model EW3039 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3039 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. ImmuniteitsTestniveau Niveau Elektromagnetische test IEC 60601 conformiteit omgeving - richtlijn Elektrostatische 6 kV contact 6 kV contact Vloeren moeten van hout ontlading (ESD) 8 kV lucht 8 kV lucht of beton zijn, of bestaan uit IEC 61000-4-2 keramische tegels. Als vloeren bedekt zijn met synthetisch materiaal, moet de relatieve vochtigheid minstens 30 % zijn. Elektrische 2 kV voor stroomtNiet van Niet van toepassing snelle transiënt/ oevoerleidingen toepassing omdat model EW3039 lawine 1 kV voor invoer/ wordt gevoed door interne IEC 61000-4-4 uitvoerleidingen batterijen en geen externe kabels heeft. Stootspanning 1 kV Niet van Niet van toepassing IEC 61000-4-5 differentieelmodus toepassing omdat model EW3039 2 kV gemeenwordt gevoed door interne schappelijke modus batterijen. Spannings<5 % UT (>95% Niet van Niet van toepassing dalingen, korte daling in UT) voor toepassing omdat model EW3039 interrupties 0,5 cyclus wordt gevoed door interne en spannings- 40 % UT (60 % batterijen. variaties op daling in UT) voor stroomtoevoer- 5 cycli leidingen 70 % UT (30 % IEC 61000-4-11 daling in UT) voor 25 cycli <5 % UT (>95% daling in UT) voor 5 cyclus Magnetisch veld 3 A/m 3 A/m De magnetische velden van netfrequentie de netfrequentie moeten (50/60Hz) van een niveau zijn dat IEC61000-4-8 kenmerkend is van een typische locatie in een typische commerciële omgeving of ziekenhuisomgeving. Opmerking: UT is de wisselspanning van het net voorafgaand aan toepassing van het testniveau
NL32
NL Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit Model EW3039 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3039 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteits- Testniveau Niveau Elektromagnetische test IEC 60601 conformiteit omgeving - richtlijn Draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur mag niet dichter in de buurt van model EW3039, inclusief kabels, worden gebruikt dan tot op de aanbevolen afstand die wordt berekend op basis van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender. Aanbevolen afstand tot de EW3039
Geleide RF IEC 61000-4-6
3 Vrms 150 kHz tot 80 MHz
Niet van toepassing omdat model EW3039 wordt gevoed door interne batterijen en geen externe kabels heeft.
Niet van toe-passing d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz 3 V/m hierbij is P in Watt (W) het maximale 80 MHz tot 3 V/m uitgangsvermogen van de zender volgens 2,5 GHz de fabrikant van de zender en is d de aanbevolen afstand tot de EW3039 in meters (m). De veldsterkte vanaf vaste RF-zenders, zoals bepaald door een elektromagnetisch onderzoek op locatie,a moet minder zijn dan het niveau van conformiteit in elk frequentiebereik.b Interferentie kan zich voordoen in de nabijheid van apparatuur die is aangeduid met het volgende symbool: OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie vanaf constructies, objecten en mensen. Uitgestraalde RF IEC 61000-4-3
a Veldsterktes vanaf vaste zenders, zoals basisstations voor (cellulaire/snoerloze) radiotelefoons en mobiele radio’s op land, amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen zijn theoretisch niet met nauwkeurigheid te voorspellen. Om een beoordeling te kunnen geven van de elektromagnetische omgeving die het gevolg is van vaste RF-zenders, is te overwegen op locatie een elektromagnetisch onderzoek te houden. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie waarin model EW3039 wordt gebruikt, hoger is dan het hierboven vermelde toepasselijke RF-niveau van conformiteit, dan moet model EW3039 worden geobserveerd om te verifiëren of deze normaal werkt. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd, kunnen extra maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld door de richting of plaats van model EW3039 te veranderen. b Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.
NL33
Informatie over elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor model EW3039
(vervolg)
Aanbevolen afstand tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur en model EW3039 Model EW3039 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van model EW3039 kan bijdragen aan het voorkomen van elektromagnetische storingen door tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur (zenders) en model EW3039 een, zoals hieronder aanbevolen, minimale afstand aan te houden, op basis van het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur. Nominaal Tussenafstand op basis van de frequentie van de zender maximaal in metersm uitgangsvermogen 150 kHz tot 80 MHz 80 MHz tot 800 MHz 800 MHz tot 2,5 GHz Niet van toepassing d = 1,2 √P d = 2,3 √P van zender W 0,01 0,12 0,23 Niet van toepassing 0,1 0,38 0,73 Niet van toepassing 1 1,2 2,3 Niet van toepassing 10 3,8 7,3 Niet van toepassing 100 12 23 Niet van toepassing Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat hierboven niet staat vermeld, kan de aanbevolen tussenafstand d in meters (m) worden geschat met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P in Watt (W) het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender is, volgens de fabrikant van de zender. OPMERKING 1: At 80 MHz and 800 MHz, the separation distance for the higher frequency range applies. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie vanaf constructies, objecten en mensen.
NL34