Polsbloeddrukmeter
Bedieningsinstructies EW3006 NL
Lees deze instructies volledig door voordat u dit apparaat in gebruik neemt. Bewaar deze handleiding zodat u de bedieningsinstructies altijd bij de hand hebt.
Panasonic verbetert het meten van de bloeddruk Beste klant, gefeliciteerd met uw aankoop van de polsbloeddrukmeter van Panasonic. Al meer dan tien jaar levert Matsushita bloeddrukmeters aan onze klanten in Europa. Het door u gekochte product heeft onze strenge kwaliteitscontroles doorstaan, en wij hopen dat u hierdoor een product hebt waarmee u dagelijks efficiënt uw bloeddruk kunt meten. Wij wensen u al het beste voor uw gezondheid. Dankzij moderne medische technologie is het meten van de bloeddruk tegenwoordig minder gecompliceerd. De gebruiksvriendelijkheid maakt het meten veel gemakkelijker, maar heel vaak worden de gemeten waarden fout beoordeeld. Meestal wordt niet het gehele bloeddrukbeeld in ogenschouw genomen, maar slechts één enkele meting. Het gevolg hiervan is dat meer dan 70% van alle mensen die lijden aan hypertensie (hoge bloeddruk), ontoereikend of in het geheel niet worden behandeld (Bron: Wereldgezondheidsorganisatie (WHO)). Panasonic heeft de behandeling van hoge bloeddruk nu naar een nieuwe dimensie getild. 160 140 120 100 SYS
80 60
Wakker worden
6
12
Gaan slapen
18
24
DIA
Bloeddruk is geen vast gegeven! De bloeddrukschommelingen over een gehele dag in dit voorbeeld laten zien waarom één enkele waarde niet geschikt is voor diagnose en behandeling. Bij mensen met hoge bloeddruk kunnen over een gehele dag schommelingen optreden tot 50 mmHg.
NL
Punten van belang en informatie met betrekking tot bloeddruk en hoge bloeddruk
NL
De behandeling van hoge bloeddruk is een van de succesvolste behandelingsvormen in de moderne geneeskunde. Dit geldt niet alleen bij het voorkomen van complicaties die het gevolg zijn van hoge bloeddruk, maar ook met betrekking tot de behandeling van schade die volgt op een beroerte of hartaanval. Recente onderzoeken hebben zonder twijfel aangetoond dat: 1. hoge bloeddruk met succes kan worden verlaagd bij patiënten van alle leeftijden en 2. bloeddruk op een laag niveau moet worden gestabiliseerd. De bevindingen van belangrijke recente onderzoeken hebben geleid tot bijstelling van de eerder geaccepteerde limieten (de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), 1999). Met andere woorden: de traditionele limiet van 160/95 mmHg als de grens tussen normale en hoge bloeddruk, is nu verlaagd. Als gevolg hiervan zijn de normale waarden nu “verlaagd” door de WHO, de Duitse Vereniging voor Hypertensie en de Amerikaanse Commissie voor Hypertensie. Een pathologisch hoge bloeddruk wordt nu als volgt gedefinieerd: Een systolische waarde van 140 mmHg of meer en/of Bloeddruk die zowel beide als één een diastolische waarde van deze limieten overschrijdt, wordt van 90 mmHg of meer, mits beschouwd als hoge bloeddruk. deze waarden herhaaldelijk De waarden moeten echter door worden verkregen onder herhaalde metingen worden bevestigd. standaardomstandigheden, d.w.z.: bij rust (op twee verschillende dagen op drie verschillende tijdstippen gemeten). Deze definitie geldt voor alle leeftijden. Systolische waarden tussen 140 en 159 mmHg en diastolische waarden tussen 90 en 94 mmHg werden vroeger aangemerkt als een grensgebied, maar tegenwoordig worden deze waarden niet langer gezien als een “grijs gebied”, maar duidelijk geclassificeerd als hoge bloeddruk. Dit houdt daarom in dat een medische behandeling is vereist voor bloeddrukwaarden die hoger zijn dan 140/90 mmHg. Bovenste waarde (SYS.) 140 mmHg Onderste waarde (DIA.) 90 mmHg
NL
Overzicht van het apparaat * Gebruik alleen alkalinebatterijen.
Body
Aanzicht vanaf bovenzijde
Plaatsingsmarkering
Geheugen/oproepknop
Display Batterijhouder Drukmanchet Aan/uit- en startknop
Opbergetui Kan ook worden gebruikt als armsteun
Displaysymbolen = Fout Bezig met meten
U hebt bijvoorbeeld uw pols bewogen of de manchet is niet goed aangebracht
U moet de batterijen vervangen
Geheugen
Gemiddeld
Onregelmatige polsslag
U hebt zich bewogen
NL
NL Batterijen Alkalinebatterijen van Panasonic (LR03/AAA/Micro) kunt u gebruiken voor circa 300 metingen (circa 3 maanden, driemaal per dag), bij een omgevingstemperatuur van 23°C en 170 mmHg en een polsomtrek van 17 cm. (De bijgeleverde batterijen zijn alleen bedoeld voor testdoeleinden. Er kan daarom niet worden gegarandeerd hoe lang deze meegaan.) • De gebruiksduur van de batterijen wordt aanzienlijk korter als de omgevingstemperatuur laag is. • Het aantal metingen dat u met een set batterijen kunt uitvoeren, is veel lager als u andere batterijen gebruikt dan alkalinebatterijen. Gebruik daarom alleen alkalinebatterijen. • Vervang beide batterijen tegelijkertijd en zorg ervoor dat de batterijen van hetzelfde type en fabrikaat zijn. Dit product omvat de volgende onderdelen: • Hoofdeenheid • Opbergetui • Batterijen • Bedieningsinstructies • Garantiekaart
NL
Batterijen plaatsen/vervangen * Gebruik alleen alkalinebatterijen.
(2)
(1)
1. Haal het apparaat uit het opbergetui. Plaats de batterijen. (1) Schuif de batterijhouder open zoals wordt afgebeeld in de tekening. (2) Plaats de twee batterijen. Doe dit zo dat de plus- en minpolen (+/–) aan de juiste zijde liggen.
2. Schuif de batterijhouder terug totdat deze vast klikt.
Batterijen moeten worden vervangen in de volgende gevallen: 1. Wanneer op het display het batterijsymbool verschijnt. 2. Wanneer op het display geen gegevens verschijnen nadat u op de Aan/uit- en startknop hebt gedrukt. Let op: Als u gebruik maakt van oplaadbare batterijen, kan het gebeuren dat de polsbloeddrukmeter zonder voorafgaande waarschuwing ophoudt te functioneren wanneer de batterijen leeg raken. Houd u aan de nationale en/of plaatselijke recyclagevoorschriften als u het apparaat en de batterijen aan het eind van hun levensduur afdankt. Dan levert ook u een bijdrage aan de bescherming van het milieu.
NL
De drukmanchet aanbrengen
NL
De bloeddruk wordt gemeten aan uw linkerpols. Het is niet nodig om uw mouw op te rollen of kleding te verwijderen. Wikkel de drukmanchet zodanig om uw pols dat de eenheid aan de bovenzijde op één lijn staat met de basis van uw pols.
Klittenband Klittenband
Basis van de pols Wikkel de drukmanchet zodanig om uw pols dat de plaatsingsmarkering in het midden van uw pols staat.
1. Plaats het apparaat aan de binnenzijde van uw pols. • Plaats het apparaat in direct contact met de huid. • Het apparaat kan worden gebruikt door mensen met een polsomtrek van 12,5 tot 22,0 cm. 2. Maak de manchet stevig vast met de klittenband. Als u de drukmanchet te los om uw pols wikkelt, kan dit tot gevolg hebben dat de bloeddrukwaarden te hoog zijn of de meting niet kan worden uitgevoerd. Druk de klittenband zacht tegen elkaar om te voorkomen dat deze losraakt. Verwijder de klittenband niet door deze in een draaiende beweging los te maken. Trek de klittenband altijd horizontaal, op een gelijke lijn ten opzichte van de manchet, van elkaar.
NL
Hoe u op de juiste wijze uw bloeddruk meet Meet uw bloeddruk altijd op hetzelfde tijdstip terwijl u in dezelfde positie zit en dezelfde pols gebruikt. Het verdient aanbeveling om tenminste tweemaal per dag uw bloeddruk te meten. De beste tijd is ‘s ochtends vóór het ontbijt en ‘s avonds na het werk. • Ga eerst circa 5 minuten ontspannen zitten op een stoel voordat u begint te meten. • Vanaf 1 uur vóór de meting moet u geen zwaar werk verrichten of aan sport doen. • Vanaf 1 uur vóór de meting mag u niets eten of drinken (koffie, alcohol) en geen sigaretten roken. Neem eerst altijd vier tot vijf minuten rust voordat u uw bloeddruk meet.
Meet uw bloeddruk terwijl u zit 1. Plaats uw elleboog op de tafel. 2. Houd het apparaat ter hoogte van uw hart. 3. Open uw hand met de palm naar boven toe en ontspan uzelf.
Plaats uw arm op de bovenzijde van het opbergetui zodra u de drukmanchet hebt aangebracht.
NL
NL
Om een onnauwkeurige meting te voorkomen, moet u zich houden aan het volgende: Buig uw pols niet naar binnen. Bal uw vuist niet samen.
Als het apparaat lager wordt gehouden dan het hart, dan bestaat het risico dat de weergegeven waarde hoger is dan uw werkelijke bloeddruk.
Als het apparaat hoger wordt gehouden dan het hart, dan bestaat het risico dat de weergegeven waarde lager is dan uw werkelijke bloeddruk.
Als u tijdens het meten voorover buigt, is het meetresultaat mogelijk niet nauwkeurig.
Om een nauwkeurig meetresultaat te kunnen verkrijgen, moet u zich tijdens de meting houden aan het volgende: • Raak het apparaat niet aan. • Blijf in dezelfde houding zitten en beweeg uw pols of vingers niet. • Praat niet.
[LET OP] Blijf tijdens het meten uit de buurt van mobiele telefoons en andere bronnen van elektromagnetische straling. Dit kan anders leiden tot storingen.
NL
Uw bloeddruk meten 1. Plaats de arm waaraan u het apparaat hebt bevestigd, op het opbergetui. (Raadpleeg “Hoe u op de juiste wijze uw bloeddruk meet” op pagina NL8 en NL9.) 2. Druk op de Aan/uit- en startknop. • Het display gaat circa 2 seconden lang branden. • De manchet wordt vervolgens automatisch opgepompt. De meting wordt verricht tijdens het onder druk brengen van de manchet. De frequentie van de “pieptoon” die de polsslag en de mate van drukopbouw aangeeft, kan daarom veranderen. Dit is normaal. • Het hartsymbool gaat tijdens de drukopbouw knipperen als de polsslag wordt gedetecteerd. 3. Nadat de meting is voltooid, geeft het apparaat een pieptoon en wordt de bloeddruk en polsslag (hartslag) weergegeven. • De druk wordt automatisch van de manchet gehaald. • Indien uw bloeddruk binnen het hypertensiebereik (te hoge bloeddruk) ligt, zullen de karakters op het display circa 6 seconden knipperen. • Het symbool knippert ook. (Zie NL11 voor bijzonderheden over hoe u het resultaat moet interpreteren.) • De hartslag wordt geschat op basis van de geregistreerde polsslagmeting gedurende één minuut terwijl de meting werd verricht.
NL10
4. D ruk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. • Als u vergeet het apparaat uit te zetten, doet het apparaat dit automatisch zelf na circa 5 minuten.
NL Het resultaat van de meting interpreteren De gemeten bloeddruk wordt geïnterpreteerd op basis van de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Vereniging voor Hypertensie (ISH). Indien uw bloeddruk binnen het hypertensiebereik (te hoge bloeddruk) ligt, zullen de karakters op het display circa 6 seconden knipperen. SYS (mmHg) 140 130
Hypertensie (enigszins, gemiddeld, ernstig) Hoognormaal Normaal 85
90
DIA (mmHg)
• De bloeddrukwaarden knipperen circa 6 seconden als uw bloeddruk in het bereik van te hoge bloeddruk valt. Systolische bloeddruk: 140 mmHg en hoger Diastolische bloeddruk: 90 mmHg en hoger (Alleen nadat de meting is voltooid)
Als zich tijdens de meting een fout voordoet Er verschijnt een op het display om aan te geven dat zich een fout heeft voorgedaan en de meting opnieuw moet worden uitgevoerd. Voordat u een tweede meting uitvoert, moet u altijd eerst de Aan/uit- en startknop indrukken om het apparaat uit te zetten en vervolgens 5 minuten stilzitten.
Hoe u een nauwkeurig meetresultaat krijgt Nadat u uw bloeddruk hebt gemeten, moet u vier tot vijf minuten rustig wachten voordat u opnieuw een meting uitvoert. In veel gevallen zal de tweede meting nauwkeuriger zijn dan de eerste, omdat u meer ontspannen bent en uw bloeddruk enigszins is gedaald. Dit is in het bijzonder het geval bij mensen die snel gestresst raken. De laagste van beide metingen wordt normaliter als de juiste gezien.
NL11
Detectie van beweging Het symbool verschijnt als tijdens de meting door het apparaat beweging wordt gedetecteerd en door de drukmanchet meer druk wordt toegepast. • Voer de bloeddrukmeting opnieuw uit als het symbool knippert of brandt. • Als de hand of pols waaraan de drukmanchet is bevestigd, tijdens de meting wordt bewogen (bijvoorbeeld als u plotseling uw pols buigt), dan kan het gebeuren dat de meting niet nauwkeurig is. • Als tijdens de meting beweging wordt gedetecteerd, gaat het symbool knipperen terwijl de bloeddrukwaarde wordt weergegeven die tijdens die meting is geregistreerd. (Als u deze waarde opslaat, zal het symbool branden wanneer u deze waarde later weer uit het geheugen oproept.) Bewegingsaanduiding
Knipperend
Brandt
Oorzaak Er is beweging gedetecteerd. • U hebt plotseling uw hand of pols gebogen. • De spieren in uw hand of pols staan onder spanning. • U hebt uw hand of pols bewogen, etc. Voer, na afloop van de meting, opnieuw een meting uit in de juiste houding (raadpleeg pagina NL8 en NL9). Er is een beweging gedetecteerd die de waarde sterk zal beïnvloeden. • Er is een sterke beweging gedetecteerd. • De beweging is herhaaldelijk gedetecteerd. • Er is gedetecteerd dat u in sterke mate uw hand of pols hebt bewogen, etc. Voer de meting opnieuw uit (Op het display verschijnt een ). * Een verschijnt ook op het display in de volgende gevallen: • Als de klittenband van de drukmanchet los geraakt is, etc.
* Deze functie is ontworpen om u te helpen een nauwkeurige meting uit te voeren. Zelfs als de bewegingsaanduiding niet wordt weergegeven, verdient het aanbeveling dat u 2 tot 3 maal in een comfortabele houding een meting uitvoert om een nauwkeurig meetresultaat te verkrijgen.
NL12
Onregelmatige polsslag
NL
Als de polsslag tijdens de meting met meer dan ±25% afwijkt van het gemiddelde, wordt het symbool weergegeven nadat de meting is voltooid • Het symbool gaat na voltooiing van de meting branden nadat dit symbool circa 6 seconden lang heeft geknipperd. • Voer de meting opnieuw uit als het symbool brandt. • In sommige gevallen, wanneer de polsslag tijdens de meting sterk varieert, kan het onmogelijk zijn een nauwkeurig meetresultaat te verkrijgen. (Knippert.)
(Brandt.)
(Circa 6 seconden)
• Als u een meting opslaat die werd gekenmerkt door een onregelmatige polsslag, zal het symbool worden weergegeven als u de betreffende meting later weer uit het geheugen oproept. Zelfs wanneer het symbool wordt weergegeven, houdt dit niet in dat de pols, in feite, al dan niet onregelmatig is. * Deze functie is ontworpen om u te helpen bij het verkrijgen van een nauwkeurig meetresultaat (raadpleeg pagina NL8 en NL9). Zelfs als het symbool niet wordt weergegeven, verdient het aanbeveling in een fysieke toestand van rust 2 tot 3 maal een meting uit te voeren. * Als het symbool vaak wordt weergegeven, neem dan contact op met een arts voor informatie over uw gezondheidstoestand. Probeer een meetresultaat niet zelf te interpreteren of een aandoening zelf te behandelen. Volg altijd het advies van uw arts.
NL13
Meetresultaten opslaan en oproepen Meetresultaten opslaan Alle meetresultaten blijven altijd behouden, ook als de batterijen leeg raken of worden vervangen. 1. Het symbool gaat knipperen nadat de meting is voltooid. Druk op de Geheugen/oproepknop.
2. Opslaan voltooid • Er kunnen maximaal 90 meetresultaten worden opgeslagen en elk resultaat krijgt een nummer toegewezen. Als de limiet is bereikt, worden nieuwe meetresultaten opgeslagen over de bestaande, te beginnen bij het oudste meetresultaat. De gegevensnummers worden ook gewijzigd. • Het is niet mogelijk om een meetresultaat op te slaan als een meting niet met succes werd uitgevoerd (d.w.z. wanneer een wordt weergegeven). Aangezien niets werd geregistreerd, zal ook het gegevensnummer niet worden gewijzigd. * Als het symbool wordt weergegeven bij de polsslag, kan een meetresultaat echter wel worden opgeslagen.
NL14
NL Opgeslagen gegevens oproepen Nadat u meetresultaten hebt opgeslagen, kunt u deze oproepen zonder dat u het apparaat hoeft in te schakelen. 1. Druk op de Geheugen/oproepknop. • Het gemiddelde van alle opgeslagen meetresultaten wordt weergegeven. • Het symbool wordt weergegeven. • Als in het geheugen bijvoorbeeld 90 meetresultaten zijn opgeslagen, dan wordt het gemiddelde van die 90 meetresultaten weergegeven. Het symbool wordt niet weergegeven als slechts één meetresultaat is opgeslagen. 2. Druk nogmaals op de Geheugen/oproepknop om het meest recente meetresultaat op te roepen. • Telkens als u op de Geheugen/oproepknop drukt, wordt een ander meetresultaat weergegeven, te beginnen met het volgende meest recente meetresultaat. 3. Druk op de Aan/uit- en startknop om het apparaat uit te zetten. Het apparaat wordt automatisch na 30 seconden uitgezet als u vergeet het apparaat zelf uit te zetten. Alle gegevens uit het geheugen verwijderen (1) G ebruik de Geheugen/oproepknop om toegang te krijgen tot de opgeslagen gegevens. (2) D ruk nogmaals op de Geheugen/oproepknop en houd deze langer dan drie seconden ingedrukt om alle gegevens te verwijderen. * Het is niet mogelijk om meetresultaten afzonderlijk te verwijderen. (3) D e symbolen en worden weergegeven nadat alle gegevens zijn verwijderd.
NL15
Behandeling en onderhoud Het apparaat opbergen
1
1. Vouw het uiteinde van de drukmanchet in de richting van de pijl.
2
2. Vouw de drukmanchet vervolgens in zichzelf naar binnen en maak deze vast aan de klittenband. • Plaats het apparaat in het opbergetui.
NL16
Voor uw veiligheid
NL
Deze bloeddrukmeter dient te worden gebruikt om zelf uw bloeddruk te meten. Houd u altijd aan de voorschriften van uw arts als u medicijnen gebruikt. Vraag aan uw arts wat het beste tijdstip is om uw bloeddruk te meten als u medicijnen gebruikt. Mensen met pacemakers voor het hart, hartritmestoornissen, vaatvernauwing of leveraandoeningen evenals diabetici moeten hun arts raadplegen voordat zij zelf hun bloeddruk meten, omdat in dergelijke gevallen mogelijk verschillende waarden worden gemeten. Hetzelfde geldt ook voor vrouwen die in verwachting zijn. De Diagnostec is geen speelgoed voor kinderen! Als u de bloeddruk meet van uw kind, raadpleeg dan altijd uw arts omdat de gegevens niet kunnen worden vergeleken met die van de standaardgegevens van volwassenen. Verwijder altijd uw horloge of sieraden van uw pols voordat u uw nieuwe Diagnostec gebruikt. Hierdoor voorkomt u dat de binnenzijde van de manchet beschadigd raakt en vermindert u het risico dat het meetresultaat onnauwkeurig is. Zet de Diagnostec niet aan totdat u de manchet stevig rondom uw pols hebt aangebracht. De manchet kan beschadigd raken door opbouw van te veel druk als het apparaat niet stevig rondom de pols is aangebracht.
NL17
Behandeling van het apparaat Probeer het apparaat niet te demonteren, te repareren of te veranderen. Hierdoor kan brand ontstaan of het apparaat defect raken. Ook letsel kan hiervan het gevolg zijn. Vouw de drukmanchet niet terug tegen zichzelf aan. Gebruik de drukmanchet altijd rondom uw pols en nergens anders. • Het apparaat kan defect raken als u zich niet aan bovenstaande houdt. Oefen op het apparaat niet te veel kracht uit. Laat het apparaat niet vallen. De meting kan worden belemmerd als het apparaat dicht in de buurt van televisies, magnetrons, röntgenapparatuur of andere apparaten met sterke elektrische velden wordt gebruikt. Meet uw bloeddruk op voldoende afstand van dergelijke apparaten of schakel de betreffende apparaten uit. De manchet kan bij temperaturen onder 0°C in enige mate zijn elasticiteit verliezen. Als het apparaat blootstaat aan dergelijke extreme temperaturen, dan is het aan te bevelen het apparaat te laten liggen totdat het is opgewarmd tot kamertemperatuur voordat u de volgende meting uitvoert. In principe dient het apparaat niet te worden blootgesteld aan extreme omstandigheden (koude, hitte, vochtigheid, stof). Laat stof of andere vreemde objecten niet in het object binnendringen, omdat het apparaat anders defect kan raken. Het apparaat reinigen • Gebruik alleen een doek met een beetje warm water en zeep om het apparaat schoon te vegen. • Gebruik geen verdunner, benzine of alcohol op het apparaat, omdat anders het apparaat kan verkleuren of scheuren kunnen ontstaan. • De manchet mag u niet wassen.
NL18
Problemen oplossen
NL
Opbergen • Stel het apparaat niet bloot aan hoge temperaturen, hoge vochtigheid en direct zonlicht omdat het apparaat anders defect kan raken. Het apparaat langere tijd opbergen • Verwijder de batterijen voordat u het apparaat langere tijd opbergt. Als u dat nalaat, kunnen de batterijen gaan lekken, waardoor het apparaat defect kan raken.
Problemen oplossen Display
Er wordt een knipperende weergegeven.
Symptoom voordat het foutdisplay verscheen De druk werd groter dan 280 mmHg. (Het apparaat wordt herhaaldelijk opnieuw onder druk gezet.) De druk viel plotseling weg. Het hartsymbool knipperde slechts een paar keer of helemaal niet. De drukmanchet werd niet opgepompt. U hebt uw hand of pols bewogen.
Oplossing
Voert u de meting correct en in de juiste houding uit? (Raadpleeg pagina NL8 en NL9.)
Hebt u de drukmanchet goed aangebracht? (Raadpleeg pagina NL7.) Is door het apparaat beweging gedetecteerd? (Raadpleeg pagina NL12.)
NL19
Problemen oplossen (vervolg) Symptoom De SYS of DIA is hoog.
Mogelijke oorzaak • De drukmanchet is te laag aangebracht. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) • De drukmanchet is niet op de juiste wijze om de pols aangebracht. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) • De persoon beweegt of praat tijdens de meting. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) De SYS of DIA is laag. • De drukmanchet is te hoog aangebracht. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) • De persoon beweegt of praat tijdens de meting. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) De bloeddruk is • De houding van de persoon is bij elke meting abnormaal hoog of verschillend. abnormaal laag. (Raadpleeg pagina NL7 t/m NL9.) Het meetresultaat • De persoon is bij de arts enigszins gespannen, is anders dan waardoor de meetresultaten verschillen. wanneer een arts de • Ontspan uzelf tien minuten en voer vervolgens meting uitvoert. Het de meting opnieuw uit. meetresultaat is steeds verschillend. Het meetresultaat • Er kunnen bij mensen met problemen in de verschilt van het perifere bloedsomloop grote verschillen zijn meetresultaat van tussen de geregistreerde bloeddruk aan de pols metingen met een en die aan de bovenarm. bloeddrukmeter aan de bovenarm. Tijdens het oppompen • Veranderingen in de werkingsgeluiden en van de manchet zijn drukopbouwsnelheden zijn normaal en doen verschillende geluiden zich voor omdat de meting plaatsvindt terwijl de hoorbaar en vindt de manchet wordt opgepompt. drukopbouw plaats met verschillende snelheden.
NL20
NL Symptoom Het symbool knippert terwijl het meetresultaat wordt weergegeven.
Mogelijke oorzaak • Tijdens de meting deed zich een aanzienlijke schommeling in de polsslag voor. (Raadpleeg pagina NL13.)
Het symbool knippert terwijl het meetresultaat wordt weergegeven.
• U hebt uw hand of pols bewogen. (Raadpleeg pagina NL12.)
Het symbool knippert, maar ik heb mijn hand of pols niet bewogen.
• In sommige gevallen wordt dit weergegeven als u de spieren in uw hand hebt aangespannen. Ontspan de spieren in uw hand en voer opnieuw de meting uit. (Raadpleeg pagina NL12.)
Neem contact op met uw arts als de meter nog steeds ongebruikelijke of onjuiste meetresultaten lijkt te geven. Neem contact op met een erkend servicecentrum als de meter niet correct lijkt te werken.
NL21
Meetnauwkeurigheid Algemeen Deze bloeddrukmeter voldoet aan de Europese voorschriften (EU-richtlijn 93/42/EG gedateerd 14 juni, 1993) en draagt het CE-keurmerk “CE 0197”. De kwaliteit van het apparaat is geverifieerd en het apparaat voldoet aan de volgende normen: EN 1060-1 (Dec. 1995) + A1 Niet-invasieve bloeddrukmeters Algemene eisen EN 1060-3 (Sep. 1997) Niet-invasieve bloeddrukmeters Aanvullende eisen voor elektro-mechanische bloeddrukmeetsystemen EN1060-4 (Sep. 2004) Niet-invasieve bloeddrukmeters Beproevingsprocedures voor totale nauwkeurigheidsbepaling van de automatische niet-invasieve bloeddrukmeters EN 60601-1-2 (Nov. 2001) Elektromagnetische compatibiliteit en veiligheid voor medische elektrische toestellen EN 60601-1 (Aug. 1990) + A1 + A2 + A13 Medische elektrische toestellen Deel 1: Algemene eisen voor de veiligheid Het CE-keurmerk dient om het vrije verkeer van goederen tussen de lidstaten van de EU te vergemakkelijken. Panasonic garandeert een nauwkeurige meting Het zegel bevestigt dat in de fabriek van Panasonic is gecontroleerd of elke Diagnostec nauwkeurig meet. Het verdient aanbeveling om het apparaat om de 3 jaar opnieuw te kalibreren, te beginnen met het jaar dat op het zegel is gedrukt. Als het apparaat is gerepareerd of het zegel onleesbaar is geworden, dan moet u ervan uitgaan dat het apparaat onnauwkeurig is. In dergelijke gevallen verdient het aanbeveling het apparaat opnieuw te laten kalibreren.
NL22
Technische gegevens
EW3006 NL
Waarschuwingsfunctie Meetmethode: (oscillometrisch) Meetbereik:
Knipperende cijfers op het display Intelligente meettechnologie (FUZZY LOGIC) Druk: 0–280 mmHg Het apparaat loopt automatisch leeg bij een druk die hoger wordt dan 280 mmHg, waarbij een foutbericht wordt weergegeven. Polsslag: 30 tot 160 slagen per minuut Meetnauwkeurigheid: Druk ± 3 mmHg, Polsslag: ± 5 % Lekkage van pneumatisch systeem: 6 mmHg/min Systeem voor oppompen/leeglopen: Automatische meting tijdens het oppompen, en snel leeglopen van apparaat Polsomtrek: 12,5 tot 22,0 cm Batterijen: 2× 1.5 V alkaline (LR03/AAA/Micro) (Controle-aanduiding voor Batterijsymbool verschijnt wanneer de vervanging van batterij) batterijen moeten worden vervangen. Automatische uitschakeling: Circa 5 minuten na de meting Referentiemethode voor klinische tests: Auscultatorische meting Gewicht: 104 g (zonder batterijen) Op te bergen en te vervoeren bij: Een temperatuur van – 10˚C tot + 60˚C en een relatieve vochtigheid van 10% tot 95% Te gebruiken bij: Een temperatuur van + 10˚C tot + 40˚C en een relatieve vochtigheid van 30% tot 85% Bescherming tegen elektrische Intern gevoede apparatuur Type schokken: BF Applied Part EW3006 is klinisch bewezen door sequentiële vergelijking met een auscultatorische meting. De wachtperiode vóór EW3006-evaluatie is 1,5 tot 2 minuten en vóór auscultatorische meting 0,5 tot 1 minuut.
NL23
Technische gegevens (vervolg) Informatie over het afdanken van elektrische & elektronische apparatuur (huishoudelijk afval van particulieren) it symbool op de producten en/of bijbehorende D documenten houdt in dat gebruikte elektrische en elektronische producten niet mogen worden meegegeven met het gewone huishoudelijke afval. Lever deze producten in bij een daartoe aangewezen inzamelpunt waar deze kosteloos zullen worden ingenomen. Dit is de enige goede manier om deze producten af te danken en te recyclen. In sommige landen kunt u het oude product ook inleveren bij uw plaatselijke winkelier als u een vergelijkbaar nieuw product koopt. Door dit product op de juiste wijze af te danken spaart u waardevolle hulpbronnen. Bovendien voorkomt u eventuele negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid en het milieu, wat anders het geval zou zijn als u ondoordacht met dit type afval omgaat. Neem contact op met de instanties in uw regio voor meer bijzonderheden over toegewezen inzamelpunten. U loopt mogelijk het risico een wettelijke boete te krijgen als u deze producten niet op de voorgeschreven wijze afdankt. Voor zakelijke gebruikers in de Europese Unie Als u zich wilt ontdoen van elektrische en elektronische apparatuur, neem dan voor meer informatie contact op met uw dealer of leverancier. Informatie over het afdanken van apparatuur in landen buiten de Europese Unie Dit symbool is alleen geldig in de Europese Unie. Als u dit product wilt afdanken, neem dan contact op met de plaatselijke autoriteiten of dealer en vraag hoe u zich moet ontdoen van dit product.
NL24
Informatie over elektromagnetische NL compatibiliteit (EMC) voor model EW3006 Voor model EW3006 gelden ten aanzien van EMC speciale voorzorgsmaatregelen. U moet het apparaat gebruiken volgens de EMC-informatie hieronder. Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (RF = radiofrequentie) kan een negatieve invloed uitoefenen op de EW3006. Accessoires: WAARSCHUWING: Er worden door de fabrikant geen specifieke accessoires aanbevolen voor gebruik met model EW3006. Het gebruik van andere accessoires dan die worden aanbevolen door de fabrikant kan bij model EW3006 leiden tot grotere emissies of lagere immuniteit. WAARSCHUWING: Het wordt afgeraden de EW3006 in de buurt van of gegroepeerd met andere apparatuur te gebruiken. Als het nodig is model EW3006 in de buurt van of gegroepeerd met andere apparatuur te gebruiken, dan moet worden gecontroleerd of het apparaat in de betreffende configuratie goed werkt. Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische emissies Model EW3006 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3006 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Emissietest Conformiteit Elektromagnetische omgeving - richtlijn RF-emissies Groep 1 Model EW3006 maakt alleen voor zijn CISPR 11 interne functie gebruik van RF-energie. Daarom zijn de RF-emissies erg laag en zullen deze emissies geen storingen veroorzaken in elektronische apparatuur in de nabijheid. RF-emissies Klasse B Model EW3006 is geschikt voor CISPR 11 gebruik in alle ruimten, waaronder woningen en andere ruimten die rechtstreeks zijn aangesloten op Harmonische emissies Niet van het openbare laagspanningsnet dat IEC 61000-3-2 toepassing spanning levert aan residentiële gebouwen. De Harmonische emissies en de spanningsschommelingen/ flikkeremissies zijn niet van toepassing SpanningsNiet van omdat model EW3006 wordt gevoed schommelingen/ toepassing door interne batterijen. flikkermissies IEC 61000-3-3
NL25
Informatie over elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor model EW3006 (vervolg) Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit Model EW3006 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3006 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. ImmuniteitsTestniveau Niveau Elektromagnetische test IEC 60601 conformiteit omgeving - richtlijn Elektrostatische 6 kV contact 6 kV contact Vloeren moeten van hout ontlading (ESD) 8 kV lucht 8 kV lucht of beton zijn, of bestaan uit IEC 61000-4-2 keramische tegels. Als vloeren bedekt zijn met synthetisch materiaal, moet de relatieve vochtigheid minstens 30 % zijn. Elektrische 2 kV voor stroomNiet van Niet van toepassing omdat snelle transiënt/ toevoerleidingen toepassing model EW3006 wordt gevoed lawine 1 kV voor invoer/ door interne batterijen en IEC 61000-4-4 uitvoerleidingen geen externe kabels heeft. Stootspanning 1 kV Niet van Niet van toepassing omdat IEC 61000-4-5 differentieelmodus toepassing model EW3006 wordt gevoed 2 kV gemeendoor interne batterijen. schappelijke modus Spannings<5 % UT (>95% Niet van Niet van toepassing dalingen, korte daling in UT) voor toepassing omdat model EW3006 interrupties 0,5 cyclus wordt gevoed door interne en spannings- 40 % UT (60 % batterijen. variaties op daling in UT) voor stroomtoevoer- 5 cycli leidingen 70 % UT (30 % IEC 61000-4-11 daling in UT) voor 25 cycli <5 % UT (>95% daling in UT) voor 5 cyclus Magnetisch veld 3 A/m 3 A/m De magnetische velden van netfrequentie de netfrequentie moeten (50/60Hz) van een niveau zijn dat IEC61000-4-8 kenmerkend is van een typische locatie in een typische commerciële omgeving of ziekenhuisomgeving. Opmerking: UT is de wisselspanning van het net voorafgaand aan toepassing van het testniveau
NL26
NL Richtlijn, en verklaring van de fabrikant – elektromagnetische immuniteit Model EW3006 is bedoeld voor gebruik in een hieronder beschreven elektromagnetische omgeving. De klant of de gebruiker van model EW3006 moet ervoor zorgen dat het apparaat in een dergelijke omgeving wordt gebruikt. Immuniteits- Testniveau Niveau Elektromagnetische omgeving test IEC 60601 conformiteit – richtlijn Draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur mag niet dichter in de buurt van model EW3006, inclusief kabels, worden gebruikt dan tot op de aanbevolen afstand die wordt berekend op basis van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender. Aanbevolen afstand tot de EW3006
Geleide RF IEC 61000-4-6
3 Vrms 150 kHz tot Niet van 80 MHz toepassing
Uitgestraalde RF IEC 61000-4-3
3 V/m 80 MHz tot 2,5 GHz
3 V/m
Niet van toepassing omdat model EW3006 wordt gevoed door interne batterijen en geen externe kabels heeft. d = 1,2 √P 80 MHz tot 800 MHz d = 2,3 √P 800 MHz tot 2,5 GHz
hierbij is P in Watt (W) het maximale uitgangsvermogen van de zender volgens de fabrikant van de zender en is d de aanbevolen afstand tot de EW3006 in meters (m). De veldsterkte vanaf vaste RF-zenders, zoals bepaald door een elektromagnetisch onderzoek op locatie,a moet minder zijn dan het niveau van conformiteit in elk frequentiebereik.b Interferentie kan zich voordoen in de nabijheid van apparatuur die is aangeduid met het volgende symbool: OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie vanaf constructies, objecten en mensen. a Veldsterktes vanaf vaste zenders, zoals basisstations voor (cellulaire/snoerloze) radiotelefoons en mobiele radio’s op land, amateurradio, AM- en FM-radiouitzendingen en TV-uitzendingen zijn theoretisch niet met nauwkeurigheid te voorspellen. Om een beoordeling te kunnen geven van de elektromagnetische omgeving die het gevolg is van vaste RF-zenders, is te overwegen op locatie een elektromagnetisch onderzoek te houden. Indien de gemeten veldsterkte op de locatie waarin model EW3006 wordt gebruikt, hoger is dan het hierboven vermelde toepasselijke RF-niveau van conformiteit, dan moet model EW3006 worden geobserveerd om te verifiëren of deze normaal werkt. Indien een abnormale werking wordt geconstateerd, kunnen extra maatregelen nodig zijn, bijvoorbeeld door de richting of plaats van model EW3006 te veranderen. b Binnen het frequentiebereik van 150 kHz tot 80 MHz moet de veldsterkte lager zijn dan 3 V/m.
NL27
Informatie over elektromagnetische compatibiliteit (EMC) voor model EW3006
(vervolg)
Aanbevolen afstand tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur en model EW3006 Model EW3006 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin uitgestraalde RF-storingen onder controle worden gehouden. De klant of de gebruiker van model EW3006 kan bijdragen aan het voorkomen van elektromagnetische storingen door tussen draagbare en mobiele RFcommunicatieapparatuur (zenders) en model EW3006 een, zoals hieronder aanbevolen, minimale afstand aan te houden, op basis van het maximale uitgangsvermogen van de communicatieapparatuur. Nominaal Tussenafstand op basis van de frequentie van de zender maximaal in meters uitgangsvermogen 150 kHz tot 80 MHz 80 MHz tot 800 MHz 800 MHz tot 2,5 GHz Niet van toepassing d = 1,2 √P d = 2,3 √P van zender W 0,01 0,12 0,23 Niet van toepassing 0,1 0,38 0,73 Niet van toepassing 1 1,2 2,3 Niet van toepassing 10 3,8 7,3 Niet van toepassing 100 12 23 Niet van toepassing Voor zenders met een maximaal nominaal uitgangsvermogen dat hierboven niet staat vermeld, kan de aanbevolen tussenafstand d in meters (m) worden geschat met behulp van de vergelijking die van toepassing is op de frequentie van de zender, waarbij P in Watt (W) het maximale nominale uitgangsvermogen van de zender is, volgens de fabrikant van de zender. OPMERKING 1: Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de tussenafstand voor het hogere frequentiebereik. OPMERKING 2: Deze richtlijnen zijn mogelijk niet in alle situaties van toepassing. Elektromagnetische propagatie wordt beïnvloed door absorptie en reflectie vanaf constructies, objecten en mensen.
NL28
Panasonic Electric Works Sales Western Europe B.V. Vertegenwoordiging EU: Panasonic Marketing Europe GmbH Hagenauer Straße 43, D-65203, WIESBADEN, Duitsland Wettelijke producent: Matsushita Electric Works, Ltd. 33 Okamachi, Hikone, Shiga 522-8520, Japan