1.1.3 – 1.2.2
Bachelor Cultureel erfgoed Studiegids 2011-2012
1
Bachelor Cultureel erfgoed Studiegids 2011-2012
2
Studiegids 2011-2012
Voorwoord
Voorwoord De keuze voor een studie aan de Reinwardt Academie is een keuze voor een intensieve verbinding met cultureel erfgoed. Erfgoed zichtbaar in objecten, maar ook in verhalen en herinneringen. Iedereen die aan onze Academie studeert of werkt is nieuwsgierig naar erfgoed. De studies van de Reinwardt Academie bereiden voor op een professionele loopbaan binnen de wereld van het cultureel erfgoed of de museologie. In deze studiegids maken wij het curriculum van de bachelor opleiding inzichtelijk. De leerlijnen en de vakken worden toegelicht en met schema’s wordt de opbouw van de studie overzichtelijk. Steeds verwijzen wij ook naar intranet en Blackboard, waar online de actuele informatie terug te vinden is. De Reinwardt Academie opent het nieuwe academisch jaar met twee nieuwe lectoren. Peter van Mensch, lector sinds 2006, is met pensioen na meer dan 30 jaar aan de Reinwardt Academie verbonden te zijn geweest. Wij verwelkomen Hester Dibbits en Riemer Knoop in hun nieuwe werkomgeving en verwachten veel inspiratie vanuit het lectoraat te mogen ontvangen. Daarnaast is het een bijzonder jaar. De Reinwardt Academie viert zijn 35 jarig bestaan. Wij zullen onze vreugde hieromtrent niet door de geluiden uit de maatschappij over linkse hobby’s en grote bezuinigingen laten verpesten, maar blijven uitgaan van de kracht en de bindende werking die cultureel erfgoed de samenleving biedt. Ik wens iedereen een leerzame periode toe en verwacht dat de erfgoedwereld over vier jaar trots kan zijn op weer een nieuwe lichting afstudeerders. Omgekeerd hoop ik dat jullie dan ook trots zullen zijn op de Reinwardt Academie.
Mr. Teus Eenkhoorn Directeur Reinwardt Academie
Colofon
Contact
Redactie Nancy van Asseldonk Jorna Kniese Liesbeth de Lange Pauline van der Pol Jos Scheurink
Reinwardt Academie (AHK) Dapperstraat 315 1093 BS Amsterdam Telefoon: (020) 527 7100 Fax: (020) 527 7101 E-mail:
[email protected] Internet: www.reinwardtacademie.nl
Fotografie Nancy van Asseldonk, Bob Bronshoff, Iona Hogendoorn, Hanne Nijhuis
3
4
Studiegids 2011-2012
Inhoud
Inhoud Studiegids 2011-2012 Voorwoord Colofon Contact Inhoud Inleiding
1 3 3 3 4 8
Informatiemanagement: Erfgoed beschrijven Basisvaardigheden: Taalbeheersing 1 Basisvaardigheden: ICT Studieloopbaanbegeleiding
35 36 36
De organisatie
12
VT 1 - blok 2
36
Directie en Managementteam Commissie van Advies Programmaraad Examencommissie Evaluatiecommissie Faculteitsraad
12 12 12 12 12 13
36
Medewerkers
14
Praktische Zaken
18
Project: Het Veld Erfgoedtheorie: Historisch perspectief Cultuurgeschiedenis: Kunst tot 1900 Management: Erfgoed en Recht 1 Publiek: Erfgoed en Onderwijs Basisvaardigheden: Taalbeheersing 2 Basisvaardigheden: Onderzoeks vaardigheden Studieloopbaanbegeleiding
Studentenvoorzieningen Inschrijven en uitschrijven Kosten Mediatheek Gebouw en voorzieningen
18 18 19 20 20
VT 1 - blok 3
39 39
Opbouw van het onderwijs
22
Uitgangspunten Niveau’s Eindtermen Onderwijs- en examenreglement Onderwijsprogramma Tentamens en examens Rooster Literatuur Leerlijnen Overige studieonderdelen
22 22 23 25 25 26 27 27 27 30
Project: Het Publiek Erfgoedtheorie: Instituut en maatschappij Excursie: Parijs Beheer en behoud: Omgevingsinvloeden 1 Publiek: Publieksonderzoek 1 Management: Marketing Basisvaardigheden: Woord en Beeld Studieloopbaanbegeleiding VT 1 - blok 4
VT 1 - blok 1
34
Project: Erfgoed Erfgoedtheorie: Betekenisgeving Cultuurgeschiedenis: Het Westen 1400-1900 Beheer en behoud: Materialenkennis 1
34 34 35 35
35
37 37 37 37 38 38 38
VT 2 - blok 1 Project Communiceren en Beheren 1 Erfgoedtheorie: Theorie van de presentatie Cultuurgeschiedenis: Interpretatie Management: Erfgoed en Recht 2 Informatiemanagement: Archiefonderzoek Studieloopbaanbegeleiding VT 2 - blok 2
43 43 43 43 44 44 44 45
Project Communiceren en beheren 2 45 Erfgoedtheorie: Theorie van het verzamelen 45 Cultuurgeschiedenis: Eigentijdse geschiedenis 45 Cultuurgeschiedenis: Verzamelen van moderne kunst 46 Beheer en behoud: Materialenkennis 2 46 Studieloopbaanbegeleiding 46 VT 2 - blok 3 & 4
47 47 47 47
40 40
Stage Excursie: Berlijn Publiek: Publieksonderzoek 2 Informatiemanagement en Management: Organisatie en Informatie Studieloopbaanbegeleiding
41
VT 3 - blok 1
48
Project: Positioneren en sturen 1 Erfgoedtheorie: Erfgoedtheorie en professionaliteit Alle leerlijnen: Strategie en beleid Studieloopbaanbegeleiding
48
39 39 40 40 40
Project De Presentatie 41 Erfgoedtheorie: Erfgoed als dialoog 41 Cultuurgeschiedenis: Kunst na 1900 41 Beheer en behoud: Omgevingsinvloeden 2 42 Tentoonstellen: Tentoonstellings vormgeving 42 Informatiemanagement: Toegankelijk maken 42 Basisvaardigheden: Beeld en Geluid 42 Studieloopbaanbegeleiding 42
48 48
49 49 49
VT 3 - blok 2
50
Project: Positioneren en sturen 2 Erfgoedtheorie: Erfgoed en ethiek Basisvaardigheden: Onderzoeksen adviesvaardigheden Studieloopbaanbegeleiding
50 50
VT 3 - blok 3 & 4
51
Minoren Studieloopbaanbegeleiding
51 52
VT 4 - blok 1
52
Project: Positioneren en sturen 1 Voorbereiden afstuderen 1 Excursie: London Studieloopbaanbegeleiding
52 53 53 53
VT 4 - blok 2
54
Project: Positioneren en sturen 2 Voorbereiden afstuderen 2 (2 stp) Studieloopbaanbegeleiding
54 54 55
VT 4 - blok 3 & 4
55
Afstudeerproject Studieloopbaanbegeleiding
56 56
Bijlagen
64
Competenties Kritische reflectie en ‘body of knowledge’ Persoonlijke professionele kwaliteiten
64
51 51
69 70
5
6
Studiegids 2011-2012
Inhoud
7
8
Studiegids 2011-2012
Inleiding
Inleiding De Reinwardt Academie startte in 1976 met een bachelorprogramma Museologie en is vernoemd naar de Leidse hoogleraar en museumpionier Caspar Reinwardt (1773-1854). Vanaf 1987 maakt de Reinwardt Academie deel uit van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en sinds 1992 is de Academie gevestigd in Amsterdam. In 1994 werd de inter nationale masteropleiding Museology aan het aanbod toegevoegd en in 2006 is het Lectoraat Cultureel erfgoed ingesteld. In 2008 werd de naam van de bacheloropleiding Museologie gewijzigd in bachelor Cultureel erfgoed. Dit jaar, 2011, vieren wij ons 35-jarig jubileum. In de achterliggende jaren heeft de Academie zich ontwikkeld tot een belangrijke deelnemer aan de (inter)nationale discussie over professionaliteit. Niet alleen in de museumwereld, maar ook in het bredere erfgoedveld vinden onze afgestudeerden hun weg. Het beheer van erfgoed, evenals de activering van de rol van erfgoed in de samenleving, zal in de toekomst steeds meer een zaak zijn van erfgoedgemeenschappen, dat wil zeggen netwerken van belanghebbenden en belangstellenden, waarbij het onderscheid tussen professionals en niet-professionals vervaagt. Dit vereist een heroriëntatie op het beroepsprofiel van de erfgoedprofessional. De Academie heeft haar curriculum de afgelopen decennia voortdurend vernieuwd en geactualiseerd, in aansluiting op ontwikkelingen in de samenleving en het werkveld. Naast het opleiden van erfgoedprofessionals ontplooit de Reinwardt Academie activiteiten die ontwikkelingen in het erfgoedveld inventariseren, analyseren en ondersteunen, zoals het organiseren van bijeenkomsten, het verzorgen van publicaties en het doen van onderzoek. De Academie wil als kenniscentrum een bijdrage leveren aan de kwaliteit van de beroeps uitoefening in het erfgoedveld en daarmee aan de selectie, het behoud, het beheer en het duurzaam gebruik van erfgoed. In al haar activiteiten laat de Academie zich leiden door een besef van verantwoordelijkheid voor een duurzame ontwikkeling van de samenleving.
Doelstelling
De Reinwardt Academie wil allround erfgoedprofessionals opleiden die een unieke bijdrage leveren aan het behoud, beheer en duurzaam gebruik van cultureel erfgoed en zich daar verantwoordelijk voor voelen. Dat leer je het beste in een leeromgeving die de werkomgeving zo veel mogelijk benadert en waar samen met medestudenten kan worden gewerkt aan het ontplooien van kwaliteiten op een manier die het beste past bij de mogelijkheden en interesses van de student. Zo’n leeromgeving, die ook nog een podium is voor een lopend debat met studenten en beroepsbeoefenaars over het vak, biedt de Reinwardt Academie. De Academie wil de student een zo groot mogelijke verantwoordelijkheid geven voor zijn leeromgeving en de leertrajecten die hij volgt, zodat een student op een aansprekende manier de competenties kan ontwikkelen die noodzakelijk zijn voor toekomstige beroepsuitoefening. Daarnaast wil de Reinwardt Academie een belangrijk podium zijn voor het debat over cultureel erfgoed in Nederland en een ontmoetingsplaats voor beroepsbeoefenaren in binnen- en buitenland.
Cultureel erfgoed
Het begrip cultureel erfgoed verwijst naar alles wat, ongeacht de oorspronkelijke functie, wordt gebruikt als drager van herinneringen aan mensen, plaatsen en tijden. Ieder voorwerpof iedere representatie van een voorwerp - waaraan iemand die herinneringsfunctie geeft, kan als cultureel erfgoed worden aangemerkt. Mestal staat de term voor objecten, maar het kan ook gaan om immateriële zaken, die een gedeelde herinnering van een groep mensen vertegenwoordigen. Welke objecten of zaken dat zijn wordt in belangrijke mate bepaald door erfgoedinstellingen. Immaterieel erfgoed biedt ook de mogelijkheden om het aandachts gebied van de Reinwardt Academie te koppelen aan het aanbod van andere faculteiten van de A msterdamse Hogeschool voor de Kunsten en dat van andere samenwerkingspartners.
Erfgoedinstellingen zijn instellingen die speciaal voor het beheren van cultureel erfgoed in het leven zijn geroepen: musea, archiefbewaarplaatsen, documentatiecentra, historische bibliotheken, et cetera. Samen met ondersteunende instellingen vormen zij het erfgoedveld. Dat erfgoedveld is van oudsher verdeeld in erfgoedsectoren met ieder een eigen beroepspraktijk. In haar programma zoekt de Academie naar een benadering die de verschillende disciplines enerzijds overstijgt, anderzijds respecteert. Er is meer cultureel erfgoed dan de traditionele erfgoedinstellingen beheren. Naast allerlei vormen van particulier beheer van erfgoed, ontstaan er voortdurend nieuwe vormen van institutioneel beheer. Steeds vaker wordt gesproken over het beheer van erfgoed in termen van netwerken of erfgoedgemeenschappen. De Reinwardt Academie sluit zich met haar onderwijs aan bij deze tendens en beperkt zich niet alleen tot de traditionele erfgoedinstellingen.
De opleiding
De Reinwardt Academie maakt erfgoed in de volle breedte tot onderwerp van haar bacheloronderwijs en wil alle instellingen die zich op professionele manier met cultureel erfgoed bezighouden van bekwame beroepsbeoefenaren voorzien. Enerzijds besteedt de Academie in haar onderwijs daarom aandacht aan kunstvoorwerpen, archiefstukken, boeken, monumenten, tradities, het bodemarchief, cultuurlandschappen, planten- en dierentuinen en wat zich maar aan cultuurgoed wil aandienen. Anderzijds leidt de Academie haar studenten op voor professionele functies in een zo breed mogelijk veld: museale instellingen, archiefdiensten, bibliotheken, erfgoedhuizen, galeries en andere organisaties die zich met erfgoed bezighouden. Geleid door adequate kennis van praktijk, theorie en ethiek en een goed begrip van de samenhang daartussen, kan een afgestudeerde erfgoedprofessional verantwoordelijkheid dragen voor de kerntaken in een erfgoedinstelling. De Reinwardt Academie stimuleert studenten na te denken en te experimenteren met nieuwe vormen van verzamelen, beheren, tentoonstellen en communiceren. De master Museology is zowel een op zichzelf staande opleiding als een specialisatie volgend op het bachelorprogramma. Het programma richt zich op musea en de discipline die ten grondslag ligt aan het denken over musea, de museologie. Het gebruik van het woord ‘museology ‘ in plaats van ‘museum studies ‘ wijst niet alleen op een specifiek wetenschappelijke ondergrond, maar benadrukt ook dat institutionele kaders niet centraal staan. Het programma sluit traditionele musea niet uit, maar richt zich ook sterk op nieuwe werkvormen. Het lectoraat Cultureel erfgoed heeft een tweeledig doel: enerzijds het ontwikkelen van een integrale en geïntegreerde theoretische basis voor het vakgebied erfgoed en anderzijds het ontwikkelen van denkbeelden betreffende de omgevingsgerichtheid van erfgoedinstellingen. De activiteiten van de Kenniskring - onderdeel van het lectoraat - worden inhoudelijk bepaald door de relatie tussen werkveld, theoretische reflectie en onderwijskundige toepassing.
Accreditatie
Zowel de bachelor- als de masteropleiding is geaccrediteerd door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. In 2013 zullen alle opleidingen van de AHK, dus ook de bachelor en masteropleiding van de Reinwardt Academie, opnieuw geaccrediteerd worden.
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK)
De Reinwardt Academie is één van de zes faculteiten van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). De andere vijf faculteiten zijn de Nederlandse Film en Televisie Academie, de Academie voor Beeldende Vorming, de Academie van Bouwkunst, de Theaterschool en het Conservatorium van Amsterdam.
9
10
Studiegids 2011-2012
De AHK wordt geleid door een tweehoofdig College van Bestuur. Het bestuur bespreekt met regelmaat beleidszaken met de verschillende faculteitsdirecties; ook worden themabijeenkomsten belegd waar het bestuur met de directies faculteitsoverstijgend beleid formuleert. Daarnaast zijn in het Servicebureau een aantal faciliteiten centraal geregeld, denk daarbij aan Communicatie, Financiën en administratie en Personeelszaken. Het centrale Bureau Inschrijving verzorgt het beheer van de studentenbestanden met betrekking tot de betaling van collegegelden, de jaarlijkse inschrijving, de uitschrijving van studenten en restitutie van collegegelden. De rechten en plichten van de studenten zijn op het centrale niveau van de AHK vastgelegd in een studentenstatuut. Daarin zijn ook de procedures te vinden die te maken hebben met selectie, toelating en inschrijving, onderwijs, leermiddelen, studieadviezen, examens, rechtsbescherming, centrale studentenvoorzieningen en medezeggenschap. Daarnaast is het Reglement van Orde van de Commissie van Beroep voor studenten er in opgenomen. Uitgebreide informatie is te vinden op: www.studentenzaken.ahk.nl
Inleiding
11
12
Studiegids 2011-2012
De organisatie
De organisatie Directie en Managementteam
Het dagelijks bestuur van de Reinwardt Academie is in handen van de faculteitsdirecteur, Teus Eenkhoorn. Hij wordt daarin ondersteund door het managementteam dat naast de directeur bestaat uit het hoofd bedrijfsvoering, Tim Lechner, de twee studieleiders, Nancy van Asseldonk en Jorna Kniese en lector Hester Dibbits. Het bestuur van de Reinwardt Academie berust bij de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK). In het bestuursreglement van de AHK zijn de verantwoordelijkheden van de faculteitsdirecteur ten opzichte van het College van Bestuur vastgelegd. De faculteitsdirecteur is primair verantwoordelijk voor het onderwijsinhoudelijk beleid en voor het beheer van de Academie.
Faculteitsraad
De faculteitsraad (FR) van de Reinwardt Academie geeft advies of instemming over zaken die de faculteit betreffen. Studenten en personeel zijn in deze raad vertegenwoordigd. Onder voorzitterschap van Patty van Hoften vergadert de FR minstens vier maal per jaar. De FR is bevoegd om over elke aangelegenheid die de Academie betreft, voorstellen te doen en standpunten kenbaar te maken. De zaken waarover de FR stemrecht heeft, liggen vast in het Medezeggenschapsreglement. De personeelsleden in de FR vormen tevens de onderwijs commissie. Patty van Hoften is tevens de vertegenwoordiger van de personeelsleden van de Reinwardt Academie in de Hogeschoolraad.
Commissie van Advies
Voor de Reinwardt Academie is een Commissie van Advies ingesteld, waarin vertegenwoordigers van het beroepsveld zitting hebben. Deze commissie adviseert gevraagd en ongevraagd de directie van de Academie en het Lectoraat over de inhoud van het opleidingsprogramma en over ontwikkelingen in het veld. De rol van de commissie is vastgelegd in een apart reglement. De Commissie van Advies bestaat uit: • Mevrouw E. Agricola, directeur Bureau Monumenten & Archeologie • Mevrouw prof dr C.A.M. van Boxtel, bijzonder hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en senior onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam • De heer drs M.R. Hermans, directeur Erfgoed Nederland • De heer drs S.C.G.T. Scholten, directeur divisie Erfgoed Universiteit van Amsterdam (voorzitter) • De heer drs S.W. Weide, directeur Nederlandse Museumvereniging 3
Programmaraad
De Programmaraad adviseert gevraagd en ongevraagd de directie van de Academie. De raad richt haar aandacht primair op de inhoud van het onderwijs en houdt een vinger aan de pols wat betreft maatschappelijke trends en ontwikkelingen binnen het werkveld en het onderwijs. Op basis hiervan formuleert de raad voorstellen betreffende aanpassingen van het curriculum. Voorzitter van de Programmaraad is Léontine Meijer-van Mensch.
Examencommissie
De examencommissie speelt een belangrijke rol bij de organisatie en coördinatie van examens en tentamens. De taken van de commissie zijn voor een groot deel in de wet geregeld. De examencommissie vertaalt wet- en regelgeving naar de onderwijspraktijk van de Reinwardt Academie in het onderwijs- en examenreglement (OER). Hierin staan alle relevante regelingen voor een goed verloop van de studie. Het OER 2011-2012 verschijnt in druk en is ook in te zien op intranet. De examencommissie besluit over eventuele vrijstellingen, invulling van de studie op maat, de keuze van de minor, de aanvraag voor het eindexamenproject en behandelt klachten van studenten over de uitvoering van de reglementen. De voorzitter van de examencommissie is Bob Crezee. Aanvragen die een besluit van de examencommissie vereisen, verlopen via het Studiepunt.
Evaluatiecommissie
Om de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie ervan te waarborgen, is het van belang regelmatig te evalueren. Onderwijseenheden worden zowel met studenten – door middel van enquêtes - als docenten geëvalueerd. Het doel van de evaluaties is het onderwijsprogramma te optimaliseren. De evaluatiecommissie wordt voorgezeten door Jan Sas.
1 14 24
2 16 13
15
4
6
5
12
7
8
10
11
19 23
22
17
18 21 20
9
13
14
Studiegids 2011-2012
Praktische Zaken
Medewerkers Alfabetische volgorde, wijzingingen voorbehouden. Zie foto pagina 13
G.A.M. (Trudy) Ammerlaan Adviseur Personeel & Organisatie
[email protected] drs F.H.J. (Frank) Altenburg Docent Erfgoedtheorie
[email protected] drs N. (Nancy) van Asseldonk 21 Studieleider postpropedeuse bacheloropleiding Docent Informatiemanagement
[email protected] mr drs J.S. (Hans) Beeftink Docent Cultuurgeschiedenis
[email protected] dr E.A.G. (Els) van den Bent 22 Docent Informatiemanagement (archieven)
[email protected] S. (Syja) Bergsma Medewerker financiële administratie Managementassistent Studiepunt
[email protected] [email protected] B.J. (Barbera) Boelen Managementassistent Studiepunt
[email protected] [email protected] R. (Robin) de Boer Huismeester
[email protected] drs G.C. (Gerdie) Borghuis 18 Docent Informatiemanagement
[email protected] C. (Carolien) Bos 8 Managementassistent Studiepunt
[email protected] [email protected] M. (Marjan) ten Broeke Docent Basisvaardigheden (Nederlands)
[email protected]
drs R. (Rosemarijn) Bügel 10 Docent Cultuurgeschiedenis
[email protected] drs B.J. (Bob) Crezee 9 Voorzitter Examencommissie Docent Management
[email protected] dr H.C. (Hester) Dibbits 2 Lector Cultureel erfgoed Studieleider Masteropleiding
[email protected] M. (Marieke) van der Duin 15 Docent Erfgoedtheorie
[email protected] mr B. (Teus) Eenkhoorn 3 Directeur
[email protected] F. (Felicity) Eliot Docent Basisvaardigheden (Engels)
[email protected] M.IJ. (Michiel) Galama Docent Tentoonstellen
[email protected] R. (Raoul) Harshagen Systeembeheerder
[email protected] P. (Patty) van Hoften Docent Basisvaardigheden (ICT)
[email protected] D. (Debbie) Jaspers Receptioniste
[email protected] drs M.W.M. (Mario) Jellema 6 Docent Tentoonstellen
[email protected] drs A.M. (Annemiek) de Jong Docent Beheer en behoud
[email protected] L.J. (Lyda) Kedde Stafmedewerker financiën
[email protected]
J.F. (Jorna) Kniese 13 Studieleider propedeuse bacheloropleiding Docent Publiek
[email protected]
M.E. (Marion) Noort 7 Managementassistent Studiepunt
[email protected] [email protected]
drs G.J. (Joppe) Knoester Docent Cultuurgeschiedenis Studentendecaan Voorzitter evaluatiecommissie
[email protected]
J.W. (Jan-Willem) Nuisker Facilitair beheerder
[email protected]
dr R. (Riemer) Knoop 4 Lector Cultureel erfgoed
[email protected] M. (Maarten) Kogenhop Huismeester
[email protected] E.G. (Liesbeth) de Lange 19 Managementassistent studieleiding
[email protected] A.W. (Tim) Lechner 24 Hoofd bedrijfsvoering
[email protected] M.E. (Marijke) Leek M.Sc. 17 Coördinator Studieloopbaanbegeleiding
[email protected] drs M.H.C. (Marleen) Leenders Docent Basisvaardigheden (Nederlands)
[email protected] drs J. (Han) Meeter Docent Tentoonstellen
[email protected] drs A (Annemarie) Meijboom Docent Cultuurgeschiedenis
[email protected] drs L.E. (Léontine) Meijer - van Mensch 20 Docent Erfgoedtheorie
[email protected] B. (Brigitte) Mesquita Applicatiebeheerder Blackboard
[email protected]
M.M. (Margriet) Oomens Docent Beheer en behoud
[email protected] drs M. (Marjan) Otter Docent Management
[email protected] ir M. (Marc) Pil Docent Management
[email protected] P. (Pauline) van der Pol 5 Communicatieadviseur
[email protected] P.M. (Els) Roodenburg Receptioniste
[email protected] M.J. (Martijn) de Ruijter Docent Beheer en behoud
[email protected] P. (Paula) dos Santos M.A. 11 Docent Erfgoedtheorie
[email protected] M.P. (Michiel) Sas Onderwijsassistent
[email protected] drs J.C.R.M. (Jan) Sas 23 Docent Publiek
[email protected] C.J.F. (Karin) Singeling Managementassistent Studiepunt
[email protected]
15
16
Studiegids 2011-2012
Praktische Zaken
S. (Susan) van ‘t Slot - Koolman Managementassistent directie
[email protected]
drs S. (Suzanne) van der Voet 14 Managementassistent directie
[email protected]
ing R.B.H. (Ruben) Smit M.A.16 Docent Publiek
[email protected]
W.G. (Wilma) Wesselink 12 Coördinator masteropleiding Managementassistent lector
[email protected]
S. (Simone) Stoltz Docent Informatiemanagement
[email protected] drs S.H.G. (Fieke) Tissink Docent Publiek
[email protected] K. (Kokkie) Vink Bibliothecaris
[email protected] J. (Josje) Visser 1 Managementassistent Studiepunt
[email protected]
drs M.P.S. (Mirjam) Wijnands Coördinator stagebureau
[email protected]
17
18
Studiegids 2011-2012
Praktische Zaken
Praktische Zaken Studentenvoorzieningen Studiepunt
Studiepunt is de aangewezen plaats waar studenten voor informatie terecht kunnen. De medewerkers van studiepunt, Syja Bergsma, Barbera Boelen, Carolien Bos en Marion Noort, beantwoorden alle vragen die met een goed verloop van de studie te maken hebben of verwijzen door naar de juiste docent of medewerker. Zij regelen afspraken met de studenten decaan of de examencommissie en verstrekken formulieren of andere relevante documenten. Op intranet zijn de antwoorden op de meest gestelde vragen te vinden. De onderwerpen zijn o.a. cijfers en tentamens, vrijstellingen en keuzevakken, excursies, afstuderen, financiën en nog veel meer. Studiepunt bevindt zich in de mediatheek op de tweede etage. Tijdens kantooruren is Studiepunt telefonisch bereikbaar op 020 - 527 7142. Mail buiten de openingstijden naar:
[email protected].
Studentendecaan
De studentendecaan, Joppe Knoester, is het aanspreekpunt voor vragen of problemen van vertrouwelijke aard. Voor een gesprek met de decaan kan via Studiepunt een afspraak gemaakt worden.
Studieloopbaanbegeleiding
Onderdeel van het onderwijsprogramma is studieloopbaanbegeleiding, gericht op het ontwikkelen van een professionele houding, zelfinzicht en studievaardigheden. Studieloopbaanbegeleiding ondersteunt studenten in het maken van verschillende keuzen, bijvoorbeeld stage- of minorkeuze, maar ook de aansluiting van studieloopbaan op het werkveld. Tot slot is er binnen studieloopbaanbegeleiding aandacht voor studievoortgang en het voorkomen van een studieachterstand. Coördinator is Marijke Leek.
Inschrijven en uitschrijven Toelating
Op de bachelor Cultureel erfgoed zijn de reguliere ingangseisen voor een hbo-bachelor opleiding van toepassing. Een student moet minimaal een havo- of vwo-diploma hebben of een mbo-diploma op niveau 4. Er worden geen eisen gesteld aan het profiel of vakkenpakket. Kandidaten die 21 jaar of ouder zijn en niet een van de genoemde diploma’s bezitten kunnen een speciale toelatingstoets afleggen. Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Studiepunt:
[email protected].
Inschrijving
Inschrijving voor de bachelor Cultureel erfgoed moet altijd via Studielink. Als de persoons- en vooropleidinggegevens door Studielink geverifieerd en in orde zijn bevonden, kan de AHK een student definitief inschrijven. Hiertoe stuurt de AHK de benodigde formulieren plus een incassomachtiging voor het collegegeld. Een student is uiteindelijk pas ingeschreven als
aan alle voorwaarden is voldaan en de betaling van het collegegeld aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten in orde is gemaakt.
Bureau Inschrijving van de AHK
Bij Bureau Inschrijving van de AHK geeft men informatie aan studenten met betrekking tot de betaling van collegegelden, de jaarlijkse inschrijving, de uitschrijving van studenten en de restitutie van collegegelden. Tijdens de bezoekuren (op werkdagen tussen 13.00 en 16.00 uur) kunnen studenten terecht bij de balie van Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving is ook bereikbaar via het mailadres
[email protected]. Bezoekadres: Jodenbreestraat 3, Amsterdam of telefoon 020 527 7734. Webadres: www.studentenzaken.ahk.nl
Studiefinanciering
Aanvragen van studiefinanciering kan via Studielink. Als de aanvraag op tijd binnen is, zal de OV-studentenkaart bij de start van het studiejaar beschikbaar zijn. Kijk voor meer informatie op de websites van de ib-groep en info.studielink.nl.
Herinschrijving
Voor dat een nieuw collegejaar begint moet een student zich opnieuw inschrijven via Studielink. Bureau Inschrijving van de AHK stuurt alle studenten een bericht als de (her)inschrijving start. Alle zittende studenten van de AHK ontvangen van Bureau Inschrijving, per e-mail een gepersonaliseerd betalingsformulier (machtiging) voor het nieuwe collegejaar. Controleer of de gegevens op het betalingsformulier kloppen en geef aan hoe het collegegeld betaald wordt. Het formulier moet daarna per post naar Bureau Inschrijving gestuurd worden. Formulieren die per e-mail worden geretourneerd, kunnen niet behandeld worden. Studenten die geen formulier ontvingen en wel verder gaan met de studie, moeten contact opnemen met Bureau Inschrijving van de AHK, telefoon 020 527 7734 of www.studentenzaken.ahk.nl.
Tussentijds uitschrijven
Studenten die in de loop van een studiejaar willen stoppen met de studie moeten eerst contact opnemen met de decaan om voor restitutie van betaald collegegeld in aanmerking te komen.
Kosten Collegegeld
Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks vastgesteld door het Ministerie van OCW. Voor 2011-2012 bedraagt het collegegeld € 1.713 euro. Kijk voor meer informatie over het collegegeld op de website van de AHK: www.ahk.nl/studiekeuze/aanmelding-en-inschrijving/collegegeld.
19
20
Studiegids 2011-2012
Overige kosten
Iedere student wordt geacht in het bezit te zijn van een Museumkaart die geldig is vanaf september. In het eerste jaar wordt een bijdrage gerekend voor de introductiedagen. Naast het wettelijke collegegeld betaalt een student in het eerste, tweede en vierde jaar een bedrag voor buitenlandse excursies. Reken hiervoor op een bedrag tussen € 300 en € 400 euro. Inbegrepen in dit bedrag zijn de heen- en terugreis, het verblijf op een meerpersoonskamer op basis van logies en ontbijt, reisverzekering, entreegelden, ontvangsten en rondleidingen. Reken daarnaast op een bedrag voor de aanschaf van literatuur en onderwijsmaterialen, bijvoorbeeld het printen van werkstukken.
Mediatheek Collectie
De collectie van de mediatheek bestaat uit boeken, tijdschriften, nieuwsbrieven, naslagwerken, videobanden, CD-ROM’s en DVD’s op het gebied van theoretische- en historische museologie, collectiebeheer, conservering en restauratie, museumeducatie, informatieverzorging, tentoonstellingsvormgeving, voorlichting, public relations en marketing, overheidsbeleid m.b.t. cultureel erfgoed.
Catalogus
De geautomatiseerde publiekscatalogus is te raadplegen in de mediatheken via Intranet. Hier zijn ook de aanwinstenlijsten te vinden en links naar tijdschriftenindexen en catalogi van andere relevante bibliotheken. De catalogus is doorzoekbaar via de velden auteur, titel, vrije tekst en trefwoord.
Uitleenvoorwaarden
Een boek lenen kan op vertoon van collegekaart of UvA-pas en/of legitimatie. De uitleentermijn is één maand met de mogelijkheid om nog één maand te verlengen. Verlenging aanvragen kan telefonisch of per e-mail. Bij overschrijding van de uitleentermijn wordt een boete in rekening gebracht. Bij verlies of beschadiging is de officiële lener aansprakelijk. De naslagwerken, losse en ingebonden tijdschriften, knipselmappen, CD-rom’s en DVD’s worden niet uitgeleend.
Gebouw en voorzieningen Toegang tot het gebouw
Bij de start van het collegejaar ontvangt iedere student een collegekaart. Dit is een multifunctionele chippas waarmee de student tijdens de openingstijden toegang heeft tot het gebouw.
Openingstijden
Het gebouw is open op werkdagen van 08.30 uur tot 18.00 uur.
Praktische Zaken
Studentendomein
Een belangrijk onderdeel van het onderwijsprogramma is het werken in projectgroepen. Om dit mogelijk te maken zijn studentendomeinen ingericht. In het docentendomein werk je individueel of met je projectgroep. Dat kan onder begeleiding van een project- of vakdocent zijn, maar je kunt in het domein ook zelfstandig aan de slag. In de studentendomeinen staat voor iedere student een kluisje voor het opbergen van persoonlijke zaken. De kluisjes worden ook als postvak gebruikt. De Academie beschikt daarnaast over een aantal lokalen en werkruimten voor hoor- en werkcolleges en trainingen. De verdeling van de studentendomeinen in het gebouw is als volgt: Eerstejaars studentendomein: 4de etage Tweedejaars studentendomein: 3de etage Derdejaars studentendomein: 5e etage Vierdejaars studentendomein: 5e etage
Intranet
Aan het begin van de studie ontvangen studenten een persoonlijke inlognaam en password om het intranet te bereiken. Aan het intranet is een studenten e-mailadres verbonden. Dit e-mailadres is het enige adres dat gebruikt wordt voor (e-mail)communicatie tussen studenten, (gast)docenten en andere medewerkers. Op intranet staat actueel nieuws van de faculteit en de AHK, de roosters en groepsindelingen en er kunnen persoonlijke documenten opgeslagen worden.
Blackboard
Via het intranet is de digitale leeromgeving Blackboard bereikbaar. Blackboard is de plaats waar alle mededelingen en documenten voor een specifiek studieonderdeel te vinden zijn. Verder biedt Blackboard veel mogelijkheden om als groep samen te werken.
Draadloos netwerk
In het gebouw van de Reinwardt Academie is een draadloos netwerk aanwezig. Dit netwerk geeft uitsluitend toegang tot internet. De handleiding om verbinding met het netwerk te maken is te downloaden op de site van de AHK, onder ‘voorzieningen‘.
Schade en aansprakelijkheid
De directie neemt geen verantwoordelijkheid voor vermissing, diefstal of beschadiging van persoonlijke eigendommen in de gebouwen van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Schade, toegebracht aan het gebouw, lokaal of apparatuur moet worden gemeld bij de facilitair beheerder. De Reinwardt Academie is niet verzekerd tegen schade die ontstaat door nalatigheid en verwijtbaar gedrag van studenten of medewerkers. De eventuele kosten worden verhaald op degene die aansprakelijk is gesteld.
Huisregels
Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van studenten en medewerkers om de Reinwardt Academie een plezierige en veilige leer- en werkomgeving te maken. Deze algemene huisregels zijn gebaseerd op het Studentenstatuut van de Hogeschool, op de CAO-HBO en op overheidsvoorschriften (brandweervoorschriften, Arbo- en milieuwetgeving) De huisregels van de Reinwardt Academie zijn te vinden op www.ahk.nl/reinwardt/student/ faculteit/algemene-informatie.
21
22
Studiegids 2011-2012
Opbouw van het onderwijs
Opbouw van het onderwijs Croho code Graad Studielast Voertaal
34735 bachelor Cultureel erfgoed (Bachelor Cultural Heritage) 240 studiepunten Nederlands
De Reinwardt Academie biedt als enige hbo-opleiding in Nederland een vierjarige bachelor Cultureel erfgoed aan. Deze bachelor bereidt studenten voor op het invullen van professionele functies in musea, archieven en andere erfgoedinstellingen. Afgestudeerden vervullen coördinerende en uitvoerende functies op het gebied van collectiebeheer, informatieverzorging, presentatie en publieksbegeleiding. Als projectleiders of projectmanagers werken ze samen met vakspecialisten als conservatoren, restauratoren, tentoonstellingsvormgevers en infor matiemanagers. Het diploma bachelor Cultureel erfgoed geeft, al dan niet na het volgen van aanvullende programma’s, toegang tot allerlei masteropleidingen in binnen- en buitenland, waaronder ook de internationale masteropleiding Museology die de Reinwardt Academie zelf aanbiedt.
Uitgangspunten Ontwikkelingen in het beroepsveld, in het onderwijs en in de maatschappij vragen om een vertaling naar het onderwijsprogramma. Uitgangspunt bij onderwijsvernieuwing is het evenwicht tussen theorie, praktijk en ethiek. Studenten dienen aan het einde van de studie te beschikken over een gedegen theoretische basis. Vakspecifieke kennis stelt de student en (toekomstige) professional in staat kritisch en creatief naar het eigen vakgebied te kijken en deze te vertalen naar praktijksituaties. Professioneel vakmanschap betekent dat de student in staat is specifieke beroepsproducten te ontwikkelen en/of uitvoeren. Deze beroepsproducten staan niet los van hun maatschappelijke context. Professionaliteit houdt ook in dat men zich bewust is van maatschappelijke ontwikkelingen en ethische vraagstukken. Voor zowel de theoretische basis, het vakmanschap als ethisch bewustzijn dient de student een onder zoekend vermogen te ontwikkelen. Juist omdat de opleiding voor het hele erfgoedveld opleidt en niet voor één specifieke erfgoedsector, is een afgestudeerde van de Reinwardt Academie in staat een brugfunctie te vervullen tussen verschillende sectoren. Daarnaast leiden we niet op voor één specifieke functie, maar voor alle functies op het gebied van het verzamelen, beheren, tentoonstellen en communiceren van erfgoed.
Niveau’s De bachelor Cultureel erfgoed is opgebouwd in drie niveaus: oriënterend in jaar 1, verdiepend in jaar 2 en 3 en ten slotte startbekwaam in jaar 4. De term startbekwaam geeft daarbij het eindniveau van de opleiding aan; na het afstuderen ben je een startbekwame erfgoedprofessional en kun je in een juniorfunctie in de erfgoedsector aan de slag.
Oriënterend
De student kan na het doorlopen van dit niveau in opdracht een relatief eenvoudig beroeps product opleveren. De student maakt bijvoorbeeld een ontwerpschets voor een tentoonstelling en houdt daarbij rekening met de doelgroep.
Verdiepend
De student kan na het doorlopen van dit niveau in opdracht een integraal beroepsproduct opleveren. Integraal betekent dat de student in zijn beroepsproduct zichtbaar maakt rekening gehouden te hebben met de vorm, de context en de aard van het beroepsproduct. De student maakt bijvoorbeeld een ontwerpschets voor een tentoonstelling en houdt daarbij rekening met de doelgroep, het budget en de criteria die gesteld zijn aan het behouden van objecten.
Startbekwaam
De student kan na het doorlopen van dit niveau in opdracht een volledig beroepsproduct opleveren. Volledig betekent dat de student in zijn beroepsproduct zichtbaar maakt rekening gehouden te hebben met een veelvoud van variabelen die relevant zijn voor de beroepspraktijk. De student maakt bijvoorbeeld een ontwerpschets voor een tentoonstelling en houdt daarbij rekening met de doelgroep, het budget, de criteria die gesteld zijn aan het behouden van objecten, de positie van de instelling, de beschikbaarheid van personeel en andere randvoorwaarden.
Eindtermen Eindtermen zijn beknopte omschrijvingen van de kennis, inzichten en vaardigheden waarover een student aan het eind van de opleiding minimaal moet beschikken. De eindtermen van de Reinwardt Academie voldoen aan de zogenaamde Dublin descriptoren, algemene beschrij vingen voor het eindniveau van het hoger onderwijs in Europa. De descriptoren voor het eind niveau van de bachelor en de master zijn als referentiepunten opgenomen in het accreditatiekader van de NVAO. De Reinwardt Academie heeft haar eindtermen uitgewerkt in competenties, kritische reflectie en body of knowledge en persoonlijke professionele kwaliteiten.
Competenties
De Reinwardt Academie kiest ervoor om haar eindkwalificaties te formuleren als een vijftal competenties. ‘Een competentie is een vermogen dat kennis, inzicht, attitude en vaardigheidsaspecten omvat om in concrete situaties in de beroepscontext doelen te bereiken.’ Een competente student is in een bepaalde context in staat om de meest geschikte handelingen en hulpmiddelen te kiezen om beroepstaken uit te voeren en het beoogde resultaat te bereiken. Elke competentie die de Reinwardt Academie hanteert is uitgewerkt in een toelichting, deelcompetenties, beroepscontext, beroepshandelingen, beroepsproducten en kritische reflectie en een body of knowledge. Door deze formulering wordt duidelijk op welke wijze de eindkwalificaties en de beroepspraktijk samenhangen. De Reinwardt Academie hanteert als uitgangspunt dat een professional in cultureel erfgoed
23
24
Studiegids 2011-2012
op het einde van de opleiding in staat moet zijn om de gedefinieerde vijf professionele competenties op het beoogde niveau uit te oefenen en de daarbij gespecificeerde producten volgens een professionele aanpak te realiseren. De student is ook in staat om de daarvoor noodzakelijke kennis en vaardigheden te verwerven. De vijf competenties zijn: Competentie 1: Kan erfgoedinformatie managen Competentie 2: Kan erfgoed analyseren, interpreteren en waarderen Competentie 3: Kan erfgoed behouden Competentie 4: Kan beschikbaar stellen Competentie 5: Kan een instelling voor cultureel erfgoed positioneren Voor de volledig uitgewerkte lijst, zie de bijlage aan het einde van deze gids.
Kritische reflectie en body of knowledge
De Reinwardt Academie wil graag kennis en inzicht apart expliciteren: ‘body of knowledge’ en de ‘kritische reflectie’. Dit om te benadrukken dat kennis en inzicht essentieel zijn èn om te voorkomen dat bepaalde kennisgebieden niet voldoende worden gethematiseerd. De lijst is te vinden in de bijlage aan het einde van deze gids. In de dagelijkse praktijk van het onderwijs verwerft de student een deel van deze kennis via aparte, ondersteunende of autonome vakken en een deel aan de hand van werken aan beroepsproducten.
Persoonlijke professionele kwaliteiten
Buiten werken aan de ontwikkeling van competenties door middel van werken aan beroepsproducten en het verwerven van kennis en inzicht, meent de Academie dat het niveau van een professional ook wordt bevorderd door de ontwikkeling van een aantal meer algemene persoonlijk professionele vermogens. Niet elke competentie komt steeds per fase aan bod, maar de doelstelling is dat niveauontwikkeling ten aanzien van de ene competentie ook de niveauontwikkeling ten aanzien van de andere competentie ten goede komt. Hieronder geeft de opleiding een beeld van wat voor haar de essentiële persoonlijke professionele kwaliteiten zijn: 1. Kan zijn of haar werkzaamheden zorgvuldig, betrouwbaar en met oog voor kwaliteit uitvoeren. 2. Kan zijn of haar taken uitvoeren vanuit een geïnteresseerde, probleemanalyserende en probleemonderzoekende grondhouding. 3. Kan zijn of haar taken uitvoeren met een dienstverlenende instelling tegenover interne en externe klanten. 4. Kan conceptualiseren en abstraheren. 5. Kan het gedrag van anderen beïnvloeden. 6. Kan toekomstgerichte initiatieven nemen. 7. Kan omgaan met onzekerheid. 8. Kan omgaan met stress. 9. Kan feedback genereren. 10. Kan zich inleven in andere mensen, andere culturen, in de eigen organisatie en in andere organisaties. Zie de bijlage aan het einde van deze gids voor een volledige lijst met niveaus per kwaliteit.
Opbouw van het onderwijs
Onderwijs- en examenreglement In het Onderwijs- en examenreglement (OER) zijn alle bepalingen die horen bij studeren aan de Reinwardt Academie opgenomen. Onderwerpen die in het OER behandeld worden zijn ondermeer: • Regels rond tentamens en examens • Uitslagen van tentamens en inzagerecht • Overgangsregelingen van jaar 1 naar 2 of jaar 2 naar 3 en verder • Vrijstellingen • Klachtenregelingen • Competenties voor de bachelor en master opleiding De complete tekst van het reglement verschijnt in druk en is ook te lezen op het intranet van de Reinwardt Academie.
Negatief bindend studieadvies
In het OER is ook het ‘negatief bindend studieadvies’ (NBS) geregeld. Een NBS wordt gegeven door het College van Bestuur op voorstel van de faculteitsdirecteur. Een student krijgt een NBS als niet aan de in de regeling geformuleerde eisen wordt voldaan. Bij de afweging om een NBS te geven worden persoonlijke omstandigheden van studenten in acht genomen. Als zich in de loop van het jaar omstandigheden voordoen die een negatieve invloed hebben op de studie dan moet de student contact opnemen met de studentendecaan. Een afspraak is te regelen via Studiepunt.
Onderwijsprogramma Onderwijseenheden
Een onderwijseenheid is een afgeronde eenheid waarin bepaalde leerstof of opdrachten worden aangeboden. Aan elke onderwijseenheid wordt één cijfer toegekend. Een onderwijs eenheid is bijvoorbeeld een project, een vak, een stage of de afstudeeropdracht. Met uitzondering van de stages, de minor en excursies, werkt de student in elk blok met een klein groepje aan een project, ondersteund door colleges, excursies en projectbegeleiding. Het project wordt afgesloten met een beroepsproduct, bijvoorbeeld een product, plan of ontwerp. Daarnaast worden er verschillende vakken aangeboden waarin studenten kennis verwerven en vaardigheden trainen. De vakken worden afgesloten met een kennistoets of prestatie, bijvoorbeeld een werkstuk of presentatie. Deze vakken maken deel uit van een leerlijn, een samenhangend geheel van vakken die hetzelfde vakgebied bestrijken en een opbouw vertonen door de gehele opleiding heen. Een overzicht van de verschillende leerlijnen vind je verderop in deze gids.
Studielast
De bachelor Cultureel erfgoed duurt vier jaar en omvat 4 x 60 = 240 studiepunten. De studielast is het totaal aantal uren dat een student in een bepaald jaar aan het afwerken van het studieprogramma besteedt. Een studiepunt komt overeen met 28 studiebelastinguren.
25
26
Studiegids 2011-2012
Opbouw van het onderwijs
Programmaoverzicht
Prestatie
Blokkenschema
Rooster
Het programmaoverzicht geeft een overzicht van de onderwijseenheden per blok of semester. In het programmaoverzicht wordt verder per onderwijseenheid het aantal studiepunten aan gegeven, tot welke leerlijn het behoord, de wijze van toetsing en de coördinerend docent.
Het blokkenschema biedt een schematisch overzicht van de blokken en tentamenperioden binnen een collegejaar. Een studiejaar bestaat uit vier blokken, een blok bestrijkt acht collegeweken en wordt afgesloten met een tentamenweek.
Jaarplanner
In de jaarplanner zijn naast de begin- en einddata van alle blokken ook de schoolvakanties en andere belangrijke data opgenomen. Het studiejaar duurt, inclusief introductie-, tentamen weken (inclusief overmachttentamens) en eindexamens 42 weken. In een jaar zijn er 10 vakantieweken (herfstvakantie, twee weken kerstvakantie, voorjaars- en meivakantie en vijf weken zomervakantie). Programmaoverzicht, blokkenschema en jaarplanner zijn te vinden op pagina 58 t/m 63.
Tentamens en examens Een onderwijseenheid wordt afgesloten met een tentamen aan het einde van het blok. Een tentamen is een toets naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student. Aan elke onderwijseenheid wordt één cijfer toegekend. Een onderwijseenheid is bijvoorbeeld een project, een vak, een stage of afstudeerproject. Een toets kan uit meerdere onderdelen bestaan, bijvoorbeeld verplichte aanwezigheid en werkstuk. Studiepunten worden slechts toegekend als aan alle verplichtingen is voldaan. Voor iedere toets wordt één herkansing aangeboden aan het einde van het daaropvolgende blok. Een student die nog een toets uit een voorgaand studiejaar moet afleggen, moet er rekening mee houden dat de stof, toetsvorm en toetscriteria gewijzigd kunnen zijn. Heeft de student alle onderwijseenheden in de propedeuse met een voldoende afgesloten, dan heeft hij of zij het propedeutisch examen behaald. De opleiding wordt afgesloten met een eindexamen. De toetscriteria worden per project of vak in leertaken beschreven. Leertaken vind je bij aanvang van een blok op Blackboard. De Reinwardt Academie onderscheidt de volgende toetsvormen:
Beroepsproduct
Projecten worden afgesloten met een beroepsproduct, bijvoorbeeld een educatief programma, een ontwerp voor een tentoonstelling, een adviesrapport, een ondernemingsplan of een stageverslag.
Kennistoets
Een kennistoets kan bestaan uit meerkeuzevragen, open vragen, een schrijfopdracht of een mondelinge toets.
Prestatie is bijvoorbeeld een werkstuk, een schrijfopdracht, een onderzoek, een presentatie, een ontwerp, actieve deelname, et cetera.
Het lesrooster wordt per blok van 9 weken gemaakt. Het meest actuele rooster kan altijd op intranet geraadpleegd worden. Wijzigingen of aanpassingen van het rooster worden via intranet en/of e-mail bekend gemaakt. De lestijden op maandag tot en met vrijdag zijn: 1e uur: 09:00 – 09:50 uur 2e uur: 10:00 – 10:50 uur 3e uur: 11:00 – 11:50 uur 4e uur: 12:00 – 12:50 uur 5e uur: 13:00 – 13:50 uur 6e uur: 14:00 – 14:50 uur 7e uur: 15:00 – 15:50 uur 8e uur: 16:00 – 16:50 uur
Literatuur Literatuur wordt in deze studiegids en via de leertaken via Blackboard bekend gemaakt. Er is geen verplichting tot aanschaf, maar de opgegeven literatuur dient bestudeerd te zijn en wordt door middel van beroepsproduct, kennistoets of prestatie getoetst. Opgegeven literatuur is vaak ook via de mediatheek of digitaal via Blackboard beschikbaar.
27
28
Studiegids 2011-2012
Leerlijnen Een leerlijn is een samenhangend geheel van vakken die hetzelfde vakgebied bestrijken en een opbouw vertonen – van oriënterend naar verdiepend tot vakbekwaam – door de gehele opleiding heen. De leerlijnen zijn – onder invloed van ontwikkelingen in de maatschappij en het erfgoedveld – continue in ontwikkeling. Hiervoor zijn de gelijknamige vakgroepen met vakdocenten v erantwoordelijk. Het onderwijsprogramma bestaat uit de volgende leerlijnen:
Erfgoedtheorie
De erfgoedtheoretische basis van de opleiding wordt uitgelegd in de leerlijn Erfgoedtheorie. Uiteraard gaat het daarbij in de eerste plaats om de vraag wat erfgoed is. Erfgoed ontstaat omdat individuen en groepen betekenis geven aan voorwerpen en verschijnselen (materieel of immaterieel). Hoe komt die betekenis tot stand? Wat zijn de gevolgen van die betekenis geving? Welke relevantie hebben de betekenisgeving voor andere individuen en groepen? Deze vragen worden uitgewerkt voor verschillende categorieën van erfgoed zoals gebruiksvoorwerpen, archieven, gebouwen, landschappen, tradities, et cetera. Aan de orde komen ook gespecialiseerde professionele instellingen die erfgoed beheren zoals musea, archieven en monumentenzorg. Welke keuzes maken deze instellingen en wat betekent het wanneer erfgoed wordt beheerd in een instelling en niet bij mensen thuis? In hoorcolleges en werkgroepen worden studenten uitgedaagd om daar over na te denken en een eigen mening te vormen.
Beheer en behoud
Bij Beheer en behoud leer je keuzes maken in het nemen van maatregelen om schades aan objecten te voorkomen en verval te beperken, dit heet conservering. De leerlijn Beheer en behoud gaat vooral over preventieve maatregelen. Hiermee wordt voorkomen dat schade optreedt aan objecten en collecties, bovendien is het goedkoper dan bijvoorbeeld het restaureren van enkele stukken. Drie aspecten spelen een rol bij de keuzes die bij Beheer en behoud gemaakt worden, het object, de omgeving en het proces dat het object doorloopt, bijvoorbeeld een tentoonstelling, onderzoek, een transport of depotopslag.Een systematische aanpak van deze drie aspecten geeft inzicht in het maken van wel overwogen keuzes voor de conservering van collecties.
Informatiemanagement
Informatie is de noodzakelijke grondstof van verschillende activiteiten binnen een erfgoed instelling. Of er nu een tentoonstelling gemaakt wordt, een publieksactiviteit georganiseerd, een website opgezet, de collectie beheerd of de organisatie geleid, zonder informatie is dit onmogelijk. Informatiemanagement gaat over het organiseren - het (digitaal) verzamelen, opslaan, bewerken en gebruiken - van informatie. Uiteraard is dit afhankelijk van de doelgroep, bijvoorbeeld de medewerkers in de organisatie, onderzoekers, vakgenoten of bezoekers. Maar ook het doel: gaat het om het terugvinden van de objecten, het publiek begeleiden of verantwoording afleggen aan een bestuur of directie? Informatiemanagement is daarom onderdeel van verschillende activiteiten in een erfgoedinstelling: collectiemanagement, publieksactiviteiten, tentoonstellen, management en onderzoek. En tot slot kan de informatie zelf ‘erfgoed’ vormen, het lange termijn geheugen van een persoon, een familie, een gemeenschap of een instelling.
Management
In de leerlijn Management komen in alle vier studiejaren managementvaardigheden, marke ting en recht aan de orde. Kennis van management is nodig om activiteiten goed te kunnen organiseren en om te begrijpen hoe instellingen en werkprocessen in elkaar zitten. Bij marketing wordt ingegaan op eigenschappen van het publiek en de afstemming van de producten
Opbouw van het onderwijs
en diensten op hun behoeften. Recht komt op heel veel plekken in organisaties terug, denk bijvoorbeeld aan het verwerven van een collectie, het oprichten van een nieuwe instelling, bruikleenverkeer et cetera. De stof in de eerste jaren bestaat uit theoretische kennis en praktijkverhalen. Het geleerde wordt in het derde en vierde jaar in praktijk gebracht tijdens de stages en in de projecten waarin studenten een plan maken voor een erfgoedinstelling en gedetailleerd uitwerken in een strategisch ondernemingsplan en een implementatieplan.
Publiek
Publiek is de maat voor het handelen in een erfgoedinstelling: zonder publiek is erfgoed doods. Binnen de Reinwardt Academie verstaan we onder publiek, de bezoekers van erfgoedinstellingen en gebruikers van erfgoed. Concreet zijn dat de actuele bezoekers, de virtuele bezoekers, de potentiële bezoekers, de niet-bezoekers - want die kunnen nog b ezoeker worden, de bezoekers uit het verleden en die van de toekomst. Maar ook de (al dan niet vrijwillige) medewerkers van de eigen instelling zien we als publiek.In de leerlijn Publiek bekijken we wie het publiek is, wat hun verwachtingen zijn, hoe we het publiek bij erfgoed kunnen betrekken, hoe en wat het publiek van erfgoed leert en wat de wisselwerking tussen erfgoedinstellingen en het publiek is.
Tentoonstellen
Tentoonstellen is breder dan uitsluitend het leren van tentoonstellingen maken. Deze leerlijn is erop gericht studenten te leren een bepaalde inhoud of boodschap namens een opdrachtgever te bewerken tot een of meer samenhangende producten, op gestructureerde en gefaseerde wijze vorm te geven en te richten op één bepaalde doelgroep. We richten ons hierbij op visuele en ruimtelijke communicatie, perceptie en semiotiek en streven naar een basisniveau met betrekking tot conceptualiseren en ontwerpen. Daarbij wordt gewerkt met verschillende (digitale) gereedschappen om deze ideeën ook te kunnen overdragen aan betrokken uitvoerende partijen. De leerlijn Tentoonstellen stuurt aan op een houding die gericht is op het zoeken naar effectief en attractief communiceren met de doelgroep.
Cultuurgeschiedenis
Cultuurgeschiedenis houdt zich bezig met alle mogelijke aspecten van het verleden: politiek, kunst, godsdienst, techniek, et cetera. Door samenhang tussen die aspecten in een bepaalde periode te zoeken, probeert cultuurgeschiedenis zicht te krijgen op de typerende kenmerken van een bepaalde periode. Daarnaast biedt cultuurgeschiedenis de mogelijkheid ontwikke lingen over een langere periode te volgen. Hierdoor ontstaat het besef dat talloze zaken in het heden hun oorsprong hebben in het al dan niet verre verleden. Tegelijkertijd ontstaat het inzicht dat er soms grote veranderingen in de loop van de tijd hebben plaatsgevonden: het verleden is eender en anders. Omdat kunst een belangrijk onderdeel is van erfgoed, wordt er apart aandacht aan de kunstgeschiedenis besteed. Ook leert de student te zoeken naar allerlei informatie over voorwerpen van toegepaste kunst én kritisch met de gevonden informatie om te gaan. Cultureel erfgoed kan met behulp van de leerlijn Cultuurgeschiedenis in zijn tijd worden geplaatst en geïnterpreteerd.
Basisvaardigheden
In de leerlijn Basisvaardigheden worden verschillende vaardigheden en kennisaspecten aangeboden, waarvan de Reinwart Academie vindt dat ze een basis vormen voor de hbo-studie. De onderwerpen betreffen de gebieden taalbeheersing (Nederlands en Engels), onderzoeksvaardigheden, communicatie (presenteren, vergaderen, correspondentie) en productietechnieken (o.a. ICT-tools en AV-tools). De opgedane kennis en vaardigheden zijn toepasbaar in opdrachten van de blokprogramma’s in alle jaren.
29
30
Studiegids 2011-2012
Overige studieonderdelen De overige onderwijseenheden zijn leerlijn overstijgend, maar maken integraal onderdeel uit van de studie:
Excursies
Tijdens de gehele opleiding staan diverse binnelandse excurs naar musea, archieven, kennisinstitituten, monumenten, bezoekers centra et cetera op het programma. Studenten maken tijdens de studie drie buitenlandse excursies. In het eerste jaar vindt een excursie plaats in Parijs. Onderwerp is de structuur van de stad als erfgoed, met nadruk op de culturele biografie als concept, de geschiedenis van musea, museumarchitectuur, collectie en gebouw en collectie en representatie. Berlijn staat in het tweede jaar op het programma. Tijdens deze excursie ligt het zwaartepunt op de structuur van de stad als erfgoed, met nadruk op de continuïteit van ideologische structuren, herinneringscultuur, ‘lieux de mémoire’, erfgoed en ideologie, restauratie-ethiek, authenticiteit en museumarchitectuur (met een nadruk op nieuwbouw). De excursie in jaar 4 gaat naar Londen. Hier ligt het accent op de structuur van de stad als erfgoed met de nadruk op ‘Urban Regeneration’, museumarchitectuur (met nadruk op vernieuwing), cultureel ondernemen, ‘Social Inclusion’ en tentoonstellingsvormgeving. De reizen zijn niet verblijvend maar maken onderdeel uit van de studie waarvoor ook studiepunten worden toegekend.
Stages
Studenten lopen gedurende de studie twee keer een langere periode stage. De tweedejaarsstage, in blok 3 en 4, vormt een eerste kennismaking met het werkveld. Bij deze stage is gekozen voor een geïntegreerde aanpak tussen werken en leren. De stage wordt voorafgegaan door een voorbereidende introductieperiode op de Academie. Tijdens de stageperiode krijgt de student een aantal opdrachten, die erop gericht zijn de student meer inzicht te geven in diverse aspecten van de stage-instelling. Vanuit de Academie wordt de stage begeleid door een docent. De stage wordt afgesloten met een schriftelijk verslag. De tweede stage bestaat uit een zelfstandig project, een onderzoek en werkzaamheden op een specifiek terrein. Voorheen werd deze stage in het derde jaar gepland. Vanaf studiejaar 2012‑2013 zal de stage in het vierde jaar, na de minor, plaatsvinden. Dat is het jaar dat de student ook aan het afstudeerproject werkt. Stage en afstuderen kunnen op elkaar afgestemd worden.
Minoren
Een minor is een keuzeprogramma ter verbreding en/of verdieping van je studie. Studenten volgen een minor in het tweede semester van het derde jaar van de opleiding. In een minor is ruimte voor meer theorie en nieuwe ontwikkelingen uit het vakgebied die eerder niet of in mindere mate aan bod zijn gekomen. Een student kan ook kiezen voor verbreding van kennis en ervaring, bijvoorbeeld door het volgen van een minor aan een andere hbo-instelling of universiteit. Alle aanvragen worden door de examencommissie beoordeeld.
Opbouw van het onderwijs
Studieloopbaanbegeleiding
Professionaliteit is gebaseerd op praktische vaardigheden, een theoretisch kader en een professionele houding. Studieloopbaanbegeleiding is daarbij van groot belang, gericht op het ontwikkelen van zelfinzicht bij studenten en het aanleren van studievaardigheden. Studieloopbaanbegeleiding bestaat zowel uit groepsbijeenkomsten als individuele gesprekken met een studieloopbaanbegeleider. In het eerste jaar heeft elke klas een studieloopbaanbegeleider. Er wordt op vaste momenten in het studiejaar in groepsverband aan de ontwikkeling van vaardigheden gewerkt, zoals samenwerken en plannen. Daarnaast zijn er individuele gesprekken met de studieloopbaan begeleider. In het tweede, derde en vierde jaar is studieloopbaanbegeleiding gericht op ondersteuning bij het maken van studiekeuzen, zoals de keuze voor een stage, minor en afstudeerproject. Daarnaast is ook in de post-propedeuse sprake van individuele gesprekken met een studieloopbaanbegeleider over studieloopbaan en -voortgang.
31
32
Studiegids 2011-2012
Opbouw van het onderwijs
33
34
Studiegids 2011-2012
VT 1 - blok 1
VT 1- blok 1 Blokcoördinator: Marieke van der Duin Doelen Na dit blok ken je verschillende concepten met betrekking tot erfgoed (representatie, subjectiviteit van erfgoed, erfgoedbreed, object als concept, object en context). Je kent de belangrijkste fasen in het wordingsproces tot en gebruik van erfgoed (musea liseren, functies, primaire/secundaire context) en je begrijpt de context waarin de methode (Significance Assessment) wordt aangeboden. Na dit blok weet je dat een object meer is dan een voorwerp (erfgoedbreed, object als concept, object en context). Je kunt verschillende methoden toepassen die weloverwogen de waarde van een object bepalen (significance). (Waarden: materiële, sociale, politieke, (kunst)historische, wetenschappelijke en technische waarde.) Je hebt de basis gelegd met betrekking tot onderzoeksvaardigheden en je kunt een gestelde taak problematiseren, plannen en uitvoeren. Door de lessen Taalbeheersing ben je in staat goed gestructureerde zakelijke, doelgerichte en doelgroepgerichte teksten (samenvattingen) te schrijven. Ook kun je de verschillende rollen binnen de vergadering op een professioneel juiste wijze toe passen. Je bent in staat een professionele mondelinge presentatie te houden. Om het Significance Model goed te begrij pen, worden er werkcolleges Engels aangeboden. In de eerste week wordt er een didactische toets afgenomen; slaag je voor deze toets, dan hoef je de lessen Engels niet te volgen. Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 1.1, 2.2 en 2.5, 3.1 en 4.1. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de volgende persoonlijke kwaliteiten: 6.
Project: Erfgoed 5 studiepunten
ISBN: 9789040090530. Overige literatuur wordt bekendgemaakt en/ of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Marieke van der Duin In het project van dit blok ben je een medewerker van een erfgoedinstelling die in een team werkt aan het duiden van de collectie. Daarbij hoort het vaststellen van de waarde van objecten. Om een gefundeerd oordeel te geven zul je de waarde(n) van objecten moeten analyseren. Hiervoor gebruik je de in Australië ontwikkelde waarderingsmethodiek Significance 2.0. De uitkomst van deze analyse is belangrijk, want de erfgoedinstelling zal op basis van de uitspraak over de significantie – het Statement of Significance – vaststellen, hoe (en voor wie) een object relevant is en bepalen welke rol een object kan spelen in de strategie van de instelling. Toets: beroepsproduct, eindwerkstuk per groep
Cultuurgeschiedenis: Het Westen 1400-1900 2 studiepunten Coördinerend docent: Annemarie Meijboom Middels de colleges verwerf je basiskennis van en inzicht in belangrijke cultuurperioden, stromingen, personen en begrippen in de Westerse cultuur van de Renaissance tot de 20ste eeuw. Toets: kennistoets wLiteratuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Beheer en behoud: Materialenkennis 1 2 studiepunten
Erfgoedtheorie: Betekenisgeving 1 studiepunt
Coördinerend docent: Margriet Oomens
Coördinerend docent: Marieke van der Duin
In deze lessen verwerf je kennis en inzicht in eigenschappen en verschijningsvormen van de objecten en de materialen en technieken die zijn toegepast.
De erfgoedtheorie is de theoretische basis van waaruit de erfgoedprofessional handelt. In dit blok kijk je naar de rol, status en dyna miek van de erfgoedtheorie en maak je je belangrijke basisconcepten eigen. Je maakt kennis met het analysemodel Het object als informatiedrager waarmee je erfgoed (in de breedste zin) systematisch leert benaderen. Ook zul je zien hoe deze benadering terug te vinden is in waarderingsmethodieken zoals Significance 2.0.
Toets: prestatie
Toets: kennistoets
Coördinerend docent: Simone Stoltz Dit vak besteedt aandacht aan de diverse werkzaamheden op het gebied van registratie en documentatie van (object)informatie. Je leert op geordende en gestructureerde
Literatuur: Sigmond, J.P. en E. St. Nicolaas. (2005). Kijken naar geschiedenis. Zwolle : Waanders B.V. Uitgevers.
Literatuur: syllabus: P. Keune, Materialenkennis.
Informatiemanagement: Erfgoed beschrijven 2 studiepunten
wijze informatie ontsluiten met gebruik van geautomatiseerde registratiesystemen, zoals Adlib, en thesauri, zoals de Art and Architecture Thesaurus. Ook werk je aan objectfotografie en koppel je documenten en foto’s aan objectinformatie. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Basisvaardigheden: Taalbeheersing 1 2 studiepunten Coördinerend docent: Marjan ten Broeke In de lessen en trainingen werk je voor namelijk aan je schrijfvaardigheid en leer je een goed gestructureerde tekst te schrijven gericht aan een bepaalde doelgroep. Verder leer je aan een vergadering deel te nemen, deze voor te zitten en te notuleren. Je leert ook een mondelinge presentatie te houden. Toets: kennistoets Literatuur: Horst, J. ter en A, Molenaar. (2010). Zakelijk schrijven. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN 978-90-469-0019-2. Syllabus: Taalbeheersing. (2011) Reinwardt Academie. Een goed woordenboek (Van Dale of Kramers). Het Groene Boekje. Woordenlijst Nederlandse Taal. Den Haag: Sdu Uitgevers.
Basisvaardigheden: ICT 1 studiepunt Coördinerend docent: Patty van Hoften In deze lessen wordt gewerkt aan objectfotografie en beeldbewerking in Photoshop. Optioneel zijn er lessen in Excel, Word en PowerPoint als de vaardigheid in deze programma’s te kort schieten.
35
36
Studiegids 2011-2012
VT 1 - blok 2
VT 1 - blok 2 Toets: prestatie
Blokcoördinator: Bob Crezee
Literatuur: Broek, J. van den, Koetsenruijter, W. en Jong, J. de en L. Smit (2010). Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers. Den Haag: Uitgeverij Boom. ISBN 9789047301158.
Doelen Na dit blok ben je in staat om te benoemen waar het erfgoed in Nederland zich bevindt en ken je de verschillende type instellingen die zich met erfgoed bezig houden. Je weet hoe deze instellingen ontstaan zijn en zich tot elkaar en de omgeving verhouden. Na dit blok heb je kennis van en inzicht in relevante perioden uit het verleden. Na dit blok doorgrond je de complexiteit van het erfgoedveld en heb je inzicht in wie (belang rijke) spelers in dat veld zijn. Je herkent verschillende manieren van institutionaliseren van erfgoed en trends (beperkt tot de Nederlandse situatie) en je kent een aantal manieren om daarop te anticiperen. Na dit blok ontwikkel je beroepsproducten en activiteiten die voldoen aan behandelde theorie en begrippenkader.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Tijdens de bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan de vraag wat de basisvoorwaarden zijn om goed te kunnen functioneren als projectteam. Daarnaast worden een aantal samenwerkingshulpmiddelen aangeboden zoals het teamplan en een deadlineoverzicht. Ook wordt gekeken naar de manier van vergaderen en presenteren. Tot slot wordt er in de evaluatie van de samenwerking gekeken naar de verschillende rollen in de samenwerking. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126. Reinwardt Academie (2011), OER 2011 -2012, Amsterdam, RWA.
Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 5.1, 6.4, 1.3 en 6.3. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de volgende persoonlijke professionele kwaliteiten: 6.
Project: Het Veld 5 studiepunten Coördinerend docent: Bob Crezee In dit project ben je medewerker van een adviesbureau, bestaande uit ongeveer 6 mensen. Je krijgt de vraag een adviesrapport te schrijven over instellingen in gemeente X (deze gemeente wordt per adviesbureau toegedeeld). De opdrachtgever en de gemeente willen dit rapport kunnen gebruiken om volgend jaar subsidie te kunnen toekennen aan één instelling, een aantal instellingen of een specifiek project, afhankelijk van het advies. Om dit rapport te kunnen schrijven, volg je een stappenplan. Je begint met het in kaart brengen van het erfgoedveld in Nederland. Dit doe je met behulp van de theorie rond ‘mapping’. Je onderzoekt welke type instellingen er zijn, hoe ze zijn ontstaan, hoe ze zijn georga-
niseerd en of ze onder koepelorganisaties vallen. Vervolgens geef je een gedetailleerde weergave van de situatie in jouw gemeente. Hiervoor maak je een ‘GIS’: een interactieve, digitale kaart waarop alle erfgoedinstellingen te vinden zijn. Je onderzoekt wat het beleid van jouw gemeente is ten aanzien van erfgoed en cultuur. Hiervoor is het noodzakelijk een bezoek te brengen aan de gemeente en bij verschillende instellingen langs te gaan. Alle informatie voeg je samen tot een leesbaar en begrijpelijk adviesrapport. Toets: beroepsproduct: verslag en presentatie. Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Erfgoedtheorie: Historisch perspectief 1 studiepunt Coördinerend docent: Marieke van der Duin Om de recente ontwikkelingen in de erfgoedtheorie te begrijpen en hierop een visie te ontwikkelen, bekijk je in dit blok de historische achtergronden van zowel het begrip erfgoed, de erfgoedinstelling en de erfgoedtheorie. Je zult zien hoe een dynamisch begrip van ‘betekenis’ en ‘waarde’ zich in verschillende perioden uitdrukt in samenhangende ordeningen en institutionele vormen die steeds gerelateerd zijn aan het heersende wereldbeeld.
Cultuurgeschiedenis: Kunst tot 1900 2 studiepunten Coördinerend docent: Joppe Knoester In deze lessen bestudeer je ontwikkelingen in de beeldende kunst van West-Europa van de Renaissance tot het Expressionisme. Toets: kennistoets Literatuur: Gombrich, E.H. (1995). The story of Art. Londen, New York: Phaidon Press. ISBN: 0714832472.
Management: Erfgoed en Recht 1 2 studiepunten Coördinerend docent: Marc Pil In dit vak verwerf je basiskennis en inzicht in het Nederlands recht, toegespitst op het erfgoedveld. Toets: kennistoets Literatuur: Loonstra, C.J. en G.W. van der Voet (2008). Rechtsoriëntatie. Groningen: Wolters Noordhoff. ISBN: 9789001604363.
Toets: kennistoets
Publiek: Erfgoed en O nderwijs 2 studiepunten
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Arja van Veldhuizen In dit vak onderzoek je een specifieke doelgroep van erfgoedinstellingen: het onderwijs. Wat is het overheidsbeleid op het gebied van cultuureducatie? Je bestudeert het veld van erfgoededucatie. Hoe ziet de ‘vraagkant’ eruit? Wat speelt er in het onderwijs en is er een kloof tussen onderwijs en culturele instellingen? Na afloop van dit
37
38
Studiegids 2011-2012
VT 1 - blok 3
VT 1 - blok 3 vak ben je in staat een educatief programma te analyseren. Toets: prestatie: Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Literatuur: Baarda, D.B. (2009). Dit is onderzoek!. Richtlijnen voor het opzetten, uitvoeren en evalueren van kwantitatief en kwalitatief onderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 9789001713867.
Studieloopbaanbegeleiding Basisvaardigheden: Taalbeheersing 2 2 studiepunten Coördinerend docent: Marleen Leenders In deze lessen komen argumenteren, rapporteren en beleid aan bod. Na dit blok kun je redeneringen analyseren en evalueren, kun je een onderzoeksverslag schrijven en kun je beleidsteksten schrijven en beleid mondeling presenteren. Toets: kennistoets Literatuur: Horst, J. ter en A, Molenaar. (2010). Zakelijk schrijven. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN 978-90-469-0019-2. Syllabus: Taalbeheersing. (2011) Reinwardt Academie.
Basisvaardigheden: Onderzoeksvaardigheden 1 studiepunt Coördinerend docent: Hester Dibbits In het erfgoedveld wordt op veel niveaus en terreinen onderzoek gedaan. Ook tijdens je opleiding doe je onderzoek, denk aan publieksonderzoek, archiefonderzoek, kunsthistorisch onderzoek en literatuuronderzoek. Vaak staat het in dienst van bijvoorbeeld de ontwikkeling van een educatief programma, een tentoonstelling of collectiebeheer en -documentatie. In dit vak leer je de basisbeginselen van het opzetten, uitvoeren en verantwoorden van onderzoek. Toets: prestatie
Coördinerend docent: Marijke Leek Tijdens studieloopbaanbegeleiding wordt aandacht besteed aan de vraag wat jij als student dit jaar wil ontwikkelen. Je kunt je eigen sterke en zwakke punten benoemen. Daarnaast leer je om, naar aanleiding van de persoonlijke professionele kwaliteiten, leerdoelen te formuleren voor in je Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP). In een persoonlijk gesprek met je studieloopbaanbegeleider bespreek je jouw POP. Ook dit blok vindt er een evaluatie van de samenwerking plaats. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126. Reinwardt Academie (2011), OER 2011-2012, Amsterdam: RWA.
Blokcoördinator: Patty van Hoften Doelen Na dit blok begrijp je de essentiële plek van publiek in het erfgoedveld: publiek is de maat voor het handelen in een erfgoedinstelling, zonder publiek is erfgoed immers dood. Je kunt doelgroepen benoemen en specifieke producten voor hen ontwikkelen, die je bovendien door middel van een marketingstrategie kunt maken. Je hebt kennis gemaakt met verschillende leertheorieën, die je tevens hebt toegepast in een concreet product. Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 4.2, 1.3, 2.2. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de volgende persoonlijke professionele kwaliteiten: 5 en 6.
Project: Het Publiek 5 studiepunten Coördinerend docent: Patty van Hoften In dit project ben je juniormedewerker van de afdeling Communicatie van een museum. Het afdelingshoofd van het museum geeft de opdracht om voor een specifieke doelgroep een maatvast ‘educatief’ programma te ontwikkelen voor in het museum. Om tot dat programma te komen zul je een aantal stappen moeten doorlopen. Je denkt allereerst fundamenteel na over de bezoekerservaring. Dit doe je door vanuit het perspectief van het publiek een erfgoedinstelling te analyseren. We gebruiken hiervoor een model van de onderzoekers John Falk en Lynn Dierking. Dit analyse model zullen we toepassen in Parijs en voor het Tropenmuseum. Binnen het vak marketing onderzoek je een potentiële/actuele bezoekersgroep van het museum en die breng je met zoveel mogelijk essentiële kenmerken op een levendige wijze in beeld. Je maakt kennis met een aantal leertheorieën: Constructivisme van George Hein, Leerstijlen van David Kolb en Meer voudige Intelligenties van Howard Gardner.
Je maakt kennis met het fenomeen KijkWijzer (een activerende bezoekersgids). Je analyseert de sterke en zwakke kanten van dit overdrachtsmiddel. Ook leer je in het vak Woord en Beeld hoe taal en afbeeldingen elkaar kunnen versterken bij een optimaal communicatieproces. Als uitgewerkt onderdeel van het programma maak je een KijkWijzer. Tot slot bedenk je een marketingstrategie. Toets: beroepsproduct
Erfgoedtheorie: Instituut en maatschappij 1 studiepunt Coördinerend docent: Marieke van der Duin In de tweede helft van de 20ste eeuw maakt de erfgoedinstelling een belangrijke transformatie door. De nadruk op het statische materiële object maakt plaats voor een dynamische, mens- en maatschappijgerichte opvatting van erfgoed. Je verdiept je in dit blok in de professionele en theoretische dimensies van deze ontwikkeling en maakt vervolgens kennis met de hiermee samenhangende erfgoedconcepten zoals ‘co-creatie’ en het ‘participatiemodel’. Toets: kennistoets, schrijfopdracht Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Excursie: Parijs 2 studiepunten Coördinerend docent: Marieke van der Duin Tijdens de excursie Parijs leer je hoe de structuur van de stad, haar sociale en politieke achtergronden en de geschiedenis van haar erfgoedinstituten sterk verweven zijn. Aan de hand van de ‘casus Parijs’ zul je deze dimensies leren analyseren zodat je in staat bent lokale patronen van (omgaan met) erfgoed te onderzoeken en begrijpen.
39
40
Studiegids 2011-2012
VT 1 - blok 4
VT 1 - blok 4 Toets: prestatie, opdracht tijdens de excursie en aanwezigheid. Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Beheer en behoud: Omgevingsinvloeden 1 2 studiepunten Coördinerend docent: Margriet Oomens In deze lessen krijg je inzicht in een syste matische aanpak om schadefactoren en omgevingsinvloeden te beheersen die erfgoedcollecties ondervinden. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Publiek: Publieksonderzoek 1 2 studiepunten Coördinerend docent: Jan Sas Behandeld worden theoretische achtergronden en praktische aspecten van publieksonderzoek. Toets: kennistoets Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Management: Marketing 2 studiepunten Coördinerend docent: Bob Crezee Je maakt kennis met de basisbegrippen uit de marketing. Toets: kennistoets
Literatuur: Mulder, R. (2008). De kunst van cultuurmarketing. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046901250.
Basisvaardigheden: Woord en Beeld 1 studiepunt Coördinerend docent: Patty van Hoften In dit blok wordt gewerkt aan het maken van een layout in Photoshop. Optioneel worden lessen in InDesign, Adobe Illustrator en Dreamweaver aangeboden. Toets: prestatie Literatuur: Broek, J. van den, Koetsenruijter, W. en Jong, J. de en L. Smit (2010). Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers. Den Haag: Uitgeverij Boom. ISBN 9789047301158.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Tijdens studieloopbaanbegeleiding wordt gekeken hoe kwaliteiten valkuilen kunnen worden, hoe je elkaar feedback kunt geven naar aanleiding van bepaald gedrag, welke functie conflict kan hebben in een samenwerking en vindt er een evaluatie van de samenwerking plaats. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126. Reinwardt Academie (2011), OER 2011 - 2012, Amsterdam: RWA.
Blokcoördinator: Michiel Galama Doelen Het doel van het project De Presentatie is dat studenten leren denken van idee naar vorm. De vorm die uiteindelijk ontstaat is optimaal geschikt voor het doel: het presenteren van erfgoed aan een specifieke doelgroep in een erfgoedinstelling. Hierbij is projectfasering een belangrijk onderdeel. Aan de orde komen: toegankelijk maken van erfgoed door middel van tentoonstelling, gebruik van ontwerpmethodiek, onderzoek naar en toepassing van doelgroepstrategie, doelformulering, verhaallijnontwikkeling, conceptualisatie. Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 4.1. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de volgende competenties: 1.6. Persoonlijke professionele kwaliteiten: 5 en 6.
ebruikers. Den Haag: Uitgeverij Boom. g ISBN 9789047301158.
Erfgoedtheorie: Erfgoed als dialoog 1 studiepunt Coördinerend docent: Marieke van der Duin In dit blok reflecteer je op de tentoonstelling als medium waarmee het museum zijn publiek tegemoet treedt. Je bestudeert de tentoonstelling met behulp van een analytische benadering, maar leert haar eveneens zien als maatschappelijk proces als dialoog. Door het bestuderen van kernteksten begrijp je recente tentoonstellingsconcepten en experimenten en ben je in staat je visie op tentoonstellen theoretisch te onderbouwen en te verwoorden. Toets: prestatie, essay
Project De Presentatie 5 studiepunten Coördinerend docent: Michiel Galama Een erfgoedinstelling vraagt jouw team om een tentoonstelling voor een specifieke doelgroep te ontwikkelen, rond een gegeven thema. Je volgt hiervoor een stappenplan, waarbij je de fasering zoals gebruikt in de ontwikkeling van tentoonstellingen toepast. Je eindresultaat is een portfolio waarin je de tentoonstelling beschrijft en toelicht welke keuzes je gemaakt hebt. Daarnaast maak je een maquette van de ruimte, om de opdrachtgever een 3-dimensionale kijk op je idee te geven. Deze twee zaken presenteer je op nog nader te bepalen wijze aan de opdrachtgever. Toets: beroepsproduct Literatuur: Broek, J. van den, Koetsenruijter, W. en Jong, J. de en L. Smit (2010). Beeldtaal. Perspectieven voor makers en
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Cultuurgeschiedenis: Kunst na 1900 2 studiepunten Coördinerend docent: Rosemarijn Bügel In deze lessen bestudeer je ontwikkelingen in de beeldende kunst na 1900. Toets: kennistoets Literatuur: Dempsey, A. (2010). Encyclopedie van de moderne kunst. Stijlen, Scholen, Stromingen. Zwolle: Uitgeverij Waanders. ISBN: 9789040076879.
41
42
Studiegids 2011-2012
VT 2 - blok 1
VT 2 - blok 1 Beheer en behoud: Omgevingsinvloeden 2 2 studiepunten
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Martijn de Ruijter
Basisvaardigheden: Beeld en Geluid 1 studiepunt
In deze lessen verwerf je inzicht in een systematische aanpak om schadefactoren en omgevingsinvloeden te beheersen die erfgoedcollecties ondervinden. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Patty van Hoften Het maken van een audiovisuele productie voor je eigen tentoonstelling. Je kunt hierbij kiezen uit de volgende software: Movie Maker, Flash, Premiere. Toets: prestatie
Tentoonstellen: Tentoonstellingsvormgeving 2 studiepunten
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Michiel Galama
Studieloopbaanbegeleiding
Behandeld worden ontwerpmethodiek, schetsen, conceptualisatie, technisch tekenen, CAD, bouwkundig tekenen, materiaalen gereedschapskennis.
Coördinerend docent: Marijke Leek
Toets: prestatie Literatuur: Broek, J. van den, Koetsenruijter, W. en Jong, J. de en L. Smit (2010). Beeldtaal. Perspectieven voor makers en gebruikers. Den Haag: Uitgeverij Boom. ISBN 9789047301158.
Informatiemanagement: Toegankelijk maken 2 studiepunten Coördinerend docent: Simone Stoltz In deze lessen gaat het om toegankelijk maken van informatie. Hoe doe je dat op een effectieve manier, wat zijn de mogelijkheden? Hierbij wordt gekeken naar sociale media. Toets: prestatie
In dit laatste blok wordt gekeken hoe jij je professioneel kunt representeren. Niet alleen ten opzichte van je medestudenten en je docenten, maar ook richting personen en instellingen binnen het erfgoedveld. Tevens vindt er een eindgesprek plaats. Naar aanleiding van dit gesprek geef je invulling aan je Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) voor het volgend studiejaar. Ook zul je naar aanleiding van de samenwerking een peerassesment uitvoeren. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126. Reinwardt Academie (2011), OER 2011 - 2012, Amsterdam: RWA.
Blokcoördinatoren: Mario Jellema en Martijn de Ruijter
Toets: beroepsproduct: initiatiefrapport en schetsontwerp
Doelen Na dit semester kun je systematisch volgens de fasen van het projectmodel een project ontwikkelen en voorbereiden waarbij je rekening houdt met de beheersaspecten en de organisatorische randvoorwaarden binnen een erfgoedinstelling. Na dit blok ken je het verloop van een project gedefinieerd in de initiatieffase en de voorbereidingsfase toegepast op het ontwikkelen van een tentoonstelling.
Literatuur: Hughes, P. (2010). Exhibition Design, London: Laurence King Publishing Ltd. ISBN: 9781856696401. Lidwell, W., Holden, K. en J. Butler (2006). 100 Universele Design P rincipes. A msterdam: BIS Publishers. ISBN: 9781856696401.
Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 1.3, 4.1, 5.1. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de competenties: 1.2 en 1.6. Persoonlijke professionele kwaliteiten: er wordt met name aandacht besteed aan de punten 2, 3 en 4 en op de achtergrond spelen de punten 1 en 5 t/m 10 mee.
Project Communiceren en Beheren 1 7 studiepunten Coördinerend docenten: Mario Jellema en Martijn de Ruijter In dit en het volgende blok ben je medewerker van een projectbureau dat de opdracht krijgt een tentoonstelling te ontwikkelen voor een erfgoedinstelling. Je doorloopt een deel van de cyclus van een tentoonstelling die loopt tot de uitvoeringsfase. In blok 3 richt je je op de initiatieffase en onderzoeksfase. Je werkt vanaf het begin van het project als een professioneel projectteam. Dat betekent dat je systematisch werkt, er voor zorgt dat het project beheersbaar is en je met je team op tijd de juiste beslissingen neemt, deze vastlegt en communiceert met je opdrachtgever. Dat doe je door middel van rapportages: in week 3 lever je het initiatiefrapport en een eerste versie van een survey van de tentoonstellingsruimte in. In week 8 presenteer je het schetsontwerp en het definitieve rapport van de survey.
Erfgoedtheorie: Theorie van de presentatie 2 studiepunten Coördinerend docent: Ruben Smit De reeks hoor- en werkcolleges, en een afsluitend (deels toetsend) werkbezoek, biedt middels erfgoedtheorie verdieping aan het verschijnsel tentoonstellen. Verschillende theoretische modellen over leren, representatie en tentoonstellen komen aan bod. De colleges zijn ook een voorbereiding op de excursie Berlijn die in het volgende blok plaatsvindt. Toets: kennistoets Literatuur: Hooper-Greenhill, E. (Ed.). (1999). The Educational Role of the Museum. London: Routledge. ISBN: 9780415198271. Black, E. (2005). The Engaging Museum. Developing Museums for Visitor Involvement. London: Routledge. ISBN: 9780415345576. Peter van Mensch, ‘Het object als informatie drager’, (RWA, Amsterdam 2009).
43
44
Studiegids 2011-2012
VT 2 - blok 2
VT 2 - blok 2 Cultuurgeschiedenis: Interpretatie 2 studiepunten
in Nederland. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789062834747.
Coördinerend docent: Joppe Knoester
Studieloopbaanbegeleiding
In deze lessen leer je stijlen en vormen en kritische reflectie op informatie over objecten. Je verwerft inzicht in kunsthistorisch onderzoek van voorwerpen van toegepaste kunst.
Coördinerend docent: Marijke Leek
Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Management: Erfgoed en Recht 2 2 studiepunten Coördinerend docent: Marc Pil Tijdens deze lessen hou je je bezig met het oplossen van eenvoudige juridische casussen die betrekking hebben op het erfgoedveld.
Ook in het tweede jaar richt studieloopbaanbegeleiding zich op jouw individuele ontwikkeling als student. Dit jaar vindt naar aanleiding van je Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) een persoonlijk gesprek plaats met je studieloopbaanbegeleider. Tevens denk je na over de invulling van dit jaar en dan vooral je stage. Daarnaast is er aandacht voor jouw persoonlijk functioneren in het projectteam. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126.
Blokcoördinatoren: Mario Jellema en Martijn de Ruijter Doelen Na het tweede deel van dit semester kun je systematisch en in projectvorm een thema of onderwerp ontwikkelen en voorbereiden tot een (combinatie van) product(en) gericht op het communiceren namens een erfgoedinstelling met een vooraf bepaalde doelgroep. Na dit tweede deel weet je waarmee je rekening moet houden met betrekking tot de beheersaspecten en de organisatorische randvoorwaarden die een erfgoedinstelling stelt bij de uitvoering van een project. Na dit deel ken je het verloop van een project in een realistische praktijksituatie gedefinieerd in de ontwerpfase. Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 1.3, 4.1, 5.1. Dit project draagt bij aan het ontwikkelen van de volgende competenties: 1.2 en 1.6. Persoonlijke professionele kwaliteiten: er wordt met name aandacht besteed aan de punten 2, 3 en 4 en op de achtergrond spelen de punten 1 en 5 t/m 10 mee.
Toets: prestatie
Project Communiceren en beheren 2 7 studiepunten
Informatiemanagement: Archiefonderzoek 2 studiepunten
Coördinerende docenten: Mario Jellema en Martijn de Ruijter
Informatiemanagement staat in het teken van archiefonderzoek. Je maakt kennis met de basisbegrippen uit de archiefwetenschap en verricht vervolgens zelf archiefonderzoek. Toets: prestatie Literatuur: Bos-Rops, Y. , Bruggeman, M. en E. Ketelaar (2005). Archiefwijzer. Handleiding voor het gebruik van archieven
Toets: beroepsproduct Literatuur: Hughes, P. (2010). Exhibition Design, London: Laurence King Publishing Ltd. ISBN: 9781856696401. Lidwell, W., Holden, K. en J. Butler (2006). 100 Universele Design Principes. Amsterdam: BIS Publishers. ISBN: 9781856696401.
Erfgoedtheorie: Theorie van het verzamelen 2 studiepunten Coördinerend docent: Léontine Meijer In deze lessen leer je de kernbegrippen uit de theorie van het verzamelen. Er is aandacht voor selectiebeleid (verzamelen en afstoten) en beroepscodes en je verwerft inzicht in de uitgangspunten van beroepsethiek. Toets: Kennistoets
Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Coördinerend docent: Els van der Bent
tijd de juiste beslissingen neemt, deze vastlegt en communiceert met je opdrachtgever. Dat laatste doe je door middel van rapportages: in week 3 lever je het voorlopig ontwerp in, in week 8 het definitief ontwerp.
Evenals in het vorige blok ben je medewerker van een projectbureau dat de opdracht krijgt een tentoonstelling te ontwikkelen voor een erfgoedinstelling. Je doorloopt een deel van de cyclus van een tentoonstelling die loopt tot de uitvoeringsfase. In blok 3 heb je de eerste twee fasen van het project doorlopen, de initiatief- en voorbereidingsfase. In blok 4 richt je je op de uitwerkingsfase. Ook nu weer is het van belang dat je daarbij het project met je projectteam professioneel aanpakt. Dat betekent dat je systematisch werkt, er voor zorgt dat het project beheersbaar is en je met je team op
Literatuur: Kieskamp, A. (red.). Sense and Sensitivity. The Dutch and Delicate H eritage Issues. Rotterdam: ICOM Netherlands. ISBN: 9789081404419.
Cultuurgeschiedenis: Eigentijdse geschiedenis 2 studiepunten Coördinerend docent: Annemarie Meijboom In een serie hoorcolleges wordt de eigen tijdse geschiedenis behandeld. Er wordt aandacht besteed aan historische inter pretatie. Je leert reflecteren op je eigen positie ten opzichte van je eigen tijd. Toets: kennistoets
45
46
Studiegids 2011-2012
VT 2 - blok 3 & 4
VT 2 - blok 3 & 4 Literatuur: Riessen, M. van, Rovers, F. en A. Wilschut (2011): Oriëntatie op geschiedenis. Assen: Koninklijke van Gorcum b.v. ISBN: 9789023247692.
Cultuurgeschiedenis: Verzamelen van moderne kunst 2 studiepunten Coördinerend docent: Joppe Knoester Deze lessen gaan over het verzamelen van moderne kunst en je krijgt inzicht in de vorming van collecties. Je doet onderzoek naar een bestaande collectie. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Beheer en behoud: Materialenkennis 2 2 studiepunten Coördinerend docent: Margriet Oomens Je verwerft kennis en inzicht in schades en vervalprocessen van materialen verwerkt in objecten en leert hoe hiermee om te gaan in de erfgoedpraktijk. We behandelen de verandering van materialen onder verschillende invloeden. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Studieloopbaanbegeleiding
Blokcoördinator: Rosemarijn Bügel
Coördinerend docent: Marijke Leek
Doelen Tijdens je stage maak je kennis met de praktijk achter de schermen in een erfgoedinstelling. Je past kennis en vaardigheden vanuit de opleiding toe (gegeven de randvoorwaarden in de praktijk) en je verantwoordt je handelen. Je benoemt de eisen die een instelling aan jou als lerend professional stelt en past je gedrag hierop aan. Je leert de organisatiestructuur van een instelling te beschrijven en te analyseren. Je bent in staat verschillende benaderingen en invalshoeken betreffende collectieontwikkeling te herkennen, te benoemen en te concretiseren.
In groepsverband krijg je begeleiding bij het vinden van een stageplek en je bereidt je voor op de uiteindelijke stage. Daarnaast wordt gekeken naar je persoonlijke leerpunten die je tijdens de stage wilt ontwikkelen. Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126. Reinwardt Academie (2011), OER 2011 - 2012, Amsterdam: RWA. Verdere literatuur wordt via Blackboard verspreid.
Eindtermen De volgende competenties staan dit blok op de voorgrond: 1.3, 4.1, 5.1. Dit project draagt daarnaast bij aan het ontwikkelen van de volgende competenties: 2.3, 3.1. Er wordt met name aandacht besteed aan de persoonlijke professionele kwaliteiten 7, 8 en 9. De punten 1 t/m 6 spelen op de achtergrond mee.
Stage 22 studiepunten De tweedejaarsstage vormt een eerste kennismaking met het werkveld. Studenten lopen in de periode eind januari tot half juni stage. De student wordt begeleid door zowel iemand van de instelling waar hij stage loopt, als door een docent van school. Bij de stage is gekozen voor een geïntegreerde aanpak tussen werken en leren. Zo zijn er terugkomdagen op school waarbij de student hoor en werkcolleges volgt en in een werkgroep met de stagebegeleider van de Academie de werkzaamheden, de voortgang en de ervaringen bespreekt. Ook krijgt de student een aantal opdrachten die erop gericht zijn meer inzicht te geven in diverse aspecten van de stage-instelling. Verder staan bezoeken aan een aantal instellingen waar medestudenten stage lopen, op het programma. De stage wordt afgesloten met een schriftelijk verslag.
Toetsvorm: beroepsproduct, stageverslag Literatuur: Grit, R. e.a. (2011). Sociaal Competent. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN 9789001797126.
Excursie: Berlijn 2 studiepunten Coördinerend docent: Léontine Meijer De structuur van de stad als erfgoed, met nadruk op de continuïteit van ideologische structuren en dissonant erfgoed, herinneringscultuur, ‘lieux de memoires’, restauratieethiek, authenticiteit en museum-architectuur. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Publiek: Publieksonderzoek 2 3 studiepunten Coördinerend docent: Jan Sas Culturele instellingen hebben te maken met een steeds sneller veranderende samenleving, kritischer wordende consumenten en een sterke concurrentie. Om goed aan te kunnen sluiten bij de verwachtingen en wensen van de maatschappij en het publiek wordt (publieks)onderzoek steeds vaker ingezet om juiste beslissingen te kunnen nemen. Tijdens het vak Publieksonderzoek leer je hoe je het beste een onderzoek kunt ontwerpen en wat bruikbaar en relevant is. Je leert het onderzoek uitvoeren, d.w.z. data verzamelen, data analyseren en conclusies trekken op basis van de resultaten. Toets: prestatie Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
47
48
Studiegids 2011-2012
VT 3 - blok 1
VT 3 - blok 1 Informatiemanagement en Management: Organisatie en Informatie (3 studiepunten) Coördinerend docent: Nancy van Asseldonk Tijdens deze stage maak je kennis met de praktijk achter de schermen in een erfgoed instelling. Voor Organisatie en Informatie analyseer ga je de structuur en cultuur van je stage-instelling. Je leert aan de hand van theorieën en modellen, maar vooral ook door de praktijk – door je ervaring op de werkplek, door gesprekken met medewerkers, het bestuderen van beleidsplannen, jaarverslagen, organogrammen, et cetera – de organisatie te begrijpen en beschrijven. Toets: prestatie Literatuur: Zee, A. van de (red.) (2011). Management voor de culturele sector. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046902103 Overige literatuur wordt bekendgemaakt en/ of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Tijdens je stage wordt je begeleid – zowel wat betreft de inhoud als voortgang van je stage – door een docent. Daarnaast is het mogelijk je individuele ontwikkeling, je studieloopbaan en algemene studievoortgang te bespreken in een persoonlijk gesprek met een studieloopbaanbegeleider. Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
Blokcoördinator: Jan Sas Doelen Het opstellen van een strategisch onder nemingsplan voor een zelfbedachte, levensvatbare en goed functionerende erfgoedinstelling of erfgoedinitiatief met een duidelijke meerwaarde voor de erfgoedsector. Na dit project herkent en analyseert de student ontwikkelingen in de maatschappij en kan daarop anticiperen ten g unste van het erfgoedveld. De student verwerft en toetst zijn kritische reflectie, body of knowledge en persoonlijke professionele kwaliteiten om als startbekwaam professional in het beroepsveld actief te zijn. Eindtermen In dit blok wordt aan zoveel mogelijk (deel-) competenties aandacht besteed. De basis voor het eindniveau moet de student immers behalen aan het eind van jaar 3, blok 2. In dit blok wordt aan zoveel mogelijk persoonlijke professionele kwaliteiten aandacht besteed. De basis voor het eindniveau moet de student behalen aan het eind van jaar 3, blok 2.
Project: Positioneren en s turen 1 12 studiepunten Coördinerend docent: Jan Sas Je krijgt met je groep de opdracht om een strategisch ondernemingsplan (SOP) te maken voor een nieuwe instelling of voor een niet-institutioneel initiatief. In deze opdracht tonen jullie de levensvatbaarheid van deze organisatie aan met een plan waarin jullie kennis van beleidsmatige en bedrijfskundige aspecten zoals financieel mana gement, cultuurbeleid, beroepsethiek en juridische zaken duidelijk naar voren komt. Jullie leveren een innovatief en conceptueel sterk plan met een heldere visie op de ontwikkelingen in de maatschappij en de wijze waarop de instelling daarop kan anticiperen en aan kan bijdragen. Het proces naar het eindresultaat toe is zeer belangrijk. In een beoordelingsgesprek met je begeleider en
teamgenoten bespreek je jouw individuele bijdrage en persoonlijke professionele kwaliteiten. Het project bestaat uit het ontwikkelen van een concept voor een nieuwe erfgoedinstelling of -initiatief als aanvulling voor de erfgoedsector. Hiervoor verzamel je informatie op met name organisatorisch, vakinhoudelijk, beleidsmatig en strategisch gebied. Je maakt een analyse van de omgeving, de concurrentie, de organisatie en de stake holders. Op basis hiervan stel je een strategisch ondernemingsplan, dat ter afsluiting gepresenteerd wordt. In dit blok worden ter inspiratie en onderbouwing van het plan diverse colleges aangeboden. Er is aandacht voor cultuurbeleid, financieel management, marketing en juridische aspecten. Daarnaast komen diverse leerlijnen komen aan bod, waarbij met name aandacht is voor beleidsmatige aspecten, zoals publieksbeleid, tentoonstellingsbeleid, collectiebeleid en informatiebeleid. Toets: beroepsproduct: strategisch ondernemingsplan plus een presentatie daarvan en een kritische reflectie op het eigen functioneren. Literatuur: Zee, A. van de (red.) (2011). Management voor de culturele sector. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046902103. Mulder, R. (2008). De kunst van cultuur marketing. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046901250. Grit, R. (2011). Zo maak je een ondernemingsplan. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 9789001790974. Verhage, B. (2005). Inleiding tot de marketing. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 9789020733082. Andere literatuur wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Erfgoedtheorie: Erfgoed theorie en professionaliteit 1 studiepunt Coördinerend docent: Frank Altenburg Wat is en betekent professionaliteit vanuit een theoretisch, praktisch, maar vooral ook ethisch perspectief? Reflectie op ethisch en zakelijk ondernemen. Toets: prestatie Literatuur: Kieskamp, A. (red.). Sense and Sensitivity. The Dutch and Delicate H eritage Issues. Rotterdam: ICOM Netherlands. ISBN: 9789081404419.
Alle leerlijnen: Strategie en beleid 2 studiepunten Coördinerend docent: Jan Sas De in het project aangeboden theorie wordt in een gezamenlijk tentamen getoetst. Toets: kennistoets Literatuur: wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Evenals in het tweede jaar richt studieloopbaanbegeleiding zich op jouw individuele ontwikkeling als student. Dit jaar vindt naar aanleiding van je Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) in het eerste of tweede blok een persoonlijk gesprek plaats met een studieloopbaanbegeleider. Daarnaast is er aandacht voor de keuze van de minor die je in het tweede semester gaat volgen. Literatuur: wordt bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld via Blackboard.
49
50
Studiegids 2011-2012
VT 3 - blok 3 & 4
VT 3 - blok 2 Blokcoördinator: Joke Bosch Doelen Na dit blok heeft elke projectgroep een Implementatieplan opgesteld, die voldoet aan de opdracht zoals geformuleerd in het door de opdrachtgever ondertekende plan van aanpak volgens vastgestelde criteria. Je hebt een realistisch plan op tactisch en operationeel niveau gemaakt waarmee de opdrachtgever direct aan het werk kan. Eindtermen In dit blok wordt aan zoveel mogelijk (deel-) competenties aandacht besteed. Bij het afstuderen moet de student immers aantonen het eindniveau van de opleiding te bezitten. In dit blok wordt aan zoveel mogelijk persoonlijke professionele kwaliteiten aandacht besteed.
VT 3 - blok 3 & 4 te werken. Het proces naar het eindresultaat toe is daarom zeer belangrijk. Het project bestaat uit de het analyseren van schriftelijke documentatie van de instelling, waarbij inzicht verkregen wordt in de bestaande organisatie, hun plannen en hun financiële en personele kaders. Je maakt uitgebreid kennis met de opdrachtgever en onderhoudt als adviesteam contact tijdens het project. Uiteindelijk stel je een implementatieplan op en presenteert dit aan docenten en opdrachtgever. Toets: beroepsproduct, implementatieplan, een presentatie daarvan en een kritische reflectie op het eigen functioneren. Literatuur: Binnen dit blok wordt in principe alle literatuur uit de voorgaande jaren gebruikt.
Project: Positioneren en sturen 2 12 studiepunten
Erfgoedtheorie: Erfgoed en ethiek 1 studiepunt
Coördinerend docent: Joke Bosch
Coördinerend docent: Frank Altenburg
Je werkt bij een organisatieadviesbureau (Reinwardt) dat gespecialiseerd is in de erfgoedsector. Een grote opdracht waar je groepsgewijs aan werkt is het opstellen van een Implementatieplan (IP) voor een bestaande organisatie uit het erfgoedveld. Hierbij werk je onderdelen van een bestaand beleidsplan uit naar een Implementatieplan op tactisch en operationeel niveau. Het plan moet zo geschreven en gepresenteerd worden, dat jullie vernieuwende inzichten en praktische oplossingen aandragen die passen bij de organisatie en de betrokkenen bij de instelling of het initiatief inspireert. Jullie adviesteam ontwikkelt een visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van de betreffende erfgoedinstelling (of het initiatief) in een continue veranderende samenleving. Het bureau wil graag meer opdrachten binnenhalen en vraagt het team om flink te investeren in een goede relatie met de opdrachtgever en een goede indruk te maken door op professionele wijze onderling samen
Reflectie op ethische verantwoordelijkheid van erfgoedinstellingen t.o.v. van hun i nstitutionele geschiedenis en hun maatschappelijke relevantie. Toets: prestatie Literatuur: Kieskamp, A. (red.). Sense and Sensitivity. The Dutch and Delicate H eritage Issues. Rotterdam: ICOM Netherlands. ISBN: 9789081404419.
Basisvaardigheden: Onderzoeks- en adviesvaardigheden 2 studiepunten Coördinerend docent: Gerdie Borghuis Aan de orde komen methoden van onderzoek (tekstinterpretatie, interviewen en enquêteren) en adviseren. Toets: prestatie Literatuur: Grit, R. (2011). Projectmana gement. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001790929. Nathans, H. (2009). Adviseren als tweede beroep. Deventer: Kluwer. ISBN: 9789013028805. Andere literatuur wordt via Blackboard verspreid.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek
Minoren Een minor is een keuzeprogramma van 30 studiepunten ter verbreding of verdieping van je studie. Een minor duurt een semester (twee blokken) en omvat 6 modu len van 5 studiepunten. Je kiest en volgt een minor in het derde jaar van je opleiding. In de minor is ruimte voor meer theorie en nieuwe ontwikkelingen uit het vakgebied die in de major niet of in mindere mate aan bod zijn gekomen. De minoren sluiten aan op actuele ontwikkelingen in het veld en zijn continue in ontwikkeling. De volgende minoren worden onder voorbehoud van wijzigingen in het tweede semester aangeboden: Minor: Archieven (in samenwerking met de HvA) Minorcoördinator: Els van den Bent Minor: Collectiemanagement Minorcoördinator: Martijn de Ruijter Minor: Cultureel Ondernemen Minorcoördinator: Marjan Otter
Evenals in het tweede jaar richt studieloopbaanbegeleiding zich op jouw individuele ontwikkeling als student. Dit jaar vindt naar aanleiding van je Persoonlijk Ontwikkelplan (POP) in het eerste of tweede blok een persoonlijk gesprek plaats met een studieloopbaanbegeleider. Daarnaast is er aandacht voor de keuze van de minor die je in het tweede semester gaat volgen.
Minor: Exhibition Direction Minorcoördinator: Han Meeter
Literatuur: wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Naast de minoren die de Reinwardt Academie aanbiedt, kunnen studenten ook een minor volgen aan een andere hboinstelling. Ook zijn sommige minoren aan universiteiten toegankelijk voor hbo’ers. De externe minor moet aansluiten bij de major, een samenhangend geheel vormen, van v oldoende niveau zijn en tot slotte een omvang van 30 studiepunten hebben.
Minor: Informatie- en mediacommunicatie Minorcoördinator: Simone Stoltz Minor: Publiek en Participatie Minorcoördinator: Ruben Smit
In het eerste semester van het derde jaar wordt het definitieve minor-aanbod van de Reinwardt Academie bekendgemaakt, evenals de inschrijvingsprocedure. De examencommissie beoordeelt de aan-
51
52
Studiegids 2011-2012
VT 4 - blok 1
VT 4 - blok 1 vragen voor minoren, zowel voor interne als externe minoren en/of losse modulen. Aanvragen verlopen via Studiepunt.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek In het tweede semester blik je samen met een studieloopbaanbegeleider vooruit naar het vierde jaar. Literatuur: wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Blokcoördinator: Nancy van Asseldonk Door een verandering in het curriculum zal het programma voor VT4 na dit jaar veranderen. De oorspronkelijke derdejaarsstage zal vanaf 2012-2013 een vierdejaarsstage worden. De huidige vierdejaarsstudenten hebben deze stage in hun 3e jaar gevolgd. Doelen Het opstellen van een strategisch onder nemingsplan voor een zelfbedachte, levensvatbare en goed functionerende erfgoedinstelling of erfgoedinitiatief met een duidelijke meerwaarde voor de erfgoed sector. Na dit project herkent en analyseert de student ontwikkelingen in de maatschappij en kan daarop anticiperen ten gunste van het erfgoedveld. De student verwerft en toetst zijn kritische reflectie, body of knowledge en persoonlijke professionele kwaliteiten om als startbekwaam professional in het beroepsveld actief te zijn. Eindtermen In dit blok wordt aan zoveel mogelijk (deel-) competenties aandacht besteed. Bij het afstuderen moet de student immers aantonen het eindniveau van de opleiding te bezitten. In dit blok wordt aan zoveel mogelijk persoonlijke professionele kwaliteiten aandacht besteed. De student dient aan het einde van de studie het hoogste niveau te hebben bereikt van de afzonderlijke professionele kwaliteiten.
Project: Positioneren en s turen 1 12 studiepunten Je krijgt met je groep de opdracht om een strategisch ondernemingsplan (SOP) te maken voor een nieuwe instelling of voor een niet-institutioneel initiatief. In deze opdracht tonen jullie de levensvatbaarheid van deze organisatie aan met een plan waarin jullie kennis van beleidsmatige en bedrijfskundige aspecten zoals financieel management, cultuurbeleid, beroepsethiek en juridische zaken duidelijk naar voren komt. Jullie leveren een innovatief en conceptueel sterk plan met
een heldere visie op de ontwikkelingen in de maatschappij en de wijze waarop de instelling daarop kan anticiperen en aan kan bijdragen. Het proces naar het eindresultaat toe is zeer belangrijk. In een beoordelingsgesprek met je begeleider en teamgenoten bespreek je jouw individuele bijdrage en persoonlijke professionele kwaliteiten. Het project bestaat uit het ontwikkelen van een concept voor een nieuwe erfgoedinstel ling of -initiatief als aanvulling voor de erfgoedsector. Hiervoor verzamel je informatie op met name organisatorisch, vakinhoudelijk, beleidsmatig en strategisch gebied. Je maakt een analyse van de omgeving, de concurrentie, de organisatie en de stakeholders. Op basis hiervan stel je een strategisch ondernemingsplan, dat ter afsluiting gepresenteerd wordt. In dit blok worden ter inspiratie en onderbouwing van het plan diverse colleges aangeboden. Er is aandacht voor cultuurbeleid, financieel management, marketing en juridische aspecten. Daarnaast komen diverse leerlijnen komen aan bod, waarbij met name aandacht is voor beleidsmatige aspecten, zoals publieksbeleid, tentoonstellingsbeleid, collectiebeleid en informatiebeleid. Toets: beroepsproduct: strategisch ondernemingsplan plus een presentatie daarvan en een kritische reflectie op het eigen functioneren. Literatuur: Zee, A. van de (red.) (2011). Management voor de culturele sector. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046902103. Grit, R. (2011). Zo maak je een ondernemings plan. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 9789001790974. Mulder, R. (2008). De kunst van cultuurmarketing. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN: 9789046901250. Verhage, B. (2005). Inleiding tot de marketing. Groningen: Noordhoff Uitgevers B.V. ISBN: 9789020733082. Andere literatuur wordt via Blackboard bekendgemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Voorbereiden afstuderen 1 2 studiepunten Coördinerend docent: Gerdie Borghuis In dit blok oriënteer jij je op het afstuderen. Er is aandacht voor het opzetten en uitvoeren van toekomstgericht onderzoek en de praktische en ethische dimensies binnen de beroepspraktijk. Toets: prestatie
Excursie: London 2 studiepunten Coördinerend docent: Ruben Smit In Londen richt de aandacht zich voornamelijk op communicatie met het publiek: (re) presentatie, tentoonstellen, publieksbegeleiding en digitale cultuur zijn de zwaartepunten. Dit alles in de context van continuïteit in een veranderende samenleving die in de wereldstad Londen manifest is. Toets: prestatie
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Het is mogelijk om met een studieloopbaanbegeleider jouw studievoortgang te bespreken in een persoonlijk gesprek. Dit gesprek vindt plaats op jouw initiatief of op initiatief van een studieloopbaanbegeleider. Literatuur: wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
53
54
Studiegids 2011-2012
VT 4 - blok 3 & 4
VT 4 - blok 2 Blokcoördinator: Gerdie Borghuis Doelen Na dit blok heeft elke projectgroep een Implementatieplan opgesteld, die voldoet aan de opdracht zoals geformuleerd in het door de opdrachtgever ondertekende plan van aanpak volgens vastgestelde criteria. Je hebt een realistisch plan op tactisch en operationeel niveau gemaakt waarmee de opdrachtgever direct aan het werk kan. Eindtermen In dit blok wordt aan zoveel mogelijk (deel-) competenties aandacht besteed. Bij het afstuderen moet de student immers aantonen het eindniveau van de opleiding te bezitten. In dit blok wordt aan zoveel mogelijk persoonlijke professionele kwaliteiten aandacht besteed. De student dient aan het einde van de studie het hoogste niveau te hebben bereikt van de afzonderlijke professionele kwaliteiten.
Project: Positioneren en sturen 2 12 studiepunten Coördinerend docent: Gerdie Borghuis Je werkt bij een organisatieadviesbureau (Reinwardt) dat gespecialiseerd is in de erfgoedsector. Een grote opdracht waar je groepsgewijs aan werkt is het opstellen van een Implementatieplan (IP) voor een bestaande organisatie uit het erfgoedveld. Hierbij werk je onderdelen van een bestaand beleidsplan uit naar een Implementatieplan op tactisch en operationeel niveau. Het plan moet zo geschreven en gepresenteerd worden, dat jullie vernieuwende inzichten en praktische oplossingen aandragen die passen bij de organisatie en de betrokkenen bij de instelling of het initiatief inspireert. Jullie adviesteam ontwikkelt een visie op de ontwikkelingsmogelijkheden van de betreffende erfgoedinstelling (of het initiatief) in een continue veranderende samenleving. Het bureau wil graag meer opdrachten binnenhalen en vraagt het team om flink te investeren in een goede relatie met de op-
VT 4 - blok 3 & 4 drachtgever en een goede indruk te maken door op professionele wijze onderling samen te werken. Het proces naar het eindresultaat toe is daarom zeer belangrijk. Het project bestaat uit de het analyseren van schriftelijke documentatie van de instelling, waarbij inzicht verkregen wordt in de bestaande organisatie, hun plannen en hun financiële en personele kaders. Je maakt uitgebreid kennis met de opdrachtgever en onderhoudt als adviesteam contact tijdens het project. Uiteindelijk stel je een implementatieplan op en presenteert dit aan docenten en opdrachtgever. Toets: beroepsproduct, implementatieplan, een presentatie daarvan en een kritische reflectie op het eigen functioneren. Literatuur: Binnen dit blok wordt in principe alle literatuur uit de voorgaande jaren gebruikt. Grit, R. (2011). Projectmanagement. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001790929. Nathans, H. (2009). Adviseren als tweede beroep. Deventer: Kluwer. ISBN: 9789013028805. Andere literatuur wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Voorbereiden afstuderen 2 2 studiepunten Coördinerend docent: Gerdie Borghuis In dit blok bereid je je voor op de beroepspraktijk door het formuleren van een afstudeervoorstel en het opstellen van een plan van aanpak. Toets: prestatie Literatuur: Grit, R. (2011). Projectmana gement. Groningen: Noordhoff Uitgevers. ISBN: 9789001790929.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Het is mogelijk om met een studieloopbaanbegeleider jouw studievoortgang te bespreken in een persoonlijk gesprek. Dit gesprek vindt plaats op jouw initiatief of op initiatief van een studieloopbaanbegeleider. Literatuur: wordt via Blackboard bekend gemaakt en/of beschikbaar gesteld.
Coördinerend docent: Gerdie Borghuis Doelen Aan het eind van dit project heb je een afstudeeronderzoek uitgevoerd, heb je een verslag gemaakt dat voldoet aan de eisen en ben je, indien ook het eindgesprek goed verloopt, geslaagd voor het eindexamen. Eindtermen Met je afstudeerproject, dat door middel van je afstudeerverslag en het eindgesprek beoordeeld wordt, toon je aan te beschikken over alle door de Reinwardt Academie geformuleerde competenties op het eindniveau. Door middel van je afstudeerproject, dat met je afstudeerverslag en het eindgesprek beoordeeld wordt, toon je aan te beschikken over de door de Reinwardt Academie geformuleerde persoonlijke professionele kwaliteiten op het hoogste niveau.
Afstudeerproject 30 studiepunten Afsluiting van de studie door middel van een zelfstandig uitgevoerd afstudeerproject. Het afstuderen kan verschillende onderdelen bevatten, zoals een literatuuronderzoek, een publieksonderzoek of een praktisch project. In de verslaglegging wordt aandacht besteed aan de theorie, de relevantie voor het vakgebied, de gevolgde onderzoeksmethodiek, de resultaten en een kritische reflectie. ervan, de werkwijze en de resultaten en een kritische evaluatie ervan. Het afstudeerproject resulteert minimaal in een rapportage met een beredenering van het onderwerp en de relevantie ervan, de werkwijze en de resultaten en een kritische evaluatie ervan. Wanneer er sprake is van een praktisch-uitvoerende component staat het eindproduct daarvan mede ter beoordeling. Belangrijk criterium bij de eindbeoordeling is dat het handelen reflectief, empirisch, logisch, methodisch en systematisch, verifiërend, zorgvuldig, ethisch en transparant is.
55
56
Studiegids 2011-2012
Toets: afstudeerscriptie en eindgesprek. Literatuur: Feijen E. en P. Trietsch (2010) Snel afstuderen: Stap voor stap naar een geslaagde scriptie. Bussum: Coutinho. ISBN 978 90 469 0003 1. Overige literatuur is afhankelijk van het onderwerp. Uitgangspunten 1. Je hebt een goedgekeurd afstudeer voorstel 2. De examencommissie heeft een begeleider toegewezen 3. Je hebt een goedgekeurd plan van aanpak 4. Je voldoet aan de formele eisen om toegelaten te worden tot het vierde jaar (zie OER 2011 - 2012). Uitvoering In het proces naar het afstudeerverslag heb je zelf de regie. Je zult moeten aantonen dat je voldoende niveau hebt om af te studeren en dat je gekwalificeerd bent als beginnend erfgoeddeskundige. In deze laatste fase zijn echter ook verschillende begeleidingsonderdelen. Deze zijn zowel inhoudelijk als procesgericht. Een deel van de begeleiding vindt individueel plaats, een deel in groepsverband. Individuele begeleiding De toegewezen begeleider zal je uitnodigen voor een eerste gesprek. Met hem/haar maak je afspraken over de invulling van de individuele begeleiding en de tijdsinvestering/planning. Op tafel ligt je goedgekeurde afstudeervoorstel en het door jou in blok 2 geschreven plan van aanpak. Aan de hand hiervan wordt de methode van onderzoek besproken. Groepsbijeenkomsten Voor iedere stap in het afstudeerproject wordt een groepsbijeenkomst georganiseerd. Stap 1 In de aanloopfase doe je verder literatuuronderzoek. In de groepsbijeenkomst wordt de voortgang geïnventariseerd en wordt ingegaan op algemene methodische vraagstukken, zoals het afnemen van interviews.
VT 4 - blok 3 & 4
Stap 2 In deze fase vindt het daadwerkelijke onderzoek plaats. In deze fase praat de student bijvoorbeeld met deskundigen uit het veld. In de groepsbijeenkomst wordt ingegaan op het verzamelen van onderzoeksgegevens. Stap 3 In de derde fase analyseert de student onderzoeksresultaten en verwerkt deze tot een conclusie. Eventueel vindt nog aanvullend onderzoek plaats. In de groepsbijeenkomst wordt met name gekeken naar de algehele voortgang, de planning van het verslag en de uitwerkingsproblemen die zich op dat moment voortdoen. Stap 4 In deze fase schrijft de student het eind verslag, laat dit controleren en levert het in. De groepsbijeenkomsten helpen, als dat nodig is, een writers-block te doorbreken en geven structuur. Stap 5 De scriptie is ingeleverd, de groepsbijeenkomst helpt bij de voorbereiding op het eindgesprek. Welke vragen kun je verwachten? Hoe bereidt de student zich zo goed mogelijk voor? Wat moet hij/zij wel en niet doen tijdens het beoordelingsgesprek? Toets: afstudeerscriptie en eindgesprek. Literatuur: afhankelijk van het onderwerp.
Studieloopbaanbegeleiding Coördinerend docent: Marijke Leek Tijdens het afstudeerproject word je indivi dueel begeleid door een docent en zijn er groepsbijeenkomsten georganiseerd. Het is mogelijk om met een studieloopbaanbegeleider jouw studievoortgang te bespreken in een persoonlijk gesprek. Dit gesprek vindt plaats op jouw initiatief of op initiatief van een studieloopbaanbegeleider. Daarnaast kun je facultatief, een programma volgen dat je voorbereidt op je loopbaan na de Reinwardt Academie.
57
Studiegids 2011-2012
58
Programma-overzicht 2011 - 2012
studiepunten
toets coördinerend docent
leerlijn
code
studiepunten
5 stp
B MD
diverse leerlijnen
Het Veld (project)
PR.VE
5 stp
B BC
diverse leerlijnen
Het Publiek (project)
PR.PU
5 stp
B PH
diverse leerlijnen
Erfgoedtheorie
Betekenisgeving
ET.BG 1 stp
K MD
Erfgoedtheorie
Historisch perspectief
ET.HP 1 stp
De Presentatie (project)
PR.PS
5 stp
B MG
K MD
Erfgoedtheorie
Instituut en maatschappij
ET.IM
1 stp
K MD
Erfgoedtheorie
Erfgoed als dialoog
ET.DG 1 stp
P MD
Cultuurgeschiedenis
Cultuurgeschiedenis
VT1 - blok 2
VT1 - blok 3
toets coördinerend docent
code
PR.EF
onderwijseenheid
onderwijseenheid
code
leerlijn
onderwijseenheid
toets coördinerend docent
toets coördinerend docent
studiepunten
studiepunten
Erfgoed (project)
VT1 - blok 1
leerlijn
code
diverse leerlijnen
leerlijn
onderwijseenheid
Programma-overzicht 2011 - 2012
VT1 - blok 4
Cultuurgeschiedenis
Het Westen 1400-1900
CG.WE 2 stp
K AM
Kunst tot 1900
CG.K1 2 stp
K JK
diverse leerlijnen
Excursie Parijs
EX.PA
2 stp
P MD
Kunst na 1900
CG.K2 2 stp
K RB
Beheer en behoud
Materialenkennis 1
BH.M1 2 stp
P MOs Management
Erfgoed en recht 1
MA.R1 2 stp
K MP
Beheer en behoud
Omgevingsinvloeden 1
BH.O1
2 stp
P MOs Beheer en behoud
Omgevingsinvloeden 2
BH.O2 2 stp
P MR
IM.BE
P SS
Erfgoed en onderwijs
PU.EO 2 stp
P AV
Publiek
Publieksonderzoek 1
PU.P1
2 stp
K JS
Tentoonstellen
Tentoonstellingsvormgeving TT.TV Toegankelijk maken
IM.TO 2 stp
P SS
Beeld en geluid
BV.BG 1 stp
P PH
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
Informatiemanagement Erfgoed beschrijven
2 stp
Publiek
Basisvaardigheden
Taalbeheersing 1
BV.T1
2 stp
K MB
Basisvaardigheden
Taalbeheersing 2
BV.T2
Basisvaardigheden
ICT
BV.IC
1 stp
P PH
Basisvaardigheden
Onderzoeksvaardigheden
BV.ON 1 stp
SLB
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
MLk SLB 15 stp
2 stp
MLk
diverse leerlijnen
Stage
ST2
22 stp B RB
ET.VE
2 stp
K LM
diverse leerlijnen
Excursie Berlijn
EX.BE
2 stp
P LM
P JK
Cultuurgeschiedenis
Eigentijdse geschiedenis
CG.EG 2 stp
K AM
Publiek
Publieksonderzoek 2
PU.P2
3 stp
P JS
CG.VZ 2 stp
P JK
InformatiemanageOrganisatie en informatie ment en Management
MA.OI
3 stp
P NA
P MOs
SLB
SLB
Cultuurgeschiedenis
Interpretatie
CG.IN
2 stp
Erfgoed en recht 2
MA.R2 2 stp
P MP
Cultuurgeschiedenis
Verzamelen van moderne kunst
Informatiemanagement Archiefonderzoek
IM.AO 2 stp
P EB
Beheer en behoud
Materialenkennis 2
BH.M2 2 stp
SLB
SLB
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
MLk SLB 15 stp
alle leerlijnen
3PR.P1 12 stp B JS
Erfgoedtheorie
Erfgoedtheorie en professionaliteit
ET.PF
P FA K JS
alle leerlijnen
3PR.P2 12 stp B JB
diverse leerlijnen
minor Archieven
MI.AR
30 stp P EB
Erfgoedtheorie
Erfgoedtheorie en ethiek
ET.EK
diverse leerlijnen
minor Collectiemanagement
MI.CM
30 stp P MR
Basisvaardigheden
Onderzoeks- en advies vaardigheid
BV.OA 2 stp
diverse leerlijnen
minor Cultureel ondernemerschap
MI.CO
30 stp P MOt
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
diverse leerlijnen
minor Exhibition Direction
MI.ED
diverse leerlijnen
minor Informatie- en Mediacommunicatie
MI.IM
diverse leerlijnen
minor Publiek en Participatie
MI.PP
SLB
Studieloopbaanbegeleiding
SLB
diverse leerlijnen
P FA P GB MLk
15 stp
Voorbereiden afstuderen 1 Excursie Londen
4PR.P1 12 stp B NA VA1
2 stp
EX.LO 2 stp 16 stp
P GB
alle leerlijnen alle leerlijnen
toetsvorm B
beroepsproduct
K
kennistoets
P
prestatie
S
scriptie
Rosemarijn Bügel
RB
Nancy van Asseldonk NA
Bob Crezee
BC
Hans Beeftink
HB
Marieke van de Duin
MD
Els van den Bent
EB
Michiel Galama
MG
30 stp P HM
Gerdie Borghuis
GB
Patty van Hoften
PH
30 stp P SS
Joke Bosch
JB
Mario Jellema
MJ
Marjan ten Broeke
MB
Annemiek de Jong
AJ
Hester Dibbits
HD
Margriet Oomens
MOs
Jorna Kniese
JFK
Marc Pil
MP
Joppe Knoester
JK
Martijn de Ruijter
MR
Marijke Leek
MLk
Paula dos Santos
PS
Marleen Leenders
MLs
Jan Sas
JS
Han Meeter
HM
Ruben Smit
RS
Annemarie Meijboom AM
Simone Stoltz
SS
Léontine Meijer
LM
Arja van Veldhuizen
AV
Marjan Otter
MOt
30 stp P RS MLk
VT4 - blok 3 & 4 Positioneren en sturen 2 (project) Voorbereiden afstuderen 2
coördinerend docent Frank Altenburg
1 stp
VT4 - blok 2 Positioneren en sturen 1 (project)
MLk
VT3 - blok 3 & 4
15 stp
alle leerlijnen
30 stp
Positioneren en sturen 2 (project)
MLk SLB
VT4 - blok 1
MLk
MLk
VT3 - blok 2 Positioneren en sturen 1 (project)
SLB
Studieloopbaanbegeleiding
15 stp
VT3 - blok 1
P MG
VT2 - blok 3 & 4
Theorie van het verzamelen
MJ/ MR
2 stp
15 stp
Erfgoedtheorie
2 stp
Studieloopbaanbegeleiding
MLk SLB
K RS
ET.PR
SLB
Basisvaardigheden
1 stp
MJ/ MR
Theorie van de presentatie
2 stp
P PH
SLB
B
Erfgoedtheorie
PR.SB
BV.WB
7 stp
B
Strategie & beleid
Woord en beeld Studieloopbaanbegeleiding
PR.C2
7 stp
alle leerlijnen
Basisvaardigheden SLB
Communiceren en beheren 2 (project)
PR.C1
1 stp
K BC
diverse leerlijnen
Communiceren en beheren 1 (project)
Studieloopbaanbegeleiding
MA.MK 2 stp
15 stp
VT2 - blok 2
diverse leerlijnen
alle leerlijnen
P HD
Marketing
Management
15 stp
VT2 - blok 1
Management
K MLs
Informatie management
4PR.P2 12 stp B GB VA2
2 stp
P RS 14 stp
P GB
alle leerlijnen
Afstudeerproject
AFS
30 stp S GB
FA
59
60
Studiegids 2011-2012
61
Blokkenschema bachelor & master 2011 - 2012
Blokkenschema bachelor & master 2011 - 2012 blok 1
blok 2
36
37
38
39
40
41
1
2
3
4
5
6
46
47
48
49
50
51
7
8
9
1
2
3
4
5
6
52
7
8
7
8
9
1
2
3
4
13
14
15
16
17
5
6
7
8
9
1
2
3
18
Stage
Stage
Minor
Minor
Afstudeerproject
22
23
24
6
7
8
9
TENTAMENWEEK
25
26
EINDEXAMENS
Audience Development
21
5
Sustainable Development
27
28
29
30
31
32
Diploma-uitreiking
de Presentatie
20
4
TENTAMENWEEK
het Publiek
19
Tentamens: 2e kans & overmacht
12
TENTAMENWEEK
11
excursie Berlijn
Project Management
10
TENTAMENWEEK
Product Developmen
9
TENTAMENWEEK
Collection Development
6
excursion to Berlijn
Professional Developmen
5
TENTAMENWEEK
Positioneren en Sturen
4
TENTAMENWEEK
Positioneren en Sturen
3
TENTAMENWEEK
Communiceren en Beheren
blok 4
2
TENTAMENWEEK
het Veld
1
TENTAMENWEEK
excursie Londen
excursie Londen
Introduction
Introduction Module
45
TENTAMENWEEK
Positioneren en Sturen
44
TENTAMENWEEK
Communiceren en Beheren
blok 3
43
TENTAMENWEEK
Erfgoed
VT4
MDP
42
TENTAMENWEEK
VT3
Tentamens: overmacht VT1, VT2 & VT3
VT2
introductie
VT1
35
excursie Parijs
34
excursie Parijs
kalenderweek roosterweek
Internship
Thesis
herfstvakantie
kerstvakantie
voorjaarsvakantie
meivakantie
zomervakantie
33
62
Studiegids 2011-2012
Jaarplanner 2011 - 2012 Reinwardt Academie
Jaarplanner 2011 - 2012 Reinwardt Academie blok 1 22 t/m 26 augustus
wk 34
tentamenweek: overmacht VT1, blok 4 + overmacht VT2 & VT3, blok 1 tm 4
29 t/m 31 augustus
wk 35
introductie - VT1
24 maart
wk 12
open dag
26 maart
wk 13
Module Sustainable Development - MA
2 t/m 5 april
wk 14
tentamenweek: blok 3 + 2e kans blok 2
4 april vóór 14:00 uur
wk 14
inleveren werkstukken en verslagen
30 augustus + 1 & 2 september wk 35
Introduction program - MA
6 april
wk 14
Goede Vrijdag (gebouw gesloten)
5 september
start van het onderwijs VT1, VT2, VT3 & VT4
8 & 9 april
wk 15
Pasen
wk 36
5 september
wk 36
Module Introduction to Museology - MA
14 september
wk 37
VERS - openingsfeest AHK
22 september
wk 38
uitreiking propedeuse-diploma
10 april
wk 15
start onderwijs blok 4
3 t/m 7 oktober
wk 40
excursie Londen - VT4, groep 1
24 april
wk 15
Final Panel - MA
blok 4
5 oktober, vóór 12:00 uur
wk 40
inleveren eindexamenverslag - jaar 5 en ouder
30 april
wk 18
Koninginnedag
10 t/m 14 oktober
wk 41
excursie Londen - VT4, groep 2
30 april t/m 4 mei
wk 18
mei-vakantie
10 oktober
wk 41
Module Professional Development - MA
7 mei
wk 19
start Internship - MA
13 oktober
wk 41
Presentation Project Management - MA
17 mei
wk 20
Hemelvaartdag
17 t/m 21 oktober
wk 42
herfstvakantie
18 mei
wk 20
academiegebouw gesloten
7 t/m 10 november
wk 45
tentamenweek: blok 1
20 t/m 25 mei
wk 21
excursie naar Berlijn - VT2
8 november, vóór 14:00 uur *)
wk 45
inleveren werkstukken en verslagen
27 & 28 mei
wk 22
Pinksteren
9 november, vóór 14:00 uur
wk 45
inleveren voorstel eindexamenproject - VT4
5 juni, vóór 14:00 uur
wk 23
inleveren stageverslag - VT2
9 t/m 11 november
wk 45
eindexamen - jaar 5 en ouder
5 juni, vóór 14:00 uur
wk 23
inleveren eindexamenverslag - VT4
11 november
wk 45
Viering 35-jarig bestaan Reinwardt Academie
7 juni
wk 23
werkvelddag, stages - VT2
blok 2
8 juni
wk 23
opening expositie - VT1
11 t/m 15 juni
wk 24
tentamenweek: blok 4 + 2e kans blok 3
14 november
wk 46
start onderwijs blok 2
13 juni vóór 12:00 uur
wk 24
inleveren werkstukken en verslagen
14 november
wk 46
Module Collection Development - MA
25 t/m 29 juni
wk 26
tentamenweek: 2e kans blok 4 + overmacht - VT1 blok 1 t/m 3
19 november
wk 46
open dag
25 juni t/m 4 juli
wk 26-27 eindexamens - VT4
19 december
wk 51
Module Product Development - MA
6 juli
wk 27
26 december t/m 6 januari
wk 52-1
kerstvakantie
16 juli t/m 17 augustus
wk 29-33 zomervakantie
11 januari, vóór 14:00 uur
wk 2
inleveren voorstel eindexamenproject (2e kans) - VT4
21 januari
wk 3
open dag
23 t/m 27 januari
wk 4
tentamenweek: blok 2 + 2e kans blok 1
24 januari vóór 14:00 uur
wk 4
inleveren werkstukken en verslagen
24 januari, vóór 14.00 uur
wk 4
inleveren eindexamenverslag - jaar 5 en ouder
diploma-uitreiking - VT4
Studiejaar 2012 - 2013 20 t/m 24 augustus
wk 34
tentamenweek: overmacht VT1, blok 4 + overmacht VT2 & VT3, blok 1 tm 4
27 t/m 29 augustus
wk 35
introductie - VT1
3 september
wk 36
start onderwijs blok 1 - VT1, VT2, VT3 & VT4
blok 3 30 januari
wk 5
start onderwijs blok 3
6 februari
wk 6
Module Audience Development - MA
legenda
22 t/m 24 februari
wk 8
eindexamen - jaar 5 en ouder
VT1
27 februari t/m 2 maart
wk 9
voorjaarsvakantie
VT2
5 t/m 9 maart
wk 10
excursie Parijs - VT1, groep 1
VT3
12 t/m 16 maart
wk 11
excursie Parijs - VT1, groep 2
VT4
19 t/m 23 maart
wk 12
excursion to Berlijn - MA
MA 11-12
*) opmerkingen: • Een week loopt van maandag tot en met vrijdag • Deadline inleveren werkstukken en/of verslagen: altijd op een dinsdag vóór 14:00 uur bij Studiepunt
63
64
Studiegids 2011-2012
Bijlagen
Bijlagen Competenties Competentie 1: Kan erfgoedinformatie managen Het beheren, (her)verpakken en distribueren van erfgoedinformatie is een kerntaak van de erfgoedprofessional. De omvang en het belang van die kerntaak zijn sterk toegenomen door een aantal ontwikkelingen. Erfgoed kan een fysiek object zijn, maar ook een virtueel object of een verhaal. In het beheer en de communicatie van erfgoed verschuift het accent van het fysieke object naar de betekenis van dat object, naar informatie over het object. Het beheer van erfgoedobjecten is steeds meer ook het beheer van de informatie over die objecten. Het beheer van de informatie over objecten is in toenemende mate verbonden met de communicatie van die informatie binnen en buiten de organisatie. De erfgoedprofessional integreert in zijn/ haar nieuwe rol van erfgoedinformatie manager de bekwaamheden van de registrator, de archivaris en de informatiekundige en verwerft zich een nieuwe positie ten opzichte van de domeindeskundige, de communicatiespecialist en de webmaster. Deelcompetenties 1.1 Kan erfgoedinformatie vastleggen, waarderen en interpreteerbaar maken. 1.2 Kan het logistieke en intellectuele management van erfgoedinformatie organiseren en helpen uitvoeren. 1.3 Kan de behoeften van erfgoedinstellingen en / of van specifieke doelgroepen aan erfgoedinformatie onderzoeken en bepalen. 1.4 Kan standaards voor het beschrijven van erfgoed helpen ontwikkelen, beoordelen en implementeren. 1.5 Kan vaststellen aan welke eisen applicaties op het gebied van het beheer van erfgoedinformatie moeten voldoen. 1.6 Kan doelgroepgerichte producten en diensten leveren waarmee interne en externe gebruikers worden onder-
steund bij het vinden en interpreteren van erfgoedinformatie. Beroepscontext / beroepsrol De manager van erfgoedinformatie verricht in de rol van informatiebeheerder de taken van registrator, archivaris en a ndere beheerders van erfgoedinformatie en verzorgt bovendien de communicatie en de presentatie van die informatie binnen en buiten de instelling. Vaardigheden beroepshandelingen • Erfgoedinformatie vastleggen, ontsluiten, bewerken, (her)verpakken en distribueren. • Erfgoedinformatie en -informatie systemen analyseren en waarderen. • Gebruikersonderzoek doen. Beroepsproduct • Een goed werkend erfgoedinformatie systeem [relatie met collectiebeheer]. • Een effectief erfgoed-informatienetwerk [relatie met collectiebeheer en publieksbegeleiding]. • Programma’s van eisen voor applicaties waarmee erfgoedinformatie wordt geregistreerd, gearchiveerd en gecommuniceerd [relatie met collectiebeheer]. • Inventarisaties van behoeften van de gebruikers van collectie-informatie [relatie met publieksbegeleiding]. • Beschrijvingsmodellen voor erfgoedmetadata. • Producten en diensten waarmee interne en externe gebruikers worden ondersteund bij het effectief omgaan met erfgoed-informatie en informatiebronnen [relatie met publieksbegeleiding]. Kritische reflectie en body of knowledge • Kennis en inzicht van: • Erfgoedwetenschappen, in het bijzonder met betrekking tot Informatiemanagement • Ondersteunende disciplines • Voor bedrijfsvoering benodigde disciplines (organisatiekunde, projectmanagement)
Competentie 2: Kan erfgoed analyseren, interpreteren en waarderen Wat als erfgoed kan worden aangemerkt en wat zijn betekenis en waarde is, dringt zich niet aan de beschouwer op, maar is de uitkomst van een onderzoek naar de betrokken fysieke en virtuele objecten, naar de omgeving van die objecten en in het bijzonder naar de mensen die met die objecten een duurzame relatie zijn aangegaan. Wie zulk onderzoek wil doen, moet zijn spontane manier van kijken naar objecten kunnen relativeren en objecten vanuit verschillende invalshoeken en verschillende denkmodel len kunnen observeren, analyseren en interpreteren. De kern van het werk van een erfgoedprofessional is keuzes maken en keuzes maken is waarderen. In alle bedrijfsprocessen tussen verwerven en afstoten waardeert een erfgoedprofessional erfgoed. Als hij/zij dit op een professionele manier wil doen, moet hij/ zij een intuïtieve behoefte om de absolutie waarde van een object vast te stellen bewust terzijde stellen en vervangen door methodische en controleerbare manier van waarderen, waarin de waarde van het ene object binnen een gegeven context tegen de waarde van het andere object wordt afgewogen en waarin een helder onderscheid wordt gemaakt tussen waarderingsdoelstellingen, waarderingsmethoden en waarderings criteria. Erfgoedprofessionals kiezen voortdurend, interpreteren voortdurend en waarderen voortdurend. Kiezen voor een interpretatie is ook alternatieve interpretaties uitsluiten. Het is niet alleen de professionele verantwoordelijkheid van erfgoedprofessionals dat ze interpretaties methodisch en ethisch verantwoorden, maar ook ze mogelijkheden tot herinterpretatie zo groot mogelijk laten. Deelcompetenties 2.1 Kan toegepast onderzoek op erfgoed gebied opzetten, uitvoeren en evalueren en onderzoeksresultaten interpreteren. 2.2 Kan de fysieke of virtuele verschijningsvorm en de toegekende en potentiële betekenissen van erfgoed vanuit verschillende gezichtspunten
analyseren en interpreteren. 2.3 Kan een afgewogen beoordeling maken van de huidige en toekomstige relatieve waarde van erfgoed binnen de contexten (van ontstaan, beheer en gebruik). 2.4 Kan op basis van een afgewogen oordeel over de relatieve waarde van erfgoed verantwoorde beslissingen (helpen) nemen over verwerving, conservering, ontsluiting, beschikbaarstelling en afstoting. 2.5 Kan de keuzes die hij of zij gemaakt heeft bij het interpreteren en waarderen van erfgoed en bij het nemen van beslissingen over de verwerving, conservering, ontsluiting, beschikbaarstelling en afstoting van erfgoed methodisch en ethisch verantwoorden. Beroepscontext / beroepsrol De erfgoedprofessional analyseert, inter preteert en waardeert in alle beroepsrollen. Vaardigheden en beroepshandelingen De erfgoedprofessional analyseert, inter preteert en waardeert in alle handelingen die hij/zij verricht. Beroepsproduct Elk product dat een erfgoedprofessional voortbrengt is de vrucht van analyse, interpretatie en waardering. Kritische reflectie en body of knowledge • Erfgoedwetenschappen • Ondersteunende disciplines geschiedenis, cultuur- en kunstgeschiedenis, antropologie • Kan visie omzetten in actie • Kan keuzes maatschappelijk verantwoorden
Competentie 3: Kan erfgoed behouden Deze kerntaak heeft betrekking op het behoud van cultureel erfgoed in de volle breedte. De basis is respect voor de fysieke, functionele, contextuele en conceptuele integriteit van objecten. Het gaat daarbij enerzijds om maatregelen gericht op het erfgoed
65
66
Studiegids 2011-2012
zelf (actieve conservering) en anderzijds om maatregelen gericht op de condities rond het erfgoed (passieve conservering). Maatregelen kunnen nooit leiden tot maximaal behoud, wel kan gestreefd worden naar optimaal behoud, waarbij optimaal is gerelateerd aan het doel waarvoor het erfgoed wordt behouden. Behoud impliceert dus het maken van keuzes (zie hiervoor competentie 2). Al naar gelang de keuzes doen zich verschillende mogelijkheden voor behoud voor: in situ – ex situ, statisch – dynamisch, enz. Vragen die hiermee verbonden zijn, zijn bijvoorbeeld: is het gezien de risico’s voor het behoud opportuun een bepaalde site op te graven? In hoeverre kan een onroerend monument hergebruikt worden? Wanneer is het acceptabel dat een historisch vliegtuig in bedrijf wordt genomen? Ethiek is een belangrijk aandachtspunt. Bijvoorbeeld dient in toenemende mate rekening te worden gehouden met de opvattingen van de ‘source community’ bij het zoeken naar een adequate vorm van behoud. Het beschikbaar stellen van erfgoed houdt risico’s in. Duurzaam behoud houdt ook rekening met deze risico’s. Daartoe behoort zowel zorg voor de veiligheid van het erfgoed als zorg voor de veiligheid van erfgoedprofessionals en gebruikers. Deelcompetenties 3.1 Kan op professionele wijze de fysieke conditie van een object of collectie herkennen en kan van daar uit voorstellen doen voor het verbeteren, dan wel bestendigen van deze conditie, en aanwijzingen geven voor het gebruik. 3.2 Kan op professionele wijze vaststellen in hoeverre de omgeving van een object of collectie het behoud ervan beïnvloedt en kan van daar uit voorstellen doen voor het verbeteren, dan wel bestendigen van de situatie. 3.3 Kan bij iedere handeling een afweging maken tussen nut en risico. Beroepscontext / Beroepsrol Iedere erfgoedprofessional is zich bewust van de risico’s die beschikbaarstelling met zich meebrengt. Richtinggevend is de intentie een evenwicht te vinden tussen duurzaam behoud en duurzaam gebruik.
Bijlagen
De erfgoedprofessional met speciale zorg voor het behoud, is verantwoordelijk voor het duurzame behoud van het erfgoed. Dit impliceert zowel aandacht voor het erfgoed als zodanig als voor de omgevingscondities, op de plek waar het erfgoed bewaard wordt, op de plek waar het toegankelijk is en tijdens het transport van de ene naar de andere plek. Vaardigheden en beroepshandelingen • Het bepalen van de conditie van o bject en collectie • Het formuleren van voorstellen tot verbetering van de conditie van object en collectie • Het in kaart brengen van de omgevingsfactoren • Het formuleren van voorstellen tot ver betering van de omgevingsfactoren • Het afwegen van de risico’s van beschikbaarstelling • Voorbereiden en begeleiden van transport, inclusief in- en uitpakken • Inschatten van risico’s van braak, brand, overstroming en andere calamiteiten en het opstellen van een preventieplan, alsmede een plan hoe te handelen tijdens en na de calamiteit • Het inrichten van een depot Beroepsproduct • Conditierapport • Plan van aanpak voor conservering en restauratie • Collectiebeleidsplan • Collectiebeheersplan • Inrichtingsplan depot • Veiligheidsplan • Calamiteitenplan • Vervoersplan • Plan uitvoering ARBO wet Kritische reflectie en body of knowledge Erfgoedwetenschappen, in het bijzonder kennis en inzicht betreffende: • Theorie en ethiek van conservering en restauratie • Kennis van materialen en technieken • Basiskennis betreffende fysica en chemie voor zover relevant voor behoudsvraagstukken Specifieke vaardigheden in dit verband:
• Is in staat te anticiperen op onverwachte calamiteiten en kan snel en adequaat handelen wanneer zich een calamiteit voordoet • Kan in een (multidisciplinair) team het belang van het behoud van erfgoed verdedigen • Kan het belang van de zorg voor erfgoed vertalen in beleid.
Competentie 4: Kan beschikbaar stellen Deze kerntaak heeft betrekking op het beschikbaar stellen van cultureel erfgoed als zodanig, maar ook op het toegankelijk maken van informatie betreffende het erfgoed. Het kan gaan om beschikbaar stellen en toegankelijk maken in situ en om werkvormen ex situ, fysiek (zoals bijvoorbeeld een tentoonstelling), virtueel (zoals een website) of in druk (zoals een catalogus). In feite gaat het om het werkzaam maken van erfgoed en erfgoedinformatie in het heden als bijdrage aan een duurzame ontwikkeling van de samenleving. Speciale aandacht heeft het beschikbaar stellen en het toegankelijk maken voor een zo groot mogelijke verscheidenheid van doelgroepen (‘social inclusion’). Dat vereist reflectie op relevantie en kennis van algemene en doelgroepspecifieke overdrachtstechnieken. De kerntaak impliceert ook een afweging van de risico’s van beschikbaarstelling voor het duurzame beheer van het erfgoed. De kerntaak omvat mede de traditionele werkterreinen museum- en erfgoededucatie en publiekbegeleiding. Deelcompetenties 4.1 Kan een activiteit ontwikkelen gericht op het beschikbaar stellen van cultureel erfgoed. 4.2 Kan een op specifieke doelgroepen gericht beleidsplan publieksbegeleiding en een toegankelijkheidsplan voor een instelling van cultureel erfgoed opstellen en bijdragen aan de implementatie van dat plan. Beroepscontext / beroepsrol De medewerker die verantwoordelijk is voor beschikbaarstelling zal zijn a ctiviteiten
ewoonlijk verrichten in teamverband. g A nder teamleden zijn bijvoorbeeld inhoudelijk deskundigen (onderzoekers, conservatoren), deskundigen op het gebied van fysiek beheer en informatiebeheer, vormgevers, tekstschrijvers, technici. De specifieke rol die hoort bij Kerntaak 4 is het aansturen van het team vanuit de vooraf bepaalde doelstelling en doelgroep. Als ‘audience advocate’ bewaakt de medewerker de maatschappelijke relevantie van de activiteiten. Beroepshandeling • Het ontwikkelen van activiteiten ten aanzien van het beschikbaar stellen van cultureel erfgoed als zodanig en het toegankelijk maken van informatie betreffende het erfgoed. • Het ontwikkelen van een visie op de samenhang tussen de verschillende publiekgerichte activiteiten. • Het aansturen van projectteams. • Het bewaken van de relevantie van de activiteiten in termen van doelstelling(en) en doelgroep(en). • Het onderkennen van mogelijke ethische problemen en het ontwikkelen van een beleid in dit opzicht. • Het uitvoeren van deelaspecten van bedoelde activiteiten. • Het systematisch documenteren van proces en product. Beroepsproduct • Beleidsplan beschikbaarstelling • Beargumenteerd voorstel voor een publiekgerichte activiteit • Plan van aanpak voor een publiek gerichte activiteit • Een gerealiseerde publiekgerichte activiteit Kritische reflectie en body of knowledge Erfgoedwetenschappen in het bijzonder kennis en inzicht betreffende: • Theorie van communicatie • Theorie van betekenisgeving (semiotiek) • Theorie van leren • Theorie en ethiek van het beschikbaar stellen • Theorie en praktijk van ‘social inclusion’ • Ondersteunende disciplines geschiedenis, cultuur- en kunstgeschiedenis
67
68
Studiegids 2011-2012
Voor bedrijfsvoering benodigde d isciplines: Is in staat projecten te managen • Is in staat in multidisciplinaire teams te werken en deze teams aan te sturen • Kan doelgroepanalyse maken Is in staat doelgroepgerichte teksten te schrijven
Competentie 5: Kan een instelling voor cultureel erfgoed positioneren Deze kerntaak heeft betrekking op het beleid van de instelling voor cultureel erfgoed als geheel. De professional moet bij kunnen dragen aan het strategisch beleid van een instelling voor cultureel erfgoed en moet inzicht hebben in de gevolgen daarvan voor de bedrijfsvoering. Hij of zij betrekt hierbij actuele maatschappelijk politieke zwaartepunten en thema’s zoals activering van collecties, ethiek van het verzamelen en verbreding van doelgroepen. Hij of zij houdt rekening met financiële en andere praktische beperkende randvoorwaarden. Positioneren houdt ook in het opbouwen van nationale en internationale samenwerkingsverbanden van instellingen voor cultureel erfgoed, het bijdragen aan het opstellen van codes etc. Deelcompetenties 5.1 Kan bijdragen aan de organisatie en ontwikkeling van het strategisch beleid van een instelling van cultureel erfgoed. 5.2 Kan bijdragen aan de nationale en internationale positionering van een instelling voor cultureel erfgoed. Beroepscontext / beroepsrol Strategisch beleid wordt periodiek opgesteld. Instellingen voor cultureel erfgoed hebben in de regel van doen met overheidsbeleid en overheidsinterventie (ministerie, gemeente, provincie, toezichthouders). Instellingsbeleid wordt opgesteld door bevoegd gezag, directie, managers. De professional stelt tevens plannen op voor implementatie van het beleid op deel gebieden.
Bijlagen
Beroepshandeling • Beleid ontwikkelen waarbij rekening wordt gehouden met draagkracht, draagvlak, interne en externe stake holders en financiën. • Beleid omzetten naar concrete plannen op deelgebieden. • Opzetten en onderhouden van een (internationaal) netwerk. Beroepsproduct • beleidsplan • ondernemingsplan • implementatieplan Kritische reflectie en body of knowledge • Erfgoedwetenschappen; • Kennis en inzicht in het beroep en beroepenveld; • Kent internationale instellingen voor cultureel erfgoed; • Kent actueel overheidsbeleid op het gebied cultureel erfgoed; • Heeft kennis van en inzicht in de ethische aspecten van het werk; • Van de voor bedrijfsvoering benodigde disciplines; • Heeft kennis van de eisen die worden gesteld aan een effectief beleids-, ondernemings- en implementatieplan; • Heeft kennis van de financiële bedrijfsvoering van een erfgoedinstelling, kan een begroting voor een organisatie of project maken en analyseren. • Kan onderzoek verrichten naar actuele ontwikkelingen. • Kan (internationale) samenwerkings verbanden opbouwen. • Kan een gestructureerde, heldere en foutloze beleidsnotitie schrijven zowel in de Nederlandse als Engelse taal.
Kritische reflectie en body of knowledge De Reinwardt Academie wil graag kennis en inzicht apart expliciteren: ‘body of knowledge’ en de ‘kritische reflectie’. Dit om te benadrukken dat kennis en inzicht essentieel zijn èn om te voorkomen dat bepaalde kennisgebieden niet voldoende worden gethematiseerd. In de dagelijkse praktijk van het onderwijs verwerft de student een deel van deze kennis via aparte, ondersteunende of autonome vakonderdelen en een deel aan de hand van werken aan beroepsproducten, beroepshandelingen e.d. Hieronder een overzicht van de kennisgebieden waar de opleiding belang aan hecht. 1. Heeft kennis van de erfgoedwetenschappen (erfgoedtheorie) De student heeft kennis van en inzicht in (de verschillende onderdelen van de) erfgoedwetenschappen en kan deze kennis en inzichten toepassen in de uitvoering van alle kerntaken. Onder de erfgoedwetenschappen rekenen wij met name museologie en archiefwetenschap. 2. Heeft kennis van de ondersteunende disciplines De Reinwardt Academie gaat ervan uit dat een erfgoedprofessional met name kennis en inzicht van de ondersteunende disciplines heeft verworven ten behoeve van de uitoefening van de kerntaken. De Academie richt zich niet op kennisverwerving ten aanzien van specifieke verzameldomeinen. Die kennis wordt later in de beroepspraktijk verworven. Dat neemt niet weg dat de verworven kennis en inzicht wel bij kunnen dragen aan de opbouw van kennis op verzameldomeinen. De student heeft kennis van en inzicht in (de verschillende onderdelen van de) wetenschappen die vanuit hun s pecifieke invalshoek kunnen bijdragen aan de
i nterpretatie en waardering van objecten en kan deze kennis en inzichten toepassen in de uitvoering van alle kerntaken. Het betreft met name geschiedenis, cultuur- en kunstgeschiedenis en antropologie. 3. Heeft kennis van de voor de bedrijfsvoering benodigde specifieke disciplines Heeft kennis van en inzicht in (de verschillende onderdelen van de) disciplines die relevant zijn voor een optimale uitvoering van de beleids- en ondersteunende processen en kan deze kennis en inzichten toepassen in deze bedrijfsprocessen. Het betreft met name Nederlands Recht, commerciële economie, organisatiekunde, project management en managementtheorie. 4. Kent het beroep en het beroepenveld Heeft kennis van en inzicht in de ontwikkeling, de organisatie, de besturing, de regulering en de relevante maatschappelijke en politieke omgeving van het beroepenveld, de beroepsuitoefening en de betrokken beroepsgroepen. 5. Kan visie omzetten in actie Kan een visie ontwikkelen en uitdragen en op basis van die visie verantwoorde en samenhangende keuzes maken, een actieve rol spelen in het nationale en internationale debat over erfgoed en vernieuwende activiteiten op het vakgebied initiëren. 6. Kan keuzes maatschappelijk verantwoorden Kan alle professionele keuzes maken vanuit de eigen professionele verantwoordelijkheid tegenover de maatschappij en zich dus gedragen in overeenstemming met de professionele gedragscodes. Om dit te kunnen is hij of zij bekend met een breed perspectief van aan cultureel erfgoed verbonden ethische vraagstukken.
69
70
Studiegids 2011-2012
Persoonlijke professionele kwaliteiten De Academie neemt tevens een apart overzicht op van de meer persoonlijk professionele vermogens omdat ook deze vermogens als het ware voor de uitoefening van elke beroepstaak zijn verondersteld. Buiten werken aan de ontwikkeling van competenties door middel van werken aan beroepsproducten en het verwerven van kennis en inzicht, meent de Academie dat het niveau van een professional ook wordt bevorderd door de ontwikkeling van een aantal meer algemene persoonlijk professionele vermogens. Niet elke competentie komt steeds per fase aan bod, maar de doelstelling is dat niveauontwikkeling ten aanzien van de ene competentie ook de niveauontwikkeling ten aanzien van de andere competentie ten goede komt. Hieronder geeft de opleiding een beeld van wat voor haar de essentiële persoonlijke professionele kwaliteiten zijn. In de eerste zin is het eindresultaat, het niveau van de professional geformuleerd. In de opsomming daarna zijn de kwaliteiten geformuleerd vanaf het niveau van de beginner tot aan het niveau dat grenst aan dat van de professional. 1. Kan zijn of haar werkzaamheden zorgvuldig, betrouwbaar en met oog voor kwaliteit uitvoeren. 1.0. Besteedt geen aandacht aan de organisatie van zijn/haar werk 1.1. Houdt het eigen materiaal netjes, houdt een toegankelijk dossier bij van het project en het proces 1.2. Houdt werkruimte overzichtelijk en georganiseerd, zorgt voor orde en netheid 1.3. Controleert stukken op fouten 1.4. Doet onderzoek naar verdere onzeker heden en werkt met projecteigen aanpak van kwaliteitszorg (evalueert zelf en regelmatig)
Bijlagen
2. Kan zijn of haar taken uitvoeren vanuit een geïnteresseerde, probleemanalyserende en probleemonderzoekende grondhouding 2.0. Stelt vragen 2.1. Onderzoekt persoonlijk 2.2. Graaft dieper 2.3. Doet research 2.4. Zet eigen middelen in 3. Kan zijn of haar taken uitvoeren met een dienstverlenende instelling tegenover interne en externe klanten 3.0. Voert alleen eigen plannen uit, heeft alleen oog voor eigen product 3.1. Voert verzoeken/behoeften van klanten uit 3.2. Onderhoudt open communicatie 3.3. Neemt zelf verantwoordelijkheid, handelt om verbeteringen aan te brengen 3.4. Heeft langdurige relatie met de klant en kan namens deze advies geven 4. Kan conceptualiseren en abstra heren 4.0. Handelt voor elke zaak opnieuw en direct 4.1. Herkent patronen 4.2. Past complexe concepten toe 4.3. Vereenvoudigt complexiteit 4.4. Creëert nieuwe concepten 5. Kan het gedrag van anderen beïn vloeden 5.0. Maakt een ongerichte indruk, spreekt eigen mening niet uit 5.1. Kan intentie, richting uitspreken maar handelt nog niet 5.2. Neemt stappen om mensen te overtuigen van de gewenste richting 5.3. Neemt stappen om mensen te beïnvloeden (in de gewenste richting) 5.4. Onderneemt complexe beïnvloedingsstrategieën om de richting gerealiseerd te krijgen 6. Kan toekomstgerichte initiatieven nemen 6.0. Stelt zich afwachtend op 6.1. Kan taken doorzetten 6.2. Gaat in op zich aandienende niet geplande maar relevante problemen
6.3. Handelt met het oog op toekomst (2 maanden) 6.4. Handelt gericht om in een niet nabije toekomst effect te realiseren 7. Kan omgaan met onzekerheid 7.0. Volgt anderen 7.1. Heeft zelfvertrouwen en handelt of besluit zo nodig tegen anderen in 7.2. Ziet zichzelf als een expert 7.3. Is helder m.b.t. eigen positie in conflicten, maakt deze positie kenbaar 7.4. Werpt zich op als vrijwilliger bij uitdagingen e.d. 8. Kan omgaan met stress 8.0. Laat zich meevoeren 8.1. Weerstaat verleiding 8.2. Controleert emoties, antwoordt kalm 8.3. Managet stress effectief 8.4. Antwoordt constructief en kalmeert anderen 9. Kan feedback genereren 9.0. Werkt niet samen, levert geen bijdrage 9.1. Werkt samen, deelt informatie, drukt positieve verwachtingen uit, levert een bijdrage aan debat en product 9.2. Stimuleert medegroepsleden tot prestaties 9.3 Waardeert en beoordeelt andermans inbreng 9.4. Lost samenwerkingsproblemen en conflicten op, doet actief aan teambuilding 10. Kan zich inleven in andere mensen, andere culturen, in de eigen organisatie en in andere organisaties. 10.0. Normeert vanuit eigen cultuur 10.1. Toont interesse in andere cultuur 10.2. Verdiept zich in andere cultuur 10.3. Spant zich in gesprekken te kunnen voeren met vertegenwoordigers uit een andere cultuur 10.4. Spant zich in m.b.t. gedrag zonder daarbij de eigen waarden en normen weg te cijferen,
71
72
Studiegids 2011-2012
74
Studiegids 2011-2012