Het Verzekeringsblad 98e jaargang 14 februari 2008 nr.
3
PE nog niet op de rails Voogd & Voogd stopt Inkomen & Zekerheid EXTRA: Thema Banksparen
Mr. Annemiek Vollenbroek (Plusvalenza):
‘Banksparen is sluipmoordenaar in concurrentiestrijd’ www.vbnet.nl VB_0308_01_12.indd
1
12-02-2008
13:39:47
“Velen maken de fout om met goed weer geen rekening te houden met storm.” (Niccolò Macchiavelli)
Als er iemand voortdurend nadacht over de wijze waarop je pro-
Nu bent u geen alleenheerser, in tegendeel, u werkt graag met en
blemen kunt voorkomen, dan was het de staatsfilosoof uit Florence
voor mensen. En om nu voortdurend rekening te moeten houden
wel. Met zijn scherpe politieke én psychologische inzichten schreef
met eventuele tegenslag, daarin ziet u eigenlijk niets. Hoeveel onbe-
Macchiavelli een handboek over de manieren waarop je het als
vangenheid en plezier in het werk blijft er dan nog over? Bovendien,
alleenheerser zo lang mogelijk kon volhouden. Zo was het zaak om
u hoeft er toch helemaal niet over in te zitten dat het na zonneschijn
in tijden van voorspoed en tevredenheid altijd rekening te houden
wel eens flink zou kunnen gaan regenen? Toch?
met factoren die deze toestand op een ongunstige manier konden beïnvloeden.
BAVAM
Bel voor meer informatie (020) 312 83 10 of kijk op www.bavam.nl
Dé autoriteit in beroepsaansprakelijkheid
#Machiavelli Verzekeringsbladadv1 1 VB_0308_01_12.indd 2
02-02-2007 14:58:51 12-02-2008 13:29:07
Banksparen is sluipmoordenaar
COVER
Mr. Annemiek Vollenbroek is ervan overtuigd dat de Wet Banksparen veel grotere gevolgen zal hebben voor de branche dan ‘de toename van de concurrentie met enkele aanbieders’, zoals het Verbond het eens omschreef. Volgens de zelfstandig pensioenconsultant voor intermediairs en verzekeraars stelt de wet zwaardere eisen aan de zorgplicht van de adviseur en zal deze daarnaast een vliegwieleffect hebben op de veranderende beloningsstructuur van het intermediair. Dat is niet de enige ontwikkeling die door het banksparen dramatisch wordt versneld.
18 6 8 10
De 5 thema’s van Fortis Verzekeringen
“Er waren wezenlijke veranderingen nodig en die zijn er ook gekomen. Maar de marktontwikkelingen vereisen een snellere reactie van de branche dan we gewend zijn. Het omschakelen naar een hogere versnelling gaat niet altijd even soepel, maar met de cultuur van eindeloos polderen gaan we het niet redden.” Fortis Verzekeringen Nederland vindt dat de sector dit jaar ingrijpende keuzes moet maken en heeft die keuzes verwoord in vijf thema’s: schaalvergroting, distributie, transparantie en beloning, efficiency en zorgplicht. CEO Jos Baeten licht toe.
Voogd & Voogd stopt met Inkomen & Zekerheid
Voogd & Voogd Verzekeringen gaat zich focussen op automotiveverzekeringen en stopt daarom met Inkomen & Zekerheid. Volgens directeur Bas de Voogd ging het niet slecht met die productgroep, maar wil de serviceprovider uit Middelharnis in de toekomst onbetwist de beste in automotive-verzekeringen zijn en zich nu daarop voor honderd procent kunnen richten. Het met haar samenwerkende intermediair hoeft volgens De Voogd van de veranderingen bij Voogd & Voogd niets te merken, in zijn vergoeding al zeker niet.
PE nog niet op de rails
Het ministerie van Financiën staat vooralsnog twee vormen van permanente educatie toe: de PE-toets en het volgen van een PEopleidingsprogramma. Tijdens een symposium van het CDFD gaf Lourens van der Linden, vorig jaar voorzitter van de commissie die per module eind- en toetstermen heeft geformuleerd, hierop een toelichting. De PE-toets biedt vrijheid: hoe je aan de kennis komt, maakt niet uit, als je de toets maar met goed gevolg aflegt. In onderwijsprogramma’s is een toets niet nodig, maar bepaalt de docent of een cursist voldoende deskundig is.
Thema Banksparen In het Themakatern Banksparen beschrijft Ruben Stam van Nationale-Nederlanden de totstandkoming en het toekomstperspectief van de Wet Banksparen en vraagt Egon Borghuis van Fortis ASR zich af of de wet gaat slagen in haar doelstellingen: meer aanbieders & meer keuze. Sybe Terwee van Pensioendesk gaat, mede vanuit de Wft-zorgplicht, in op de adviespraktijk van het intermediair, voor wie René Teuwen van TDM zonder meer kansen ziet. Sjoerd Laarberg (foto) van Allianz ten slotte bepleit dat zijn maatschappij ook zonder wet met Allianz Plus op de markt was gekomen en legt uit waarom.
44
Rubrieken
IN H O U D
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: - NPP wil commentaar branche - Volatiliteit klant kansrijk
Onder meer: - ‘Meer hypothecair planners’ - Intermediair als verzuimcoach
VB_0308_01_12.indd
3
17
Aansprakelijkheid Jan Paul Brongersma - Bestuurdersaansprakelijkheid
21
Zorg & Inkomen Onder meer: - Overstapcijfers zorg - VWS-verzekerdenmonitor
22
Fiscaal juridisch Egon Borghuis & Enrico Koudijs - Fiscale boetes aanvechten - Kamer wil simpeler bijlenen
24
PFP
Onder meer: - Risicotoeslag vaak onterecht - Nederland moet pensioenbewuster
26
Jurisprudentie
Sjoerd Meijer & Bianca van der Goes - Vergoeding na brand bij sloopplannen?
28
Coassurantie VNAB - Aansprakelijkheid is groeimarkt
Met name(n)
31
Producten
32
ICT
34
Onder meer: - ‘Digitale polis gewenst’ - BPO-platform voor verzekeraars
Typisch geval
36
Verzekerend Buitenland
37
Nieuws
38
Nieuwe kantoren
40
Themakatern Beleggen
44-53
Onder meer: - Banksparen, een kort verhaal - Banksparen in het advies - Informeer uw relaties - Slaagt banksparen? - Niet banksparen óf verzekeren
Barbier
nummer 3 - 14 februari 2008
14:58:51
13
Intermediair
44 46 48 49 52
54
3
12-02-2008
13:52:42
Als verhuizen emigreren is Wonen in België en werken in Nederland
Dagelijks verhuizen er mensen uit het grensgebied van Nederland naar België. Zelden wordt beseft dat het een heuse emigratie betreft. Een goede voorbereiding is het halve werk. Iedereen zal dit beamen. Maar als het verhuizen naar België betreft, wil men deze goede raad wel eens in de wind slaan. Hierdoor kan men achteraf geconfronteerd worden met (financiële) problemen.
er met betrekking tot de sociale zekerheid? Welke maatregelen moeten er nog meer genomen worden? Omdat emigratie met alle facetten van financieel verantwoordelijk gedrag te maken heeft, zijn in deze wegwijzer de belangrijkste aspecten gebundeld die gericht zijn op de doorsnee emigrant naar België die bij een Nederlandse werkgever in loondienst blijft.
Verhuizen lijkt zo simpel. Maar niets is minder waar. Het kopen van een woning en laten beschrijven bij een Belgische notaris is geen probleem. Maar hoe nu verder? Wat zijn de fiscale consequenties en wat wijzigt
M.L.H.A. Pechholt MFP C. Douven G. Essers
Bestellen www.kluwer.nl/shop Telefoon (0570) 67 34 44 Fax (0570) 69 15 55 E-mail:
[email protected] Prijswijzigingen voorbehouden
Wegwijzers Financieel Advies deel 9 ISBN 9789013049657 352 pagina's, € 31,95 abt.korting 15% 3e druk
w w w. k l u w e r. n l / s h o p
VB_0308_01_12.indd
4
12-02-2008
13:29:12
COLOFON
HOOF DREDAC T IO N EEL
Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 ■ hoofdredactie Jan Aikens
redacteuren Alex Klein, Erwin Loer, Yvonne Neppelenbroek (eindred.), Rick de Ruiter (webred.), Elly Gravendeel (red. ass.). ■ redactie Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647730, fax 0570-647815, e-mail
[email protected], internet www.vbnet.nl ■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■ uitgave van Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer, tel. 0570-647111 ■ uitgever Karin Sok ■ marketing Claudia Simoons (adverteerders) ■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer, tel. 0570-673444, automatische bestellijn tel. 0570-673511, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■ abonnementsprijs 2007 € 102,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode ■ losse nummers Losse nummers € 6,75 excl. btw; VB-interactief Gidsen € 11,95 excl. btw. ■ advertenties Kluwer, Postbus 23, 7400 GA Deventer. Advertentie acquisitie: Bea Kolkman Laura Lustig Erik Meester tel. 0570-648 912 fax 0570-619 179 e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink tel. 0570-648685 fax 0570-649819 e-mail
[email protected] sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en lithokosten worden doorberekend ■ ontwerp Boshoff & Dekker, Deventer vormgeving Mediabuilders, Zutphen druk Plantijn Casparie Den Haag ■ ISSN 0165-7909 ■
Kluwer BV legt-uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
PEch hebben Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) etaleerde onlangs tijdens een symposium de vorderingen die gemaakt zijn met het PE-traject. Ondanks het feit dat de voorzitter niet zonder trots meldde dat het PE-gebouw het hoogste punt bereikt had, smaakte het pannenbier behoorlijk bitter. Je hoeft geen technicus te zijn om te weten dat zo’n hoogste punt geen feest waard is, wanneer de fundering van het bouwwerk niet deugt. Ook in het verleden hebben we het CDFD niet kunnen betrappen op voortvarendheid, laat staan op proactief inspelen op de elkaar snel opvolgende ontwikkelingen. Door het eindeloos treuzelen met het afkomen van toetstermen ging veel tijd verloren voordat opleidingsinstellingen konden garanderen dat hun cursussen (toen nog) Wfd-proof waren. Gelukkig waren die wel flexibel genoeg om materiaal aan te bieden met de garantie dat cursisten gratis aanspraak konden maken op aanvullingen als dat gezien de af te kondigen toetstermen nodig was. CDFD heeft toen veel kostbare tijd verspild waardoor aan het einde van de overgangstermijn veel meer voorlopige vergunninghouders klaar gestoomd moesten worden voor de definitieve status dan nodig was. De manier waarop het College omgaat met het PE-traject is zo mogelijk nog meer wereldvreemd. Laten we banksparen als voorbeeld nemen. Een nieuw fenomeen, dat niet in de bestaande termen is terug te vinden. Vanaf 1 januari worden intermediairs geacht deze productsoorten in hun advies mee te nemen. Het hele Wft-gebouw, inclusief onderliggende besluiten en het daaraan gekoppelde toezicht, is opgetuigd om langs objectieve weg te kunnen controleren of de adviseurs hun taak volgens de regels en met voldoende deskundigheid verrichten. Die controle vindt plaats aan de poort wanneer een adviseur de markt wil betreden, en ook na de poort om na te gaan of de kennis gezien de actualiteit nog aan de eisen voldoet. Alleen dan behoudt een vergunning zijn geldigheid. Dat is de theorie. De praktijk is een heel andere. Na ampel overleg, lange afwegingen, raadpleging van allerlei instanties, studies, evaluaties en het nagaan van alle mogelijke alternatieven komt het CDFD tot het inzicht dat banksparen inderdaad een plaats verdient in de toetstermen. Die worden geschreven, getoetst, herschreven en in een definitieve vorm gegoten. Die toetstermen gaan naar het ministerie, worden beoordeeld, maken nog een retourtje naar het CDFD en bereiken vervolgens de Staatscourant. Vervolgens worden er 548 blaadjes van de dagkalenders afgescheurd en verschijnt de datum waarop de branche aantoonbaar deskundig is op het terrein van banksparen. CDFD zal tegenwerpen – zo irreëel is het College wel – dat deze redenering niet opgaat. ‘De wet eist toch van iedere financiële dienstverlener om op ieder moment voldoende deskundig te zijn. Ben je dat op een bepaald vakgebied niet, dan mag je daarop niet adviseren’. Formeel is dat zo, maar op welke wijze dacht het CDFD dat de AFM dat kan controleren. Door een wandelende PE-tak te formeren, die adviseurs gaat testen op hun actuele kennis? Die tegelijk de opleiders en examinatoren kan vervangen? Zonder achterliggende toetstermen? Beste mensen van het CDFD: enige tijd geleden heeft de computer zijn intrede gedaan. Er zijn ook al financiële dienstverleners gesignaleerd die zich bedienen van internet. Ja, er zijn programma’s bekend die mensen in staat stellen kennis op te doen, zelfs over actuele ontwikkelingen. Programma’s die in hun backoffice bijhouden dat de gebruikers de aangeboden stof succesvol tot zich genomen hebben. Programma’s ook die op het moment dat één actuele toetsterm uw tekentafel verlaat, al aan de twaalfde nieuwe release toe is. Wordt het geen tijd om eens in die wereld te gaan rondneuzen? Je zult als bedrijfstak maar een CDFD hebben voor wie dat alles nog heel verre toekomstmuziek is. Dat is pas echt PEch hebben.
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_01_12.indd
5
Jan Aikens
[email protected]
5
12-02-2008
13:29:16
N I EU WS
De 5 thema’s van Fortis Verzekeringen Tijdens een onlangs gehouden bijeenkomst met intermediairs heeft Fortis Verzekeringen een vijftal thema’s geschetst die de rode draad vormen van het beleid in 2008. Jos Baeten, CEO Fortis Verzekeringen Nederland schetste met deze thema’s ook het beeld dat de verzekeraar heeft van de markt. “Ook voor verzekeraars is er een belangrijke rol weggelegd om een mentaliteitsverandering in de branche teweeg te brengen. Het gaat al beter maar de versnelling mag best een tandje hoger.” Een jaar geleden noemde Baeten 2007 het jaar van de ommekeer. “De markt was zich er voldoende van bewust dat wezenlijke veranderingen nodig waren en daardoor zijn die er ook gekomen. Je merkt wel dat het omschakelen naar een hogere versnelling niet altijd even soepel loopt. De marktontwikkelingen vereisen een snellere reactie van de branche dan we gewend zijn. Met de cultuur van eindeloos polderen gaan we het niet redden.” Anderzijds is volgens Baeten strijd tussen branchegenoten onderling, zoals die vorig jaar woedde tussen het Verbond en de standsorganisaties, disfunctioneel. “Dit moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Hieruit komen geen winnaars naar voren. De media en de wetgever zijn in dat geval de derde partij die er met het denkbeeldige bot vandoor gaat.” In dit verband wijst hij op het belang van het gezamenlijke overleg dat Verbond, NBVA en NVA voeren omtrent een toekomstbestendig intermediairsysteem.
Dieper gaan dan ooit tevoren Het veranderingsproces waar de branche middenin staat, vraagt van iedere schakel grote inspanning. Dus zowel van intermediairs als van verzekeraars. Volgens Baeten bepaalt de markt het tempo en zal men dieper moeten gaan dan ooit tevoren. “De markt vraagt om een snel veranderingsproces. Daarbij kunnen we niet telkens weer terugvallen op argumenten uit het verleden, zoals nog teveel gebeurt. Een deel van het intermediair en de verzekeraars zie je hierop inspelen en het voortouw nemen. Dat zullen uiteindelijk ook de winnaars zijn.” Om zijn standpunt te verduidelijken, legt Baeten een link naar andere branches die fundamenteel veranderen, zoals de muziekbranche.“ Internet heeft de muziekbranche voorgoed veranderd: zowel de muziekwinkels als de platenmaatschappijen. Partijen die deze verandering direct hebben opgepakt, zie je er nu uitspringen. Anderen zijn gestopt of staan in de etalage. Laat dit een waarschuwing zijn voor onze branche.”
Jos Baeten: “Transparantie tot op de eurocent is echt niet nodig, het noteren van het koffiedubbeltje gaat te ver.”
referentiekader waarbinnen het komende jaar de activiteiten en initiatieven worden geplaatst.
Schaalvergroting Als het begrip consolidatie aan de orde komt, verschijnt er een glimlach bij Baeten. De namen Fortis en ABN AMRO zeggen in deze voldoende. Op de bancaire en verzekeringsmarkt is volgens Baeten nog ruimte voor partijen die op zoek zijn naar schaalvergroting. “Er zijn nog drie grootbanken over. Dit beeld zal ook de verzekeringsmarkt gaan bepalen. De top zes van verzekeraars heeft nu circa 76 procent van de markt in handen. In 2010 zal de top drie zo’n 75 procent van de markt vertegenwoordigen.” Uiteraard bestaat daardoor het gevaar van een verschraling van het aanbod. Ook binnen het intermediair is sprake van schaalvergroting. Dat wil niet zeggen dat groot zaligmakend is. De intermediair zal moeten afwegen wat voor tussenpersoon hij wil zijn, en hoe zich dat verhoudt tot de bedrijfsomvang.” Ook zal de intermediair zich steeds meer toeleggen op specialisme. Serviceproviders kunnen volgens Baeten zowel een positieve als negatieve rol spelen in de intermediaire keten. “Een serviceprovider die de keten goedkoper maakt, heeft de toekomst. Voegt hij geen waarde toe voor de eindklant, anders dan kosten, dan bouw je een verkeerde keten.”
De 5 thema’s In haar nieuwjaarsboodschap gaf Fortis Verzekeringen aan dat de sector dit jaar ingrijpende keuzes zal moeten maken om tegenwicht te bieden aan de turbulentie in de markt. De maatschappij heeft de keuzes verwoord in een vijftal thema’s: schaalvergroting, distributie, transparantie en beloning, efficiency en zorgplicht. Daarmee schetst de verzekeraar het
6
VB_0308_01_12.indd
Distributie Over het thema distributie valt veel te zeggen. Fortis Verzekeringen Nederland haalt 80 procent van haar omzet binnen via het intermediair. Het resterende via bancair en het directe kanaal Ditzo. “Het intermediair blijft ons belangrijkste distributiekanaal. In dit kanaal willen we ook nominaal qua premie-
nummer 3 - 14 februari 2008
6
12-02-2008
13:29:20
N IEU WS
omzet groeien.” De andere kanalen groeien echter harder, wat op zich niet vreemd is als je een nieuw kanaal aanboort. Met Ditzo wil Fortis Verzekeringen een gat opvullen. “Ik hecht eraan te benadrukken dat Ditzo zich niet afzet tegen het intermediaire kanaal.” De campagne wordt desondanks door sommigen als een aanval gezien. “Maar dat is nooit het uitgangspunt geweest. In de vervolgcampagne zullen we met die beleving rekening houden.” Volgens Baeten is Ditzo bedoeld voor de groep consumenten die er bewust voor kiest om advies in te winnen buiten het intermediair om. “Internet neemt sterk toe. Een groeiende groep consumenten wil zelf dingen kunnen doen en regelen. Ditzo speelt in op deze behoefte.” Hij voegt daaraan toe dat een grote groep mensen altijd behoefte zal houden aan advies. Assurantiekantoren die kiezen voor een multichannelbenadering van de consument door zowel meer als minder uitgebreide dienstverleningsconcepten met hun eigen prijs aan te bieden, zijn volgens Baeten goed bezig. “Deze kantoren denken na over hun toekomst, profileren zich en pakken kansen op. Een verstandige aanpak.”
Beloning Openheid van beloning is een belangrijk onderdeel van het bredere transparantievraagstuk. Volgens Baeten is het een misvatting om te stellen dat beloningstransparantie niet nodig is omdat de eindklant daar niet om vraagt. “Dat is een verkeerd argument. De druk die wordt uitgeoefend om te komen tot een meer transparante markt komt vanuit de politiek en de maatschappelijke organisaties. Als het om de beloning gaat, dan hangt de branche teveel aan argumenten uit het verleden. Als we dit volhouden, dan bepaalt uiteindelijk een ander de koers en verliezen we het debat.” De transparantiediscussie moet ook niet doorslaan. In meer transparantie kan Baeten zich goed vinden, mits functioneel. “Het betekent uitleggen aan de klant wat je doet en wat hij ‘koopt’.” Hem de juiste informatie geven waarmee een keuze gemaakt kan worden. “Transparantie tot op de eurocent is echt niet nodig, het noteren van het koffiedubbeltje gaat te ver.” Fortis Verzekeringen ziet in de toekomst een veelvoud aan beloningsvormen ontstaan. “Provisie is er daar een van. Maar dan als een betalingsvorm en niet meer als dé beloningsstructuur.” Baeten merkt op dat de nieuwe beloning zal leiden tot een verzakelijking, zowel tussen de verzekeraar en het intermediair als tussen het intermediair en de eindklant. “Wat de intermediair voor de klant doet en tegen welke beloning zal meer en meer een individuele afspraak worden tussen hen beiden. Dat vereist transparantie. Maar laten we ook in die nieuwe situatie voorkomen dat er slimme constructies worden bedacht om delen van de beloning buiten het gezichtsveld van de consument te houden. Als branche krijgen we eenmaal de kans om de discussie achter het stuur te voeren. Dan moet je dit soort omleidingen als branche direct uitbannen.”
Efficiency Fortis Verzekeringen gaat haar processen zo inrichten dat er voor bepaalde branches niet langer een papierstroom geac-
cepteerd zal worden. Particuliere schade wordt als eerste volledig gedigitaliseerd, de overige branches moeten voor eind 2009 papierloos zijn. Relaties die blijven weigeren om digitaal aan te leveren, zullen op een gegeven moment niet meer bediend kunnen worden voor de volledig gedigitaliseerde branches. Op dit moment is 10 tot 15 procent van alle gegevens, die bij Fortis Verzekeringen binnenkomt, papier.
Zorgplicht Zorgplicht in de zin van handelen in het belang van de klant is wat Baeten betreft geen nieuw item, maar wel een dat nog niet hoog genoeg op de agenda van de sector staat. “Het gaat daarbij om de mentaliteit en niet je sec houden aan het uitvoeren van de wet.” De discussie wie wel of niet iets naar de klant van het intermediair mag sturen, vindt Baeten achterhaald. “De gehele keten moet zorgen dat de klant de juiste informatie krijgt. Iedere partij heeft daarin zijn eigen rol en zijn wettelijk vastgelegde verantwoordelijkheid. Als wij als intermediairverzekeraar de klant rechtstreeks benaderen, moeten wij er wel voor zorgen dat de intermediaire relatie tijdig wordt geïnformeerd zodat hij zijn adviestaak naar de klant goed kan oppakken. Daarnaast zullen wij als verzekeraar beter op het gegeven advies moeten gaan letten. Bij twijfel moet direct een terugkoppeling aan de adviseur of de eindklant plaatsvinden. Zo dragen wij als totale keten bij aan het juiste advies voor de eindklant.” ■ Alex Klein
FFP vertegenwoordiger €FPA De Federatie van Financieel Planners (FFP) is officieel vertegenwoordiger van de European Financial Planning Association (€FPA). Deze nieuwe rol van de FFP stelt haar in staat om Europese ontwikkelingen rondom financiële planning beter te volgen en te beïnvloeden. €FPA is de eerste onafhankelijke Europese organisatie die zich bezighoudt met het neerzetten van standaarden op het gebied van opleiding, examinering en ethiek voor financiële planning. De €FPA-standaarden worden erkend door veel brancheverenigingen en beroepsorganisaties op het gebied van financiële planning in Europa.
Coördinatie Nederlandse bijdrage EQF De FFP neemt deel aan het EQF-project. EQF staat voor European Qualifications Framework, het Europese raamwerk voor beroepskwalificaties in de financiële sector. Samen met andere Europese partijen werkt FFP in EQFverband aan een kwaliteitsgarantiesysteem voor de financiële sector, waarin de diverse kwalificaties binnen de EU-landen worden weergegeven. Zo zal per niveau worden vastgesteld aan welke kennis en vaardigheidseisen men moet voldoen. Per land zal een National Qualifications Framework worden vastgesteld, dat vervolgens kan worden gespiegeld aan het Europese raamwerk. FFP zal de totstandkoming van het Nederlandse raamwerk coördineren. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_01_12.indd
7
7
12-02-2008
13:29:25
N I EU WS
Voogd & Voogd stopt met Inkomen & Zekerheid Voogd & Voogd Verzekeringen gaat zich focussen op au-
Verruiming acceptatie automotive
tomotive-verzekeringen en stopt daarom met Inkomen &
Voogd & Voogd verruimt de acceptatie van personenautoverzekeringen met een negatief aantal schadevrije jaren. In Klik & Sluit was het tot nu toe niet mogelijk een negatief aantal schadevrije jaren aan te geven. Daardoor liep het (deels) elektronisch verwerken van aanvragen met een schadehistorie vertraging op en was de keuze in verzekeraars beperkt. Door aanpassing van de systemen kunnen dergelijke aanvragen nu wel worden verwerkt. Op deze aanvragen wordt echter niet automatisch voorlopige dekking verleend zoals gebruikelijk in Klik & Sluit, de acceptant heeft het laatste woord. De verruiming van de acceptatiecriteria omvat voorlopig alleen personenautoverzekeringen. In de loop van de komende weken volgen alle overige automotiveproducten.
Zekerheid. Naast Automotive handhaaft Voogd & Voogd (voorlopig) wel de productgroep Huis & Wonen en houdt de serviceprovider een team actief op mkb. Directeur Bas de Voogd over de inkrimping: “Van de zevens die wij nu scoren, willen we negens maken. Van onze vijfjes zesjes maken, dat moeten we niet willen.” Tot de productgroep Inkomen & Zekerheid bij Voogd & Voogd behoren de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, uitvaartverzekeringen, risicoverzekeringen, persoonlijke en collectieve ongevallenverzekeringen en studentenverzekeringen. Voor al deze verzekeringen zijn vanaf 1 maart geen offertes en vanaf 1 april is geen nieuwe productie meer mogelijk bij Voogd & Voogd. Alleen nieuwe aanvragen met ingangsdatum na 1 april, mits aangevraagd vóór 1 maart, worden dan nog in behandeling genomen.
Klik & Sluit De inkrimping heeft ook gevolgen voor Klik & Sluit Online en de Klik & Sluit Webmodules. Een aantal modules is niet meer volledig beschikbaar vanaf 1 maart en de modules Risicoverzekeringen en Uitvaart komen geheel te vervallen. In de module Pakket particulier is het niet meer mogelijk om Uitvaart mee te verzekeren.
Nummer één Volgens De Voogd is het niet zo dat de groep Inkomen & Zekerheid niet succesvol was, en dat daarom besloten zou zijn ermee te stoppen. “Nee, slecht ging het niet, maar als serviceprovider willen we ergens de beste in zijn en dat kunnen
we niet over de volle breedte. De toenemende concurrentie maakt dat je ergens nummer één in moet zijn, wil je in de toekomst succesvol blijven. We moeten ons onderscheiden, en dat doen we wat mij betreft op automotive. Op dat gebied willen wij de nummer één zijn. Bij ons zul je nooit de beste uitvaart- of brandrisicoverzekering in de schappen vinden, die vind je bij andere partijen. Nedasco en Turien bijvoorbeeld hebben een focus op zorgverzekeringen en wij vanaf nu, net als voorheen, op automotive. Met ons team van zo’n tweehonderd man bij Voogd & Voogd willen we de komende jaren van de zevens die wij nu scoren, negens maken. Van onze vijfjes zesjes maken, dat moeten we niet willen. Als ik zie hoeveel onderhoud en aandacht, dus energie en geld mijn mensen moeten steken in Inkomen & Zekerheid, met bescheiden resultaat en perspectief, dan stop ik dat liever in Automotive.”
Bestaande portefeuilles
Bas de Voogd: “Voor intermediair verandert er niets”
8
VB_0308_01_12.indd
Voogd & Voogd stopt dus met het sluiten van nieuwe verzekeringen op het gebied van Inkomen & Zekerheid, maar blijft de bestaande portefeuilles vooralsnog beheren. De Voogd: “In principe blijven de portefeuilles gewoon bij ons. We beheren die nu nog in volmacht, maar in de toekomst zouden we die voor sommige producten provinciaal kunnen gaan stallen bij de verzekeraar. Dan gaan we zelf als een postenbank, als een soort DAK functioneren. Ik weet bijvoorbeeld dat op een deel van de uitvaartportefeuille onderhoud moet plaatsvinden, ook omdat er wat aanpassingen op die producten hebben plaatsgevonden. De vraag bij ons is dan ook of wij dat nog zelf gaan doen in volmacht, of dat we daarmee gaan stoppen en de producten teruggeven aan de verzekeraar, om ze vervolgens daar te laten administreren. Dan dragen we ze over aan de provinciale portefeuille die we daar zelf hebben. De tussenpersoon hoeft dan niet rechtstreeks een aansluiting te krijgen bij die verzekeraar maar kan gewoon gebruik blijven maken van ons agentschap. Alles blijft feitelijk hetzelfde: polisnummer, klantnummer, contractnummer, noem maar op. Intermediair én klant hoeven
nummer 3 - 14 februari 2008
8
12-02-2008
13:29:31
N IEU WS
er niets van te merken. Uiteraard zullen we dit soort veranderingen wel altijd netjes melden aan het intermediair waarmee we samenwerken.”
Vergoeding intermediair Als Voogd & Voogd de polissen-in-volmacht ‘stalt’ in haar eigen provinciale portefeuille bij een verzekeraar, loopt het bedrijf dus de tekencommissie mis die het nu als volmachthouder ontvangt, terwijl het wel werk houdt aan de polis. Bas de Voogd erkent dit, maar benadrukt daarbij ten stelligste dat dit inkomstenhiaat geen enkel gevolg zal hebben voor de vergoeding voor het intermediair. “De oorspronkelijk overeengekomen vergoeding voor het intermediair blijft intact, hoe dan ook. Over de vergoeding voor Voogd & Voogd zijn en gaan we in gesprek met de betrokken verzekeraars, maar voor het intermediair verandert er, ongeacht de uitkomst van die gesprekken, hoegenaamd niets.” ■
Vrouw betere automobilist Eén op de vier mannelijke automobilisten tussen de 18 en 20 jaar loopt kans in het verkeer schade aan derden te veroorzaken. Onder vrouwen in deze leeftijdscategorie is dat één op de acht. Hoewel het verschil in kans op schade tussen man en vrouw met het ouder worden iets terugloopt, blijven vrouwen een lagere kans houden dan mannen. Vrouwen tussen de 28 en 40 jaar lopen met circa zes procent de minste kans op het veroorzaken van schade, een factor vier minder dan de mannelijke automobilisten tussen de achttien en twintig jaar. Dit blijkt uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS). ■
Verbond: ‘lik-op-stuk’ fraude
Erwin Loer
Opnieuw A++ voor Chubb Chubb Insurance Company of Europe SA heeft van het onafhankelijke ratingbureau A.M. Best opnieuw een A++waardering voor zijn financiële gezondheid gekregen. Dit is de hoogste waardering die een verzekeraar kan ontvangen. De waardering is een aanduiding voor de stabiliteit van de verzekeraar en geeft onder andere aan dat deze in staat is zeer grote schaden uit te betalen. Daarnaast geeft het weer in hoeverre een verzekeraar in staat is te voldoen aan zijn verplichtingen tegenover zijn polishouders, waarbij een ‘A++’ de hoogste waardering is. Doordat verzekeraars volgens dezelfde criteria worden gemeten, is het mogelijk een benchmark op te stellen. Dit is van toenemend belang voor een dynamische internationale markt waarin deregulering, fusies en overnames aan de orde van de dag zijn en men zoekt naar een vorm van stabiliteit. ■
Veel aandacht voor opleidingen in de financiële branche
Het Verbond van Verzekeraars wil mensen die de verzekering proberen op te lichten, direct beboeten. Uit een proef met reisverzekeringen blijkt de maatregel succesvol. Verzekeraars leverden zaken aan waarin duidelijk sprake was van fraude en de officier van justitie stelde de fraudeur vervolgens een boete voor. De boete bedroeg het dubbele van het onterecht geclaimde bedrag, en vier op de vijf mensen die een acceptgiro in de bus kregen, betaalden direct. Daarom wil het Verbond dit boetesysteem graag uitgebreid zien tot alle fraude, en is zij in overleg met het Openbaar Ministerie over de invoering van een landelijk lik-opstukbeleid. De verzekeraars willen het liefst alle fraude tot 10.000 euro afdoen met een boete. “En het mes snijdt aan twee kanten”, zegt een woordvoerder van het Verbond daarover. “Wij leveren de zaak aan bij het OM, dat daarvoor geen extra mensen hoeft in te zetten. En er gebeurt iets met de fraudes. Per geval zijn het kleine fraudes, maar jaarlijks wordt er voor 900 miljoen euro met verzekeringen gefraudeerd. Het merendeel komt door dit soort kleine zaken.” Verzekeraars worden vooral bij reis-, auto- en inboedelverzekering opgelicht. ■ (ingezonden mededeling)
Gemiddeld volgen werknemers 1,6 opleidingen per jaar, maar binnen de financiële dienstverlening zijn dat er twee. Dat is een van de opmerkelijke resultaten uit het onderzoek ‘Boeien & binden II’, dat Synovate/Interview NSS heeft uitgevoerd in opdracht van Tempo-Team. Uit het onderzoek komt verder naar voren dat het opleidingsaanbod in de financiële dienstverlening erg hoog is en het beleid ten aanzien van het volgen van een opleiding transparant en voor iedereen duidelijk is. De branche is vrij tolerant ten aanzien van het aantal opleidingen dat een medewerker wil volgen, bij eenderde van de bedrijven zelfs onbeperkt. Het initiatief voor deelname aan een opleiding ligt volgens de werkgever bij de direct leidinggevende, volgens werknemers bij ... de werknemers. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_01_12.indd
9
9
12-02-2008
10:57:31
N I EU WS
PE-wegen blijken moeilijk toegankelijk Eind vorig jaar heeft het ministerie van Financiën besloten om vooralsnog twee vormen van permanente educatie toe te laten: de PE-toets en het volgen van een PE-opleidingsprogramma. Tijdens een symposium, dat vooral druk bezocht werd door opleidingsinstituten, gaf het College Deskundigheidseisen Financiële Dienstverlening (CDFD) een toelichting. Kort gezegd komt het erop neer dat vergunningplichtigen op hun eigen wijze de PE-kennis kunnen opdoen om vervolgens een toets af te leggen. Ook kunnen zij een PE-opleidingstraject volgen bij een opleidingsinstituut, die aan tal van voorwaarden moet voldoen om geaccrediteerd te worden.
De Wft-vergunninghouders hoeven nog niet uit hun stoel te springen om aan actuele kenniseisen te voldoen. Vorig jaar heeft een commissie binnen het CDFD onder leiding van Lourens van der Linden de actuele ontwikkelingen per module geïnventariseerd, aan de hand daarvan de eindtermen beschreven en de toetstermen vastgesteld. Marktpartijen konden tot 22 januari reageren. Nu worden die reacties geïnventariseerd en eventueel in de termen verwerkt. Een proces dat nog een aantal maanden in beslag zal nemen, vertelde Van der Linden op het symposium. Hij verwacht dat die in mei of juni het Staatsblad gaan halen. Vanaf dat moment gaat er een termijn lopen van anderhalf jaar (achttien maanden). Binnen die termijn, dus uiterlijk in november/december 2009 zal men aan deze PE-termen moeten voldoen.
PE-toets Hoewel Annie Kempers-Warmerdam van de Stichting Examencommissie stelde dat er vele wegen naar Rome leiden, kwamen er op het symposium slechts twee aan de orde. De weg van de ‘autodidact’ en die via het onderwijsprogramma. Al bleek in die tweede een aantal zijweggetjes mogelijk. Wie de ‘toetsweg’ bewandelt, heeft een grote mate van vrijheid. Eigenlijk maakt het niet uit hoe men aan de kennis komt, als maar uit de toets – die afgelegd wordt bij een erkend exameninstituut – blijkt, dat die kennis voldoende is. In CDFD-termen heet dat ‘de leerweg onafhankelijke toetsing’ of ook wel ‘het informeel leren’. Natuurlijk geldt ook hier dat de toets met succes afgelegd moet zijn uiterlijk binnen achttien maanden na publicatie van de PE-toetstermen.
PE-onderwijsprogramma’s Het merendeel van de symposiumtijd werd besteed aan de onderwijsprogramma’s. Die hoeven namelijk niet afgerond te worden met een toets. De leraar kan aan het eind van het programma een certificaat uitreiken, waaruit blijkt dat de kandidaat aan de kenniseisen voldoet. De docenten bepalen dus of een cursist voldoende deskundig is. Daarom worden er forse eisen gesteld aan de instituten die dergelijke onderwijs-
10
VB_0308_01_12.indd
programma’s willen gaan aanbieden. Een instelling behoeft de erkenning van het CDFD en daarnaast een goedkeurend stempel op de programma’s die gericht zijn op de verschillende Wft-modules. Om voor een erkenning in aanmerking te kunnen komen, zullen de instituten moeten aantonen dat zij een professionele instelling zijn en over voldoende ervaren docenten beschikken. Ook is het bezit van een kwaliteitswaarborgingssysteem (zoals ISO) nodig. Daarnaast ligt het voor de hand dat de programma-eisen voldoen aan de toetstermen en dat het instituut in een reglement vastlegt wat de rechten en verplichtingen van de cursist en het instituut zelf zijn. Een belangrijk facet als het cursistenregistratiesysteem is nog een open einde, vertrouwde Annie Kempers de zaal toe. Andere voorwaarden, die aan de onderwijsinstituten gesteld werden, lagen zo voor de hand, dat je je moest afvragen hoe hoog CDFD deze instellingen aanslaat. Kennelijk bestaan er twijfels of een onderwijsinstituut wel goed communiceert welke programma’s het aanbiedt, of dat men vergeet aan de cursist een legitimatie te vragen alvorens een certificaat (“dat wordt een waardedocument”) uit te reiken. Ook werd de instellingen op het hart gedrukt een goede administratie en registratie bij te houden. Om ervan verzekerd te zijn dat men deze oekazes zal opvolgen, worden er onaangekondigd en steekproefsgewijs controles uitgevoerd, waarschuwde het CDFD.
Losse einden Naast het vaste stramien, dat voor de onderwijsinstellingen was uitgedacht, waren het vooral de losse einden die tijdens het symposium opvielen. En dan gaat het om niet de minst belangrijke zaken. Zoals gezegd staan de toetstermen op dit moment nog niet vast, laat staan hoe die vertaald moeten worden in examenvragen. Ook is niet duidelijk hoe een beroepsgang tegen besluiten van CDFD/ministerie eruit gaat zien. Hoe gaat het CDFD bij de certificering de didactische kwaliteiten van docenten controleren? Waarschijnlijk helemaal niet, getuige de uitspraak dat “dit een verantwoordelijkheid van de instelling zelf” is. Heel belangrijk voor vergunningplichtigen is de beantwoording van de vraag wat de studiebelasting per module zal zijn. Daarom heeft het CDFD daar ook lang over nagedacht, maar “nee, het geven van een indicatie is niet mogelijk. Daarvoor zijn er te veel onzekere factoren”, aldus Van der Linden. “De verantwoordelijkheid voor de studiebelasting ligt bij de onderwijsinstellingen”, was zijn conclusie.
E-learning Natuurlijk is de studiebelasting vooral afhankelijk van de manier waarop iemand kan studeren. Daarbij zal het een groot verschil uitmaken of dat in ‘verloren uren’ aan de computer kan, of dat dagen in de agenda vrijgemaakt moeten worden om ‘klassikaal onderricht’ te volgen. Opvallend was dan ook dat binnen de CDFD-boezem geen overeenstemming bestaat over de vraag of de PE-kennis geheel via een e-learning programma verworven kan worden. “Dan moet zo’n programma aan dezelfde eisen voldoen als een onderwijsinstituut en dat zie ik niet snel gebeuren. ’t Zou mij verbazen als zo’n programma onze toets van de kritiek kan doorstaan. Zeker gelet de
nummer 3 - 14 februari 2008
10
12-02-2008
10:57:41
N IEU WS
fraudegevoeligheid, legitimatieproblemen en de garantie dat kennis ook daadwerkelijk bij de cursist is overgekomen. Ik wil u uitdagen zo’n programma bij ons aan te melden.” Aan de andere kant: “We moeten wel toegeven dat we goede ervaringen hebben opgedaan met het Beleggen A-inhaalprogramma via e-learning. Dus we sluiten de mogelijkheid niet helemaal uit.”
Volatiliteit klant kansrijk
Eerder dit jaar is Xtensive ook een samenwerking aangegaan met de Nationale Hypotheekbond, die met een online applicatie het intermediair de mogelijkheid biedt om bestaande klanten effectief te benaderen. ■
Veranderingen in klantgedrag, distributiepatronen en voorkeuren betekenen aanzienlijke groeimogelijkheden voor verzekeraars en intermediairs die bereid zijn hiervan gebruik te maken. Dat is een van de belangrijkste bevindingen van het World Insurance Report 2008, een internationaal onderzoek van Capgemini en de European Financial Management & Marketing Association (EFMA) onder meer dan 11.000 klanten van verzekeraars en leidinggevenden in de verzekeringsbranche. Volgens het rapport zijn volwassen markten, zoals die van Noord-Amerika en West-Europa, lange tijd gekenmerkt geweest door de dadenloosheid van klanten en is aan de eerste verzekeringsbehoeften van de klant ruimschoots voldaan. Een klant heeft gemiddeld 5,2 polissen – 1,5 levensverzekeringen en 3,7 andere verzekeringen – en houdt 9,2 jaar dezelfde polis. In Nederland heeft een klant gemiddeld 5,7 polissen verdeeld over 1,7 levensverzekeringen en 4,0 andere verzekeringen en houdt hij of zij deze gemiddeld 10,2 jaar. Door verhoogde concurrentie, makkelijker toegang tot meer informatie (via internet), grotere klantmobiliteit, verminderde loyaliteit en innovatieve verzekeringsproducten (zoals flexibele autoverzekeringen waarbij je alleen betaalt als je rijdt), worden passieve verzekeringsklanten nu weer daadkrachtiger in hun koopgedrag. Met als gevolg nieuwe contracten voor een kortere duur, veel beweging in de markt en dus nieuwe kansen voor verzekeraars en intermediair. ■
Voogd & Voogd biedt nu winstdelingsregeling aan
Norm buitengerechtelijke kosten bij personenschade
Met ingang van 2008 biedt Voogd & Voogd aangesloten bemiddelaars een winstdelingsregeling. Bemiddelaars kunnen dan op basis van de groei van de verdiende premie, de schadelast en de duur van de samenwerking meedelen in de winst van het volmachtbedrijf. Het bedrijf noemt deze regeling een belangrijke stap in haar streven om nauwer met de 1200 aangesloten bemiddelaars samen te werken en zo de gezamenlijke marktpositie te versterken. ■
De uurtarieven van belangenbehartigers, die gevallen van personenschade behandelen, zijn de afgelopen vijf jaar met ongeveer 25 procent gestegen, twee keer zoveel als de inflatie in ons land. De tarieven van de schaderegelingbureaus zijn daarbij overigens meer gestegen dan die van letselschadeadvocaten. Dit blijkt uit onderzoek van prof. Michael Faure van de Universiteit van Maastricht, uitgevoerd in opdracht van het Personenschade Instituut van Verzekeraars (PIV). Volgens Faure kan de forse stijging van de uurtarieven mede zijn ontstaan door het gebrek aan marktwerking. Een slachtoffer zal de keuze van een belangenbehartiger niet laten afhangen van het uurtarief omdat deze kosten doorgaans voor rekening van de verzekeraar zijn. De kosten van belangenbehartigers, gemiddeld twintig procent van het schadebedrag en bij kleinere schaden vaak zelfs de helft, worden als schadepost vergoed bij personenschade als de nota’s voldoen aan een zogenoemde (door de Hoge Raad in 1987 geïntroduceerde) redelijkheidstoets. In de praktijk zorgen die nota’s voor veel discussie met de verzekeraars over uren en uurtarief en dat bevordert een snelle en soepele afwikkeling van de schade niet. Namens de verzekeraars wil het PIV dan ook komen tot een normering voor de vergoeding van deze zogenoemde buitengerechtelijke kosten. ■
Nu is het wachten op de uiteindelijke toetstermen per module en ook op het antwoord van het ministerie of naast de PE-mogelijkheden, die zij nu heeft toegelaten, nog andere zullen volgen. ■ Jan Aikens
Nieuwe samenwerking Xtensive Xtensive Serviceproviding is onlangs een samenwerking aangegaan met Real Estate Factory. Deze organisatie is een contact center dat zich in makelaardij en financiële dienstverlening heeft gespecialiseerd. Door de samenwerking tussen Xtensive en Real Estate Factory krijgt het bij Xtensive aangesloten intermediair onder andere korting op de tarieven van Real Estate Factory.
Twintig vestigingen voor De Scheidingsplanner De Scheidingsplanner opende onlangs haar twintigste vestiging in Nederland. Deze afgelopen zomer gestarte franchiseorganisatie van gecertificeerd financieel planners wil eind 2009 op zestig plaatsen in heel Nederland gevestigd zijn. Het concept ‘De Scheidingplanner’ slaat aan bij financieel planners die op factuurbasis willen adviseren aan hun klant. Met name in scheidingskwesties waarbij er financieel nogal wat valt te regelen, is de klant bereid concreet te betalen voor het advies van een gespecialiseerd financieel planner. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_01_12.indd
11
11
12-02-2008
10:57:49
N I EU WS
Van Ameyde in zee met schadeherstelnetwerk Sikkens
Verkiezing Hypotheekadviseur van het Jaar 2008
Van Ameyde, gespecialiseerd in claimsmanagement van internationale verkeers- en persoonsschaden, is een samenwerking aangegaan met het pan-Europese schadeherstelnetwerk van Akzo Nobel, Sikkens Acoat Selected Body Shops. Van Ameyde wil hiermee inkoopvoordeel behalen en de schadelast voor haar opdrachtgevers verlagen. Sikkens Acoat streeft naar duurzame herstelmethoden: reparatie in plaats van vervanging en het gebruik van milieuvriendelijke lakken. Het netwerk levert zijn diensten voor alle automerken en verleent ook aanvullende diensten, zoals vervangend vervoer en verlenging van garantieperiodes. Volgens Van Ameyde zal de samenwerking de afspraken van klanten met ‘eigen’ voorkeursleveranciers niet in de weg staan. Waar in Service Level Agreements met verzekeraars afspraken zijn gemaakt ten aanzien van het benoemen van bepaalde herstelbedrijven, krijgen deze afspraken altijd voorrang. De groep is ook actief op het gebied van industriële en maritieme schaderegeling. De Van Ameyde Groep heeft eigen werkmaatschappijen in vijftien Europese landen. ■
Ook dit jaar zal een erkend hypotheekadviseur zich Hypotheekadviseur van het Jaar mogen noemen. Voor haar of hem ligt een reischeque ter waarde van 2500 euro klaar, alsmede een sculptuur die voor deze gelegenheid speciaal is vervaardigd. Verder leidt dit predicaat tot grotere naamsbekendheid binnen en buiten de branche. De eerste ronde voor deze verkiezing is van start gegaan, maar aanmelding is nog mogelijk tot 3 maart.
NVF Voorschotbank geheel in handen van InterBank De Nederlandse Vereniging van Financieringsadviseurs (NVF) doet haar aandelen in de NVF Voorschotbank over aan InterBank. De NVF was sinds de oprichting van de NVF Voorschotbank in 1999 houder van de helft van de aandelen. De andere vijftig procent was al in handen van Finata Bank, een van de financieringsmaatschappijen van InterBank. De NVF Voorschotbank is een financieringsmaatschappij die haar kredieten verstrekt via de ruim honderd bemiddelaars die lid zijn van branchevereniging NVF voor kredietadviseurs. Volgens Interbank wil NVF als branchevereniging onafhankelijk van maatschappijen kunnen opereren, waar Interbank de ambitie heeft de NVF Voorschotbank verder te laten groeien. De zakelijke relatie van de NVF Voorschotbank met de (aspirant) leden van de NVF blijft exclusief en wordt vooralsnog onveranderd voortgezet. ■
NPP vraagt branche commentaar De Werkgroep Materiële Normering van het Nationaal Platform Personenschade (NPP) vraagt de branche inhoudelijk commentaar op een tweetal conceptrichtlijnen, de ‘Conceptaanbeveling Economische kwetsbaarheid’ en de ‘Conceptaanbeveling Huishoudelijke hulp in het eerste jaar na het ongeval’. Belangstellenden kunnen hun commentaar voor 14 maart aanbrengen bij het NPP via brief, mail of het forum op www.npp.nl. Vanuit het forum op de website zijn ook de pdf’s met de conceptrichtlijnen te downloaden. ■
12
VB_0308_01_12.indd
Erkend Hypotheekadviseurs kunnen zich aanmelden op SEH.nl voor deelname aan de digitale kennistoets. Daarna wordt aan de twintig beste kandidaten een casus voorgelegd. Vervolgens worden deze kandidaten op hun advieskwaliteiten beoordeeld door Mystery Shoppers. Uiteindelijk stelt de jury op basis van een assessmentgesprek met de top drie vast wie zich Hypotheekadviseur van het Jaar 2008 mag noemen. De adviseur mag deze titel actief gebruiken in de marketingcommunicatie van de organisatie waarvoor hij of zij werkzaam is. De juryvoorzitter maakt de winnaar bekend tijdens het congres van het blad De HypotheekAdviseur op dinsdag 17 juni in het NBC te Nieuwegein. Erkend Hypotheekadviseurs hebben gratis toegang tot dit congres. ■
Erwin Loer versterkt de redactie van Het VB Vanaf 1 januari is de VB-redactie uitgebreid met Erwin Loer. Hij zal als redacteur niet alleen medeverantwoordelijk zijn voor de inhoud van Het Verzekeringsblad. Hij maakt ook deel uit van het team dat VB-Selectie (de dagelijkse e-zine) verzorgt en is betrokken bij de uitbreiding van de (digitale) uitgaven van Het VB. Erwin Loer studeerde Nederlands aan de Rijksuniversiteit van Groningen met als afstudeerrichting In- en externe communicatie van organisaties. Hij kent de bedrijfstak goed. In 1999 trad hij in dienst bij Dutch Insurance Network als tekstschrijver. Hij schreef daar onder meer brochures, advertenties, draaiboeken en nieuwsbrieven voor intermediairs en verzekeraars. In 2003 maakte hij de overstap naar de NVA waar hij ging werken als communicatiemedewerker en als redacteur van Reflector. Vanaf begin 2005 was hij hoofdredacteur van het magazine. Ook hield hij zich intensief bezig met bij de realisatie van de website van de NVA. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
12
12-02-2008
10:57:53
INT E RM ED IA IR
Lindenhaeghe: aantal Hypothecair Planners moet omhoog Bij veel kantoren is hypotheekadvies een belangrijke pijler. De markt is echter onzeker en nodigt niet direct uit tot specialisatie in dit segment. Daarentegen is in het adviestraject nog veel te winnen, zegt Mike Schilperoort, directeur opleidingsinstituut Lindenhaeghe.
het excellent advies presteren, de eindstreep niet halen. De nieuwe hypotheekmarkt kenmerkt zich door professioneel advies op hoog niveau, dat vraagt van de adviseur een gedegen en brede markt- en productkennis. Een Hypothecair Planner profileert zich beter in de markt en kan ook zijn toegevoegde waarde goed uitleggen aan zijn klant.”
Leergang Hypothecaire Planning “De huidige zachte markt” zal volgens Schilperoort leiden tot een nieuwe professionaliseringsslag. Om daarin overeind te blijven, moet het hypotheekadvies naar een hoger niveau getild worden. De AFM heeft in haar rapport gesproken over excellent adviseren. Een ‘upgrade’ van Erkend Hypotheekadviseur naar Hypothecair Planner speelt daarbij een belangrijke rol. Alleen grijpt het intermediair die kans nog niet aan om zich te bekwamen tot Hypothecair Planner. Het aantal deelnemers aan het examen Hypothecair Planner in december 2007 was laag, een kleine veertig adviseurs hadden zich hiervoor aangemeld. Voor een ruime meerderheid was dit echter een herexamen. “Ik zou zeggen, stel jezelf dat doel en conformeer je aan deze standaard.” Een oorzaak voor de desinteresse is volgens Schilperoort de onbekendheid van de adviseur met de opleiding tot Hypothecair Planner. “Onbekend maakt onbemind. Als opleiders kunnen we meer doen om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Veel adviseurs zien een drempel in de tijd die vrijgemaakt moet worden voor de studie. Deze investering gaat ten koste van de adviestijd. We moeten er meer de aandacht op vestigen dat deze tijdsinvestering zichzelf terugverdient.” In dat kader wijst Schilperoort naar de mkb-markt. “In onze leergang wordt nadrukkelijk aandacht besteed aan het analyseren van jaarrekeningen, pensioenvraagstukken en planningsoftware. Deze zaken moet je beheersen als je ondernemers wilt benaderen voor een totale financiële planning.”
Niet voor iedereen weggelegd
Mike Schilperoort, directeur Lindenhaeghe
De stap van Erkend Hypotheekadviseur naar Hypothecair Planner is vanzelfsprekend niet voor iedereen haalbaar. Het is een pittige HBO-opleiding. Toch denkt Schilperoort dat het aantal erkende adviseurs dat dit niveau heeft veel groter is dan het aantal inschrijvingen. “Het lijkt mij zinnig dat deze groep deze stap in overweging neemt. De markt krimpt en uiteindelijk zullen adviseurs, die onder
Lindenhaeghe levert voor het aankomende examen in juni de eerste examenkandidaten van haar nieuwe Leergang Hypothecaire Planning. “Wij verwachten ongeveer vijftig examenkandidaten af te leveren. Als je bedenkt dat er landelijk zo’n 150 kandidaten zullen deelnemen, dan maken we een goede start. Volgens Schilperoort dankt de opleider dit succes mede aan het feit dat zij zich sec op de intermediaire branche richt. Andere opleiders stellen de cursussen open voor het verzekerings- en bancaire kanaal. “Ik denk dat we hiermee iets nieuws te bieden hebben. Naast het niveau leren wij de cursisten ook zaken waar ze direct in de praktijk voordeel van hebben (onderwerpen zoals dga, adviesvaardigheden en beheersing van (plannings)software). Hij kan na het examen met het geleerde direct aan de slag. Zo voldoen wij aan de exameneisen die gesteld worden aan de beheersing van hypotheeksoftware door de cursisten les te geven via de Adviesplanner van Omniplan, een veelgebruikt softwarepakket.” Naast dit verzekeringsgerichte deel, wordt vanzelfsprekend ook aandacht besteed aan actuele zaken zoals wet- en regelgeving, die zowel voor het bancaire als het verzekeringskanaal belangrijk zijn.
Diploma in drie maanden Lindenhaeghe geeft de leergang in negen dagen verspreidt over een periode van drie maanden. Daarnaast zal de cursist nog gemiddeld 200 uur aan zelfstudie moeten investeren. “Andere opleidingen verspreiden de leerstof over een langere periode, veelal negen maanden. Wij hebben gemerkt dat veel lesstof, die in het begin geleerd is, aan het einde van de periode wegzakt. Tijdens een intensief leerproces zit je weliswaar korter maar ook dieper in de stof.” Voor het examen van juni begint de Leergang eind februari. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar voor erkend hypotheekadviseurs die nog voor de zomer gediplomeerd Hypothecair Planner willen worden. In 2007 leverde Lindenhaeghe een kleine 400 Erkend Hypotheekadviseurs op. Op deze groep is een selectie gemaakt. Adviseurs die naar aanleiding van de resultaten best een stapje hoger konden gaan, kregen een uitnodiging om aan de nieuwe Leergang deel te nemen. Met resultaat, zo blijkt nu. “De branche telt echter circa 11.000 erkend hypotheekadviseurs. Het deel dat de stap naar Hypothecair Planner kan maken, is zeker groter dan de 550 die de branche nu rijk is. Een uitdaging voor ons en de collega-opleiders om de decemberlichting fors groter te laten zijn dan de veertig kandidaten in 2007.” ■ Alex Klein
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_13_20.indd
13
13
12-02-2008
10:59:11
I N T ER ME D IA IR
De intermediair als verzuimcoach Veel ondernemers zijn niet of niet volledig op de hoogte van alle regelingen of mogelijkheden rondom verzuim. Peter Sturing zag onder meer hierin mogelijkheden voor zijn concept Attentief Consult. Hiermee deed hij vorig jaar mee in de Attentiv Ondernemers Competitie. “De arbodienst, de brancheorganisatie, de assurantieadviseur, de accountant of de organisatieadviseur; allen behandelen een bepaald gedeelte van de verzuimmaterie. Er
een controle plaatsvinden. De ondernemer kan ook een medewerker van Attentief inschakelen bij onderhoud, schadebehandeling of bijstand aan bijvoorbeeld de preventiemedewerker. Ook kan een werkgever de adviseur van Attentief Consult vragen (bepaalde) werknemers een individueel advies te geven. “De werkgever kan deze optie aanbieden als secundaire arbeidsvoorwaarde. Het biedt de werknemer bijvoorbeeld de mogelijkheid om een juiste inschatting van nabestaanden- en oudedagsvoorzieningen te krijgen. Maar ook kunnen de gevolgen van de WIA op individuele basis beoordeeld en afgedekt worden.”
is geen enkele instantie of adviseur die het geheel van de specifieke bedrijfssituatie overziet. Attentief Consult brengt de gehele materie samen.” Attentief Consult richt zich in eerste instantie op bedrijven die worden aangebracht door administratie- en accountantskantoren en het midden- en kleinbedrijf (en aanwezige werknemers). Voor deze bedrijven maakt Sturing aan de hand van een lijst met 29 actiepunten een analyse van de bedrijfssituatie met betrekking tot het verzuimbeleid. In de daarop volgende rapportage worden de bevindingen vermeld. Omdat Attentief volledig werkt op declaratiebasis worden in de rapportage alle producten van brancheorganisaties, intermediairmaatschappijen, direct writers of onderlingen betrokken. Door middel van een onderhoudscontract kan periodiek
Peter Sturing, Attentief Consult
14
VB_0308_13_20.indd
Geen verantwoordelijkheid De verzuimcoördinator (of wettelijke verplichte preventiemedewerker) is binnen een organisatie de vaste contactpersoon voor de werkgever bij verzuimzaken. Hij is belast met de administratieve afwikkeling van meldingen en mutaties in het verzuimmeldsysteem van de verzuimdienstverlener (arbodienst). “Ondanks deze belangrijke rol hebben veel werkgevers geen persoon benoemd die deze rol op zich neemt. Het wordt er een beetje ‘bijgedaan’. Binnen ons concept ondersteunen wij de werkgever op dit gebied met gericht advies, controle en processturing. We nemen echter niet de verantwoordelijkheid over, die blijft bij de werkgever liggen.”
Waarom verzuimcoach worden? Peter Sturing begon in 1990 als assurantieadviseur bij Sturing Assurantiën in Assen. In 1995 werd hij vennoot in de vof die in 2000 werd overgenomen door Holtvlüwer en la Rivière verzekeringsgroep. Hierbij werd HRS Hypotheken en Assurantiën opgericht. Sturing werd verantwoordelijk voor de gehele verzekeringsafdeling, particulier en zakelijk. Hij is tevens de preventiemedewerker en de, wettelijk verplichte, bedrijfshulpverlener van het bedrijf. Ondanks deze kennis liep Sturing bij het adviseren van ondernemers tegen vragen aan die hij niet direct beantwoorden kon. “Op het moment dat ik een gericht verzuimadvies wilde geven, kwam ik erachter dat er best wat vragen bleven hangen die ik niet direct kon beantwoorden. De materie is ingewikkeld, zeker als je ermee aan de slag gaat op individuele basis. Daarnaast kost het veel tijd om de ondernemer de materie eigen te maken zonder dat daar direct inkomsten tegenover staan. De climax ontstond bij het eigenrisicodragerschap. Vanuit de ondernemerskant was de vraag naar informatie groot. Ik ben toen een opleiding sociale zekerheid gaan volgen en heb de mogelijkheden onderzocht naar de betalingsbereidheid van klanten voor een gericht verzuimadvies. Zo is eigenlijk Attentief Consult ontstaan.” Sturing ging met de plannen onder zijn arm naar accountantsorganisaties. Deze reageerden in eerste instantie afstandelijk. “Op zich had ik dat kunnen verwachten. De accountant zit in een lastig pakket. Enerzijds willen ze de ondernemer adviseren maar zodra het tot concrete verzekeringsoplossingen komt, moeten ze afhaken omdat ze daarover niet mogen adviseren. De ondernemer blijft vervolgens met onbeantwoorde vragen zitten.”
nummer 3 - 14 februari 2008
14
12-02-2008
10:59:19
INT E RM ED IA IR
Attentief is regionaal georiënteerd. Sturing hoopt met soortgelijke bedrijven of initiatieven uit andere regio’s in contact te komen om ervaringen uit te wisselen.
Onvoldoende kennis Sturing heeft onderzoek gedaan bij een tiental administratieen accountantskantoren. Hieruit kwam onder meer naar voren dat zij vaak het aanspreekpunt vormen voor de ondernemer op het gebied van sociale zekerheid. Ook kwam naar voren dat de kennis van de benaderde kantoren op een aantal specifieke gebieden laag is. Dit speelt vooral op het terrein van de arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen van werknemer en ondernemer, de oudedagsvoorzieningen (pensioen en lijfrente) en het zorgstelsel. Sturing: “Hierdoor ontstaat de situatie dat het administratie-/accountantskantoor zich, vaak ongewenst, moet verdiepen in lijfrenteaftrekgevallen van bestaande polissen of de samenhang van ziekteverzuimpolissen, arbodiensten, preventiemedewerker, WIA-dekkingen en Wet verbetering poortwachter. Het risico dat hierdoor ontstaat is een minder goed advies aan de ondernemer.”
Niet bemoeien met levensstijl Hoewel de overheid begin jaren negentig al is begonnen met het afbreken van het sociale zekerheidshuis, heeft de branche volgens Sturing erg lang gewacht met inhoudelijke acties. “Als er een gat kwam, dan werd dat opgelapt met een polis. Echt nadenken over de inhoud bleef uit. Niemand stond stil bij preventieve maatregelen en de risico’s van een ongezonde levensstijl van de werknemer op het bedrijf. Nu wordt die tekortkoming versneld ingehaald. Voor het personeel soms te snel. Verzuimpreventie blijkt lastig bespreekbaar op de werkvloer. Werknemers denken vaak dat het alleen gaat om het financieel gewin voor de baas. Je moet de werkvloer ervan overtuigen dat preventie ook voor hen voordelen oplevert.” Problemen waar bedrijven tegenaan lopen is veelal de bereidheid van de werknemers om mee te doen. “Het personeel wil wel maar dan vooral in de baas zijn tijd. Zodra er een prijskaartje aan hangt, haken ze af.” ■ Alex Klein
Groei aanvragen ZZP-online
MACP nu ook via intermediair
De offerte- en verzekeringsaanvragen die via de offerte- en aanvraagmodule ZZP-online binnenkomen bij Avéro Achmea, zijn in de tweede helft van vorig jaar meer dan verdubbeld. Volgens de maatschappij ligt de uitbreiding van de af te sluiten bedrijfshoedanigheden van ZZP-online hieraan ten grondslag. Inmiddels maken bijna 400 tussenpersonen regelmatig gebruik van ZZP-online. Dit voorjaar zal ZZP-online uitgebreid worden met de module ´Vereniging van Eigenaren’. ■
Maat Volmachtbedrijf voert het MAAT Agrarisch Comfort Plan (MACP), een agrarisch verzekeringsconcept, waarop vrijwel alle risico’s van een landbouwbedrijf kunnen worden verzekerd. Door o.a. het samengaan van Interpolis en Avéro Achmea (Topland agrarische polis) wordt de spoeling van aanbieders dunner. Omdat uit onderzoek blijkt dat tussenpersonen op de agrarische markt het aantal aanbieders eveneens te klein vinden, heeft Maat uit Ede besloten haar MACP ook breed aan te bieden via het intermediair.
Overeenkomst tussen NBVA en MoneyView NBVA en MoneyView hebben een overeenkomst gesloten, die de leden van de NBVA toegang geven tot de online kennisbank AdviesDesk. Ook kunnen leden de productadviessoftware (Advisa Online) en premievergelijkingssoftware (AeQuote Online) van MoneyView met flinke korting aanschaffen. Volgens de NBVA ondersteunen de MoneyView-producten haar leden in hun streven de consument een deskundig, volledig, bij hem passend en gedocumenteerd advies te geven. Ook helpt de software te voldoen aan de wettelijke verplichtingen op het gebied van de vastlegging en motivatie van adviezen. Door de overeenkomst heeft de NBVA toegang tot de Aequos Online database, waarmee het zelf ook kritisch naar de kwaliteit van producten kan kijken. Volgens secretaris/ directeur Wilbert Schellens van de NBVA is dit een belangrijk onderdeel van de overeenkomst “omdat ook de aanbieders mee moeten in de gewenste cultuurverandering.” ■
Maat Volmachtbedrijf is zo’n vijftig jaar geleden ontstaan uit een grote agrarische standsorganisatie, die van oudsher ook verzekeringen had opgenomen in haar dienstenpakket voor de leden. ■
ABN AMRO-producten in de schappen van De Hypotheker De Hypotheker gaat bancaire producten en woninghypotheken van ABN AMRO verkopen. ABN AMRO is hiermee de eerste grootbank in Nederland die bancaire producten via het intermediaire kanaal gaat verkopen. Het gaat om een proef met de verkoop van betaal- en spaarrekeningen. Bij succes wordt het assortiment uitgebreid met producten op het gebied van lenen en beleggen. Naar eigen zeggen spelen beide partijen met hun samenwerking in op veranderende marktomstandigheden en de behoefte van de klant. Het biedt ABN AMRO de mogelijkheid via het intermediair klanten te werven en De Hypotheker breidt hiermee haar assortiment aan producten uit. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_13_20.indd
15
15
12-02-2008
10:59:23
I N T ER ME D IA IR
AFM publiceert MiFID-reader
Nieuwe volmachten Avéro
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft de MiFID-reader gepubliceerd. Aan de hand van 82 vragen en antwoorden wordt de lezer onder meer wegwijs gemaakt in de als gevolg van de MiFID gewijzigde Wft. Per onderwerp zijn de relevante artikelen in de Wft aangegeven, zodat de lezer desgewenst doelgericht zelf de exacte wetsbepalingen kan opzoeken. Omdat de MiFID is geïmplementeerd in de Wft en bijbehorende lagere regelgeving als het Bgfo, wordt per antwoord ook verwezen naar relevante MiFID-bepalingen. De MiFID-reader is te downloaden van de website van de AFM, onder ‘Voor marktpartijen’, ‘MiFID’ en dan scrollen naar ‘Publicaties’. ■
Avéro Achmea heeft het aantal volmachten Schade uitgebreid met de volmachtkantoren Twenvo, Dekavass, Ecodass, AGN, Cumela en Klap des Bouvries. Later deze maand tekenen ook Thoma, Multisafe en Unirisk een overeenkomst met Avéro. De bestaande volmachten Boelaars en Lambert, Ymaro, Scharenborg en Rijkenberg, Heinenoord, Van Lanschot en Kettlitz en Deenik breiden hun Avéro-volmacht uit met inkomensverzekeringen. Boelaars en Lambert heeft al sinds 1988 een schadevolmacht bij Avéro. ■
FinanCenter biedt nu ook consumptief krediet FinanCenter start met consumptief krediet. De serviceprovider uit Deventer biedt haar duizend (intermediaire) relaties hiermee een veelgevraagde extra dienst, naast de verwerking van hypotheekoffertes en het aanbod aan kapitaal- en risicoverzekeringen. Aanvragen voor consumptief krediet kunnen digitaal bij FinanCenter worden ingediend. ■
Verkoopondersteuning Allianz Intermediaire relaties van Allianz Inkomensverzekeringen krijgen de beschikking over verkoopondersteunende middelen waarmee prospects en relaties op het gebied van AOV en woonlastenverzekeringen benaderd kunnen worden. De ondersteunende middelen bestaan onder meer uit verkoopbrieven, actiefolders en een nabelscript. Eerder stelde de maatschappij al opleidingen van de Allianz Academie en productkaarten ter beschikking aan haar relaties. ■
Wilt u zich richten op uw kern activiteiten? SAA Backoffice stelt u in staat uw tijd te besteden aan het servicen van uw klanten. Onderdelen als polisadministratie, incasso of schadebehandeling, SAA Backoffice neemt u dit en meer uit handen. Dit alles met een perfecte infrastructuur, volledig gedigitaliseerd en met jarenlange ervaring. SAA Backoffice Twentestraat 88, Rotterdam Tel. +31 (0)10 - 441 88 88 Fax +31 (0)10 - 441 89 09 E-mail
[email protected] www.saa.nl
16
VB_0308_13_20.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
16
12-02-2008
10:59:32
AANSPRAK E L IJ KH EID
Bestuurdersaansprakelijkheid geen sinecure Recentelijk werden de bestuurders van een failliet handelshuis door de rechtbank in Utrecht voorlopig aansprakelijk bevonden voor een bedrag van, schrik niet, 50 miljoen euro. Een nadere rekening zal nog volgen. Een mooi voorbeeld van een situatie waaruit blijkt dat bestuurdersaansprakelijkheid geen sinecure is. Onder de noemer BCA worden hier alle producten, die de aansprakelijkheid van bestuurders, commissarissen en toezichthouders dekken, bedoeld. Als u als bemiddelaar in verzekeringen met een BCA-verzekering aan de slag gaat, zullen zich ook situaties voordoen die tot onduidelijkheid leiden. Een veel voorkomend praktijkvoorbeeld kan de mogelijke onduidelijkheid illustreren.
U wordt gebeld door een klant, directeur van een bouwonderneming van gemiddelde omvang. Hij heeft een geschil met een reclamebureau, dat stelt dat er een opdracht is gegeven voor het plaatsen van twintig advertenties in de regionale krant. Daar is volgens de klant niets van waar, maar het reclamebureau houdt vol dat er een opdracht is gegeven. Vervolgens heeft het bureau een brief gestuurd aan de directie van het bedrijf van uw klant, waarin staat dat het reclamebureau hen aansprakelijk stelt voor de schade als gevolg van het niet nakomen van de verplichtingen. Aan u de vraag dit te melden op de BCA-verzekering.
Dekking en aansprakelijkheidstelling Deze casus is beslist geen zeldzaamheid. Om de vraag van uw klant te beantwoorden, is een goed begrip van de dekking onontbeerlijk. De BCA-verzekering dekt de vermogensschade die het gevolg is van een fout van een bestuurder. Wij ontvangen regelmatig meldingen waarbij sprake is van een geschil tussen de rechtspersoon/verzekeringnemer en een wederpartij. Voor een BCA-verzekeraar wordt het echter pas interessant als de wederpartij zich op de vermogens van de bestuurders in privé wil gaan verhalen. Zolang hij aan de deur van de rechtspersoon staat te rammelen, is er nog geen rol voor de BCA-verzekeraar. Daarvoor moet eerst sprake zijn van bijvoorbeeld de onmacht van de rechtspersoon om zijn verplichtingen na te komen, waarna de bestuurders aan de beurt kunnen zijn. In het geval van het failliete handelshuis is dit een duidelijke zaak. Echter, zolang de rechtspersoon nog bestaat en voldoende solvabel is, zal de wederpartij, die bijvoorbeeld nakoming eist van een overeenkomst, eerst bij de rechtspersoon zijn heil moeten zoeken. Dat is immers de reden dat wij rechtspersonen met een eigen aansprakelijkheid kennen.
door: Jan Paul Brongersma, Manager Schade Nassau verzekeringen
verwijt aan het adres van de bestuurder, waarbij een vermogensschade aan de orde is, dan kan er een rol voor de BCAverzekering zijn. Een heel andere grond dus dan de claim tegen de rechtspersoon waarin wordt geëist de contractuele verplichtingen na te komen. In het geval van de advertenties zou het kunnen zijn dat het reclamebureau de bestuurders alvast aansprakelijk stelt omdat ze vermoeden dat het bedrijf haar verplichtingen niet zal kunnen nakomen als gevolg van onbehoorlijk bestuur of omdat men verplichtingen is aangegaan waarvan men wist dat men die niet zou kunnen nakomen.
Rechtspersoon ook BCA-verzekering In de praktijk kan dit betekenen dat wanneer de bestuurders naast de rechtspersoon worden aangesproken, er voor een deel van de kosten van verweer dekking is op de BCA-verzekering. Daarbij wordt rekening gehouden met de verhoudingen tussen de aangesprokenen en hun juridische en financiele belangen en positie. Aangezien de trend zichtbaar is dat wederpartijen zowel bij de ‘winkeldeur’ (de rechtspersoon) als op de ‘bovenverdieping’ (bij de eigenaar van de zaak) aanbellen, zal deze situatie zich vaker voordoen. Reden voor veel bestuurders om de rechtspersoon, die zij besturen, een BCA-verzekering aan te laten schaffen, die een goede dekking biedt tegen dergelijke ‘aanvallen van buitenaf’ op hun privévermogen. Daarnaast reden voor u om goed in het oog te houden of die dekking in voorkomende gevallen ook benut kan worden.
Anti-misbruikwetgeving De bestuurdersaansprakelijkheidswetgeving is voor een groot deel anti-misbruikwetgeving. De wetgever wil voorkomen dat bestuurders zich verschuilen achter ploffende BV’s en andersoortige lege rechtspersonen. Desondanks schromen wederpartijen niet om ook maar meteen op de bovenverdieping aan te bellen, dus bij de bestuurders; ook al is er nog nakoming door de rechtspersoon mogelijk. Zodra sprake is van een concreet
Om uw klant goed van dienst te zijn, is het dus van belang om in geval van een mogelijke aanspraak op de BCA-verzekering na te gaan of de bestuurders samen met de rechtspersoon of daarnaast in privé worden aangesproken, of dat alleen de rechtspersoon in beeld is. U weet dan ook waar u vervolgens met de claim naartoe kunt. Tenminste, als achter de deur van de bovenwoning een polis in de kast ligt! ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_13_20.indd
17
17
11-02-2008
16:06:49
I N T ER V I E W
“De ‘Wet Banksparen’ leidt tot nieuwe aanbieders en nieuwe producten. De concurrentie wordt dus groter. Maar nog belangrijker vind ik, dat deze wet veel processen versnelt. Om een voorbeeld te noemen: de bedrijfstak denkt nu nog na hoe het imago verbeterd kan worden. Zolang dat niet concreet is ingevuld, bestaat het gevaar dat klanten sneller zullen besluiten zich tot de ‘betrouwbare bank’ te wenden voor een spaarproduct. Ook stelt de wet zwaardere eisen aan de zorgplicht van de adviseur. Die zal in zijn gesprek ook banksparen aan de orde moeten stellen. En het is helemaal niet zo makkelijk om erachter te komen of het verzekeringsproduct dan wel het bancaire alternatief het meest passend is. Natuurlijk kan de intermediair de advieskosten niet dekken uit de provisie van een bankspaarvariant. Dit betekent dat de nieuwe wet ook een versnellende invloed heeft op de veranderingen in de beloningsstructuur van het intermediair.”
Provisieschuif op nul niet reëel Mr. Annemiek J.E.M. Vollenbroek (39) begon na haar rechtenstudie als belastingadviseur. Eerst in een internationale, daarna in een nationale praktijk. “Tegen wil en dank” kwam zij in de pensioenwereld terecht, toen zij Eric Lutjens bijstond bij het schrijven van zijn boek ‘Pensioen voor de dga’. “Mede daardoor kregen pensioenen en verzekeringen mijn interesse. In 1997 ging ik naar Hooge Huys en vanaf dat moment ben ik in de verzekeringsbranche gebleven.” Ze werd vervolgens pensioenconsultant bij Watson Wyatt en Hoofd fiscaal juridische zaken van Pensioendesk. Nu werkt ze al anderhalf jaar zelfstandig. Haar bedrijf Plusvalenza adviseert intermediairs en maatschappijen “op alle gebieden die aan pensioen raken. Zowel vaktechnisch, als op het gebied van compliance, zorgplicht, communicatie en informatie.” Buiten de werksfeer ligt haar hart bij paardrijden en ook schaatst ze fanatiek.
18
VB_0308_13_20.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
18
11-02-2008
16:06:59
IN T ERVIEW
Kortom, mr. Annemiek Vollenbroek voorziet dat de wet aanzienlijk grotere gevolgen heeft dan – zoals het Verbond het eens omschreef – ‘een toename van de concurrentie met vijf aanbieders’. “Een intermediair zal de klantwensen moeten vertalen naar een passend product en het kan best zijn dat er dan een variant in beeld komt, waarvoor de adviseur niet kan bemiddelen, of waarvoor de provisie de advieskosten niet dekt. Daarom denk ik”, zegt Annemiek Vollenbroek, “dat het fenomeen banksparen een katalysator is voor bemiddelaars om hun bedrijfsvoering op een ander beloningssysteem te gaan baseren.” De vraag is of dit allemaal zo’n vaart loopt: zoveel pure bankspaarproducten zijn er nog niet. “Dat is slechts een kwestie van tijd en zeker geen signaal dat we nog rustig kunnen afwachten. Ik voorzie echt dat de ontwikkelingen zich snel zullen opvolgen en dat de intermediaire keten geen tijd verloren moet laten gaan. De concurrentie van de banken zal echt voelbaar worden, zeker als zij met goede alternatieven komen voor de Kapitaalverzekering Eigen Woning (KEW). Het verzekeringsaspect van een lijfrente is niet moeilijk uit te leggen. Dat vind ik een echt verzekeringsproduct, maar bij de KEW wordt dat naar mijn smaak al een stuk moeilijker, omdat het spaardoel daarin altijd al centraal stond.”
Uitbreiding zorgplicht “Maar ook bij lijfrenteconstructies zal het intermediair de bancaire producten in het gesprek moeten betrekken”, benadrukt Annemiek Vollenbroek, “inclusief de verschillen in kosten die een bank- en een verzekeringsproduct met zich meebrengen. Het adviestraject wordt dus een stuk intensiever en daardoor kostbaarder. Veel bemiddelaars voelen intuïtief aan welk product zij aan een klant zullen gaan adviseren. En vaak is daar niets mis mee, want door hun deskundigheid en ervaring zitten zij in negen van de tien gevallen op het goede spoor. Maar onder de Wft kunnen zij daarmee niet meer volstaan. Uit hun klantdossier moet blijken dat zij eerst een afweging hebben gemaakt welke oplossingen mogelijk zijn. Pas op grond van een goede afweging tussen de verschillende mogelijkheden volgt de advisering van een specifiek product. Bij veel intermediairs is deze klantbenadering nog niet zo erg ingeburgerd. Concreet vertaald betekent dit dat wanneer een intermediair een verzekeringsproduct adviseert, hij in het dossier moet vastleggen dat hij in het advies de bancaire producten heeft betrokken. En hij zal moeten beargumenteren waarom voor een individuele klant het verzekeringsproduct het beste past. Datzelfde geldt voor het opvullen van een pensioengat. Het volstaat niet om dat gat bij wijze van spreken op voorhand met een derde pijlerproduct op te vullen. In het klantdossier willen wetgever en toezichthouder kunnen terugzien dat ook afgewogen is of een aanvullend pensioen onder de Pensioenwet of een box 3-spaarvariant beter zou zijn geweest.”
De twee kanten van provisie Het zal dus steeds meer voorkomen dat de adviseur niet ook de bemiddelaar van een product zal zijn? “Dat geldt voor het kantoor dat de adviesfunctie bovenaan zet”, beaamt ze. “Misschien ontstaat daarnaast het kantoor dat zich specifiek wil toeleggen op bemiddelen. Ik kan me voorstellen dat die kantoren aansluiting gaan zoeken bij een aanbieder om hun
producten te distribueren. Een situatie die min of meer vergelijkbaar is met de huidige loondiensten. Maar het blijft wel degelijk mogelijk om een goede toekomst op te bouwen als onafhankelijk adviseur”, is de stellige mening van Annemiek Vollenbroek. “Intermediairs onderschatten welke toegevoegde waarde zij leveren en ook dat de klant daar bereid is voor te betalen. Als ze er meer bedreven in raken om dat goed over het voetlicht te brengen, zal dat weinig problemen opleveren. Wel hoort daarbij dat je je beloning in overstemming brengt met de tijd die je daadwerkelijk aan de klant besteedt. Om een voorbeeld te noemen: KEW is nu ook weer niet zo’n ingewikkeld product en dan mag je je best afvragen of een honorering die gebaseerd is op premie maal duur echt nog reëel is.” Verstandiger, en ook zuiverder voor de relatie tot de aanbieder en de klant, zou zij het vinden om de beloningsstructuur aan de basis aan te pakken. “Provisie is een verzamelnaam voor diverse diensten. Die zou je uit elkaar moeten trekken. In dat geval ontvangt het intermediair een beloning van de klant voor de advisering en een vergoeding van de aanbieder voor de distributiekosten. Het intermediair verricht zonder twijfel werkzaamheden voor de aanbieder en de kosten daarvoor horen thuis in de kostprijs van het product. Daarom alleen al kan volgens mij de provisie nooit verdwijnen, omdat de werkzaamheden die het intermediair voor de aanbieders verricht, zullen blijven.” Dat deel van de provisie hoort dan ook niet thuis in de transparantie-eisen. “Nee, die horen thuis in wat we de ‘nettopremie’ noemen. Zolang dat niet het geval is, vind ik het ook principieel onjuist dat bemiddelaars geconfronteerd worden met premiebedragen waar bovenop zij een zogenoemde provisieschuif kunnen plaatsen die zij op nul kunnen instellen. Dat is volstrekt irreëel, omdat ze daardoor ook de kosten, die zij voor aanbieders hebben uitgespaard, niet meer vergoed krijgen.” Dat lijkt haar niet zo’n ingewikkelde operatie: “Ik denk dat goed te kwantificeren is welke kosten gepaard gaan met het kunnen verkopen van een product.”
Verandering bedrijfsproces De nieuwe wet breidt de zorgplicht van de adviseur niet alleen uit in het adviestraject. Annemiek Vollenbroek: “Je zult ook je bestaande portefeuille nauwgezet moeten controleren. De wet schrijft voor dat je bestaande klanten moet attenderen op belangrijke wijzigingen in wet- en regelgeving. ‘Banksparen’ is zo’n belangrijke wijziging en dat betekent dat intermediairs hun eerder gegeven adviezen aan de nieuwe situatie moeten toetsen.” Lopen zij concreet gevaar als ze dat niet doen? “Dat lijkt me wel. Als een verzekerde nu of later tot de slotsom komt dat hij met een bankproduct hetzelfde doel had kunnen bereiken, maar wel goedkoper, dan zal hij met een redelijke kans op succes een claim kunnen indienen. Datzelfde geldt natuurlijk ook, wanneer later blijkt dat hij met een modern product een hoger rendement had kunnen bereiken dan met een indertijd geadviseerde verzekering.” “Ook dat bedoelde ik met de opmerking in het begin van ons gesprek, dat het banksparen veel processen versnelt. Ik vrees dat veel intermediairs vrij veel moeite zullen hebben om bin-
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_13_20.indd
19
19
11-02-2008
16:07:03
I N T ER V I E W
nen hun bestaande portefeuille snel na te gaan van welke bestaande relaties de lopende posten gecontroleerd moeten worden. Deze zullen hun bedrijfsvoering eigenlijk als het ware opnieuw moeten inrichten, waardoor het makkelijker wordt de portefeuille door te lopen wanneer sprake is van belangrijke wijzigingen.” Vindt Annemiek Vollenbroek ook dat er geen sprake is van een gelijk speelveld tussen intermediair en bank? “Ja, de adviseur zal moeten vertellen wat hij aan het advies verdient. De bank zal dezelfde adviestijd kwijt zijn, zeker bij lijfrenteachtige producten, maar die kan de kosten in de premie versleutelen.”
“Als de banken eenmaal met hun producten los komen, zal dat wel degelijk tot een grote concurrentieslag kunnen leiden.” Met andere woorden: de nettopremie van een verzekeraar (exclusief advieskosten) zal altijd lager uitkomen dan die van een bank? “Dat durf ik niet bij voorbaat te zeggen, omdat de banken hier met een schone lei beginnen”, werpt ze tegen. “Het zit er dik in dat de banken op hun nieuwe systemen, zonder legacy, hun producten goedkoper in de markt kunnen zetten. Vergeet niet, dat de banken niet alle wijzigingen in wet- en regelgeving achter de rug hebben, waar verzekeraars wel mee te maken kregen en die een zware aanslag op hun infrastructuur hebben gepleegd. We reageren een beetje laconiek”, zegt ze met enige bezorgdheid, “maar als de banken eenmaal met hun producten los komen, zal dat wel degelijk tot een grote concurrentieslag kunnen leiden. Laten we de implicaties daarvan niet onderschatten.” Welk antwoord moet je daar dan concreet tegenover stellen? “Aan de kwaliteit van verzekeringsproducten en het advies van het intermediair schort het niet”, antwoordt Annemiek Vollenbroek. “De strijd wordt gestreden op het kostenfront. Het probleem zit voor de verzekeringsbedrijfstak dus dieper in de organisatiestructuur; in de inefficiency van de bedrijfsorganisatie. We zullen binnen de bedrijfskolom alle kostenaspecten onder de loep moeten nemen en besparingen uitvoeren waar dat ook maar even mogelijk is. Dat houdt in dat je niet meer uit kunt met verouderde en daardoor dure systemen en natuurlijk is dubbel werk uit den boze.”
Klantovereenkomsten De zorgplicht en deskundigheid van de adviseur staan hoog op de politieke agenda. “Je hebt dat weer kunnen constateren toen het Nationaal Regime van het MiFID in de Tweede Kamer werd behandeld. Alsof het intermediair het nog niet zwaar genoeg heeft, maakt MiFID de zorgplicht nog zwaarder.” Ze weet dat de belangenorganisaties hun best gedaan hebben om verzekeringsadviseurs zoveel mogelijk uit de wind te houden. “NVA en NBVA hebben zich goed geweerd en heel wat voor de branche voor elkaar gekregen. Maar ook zij kunnen niet voorkomen dat de deskundigheidslat opnieuw hoger wordt gelegd. Daarnaast vereist MiFID dat adviseurs een klantovereenkomst sluiten en daar bestaat nog vrij veel weerstand tegen. Maar dat kun je ook van een andere kant benaderen. De klantovereenkomst, ofwel de
20
VB_0308_13_20.indd
opdrachtbevestiging paalt heel goed af welke inspanningen van de adviseur verwacht worden. Dit betekent dat die ook de begrenzing van de zorgplichten vastlegt. Daardoor kan een klant later niet met succes volhouden dat hij ook andere inspanningen van zijn adviseur mocht verwachten.” De MiFID zal op heel wat producten van toepassing worden, verwacht Annemiek Vollenbroek. “Nu wordt in eerste instantie gedacht aan effectenhypotheken, maar ook bankspaarproducten op beleggingsbasis zullen eronder vallen. Ook als die gebaseerd zijn op fondspakketten die door de aanbieder zijn samengesteld. Omdat vergelijkbare producten onder vergelijkbare wet- en regelgeving vallen, lijkt me de kans groot dat het regime daarna ook van toepassing wordt op verzekeringsproducten op beleggingsbasis.” Ze wil het gesprek niet beëindigen zonder nog een keer terug te komen op de invloed van banksparen op de bedrijfsvoering van het intermediair. “Ik ben het met iedereen eens die zegt dat banksparen tot nu toe nog geen rimpeltje in de omzetvijver heeft veroorzaakt. Maar ik heb wel het gevoel dat de traditionele verzekeringsbemiddelaars qua concurrentie geconfronteerd worden met een soort sluipmoordenaar. Die producten zullen er absoluut komen en het is onjuist om de impact daarvan te onderschatten. Op enig moment worden de gevolgen voelbaar en ik denk dat die niet misselijk zullen zijn. Daarom luidt mijn advies om daarop nu zo snel mogelijk het businessmodel aan te passen.” ■
nummer 3 - 14 februari 2008
20
11-02-2008
16:07:12
ZORG & IN KO M EN
Overstapcijfers zorgverzekeraars Uit cijfers van internetportaal VECOZO (Veilige Communicatie in de Zorg) blijkt dat in 2007 zo’n 450.000 mensen (drie procent van de Nederlandse bevolking) de overstap hebben gemaakt van de ene zorgverzekering naar de andere. Wat betekent dat voor de individuele zorgverzekeraars?
Achmea De omvang van de portefeuille van Achmea is praktisch gelijk gebleven. Met 4,7 miljoen verzekerden blijft zij de grootste zorgverzekeraar van Nederland. Direct writer FBTO heeft 9300 verzekerden bijgeschreven dankzij de nieuwe internetverzekering, waarbij mensen zelf hun zorgpakket naar eigen behoefte hebben samengesteld. De zorgportefeuille van intermediairpoot Avéro Achmea is gedaald met 35.000 verzekerden. De overige zorgmerken van Achmea, waaronder Zilveren Kruis Achmea en Groene Land Achmea, daalden samen met 3500 verzekerden.
CZ Bij CZ Actief in Gezondheid is het aantal verzekerden sinds februari vorig jaar met ruim 5500 toegenomen tot in totaal 2.584.000 nu. Het aantal verzekerden nam vooral toe via het intermediair, van 580.000 naar 700.000. Het percentage collectief verzekerden steeg van 43 naar 51 procent.
UVIT Het aantal verzekerden bij UVIT (Univé-VGZ-IZA-Trias) is met ruim 35.000 gestegen. Een aanwas van nog geen procent, afgezet tegen het totaal van 4,2 miljoen. UVIT ervaart de markt daarom als stabiel. De Univé-portefeuille groeide met 23.000 verzekerden, vooral dankzij de nieuwe, op selectieve inkoop gebaseerde ZEKUR-polis. VGZ groeide met 6000, vooral individueel verzekerden. IZA, zorgverzekeraar voor de publieke sector, groeide met 3500 verzekerden.
Agis Het aantal verzekerden van Agis Zorgverzekeringen is met 20.000 gestegen tot ruim 1,25 miljoen. Agis heeft een groot aantal collectiviteiten voor specifieke doelgroepen. Zo heeft Agis bijvoorbeeld 24 patiëntverenigingen, 43 gemeenten en een groot aantal werkgevers. De collectiviteiten die zijn afgestemd op specifieke doelgroepen droegen in belangrijke mate bij aan de groei van het aantal verzekerden. In haar groei ziet Agis dan ook een duidelijke erkenning van haar doelgroepenbeleid.
Delta Lloyd Bij Delta Lloyd is het aantal zorgverzekerden toegenomen met 22.000. De Delta Lloyd Groep telt nu 740.000 verzekerden.
ONVZ ONVZ zag het aantal verzekerden met 45.000 afnemen en heeft nu een portefeuille van 401.000 verzekerden.
Fortis ASR/De Amersfoortse De labels Fortis ASR en De Amersfoortse van Fortis Verzekeringen kent met 40.000 nieuwe verzekerden een sterke groei
tot 183.000. Ter illustratie bij de groeicijfers noemt Fortis met name de groei binnen bestaande bedrijfscollectiviteiten en de versterking van de positie van het intermediair.
National Academic Nichespeler National Academic, die zich vooral richt op hoogopgeleide consumenten, zag het aantal verzekerden in 2007 per saldo met 1019 afnemen tot 81.647. National Academic verklaart de afname vanuit de fikse premieverhoging op de meest luxe aanvullende en tandartspakketten en het aanbrengen van een aantal uitkeringsplafonds, maatregelen die zij heeft genomen om de ongewenste ‘calculerende consumenten’ uit haar portefeuille te saneren. ■
VWS-verzekerdenmonitor Minister Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport wil een VWS-verzekerdenmonitor realiseren, waarmee door het CBS jaarlijks informatie zal worden verstrekt over de getalsmatige ontwikkeling van het verzekeringsstelsel in nationaal en internationaal verband. Deze jaarlijkse monitor kan trends laten zien in het aantal onverzekerden, het aantal wanbetalers en de samenstelling van beide groepen. Dit liet hij weten in antwoord op vragen van kamerleden Omtzigt en De Vries (CDA) over het aantal onverzekerden onder de Zorgverzekeringswet. Op ad hoc basis en in opdracht van het minsterie had het CBS dit aantal op peildatum 1 mei 2006 al vastgesteld: 241.000 onverzekerden. De huidige onverzekerde verzekeringsplichtigen kunnen door bestandvergelijking niet worden opgespoord en aangeschreven, en zijn derhalve niet individueel bekend bij het ministerie. De wet staat een dergelijke opsporingstechniek niet toe. Minister Klink is momenteel in overleg met betrokken bestuursorganen en uitvoeringsinstanties over een plan van aanpak om het aantal onverzekerden terug te dringen.
Onverzekerden Uit cijfers van het College Voor Zorgverzekeringen (CVZ) blijkt dat tussen 1 mei 2006 en 20 september 2007 ca. 9500 onverzekerde verzekeringsplichtigen zich hebben gemeld bij een zorgverzekeraar, die deze personen vervolgens conform de acceptatieplicht hebben moeten toelaten. In ca. 2600 gevallen is een boete opgelegd vanwege een te late aanmelding bij een zorgverzekeraar, vier maanden na het ontstaan van de verzekeringsplicht op 1 januari 2006. Iemand die sinds die datum onverzekerd was en zich per 1 januari 2008 heeft laten inschrijven, krijgt een boete die afhankelijk is van de hoogte van de nominale premie die van toepassing is op de specifieke verzekeringspolis. Uitgaande van een gemiddelde nominale premie op 1 januari 2006 (90 euro) betaalt de verzekeringnemer: 90 euro x 24 maanden = 2160 euro, plus een opslag van dertig procent = 2808 euro boete. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_13_20.indd
21
21
11-02-2008
16:07:17
F I SC A A L JUR ID IS CH
Fiscale ontwikkelingen rondom bijleenregeling, lijfrentesparen en kapitaalverzekeringen Een drietal actuele fiscale onderwerpen worden deze keer in Fiscaal juridisch nader besproken. De bijleenregeling blijft aandacht vragen door zijn complexiteit. Daarnaast speelt de vraag of de maximum uitkering voor de tijdelijke oudedagslijfrente nog een wetswijziging tot gevolg heeft. En uit zaken die recent onder de hamer van de rechter zijn gekomen, blijkt dat het niet altijd even logisch is dat het genoten kapitaal in de aangifte verschijnt. Drs. H.C. (Enrico) Koudijs is werkzaam als fiscaal adviseur bij het Fortis ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken
Fiscale boetes met succes aangevochten Een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule mag fiscaal ineens worden uitgekeerd. Er is geen revisierente schuldig, het kapitaal is uiteraard wel progressief belast tegen progressief tarief bij de begunstigde. De vraag onder welke omstandigheden een uitkering ineens fiscaal zozeer gunstig is in het midden latend, kunnen we in ieder geval stellen dat de uitkering ineens in de praktijk nog wel eens voorkomt. Soms kiest een begunstigde voor een combinatie van ineens uitkeren (van bijvoorbeeld de helft van het kapitaal) en voor de andere helft aanwenden voor een al of niet uitgestelde lijfrente. Uit zaken die recent onder de hamer van de rechter zijn gekomen, blijkt dat het niet altijd even logisch is dat het genoten kapitaal in de aangifte verschijnt. Bij constatering van een dergelijk feit (niet opgeven van belaste uitkering), doet de behandelend ambtenaar onderzoek naar de mate van verwijtbaarheid van de belastingplichtige. Uiteraard vindt dit plaats in het licht van de vraag of en in hoeverre er sprake is van verwijtbaarheid of opzet. Hieronder gaat het over zaken die het volgende met elkaar gemeen hebben: • Uitkering ineens van (een deel van) het lijfrentekapitaal. • Geen verantwoording van deze uitkering in de aangifte over het betreffende jaar. • De Belastingdienst legt een navorderingsaanslag op met boete.
Mr. E.L.J. (Egon) Borghuis is werkzaam als fiscaal adviseur bij het Fortis ASR Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken
22
VB_0308_22_23.indd
In het ene geval ging het om een uitkering die de begunstigde in 2002 had ontvangen. De verzekeraar had hem erop gewezen het bedrag van een kleine 20.000 euro in de aangifte te verantwoorden. In diezelfde brief was hem verkondigd
dat ook de Belastingdienst in kennis zou worden gesteld van dit belastbare feit. De inspecteur had een vergrijpboete opgelegd (van 50%) daar hij vond dat de man ‘willens en wetens’ het bedrag niet had opgegeven. Opzet dus. De man, een boekhouder nota bene, wist de rechter ervan te overtuigen dat die kwalificatie te ver ging. In zijn verweerschrift voerde hij aan dat de brief, hoe slordig dat ook was voor een boekhouder, bij de stukken van het verkeerde jaar (2001) was opgeborgen. Daarnaast vergeleek hij het niet opgeven van een dergelijke uitkering met ‘zelfdestructie’. Immers, de waarheid zou altijd boven tafel komen. De rechtbank Haarlem besloot hierop de boete te verminderen tot 25 procent; er was immers nog wel sprake van grove schuld. Ook in de tweede zaak legde de inspecteur een boete op van 50 procent. Hier betrof het een gedeeltelijke uitkering (8500 euro) in 2003, waarvan de man geen opgave kreeg van de verzekeringsmaatschappij. Het uitgestelde deel keerde in 2004 8678 euro uit. Beide uitkeringen verzuimde hij aan te geven. Aan de hand van het renseignement van de verzekeraar van de uitkering in 2003 legde de inspecteur een navorderingsaanslag op. De vergrijpboete werd opgelegd wegens voorwaardelijke opzet. De man ging in beroep tegen de boete. Hij legde aan de rechter uit hoe hij feitelijk te werk was gegaan bij het invullen van de aangifte. Hij ging uit van de hem verstrekte jaaropgaven, en hij vergelijkt met de aangifte van vorig jaar. De man bekende zelfs in algemene zin goed te weten dat over een dergelijke uitkering belasting verschuldigd is. Met zijn feitelijke uiteenzetting over hoe zijn aangifte tot stand was gekomen, lag de bal bij de inspecteur. Die was onvoldoende in staat te bewijzen dat
nummer 3 - 14 februari 2008
22
11-02-2008
16:08:56
F ISCAAL JU RID ISC H
toch sprake was van opzet. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, en vernietigde zelfs de boete. Wanneer we beide zaken vergelijken, zien we dat het vaststellen van een passende boete nog weer een wetenschap op zich is. In de eerste zaak werd de boete slechts verminderd, in de tweede volledig kwijtgescholden. Het meest cruciale verschil is dat in de eerste zaak de man beschikte over een opgaaf van de verzekeringsmaatschappij. Het is niet juist om nu de conclusie te trekken dat vooral de Belastingdienst er baat bij heeft dat verzekeraars de klant goed informeren over belastbare feiten, en de klant er zelfs nadeel van zou hebben. De echte conclusie uit deze twee uitspraken moet nog steeds zijn dat juist het ontbreken van de informatie het begin is van de (fiscale) ellende. ■
Kamermeerderheid voor vereenvoudiging bijleenregeling De bijleenregeling wordt door adviseurs als erg ingewikkeld ervaren. Het is niet zo eenvoudig om de gevolgen van de bijleenregeling aan klanten uit te leggen. Eind januari heeft een ruime meerderheid van de Tweede Kamer een oproep gedaan om de bijleenregeling te vereenvoudigen. Het basisprincipe van de bijleenregeling is relatief eenvoudig, maar wordt ingewikkeld(er) als er bepaalde life-events plaatsvinden. Zo kan de bijleenregeling erg ingewikkeld worden bij partners die samenwonen in de eigen woning van één van beide partners en vervolgens samen een nieuwe woning kopen. Hierbij speelt de zogenaamde partnerregeling van de bijleenregeling een grote rol. Ook roept de bijleenregeling in veel gevallen het nodige rekenwerk op. Deze problematiek is aanleiding geweest om op te roepen tot vereenvoudiging van de bijleenregeling. Bijleenregeling en echtscheiding worden eveneens als reden genoemd om vereenvoudiging te rechtvaardigen. De kamerleden van de SP hebben aangegeven voor een vereenvoudiging te zijn, maar benadrukken dat de bijleenregeling niet verruimd of versoepeld mag worden. Wenselijk is dat bij een eventuele vereenvoudiging van de bijleenregeling er ook meer duidelijkheid komt over voorwaarden voor het mogen meefinancieren van kosten van de geldlening. De rente over dit deel van de geldlening is namelijk niet aftrekbaar als de bijleenregeling van toepassing is. Starters mogen deze rente wel in aftrek brengen. Onduidelijk is wanneer de bijleenregeling dan van toepassing is voor het meefinancieren van kosten van de geldlening. Dit is onder andere wat onduidelijk als één van de samenwonende partners wel starter is en de andere partner niet. De bijleenregeling heeft vanaf de invoering allerlei onduidelijkheden en problemen met zich meegebracht. Wij zijn blij met de eerlijkheid van de Kamer dat zij hand in eigen boezem steekt en oproept tot een vereenvoudiging. Tot op heden hebben wij nog geen reactie van de Staatssecretaris gezien. ■
Lijfrentesparen versus lijfrente Zoals u al eerder heeft kunnen lezen, is het wetsvoorstel Banksparen eind vorig jaar goedgekeurd (zie ook het Themakatern Beleggen in dit nummer van Het VB). Hierdoor is het mogelijk om vanaf 1 januari 2008 een lijfrente bij een bank af te sluiten. Een opmerkelijk verschil in de fiscale regels tussen het lijfrentesparen en het verzekeringsproduct lijfrente is de maximum uitkering voor de tijdelijke oudedagslijfrente. Product
Maximum uitkering tijdelijke oudedagslijfrente (per jaar)
Lijfrentesparen
€ 19.449
Verzekeringsproduct lijfrente
€ 19.761
Dit verschil zal een onbedoeld foutje zijn van de wetgever. Het wetsvoorstel dateert uit 2006. In de tekst van het voorstel heeft daarom het bedrag van 2006 gestaan. Nu de oorspronkelijk beoogde ingangsdatum van 1 januari 2007 niet gehaald werd, had het bedrag in de tekst van het voorstel moeten worden aangepast. Kennelijk is deze aanpassing tussen wal en schip gevallen. Het bedrag van 19.449 euro is derhalve het resultaat van het wettelijk maximum van 2006, na vermenigvuldiging met de tabelcorrectiefactor voor het jaar 2008. De tabelcorrectiefactor is gerelateerd aan het prijsindexcijfer en regelt de jaarlijkse indexatie van wettelijke bedragen. De indexatie van 2007 is in feite ‘overgeslagen’. Voor de goede orde: het wettelijke maximum van 2007 bedroeg 19.468 euro. Mogelijk dat het ministerie van Financiën de maximum uitkering voor de tijdelijke oudedagslijfrente voor het lijfrentesparen in de loop van 2008 nog zal aanpassen. Dat zal echter via een wetswijziging moeten. ■
VB TV Op VB TV (www.vbtv.nl) staan nu alle opnamen die zijn gemaakt tijdens de VerzekeringsBranchedag 2007 van afgelopen 22 november. De 33 opnamen geven een impressie van de interviews op het VB Plaza, de diverse activiteiten gehouden op de beursvloer en alle gehouden workshops en spotlights.
Interviews met o.a. • NBVA, NVA en Hans Hoogervorst • Wijnand van de Beek (AFM) • Winnaars ISI Generali Innovatie- en Aanmoedigingsprijs
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_22_23.indd
23
23
11-02-2008
16:09:01
PFP
Risicotoeslag vaak onterecht Hypotheekverstrekkers brengen volgens Vereniging Eigen Huis (VEH) veel huiseigenaren met een tophypotheek een risicotoeslag in rekening, die deze vaak niet meer hoeft te betalen. Als de huiseigenaar kan aantonen dat de executiewaarde van zijn woning boven het oorspronkelijke aanschafbedrag is beland, vervalt bij 38 van 40 door VEH onderzochte geldverstrekkers de risicotoeslag, conform de hypotheekovereenkomst. Een brief naar de geldverstrekker met daarin de actuele executiewaarde – de WOZ-waarde is meestal voldoende – volstaat dan volgens VEH voor een hypotheekrenteverlaging.
daan wordt, maar dat het moeilijk is Nederlanders voor hun pensioenregeling te interesseren. Bovendien is de informatie over pensioen vaak heel ingewikkeld en lastig te verzamelen.
Pensioenregister De deelnemers aan de SER-debatten verwachten veel van de komst van het pensioenregister in 2011, waarin iedereen kan zien welke pensioenaanspraken hij heeft (AOW en collectief pensioen). Mensen kunnen dan ook nagaan of ze een pensioentekort hebben. Van groot belang is wel dat de informatie in het pensioenregister correct, actueel en zo volledig mogelijk is.
Pensioenkijker.nl De betreffende huiseigenaren zijn volgens woordvoerder Hans André de la Porte van VEH vooral mensen die de afgelopen tien jaar een huis hebben gekocht, honderdduizenden in getal. Deze hebben er bijna allemaal voor gekozen om de volledige koopsom te financieren en dus geen eigen geld in te brengen. Dit brengt voor een bank risico met zich mee. Om dit af te kopen, betaalt de klant enkele tienden procent extra rente. In de meeste hypotheekvoorwaarden is echter opgenomen dat deze toeslag niet langer hoeft te worden betaald als het risico niet langer daadwerkelijk bestaat.
Het SER-rapport gaat expliciet in op pensioenkijker.nl, als bron van onafhankelijke onafhankelijke pensioeninformatie. Deze kan versterkt worden door de informatieverstrekking nog meer toe te snijden op verschillende groepen. Ook zou het mogelijk moeten zijn om de Pensioenkijker per e-mail of telefoon vragen te stellen. ■
VEH heeft de geldverstrekkers in haar onderzoek de volgende vijf vragen gesteld:
De website CheckMijnPensioen.nl is live gegaan. Dit is een gratis pensioenplanner, gemaakt door ORTEC, die consumenten een overzichtelijk beeld kan geven van het gezinsinkomen voor en na pensionering. De AOW wordt meegenomen in de berekening, die verder is gebaseerd op het Uniforme Pensioen Overzicht (UPO), het overzicht dat vanaf 2008 jaarlijks aan alle actieve deelnemers van een pensioenregeling moet worden verstrekt.
1 Bent u bereid de renteopslag te laten vervallen als de hypotheeknemer kan aantonen dat zijn woning voldoende in waarde is gestegen? 2 Op welke momenten kan deze renteopslag komen te vervallen? 3 Kan de hypotheeknemer voor het aantonen van de waardestijging mijn nieuwe WOZ-beschikking gebruiken of moet hij zijn woning laten taxeren? 4 Berekent u kosten voor het vervallen van de topopslag? 5 Waar kan de hypotheeknemer meer informatie krijgen? De antwoorden van de geldverstrekkers op deze vragen zijn te vinden op de website van VEH, onder ‘Wonen’, ‘Belastingen’, ‘WOZ’ en ‘Renteopslag en tophypotheek’. ■
SER: Nederland moet pensioenbewuster worden Nederlanders denken te weinig na over hun pensioen. Onverstandig, omdat je er niet zonder meer vanuit kunt gaan dat het wel goed zit met je pensioen. Om mensen pensioenbewuster te maken, is betere en andersoortige informatie nodig. Dat staat in het rapport ‘Op weg naar pensioenbewust zijn’, dat de SER heeft aangeboden aan minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De Pensioencommissie van de SER heeft in het najaar van 2007 – op verzoek van de minister van SZW – debatten georganiseerd met burgers, pensioenuitvoerders en deskundigen over de vraag hoe het pensioenbewustzijn kan worden vergroot. Uit deze debatten bleek dat op dit gebied al veel ge-
24
VB_0308_24_25.indd
CheckMijnPensioen.nl live
De website geeft een totaal gezinsinkomen weer voor en na de pensioendatum. Het gaat hierbij om het inkomen van de consument en dat van zijn/haar eventuele partner uitgesplitst naar: • het salaris; • de AOW; • de aanvullende pensioenen, waarbij niet alleen naar de huidige, actieve opbouw wordt gekeken, maar ook naar eventuele premievrije pensioenen bij vorige werkgevers. De verfijning van deze uitsplitsing kan de consument zelf bepalen. Alle pensioenbedragen uit het UPO zijn brutobedragen, dus vóór de aftrek van belastingen en sociale premies. Om een beeld te krijgen van het effect van belasting en sociale premies zal in het tweede kwartaal van dit jaar een bruto/ netto-overzicht worden toegevoegd. ■
Fee Free Hypotheek In samenwerking met Direktbank biedt serviceprovider FinanCenter de Fee Free Hypotheek aan. In ruil voor provisie aan het intermediair ontvangt de klant op deze hypotheek een rentekorting van 0,20 procent. De Fee Free Hypotheek is geschikt voor intermediairs die op factuurbasis werken. De Fee Free Hypotheek kan worden aangeboden in combinatie met alle Direktbank-hypotheekvormen, uitgezonderd het variabele tarief. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
24
11-02-2008
16:09:24
P FP
Obvion verruimt mogelijkheden starters Obvion heeft een drietal maatregelen genomen die het voor starters gemakkelijker moet maken de financiering van hun – aanstaande – huis rond te krijgen. De bepaling over het meetekenen van de hypotheekakte door ouders is verruimd en Obvion accepteert nu hypotheekaanvragen in combinatie met een SVn-starterslening en met Koopsubsidie. Om starters en intermediairs over de verruimde financieringsmogelijkheden te informeren, heeft Obvion de zogenoemde Startersbox samengesteld.
Meetekenen ouders Een belangrijke tegemoetkoming voor starters is de verruiming in het meetekenen van de hypotheekakte door ouders. Hierdoor zijn ouders mede aansprakelijk als de starter zijn betalingsverplichtingen aan Obvion niet kan nakomen. Minimaal 70 procent van de lening wordt op het inkomen van (beide) starters gebaseerd. De resterende 30 procent van de lening mag door de ouders gedragen worden met als voorwaarde dat hun inkomen wordt verkregen uit een vast dienstverband. Hierbij geldt dat het inkomen van beide ouders mag worden meegewogen in de toetsing. Ook ouders die als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn, kunnen de kinderen ondersteunen, mits zij inkomen kunnen aantonen uit drie jaar aaneengesloten ondernemerschap. Algemene
Leads via hypotheekhulplijn.nl Consumenten die op zoek zijn naar een hypotheek kunnen daarvoor nu op www.hypotheekhulplijn.nl chatten met een Erkend Hypotheekadviseur. Door het invullen van een postcode is dat een adviseur van een kantoor in de eigen regio. Op het moment dat er via hypotheekhulplijn.nl een chatverzoek binnenkomt bij een kantoor, gaat daar daadwerkelijk een belletje af, dat op het verzoek attendeert. De adviseur kan vervolgens, na het eerste chatcontact, zelf bepalen of het zinvol is om een afspraak te maken met de chatpartner. Hypotheek Hulplijn BV is de partij achter de website. Het is een initiatief van Walter Advocaat en Henk Schreuders van HypotheekCompany Midden-Nederland (Amersfoort en Veenendaal), die zelf ervaarden dat de kwaliteit van gekochte leads steeds verder afnam. De ‘leads’ die nu via hypotheekhulplijn. nl binnenkomen, kunnen door de adviseur zelf naar waarde geschat worden. Op basis van die inschatting kan de adviseur besluiten nader te investeren in het klantcontact, of niet. Volgens Schreuders is het de bedoeling dat vooral onafhankelijke advieskantoren met meerdere Erkend Hypotheekadviseurs aanhaken op hypotheekhulplijn.nl. Meerdere adviseurs per kantoor kunnen de bezetting van de chatfunctie goed invullen. Adviseurs bij banken en direct writers kunnen weliswaar best goed advies geven, maar komen vervolgens toch uit bij de producten van de broodgever, en dat is niet de grondgedachte achter het initiatief.
voorwaarde om van de verruiming gebruik te maken, is dat het inkomensperspectief van de starter(s) voldoende moet zijn om de volledige lening binnen vijf jaar zelf te kunnen dragen.
SVn-lening De starterslening is een aanvulling op de eerste hypotheek van een starter. De lening van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) overbrugt het verschil tussen de kosten voor verwerving van de woning en het bedrag dat volgens de NHG maximaal geleend kan worden. De hoogte van de starterslening hangt af van het inkomen en het eigen vermogen en is afhankelijk van gemeentelijke voorwaarden.
Koopsubsidie Obvion accepteert ook hypotheekaanvragen met koopsubsidie. Deze subsidie is bedoeld voor huishoudens met een laag inkomen en komt in feite neer op een maandelijkse belastingvrije bijdrage in de hypotheeklasten. Dit maakt het aanschaffen van een eigen woning voor starters aantrekkelijker. De hoogte van de koopsubsidie hangt af van het inkomen en het eigen vermogen van de starter en is alleen geldig bij een hypotheek met NHG. ■
Deelnemende kantoren betalen maandelijks op abonnementbasis voor een exclusief postcodegebied. Er zijn nog diverse postcodegebieden beschikbaar en nieuwe kantoren kunnen zich nog aanmelden. Met de inkomsten uit de abonnementsgelden wordt reclame gemaakt op internet, onder meer op Funda en Google. In de toekomst is ook reclame op radio en televisie mogelijk. ■
Generali partner Pensioendesk Generali is toegetreden als samenwerkingspartner van Pensioendesk en inkoopcombinatie ICP. De verzekeraar wil zich via het netwerk van Pensioendesk nadrukkelijker positioneren op de mkb-pensioenmarkt. Daarnaast introduceert Generali speciaal voor Pensioendesk een overlijdensrisicoverzekering en een collectief pensioenproduct. ■
Woning ruim vijf procent duurder Volgens de jaarcijfers van het Kadaster is de gemiddelde koopsom in 2007 met 5,29 procent gestegen. In het vorige jaar werd er gemiddeld 248.325 euro voor een woning betaald, in 2006 was dat 235.843 euro. Het aantal verkochte woningen is in 2007 gedaald met 3,51 procent. In 2007 werden 202.401 woningen verkocht, in 2006 waren dat er nog 209.767. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_24_25.indd
25
25
11-02-2008
16:09:28
J U R I SP RUD E NTIE
Vergoeding herbouwwaarde na brand terwijl er sloopplannen waren? Een bouw- en aannemingsbedrijf (Bedrijf X), dat ook onroerende zaken in eigendom heeft alsmede ontwikkelt en exploiteert, heeft in het kader van haar bedrijfsvoering een pand gekocht dat bestaat uit een woonhuis met bijbehorende schuren. Het betreffende pand is onder meer tegen brand verzekerd bij de Verzekeraar. Vier jaar na de aankoop wordt het pand door brand grotendeels verwoest. Ten tijde van de brand bestonden er plannen bij Bedrijf X om het pand te slopen en te vervangen door nieuwbouw. Bedrijf X vond dat ze recht had op de herbouwwaarde van het pand. De Verzekeraar wilde slechts de extra sloopkosten vergoeden. Omdat Bedrijf X het hiermee niet eens was, besloot ze naar de rechter te gaan. In deze uitspraak van het GerechtsHof in Den Haag (LJN: BB4568, CO2/246, 18 september 2007) wordt gekeken of Bedrijf X recht heeft op de herbouwwaarde van het pand of uitsluitend op de extra sloopkosten ervan. De herbouwwaarde omvat het bedrag dat nodig is voor de herbouw van het verzekerde gebouw, direct na het voorval op dezelfde locatie. De herbouwwaarde omvat eigenlijk de herbouwkosten. Verzorgd door: mr. S.Y.Th. Meijer, advocaat bij Lovells en werkzaam bij de vakgroep Privaatrecht van de Vrije Universiteit te Amsterdam in samenwerking met mr. B.M.M. van der Goes, werkzaam bij Lovells
Onder de extra sloopkosten worden de kosten verstaan die gepaard gaan met het afbreken, wegruimen, storten, vernietigen, afvoeren en verwijderen van (de restanten van) het pand.
waarde alleen dan niet hoeft als Bedrijf X ten tijde van de brand al had besloten het pand af te breken. Indien het sloopbesluit er al lag, zou de schade die Bedrijf X in haar vermogen heeft geleden beperkt blijven tot de extra sloopkosten, omdat dan moet worden aangenomen dat het gebouw geen waarde meer voor Bedrijf X vertegenwoordigde. Verder oordeelde de Rechtbank dat de stelling dat Bedrijf X ten tijde van de brand het pand wilde slopen, door de Verzekeraar bewezen moest worden. In dit oordeel heeft de Rechtbank ook gezegd dat vast moet komen te staan dat Bedrijf X definitief en onomkeerbaar tot de sloop had besloten. Het enkel ontwikkelen van plannen waarbij die sloop een rol speelt, is in dit verband onvoldoende.
er eventueel een andere waarde gaat gelden.
In het eindvonnis van de Rechtbank is uiteindelijk besloten dat de termen 'definitief' en 'onomkeerbaar' bij het besluit tot sloop niet letterlijk gelezen mogen worden. Bijna geen enkele beslissing is definitief en onomkeerbaar. De Rechtbank bedoelde hier met de gekozen bewoordingen meer dat het besluit tot sloop zo definitief moest zijn, dat op dat besluit in een later stadium hoogstwaarschijnlijk niet meer zou worden teruggekomen. De letterlijke interpretatie van de woorden 'definitief' en 'onomkeerbaar' zou de Verzekeraar voor een onmogelijke bewijsopdracht plaatsen. De Verzekeraar slaagt erin te bewijzen dat de plannen van Bedrijf X om het pand te slopen definitief en onomkeerbaar waren. De Rechtbank besluit in haar eindvonnis dat Bedrijf X slechts de extra sloopkosten vergoed krijgt van de Verzekeraar.
Door deze voorwaarden scherp af te bakenen,
Bedrijf X gaat in hoger beroep
kan er achteraf ook geen discussie ontstaan.
Bedrijf X klaagt in hoger beroep dat de Rechtbank de termen 'definitief' en 'onomkeerbaar' in-
Definitieve en onomkeerbare sloopplannen De Rechtbank heeft in een tussenvonnis geoordeeld dat vergoeding naar de herbouw-
Het is belangrijk voor een verzekeraar om duidelijk aan te geven van welke waarde een verzekering uitgaat en onder welke voorwaarden
26
VB_0308_26_27.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
26
11-02-2008
16:09:44
J URISP RU D EN T IE
eens anders heeft uitgelegd. Verder klaagt Bedrijf X er bij het Gerechtshof over dat de aanvraag van een bouwvergunning door Bedrijf X vlak voor de brand niet met zich meebrengt dat de Rechtbank tot het oordeel had kunnen komen dat er sprake is van een besluit tot sloop, dat zo definitief is dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat op dat besluit in een later stadium nog wordt teruggekomen. Ook vindt Bedrijf X dat de termen 'definitief' en 'onomkeerbaar' wel beperkt gelezen moeten worden. De Verzekeraar had de definitieve en onomkeerbare sloopplannen kunnen bewijzen door bijvoorbeeld aan te tonen dat Bedrijf X een sloperij opdracht had gegeven tot sloop van het pand. Het Hof vindt echter dat ook een opdracht tot sloop strikt genomen niet onomkeerbaar is. Het Hof verwerpt de klacht van Bedrijf X omdat de Rechtbank in het eindvonnis alleen maar heeft toegelicht hoe de woorden 'definitief' en 'onomkeerbaar' moeten worden begrepen. Verder vindt het Hof de uitleg van de Rechtbank niet onbegrijpelijk.
Uitgewerkte bouwplannen en aanvraag bouwvergunning Daarnaast betoogt Bedrijf X dat de Rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat een aanvraag van een bouwvergunning leidt tot het oordeel dat Bedrijf X 'definitief' en 'onomkeerbaar' het pand wilde slopen. Ook dit wordt door het Hof verworpen. Bedrijf X is een bouw- en aannemingsbedrijf dat ook onroerend goed in eigendom heeft, ontwikkelt en exploiteert. Vast staat dat Bedrijf X het pand in het kader van haar bedrijfsvoering heeft gekocht van een schildersbedrijf, aan wie zij vervolgens een deel van het pand heeft verhuurd. De eigenaar van het schildersbedrijf heeft als getuige voor de rechtbank verklaard dat hij met Bedrijf X had afgesproken dat hij het pand mocht huren totdat Bedrijf X een bouwvergunning zou hebben gekregen. Bedrijf X heeft erkend dat zij in de jaren voorafgaande aan de brand diverse (nieuw)bouwplannen heeft ontwikkeld voor het perceel grond waarop het pand stond, waaronder de bouw van nieuwe appartementen, welke plannen gehele of gedeeltelijke sloop van het bestaande pand met zich meebrachten. Deze plannen werden echter steeds door de gemeente afgekeurd. Nadat uiteindelijk na vier jaar de nieuwe bouwplannen van Bedrijf X, inhoudende de sloop van het pand en de bouw van een nieuw kantoorpand, door de gemeente waren goedgekeurd, heeft Bedrijf X hiervoor vlak voor de brand een bouwvergunning aangevraagd. Drie weken later heeft Bouw en Woningtoezicht bekend gemaakt dat zij voornemens waren om de bouwvergunning te verlenen. Duidelijk is dat Bedrijf X reeds meerdere jaren voor de brand het voornemen had opgevat tot sloop van het pand en tot het ontwikkelen van nieuwbouw op het betreffende perceel. Uit het feit dat Bedrijf X gedurende deze jaren meermalen nieuwe bouwplannen heeft ontwikkeld en aan de gemeente ter goedkeuring heeft voorgelegd, leidt het Hof af dat dit voornemen serieus was. Het Hof acht het zeer onwaarschijnlijk dat Bedrijf X nog op
haar besluit tot sloop en nieuwbouw zou zijn teruggekomen. De bouwvergunning was nog niet definitief verleend maar Bedrijf X heeft verder geen concrete, mogelijk te verwachten hindernissen gesteld die eventueel de definitieve verlening van de bouwvergunning in de weg zouden staan. Hooguit zouden de ingediende bouwplannen op onderdelen moeten worden aangepast of zouden nadere voorwaarden aan de bouwvergunning worden gesteld. Het Hof denkt niet dat die mogelijke hindernissen van dien aard zouden zijn geweest dat Bedrijf X van haar sloopplannen zou afzien. Vast staat bovendien dat Bedrijf X na de brand ter plaatse daadwerkelijk nieuwbouw heeft ontwikkeld, bestaande uit een kantoorpand en een tweetal woningen. Nu voor het Hof vaststaat dat er definitieve en onomkeerbare plannen waren bij Bedrijf X om het pand te slopen, gaat zij mee met het eindoordeel van de Rechtbank. Het Hof legt de conclusie van de Rechtbank uit dat nu Bedrijf X ten tijde van de brand al had besloten om het pand te slopen, dat zij door een uitkering van de schade als gevolg van de brand op basis van de herbouwwaarde in een duidelijk voordeliger positie zou komen. Dit is in strijd met het zogenaamde indemniteitsbeginsel. Derhalve krijgt Bedrijf X alleen de extra sloopkosten vergoed. Het indemniteitsbeginsel houdt kort gezegd in dat de verzekering dient om de werkelijke schade die de verzekerde heeft geleden te dekken. De verzekerde mag door de uitkering er niet duidelijk financieel op vooruitgaan.
Duidelijke voorwaarden Nu de bouwvergunning bijna rond was en de plannen voor de nieuwe bestemming door Bedrijf X al helemaal waren uitgewerkt, heeft het Hof terecht besloten dat de plannen voor de sloop 'definitief en onomkeerbaar' waren. Het pand had geen vermogensbelang en gebruikbelang voor Bedrijf X aangezien het pand zou worden afgebroken. Mocht er toch op grond van de herbouwwaarde worden uitgekeerd, dan zou de economische betekenis van de herbouw overduidelijk verschillen van de functie die het afgebrande pand voorheen had voor Bedrijf X. Een uitkering op grond van de herbouwwaarde zou ervoor zorgen dat Bedrijf X er duidelijk financieel op vooruit zou gaan. Nu Bedrijf X al voor de brand definitieve en onomkeerbare plannen had het pand af te (ingezonden mededeling) breken, is het juist dat zij alleen in aanmerking komt voor de extra sloopkosten die het afgebrande gebouw met zich meebrengt. Het is belangrijk voor een 7ÊÌ
iÊ}>io Verzekeraar om duidelijk aan }iÌÊ>ÊLÕÃiÃÃÊ«ÕÃi te geven van welke waarde -ÌÀ>Ìi}ÃV
iÊ een verzekering uitgaat en ÛÀëÀ}ÊÛÀÊ onder welke voorwaarden er ÛiÀâiiÀ>>ÀÃÊiÊ eventueel een andere waarde L>i\Ê gaat gelden. Door deze ÜÜÜ°Ì`ð voorwaarden scherp af te bakenen, kan er achteraf ook geen discussie ontstaan. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_26_27.indd
27
27
11-02-2008
16:09:49
C O - A SSU RA NTIE
Aansprakelijkheid: groeimarkt in coassurantieland “Als je vroeger over een bananenschil uitgleed, keek je verschrikt om je heen in de hoop dat niemand deze 'blamage' had gezien. Als vandaag de dag hetzelfde gebeurt, kijk je ook om je heen, maar dan in de hoop dat iemand het wél heeft gezien. Omdat je dan sterker staat met je claim bij de verantwoordelijke partij.” Deze woorden, afkomstig van een voormalig topman bij een Nederlandse verzekeraar, geven de verandering in de samenleving treffend weer. 'De maatschappij juridiseert', vooral in de (groot)zakelijke markt vanwege de vaak grote financiële belangen die er met een schade zijn gemoeid. ‘Wie kan ik hiervoor aansprakelijk stellen?’ is dan ook vaak de eerste gedachte bij een gedupeerde na een schade. Het is dan ook geen wonder dat ook op het gebied van aansprakelijkheidsverzekeringen sprake is van een groeimarkt. In deze serie van artikelen over de coassurantiemarkt in Nederland dit keer een momentopname van de aansprakelijkheidsbranche. Een segment waar volgens het Verbond van Verzekeraars naar schatting zo'n 750 miljoen euro omgaat op de provinciale en coassurantiemarkt tezamen. Dit artikel is tot stand gekomen middels gesprekken met enkele belangrijke marktspelers in dit segment: de verzekeraars Marc Bosma en Pieter van der Feltz, bij Fortis Corporate Insurance verantwoordelijk voor de activiteiten op het gebied van AVB (algemene aansprakelijkheid resp. beroepsaansprakelijkheid) en de makelaars drs. Wilco de Haan MIF (director Liability Marsh) en Peter Hartman (director liability & financial lines bij Aon).
Groeifactoren De omvang van de aansprakelijkheidsmarkt wordt volgens De Haan bepaald door een aantal factoren. “Een daarvan is het toenemende aantal bedrijven in ons land waardoor de aansprakelijkheidsbehoefte groeit. Tegenover een forse stijging van het aantal kleinbedrijven staat een daling in het segment van het midden- en grootbedrijf (door fusies en overnames). Bovendien leidt de groeiende economie tot een toenemende bedrijfsactiviteit en tot doorgaans hogere verzekerde sommen.” De rubriek 'Coassurantie' is een coproductie van de Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs (VNAB) en Het Verzekeringsblad. In een serie artikelen willen wij alle relevante aspecten belichten van de coassurantiemarkt c.q. de markt voor zware industriële risico's.
28
VB_0308_28_30.indd
Volgens Van der Feltz groeit de markt voor beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen en voor algemene aansprakelijkheid licht, zowel in aantallen als qua verzekerde sommen. “Groei zit hem daarnaast vooral in de komst van enkele nieuwe producten, zoals de excedent ontwerpverzekering en de Design & Constructverzekering.” Ook Hartman spreekt van een groeimarkt, zowel qua aantal posten, hogere verzekerde bedra-
Marc Bosma, Fortis Corporate Insurance
gen, omzet en nieuwe producten. “Risico's die nieuw of hernieuwd in de belangstelling staan, zijn recall (zowel food als non-food) en milieuaansprakelijkheid. Er is een groeiende behoefte bij ondernemers aan adequate dekking tegen aansprakelijkheidsrisico's. Bovendien neemt de vraag toe naar advies over het verminderen van de kans op aansprakelijkheidsclaims, zoals middels preventiescans en risico-inventarisaties.”
Premieniveau Het premieniveau vertoont volgens Van der Feltz een licht neerwaartse lijn in bepaalde segmenten. “De aansprakelijkheidssector is vanwege het langetermijnrisico minder conjunctuurgevoelig dan bijvoorbeeld brand.” Volgens collega Bosma volgt de aansprakelijkheidssector deze markt op gepaste afstand. “De neerwaartse prijsspiraal is minder heftig. De ambitieuze groeiplannen van diverse aansprakelijkheidsverzekeraars maakt dat er slechts gefocust lijkt te worden op het koste wat het kost behalen van die groeidoelstellingen, zonder rekening te houden met het rendementsaspect. Een zeer gevaarlijke ontwikkeling.”
nummer 3 - 14 februari 2008
28
11-02-2008
16:10:12
CO-AS SU RA N T IE
Hartman noemt de premieontwikkeling voor bulkrisico's redelijk stabiel. “Voor de grote contracten daarentegen staan de premies onder druk doordat er voldoende capaciteit is. Datzelfde geldt voor de excedentdekkingen en voor beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen. Door het geringe aantal schadeclaims zijn de premies voor bestuurdersaansprakelijkheid bijzonPieter van der Feltz, der laag. Het is bijna een Fortis Corporate Insurance commodity geworden.” Volgens De Haan bedroeg de premiedaling, afhankelijk van sector, omvang en individuele schadeverleden, vorig jaar zo'n 5 à 10 procent. Hij schrijft dit toe aan de toegenomen capaciteit als gevolg van de goede resultaten in het verleden, zowel aan de technische als aan de beleggingskant.
Schadelast Minder claims, maar wel een hoger gemiddeld schadebedrag. Zo ontwikkelt volgens de vier de schadelast zich. Behalve aan het groeiende claimbewustzijn bij consumenten schrijft Van der Feltz dat toe aan het 'euro-effect'. De Haan schrijft de hogere schadebedragen onder meer toe aan de inhoudelijk complexer wordende aansprakelijkheidsclaims, waardoor vaker experts en advocaten worden ingezet. “Er wordt meer geprocedeerd. Bovendien leidt het groeiende claimbewustzijn tot een groeiend aantal aansprakelijkstellingen, ook op enkele 'nieuwe' terreinen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het recente bedrijfsuitje met dodelijke afloop.” “Benadeelden zijn eerder geneigd schade te claimen bij een ander, zowel bij product- als contractaansprakelijkheid, en gaan daarin qua bedragen steeds verder”, vindt ook Hartman. De gemiddelde schadeclaim neemt dan ook behoorlijk toe, zowel als gevolg van uitbetalingskosten als verdedigingskosten (kosten juridische bijstand), al is er zeker nog geen sprake van 'Amerikaanse toestanden'. Vooral de verwachte claimstoename inzake werkgeversaansprakelijkheid valt mee”, aldus Hartman, volgens wie de lagere schadefrequentie behalve aan de verhoging van het eigen risico is toe te schrijven aan de groeiende aandacht voor preventie en Wilco de Haan, Marsh risicomanagement.
Trends Wat zijn andere trends en ontwikkelingen in de aansprakelijkheidsbranche? Van der Feltz noemt de ontwikkeling van nieuwe producten voor specifieke branches. “Voor veel verzekeraars zijn de verbeterde resultaten van de afgelopen jaren reden om zich (opnieuw) op deze markt te begeven”, stelt Bosma. “De concurrentie en daarmee de prijsdruk nemen daardoor toe, waarvoor nauwelijks ruimte is. De zachtere markt zorgt wel voor meer oog voor maatwerkoplossingen.” Ook De Haan constateert dat er meer wordt meegedacht met de klant over risico's en (maatwerk)oplossingen ter voorkoming van claims. Bij veel bedrijven is behoefte aan goede risico-inventarisaties. Bij onze consultancytak neemt de vraag naar risicoadvies toe. Een ander aandachtspunt vormt gezondheidsrisico's (obesitas, roken) in de relatie werkgeverwerknemer, waarbij door de terugtredende overheid verantwoordelijkheden voor de werkgever toenemen.” Doordat verzekeraars klanten willen behouden, breiden ze niet alleen hun productenpakket uit, maar zijn ze ook bereid meer risico's in dekking te nemen. “Dit heeft onder meer geleid tot dusdanig meer capaciteit dat er momenteel niet of nauwelijks risico's zijn die niet meer verzekerd kunnen worden. Het enige dat zo nu en dan nog voor problemen zorgt, is het vinden van een adequate dekking voor medische aansprakelijkheid en met name voor zwaar psychiatrische instellingen en ziekenhuizen”, aldus Hartman. “In theorie is alles verzekerbaar, al hangt er soms een fors prijskaartje aan”, haakt De Haan in. “Bedrijven in farmacie en gezondsheidszorg blijven lastig verzekerbaar. DatPeter Hartman, Aon zelfde geldt voor asbest en terrorisme, schimmelvorming (toxic mould), elektromagnetische velden en bedrijven die hun arbobeleid niet op orde hebben.” Ook Pieter van der Feltz merkt op dat een aantal beroepsgroepen niet echt met hun tijd meegaan. “Zo ontbreken bij veel bedrijven nog steeds leveringsvoorwaarden. Daarnaast blijft het dakdekkersrisico lastig verzekerbaar en zijn ook bijvoorbeeld bouwkundige keuringsbureaus risicovolle risico's geworden.” Volgens Bosma keken verzekeraars enkele jaren terug met name naar het productaansprakelijkheidsrisico, nu is vanwege toename van claims en hogere behandelingskosten de aandacht verschoven richting werkgeversaansprakelijkheid (bedrijfsongevallen, beroepsziekten). “Dergelijke risico's zijn doorgaans lastig te verzekeren.”
Aandachtspunten Wat houdt de gemoederen in aansprakelijkheidsland bij makelaars, verzekeraars en riskmanagers nog meer bezig? “De
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_28_30.indd
29
29
11-02-2008
16:10:19
C O - A SSU RA NTIE
zorg dat we ook in de toekomst voldoende vakbekwaam personeel hebben”, noemt Bosma. “Pogingen om Nederlandse risico's, die voorheen alleen in het buitenland te verzekeren waren, ook hier aan te bieden, zoals bijvoorbeeld Design & Construct-verzekeringen. “Daarnaast is het groeiend aantal grote claims een punt van aandacht”, haakt Van der Feltz in. De Haan noemt de discussies over beroepsziekten als RSI en de nieuwe EU-richtlijn milieueisen. “Nederland loopt al voorop met milieuwetgeving en de markt is benieuwd hoe nieuwe wetgeving zal uitpakken voor het aantal claims en de schadelast. Bovendien ziet de markt het coassurantiebeginsel in de aansprakelijkheidsbranche afnemen doordat verzekeraars steeds vaker kiezen voor een 100%-tekening. Volgens Hartman is de toekomst van de coassurantiemarkt een algemeen punt van aandacht, zeker in het licht van het recente EU-rapport voor de zakelijke markt waarvan de uitkomsten ingrijpende consequenties kunnen hebben voor het functioneren en de werkwijze van de coassurantiemarkt. “Daarnaast is er de compliancewetgeving, waaronder de Wft, op grond waarvan hogere eisen en meer waarborgen gesteld worden aan makelaars en verzekeraars.”
Goede raad aan intermediair “Het adviseren van ondernemers op aansprakelijkheidsgebied vraagt veel knowhow en ervaring. Investeren in kwaliteit én mankracht is dan ook een absolute voorwaarde om in dit segment goed uit de voeten te kunnen; zo niet, dan kun je hier beter uit wegblijven.” Dat is het advies dat Marc Bosma en Pieter van der Feltz het intermediair willen meegeven. Volgens Wilco de Haan is het daarnaast zaak de relatie met de klant te onderhouden en de ontwikkeling van zijn bedrijf (groei, activiteiten, expansie in binnen- en buitenland) goed in de gaten te houden en hem te adviseren wanneer aanpassing van de dekking wenselijk is. “En maak meer gebruik van mogelijkheden en voordelen die coassurantie biedt”, vult Peter Hartman aan. “De medewerkers bij makelaars en verzekeraars in het beurscircuit hebben doorgaans meer kennis van aansprakelijkheidsrisico's dan de assurantiemensen in de provinciale markt. Bovendien zijn er door makelaars en verzekeraars individueel én gezamenlijk beurspolissen ontwikkeld die doorgaans een ruimere dekking bieden en scherper geprijsd zijn dan die van provinciale verzekeraars.”
Buitenlandse risico's Behalve in de puur Nederlandse risico's zien de vier ook expansiemogelijkheden in het onderbrengen van buitenlandse aansprakelijkheidsrisico's op de Nederlandse markt, waaronder de buitenlandse activiteiten van Nederlandse bedrijven. “Onze concurrentiepositie ten opzichte van buitenlandse markten, ‘Londen’ incluis, is goed te noemen. Wij bieden een ruime capaciteit, hoge acceptatiegraad en zijn zeer competitief, zowel qua prijs als voorwaarden”, stelt Hartman. “Daarnaast beschikken we over veel knowhow, is onze creativiteit en innovatiedrang goed te noemen en is er veel aandacht voor preventie. Uniek is verder dat risico's in de werkgevers-/ werknemerssfeer onder de AVB vallen. Elders moet dat apart worden verzekerd”, vult De Haan aan. Ook Van der Feltz roemt de oplossingsgerichtheid en innovatie. “Voor producten die van oudsher in het buitenland verzekerd werden, kan men nu op de Nederlandse markt terecht. Concurrentie ondervinden wij slechts van 'Londen' (voor grote en andere bijzondere risico's) en van enkele lokale markten die voor buitenlandse aanbieders vaak 'op slot' zitten, zoals de Duitse markt voor bepaalde beroepsgroepen, zoals architecten.” Collega Bosma is van mening dat het aan de Nederlandse underwriters is om risico's niet naar het buitenland te laten verdwijnen. “Makelaars en verzekeraars dienen alles in het werk te stellen om bedrijfstakken hier verzekerd te houden, al heb je soms wel met marktwerking te maken.”
Goede toekomst Volgens de beide verzekeraars en makelaars heeft de (co)assurantiemarkt voor aansprakelijkheidsverzekeringen zeker een goede toekomst. “Kennis en creativiteit op dit gebied is een groot goed in Nederland”, stelt De Haan. “Er is sprake van een groeimarkt en daarnaast een duidelijk waarneembaar toename door nieuwe risico's, productontwikkeling en verbeterde producten”, vult Hartman aan. “Los van de autonome toename is groei uitsluitend te realiseren door actief en innovatief te zoeken naar rendabele niches en mooie verzekeringsproducten voor onze klanten”, aldus Bosma en Van der Feltz. Eens zijn de vier het ook met elkaar over de vraag wat de belangrijkste voorwaarden voor succes in de aansprakelijkheidsmarkt zijn: blijven investeren in vakkennis en mankracht (vooral aandacht voor jonge kwalitatieve medewerkers is geboden) en nog klantgerichter werken, actiever meedenken en samenwerken tussen verzekeraars, makelaars en klant over risico-inventarisatie en -beperking en maatwerkoplossingen. Juist doordat het beter gaat, moet er echter ook worden gewaakt voor een glijvlucht naar opportunisme en al te forse premiedalingen. Omdat, zoals één van de vier aangaf, in de aansprakelijkheidsbranche door de langetermijnproblematiek continuïteit nóg belangrijker is dan in andere branches. ■
Advocaat nodig? pensioen- en verzekeringsrecht Mr A.I. de Haan 20 jaar ervaring in de verzekeringsbranche 0308_Sarolea.indd
30
VB_0308_28_30.indd
Sarolea & Van Seumeren advocaten 020 - 6 383 483
1
07-02-2008
14:56:41
nummer 3 - 14 februari 2008
30
11-02-2008
16:10:25
M ET N A M E( N )
Directeur Interpolis Krediet Theo van Dijk Niet Theo van Vliet – zoals wij ten onrechte in Het VB, nr. 2 vermeldden – is benoemd tot directeur Interpolis Krediet Verzekeringen, maar Theo van Dijk. Hij is de opvolger van Milo Bogaerts – die programmamanager wordt bij Interpolis. Tot augustus 2007 werkte Van Dijk voor Achmea Agro en stapte toen over naar Interpolis Krediet Verzekeringen als adjunct-directeur.
Avéro Achmea Bert Valk - is aangesteld als manager van het Fiscaal Advies Bureau. Valk is afkomstig van AXA waar hij manager Fiscaal Juridische Zaken was.
Bank of Scotland Tom Starink (links) – is in dienst getreden als manager Business Partners. Starink is afkomstig van Achmea waar hij werkzaam was als productmanager. Michiel van der Linde (rechts) – heeft de functie van manager Direct Business aanvaard. Hij was reeds werkzaam bij Bank of Scotland als marketing manager.
Bouwkundig taxateurs HDS Groep Jan-Omèr Oosterling – en Gerben de Groot – zijn in dienst getreden bij HDS Groep als bouwkundig taxateurs.
Raad van Bestuur Kas Bank
Hoofd Concern Communicatie SNS Reaal Erna van der Neut-ter Balkt – en Danielle Dielissen – zijn benoemd tot hoofd Concern Communicatie bij SNS Reaal. Het opvallende aan deze benoeming is dat het voor het eerst is dat een vrouwelijk team in duobaan een concern stafdienst leidt. Van der Neut was al eerder werkzaam bij SNS Reaal, maar vertrok in 2007 naar Koninklijke Grolsch. Dielissen was eerder actief bij TWBA en Ogilvy Amsterdam. Beiden werkten in 2006 intens samen tijdens de voorbereidingen van de beursgang van SNS Reaal.
John van Scheijndel - heeft overeenstemming bereikt met de Raad van Commissarissen over het ontbinden van de arbeidsovereenkomst per 1 september 2008. Van Scheijndel is CFO van Kas Bank en heeft besloten zich te heroriënteren op zijn toekomst. Hij is de afgelopen vier jaar lid van de Raad van Bestuur geweest.
Aviva Europe Caspar van Haaften – wordt per 1 maart Director of Business Development binnen Aviva Europe te Londen. Na verschillende functies binnen Delta Lloyd Groep in Nederland en België, was Van Haaften sinds 2001 afgevaardigd bestuurder van Delta Lloyd Life als COO. Zijn takenpakket zal worden verdeeld tussen Cees Frankhuisen (CEO), Hugo de Cupere (CCO) en Marjan van Kasteren (CFO).
Accountmanager voor Everest Peter Drost – gaat aan de slag als senior accountmanager bij Everest. Drost wordt in deze functie verantwoordelijk voor de acquisitie en het beheer van klanten in de financiële dienstverlening. Hij is afkomstig van GlaxoSmithKline.
Project Director voor AON Mergers Simon Cross – is gestart als project director bij Aon Mergers & Acquisitions Group. Hij zal zich met name gaan richten op consulting taken voor Private Equity buyers. Simons was eerder veertien jaar actief voor Willis in Londen en Amsterdam waar hij verantwoordelijk was voor M&A en Global Acount Management.
Operationeel directeur Vlieg Raad van Commissarissen Fortis Bank Fortis Bank Nederland heeft drie nieuwe leden benoemd in de Raad van Commissarissen. Inge Brakman – o.a. voorzitter van het College van het Commissariaat voor de Media en lid van de Raad van Toezicht van de Universiteit van Amsterdam, Ada van der Veer-Vergeer – o.a. onafhankelijk bestuursadviseur en lid van de Raad van Toezicht Nederlandse Publieke Omroep, Helene Vletter-van Dort – o.a. hoogleraar bank- en effectenrecht, en Joop Feilzer – bekleedt reeds een aantal commissarisfuncties binnen Fortis, naast zijn commissariaat bij CTP Property.
Informatisering AEGON Kees Smaling – treedt per 1 april in dienst als voorzitter van het managementteam van Informatisering AEGON. Momenteel is Smaling werkzaam bij Getronics PinkRocade als divisie directeur met de verantwoordelijkheid voor de divisie Customer Application Management.
Michiel Zonneveld – is in dienst getreden bij Vlieg als operationeel directeur. Hij wordt direct verantwoordelijke voor het hypotheeken assurantiebedrijf en operationeel concern breed. Zonneveld is afkomstig uit de bankwereld.
Q&S Experts breidt uit André Warnaar – is aandeelhouder geworden van Q&S Experts en daarmee toegetreden tot de directie van Q&S Experts. Warnaar is al sinds het begin werkzaam bij Q&S Experts en is specialist op het gebied van AVB/BAV en milieu. Loek Broos, Bart van den Elshout en Sven Hermes zijn de andere experts en aandeelhouders van Q&S Experts.
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_31.indd
31
31
11-02-2008
16:10:44
P R O D U C TE N
Bouw- en montageverzekering Allianz introduceert de Standaard Doorlopende Bouw- en Montageverzekering voor mkb’ers en zelfstandigen zonder personeel met een omzet tot één miljoen euro. Grote hoofdaannemers in de bouw besteden werkzaamheden steeds vaker uit aan kleinere bedrijven, ook omdat geavanceerde elektronica in gebouwen fors is toegenomen en de installatie daarvan doorgaans om gespecialiseerde (meestal kleinere) bedrijven vraagt. Door deze ontwikkeling is de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van deze kleine ondernemers, die vaak kort op de ene plaats en kort op de volgende plaats werken, toegenomen. De Standaard Doorlopende Bouw- en Montageverzekering biedt de opdrachtnemer dekking voor de rubrieken werk, bestaande eigendommen opdrachtgever, aannemersmateriaal en eigendommen bouwdirectie/personeel. Ook transport en opslag van bouw- en montagematerialen zijn standaard meeverzekerd. De verzekeringnemer betaalt een vaste premie zonder naverrekening. ■
Molest meeverzekerd bij OOM OOM Verzekeringen verzekert het (groot) molestrisico automatisch mee op haar Global Traveler Ziektekostenverzekering, Youth Global Traveler Ziektekostenverzekering (voor studenten en au pairs) en collectieve Global Health-verzekering. De basisverzekering en de meeste doorlopende reis- en
VB_0308_32_33.indd
32
zakenreisverzekeringen bieden geen dekking voor ziektekosten als gevolg van molest. Als het wel wordt meeverzekerd, worden beperkingen gesteld met betrekking tot de landen waarin de dekking geldt. De molestdekking is wereldwijd (dus ook in risicogebieden) en biedt dekking voor ziektekosten als gevolg van gewapend conflict, burgeroorlog, binnenlandse onlusten, opstand, oproer en muiterij. ■
Meer hypotheken NN via Hypobox van Intersoftware Intermediairs kunnen per februari ook de Fondsen- en de Startershypotheek van Nationale-Nederlanden aanvragen via het softwarepakket Hypobox van Intersoftware BV. In Hypobox waren eerder al de annuïteitenhypotheek, de aflossingvrije hypotheek, de lineaire hypotheek en de overlijdensrisicoverzekering van Nationale-Nederlanden beschikbaar. Ook de Basisvariant (geldt voor alle bovengenoemde hypotheekproducten) kan via Hypobox worden aangevraagd. Inmiddels zijn 2200 intermediairs aangesloten op Hypobox. Intermediairs die gebruikmaken van dit softwarepakket, kunnen daarmee op ieder moment een Nationale-Nederlandenhypotheekofferte aanvragen, op basis van de actuele online (rente)tarieven, productinformatie en acceptatievoorwaarden. Het gebruik van de Nationale-Nederlanden-module binnen Hypobox is kosteloos. ■
11-02-2008
16:11:02
PRO D U C T EN
Eerste NN Prestatie Pensioen gesloten Intermediair H. Jansen Pensioenconsultants uit Winterswijk heeft het eerste Nationale-Nederlanden Prestatie Pensioen afgesloten voor de ongeveer zestig medewerkers in Nederland van DiMS! organizing print uit Lichtenvoorde. Dit nieuwe product van Nationale-Nederlanden is een collectieve beschikbarepremieregeling, gebaseerd op beleggen. De werkgever zegt jaarlijks een pensioenpremie toe die kan worden belegd in beleggingsfondsen. Werknemers kunnen aan de hand van een breed scala aan beleggingsfondsen bepalen waarin zij willen beleggen. Dat kan ook in Lifecycle Beleggen, waarbij het portefeuillebeheer in handen van ING-specialisten is. DiMS! organizing print bedient de internationale grafische industrie met een sorftwarepakket dat het complete scala aan administratieve, management- en drukprocessen afdekt. Zij is marktleider op dit gebied. ■
ONVZ kiest Mondial Assistance ONVZ is in haar zoektocht naar een nieuwe partner voor wereldwijde hulpverlening van haar verzekerden uitgekomen bij Mondial Assistance, wereldleider in bijstand, reisverzekeringen en persoonlijke diensten. De samenwerking is inmiddels van kracht, waardoor verzekerden van ONVZ per direct
VB_0308_32_33.indd
33
kunnen beschikken over het wereldwijde netwerk van eigen alarmcentrales, medisch specialisten en hulpverleners van Mondial Assistance. ■
Aanpassing beleggershypotheek van Hypotrust Hypotrust heeft haar BeleggersHypotheek (een combinatie van een aflossingsvrije hypotheek en een beleggersrekening) aangepast. Op deze hypotheek is nu de standaard provisieregeling van toepassing, gelijk aan de honorering op leven- en aflossingsvrije hypotheken. Het rentetarief is met twintig basispunten verlaagd en de BeleggersHypotheek kan onder voorwaarden met ProfijtRente worden afgesloten. ■
OVR Generali 22,5% lager Generali heeft het tarief voor haar Ondernemers Overlijdensrisicoverzekering met 22,5 procent verlaagd. De overlijdensrisicoverzekering is inzetbaar als privéverzekering of nabestaandenlijfrente, maar ook zakelijk als compagnonsverzekering of keymanverzekering. Tot de vaste tariefverlaging is overgegaan omdat overlijdensrisicoverzekeringen weinig van elkaar verschillen en onderscheid dus hoofdzakelijk in de tariefstelling kan worden aangebracht. ■
11-02-2008
16:11:06
ICT
GeldXpert kiest voor Omniplan GeldXpert Nederland is een samenwerking aangegaan met Omniplan voor de levering van de adviessoftware AdviesPlanner. Aan het contract is een pilotperiode van een half jaar voorafgegaan waarin de franchisekantoren met de software konden experimenteren. Na de ondertekening van het contract was er taart voor André Wolfs, directeur GeldXpert en Dick Verhaar, directeur Omniplan, en alle franchisekantoren in het land. ■
ANVA past assurantiebelasting automatisch aan ANVA heeft programmatuur ontwikkeld waarmee het nieuwe tarief voor assurantiebelasting automatisch wordt toegevoegd in het ANVA-pakket. Hierdoor kan zowel met het oude als met het nieuwe percentage worden gewerkt. Vanaf 1 maart aanstaande wordt het percentage assurantiebelasting verhoogd van 7 naar 7,5 procent. ■
SNS Extranet vernieuwd SNS Bank heeft het SNS Extranet voor intermediairs toegankelijker en overzichtelijker gemaakt. De toepassing biedt 24 uur per dag inzage in de status van hypotheekoffertes, klantendossiers en het laatste nieuws. ■
Uitbreiding SNS online De online beleggingssite van SNS Bank wordt de komende maanden uitgebreid met een aantal nieuwe mogelijkheden. Zo worden de handelsmogelijkheden verder vergroot en komen research, analyses en meningen van de experts van SNS Securities beschikbaar voor online beleggers. ■
Webconcept All4All Finance All4All Finance gaat het intermediair via een nieuwe service helpen bij het actueel houden van de website. Het concept bestaat uit een door All4All Finance ontwikkelde standaard website. De gebruiker maakt vervolgens een keuze uit de beschikbare functionaliteiten waarmee hij de site gaat vullen. Zo kunnen er bijvoorbeeld allerlei rekentools (pensioengat, jaarruimte, AOW en gouden handdruk enz.) en nieuwsblokken op de site gezet worden. Het up-to-date houden van de rekentools, nieuwspagina en rentestanden gebeurt centraal door All4All Finance. Het concept biedt ook de mogelijk om een eigen huisstijl te integreren. Zelf ingevoerde webteksten kan de gebruiker bijhouden via een crm-systeem. All4All Finance start binnenkort een pilot waarbij aangesloten kantoren de website een jaar lang gratis kunnen gebruiken. ■
‘Digitale polis gewenst’ Uit reacties op www.polissendigitaal.nl blijkt volgens initiatiefnemer Codast dat verzekeraars en verzekerden reikhalzend uitkijken naar de digitale polis. Codast, dienstverlener op het gebied van in- en outputmanagement, introduceerde de site in december om de branche en consument alvast tijdig te informeren over de voordelen van de overgang naar een volledig digitale polis. Consumenten kunnen wel al polissen afsluiten via internet, maar de verzekering is vooralsnog pas rechtsgeldig als de stukken schriftelijk naar de consument zijn gestuurd. Met de wetswijziging, die dit jaar verwacht wordt, worden ook digitaal verzonden polissen rechtsgeldig. ■
AfinHyp koppelt met Sterck Vanaf de komende versie van AfinHyp (versie 4.1) biedt Infa een koppeling met de backoffice van Sterck. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de koppeling waarmee een aanvraagbericht rechtstreeks naar de backoffice van Sterck wordt verstuurd en vervolgens live de status van een aanvraag kan worden waargenomen. Met de huidige versie van AfinHyp kunnen gebruikers een aanvraag bij Sterck via het HDN-netwerk indienen. ■
34
VB_0308_34_36.indd
AEGON ondersteunt Rolls Ook via AEGON is het nu mogelijk om GIM-transacties te doen vanuit het programma Rolls van Kooijmans Software. Via deze tool kan het intermediair met enkele muisklikken een complete aanvraag AEGON Auto op Maat aanbieden via het extranet van de verzekeraar. In de Rolls-update van eind januari 2008 is deze nieuwe koppeling verwerkt. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
34
11-02-2008
16:11:25
IC T
Business Process Outsourcing voor pensioen- en levensverzekeraar InnoVinci heeft met de ICT-dienstverleners Inter Access
De partijen
en InVentiv een Business Process Outsourcing (BPO)
InnoVinci levert financiële en verzekeringstechnische outsourcingsoplossingen. Deze ondersteunen complexe operationele processen. Zo biedt het bedrijf softwareoplossingen voor levens- en pensioenverzekeraars. InnoVinci levert bijvoorbeeld een hosted webgebaseerde ASP-oplossing aan Universal Leven (Allianz). InVentiv biedt via outsourcing en detachering oplossingen voor de commerciële en/of administratieve processen van financiële dienstverleners. Inter Access is een ICT-dienstverlener. Het bedrijf ontwikkelt en beheert de informatievoorziening van middelgrote en grotere organisaties in de publieke sector, zorg, handel, industrie en financiële dienstverlening. Kernactiviteiten zijn Consulting, Technology, Solutions en Managed Services.
platform opgezet voor pensioen- en levensverzekeraars. De nieuwe dienstverlening richt zich op polisverwerking en portefeuillebeheer. “BPO valt of staat met het systeem. Die moet voldoen aan de nieuwste, snel veranderende, eisen. In de markt bevinden zich veel portefeuilles op verouderde systemen. Ombouwen is duur, en daardoor blijven portefeuilles staan terwijl er nog veel meer uit te halen valt”, aldus Jeroen de Vries, algemeen directeur InVentiv.
Het systeem De drie partijen richten zich met deze BPO-oplossing voor het uitbesteden van bedrijfsprocessen op zowel nieuwe producten van verzekeraars als op het beheren van bestaande (run-off) portefeuilles. “Portefeuilles die vaak een relatief kostbaar beheer vereisen”, stelt De Vries. De BPO-oplossing wordt aangeboden op basis van een prijs per polis en een prijs per handeling. Per polis bedraagt de fee tussen de tien en honderd euro, per handeling is dat gemiddeld vijf euro. Jan Jaap Kanis, branche directeur Finance bij Inter Access: “Door verwerking en beheer uit te besteden, hoeven verzekeraars geen kostbare investeringen te doen in nieuwe systemen. Uitbesteding betekent ook dat verzekeraars zich volledig kunnen concentreren op hun kernactiviteiten die liggen in productontwikkeling en marketing.”
Op het moment dat een verzekeraar (een deel) van zijn portefeuille outsourced, worden aanvragen en mutaties verwerkt in het workflowacceptatiemanagementsysteem van InnoVinci. Deze applicatie werkt met check boxes. Alle achterliggende applicaties en ook mutaties worden gevuld en aangestuurd vanuit deze applicatie. Met de ‘product wizard’ worden producten ingeregeld waarbij alle productkenmerken worden geparameteriseerd. Het systeem werk geheel webbased. Verzekeraars houden volledig inzicht in hun eigen polissen en portefeuilles. Interfacing met fondsbeheerders geeft de verzekeraar direct inzicht in financiële transacties en beleggingen. De polishouder kan via het extranet de status van zijn aanvraag en zijn lopende polissen bekijken. Ook kan hij online mutaties doorvoeren.
Binnen het platform beheert Inter Acces een solide, schaalbare en goed beveiligde infrastructure. InnoVinci levert het systeem en InVentiv verzorgt personele vraagstukken en bemiddelt bij personeelsovername als een verzekeraar zijn portefeuille wil outsourcen. De Vries: “Een probleem bij outsourcen is vaak het bestaande personeel. Wat ga je daarmee doen? Deze samenwerking biedt ons bedrijf een extra ingang om aan goed personeel te komen. Een deel zal op de bestaande uitbestede portefeuille blijven werken, een ander deel scholen we om voor een van de andere detacheringsprojecten die InVentiv in de financiële dienstverlening heeft lopen.”
“Via de online offertesoftware worden alle goedgekeurde offertes direct naar de verzekeraar gestuurd. Alle berekeningen gaan via dezelfde rekenkern, dit voorkomt een verschil tussen de geoffreerde en het uiteindelijke product”, aldus Ole Bæk, Sales & Marketing Manager InnoVinci. ■ Alex Klein
Portefeuilles moderniseren Partijen zien hun kracht vooral in de combinatie van vakinhoudelijke kennis en een actueel ICT-systeem. “We kunnen meer bieden dan BPO alleen. Oudere portefeuilles kun je met een modern jasje tot leven brengen. Een eenvoudige screening op correcte klantgegevens levert een (hernieuwd) contactmoment op met de klant. Vervolgens kunnen we de portefeuille commercieel uitnutten”, aldus De Vries. Een maatschappij kan er ook voor kiezen de ‘opgepimpte’ portefeuille na verloop van tijd te integreren in zijn moderne ICT-infrastructuur, het zogenoemde insourcen.
v.l.n.r. Ole Bæk (Innovinci), Jan Jaap Kanis (Inter Acces) en Jeroen de Vries (InVentiv)
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_34_36.indd
35
35
11-02-2008
16:36:33
T Y P I SC H GE VA L
(Geen) sprinklers in musea? Bij de discussie over de brandbeveiliging van musea na de desastreuze brand in het Armando Museum in Amersfoort stellen museumdeskundigen: “Sprinklers doen in museum alleen maar kwaad”, zoals de kop luidde van een artikel in het Noordhollands Dagblad van 24 oktober 2007. Dit na een mini-enquête onder museummedewerkers over de brand een dag eerder. Ook op de dag van de brand spuide een museumdeskundige tijdens een TV-actualiteitenuitzending de ‘wijsheid’ dat een sprinklerinstallatie onacceptabele waterschaderisico’s in een museum zou hebben. Daaruit kan worden geconcludeerd dat er in de museumsector (en niet alleen dáár) weinig kennis aanwezig is van de wijze waarop een sprinkler werkt.
Uit meer dan een eeuw ervaring in de brandverzekeringssector met sprinklerinstallaties blijken deze zeer betrouwbaar te zijn. In 97 procent van de gevallen, waarbij zij in werking traden als gevolg van brand, brachten de sprinklers de brand onder controle. Bij het grootste deel ervan kwam water uit slechts één sprinklerkop! Een schijnbaar onuitroeibaar vooroordeel dat een sprinklerinstallatie in hoofdzaak waterschade veroorzaakt, kan uit het volgende praktijkgeval worden weersproken.
Door Ing. Albert J. Boes rr
36
VB_0308_34_36.indd
Een aantal jaren geleden, nog in het ‘guldentijdperk’, werd het monumentale hoofdgebouw van het Amsterdamse Centraal Station mét een sprinklerinstallatie verbouwd. De aannemer verzocht de verantwoordelijke stafmedewerker van de NS om de sprinklerinstallatie af te sluiten tijdens zijn werkzaamheden. Dat werd niet toegestaan en alleen enige sprinklerleidingen in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de verbouwing plaatsvond, mochten worden verwijderd, wat extra werk veroorzaakte voor de aannemer. Enige dagen later kwam de aannemer triomfantelijk naar de NS-stafmedewerker toe met de mededeling: “Nou, die rotsprinkler van jou heeft zeker 25.000 gulden waterschade aangericht”. Wat bleek? ’s Nachts was brand veroorzaakt door een elektrisch koffiezetapparaatje dat ingeschakeld was gebleven. Eén sprinklerkop had dit beginnende brandje geblust. De aannemer rea-
liseerde zich niet, dat daardoor ongetwijfeld een miljoenenbrandschade was voorkomen en dat daardoor mogelijk Amsterdam een monumentaal gebouw armer had kunnen worden! Een nadeel van sprinklerinstallaties is dat de aanleg ervan tamelijk kostbaar is; relatief duurder dan in omliggende landen. Zo bleek enige tijd geleden dat drie offertes van verschillende Nederlandse sprinklerinstallateurs voor de aanleg van een sprinklerinstallatie in een bepaalde fabriek, alle drie op ongeveer 500.000 euro uitkwamen. Een offerte van een Britse sprinklerinstallateur kwam echter circa 40 procent (!) lager uit, ondanks (of dankzij) het feit dat deze onderneming geen vestiging in Nederland had. De offerte was gebaseerd op hetzelfde programma van eisen als waarop de Nederlandse installateurs hun offertes hadden gebaseerd. Na de oplevering werd deze installatie door de desbetreffende brandverzekeraar van voldoende kwaliteit beoordeeld in het kader van de afgesloten brandverzekeringscondities! In de USA worden sprinklers op veel ruimere schaal toegepast dan in Nederland, óók in musea om ze tegen brand te beveiligen. Dit bleek bijvoorbeeld al ruim veertig jaar geleden bij een bezoek aan het geheel van sprinklers voorziene museale houten McLoughlin House in Oregon City (foto). Geconcludeerd kan worden dat, wat betreft de bescherming van het erfgoed, men in de USA kennelijk daarmee beter omgaat dan in Nederland! ■ Foto: Albert Boes
Een sprinklerkop bestrijkt een vloeroppervlak van circa 10 m2, waardoor alleen over de plaats water wordt gesproeid, waar zich een vuurhaard bevindt en de directe omgeving daarvan. Bovendien is het bij een gecertificeerde sprinklerinstallatie vereist dat na het in werking treden ervan automatisch een signalering plaatsvindt naar een permanent bewaakte alarmcentrale om onmiddellijk actie te kunnen ondernemen. De vraag is wel of een sprinklerinstallatie een aanmerkelijke brandschade zal kunnen voorkomen, wanneer die op het dak ontstaat.
nummer 3 - 14 februari 2008
36
11-02-2008
16:11:41
VERZEK EREND B U IT EN L A N D
VERENIGD KONINKRIJK Huisdier? Naar de Post! In het Verenigd Koninkrijk heeft het Post Office weer een nieuwe stap gezet als financiële dienstverlener. Op het postkantoor zijn nu ook huisdierverzekeringen te koop. De dekking bestaat deels uit uitkeringen en deels uit vergoeding van de kosten van de dierenarts en van het opsporen van verdwenen huisdieren. De verzekering, die kan worden afgesloten voor honden en katten, kent ook een buitenlanddekking. De verzekeringsdichtheid van huisdieren is voor Britse begrippen nog erg laag. Waar 11 procent van de Britten bereid is hun hypotheek te verhogen om de medische behandeling van hun hond of kat te kunnen betalen, heeft ‘slechts’ 20 procent zijn huisdier verzekerd. (Press Association)
DUITSLAND Verrassend veel onafhankelijken Sinds 22 mei van het vorige jaar kent Duitsland een registratieplicht voor verzekeringsadviseurs en -tussenpersonen. Een half jaar na invoering van deze verplichting hadden meer dan 146.000 adviseurs en bemiddelaars zich laten registreren. Het aantal verzekeringsadviseurs was met 137 veruit in de minderheid. En er waren toen pas 322 bedrijven geregistreerd die een verzekering als bijproduct verkopen, zoals autodealers. Gebonden bemiddelaars namen met 124.366 het leeuwendeel van het aantal geregistreerden voor hun rekening.
zijn. En waar 55 procent denkt minder agressief te zijn achter het stuur, was de vorige uitkomst nog 60 procent. Op het punt van hoffelijkheid is er sprake van een terugval: 54 procent tegenover 58 procent. (L’Argus de l’Assurance)
ZWITSERLAND Buffet nu aandeelhouder Swiss Re Berkshire Hathaway heeft een 3%belang genomen in Swiss Re. Het beleggingsvehikel van de bejaarde multimiljardair Warren Buffet kocht de aandelen op de vrije markt. En de Zwitserse herverzekeraar heeft een herverzekeringscontract gesloten met zijn nieuwe aandeelhouder. Het gaat om een proportioneel herverzekeringscontract. Onder dit quote share contract met een looptijd van vijf jaar neemt Berkshire Hathaway 20 procent van het risico over van de property & casualty portefeuille van Swiss Re. Deze herverzekering resulteert in een lager kapitaalbeslag. Swiss Re wil het daardoor beschikbaar komend kapitaal gebruiken om eigen aandelen in te kopen. (Post Magazine)
POLEN Marktverschuivingen in Polen
Goed op weg… Recent onderzoek leert dat 85 procent van de Fransen van zichzelf denkt dat hij een goede tot zeer goede chauffeurs is. Dat is minder dan voorheen (89 procent). Maar slechts 36 procent (vorig onderzoek: 46 procent) vindt dat de Fransen als geheel goede chauffeurs
Dat is anders in de schadeverzekeringsmarkt, waar hun aandeel 15 procent bedroeg. Loondienstagenten namen in deze markt een kwart voor hun rekening en agenten meer dan de helft. Direct writers zijn duidelijk in opkomst,
FRANKRIJK
VERENIGDE STATEN Fraud Hall of Shame
De Poolse wetgeving kent slechts twee typen verzekeringstussenpersonen: makelaars en agenten. De ene categorie bestaat uit onafhankelijke intermediairs. Hun aantal schommelt de laatste jaren rond de 7000. De andere wordt gevormd door gebonden tussenpersonen. Daarvan zijn er zo’n 37.000; hun aantal slonk in drie jaar tijd met meer dan 15 procent. En waar zij in 2003 nog meer dan 80 procent van de levensverzekeringsmarkt in handen hadden, was dit in 2006 ongeveer 60 procent. De grote winnaars zijn de banken. Eén op de drie nieuwe levensverzekeringen werd in dat jaar verkocht via een bankloket. Makelaars spelen in deze markt amper een rol.
Het aantal ongebonden verzekeringstussenpersonen (‘Makler’ en ‘Vertreter’) bleek met 21.849 veel groter dan gedacht. Het GDV – het Duitse Verbond van Verzekeraars – schatte hun aantal de laatste tijd op zo’n 7000. (Versicherungsmagazin)
met name voor autoverzekeringen. Zij realiseerden een groei van 300 procent. (Versicherungsrundschau)
De jaarlijkse kosten van verzekeringsfraude belopen in de Verenigde Staten 80 miljard Amerikaanse dollar. De Coalition Against Insurance Fraud heeft de meest opmerkelijke zaken op een rij gezet. Een kleine greep. Timothy Nicholls presteerde het om zijn huis in brand te steken om met de verzekeringspenningen zijn schuld bij een motorbende af te lossen. Bij de brand kwamen drie kinderen om het leven. Nicholls kreeg levenslang. Ronald Evano slikte regelmatig brokstukken van glas in en beweerde vervolgens dat die in genuttigd voedsel zaten. Reden om een claim in te dienen. Robert Wachter, eigenaar van drie verpleeghuizen, gaf de bewoners geen water, voedsel en verzorging, maar claimde de kosten daarvan wel bij zorgverzekeraars. Hij moest 18 maanden de cel in en kreeg een boete van 750.000 dollar. Richard James, een verzekeringsbemiddelaar, sloot levensverzekeringen op het leven van thuislozen om ze vervolgens te laten vermoorden voor de verzekeringsuitkering. Vier vermoorde daklozen leverden hem meer dan 1 miljoen dollar op én een levenslange gevangenisstraf. (Insurance Journal)
Persoonlijke gegevens weg Horizon Blue Cross Blue Shield moest zijn verzekerden melden dat met de diefstal van de privélaptop van een medewerker persoonlijke gegevens van 300.000 klanten in verkeerde handen waren gekomen. Ter geruststelling schreef de zorgverzekeraar uit New Yersey, dat de laptop met een password was beveiligd. Diefstal van laptops met persoonlijke gegevens is geen unicum. In oktober van vorig jaar moest de retailketen Gap melden dat een laptop met de gegevens van 800.000 sollicitanten was gestolen. En in mei 2006 verdween een computer met de gegevens van 26,5 miljoen militairen en veteranen… (Information Week)
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_37.indd
37
37
11-02-2008
16:11:58
N I EU WS
Duitse dag DELA Kantoren die naast de DELA Uitvaartverzekering ook de overlijdensrisicoverzekering DELA FamiliePlan adviseren, maken kans op een geheel verzorgde zesdaagse reis naar de Olympische Spelen in Beijing. Deze intermediairactie van DELA gaat door ook al zijn de door DELA gesponsorde Nederlandse volleybaldames tijdens een kwalificatietoernooi in het Duitse Halle uitgeschakeld. De beslissende wedstrijd tegen Turkije ging verloren, ondanks de enthousiaste support van 25 intermediairs in oranje T-shirt op de tribune. Voor hen slaagde deze door DELA Intermediair, in het kader van haar DELA FamiliePlan-actie georganiseerde ‘Duitse Dag’ uiteindelijk toch nog, door het bezoek aan een Duitse bierbrouwerij na afloop van de wedstrijd. ■
Fortis-volmacht voor Gouda & Bredius Amsterdam Fortis ASR heeft een volmacht verleend aan Gouda & Bredius, volmachtbedrijf van Klap des Bouvrie & Bredius uit Amsterdam. Het moederbedrijf heeft begin dit jaar Windig Assurantieadviseurs overgenomen, dat ook al werkte met een Fortis-volmacht. ■
Ondertekening volmachtovereenkomst
Fortis Jongeren Run
Intermediairs op de tribune.
Reaal-volmacht voor Heinenoord en AGN Volmachten Reaal Verzekeringen heeft met Heinenoord Assuradeuren BV en AGN Volmachten een samenwerkingsovereenkomst getekend voor de Volmacht Verzuim. Heinenoord adviseert particulieren en bedrijven onder meer op het gebied van financiering, hypotheken, pensioenen en vermogensplanning. Assurantie Groep Nederland (AGN) adviseert in assurantiën, pensioenvoorzieningen, hypotheken en makelaarsdiensten. De volmachttak van het bedrijf heet AGN Volmachten. ■
Ondertekening overeenkomst Reaal en Heinenoord
38
VB_0308_38_43.indd
In het kader van het samenwerkingsverband ‘Verzekerd van Jeugdzorg’ is het hardlooptraject ‘Fortis Jongeren Run’ gestart. Jongeren van 12 tot en met 16 jaar uit jeugdzorginstellingen, hun begeleiders en medewerkers van Fortis Verzekeringen Nederland trainen gedurende een aantal weken om op zondag 13 april de 5 of 10 km van de Fortis Marathon Rotterdam te kunnen lopen. Het motto: ‘Samen trainen, samen over de finish.’ Met dit hardlooptraject wordt beoogd om jongeren en medewerkers een bijzondere sportieve uitdaging te bieden, waarmee zelfvertrouwen en persoonlijke trots groeit. Jongeren krijgen positieve prikkels voor de loopsport, krijgen de mogelijkheid heldere doelen voor zichzelf te stellen om een persoonlijke topprestatie neer te zetten. De coördinatie van het hardloopprogramma voor ongeveer 350 deelnemers is in handen van voormalig topmarathonloper Gerard Nijboer, die in de aanloop naar de Fortis Jongeren Run ook twee clinics op Papendal geeft. ■
Insurance Sail 2008 Op zaterdag 12 april vindt op de Loosdrechtse Plassen de 15e editie van Insurance Sail plaats, een zeilevenement voor iedereen in de verzekeringsbranche. Gestreden wordt om de Insurance Sail-bokaal, die vorig jaar door Achmea is gewonnen. Insurance Sail heeft voor deze editie nog enkele tientallen beschikbare plaatsen vrij op haar zeilboten. Zeilervaring is niet noodzakelijk. Deelname kost € 39,50 p.p., aanmelden kan door een e-mail te sturen naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op www.ottenhome.nl, onder ‘Varen’ en ‘Branche Zeildagen’. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
38
11-02-2008
16:12:20
N IEU WS
Blok is winnaar Goudse-race
HAC in nieuw jasje
Pieter Blok van Driekleur Verzekeringsgroep in Zierikzee is de snelste intermediair van Nederland. Van de 25 tussenpersonen, die door De Goudse waren uitgenodigd om het tegen elkaar op te nemen op het circuit van Assen, legde hij een ronde af in de kortste tijd. Na een gedegen voorbereiding (o.a. bochtentechniek, remmen, driften) onder leiding van het door De Goudse gesponsorde racetalent Shirley van der Lof (foto: dame in het wit), mochten de intermediairs zichzelf, ondersteund door een meerijdende instructeur, in Pitspraat met ‘The Stig’ een BMW 3251i met 180 pk vermogen bewijzen op het circuit. Achter Pieter Blok werd Mark van der Horst van Ridderpoort Assurantiën tweede. Wouter Esseboom van Esseboom Advies & Financiële Diensten werd derde. ■
Hypotheek Adviescentrum, franchiseformule van Xtensive, heeft haar huisstijl én haar formule gewijzigd. De huisstijl is verfrist, de ‘oude’ boxformule van Hypotheek Adviescentrum (HAC) is vereenvoudigd en de hoogte van de franchisefee is verlaagd. Hypotheek Adviescentrum hoopt dat daarmee de drempel om aanvullende diensten af te nemen, is verlaagd. Hypotheek Adviescentrum ervaart dat het intermediair, door de verkrappende markt met teruglopende inkomsten, minder geneigd is om diensten als opleidingen, marketing en automatisering af te nemen. Die diensten zijn echter wel belangrijk, omdat ze kunnen bijdragen aan een verhoging van de inkomsten. ■
Geen premie op slurptaks Bovag-dochter Polis Direct ‘schaft de slurptaks af’. Deze op 1 februari van kracht geworden regeringsmaatregel – extra belasting voor milieu-onvriendelijke auto’s – verhoogt niet alleen de aanschafwaarde van een auto maar heeft daarmee ook een effect op de verzekeringspremie. Polis Direct heeft echter aangekondigd de premie van de autoverzekering te baseren op de catalogusprijs zonder slurptaks. ■
Herman Wijffels Innovatieprijs Dit jaar reikt de Rabobank voor de zevende keer de jaarlijkse Herman Wijffels Innovatieprijs uit. Deze prijs, vernoemd naar de man die tot 1999 voorzitter was van de hoofddirectie van Rabobank Nederland, gaat naar de ondernemer of student die het meest innovatieve plan (voor een product of dienst) kan voorleggen op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap. De winnaar ontvangt 50.000 euro, waarmee bijvoorbeeld het prijswinnende plan kan worden verwezenlijkt. Naast de hoofdprijs zijn er nog drie geldprijzen te winnen. Deelnemers kunnen hun plan nog tot 1 april inzenden. De jury beoordeelt inzendingen op vier criteria: innovatief vermogen, maatschappelijk verantwoord ondernemen, klantfocus en rentabiliteitsverwachting. De nominaties worden in juli bekend gemaakt. In het najaar reikt Herman Wijffels zelf de prijs uit. Meer informatie over de Innovatieprijs is te vinden op www.rabobank.nl/innovatieprijs. ■
Nieuwe huisstijl HAC
Gaggia voor Gerritz & Partners Gerritz & Partners uit Apeldoorn heeft als eerste intermediair een Allianz Plus Lijfrenterekening afgesloten. Adviseur Leen Quartel heeft daarvoor een Allianz Plus Taart en een waardecheque voor een Gaggia-espressomachine ontvangen uit handen van Jack Bonnie, manager sales en Karel Lagemaat, formulemanager asset management van Allianz. Quartel wist nog voor de livegang van de offertesoftware een klant tot dit bankspaarproduct te bewegen. ■
V.l.n.r. Jack Bonnie, Leen Quartel en Karel Lagemaat
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_38_43.indd
39
39
11-02-2008
16:12:26
N I EU WE A S S URA NTIE KA NTO REN
Nieuw ingeschreven assurantiekantoren Bij het Handelsregister zijn recentelijk de volgende assurantiebemiddelingsbedrijven nieuw ingeschreven. Een nieuwe inschrijving kan ook het gevolg zijn van onder meer de wijziging van de rechtspersoon, de structuur, of van het adres van het bedrijf.
1322 CN - Almere 3816 BS - Amersfoort 1060 MJ 6815 CN 1566 DW 2651 CC 1404 AM 2903 LR 5431 DC 2645 MH 2622 HR 1791 EP 5751 CN 3311 KJ 5626 HN 8401 VM 2492 WV 3842 LD
2101 BE 6411 GJ 5384 MP 8111 AN 7558 EE 5725 AR 2181 RJ
40
VB_0308_38_43.indd
Verias B.V., Transistorstraat 163 Cipres Advies, Hogeweg 211-A, 033-4702593 - Amsterdam De Hollandse Rekenkamer Amsterdam, Sporadenlaan 42, 020-4084261 - Arnhem T.D.P. Terbeek Dienstverlening Pensioenen, Lisztstraat 28 - Assendelft Advisioen, Pastoor Botsstraat 58, 075-6222430 - Berkel en Lansingerland Hypotheekshop B.V., Rodenrijs Kerksingel 2, 010-5114455 - Bussum van Daalen Assurantiën, Stationsplein 2, 035-6947667 - Capelle aan H & P Finance B.V., Kanaalweg 3-7, den IJssel 010-2829090 - Cuijk Creemers Consulting, Vorstendom 19, 0485-315658 - Delfgauw Vitréus Financiële Diensten G.J. Boven, Dukaatstraat 50 - Delft Philippi & Willemse Assurantiën, Israellaan 65, 015-2614233 - Den Burg Stichting Waaijer Advies, Kogerstraat 61 - Deurne Renovium B.V., De Poort 8a - Dordrecht K. Wervenbos hodn Hypotheekvisie Dordrecht, Johan de Wittstraat 162c - Eindhoven Korting Maas Financieel Advies, Jan Gielenlaan 16, 040-2622228 - Gorredijk Hegoras B.V., Kuperij 28, 0513-465059 - ‘s Gravenhage JBM Consultants B.V. io, Arenastraat 41 - Harderwijk Adviesburo Hop, bankzaken, hypoth., verzek., Verkeersweg 7, 0341-418208 - Heemstede Verguld Advies B.V., Lanckhorstlaan 42 - Heerlen Stichting Herland Zorgcollectief, Oliemolenweg 25 - Heesch Bernheze Assurantiën, Stockhekken 41 - Heeten Assurantiekantoor Van 't Zand Berghuis, Dorpsplein 9, 0572-381339 - Hengelo Ov GKM Nederlands GmbH, Pierre Monteuxstraat 51 - Heusden Rima Adviesgroep B.V. i.o., Antoniusstraat 47, 0493-699236 - Hillegom Kuyt Hypotheken & Assurantiën, Prins Bernhardstraat 39, 071-4018320
3871 MV - Hoevelaken
AtSure Nederland B.V. i.o., De Wel 32-A, 033-2535355 1271 RJ - Huizen Hyppe B.V. i.o., Kerkstraat 31 8501 CG - Joure HJG Adviesgroep B.V. i.o., Harddraversweg 1, 0513-412407 3286 BH - Klaaswaal Triple Orange Insurance & Finance B.V., Molendijk 2, 0186-573949 2353 PN - Leiderdorp A. Gourtovoi t.h.o.d.n. Financieel Verder, Kerveltuin 44 7943 TD - Meppel Peterson Bedrijfsverzekeringen, Luzernevlinder 139 5451 BK - Mill Stichting Hermanussen Zorgcollectief, Oranjeboomstraat 4 2152 CT - Nieuw Vennep Meer Assurantiën, Hugo de Vriesstraat 1, 0252-418037 2341 GK - Oegstgeest Huis & Hypotheek Oegstgeest, de Kempenaerstraat 113, 071-5170423 4901 HC - Oosterhout Nb GFD Assuradeuren B.V., Mathildastraat 39, 0162-475675 4841 EX - Prinsenbeek NonOlet B.V., Dries 5, 076-5410020 1441 RG - Purmerend AVéWé Groep B.V., Gorslaan 60, 0299-775555 4708 AJ - Roosendaal Lighthouse assurantiën C.V., Vijfhuizenberg 191 3038 EB - Rotterdam Insureance Financiële Dienstverlening, Stadhoudersweg 17a, 010-8409655 7963 PZ - Ruinen VDV Verzekeringen, Anholt 11-4, 0591-651157 3925 CC - Scherpenzeel Kroezen Scherpenzeel Gld Verzekeringen B.V. i.o., Stationsweg 389, 033-2779400 8607 GT - Sneek FinanSolutions, Zandoogje 5 8331 JA - Steenwijk Winter Financieel Advies, Weemstraat 1 5038 BA - Tilburg van Berkel en Geers Assurantiën, Willem II straat 19, 013-4647444 5071 CV - Udenhout Assurantie- en Adviesburo K. en R. B.V., Van Heeswijkstraat 32, 0416-650893 7876 TE - Valthermond Polisdesk Nederland, Kavelingen 37, 0599-416626 5916 AD - Venlo Theo Nabben Advies & Verzekeringen, Straelseweg 572, 077-3541656 1544 AJ - Zaandijk Volkert Verzeker. t.h.o.d.n. De Hypotheekshop, Guisweg 22, 075-6223223
nummer 3 - 14 februari 2008
40
11-02-2008
16:12:33680.50
thuis
uitdaging
werk
kiezen
balans
Om de positie van de Maatschappij verder uit te bouwen zijn wij op zoek naar een gedreven m/v
ACCOUNTMANAGER regio zuid-oost professioneel gesprekspartner voor de assurantietussenpersoon
de uitdaging
De Onderlinge ’s-Gravenhage
Je bent verantwoordelijk voor het verder ontwikkelen en actief uitbreiden van het regionale netwerk
behoort tot de meest solide
en een goed renderend en loyaal intermediairbestand. Je volgt de bewegingen en ontwikkelingen in
levensverzekeraars van Nederland.
de markt op de voet en ziet waar de commerciële kansen liggen. Je bent een prettig en deskundig
Dankzij een uitgekiend pakket
gesprekspartner voor je (potentiële) klanten en zorgt voor een gedegen advies op maat met een goede
levensverzekeringen, waarmee de
service en afhandeling. Je rapporteert aan de Regiomanager en werkt van huis uit.
financiële zekerheid van particulieren wordt gewaarborgd, heeft
gevraagd wordt
de maatschappij een belangrijke
Een gedreven en innemende persoonlijkheid die op alle niveaus gemakkelijk contacten legt en
plaats in de Nederlandse markt.
onderhoudt. Je vertaalt je affiniteit voor en kennis van het product in een gedegen advies en groeiende
De wijze waarop zij haar winst
omzet via de tussenpersonen. Je bent een zelfstarter en vindt uitdaging in het aantrekken van nieuwe
verdeelt onder haar deelnemers
klanten naast het netwerk dat je al hebt ontwikkeld door eerdere succesvolle verkoopervaring in de
geeft de maatschappij daarin
branche (bij voorkeur in pensioenproducten). Je beschikt over een afgeronde HBO-opleiding, aangevuld
bovendien een unieke positie.
met Assurantie B en andere vakgerelateerde opleidingen.
Bij de Onderlinge ’s-Gravenhage zijn bijna 300 medewerkers actief.
geboden wordt
Distributie vindt plaats via
Een uitdagende en zelfstandige functie waar je, gesteund door de back office van een professionele
professionele assurantietussen-
organisatie, je eigen regio (Arnhem en omstreken) bewerkt en ontwikkelt. Je maakt deel uit van een
personen.
hecht en enthousiast team waarin zowel je professionele als persoonlijke bijdrage gewaardeerd wordt. Een organisatie met een sterk eigen karakter, uitstraling in de markt en een unieke productpositionering met aandacht voor individuele ontwikkeling. Er wordt naast een vast salaris met uitstekende secundaire voorwaarden, met variabele beloning gewerkt. ben jij de sparring partner voor onze intermediairs?
Reageer dan naar Mercuri Urval aan wie wij deze belangrijke vacature exclusief hebben uitbesteed via de website www.mercuriurval.com onder ref.nummer 83758 of de zoekterm ‘Onderlinge’. Voor meer informatie kun je contact opnemen met Carmen Adams, Recruiter Mercuri Urval, telefoonnummer (033) 4538913. www.onderlinge.info
Onderlinge ’s-Gravenhage
VB_0308_38_43.indd 41 680.50.092 OG PA 210x297.indd 1
Zie ook onze website.
de zekerheid van een fijne baan
12-02-2008 11:00:00 05-02-2008 15:39:41
N I EU WS
Win een gouden plak
DAS met Alberto Stegeman
Tijdens een feestelijke bijeenkomst in het Utrechtse Holland Casino heeft Erica Terpstra, voorzitter NOC/NSF, het startschot gegeven voor de nieuwe campagne van HypotheekCompany. Het centrale thema van de campagne is ‘Open de kluis en win een gouden plak.’
‘Das je goed recht’ heet het nieuwe televisieprogramma met presentator Alberto Stegeman, waarin verschillende cases worden behandeld uit de praktijk van juridische dienstverlener DAS, verhalen van particulieren en ondernemers over recht en onrecht. Juristen van DAS leggen in het programma uit hoe zij mensen juridisch kunnen bijstaan. De eerste uitzending in een serie van acht is aanstaande zondag 17 februari, om 21.30 uur op SBS6. ■
De franchiseketen trekt dit jaar met een WinnersOnly Tour het land door. De foto geeft alvast een indruk hoe de presentatie er op beurzen, kermissen en braderieën uit zal zien. Consumenten kunnen tijdens de WinnersOnly Tour drie soorten prijzen winnen: een gouden plak ter waarde van 250 euro, een gouden MP3 speler en power drinks. Met de campagne hoopt HC de naamsbekendheid onder consumenten te vergroten. ■
Financieel Planner van 2008 Op het jaarlijkse PFP-forum is Erna Besselink uitgeroepen tot Financieel Planner van het jaar. Roelof Meijer, voorzitter van de Stichting Persoonlijke Financiën, overhandigde Besselink de prijs, onder andere een reis naar het jaarlijkse wereldcongres van financieel planners in Boston later dit jaar. Besselink is werkzaam bij de ING Bank te Lichtenvoorde. Ook is zij lid van de Vereniging FFP, die de belangen behartigt van FFP-gecertificeerde financieel planners. Op 1 januari 2008 waren er ruim 2600 gecertificeerd financieel planners in Nederland. ■
Uveco Groep B.V. is op zoek naar (m/v):
Commerciële Topverkopers Franchise/Buitendienst bij voorkeur in de regio rondom Amsterdam, Utrecht, Leiden, Zaandam en het 'hoge noorden' alsmede in de provincies Zeeland en Flevoland Functie-omschrijving Heb jij commerciële ervaring en wil je in de buitendienst werken? Wij zoeken enthousiaste en resultaatgerichte topverkopers met enkele jaren ervaring in de financiële dienstverlening. Daarnaast moet je zelfstandig kunnen werken. Je kerntaak is prospects thuis bezoeken en daar op basis van gedegen advies verzekeringen, kredieten en hypotheken te verkopen. Deze verkoopgesprekken vinden overdag en in de avonduren plaats. Functie-eisen Je bent een ervaren commerciële doorzetter met karakter en ondernemers ‘spirit’. Je houdt van succes, hebt plezier in verkopen en in het binnenhalen van orders. Daarnaast ben je ervan overtuigd dat jij zelf je eigen succes bepaalt! Je beschikt over relevante (assurantie)diploma’s, bent communicatief vaardig en je hebt minimaal een MBO-diploma of een vergelijkbaar werk- en denkniveau.
Wij bieden • een centrale backoffice • kwalitatief hoogwaardige leads • zelfstandige, uitdagende functie • interne (product)training • geschikte kandidaten een buitengewoon goed salaris Interesse? Ben je gedreven en vind je hard werken geen probleem, dan vragen wij je te reageren! Je kunt je sollicitatiebrief met cv mailen naar
[email protected].
WWW.UVECO.NL
42
VB_0308_38_43.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
42
12-02-2008
11:00:07
Inkomenspecialist Acceptant inkomen Claim behandelaar
JIJ?
Doe met ons mee! 1207S_NovaDia.indd
1
05-06-2007
09:34:42
Om de intermediair wil je niet heen. Wanneer u een directe dialoog met het intermediair wilt, doet u dat het beste via Het Verzekeringblad. Per saldo het grootste onafhankelijke vakblad voor assurantietussenpersonen. Bel voor meer informatie over adverteren (0570) 64 89 12.
D_[km[k_jZW]_d][d5 ?d^ekZ[b_`a[dXe[_[dZm[ha5 M_b`[c[[hf[hieedb_`a[WWdZWY^j5 ;[d]e[ZX[jWWbZ[lWij[XWWd5 A_`aid[befmmm$Ze[c[[c[jd_]$dbleeh c[[h_d\ehcWj_[e\X[bedief&)+,(+&+&+
NIG Midoffice is een onderdeel van de Nederlandse Interim Groep
Het Verzekeringsblad bereikt direct de intermediair
VB_0308_38_43.indd
43
12-02-2008
11:00:11
T H EMA KATE R N 2 0 0 8
Banksparen, een kort verhaal Begin 2006 is het wetsvoorstel ‘banksparen’ bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel is geïnitieerd door twee Tweede Kamerleden, Staf Depla en Bibi de Vries. Tijdens de parlementaire behandeling heeft Stefan Blok de verdediging van het wetsvoorstel van mevrouw De Vries overgenomen. Bijna twee jaar na indiening, namelijk op 1 januari 2008, is de wet in werking getreden. Met de wet worden de toegestane lijfrenteaanbieders uitgebreid met banken en beleggingsinstellingen. Ook is het mogelijk om bij een bank of beleggingsinstelling fiscaal gefacilieerd te sparen voor de aflossing van de eigenwoningschuld. Dit is mogelijk door middel van een geblokkeerde spaarrekening eigen woning, de SEW, en het geblokkeerde beleggingsrecht eigen woning, het BEW. SEW en BEW vormen de tegenhangers van de sinds 2001 bekende kapitaalverzekering eigen woning, de KEW. Gedwongen winkelnering De initiatiefnemers van het wetsvoorstel vonden de gedwongen winkelnering die bij lijfrenten en de KEW bestaat – in de zin dat een fiscaal gefacilieerde lijfrente of een KEW in de regel alleen bij een levensverzekeraar kan worden ondergebracht – onwenselijk. De uitvoeringskosten van deze verzekeringen zouden hoog en ondoorzichtig zijn. Door nu de aanbiedersmarkt uit te breiden met banken en beleggingsinstellingen wordt een keuzemogelijkheid geïntroduceerd. De initiatiefnemers verwachten dat deze uitbreiding van de markt leidt tot meer concurrentie bij financiële aanbieders. Ook verwachten zij dat de wet een bijdrage levert aan een grotere transparantie in de kostenstructuren van financiële producten. Om te spreken van gedwongen winkelnering lijkt wat misplaatst. Er zijn immers vele levensverzekeraars in Nederland actief. Zouden zij dan niet concurreren? En hoe zit dat met die hoge kosten? Door de initiatiefnemers wordt de suggestie gewekt dat banken zonder meer veel goedkoper zijn dan verzekeraars. Ten tijde van de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel werd deze veronderstelling door velen als absolute waarheid aanvaard, niet in de laatste plaats door de Consumentenbond en de Vereniging Eigen Huis. Inmiddels zijn de eerste bankspaarproducten op de markt verschenen. En wat blijkt, het is absoluut geen Wet van Meden en Perzen dat banksparen altijd goedkoper is dan een verzekering. Ook gaat het te ver om te veronderstellen dat een bankspaarproduct altijd een beter alternatief is voor een verzekering. De vergelijkbaarheid is soms ver te zoeken. Denk alleen maar aan een overlijdensrisicodekking naast een hypotheek. Als je je partner niet met een hoge hypotheekschuld wilt opzadelen bij jouw overlijden, doe je er verstandig aan om een overlijdensrisicodekking te verzekeren. Een dergelijke verzekering
44
VB_0308_44_56.indd
door mr. Ruben Stam, senior fiscalist, Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale-Nederlanden. Dit artikel is op persoonlijke titel geschreven.
kan een bank – anders dan als intermediair – niet aanbieden. Hetzelfde geldt voor bijvoorbeeld premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid of een arbeidsongeschiktheidsrente. Bij (zuivere) bankspaarproducten kunnen dergelijke typische verzekeringsdekkingen niet voorkomen. De initiatiefnemers schilderen de premies voor dergelijke dekkingen min of meer af als kostenposten. Dat een verzekeringnemer hier ook daadwerkelijk iets voor terug krijgt, wordt gemakshalve vergeten. Dat is natuurlijk niet terecht. Als je jarenlang de premies voor een brandverzekering hebt betaald, zeg je ook niet dat je voor niets premies hebt betaald als je huis niet is afgebrand. Waarom hier dan wel? Ik wil hier overigens niet mee zeggen dat banksparen nooit een goed alternatief is voor een verzekering. Dat hangt af van de feiten en omstandigheden van het geval. Als een alleenstaande bijvoorbeeld een eigen woning koopt en daarvoor een hypotheek afsluit, zal de behoefte aan een overlijdensrisicoverzekering doorgaans niet of in veel mindere mate aanwezig zijn. Eén ding is echter wel zeker: met de komst van banksparen is de complexiteit van de materie alleen nog maar verder toegenomen. De rol van de adviseur neemt daardoor ook toe, te meer daar er ook nogal wat essentiële technische verschillen zijn tussen banksparen en verzekerd sparen.
Lijfrentesparen De titel van de wet spreekt over banksparen ten behoeve van pensioenopbouw. Dat is om twee redenen misleidend. Ten eerste gaat het hier niet om pensioensparen maar om lijfrentesparen. Een pensioenregeling kan nog steeds niet worden uitgevoerd door een bank of beleggingsinstelling. In de regel zal een werkgever voor het onderbrengen van de pensioenregeling bij een pensioenverzekeraar of pensioenfonds moeten aankloppen. De tweede reden waarom de titel van de wet misleidend is, is omdat banken en beleggingsinstellingen behalve in de opbouwfase ook in de uitkeringsfase van een lijfrente een rol van betekenis kunnen spelen. De voor lijfrenteverzekeringen geldende lijfrentevormen zijn hierbij zo goed en zo kwaad als dat gaat vertaald naar bancaire lijfrenten. De Wet IB 2001 kent op dit moment voor verzekerde lijfrenten drie lijfrentevormen: de levenslange oudedagslijfrente, de tijdelijke oudedagslijfrente en de nabestaandenlijfrente. Alleen voor deze drie verzekerde lijfrentevormen zijn bancaire tegenhangers geïntroduceerd.
nummer 3 - 14 februari 2008
44
12-02-2008
11:01:46
BEL EGGEN
Allereerst betekent dit dat er geen bancaire tegenhanger is geïntroduceerd voor de overbruggingslijfrente. Bij een verzekeraar kan men voor deze lijfrentevorm – voortvloeiende uit het overgangsrecht bij de Wet VPL – nog wel terecht. Ook voor een oud regime lijfrente – met alle flexibiliteit die daaraan verbonden is – kan men alleen bij een verzekeraar terecht. Weliswaar is het mogelijk om oud regime lijfrentekapitaal over te hevelen naar een bank of beleggingsinstelling, maar de aan het oude regime verbonden flexibiliteit moet men dan ontberen, simpelweg omdat de bancaire uitvoerder gebonden is aan de regels van de Wet IB 2001, waaronder voornoemde drie lijfrentevormen.
Toch zijn er ook – vreemd genoeg – grote verschillen. Zo moet de rekeninghouder bijvoorbeeld altijd over een eigen woning én een eigenwoningschuld beschikken. Bij de KEW geldt dat niet. Daar mag de partner van de rekeninghouder bijvoorbeeld ook best volledig eigenaar zijn van de woning. Het is dan bij partners niet altijd mogelijk om gebruik te maken van de ‘dubbele uitkeringsvrijstelling’ (of eigenlijk: dubbele deblokkeringsvrijstelling). Deze twee punten zijn overigens ook tijdens de Eerste Kamerbehandeling van het wetsvoorstel naar voren gekomen. Het wachten is nu of Financiën deze verschillen ernstig genoeg vindt om de wet hierop aan te passen.
Er is nog een aantal andere lijfrenten die een bank of belegginginstelling niet kan aanbieden. Gedacht moet worden aan de alimentatielijfrente, de pensioenverrekeningslijfrente en de invalidekindlijfrente. Deze drie lijfrenten uit het rariteitenkabinet van de Wet IB 2001 komen in de praktijk niet heel veel voor. Wat wel veel voorkomt is een goudenhanddrukstamrecht. Een dergelijk stamrecht kan evenmin door een bank of beleggingsinstelling worden aangeboden.
Inherent aan de SEW en het BEW is dat premiesplitsing geen optie is. Premiesplitsing wordt veelvuldig toegepast bij een KEW. Door middel van premiesplitsing kan successieheffing bij overlijden worden voorkomen, mits uiteraard aan alle randvoorwaarden is voldaan. Bij deblokkering van een SEW of een BEW bij overlijden kan successieheffing ook aan de orde zijn. Deze heffing kan niet worden voorkomen door premiesplitsing of iets vergelijkbaars. Ook erfrechtelijk zijn er verschillen. Bij verzekeringen verkrijgt de begunstigde bij overlijden niet krachtens erfrecht, maar op grond van een overeenkomst van levensverzekering. Bij bankspaarproducten ligt dit anders. Die vallen namelijk wel in de nalatenschap van de overleden rekeninghouder.
Het is geen Wet van Meden en Perzen dat banksparen altijd goedkoper is dan een verzekering Hét kenmerkende verschil tussen een bancaire lijfrente en een verzekerde lijfrente is dat een bancaire lijfrente altijd levensonafhankelijk is, terwijl een verzekerde lijfrente dit nu juist wel is. De verzekerde levenslange oudedagslijfrente keert dan ook altijd echt levenslang uit, ook al wordt de verzekerde 110. Bij een bancaire lijfrente is het begrip levenslang vertaald naar een bepaalde minimumduur. Deze minimumduur bedraagt twintig jaar plus het aantal jaren dat de rekeninghouder jonger is dan 65 jaar. Overlijdt iemand tussentijds, dan stoppen de uitkeringen niet. De resterende termijnen komen in dat geval toe aan de erfgenamen. Als de rekeninghouder daarentegen langer leeft dan de overeengekomen duur, dan eindigen de uitkeringen wel. Met andere woorden, de rekeninghouder loopt geen kortlevenrisico, maar wel een langlevenrisico. Bij een uitkerende lijfrenteverzekering is het precies omgekeerd.
Sparen voor de aflossing van de eigenwoningschuld Met de inwerkingtreding van de Wet IB 2001 kennen we het fenomeen kapitaalverzekering eigen woning (KEW). Daarvoor waren er ook mogelijkheden om fiscaal gefacilieerd te sparen door middel van een kapitaalverzekering, maar deze kapitaalverzekeringen hoefden niet gekoppeld te zijn aan een eigen woning. De Wet IB 2001 kent sinds 1 januari nu ook de spaarrekening eigen woning (SEW) en het beleggingsrecht eigen woning (BEW). Evenals bij lijfrentesparen zijn de eisen die aan de KEW worden gesteld vertaald naar eisen die gelden voor de SEW en het BEW. In hoofdlijnen zijn de initiatiefnemers daar ook wel in geslaagd. Zo geldt er bijvoorbeeld eenzelfde bandbreedte-eis en eenzelfde duur premiebetaling (of eigenlijk: inlegduur).
Is banksparen een kort leven beschoren? De introductie van het banksparen is nu niet bepaald warm onthaald. Veel banken hebben een afwachtende houding aangenomen. Een van de initiatiefnemers heeft al eens aangegeven hierover wat teleurgesteld te zijn. Op zich is de afwachtende houding van banken wel te verklaren. Bij de introductie van de levensloopregeling heeft menig bank behoorlijk geïnvesteerd omdat zij geloofden in een gouden toekomst voor deze nieuwkomer in de financiële wereld. Helaas kwamen zij behoorlijk bedrogen uit, want de levensloopregeling is tot nu toe weinig levensvatbaar gebleken. De vraag is nu of banksparen eenzelfde levensvatbaarheid heeft. Dat denk ik eerlijk gezegd niet. Banksparen biedt een alternatief voor al langer bestaande financiële producten die wel degelijk populair zijn. Hoewel het door de initiatiefnemers opgeroepen beeld dat bancaire producten mooier, beter en per definitie veel goedkoper zijn dan verzekeringsproducten nog veel van zijn glans zal verliezen, denk ik wel dat banksparen een bestaansrecht heeft. In deze bijdrage is kort uiteengezet wat banksparen inhoudt. Er valt uiteraard nog veel meer te zeggen over dit onderwerp, dat de gemoederen de komende tijd nog zeker vaker zal bezighouden. Over de levensduur van banksparen kan ik kort zijn: ik geloof niet dat we te maken hebben met een tijdelijk fenomeen. Een kort verhaal wordt het dan ook vast niet! Van de hand van de auteur verscheen ook ‘Banksparen. Voor lijfrenten en aflossing eigenwoningschuld’, Kluwer, ISBN 978-90-1304924-4. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_44_56.indd
45
45
12-02-2008
11:04:50
T H EMA KATE R N 2 0 0 8
Banksparen in het advies Sinds 1 januari kunnen we banksparen. En nu we mogen banksparen, rijst de vraag of we ook echt gáán banksparen. De initiatiefnemers van de Wet Banksparen hadden er vorig jaar in ieder geval hoge verwachtingen van. Maar de markt – aanbieders, intermediairs en vooral de klan-
door: dr. Sybe Terwee MFP, Pensioendesk Nederland
ten – beslist natuurlijk uiteindelijk of banksparen inderdaad zo aantrekkelijk is als de wetgever zich voorstelde. Ik ga in deze bijdrage in op de vraag wat banksparen betekent voor het intermediair. Hoe ziet een advies eruit? Hoe leg je banksparen uit? Hoe zit het met je zorgplicht? Wat zijn de verschillen met verzekeringsproducten? En mag je banksparen buiten beschouwing laten in een advies, volgens de Wft? De voorwaarden waaraan een lijfrentespaarrekening of lijfrentebeleggingsrecht bij de bank moet voldoen om voor aftrek van de ingelegde bedragen in aanmerking te komen, lijken erg op de regels voor aftrek van lijfrentepremies. Zo wordt de rekeninghouder aangeduid als verzekeringnemer, net als bij verzekerde regelingen. Er zijn verschillen in de uitkeringssfeer en bij overlijden. Bij in leven zijn van de verzekeringnemer dienen de uitkeringen uiterlijk in te gaan in het kalenderjaar waarin de leeftijd van 70 jaar wordt bereikt, net als bij de verzekerde lijfrente. De uitkeringsduur is wel anders: voor een bancaire ‘levenslange’ oudedagslijfrente minimaal twintig jaar. Als de uitkering ingaat voor het bereiken van de 65-jarige leeftijd, wordt de periode van twintig jaar vermeerderd met de jaren gelegen tussen de uitkering en de leeftijd van 65 jaar. Voor een tijdelijke oudedagslijfrente, ondergebracht bij de bank, geldt net als bij de verzekeraar een uitkeringsperiode van minimaal vijf jaar. Bedraagt de uitkering meer dan 19.761 euro per jaar, dan dient het meerdere uitgekeerd te worden over een periode van minimaal twintig jaar. Bij overlijden heeft de bank te maken met de erfgenamen van de rekeninghouder. De verzekeraar met een verzekeringnemer en een begunstigde, ook al kan dat één persoon zijn. Bij de bank is de uitkeringstermijn minimaal vijf jaar en als men kiest voor ‘levenslang’, twintig jaar. Bij de verzekeraar is een nabestaandenlijfrente altijd levenslang.
Eigen woning Ook voor de aflossing van de eigenwoningschuld kan men sparen bij de bank. Het geld kan ingelegd worden op een bankrekening maar ook belegd in fondsen. De eisen ten aanzien van de inleg zijn gelijk aan die van de KEW: een bandbreedte van 1:10 en een minimale inlegduur van vijftien jaar. Als de bancaire KEW wordt afgesloten, is een eigenwoningschuld nodig. Die eis is er niet bij een KEW. Bij de bancaire KEW imputeert de uitkering niet op de bezitsvrijstelling (zie art. 1, onderdeel AP, Invoeringswet IB 2001). Misschien dat dat laatste verschil nog eens door een wetswijziging wordt opgeheven om de concurrentie tussen banken en verzekeraars eerlijker te maken.
46
VB_0308_44_56.indd
Fiscale aftrek Zonder volledig te willen zijn, noem ik tot slot nog één verschil: de aftrek voor banksparen geldt met ingang van 2008. Terugwenteling van de aftrek over het belastingjaar 2007 is niet mogelijk, zoals bij een levensverzekeraar tot 1 april 2008 wel mogelijk is.
Complex product Een eerste vraag die we ons moeten stellen is: valt banksparen onder de definitie van een complex product? In dat geval moet namelijk een financiële bijsluiter worden uitgereikt en worden er hogere eisen gesteld aan het advies. Een financieel product wordt door de AFM in de volgende gevallen als complex beschouwd: • als het een combinatie van twee productsoorten is; of • als het gaat om een beleggingsfonds of een levensverzekering met een recht op winstdeling. Een combinatie van twee productsoorten heet alleen complex als het product is opgebouwd uit twee of meer productsoorten, zoals beleggen, sparen, verzekeren of lenen, waarbij de waarde van minimaal één van deze productsoorten afhankelijk is van marktontwikkelingen. Een beleggingsverzekering, waarbij een gedeelte van de totale premie wordt belegd, is een voorbeeld van een complex product. In dit geval is er een combinatie van verzekeren en beleggen. Maar een overeenkomst voor banksparen is op zichzelf geen complex product: bij een opbouwproduct kan het puur gaan om sparen en bij een uitkeringsproduct om uitkeringen met een bepaalde looptijd, zonder verzekering, berekend op basis van een vaste rente. Alleen als bij de opbouw niet gespaard wordt maar belegd, is er wél sprake van een complex product. In dat geval moet een beleggingsprofiel ingevuld worden en gelden de gebruikelijke eisen aan het advies. Waar sprake is van sparen met een vaste rente, heeft de adviseur dus te maken met een nietcomplex product, wat het verkopen eenvoudiger maakt.
Advies Wie adviseert, zal de vraag moeten beantwoorden wat beter is voor de klant: een verzekeringsproduct of een bankproduct. Stel, iemand komt binnen met de vraag hoe hij een vrijkomend lijfrentekapitaal zal benutten. De adviseur zal in zijn advies de voor- en nadelen van een tijdelijke of levenslange lijfrente moeten afzetten tegen de voor- en nadelen van een
nummer 3 - 14 februari 2008
46
12-02-2008
11:05:00
BEL EGGEN
tijdelijke of levenslange uitkering bij een bank. In het laatste geval heeft de klant het voordeel dat het resterende kapitaal bij vroegtijdig overlijden aan zijn erfgenamen toekomt, maar daardoor ook het nadeel dat de uitkeringen bij leven lager zijn dan die bij een verzekeraar. De adviseur zal naar verwachting aan de klant uitleggen dat gezondheid bij de keuze tussen bank en verzekeraar een rol speelt. Gezonde klanten, met een hoge levensverwachting, zullen zich bovengemiddeld vaak tot een verzekeraar wenden, wat op den duur leidt tot een verslechtering van de tarieven van verzekeraars voor de direct ingaande lijfrente. Voor dit effect is al gewaarschuwd bij de behandeling van het wetsvoorstel in de Kamer. Maar dit terzijde. Terug naar de adviseur: deze zal een brede vergelijking tussen verschillende mogelijkheden en producten moeten maken voor zijn klant, anders voldoet hij niet aan de eisen van de Wft. Behalve het naast elkaar plaatsen van verzekerings- en bankproducten moet hij eigenlijk ook nog de aandacht vestigen op de mogelijkheid gewoon zelf te sparen. Geen fiscale voordelen, maar ook geen kosten. De kosten van de verschillende producten zullen deel uitmaken van zijn advies. Het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) heeft vorig jaar berekend dat bij de gemiddelde beleggingsverzekering twaalf procent van de inleg gaat naar verzekeraar en beleggingsfondsen en acht procent naar de adviseur. De kosten van banksparen zijn nog niet bekend. Naar de kosten van advies is het nog raden, maar als er geen beleggingen in het spel zijn, is dit advies niet verplicht.
Zijn er wel beleggingen, dan kan het wel eens heel eenvoudig via het invullen van vragenlijsten op het internet worden geregeld. Kosten van beleggingsfondsen op zich hoeven niet meer dan één of twee procent te bedragen. Stel dat de adviseur ook in producten bemiddelt. En stel dat de kosten inderdaad zo laag zullen zijn als hierboven verondersteld. Mogen we dan veronderstellen dat er een objectieve vergelijking wordt gemaakt tussen zelf sparen, banksparen en verzekeringsproducten? Dat lijkt onwaarschijnlijk. Psychologisch onderzoek op allerlei gebieden wijst uit dat menselijke oordelen bewust of onbewust beïnvloed worden door de voordelen en beloningen die eraan vastzitten. Onbevooroordeeld advies is alleen te verwachten van adviseurs die op uurbasis declareren. We weten dat de gemiddelde consument erg weinig overheeft voor zulk advies. Uit een recente enquête bleek dat men voor hypotheekadviezen gemiddeld honderd euro overheeft. Voor een lijfrenteadvies zou de waardering wel eens nog lager kunnen uitvallen. Met andere woorden: de gemiddelde klant zal geen optimaal advies krijgen. We zullen de komende jaren zien hoeveel bankspaarproducten verkocht worden. Als banksparen populair wordt, is de vraag hoeveel mensen die eraan beginnen, goed geadviseerd zijn. De verzekeringsbranche vroeg vorig jaar aan de wetgever om een eerlijk speelveld, het level playing field, tussen banken en verzekeraars. Grote kans dat dat er voor de consument niet is. ■
Spitsuurstudie ***
Banksparen: de feiten, achtergronden en mogelijkheden voor het intermediair Met ingang van 1 januari is banksparen een feit. Dan kan een lijfrente ook bij een bank of beleggingsinstelling ondergebracht worden. Ook is het mogelijk om bij een bank of beleggingsinstelling fiscaal gefaciliteerd te sparen voor de aflossing van de eigenwoningschuld in de vorm van een spaarrekening eigen woning (SEW) of een beleggingsrecht eigen woning (BEW). Q Wat zijn de producttechnische, fiscale en juridische verschillen tussen
bancaire en verzekerde voorzieningen? Q Welke nieuwe producten dienen zich aan? Q En hoe neemt u nieuwe producten mee in uw advisering rondom
financiële producten? De spitsuurstudie Banksparen geeft u feiten, achtergronden en mogelijkheden zodat u goed voorbereid aan de slag kunt! Tijd: Spreker: Kosten: Datum:
16.00 - 20.30 uur Mr. R. Stam, Senior fiscalist bij het Fiscaal-Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden € 295,- (excl. btw) 10 april 2008 Aristo Utrecht
3 punten
10 april 2008 Aristo Utrecht
Inschrijven? Kijk voor meer informatie op www.kluwer.nl/ opleidingen (financiële dienstverlening) of bel 0570-673568
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_44_56.indd
47
47
12-02-2008
11:05:05
T H EMA KATE R N 2 0 0 8
Met de brief op www.vbnet.nl:
Informeer uw relaties over banksparen Wat moet je als intermediair met banksparen? Is het een bedreiging voor de eigen levenproductie of voor de positie als adviseur? Ik zie juist kansen: Het is gewoon een kwestie van goed ondernemerschap. Consumenten zijn niet overmatig geïnteresseerd in banksparen. Net zo min als in levensverzekeringen. Het enige wat een gemiddelde consument wil, is (in dit geval) een oplossing voor zijn pensioen of hypotheekaflossing. Hij wil een oplossing waar hij zich prettig bij voelt, hem geadviseerd door iemand die hij vertrouwt en hij wil in die keuze bevestigd worden door deskundigen, door media en door zijn buurman die weer iemand kent die heel handig in financiële zaken is.
Daarbij is banksparen nog zo pril, dat er ongetwijfeld nog het nodige aan gesleuteld zal worden. Levensverzekeringen hebben al een hele evolutie en een enkele revolutie achter de rug. Zelfs de Consumentenbond, niet altijd aan uw zijde, weet nog niet of de nu gepresenteerde bankspaarproducten voor de consumenten wel een verbetering zijn. De bond vindt de producten ‘niet eenvoudig’ en geeft het advies: ‘Laat je bijstaan door een deskundig adviseur’.
Houd uw hoofd koel Fris alternatief Consumenten zijn wél gevoelig voor sensatie. Dus als de media en de buurman roepen dat die verzekeraars grote boeven zijn, die jarenlang argeloze consumenten belazerd hebben en uitsluitend hun eigen financieel gewin voor ogen hebben, dan ontstaat er een markt voor andere aanbieders. Banksparen lijkt dan een fris en fruitig alternatief: lekker doorzichtig, geen verborgen kosten en zonder toeters en bellen. Je weet wat je spaart, de inleg is fiscaal aftrekbaar en als je dood gaat, is het geld niet in een keer verdwenen.
Door René Teuwen, Directeur TDM, marketing/ communicatiebureau voor financiële dienstverleners
48
VB_0308_44_56.indd
Toch is een bankspaarproduct in de praktijk niet veel begrijpelijker of ‘interessanter’ dan een verzekering. Onzekere factoren als de rente per aanbieder en de kosten die de bank als provisie in rekening brengt, maken het vooralsnog moeilijk voor de consument om de producten naast elkaar te leggen en de beste uit te kiezen. Bovendien is het in zoverre een kaal product, dat klanten toch extra zekerheid willen inbouwen door er alsnog een verzekering aan te koppelen. Want hoe prettig vinden klanten een pensioenaanvulling die op hun 85ste op is? Bij levensverzekeringen is het prettig als je langer leeft, je hebt de verzekeringsmaatschappij dan mooi tuk. Bij banksparen is het uit financieel oogpunt niet zo verstandig om al te oud te worden.
En dat is natuurlijk het enig juiste advies. Voor u als adviseur is er een mooie taak weggelegd om uw hoofd koel te houden. Door uw klant goed te informeren beide producten naast elkaar te leggen en uw klanten te wijzen op de merites van beide. Het feit dat er een nieuw product in de markt bij is gekomen, is voor u als ondernemer niets bijzonders. Het is alleen maar gezond dat consumenten iets te kiezen hebben. Van gedwongen winkelnering wordt niemand ooit vrolijker. Dat Kruidvat en Hema verzekeringen verkopen, dat via internet bijna alles direct te sluiten is, dat intermediairverzekeraars ook rechtstreeks met de consumenten in zee willen; het zijn, net als de introductie van het banksparen, gewoon ondernemerskwesties. U doet waar u goed in bent en onderscheidt zich als vertrouwenspersoon en als persoonlijk adviseur. U geeft advies op basis van uw kennis van de markt én uw kennis van de klant. Business as usual dus. Om u te helpen, hebben voor u een voorbeeldbrief om uw klanten te informeren over de gang van zaken van banksparen. Deze brief kunt u eenvoudig downloaden via: www.vbnet.nl/ondernemerschap/bs.htm. ■
nummer 3 - 14 februari 2008
48
12-02-2008
11:05:18
BEL EGGEN
Slaagt banksparen in haar doelstellingen?
Meer aanbieders? Meer keuze voor de consument? Met het wetsvoorstel Banksparen is beoogd dat consumenten op een voordeligere manier (goedkoper) fiscaal vriendelijk kunnen sparen. De gedachte is/was dat na invoering
door: Egon Borghuis, fiscaal adviseur Fortis ASR
van de wet er meer aanbieders zullen komen, waardoor de markt meer concurrend zal zijn. De consument moest ook meer te kiezen krijgen. De vraag is of we al kunnen concluderen of deze doelen worden gerealiseerd; zijn er meer aanbieders, is er meer keuze voor de consument? Voor wat betreft de eerste vraag is het antwoord ja, in ieder geval in letterlijke zin. Elke bank die een lijfrentebankspaarrekening presenteert (opbouw of afbouwfase) of een spaarrekening eigen woning, mag zichzelf een nieuwe aanbieder noemen. Een nuancering bij het beschouwen van het aantal nieuwe aanbieders is de vraag welke strategie een bankverzekeraar (ING, Fortis, SNS Reaal) hierbij voert. Een andere beweging die zichtbaar is, is die van de verzekeraars die met ‘kale’ levensverzekeringsproducten komen. Dat zijn verzekeringen die (zonder provisie, dus goedkoper) via internet rechtstreeks aan de man worden gebracht. Een enkele verzekeraar is al zover (E-wize van Erasmus), andere kondigen aan met deze producten te gaan komen. Het is de vraag of deze ontwikkeling volledig toe te schrijven is aan de introductie van banksparen, maar het lijkt meer dan een toevallige samenloop. De vraag of de consument meer keuze heeft is, gezien het voorgaande, op meerdere manieren bevestigend te beantwoorden: • Er zijn meer en andere aanbieders (banken). Die bieden bovendien een ander product aan. Fiscaal mag het dan wel als ‘identiek product’ bedoeld zijn, maar er zijn essentiële verschillen in de productkenmerken. Zie ook onder het volgende kopje (‘Goedkoper?’). • Verzekeraars presenteren nieuwe producten (of kondigen deze aan).
Goedkoper? Het vergelijken van de kosten van een bankrekening met een levensverzekering roept bezwaren op. Zo krijg je als consument
bijvoorbeeld niet dezelfde tegenpresatie. Simpelweg omdat het ene product (bankrekening) nu eenmaal wezenlijk verschilt met het andere (verzekeringsproduct). Neem de lijfrente-uitkeringen kant. Bij een vergelijking van een lijfrente-uitkering van tien jaar op twee levens vanaf 65 jaar (man en vrouw), blijkt bij een vergelijking de jaarlijkse uitkering bij de verzekeraar net iets hoger dan die van de bank. Maar wanneer de beide ‘verzekerden’ bijvoorbeeld binnen acht jaar zouden overlijden, zien we een verschil. En dat verschil is in het voordeel van de bank: die keert dan de laatste twee jaren uit aan de erfgenamen. ‘Een gratis contradekking’ zo noemt de bank dit. En daarmee hebben we een nieuwe vergelijking die mank gaat. De uitkering uit een contradekking is belastingvrij, de resterende periodieke uitkeringen zijn belast. En om het verhaal dan maar helemaal compleet te maken: het verschil tussen de echte levenslange lijfrente die de verzekeraar aanbiedt, versus de vaste rente (minimaal twintig jaar) van de bank, schept anti-selectie. De gezonde lijfrentenier zal meer voelen voor het afdekken van het langlevenrisico en kiest eerder voor het verzekeringsproduct. De minder gezonde consument neigt eerder naar de bancaire variant. Op den duur zal de verzekeraar genoodzaakt zijn haar tarieven bij te stellen. Het willen maken van een objectieve vergelijking is vrij zinloos.
Maatwerk en advies Interessant is in ieder geval om te constateren dat lijfrente als uitkeringsproduct, meer dan ooit maatwerk en persoonlijk advies vergt. Reken maar na: de verschillen in producten (productkenmerken, fiscale verschillen), en zelfs juridische verschillen (bij overlijden valt het banktegoed in de nalatenschap, de verzekering daarentegen keert rechtstreeks uit aan de begunstigde) maken het voor de consument vooral ook een stuk ingewikkelder. Maar goed dat de voordelen van oud regime lijfrentekapitaal alleen via verzekeringsproducten kunnen worden uitgevoerd. Advieskwaliteiten worden anders misschien te zwaar op de proef gesteld, verzekeraars fungeren hier doorgaans als dankbaar verlengstuk van de adviseur.
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_44_56.indd
49
49
12-02-2008
13:23:19
T H EMA KATE R N 2 0 0 8
Wanneer onder de doelstelling van de wet ook ‘makkelijker kunnen overstappen’ moet worden verstaan (zoals bijvoorbeeld de Consumentenbond noemt), is het van belang om stil te staan bij de vraag hoezeer overstappen voor de hand ligt. Bij een spaarproduct voor de eigen woning bijvoorbeeld (kapitaalverzekering, spaarrekening of beleggingsrecht eigen woning), werpen om te beginnen de fiscale regels een flinke drempel op. In verband met de maximale looptijd van dertig jaar (van zowel het product als van de fiscale renteaftrek over de eigenwoningschuld), is het vooral verstandig de overeenkomst ongewijzigd voort te zetten. Ook bij een verhuizing. Zie bijgaand voorbeeld ter verduidelijking. Een eventuele hogere eigenwoningschuld moet je fiscaal opknippen tussen het ‘oude’ (bestaande) en het ‘nieuwe’ deel van de lening. Een ander punt is dat het eigenwoningspaarproduct vaak verpand is. De pandhouder zal doorgaans gelieerd zijn aan of mogelijk onderdeel zijn van de bank of verzekeraar waar de lening loopt. Die zal niet snel geneigd zijn mee te werken aan de overheveling naar een andere uitvoerder.
Vooral zelfstandigen Oorspronkelijk bestond het voorstel alleen uit het ‘lijfrente’ deel. Daarbij was vooral oog voor de zelfstandige. Dit is immers een groep die voor de opbouw van aanvullend pensioen is aangewezen op voorzieningen in de derde pijler. Al met al is het zeer de vraag hoe verheugd de zelfstandige zal zijn met de nieuwe mogelijkheden. De kans is groot dat de toch wat meer indirecte voordelen (de eerder geschetste ‘gratis contraverzekering’), niet opwegen tegen het nadeel van de verlaging van
Voorbeeld Peter koopt zijn eerste nieuwbouwwoning in 2002 voor € 120.000, volledig gefinancierd. Ter aflossing van de financiering sloot hij een KEW met einddatum 2032. In 2008, zes jaar later, verhuist hij naar een grotere woning. De uiteindelijke eigenwoninglening na verhuizing bedraagt € 160.000. Van dit bedrag is € 120.000 nog 24 jaar aftrekbaar, € 40.000 is nog 30 jaar aftrekbaar. Zou Peter zijn KEW verhogen (al of niet via een product bij een nieuwe aanbieder) naar een uitkering € 160.000, dan verspeelt hij zes jaar renteaftrek over € 40.000. Hij zal immers de einddatum moeten handhaven op 2032, de KEW wordt geacht na 30 jaar uit te keren. Logischer is dus dat hij zijn bestaande KEW ongewijzigd voortzet. de premiegrondslag van € 47.700. Deze verlaging treft de ondernemer zelfs harder dan de werknemer. Bij een gemiddelde winst van € 80.000, kan die winst door schommelingen variëren tussen bijvoorbeeld € 40.000 en € 130.000. Met de huidige maximum inkomensgrondslag van € 115.961, valt een deel van zijn winst dus wel eens buiten de boot. Een werknemer met een inkomen van € 80.000 wordt daar niet mee geconfronteerd.
Slaagt banksparen? Het antwoord op de vraag in de titel ligt genuanceerd. Om het toch in termen van ‘ja’ en ‘nee’ te willen uitdrukken, is het nu nog wat te vroeg. Ook onder de aanbieders, waarmee ik banken en verzekeraars bedoel, moet het echte geweld nog gaan losbarsten waarschijnlijk. ■
Verzekering versus bankproduct Op deze pagina geven wij een schematische weergave van de belangrijkste verschillen tussen een verzekerings- en een bankspaarproduct, die van belang zijn bij
de advisering. Natuurlijk zal het intermediair in het advies daarnaast ook de rendementen en kosten van de diverse specifieke producten moeten betrekken.
Verzekering versus bankproduct Verzekering
Bankproduct Algemeen
Premiesplitsing mogelijk.
Geen premiesplitsing mogelijk.
Uitkering bij overlijden komt toe aan de begunstigde(n).
Geen begunstigingsmogelijkheden. Bij overlijden komt het banktegoed of de waarde van het beleggingsrecht toe aan de erfgenamen. Als de rekeninghouder of de houder van het beleggingsrecht een bepaalde persoon op het oog heeft gehad als ‘begunstigde’ dan zal hij dit testamentair moeten regelen.
Als de nalatenschap negatief is, kan de nalatenschap verworpen worden terwijl daarnaast de begunstiging uit hoofde van een levensverzekering aanvaard kan worden.
Verwerping van de nalatenschap omvat ook het tegoed op de bankrekening of de waarde van het beleggingsrecht.
Overlijdensdekking mogelijk.
Geen overlijdensdekking mogelijk (anders dan het tegoed op de rekening of de waarde van het beleggingsrecht).
Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is mee te verzekeren.
Geen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid mogelijk.
Een arbeidsongeschiktheidsrente is mee te verzekeren.
Een arbeidsongeschiktheidsrente is niet mee te verzekeren.
Betaling van de rekening van de assurantietussenpersoon ter zake van het afsluiten of verlengen van een verzekering of het incasseren van premies wordt gelijkgesteld met de betaling van een premie.
Betaling van de rekening van de assurantietussenpersoon ter zake van het afsluiten of verlengen van een bancair lijfrenteproduct of een SEW of BEW, dan wel het incasseren van stortingen hiervoor wordt niet gelijkgesteld met de storting van een bedrag op de geblokkeerde rekening of het geblokkeerde beleggingsrecht.
50
VB_0308_44_56.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
50
12-02-2008
13:23:28
BEL EGGEN
Verzekering versus bankproduct Verzekering
Bankproduct Lijfrentevoorzieningen
Overbruggingslijfrente – binnen de grenzen van het bij de Wet VPL getroffen overgangsrecht – mogelijk.
Er is geen bancaire tegenhanger voor de overbruggingslijfrente.
Bij de bepaling van de minimum looptijd van een nabestaandenlijfrente moet in beginsel zijn voldaan aan het 1%-sterftekanscriterium. Let op: er kunnen aanvullende eisen gelden!
De minimum looptijd van een bancaire nabestaandenlijfrente bedraagt in beginsel vijf jaar. Let op: er kunnen aanvullende eisen gelden!
Een levenslange lijfrente keert ook daadwerkelijk levenslang uit. Het langlevenrisico is een verzekerbaar risico.
Bancaire lijfrente is per definitie niet levensafhankelijk. Het langlevenrisico is niet afgedekt.
Om het kortlevenrisico af te dekken, moet separaat een contraverzekering worden gesloten.
Er wordt geen kortlevenrisico gelopen. Kapitaalverlies is bij een bancair product niet mogelijk.
Uitvoering van een lijfrente waarop het regime van de Brede Herwaardering I van toepassing is – met alle flexibiliteit die daarmee samenhangt – is mogelijk.
Als een lijfrente waarop het regime van voor de Brede Herwaardering I van toepassing is, wordt uitgevoerd door een bank of beheerder van een beleggingsinstelling, dan moet er sprake zijn van een toegestane bancaire lijfrente (verlies flexibiliteit).
Een (tijdelijke) oudedagslijfrente mag na het overlijden van de (gewezen) partner afnemen tot 70% van het oorspronkelijke bedrag.
Een (tijdelijke) oudedagslijfrente moet vast en gelijkmatig blijven. De termijnen mogen niet dalen na het overlijden van de (gewezen) partner.
Alimentatielijfrente mogelijk.
Geen alimentatielijfrente mogelijk.
Pensioenverrekeningslijfrente mogelijk.
Geen pensioenverrekeningslijfrente mogelijk.
Levenslange nabestaandenlijfrente keert levenslang uit.
De vertaling van de verzekerde levenslange nabestaandenlijfrente naar de bancaire tegenhanger heeft plaatsgevonden door hier een duur aan te koppelen van minimaal 20 jaar. Afhankelijk van de leeftijd van degene die de termijnen ontvangt, kan dat (aanzienlijk) korter zijn dan levenslang.
Verzekering versus bankproduct Verzekering
Bankproduct Product voor aflossing eigenwoningschuld
De woning van de verzekeringnemer, zijn echtgenoot of degene met wie hij duurzaam een gezamenlijke huishouding voert, moet een eigen woning zijn.
De woning van de rekeninghouder of houder van het beleggingsrecht moet een eigen woning zijn.
De begunstigde moet de uitkering uit de KEW aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld. De begunstiging is vrij. Het is niet noodzakelijk dat er gedurende de looptijd van de KEW een eigenwoningschuld is.
De rekeninghouder moet een eigenwoningschuld hebben zolang de SEW of het BEW bestaat.
De uitkering uit de KEW imputeert op: • de uitkeringsvrijstelling voor de KEW, de SEW en het BEW; • de uitkeringsvrijstelling voor Brede Herwaardering I kapitaalverzekeringen; en • de bezittingsvrijstelling.
De uitkering uit de SEW of het BEW imputeert alleen op de uitkeringsvrijstelling voor de KEW, de SEW en het BEW.
Als er een overlijdensuitkering aan de partner plaatsvindt, wordt diens lifetimevrijstelling verhoogd met de voor de overleden partner nog resterende lifetimevrijstelling.
Als bij overlijden van de partner diens SEW of BEW wordt omgezet in een SEW of BEW voor de langstlevende partner, wordt de lifetimevrijstelling van de langstlevende partner verhoogd met de voor de overleden partner nog resterende lifetimevrijstelling mits de SEW of het BEW wordt voortgezet.
(Bron: ‘Banksparen. Voor lijfrenten en aflossing eigenwoningschuld’, mr. R. Stam, Kluwer, ISBN 978-90-13-04924-4)
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_44_56.indd
51
51
12-02-2008
13:23:33
T H EMA KATE R N 2 0 0 8
Sjoerd Laarberg (Allianz): ‘Als je de nieuwe wereld snel omarmt, ben je sturend’
Niet banksparen óf verzekeren, maar een totaaloplossing In de huidige terminologie zijn we geneigd het Allianz Plus-concept (zie ook het vorige VB, pag. 7) onder de ‘bankspaarproducten’ te scharen. “Maar we hadden de nieuwe Wet Banksparen daarvoor niet nodig. Sterker, ook zonder dat initiatief van Stef (Depla) en Staf (Blok) waren wij hiermee op de markt gekomen. Al in 2006 constateerden wij de trend bij consumenten dat zij flexibele vermogensvorming en een bij hun eigen levensfase passende risicoafdekking meer centraal gingen stellen. Zij vonden dat belangrijker dan één verzekeringsproduct per behoefte, elk met een standaard looptijd van 30 jaar”, zegt Sjoerd L. Laarberg, directeur Sales & Marketing van Allianz Nederland. “Dat leidde bij ons tot de conclusie dat je de klant niet voor 30 jaar moet binden aan één product waarin je alles hebt geïntegreerd. Eigenlijk kun je zeggen dat we teruggegaan zijn naar de basis. In een open platform bieden wij de mogelijkheid van vermogensopbouw, modulair aangevuld met risicoafdekking. Verschillende levensfases en bijpassende behoeften zijn immers niet samen te brengen in één product.” Niet de initiatiefwet Banksparen was de inspiratiebron, maar onze eigen visie en de ontwikkelingen in landen die ons vaak voorgaan. “Ik richt mijn blik graag op Australië en het Verenigd Koninkrijk”, zegt Sjoerd Laarberg. “Veel trends uit die landen waaien naar ons land over. Sparen voor hypotheekaflossing en voor de oudedag vindt daar plaats via spaar- en beleggingsrekeningen. Daarnaast adviseren financieel planners de consumenten hoe zij hun risico’s beheersbaar kunnen houden en kunnen afdekken. Die tendens is intussen ook in ons land zichtbaar. Je merkt een aversie tegen langdurige contracten waarin zowel kapitaalopbouw en risicodekkingen, als fiscaliteiten zijn verpakt. En dan vaak op een zodanige manier dat wanneer een consument één element wil veranderen, de hele overeenkomst ontbonden moet worden. Of, om het anders te zeggen, met de standaard lange looptijd moet vroegtijdig worden afgekocht. Waar dat toe leidt, hebben wij aan den lijve mogen ondervinden, bijvoorbeeld in de vorm van kostenverrekening voor de resterende looptijd.”
Klant niet straffen omdat zijn leven verandert “Natuurlijk kun je het argument hanteren dat het afkopen van een lopende overeenkomst per definitie geld kost. Maar
52
VB_0308_44_56.indd
Sjoerd L. Laarberg, directeur Sales & Marketing, Allianz Nederland
in de huidige tijd mag je er niet meer vanuit gaan dat consumenten zich dertig jaar in hetzelfde keurslijf laten persen. Daarvoor leven we in een te dynamische wereld. Niemand kan meer overzien hoe haar of zijn leven er over tien jaar, laat staan over dertig jaar, uitziet. Daarom zijn contracten niet altijd even goed passend gedurende de gehele looptijd. Door het systeem van losse producten in het verleden”, vervolgt hij, “moest je een overeenkomst beëindigen en een nieuwe sluiten. Daarmee kweek je als het ware ontevreden klanten. Je mag een klant niet straffen omdat zijn leven verandert, maar je moet hem helpen een oplossing aan te dragen om op die verandering te kunnen inspelen. We geven met het Allianz Plus-concept het intermediair de mogelijkheid die oplossing voor zijn relaties te bieden.” Zoals wij in het vorige VB al schreven, bestaat de kern van het product uit een (beleggings)rekening, uiteraard toegesneden op het risicoprofiel van de klant. “Op een (deel van de) rekening kunnen we een fiscale clausule plaatsen, waardoor die geblokkeerd wordt ten behoeve van bijvoorbeeld de aflossing van een hypothecaire schuld. Aan een andere rekening kan een lijfrenteclausule hangen en een volgende kan het doel hebben om te expireren wanneer een kind gaat
nummer 3 - 14 februari 2008
52
12-02-2008
13:23:40
BEL EGGEN
studeren. Gesteld nu dat de lijfrenteclausule moet vervallen. Dan betekent dit niet dat de hele overeenkomst vervalt. Alleen de clausule wordt beëindigd en niet het product. De rekening blijft als het ware gewoon intact, zij het dat er op dat moment sprake kan zijn van fiscale gevolgen. Maar natuurlijk heeft de adviseur dit al in een eerder stadium met zijn relatie doorgesproken. Het bewijst dat deze producten juist door de flexibiliteit uiterst adviesgevoelig zijn. Alle mutaties, die een klant wil, mogen en kunnen – vaak zonder extra kosten – maar de consequenties van die mutaties moeten wel passend zijn voor de klant en om dat na te gaan, heeft hij de adviseur nodig.”
Wetswijzigingen: geen probleem “We hebben het nu over de mutaties die een klant wil doorvoeren, maar”, zegt Sjoerd Laarberg enthousiast, “zowel de klant als de adviseur heeft ook minder hoofdbrekens bij verandering van wet- en regelgeving. De ervaring leert ons dat we eens in de acht jaar geconfronteerd worden met wezenlijke fiscale wijzigingen. Daardoor moest je in de ‘oude wereld’ je product stoppen of helemaal omgooien. Nu betekent het dat ‘de pot met geld’ onaangetast blijft. Alleen de ‘extra’s’ worden dan aan een nieuw regime aangepast.”
“Het bewijst dat deze producten juist door de flexibiliteit uiterst adviesgevoelig zijn” We hebben het niet over banksparen en ook niet over verzekeren. “We hebben het over een combinatie die modulair is opgebouwd, dus over een totaaloplossing. Natuurlijk zal een intermediair zijn klant adviseren om risico’s af te dekken. Die verzekering staat naast de vermogensopbouw. Verandert er iets in het leven van de klant, dan hoeft alleen de risicodekking te worden aangepast.” Blijft het feit dat bij overlijden het saldo van de rekening naar andere nabestaanden kan gaan, dan de uitkering van de risicodekking. “Dat klopt”, zegt Laarberg, “we hebben hier te maken met wetgeving die voorschrijft dat het saldo van de rekening naar de wettige erfgenamen gaat en de verzekeringsuitkering naar de begunstigde, omdat die niet in de nalatenschap valt. De adviseur zal dat uiteraard met zijn relatie van tevoren doornemen en hem wijzen op de mogelijkheid een testament op te maken of te veranderen. Ook Allianz zelf verleent daar steun bij in de vorm van een ‘notarisnotitie’ die wij op de website geplaatst hebben. Dit voorbeeld geeft al aan dat we het hier niet over een product hebben, maar over een denkrichting, waarin het oplossingsgericht meedenken met de klant centraal staat.”
Hoe leniger, hoe adviesgevoeliger “De kosten- en provisiestructuur is volkomen transparant”, gaat Laarberg verder. “Wij berekenen alleen een vaste managementfee van 0,65 procent tot 1,25 procent, afhankelijk van de gekozen fondsen. Verder confronteren we de klant niet met aan- en verkoopkosten. Zelfs het switchen is voor
de cliënt kosteloos. Met andere woorden: hij kan, wanneer dat nodig is, de gespaarde bedragen gratis herverdelen. En vergeet niet, dat vrijwel alle herverdelingsmomenten ook adviesmomenten zijn. Hoe leniger het product, hoe adviesgevoeliger, daar ben ik van overtuigd.” Hoe kunnen adviseurs daarop inspringen qua beloningsstructuur? “Wij zien een aantal bewegingen ontstaan. Veel intermediairs hebben hun provisie op nul gesteld. Dat zijn de fee-adviseurs. Maar ook rekent een aantal een half procent doorlopende provisie. Zij geven daarmee aan dat zij gedurende de hele looptijd een zorgplicht te vervullen hebben. Klanten hebben daar begrip voor, zo blijkt in de praktijk. Natuurlijk kan een adviseur bij elke transactie opnieuw bepalen of, en welke provisie hij in rekening wil brengen en dit bespreken met zijn klant. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer een bedrag, waarop een lijfrenteclausule van toepassing is, vrij valt en omgezet wordt in een direct ingaande lijfrente.”
Verdienmodel intermediair “Adviseurs vertellen vaak dat hun pensioen geborgd is door de waarde van hun kantoor”, antwoordt Laarberg op de vraag naar het verdienmodel voor het intermediair. “Zij doelen daarmee voornamelijk op de waarde in hun portefeuille. Maar vroeger kocht een koper die met het terugboekrisico van vooruit verdiende provisies en verdisconteerde dat in de koopprijs. In onze ‘nieuwe wereld, De wereld van Strax’ kan men een portefeuille met groei aanbieden. Natuurlijk besef ik dat de marges niet te vergelijken zijn met de premie maal duurconstructie van vroeger. Maar door de groei van het op te bouwen vermogen nemen ook de inkomsten van de adviseur toe. Dat geeft in het begin misschien aanloopproblemen, maar op die manier zet je wel een gezonde en waardevaste onderneming neer.
“Elke klant weet dat de schoorsteen van de adviseur ook moet roken” Overigens kunnen wij de adviseur helpen om door deze overgangsfase heen te komen in de vorm van een voorfinanciering van de doorlopende provisie, uiteraard met inachtneming van de Adviesmatch-regels.” Aan de andere kant kan een adviseur de klant best uitleggen dat zijn advies kosten met zich meebrengt. “Niemand vindt het erg om voor een dienst te betalen”, zegt Sjoerd Laarberg, “als de kosten maar fair zijn. Als die maar in verhouding staan tot de geleverde diensten. Elke klant weet heel goed dat ook de schoorsteen van een adviseur moet roken.” Zijn advies aan de adviseur is “om de nieuwe wereld snel te omarmen. Als je dat in het beginstadium doet, ben je sturend. Wanneer je de ontwikkelingen over je heen laat komen, bepaalt de beweging welke richting je op moet”, waaraan hij toevoegt: “en datzelfde geldt voor verzekeraars.” ■ Jan Aikens
nummer 3 - 14 februari 2008
VB_0308_44_56.indd
53
53
12-02-2008
13:23:44
SAT I R E
Vertrouwen “Wie kan je nog vertrouwen?” Het zag er niet naar uit dat de barometer van de met gebogen rug in mijn stoel zittende grijze krullenbol vandaag nog een streepje zou stijgen. “Ja, misschien mijn eigen vrouw”, antwoordde hij zichzelf, “al zit ze wel hele dagen te chatten. Met vriendinnen, zegt ze. Maar voor hetzelfde geld zijn het seriemoordenaars of vrouwenverkrachters die met mooie meisjesnamen hebben ingelogd. Weet ik veel?” – Nou, kop op meneer, zei ik, ook uit eigenbelang omdat hij steeds dieper voorover boog waardoor ik nog nauwelijks bij zijn krullen kon. Het hielp heel even. Al snel kromde hij weer. “Ik denk dat ze nu ook achter de computer zit. Te typepraten met ene José. Zou wel eens willen weten wie die José is. Kan best een plooirok uit Het Gooi zijn, maar voor hetzelfde geld is het een stierenvechter die mijn vrouw aan zijn rapier wil rijgen. Ze vertrouwt alles wat niet deugt. Ik spreek niet graag kwaad over haar, maar die gewoonte heeft me knap in mijn ontwikkeling geremd. Hoe vaak ik haar niet gesmeekt heb wat te mogen beleggen. En altijd kreeg ik hetzelfde antwoord: ‘Hier heb je een plakje tongenworst en een snee brood, kan je gaan beleggen’. Kan je nagaan hoe ik er nu bij gezeten had als ik elke maand wat geld naar de beurs had kunnen brengen.” – Misschien iets meer rechtop, suggereerde ik. “Ja kijk, op dit moment heeft het Damrak last van een dipje. Maar dat wist ik van tevoren. Want als je ergens op kan vertrouwen, is het de beurs. Ik hou de bewegingen al jaren bij. Ik zal je mijn grafieken, diagrammen en cijferreeksen wel eens laten zien. Ik wed dat je de patronen meteen herkent. Het is gewoon een kwestie van op tijd instappen en ook op tijd er weer uit. Mijn theoretisch vermogen staat nu op elf miljoen en het praktische vermogen van mijn vrouw op een onsje tongenworst en een halfje bruin.” – Kwestie van rug recht houden, zei ik.
“Was een kwestie van kiezen of delen”, begreep hij me verkeerd. “Ik koos voor mijn vrouw en daarmee voor regering en vaderland. Want ik moest vertrouwen hebben in kabinet en volksvertegenwoordiging. Die weten wat goed voor ons is. Zegt nota bene mijn vrouw, die haar vader nog regeringszegeltjes heeft zien plakken. Je weet wel, waarmee je dankzij de Invaliditeitswet van een mooie oudedag kon genieten. Ja barbier, zo dachten ze er in 1919 over: wie 70 is kan niet meer verdienen en is dus invalide. Die goeie schoonvader van mij plakte vanaf zijn 14e tot zijn 65e zijn tong tot schuurpapier. En wat ving die? Zes gulden en 43 cent per week. Anderhalf jaar lang tot zijn dood, dat wel. Weet u wel, dat ze het laatste zegeltje pas in 1991 hebben afgekocht? Ja precies, drie jaar voordat de regering de hele bevolking opriep om te gaan premiespaarregelen. Mijn vrouw er als de kippen bij. Zal wel ergens goed voor zijn, zei ze, toen de regering daar in 2003 alweer een eind aan maakte. Maar nu heb ik haar.” Eindelijk veerde hij op. “Nu geeft Den Haag me eindelijk de kans te gaan beleggen. Heb je het gehoord, vroeg ik mijn vrouw, we moeten van Den Haag gaan banksparen. En ze tuinde erin. ‘Moet je doen’, antwoordde ze. Natuurlijk voelde ik me een beetje schuldig toen ik meteen op 2 januari de bank binnenstapte en zonder aarzelen het meest offensieve aandelenpakket koos. Ik blij dat niemand behalve Den Haag een beleggingsproduct ‘sparen’ mag noemen!”
BARBIER 54
VB_0308_44_56.indd
nummer 3 - 14 februari 2008
54
12-02-2008
13:23:50
De financiële toekomst goed geregeld www.aegon.nl
NIEUW: AEGON Verzekeren&Beleggen De consument van vandaag heeft behoefte aan transparante financiële oplossingen en professioneel advies. AEGON speelt daarop in met de introductie van AEGON Verzekeren&Beleggen. Een onderscheidend assortiment verzekeringsproducten voor vermogensen inkomensvorming. Met een heldere provisie- en kostenstructuur, een evenwichtige opbouw én een uitstekende opbrengst. Bovendien biedt deze nieuwe beleggingsverzekering uw klant, onder voorwaarden, een unieke beleggingsgarantie.
AEGON Verzekeren&Beleggen is er in vier varianten: Pensioen, Wonen, Vermogen en Junior. Samen vormen ze een nieuwe generatie financiële oplossingen waarmee u uw klanten een compleet assortiment kunt bieden op het gebied van vermogens- en inkomensvorming. En waarmee u een passend aanbod heeft voor de consument van vandaag. Wilt u meer weten? Neem dan contact op met uw accountmanager of contactpersoon van Verkoop Ondersteuning of kijk op www.aegon.nl.
AEGON Levensverzekering N.V. Postbus 23001, 8900 MB Leeuwarden, is statutair gevestigd te Den Haag, Handelsregister 27095315. AEGON Levensverzekering N.V. is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam.
VB_0308_44_56.indd
55
12-02-2008
13:24:12
Congres De HypotheekAdviseur 2008
Uw klant op de middenstip! Q
Q Q Q
Q
Vakinhoudelijk programma, gericht op de gekwalificeerde hypotheekadviseur. Keuze uit diverse lezingen. Actualiteit vertaald naar de adviespraktijk. Infobeurs met veel nieuwe en bekende aanbieders. Bekendmaking ‘Hypotheekadviseur van het jaar’ door Stichting Erkenningsregeling Hypotheekadviseurs.
17 juni 2008 NBC - Nieuwegein Congres De HypotheekAdviseur 2008 wordt georganiseerd door vakblad De HypotheekAdviseur in samenwerking met Stichting Erkenningsregeling Hypotheekadviseurs.
Meer informatie over deelname: www.congresdehypotheekadviseur.nl Meer informatie over sponsormogelijkheden: www.congresdehypotheekadviseur.nl Bel Laura Lustig (0570) 64 89 13 of mail
[email protected].
klu08008_congres_adv-def.indd 1 VB_0308_44_56.indd 56
06-02-2008 13:18:33 12-02-2008 13:24:18