B U R G E R J A A R V E R S L A G G E M E E N T E
2 0 0 5
D O R D R E C H T
B
U
R G
G E
E
R
J
A
A
R
M
E
E
N
T
E
V
E D
R
S
L
A
G
O
R
D
R
E
2 C H
0 T
0
5
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
I
N
H
O
U
D
S
O
P
G
A V
E
Inhoud Pagina 1
Voorwoord Ondernemers aan het woord
2
7 9, 19, 25, 31, 37
Een Handvest voor de Publieke Dienstverlening over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening
11
De servicenormen van de gemeente op een rij
12
Klachtenoverzicht
15
Wie heeft het initiatief? over de kwaliteit van de procedures op het vlak van burgerparticipatie
21
Protest! Bezwaarschriften 2005
27
5
Veiligheid
33
6
Bijlage: onderscheidingen
38
7
Epiloog
41
3
4
Foto omslag: December 2005, kinderen uit Dordrecht vragen aandacht voor het lot van de kinderen in Ivoorkust die als slaaf worden behandeld op de cacaoplantages.
Foto links: Koninginnedag 2005
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
5
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
V
O
O
R
W
O
O
R
D
1 Wie is de burger? Hoe staat de gemeente de burger te woord? Krijgt hij antwoord op zijn vragen? Kan hij meepraten over het beleid? Wordt hij goed geholpen aan het loket? Als burgemeester breng ik ieder jaar een verslag uit waarin deze vragen aan de orde komen: het Burgerjaarverslag. In eerdere burgerjaarverslagen heb ik u – naast andere onderwerpen - een beeld geschetst van hoe de gemeente werkt aan een hoge kwaliteit van de dienstverlening en aan een goede dialoog tussen de burger en de politiek. Als burgemeester speel ik daarin meestal maar een bescheiden rol. Wel probeer ik er op toe te zien dat een vraag van een burger niet verdwijnt in de bureaucratie of dat een conflict niet onnodig uit de hand loopt. Kort gezegd gaat het burgerjaarverslag over de relatie tussen de burger en de gemeente. Maar wie is precies die burger? We weten dat dé burger niet bestaat. Burgers zijn er in alle soorten en maten. In dit burgerjaarverslag komt nu eens een categorie Dordtenaren aan het woord die op hun eigen manier met de gemeente te maken hebben: ondernemers. Hoe ervaren zij de dienstverlening van de gemeente? En hoe staan zij tegenover de wijze waarop zijzelf en burgers in het algemeen betrokken worden bij het beleid?
een burgemeester van een grote stad als Dordrecht soms niet meer kan zijn dan een heel bescheiden schakel in het werken aan een betere wereld. Bij het werk dat het stadsbestuur doet, streven we vaak concrete doelen na die dicht bij huis liggen. Een goede bereikbaarheid van de stad, huisvesting voor het onderwijs, een gevarië erd woningaanbod, een geluidsscherm langs de snelweg, het opknappen van bedrijventerreinen, toeristische attracties en nog heel veel zaken meer: onderwerpen die u als gemeenteraad belangrijk vindt en die wij als college van burgemeesters en wethouders uitvoeren. Uiteraard doen wij dit in samenspraak met elkaar en met de inwoners van Dordrecht, juist dit proces wil ik in dit Burgerjaarverslag voor het voetlicht brengen en waar nodig van kanttekeningen voorzien.
R.J.G. Bandell Burgemeester van Dordrecht
Terwijl wij ons in Dordrecht zorgen maken over de veiligheid op straat of de hoge energierekening, worden elders in de wereld kinderen door geldgebrek gedwongen om te werken in plaats van naar school te gaan. Onze chocolade kan daardoor goedkoop in de winkel liggen, maar wel met een nare bijsmaak van slavernij. Niet alleen steun ik daarom de kinderen die zich verzetten tegen de kindslavernij in Afrika, ook zie ik in deze kinderen een nieuwe generatie Dordtenaren die zich willen inzetten voor een betere samenleving. Tegelijkertijd besef ik mij dat
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
7
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
N
E
M
E
R
S
A
A
N
H
E
T
W
O
O
R
D
“Als ondernemer ben je gewend dat je snel antwoord krijgt...” Cees van der Poel nam in 1999 de Albert Heijn supermarkt aan het Admiraalsplein over en is behalve franchiseondernemer voorzitter van de sectie detailhandel en horeca van de Dordrechtse Ondernemers Vereniging (DOV). Sinds in 2000 de plannen voor de bouw van de Zilvervloot en de vernieuwing van het winkelcentrum in Wielwijk op tafel kwamen, zat hij in bijna alle werkgroepen en overlegde met ambtenaren, wethouders en projectleiders. ,,Waar je dan mee te maken krijgt, is de logheid van het ambtelijk apparaat. Als ondernemer ben je gewend dat je snel antwoord krijgt: ja of nee. Je wilt naar een oplossing zoeken. Nu was het veel van: ja maar..., of: laten we eerst eens kijken of...Daardoor duren dingen langer dan noodzakelijk is. Ik heb veel contact gehad met de wijkmanager en ik zou willen dat de gemeente veel meer verantwoordelijkheid bij die persoon zou neerleggen. Verder is het een vertragende factor dat de gemeente samenwerkt met een woningbouwcorporatie. Beide hebben verstand van andere dingen en de corporatie heeft geen verstand van winkelcentra. Dan zie je dat de winkels in de plannen worden ondergeschoven.”
in Dordrecht. Dat terwijl een deel van zijn DOV-leden de komst toejuicht. Van der Poel: ,,De Makro mag niet ten koste gaan van de wijkwinkelcentra. Waar we het niet mee eens zijn, is de ongelijkheid dat het bedrijf als groothandel op een industrieterrein mag zitten, terwijl het in de praktijk om detailhandel gaat.” Als DOV-bestuurder is Van der Poel tevreden over het ondernemersloket van de gemeente. ,,De medewerkers handelen en antwoorden snel. Ik vind dat een ondernemer op eigen benen moet kunnen staan, maar de gemeente moet wel de randvoorwaarden creëren om overeind te blijven.” In Wielwijk ziet de ondernemer Van der Poel dat de opknapbeurt daarin voorziet. ,,We trekken een ander publiek, we hebben veel minder last van winkeldiefstal en de omzet is met 50 procent gestegen”, stelt hij vast.
Inspraak werkt volgens Van der Poel ook vertragend bij grote opknapbeurten zoals in Wielwijk. ,,Zeker als die niet goed geleid wordt. Je hebt te maken met ondernemers en bewoners, niet-professionals die niet in het project zitten. Dan komen er heel veel randverschijnselen op tafel, terwijl je eigenlijk naar de kern wilt.”
CEES VAN DER POEL
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Als bestuurslid van de Federatie Wijkwinkelcentra is hij zelf betrokken bij het bezwaar tegen de vestiging van de Makro
9
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
D
I
E
N
S
T
V
E
R
L
E
N
I
N
G
2 Een Handvest voor de Publieke Dienstverlening over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening De gemeente werkt in dienst van de burger. Dat geldt voor het maken van plannen voor de toekomst, maar ook voor de wijze waarop de burger wordt geholpen door een ambtenaar van de gemeente. Het ideaal dat de gemeente hierbij nastreeft, is dat van een lerende organisatie. Dat betekent dat de gemeente zich voortdurend de vraag stelt: doen wij het goed? en wat kan er beter?
direct bijsturen als niet aan de norm is voldaan. Veel van de energie richt zich nog op het vervolmaken van het systeem, wat in deze fase begrijpelijk is. Daarnaast zien we ook dit jaar weer enkele concrete voorstellen voor verbetering; en daar gaat het natuurlijk om.
In oktober 2005 werd een belangrijke nieuwe stap gezet: de officiële bekrachtiging van het Handvest Publieke Dienstverlening. De gemeente verplicht zich daarin tot een snelle, vriendelijke en betrouwbare dienstverlening. Tegelijkertijd vraagt de gemeente van de burger zo veel mogelijk gebruik te maken van het e-loket (www.dordrecht.nl), een afspraak te maken voor hij of zij langskomt en te zorgen voor actuele en volledige gegevens en een legitimatie als daar om gevraagd wordt. Het handvest is voor het publiek, maar vooral voor de ambtenaren een belangrijk document waarin de belangrijkste ‘servicenormen’ staan omschreven: deels eigen normen van de gemeente en deels normen die de wet ons stelt. De lijst van servicenomen is zeker nog niet compleet en in oktober van dit jaar wordt alweer een nieuwe versie van het handvest voorzien. In dit hoofdstuk
Ondernemers maken nog relatief weinig gebruik
Om antwoord te geven op de vraag: doen wij het goed, is aan de normen een registratiesysteem gekoppeld. De directeur van een gemeentelijke sector ontvangt maandelijks een actueel overzicht van de resultaten en kan desgewenst
De Servicenormen van de gemeente op een rij Klachtenoverzicht Conclusie dienstverlening
pagina 12 15 17
van het digitale ondernemersloket
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
11
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
De Servicenormen van de gemeente op een rij Post Voor het afhandelen van een brief van een burger geldt een (wettelijke) norm van zes weken. Dat de gemeente niet altijd aan deze norm voldoet, is al vaker onderwerp van gesprek geweest in de gemeenteraad. Dit jaar is er opnieuw reden voor debat. Wanneer we af gaan op de overzichten die maandelijks gemaakt worden, is het algemene beeld ver beneden de maat. Echter: deze cijfers behoeven een kanttekening. Het systeem van registratie kent nog vele onzuiverheden, zodat bij nadere beschouwing kan blijken dat een als onbeantwoord te boek staande brief wel degelijk is beantwoord. Met de nodige slagen om de arm stond desalniettemin in november 2005 amper de helft van de brieven van burgers geboekt als tijdig beantwoord, aan het eind van het jaar lag het percentage nog maar net boven de 60 procent. Uit deze cijfers mogen we nog niet concluderen dat slechts 60 procent van de brieven op tijd beantwoord is. Soms (maar niet altijd) blijkt dat na opschoning van de bestanden het overgrote deel van de brieven wel degelijk op tijd is beantwoord. Hoe dan ook zal de zorg voor de afhandeling van brieven een hogere prioriteit moeten krijgen binnen het gemeentelijk apparaat. Is het niet in het op orde brengen van de registratie, dan toch zeker in de beantwoording van de brieven zelf. In mijn vorige burgerjaarverslag heb ik al beschreven hoe een voorbeeldige postafhandeling bereikt kan worden.
12
G
E
M
E
E
N
T
E
Tussenbericht In 2005 is de afspraak gemaakt dat als er al een goede reden is dat een brief niet binnen de termijn van zes weken behandeld wordt, de gemeente altijd een tussenbericht stuurt. De behandelend ambtenaar geeft daarin de reden voor de vertraging en meldt wanneer de brief wel beantwoord zal worden. Sinds de invoering van het tussenbericht blijkt nog slechts 60 procent van de ambtenaren hierin de juiste procedure volgt.
Telefoon Bij het opstellen van de servicenormen heeft de gemeente het zich niet gemakkelijk gemaakt. We verlangen bijvoorbeeld niet slechts dat altijd de telefoon wordt opgenomen, nee: 80 procent van de telefoontjes moet binnen 20 seconden worden opgenomen. Gebleken is namelijk dat de meeste mensen een wachttijd van 20 seconden aan de telefoon nog acceptabel vinden. Deze norm wordt overigens al vele jaren door de gemeente gehanteerd en maakt onderdeel uit van een bredere interne richtlijn voor de wijze waarop iemand aan de telefoon te woord wordt gestaan. De gemeente voldoet aan de eigen norm: 80 procent van de telefoontjes wordt binnen 20 seconden opgenomen.
D
O
R
D
R
E
C
H
T
D
I
E
N
S
T
V
Internet Het elektronisch loket van de gemeente (www.dordrecht.nl/e-loket) is zeven dagen per week, 24 uur per dag geopend. Sommige documenten kunnen direct geleverd worden (bijvoorbeeld een uittreksel uit de Burgerlijke Stand), aan andere aanvragen zijn termijnen gesteld. Deze termijnen worden in negen op de tien gevallen ook gehaald.
Wijklijn De Wijklijn (zowel bereikbaar per telefoon als via internet) hanteert verschillende normen, die nog niet allemaal zijn opgenomen in de lijst van servicenomen. Zo wordt een defecte straatverlichting binnen 20 werkdagen hersteld, bij een gevaarlijke situatie (een gat in de weg) neemt Stadswerken onmiddellijk actie. Op dit laatste punt lijkt de gemeente, afgaande op de rapportages, niet aan de eigen normen te voldoen. Navraag leert echter dat in vrijwel alle gevallen een gevaarlijke situatie wel degelijk binnen één dag verholpen is. Er zijn twee redenen dat de norm op papier niet gehaald wordt. Soms wordt een melding als spoed geboekt, zodat er snel iemand naar toe kan gaan om de situatie op te nemen. Blijkt er bij nadere beschouwing geen spoed te zijn, dan blijft de melding toch als zodanig in het systeem staan. Een andere reden is dat wanneer een gat in de weg is gedicht er vaak nog een vervolgactie nodig is (bijvoorbeeld het doorspuiten van de afvoerbuis van de kolk), waardoor de melding als onafgehandeld blijft staan. Deze onzuiverheden in de registratie zijn door Stadswerken onderkend en verbeteracties zijn al in gang gezet of uitgevoerd.
E
R
L
E
N
I
N
G
Wachttijd aan het loket Wie een afspraak maakt voor het aanvragen of afhalen van een document in de Stadswinkel, wordt binnen vijf minuten geholpen. Zonder afspraak is de wachttijd gemiddeld een half uur. Op een enkel geval na wordt deze norm ook gehaald
Bouwvergunning Bij het aanvragen van een bouwvergunning gelden wettelijke termijnen, waar de gemeente zich simpelweg aan moet houden. Dit is bij alle aanvragen in 2005 ook het geval geweest.
Aanvraag kleinschalig evenement Wie een aanvraag doet voor een buurtfeest, een barbecue, een activiteit voor kinderen, of andere kleinschalige activiteiten mag binnen drie weken een antwoord verwachten. Aan deze norm is in vrijwel in alle gevallen voldaan.
13
B
U
R
G
E
R
J
A
A
Sociale Dienst Een aanvraag voor bijzondere bijstand of een voorziening op grond van de Wet voorzieningen gehandicapten moet in zes weken worden afgehandeld. Sommige, meer complexe aanvragen nemen meer tijd in beslag. De Sociale Dienst doet het op dit punt redelijk: in tachtig tot negentig procent van de gevallen wordt aan deze norm voldaan.
R
G
E
M
E
E
N
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
Verder hanteert de Sociale Dienst een wachttijd aan het loket van maximaal 20 minuten, waaraan in ruim 95 procent van de gevallen wordt voldaan. Wat betreft het bevorderen van een actieve doorstroom naar werk kan nog gemeld worden dat iemand die zich meldt voor een bijstandsuitkering in alle gevallen binnen twee maanden in een werktraject is geplaatst.
Conclusie servicenomen Als de gemeente een norm stelt, dan moet zij zich daar aan houden. In Dordrecht liggen wat dat betreft de ambities hoog. Het is niet mijn bedoeling om van het burgerjaarverslag een complete boekhouding van streefcijfers en resultaten te maken: beter lijkt het mij dat de cijfers voor iedereen permanent zijn te raadplegen op internet. Daarvoor is het wel van belang dat de gemeente met betrouwbare cijfers naar buiten kan treden. Bij de Wijklijn heeft dit al tot verbeteracties geleid. Voor de postbehandeling zal binnen de verschillende sectoren nog eens goed gekeken moeten worden naar de wijze waarop brieven worden afgehandeld. Overigens is lang niet alle dienstverlening van de gemeente vertaald in servicenormen. Zo stuurt de gemeente de burger altijd een ontvangstbevestiging van
14
V
T
E
een brief. Dit vinden wij echter zo vanzelfsprekend, dat het nauwelijks nog als ‘service’ wordt gezien. Maar ook minder vanzelfsprekende zaken zijn (nog) niet vertaald in een norm. Welke gemeente kan bijvoorbeeld zeggen dat haar afdeling Burgerzaken zeven dagen in de week, 24 uur per dag telefonisch bereikbaar is? Om nog maar te zwijgen van de ‘hoogstandjes’ die Dordrecht verricht in de digitale dienstverlening. Plus de vaak uitstekende dienstverlening die andere organisaties verrichten in opdracht van de gemeente. Welke normen wel en welke geen plaats krijgen in het Handvest Publieke Dienstverlening is een discussie die nu vooral intern gevoerd wordt, maar die wellicht ook onderwerp van gesprek kan zijn in de gemeenteraad. Ik nodig de volksvertegenwoordigers daar graag toe uit.
D
O
R
D
R
E
C
H
T
D
I
E
N
S
T
V
E
R
L
E
N
I
N
G
Klachten Klachtenoverzicht 2005 Bij een goede dienstverlening hoort een goede klachtenregeling. Als een ambtenaar aantal gegrond deels gegrond ongegrond een burger niet netjes behandelt, kan de Bedrijven 2 1 1 burger daarover een klacht indienen. In veel Bestuur* 2 2 gevallen kan een klacht direct worden afgeBrandweer 1 1 handeld, al dan niet door tussenkomst van Cultuur 0 de leidinggevende. Deze klachten worden Onderwijs & Welzijn 0 niet geregistreerd. In 2005 kwamen er in Publieksdiensten 40 23 7 10 totaal 122 schriftelijke klachten binnen. Dat Sociale Dienst 65 11 29 is een verdubbeling ten opzichte van eerdere Sport & Recreatie 0 jaren. Deze toename komt voornamelijk voor Stafdiensten 3 1 2 rekening van Publieksdiensten (Burgerzaken) Stads Bestuurs Centrum 0 en de Sociale Dienst. Publieksdiensten merkt Stadsontwikkeling 5 1 4 dat het webformulier voor klachten steeds Stadswerken 4 4 beter wordt gebruikt wordt. Ook liggen de Totaal 122 42 10 45 klachtenformulieren nu bij de balie, waardoor de drempel voor het indienen van een klacht verder is * Deze klachten betreffen niet het bestuurlijk handelen, maar de bestuurlijke verlaagd. Ook reageren burgers via het klachtenformulier verantwoordelijkheid voor de afhandeling. op de servicenormen, wanneer aan deze normen niet wordt voldaan. Bij de Sociale Dienst hangt de verdubbeling van het staande tabel. Een compleet (geanonimiseerd) overzicht van aantal klachten duidelijk samen met het strengere beleid en alle individuele klachten en de acties die hierop zijn onderde nieuwe werkwijze (zie pagina 26 en 27). nomen, is terug te vinden via de website van de gemeente In 2005 is er ook een groei te zien in het aantal mensen dat of op te vragen bij de klachtencoördinator van de gemeente, via het elektronisch loket een klacht indient (44, tegende heer A.P.E. Jaquet, telefoon: (078) 639 82 55. over 8 in 2004). Bij de Nationale Ombudsman kwamen 25 klachten binnen tegen de gemeente Bij de Nationale Ombudsman ingediende klachten Dordrecht. In vijf gevallen was dit reden voor de Nationale Ombudsman om een onderzoek in te Onderzoek Resultaat onderzoek stellen. In één geval kreeg de klager gelijk (zie 1 Plaatsing parkeerbord ongegrond tabel hiernaast). Een verkort overzicht van alle 2 Terugvordering bijstand Gesprek met klager, schriftelijke klachten is te vinden in de bovenonderzoek beëindigd 3 Procedure rond aanleggen Gegrond met aanbeveling drempel tot alsnog uitvoeren onderzoek 4 Informatieverstrekking Onderzoek loopt nog Historisch overzicht i.v.m. huwelijk 5 Asbest in muren Onderzoek tussentijds 2000 2001 2002 2003 2004 2005 schoolgebouw beëindigd 54 65 53 73 66 122
15
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
Klanttevredenheid Een snelle service kan natuurlijk prettig zijn, het zegt op zichzelf nog niet zo veel over de kwaliteit van de dienstverlening. De gemeente Dordrecht is zich daar heel wel van bewust en streeft dan ook naar een optimalisering van de dienstverlening op alle fronten. Het meest veelzeggend zijn de klanttevredenheidonderzoeken die dan ook regelmatig worden gehouden. In 2005 werd de dienstverlening van de Stadswinkel onderzocht door TNS NIPO. Daaruit bleek dat in vergelijking met 2004 de bezoekers van de Stadswinkel meer tevreden zijn over de parkeergelegenheid, de openingstijden en de wachttijden. Klanten gaven Dordrecht het rapportcijfer 7,6: één van de hoogste cijfers in Nederland. Eenvoudig taalgebruik Bij een goede dienstverlening hoort heldere informatie. Daarom heeft het college afgelopen jaar besloten dat alle publieksinformatie in begrijpelijk Nederlands moet worden omgezet. Verschillende afdelingen van de gemeente hebben in samenwerking met de afdeling Communicatie al de nodige actie ondernomen. Officiële erkenning viel de gemeente hiervoor in november ten deel, toen Dordrecht de ABC-trofee voor Publieksinformatie kreeg uitgereikt door de Stichting Belangenbehartiging Alfabetisering.
16
G
E
M
E
E
N
T
E
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
Het ondernemersloket Eén van de leidende ideeën in het werken aan een betere dienstverlening is de één-loket-gedachte. De gemeente wil zoveel mogelijk één aanspreekpunt zijn voor alle vragen van de burger, of die nu komt voor het aanvragen van een subsidie, een vergunning of bijzondere bijstand. Een voorbeeld van een dergelijk loket is het ondernemersloket. In 2005 is specifiek naar dit loket onderzoek verricht door de gemeente. Uit dit onderzoek komt naar voren dat ondernemers over het algemeen heel tevreden zijn over de dienstverlening van de gemeente, maar dat een grote groep ondernemers (vier op de tien) nog altijd zelf zijn weg zoekt door de gemeentelijke organisatie. Ook blijkt dat ondernemers nog relatief weinig gebruik maken van het digitale ondernemersloket dat dag en nacht beschikbaar is en waar een schat aan informatie is samengebracht. Bovendien kunnen tal van zaken er direct worden afgehandeld. Het verder onder de aandacht brengen van het ondernemersloket en al zijn mogelijkheden, komt uit het onderzoek als belangrijkste verbeterpunt naar voren. Verder zou de dienstverlening nog verder kunnen worden uitgebreid met bijvoorbeeld milieuzaken.
D
O
R
D
R
E
C
H
T
D
I
E
N
S
T
V
E
R
L
E
N
I
N
G
Conclusie kwaliteit van de dienstverlening Het werken aan een goede dienstverlening is nooit af. Of het nu gaat om de loketten van de Stadswinkel, de website, de Sociale Dienst, de Wijklijn: allemaal streven de medewerkers een in alle opzichten optimale dienstverlening na. Het past eenvoudigweg niet bij Dordrecht om tevreden achterover te leunen, ook niet - of misschien juist niet - wanneer we bij de besten van Nederland behoren. De Dordtenaar ziet altijd nog zaken die niet goed zijn of mogelijkheden tot verbetering. En dat is maar goed ook. Onmiskenbaar is er in het jaar 2005 vooruitgang geboekt, onder andere met het Handvest Publieke Dienstverlening, het tussenbericht en de norm van het eenvoudig taalgebruik. Hieruit vloeien echter direct ook weer de nodige verbeteracties voort, want de servicenormen zijn nog niet compleet, de registratie van de post is niet waterdicht, het tussenbericht wordt nog niet altijd gebruikt en de informatie van de gemeente is nog lang niet altijd duidelijk. Veel verbeteracties vloeien verder nog voort uit reacties van klanten, al dan niet verkregen uit onderzoek. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling van de gemeente om een extra verantwoordingscyclus in het leven te roepen rondom kwaliteitsverbetering. Kwaliteit moet een vaste plaats krijgen in de gewone beleidscyclus. Dit streven is in de managementrapportages vastgelegd, waarmee de gemeente op de goede weg lijkt naar een lerende organisatie.
17
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
N
E
M
E
R
S
A
A
N
H
E
T
W
O
O
R
D
“Evenementen bijna onmogelijk tijdens markt” Cor van der Kuil en Wendy Geerlings verkochten hun camping in Lexmond en namen op 1 juni 2005 café ’t Peerdt aan de Nieuwstraat over. Voor de pollers in de binnenstad zijn Cor en Wendy nooit bang geweest. ,,Cafés hebben geen last van die paaltjes. Iemand die naar een café gaat, komt er om een biertje te drinken en hoeft in principe niet met de auto naar de zaak te komen.”
COR VAN DER KUIL WENDY GEERLINGS G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Het paar schrok van het grote aantal vergunningen dat een horecaondernemer moet aanvragen. Een exploitatievergunning, een drank- en horecavergunning, een terrasvergunning, een aanwezigheidsvergunning voor het personeel en een vergunning voor de gokautomaat. Daarnaast werden ze vanwege de wet BIBOB gescreend op mogelijk criminele achtergronden. ,,Het duurt een tijd voordat je al die vergunningen hebt. Bovendien was de exploitatievergunning naar het verkeerde adres gestuurd. Die kreeg ik drie maanden later”, vertelt Cor. ,,Ik heb gezegd: ik ben open en draai zolang op de vergunning van de oude eigenaar. Dat is twee maanden lang geen probleem geweest. Dat werd door de gemeente als het ware gedoogd. Op donderdag kregen we alle vergunningen binnen en pas op de vrijdag daarna kregen we de eerste controle.” Waar ze geen vergunning voor kregen, was voor een podium met live-muziek tijdens de vrijdag en zaterdag van het bluesfestival. ,,De gemeente wilde geen geluidsoverlast tijdens de weekmarkt. Die markt is namelijk heilig in Dordrecht”, aldus Cor en Wendy. ,,Tijdens de zomer is de markt een stuk kleiner, dus het had qua ruimte best gekund. Wij kennen andere steden waar de markt wel twee à drie
keer per jaar uitwijkt voor een evenement. Waarom gaat de gemeente Dordrecht hierin niet mee? Dit jaar hebben we weer hetzelfde probleem. Bij evenementen moet je kunnen schipperen.” Tijdens de carnavalsoptocht in de binnenstad hadden ze een biertap op het Scheffersplein willen neerzetten, samen met zes andere horecazaken. Ook dat mocht niet. Wendy: ,,Dan denk ik nou ja, je wilt Dordrecht toch meer kleur geven? Werk dan mee.”
Inmiddels is in samenwerking met het Evenementenbureau wèl een goede plek gevonden voor een podium tijdens het Rythm & Bluesfestival. Ook de biertap tijdens de carnavalsoptocht blijkt mogelijk. “We denken zo goed mogelijk mee met de ondernemers,” aldus het Evenementenbureau.
19
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
B
U
R
G
E
R
P A
R
T
I
C
I
P A T
I
E
3 Wie heeft het initiatief ? over de kwaliteit van de procedures op het vlak van burgerparticipatie Dordrecht is een stad met ambitie. Die ambitie gaat gepaard aan actie. Actie van het gemeentebestuur, maar zeker niet van de bestuurders alleen. Al bij de kleinste dingen, zoals het oprapen van een papiertje dat een ander heeft laten slingeren, is de vraag aan de orde: wie neemt het initiatief? Als niemand het doet, dan is er in de Dordtse Binnenstad gelukkig het Clean Team, dat ooit op initiatief van de gemeente tot stand kwam. Als de situatie uit de hand loopt, kan ook de politie in actie komen, zoals bij de bestrijding van zwerfvuil. En in alle gevallen is er de vuilnisophaaldienst die evenzeer werkt ten dienste van ons allemaal. Het gemeentebestuur is er zich meer en meer van bewust dat iedere actie bezien moet worden binnen het geheel van de keten. Dit vinden we ook terug in wat we ‘de Dordtse aanpak’ zijn gaan noemen: de manier waarop Dordtenaren betrokken worden bij het beleid van de gemeente, en ook de manier waarop de gemeente haar eigen rol bepaalt in relatie tot de andere spelers. Het meest typerend aan de Dordtse aanpak is evenwel de open dialoog tussen inwoners en het stadsbestuur. Langs deze weg kwam in 2004 het integratiebeleid tot stand en stonden in 2005 ondermeer het buurtwerk en het te voeren milieubeleid op de agenda.
Het cleanteam van de Dordtse Binnenstad
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Je hoort vaak zeggen dat de gemeente een verborgen agenda beheert: “De gemeente drukt haar zin toch wel door”, klinkt het dan. Als dit al ooit waar is geweest, dan is het voor 2005 zeker niet meer waar. In alles wat de gemeente doet, streeft zij juist een maximale inbreng van deskundigen, betrokkenen en het grote publiek na. Misschien blijkt de bestuurlijke kracht van Dordrecht wel daaruit dat de gemeente ook anderen laat meedenken en meedoen met de gemeente, waarbij het kan gaan om het uitkiezen van speel-
toestellen voor een speelplaats tot en met de strategische toekomstplannen voor Dordrecht en de regio. Stadswerven Een voorbeeld van zo’n open debat is de vraag over hoe de Stadswerven er straks uit moeten komen te zien. Inspraak heeft al naar voren gebracht dat een concept met kleurrijke huizenblokken bij vrijwel iedereen de voorkeur geniet boven een door torenflats gedomineerd ‘Manhattan aan de Merwede’. Zelfs als het gemeentebestuur, in alle openheid, zijn voorkeur heeft uitgesproken voor een nieuw theater op deze plek, worden alle mogelijke alternatieven zorgvuldig bekeken en gewogen en is het uiteindelijk de gemeenteraad die de knoop doorhakt. In april 2005 werd het Stedenbouwkundig plan voor de Stadswerven vastgesteld door de gemeenteraad. Via een publiek-private samenwerking zal de inrichting van het gebied nu verder haar beslag krijgen. Bij de vaststelling van de plannen is expliciet aandacht gegeven aan een blijvende communicatie met bewoners en publiek tijdens de verdere uitwerking van de plannen. Buurtwerk Een goed voorbeeld van een open discussie in 2005 was het debat over het buurtwerk. Zijn er genoeg buurtvoorzieningen? Zien mensen daar het nut van in? Moet het buurthuis blijven? Is de wijkkrant nog wel nodig? Voldoet het opbouwwerk? Over deze vragen, en meer, werden vier debatten georganiseerd, waarbij ook de gemeenteraadsleden, die de uiteindelijke beslissingen moeten nemen, aanwezig waren. Maar ook de mensen die niet bij de debatten aanwezig
21
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
waren, zijn door de gemeente gehoord. Het Sociaal Geografisch Bureau van de gemeente heeft een representatief onderzoek uitgevoerd onder de Dordtse bevolking, waarvan de resultaten sterk mee hebben gewogen in de totstandkoming van het beleid. Milieubeleid Veel aandacht is er in het afgelopen jaar ook uitgegaan naar het Milieubeleidsplan 2006-2010. Het stopzetten van een groot aantal bouwactiviteiten in 2005 vanwege fijnstof toont wel aan hoe belangrijk een goede omgang met het milieu kan zijn voor de verdere ontwikkeling van de stad. Het milieubeleid is een praktijkvoorbeeld van interactieve beleidsvorming volgens, alweer, de Dordtse aanpak. Dat dit de kwaliteit van het beleid ten goede is gekomen, blijkt onder andere uit de plaats die Dordrecht inneemt in de landelijke duurzaamheidsmeter, namelijk een vijfde plek.
R
S
L
A
G
2
0
0
5
en te luisteren en met een heldere boodschap aan het stadsbestuur af te sluiten. Agenda voor de stad In het vervolg op de Stadsconferentie 2004 hebben vier maatschappelijk betrokken ondernemers een agenda gepresenteerd voor de stad. Hierin worden niet alleen voorstellen gedaan voor het verlevendigen van de binnenstad, maar ook presenteren de ondernemers een alternatieve aanpak van concrete projecten, waarbij het initiatief meer in handen wordt gelegd van ondernemers of zorginstellingen. De vier hebben daarbij ook een inventarisatie gemaakt van actieve burgers die bereid zijn de verantwoordelijkheid voor een concreet project op zich te nemen. Het college van burgemeester en wethouders heeft enthousiast gereageerd op de ‘Agenda voor de Stad’, die is meegenomen in de overdracht naar het nieuwe college.
Toch wil ik met u nog graag terugblikken op een aantal opvallende zaken uit 2005 zonder welke dit burgerjaarverslag niet compleet zou zijn.
Economische Adviesraad Dordrecht Sinds 2005 kent onze stad de Economische Adviesraad Dordrecht (de EAD), die zich buigt over de toekomstige economische kansen voor Dordrecht en de regio. De gemeente heeft deze raad in het leven geroepen om de aantrekkingskracht van de Dordtse regio voor bedrijven verder te vergroten. Bij de totstandkoming van de adviezen en de uitvoering van concrete acties betrekt de EAD nadrukkelijk lokale en regionale bedrijven, maatschappelijke instellingen en andere raden van advies.
Dordtse Dynamiek Het versterken van de dialoog tussen de burger en de politiek, begint bij de politiek zelf. Ook in 2005 zijn er een aantal goede initiatieven geweest vanuit de politiek, waarvan de meest opvallende de nieuwe werkwijze van de commissie Wonen en Leefbaarheid is. Deze commissie heeft besloten om voortaan “op locatie”, dus in de stad, te vergaderen. Overal waar een aanleiding kan worden gevonden om met de bevolking in gesprek te gaan, zal de commissie dit doen, waarbij de raadsleden hebben afgesproken vooral te kijken
Campagnes Samen met bewoners en betrokken instanties is ook in 2005 weer een aantal campagnes gevoerd door de gemeente, zoals ‘Dordt Veilig’, ‘Dordrecht, een stad om mooi te houden’ en ‘Stop huiselijk geweld’. Naast de concrete doelen die hiermee worden bereikt, wordt met de campagnes ook de betrokkenheid van burgers bij het werk van de overheid bevestigd: driekwart van de Dordtenaren voelt zich medeverantwoordelijk voor de leefbaarheid in de eigen buurt (Monitor Leefbaarheid en Veiligheid, SGB 2005).
Feitelijk zou ik voor dit burgerjaarverslag kunnen volstaan met de constatering dat het in een vroegtijdig stadium betrekken van de bevolking, nog vóórdat er plannen liggen, verankerd is in ons beleid: de ‘Dordtse Aanpak’. Mijn enige zorg - en die van de gemeenteraad - zou nog hoeven zijn dat we ons hier ook aan houden.
22
E
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
B
U
R
G
E
R
P A
Mensenrechten Naar aanleiding van politieoptreden in het afgelopen jaar heeft een groep burgers een Stichting Mensenrechten Dordrecht opgericht. Zolang de politie, evenals de gemeente en het justitieel apparaat in staat zijn kritisch naar zichzelf te kijken, heb ik als burgemeester geen enkele reden om de conclusie te rechtvaardigen dat de mensenrechten in Dordrecht worden bedreigd, maar het initiatief van deze burgers toont wel aan dat het kritisch vermogen van de betrokken instanties niet op hoeft te houden bij de overheid. Inspraakverordening In februari 2005 werd, na enige vertraging, de Inspraakverordening 2004 vastgesteld door de gemeenteraad. Daarin is de Dordtse inspraakpraktijk vastgelegd. Inspraak Dit jaar wordt een uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de inspraakpraktijk van 2005 in Dordrecht. Alle lopende inspraaktrajecten worden daarin geëvalueerd. Ook voor de komende jaren blijft de gemeente deze overzichten bijhouden. Mogelijk kunnen deze onderzoeken een vaste plaats krijgen in het Burgerjaarverslag. Burgerinitiatief Als sluitstuk van de inspraak in Dordrecht heeft de raad het in 2005 mogelijk gemaakt dat burgers zelf het initiatief nemen een punt te agenderen voor de gemeenteraad. Dit burgerinitiatief moet dan wel gesteund worden door 1277 handtekeningen (de kiesdeler). Van deze mogelijkheid is vorig jaar geen gebruik gemaakt.
R
T
I
C
I
P A T
I
E
Conclusie burgerparticipatie Het betrekken van de burger bij het werk van de gemeente lijkt zo vanzelfsprekend. Toch is het zaak die betrokkenheid steeds weer opnieuw inhoud te geven en zo nodig te zoeken naar nieuwe vormen en middelen om dat te kunnen doen. Wie zou menen dat de aanpak van de gemeente met al het bovenstaande toch inmiddels wel compleet moet zijn, kent de vernieuwingsdrang van Dordrecht nog niet. Die vernieuwing moeten we vooral zien als een antwoord op de telkens weer veranderende opgaven waarvoor we ons als samenleving gesteld zien staan. Het voorzichtige vertrouwen dat de gemeente geniet (zie hiervoor: ‘Vertrouwen in het bestuur...’, SGB 2005), zal telkens opnieuw gewonnen moeten worden en ik kan alleen maar hopen dat de gemeente het in 2006 minstens net zo goed zal doen als in 2005. Vertrouwen in de gemeente
70 60 50 40 30 20 10 0
geen
weinig
redelijk
volledig
weet niet
23
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
N
E
M
E
R
S
A
A
N
H
E
T
W
O
O
R
D
“Na zes weken nog geen parkeervergunning” Op 1 december 2005 begonnen Kees van Berchum, DirkJan Los, Richard Schot en Christian Boer hun bedrijf Arco Iris aan de Lange Geldersekade, tegenover de Grote Kerk. De naam betekent regenboog in het Latijn. De ‘ervaren rot’ van Berchum en drie ‘jonge honden’ bieden informatietechnologie, multimedia en audiovisuele communicatie aan. Als startende ondernemers waren ze blij dat het kantoor aan de Lange Geldersekade te huur stond en dat ze er meteen in konden. Het voldoet perfect.
DIRK-JAN LOS
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
,,We hebben hier een prachtige werkruimte en een prachtige vergaderkamer, maar we kunnen onze klanten helaas geen parkeervergunning aanbieden”, vertelt Dirk-Jan. ,,Half januari hebben we voor ons bedrijf schriftelijk een parkeervergunning aangevraagd. Voor onze klanten. Die kunnen de auto dan even verderop aan de Bomkade neerzetten, de vergunning ophalen en die later bij het weggaan weer door de brievenbus stoppen. Dat leek me een aardige service.” Zelf hebben ze geen parkeervergunning nodig. De mannen zetten hun auto op het nieuwe parkeerterrein aan de Weeskinderendijk, vlakbij hun werkplek. ,,Een zeer goed initiatief dat we als ondernemer in de schoot geworpen kregen”, aldus Van Berchum Maar de vergunning voor de klant bleef uit. Dirk-Jan: ,,Toen ik half februari nog geen antwoord had, ben ik gaan bellen. Wat bleek: de aanvraag lag bij de juridische afdeling omdat er hier op dit adres geen werknemers ingeschreven stonden. Wij huren dit pand, dus hoe moesten wij dat nou weten? Daarna heb ik niets meer gehoord. Zo ben je anderhalve maand bezig en nog geen stap verder. Je hebt het als starter al druk genoeg, dus zoiets moet soepel lopen.” Van Berchum baalt daarvan. ,,Ik ben altijd positief over de gemeente en over de stad. Maar als ik dit hoor denk ik:
dat moet sneller kunnen. Van de andere kant zie ik meteen voordelen in de nadelen. Wij moeten gewoon proberen de gemeente hiervoor een goed automatiseringssysteem te verkopen. Dat is blijkbaar nodig.
Arco Iris B.V. kreeg in april 2006 een zakelijke parkeervergunning in de alternatieve sector 11. In de gehele binnenstad is er op dit moment een wachtlijst.
25 23
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
B
E
Z
W A
A
R
S
C
H
R
I
F
T
E
N
2
0
0
5
4 Protest! Een democratie leeft bij de gratie van tegengeluiden. Dat geldt voor de politiek, maar evenzeer voor de betrokken burger die zijn stem laat horen tegen de gemeente. Opvallende protesten zijn er in 2005 geweest tegen de verhuizing van de Statenschool, waarmee, in de ogen van de demonstranten, een levend monument in het centrum van de stad verdwijnt. In januari was er een grote demonstratie tegen de huuropzegging van de gebruikers van het paardenlandje aan het einde van de Rondweg N3. Verder ontmoet de gemeente nog altijd veel weerstand in het opofferen van groene ruimte voor woningbouw. Ook de aanpak van het paalrot-probleem heeft in 2005 weer tot enkele boze reacties geleid. Soms, dit moet gezegd, staat het stadsbestuur nu eenmaal voor moeilijke keuzes, die niet altijd verzacht worden door mooie nieuwbouw, een golfbaan, of een ruimhartig verstrekte lening. Maar keuzes moeten wel gemaakt worden. En wie zijn stem laat horen, moet er van verzekerd zijn dat zijn of haar ongenoegen zorgvuldig wordt meegewogen in de besluitvorming.
Januari 2005: huurders van het paardenlandje demonstreren met hun dieren tegen de dreigende ontruiming.
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Nieuwe inzichten De gemeente moet ook niet altijd volharden in een genomen beslissing. Er kan sprake zijn van voortschrijdend inzicht, waardoor een plan dat aanvankelijk goed leek, later toch moet worden bijgesteld. Zo leek het bijvoorbeeld op papier een goed idee om op sommige plaatsen de harde bestrating te vervangen door fijn grit, zodat het water beter de grond in kon zakken, maar in de praktijk raakten auto’s er door beschadigd en putten verstopt. Zo kent iedere Dordtenaar waarschijnlijk wel voorbeelden van waar het beleid van de gemeente in de praktijk toch niet zo uitwerkte als gedacht, alle inspraak en participatie ten spijt.
Bezwaarschriften Burgers die het niet eens zijn met een beslissing van de gemeente, kunnen bij de gemeente een bezwaarschrift indienen. Het aantal bezwaarschriften kan een indicatie zijn voor de kwaliteit van de genomen beslissing. Vaak komen door de bezwaarschriften achterliggende problemen aan het licht, zoals een onduidelijkheid in het beleid. Iemand meent bijvoorbeeld keurig betaald te hebben bij de dichtstbijzijnde parkeermeter, terwijl de juiste parkeermeter een eindje verderop was. Een dergelijke onduidelijkheid op straat moet in het beleid (in dit voorbeeld in het parkeerbeleid) worden opgelost. Dat kan enige tijd in beslag nemen, zodat er in een jaar relatief veel bezwaren over steeds dezelfde situatie bij de gemeente binnenkomen. Parkeren In het specifieke geval van de parkeerbon (in feite een naheffing van parkeerbelasting), is er meer aan de hand dan enkele onduidelijkheden op straat. Parkeerwachters voelen zich, mede door hun prestatiecontract, verplicht om te allen tijde een bon uit te schrijven, ook als zij weten dat een formeel bezwaar zal worden toegekend. Tegelijkertijd hanteert de gemeente een nogal mild regime waar het de bezwaarschriften betreft: bij twijfel krijgt de burger gelijk.
27
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
Belastingen Bij Belastingen komen de meeste bezwaren binnen, vorig jaar 10.212. Dit cijfer moet wel in het licht worden gezien van het aantal beschikkingen/aanslagen dat jaarlijks de deur uit gaat. Tegenover de honderdduizenden beschikkingen per jaar, is het aantal bezwaarschriften zelfs klein te noemen. Het is binnen Nederland opvallend dat Dordrecht het op dit punt zo goed doet en dat de bereidheid tot het betalen van belastingen in onze gemeente opvallend hoog is (99,6 procent, zie MARAP Belastingen 2005).
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
invoering van de Wet werk en bijstand, maar inmiddels moet rekening worden gehouden met een blijvende tendens. Dat blijkt mede uit het aantal rechtbankprocedures tegen de Sociale Dienst, dat in 2005 fors is toegenomen. Dit betreft aanvragen voor een voorlopige voorziening (32 gevallen) en (hoger) beroep tegen een besluit van de Sociale Dienst (46 zaken in 2005). Hierin uit zich nog een andere trend (naast een strenger beleid), namelijk een toenemende juridisering van de samenleving en, daarmee samenhangend, een toename in de professionele rechtshulp aan klanten van de Sociale Dienst.
Bezwaren lokale belastingen 2005
aantal aanslagen
WOZ/OZB Hondenbelasting Precariobelasting Rioolrecht kleinverbruik Rioolrecht eigendom Afvalstoffenheffing Parkeerbelasting Totaal (aantallen)
bezwaarschriften % van het aantal aanslagen 7,6% 3,7% 8,5% 0,2% 0,1% 0,1% 8,6% 3,7% 10.212
111.775 6.058 850 39.789 55.078 51.351 13.812 278.713
Kwijtscheldingen Waarvan geautomatiseerd Waarvan op verzoek
G
E
M
afgewezen % van het aantal bezwaarschriften 60% 24% 39% 27% 55% 69% 51% 58% 5.958
11.092 72% 28%
Sociale Dienst Dat de gemeente strenger is geworden in het verlenen van bijstand, is onder meer te merken aan het aantal bezwaarschriften dat de Sociale Dienst ontvangt. In 2005 kwamen bij de Sociale Dienst 709 bezwaarschriften binnen, een toename ten opzichte van voorgaande jaren (558 in 2003 en 644 in 2004). De toename in het aantal bezwaarschriften werd eerder uitgelegd als een tijdelijk effect rond de
28
gehonoreerd % van het aantal bezwaarschriften 40% 76% 61% 73% 45% 31% 49% 42% 4.254
E
E
N
T
E
Voor het eerst in jaren is het percentage (deels) gegrond verklaarde bezwaarschriften gestegen tot boven de norm van 20 procent. Dit percentage lag in 2005 op 28 procent. Deze naar verwachting eenmalige uitschieter is voor de Sociale Dienst (Stafbureau Kwaliteitsverbetering) nog geen reden om zich zorgen te maken over de kwaliteit. Uit andere indicatoren blijkt dat de kwaliteit van werken niet is afgeno-
D
O
R
D
R
E
C
H
T
B
E
Z
W A
A
R
S
C
H
men. Eerder lijkt de Sociale Dienst te maken te hebben met een verminderde acceptatie van het gevoerde beleid. Bouwzaken, verkeer en overige bezwaarschriften In 2005 ontving de gemeente 172 bezwaren met betrekking tot bouwzaken, 123 bezwaren tegen een verkeersbesluit, 69 tegen een parkeerbesluit (meest parkeervergunningen en vergunning voor gehandicaptenparkeren), plus nog eens 28 bewaren tegen een subsidie, 25 tegen een APV-besluit en nog eens 23 overige zaken. Van deze 440 zaken werden er 350 in 2005 afgehandeld. 26 Bezwaarschriften werden gegrond verklaard, 264 ongegrond. De overige bezwaren waren niet-ontvankelijk (47) of zijn later ingetrokken (13). Over de bovengenoemde bezwaren is in 21 gevallen een advies gevraagd aan de Commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften. In één geval oordeelde de commissie dat het bezwaar gegrond was, en in een ander geval deels gegrond. In de overige gevallen werd het bezwaar een maal ingetrokken, twee maal (deels) niet ontvankelijk verklaard en achttien keer ongegrond. In alle gevallen werd het advies overgenomen door het bestuur. Conclusie bezwaarschriften De gemeente handelt in het algemeen belang. Dat kan heel wel in het nadeel zijn van een individueel belang. Dat geldt voor het heffen van belastingen, voor het afremmen van het autoverkeer, voor de sloop van oude woningen en voor heel veel zaken meer. Bovendien weegt de gemeente vaak het ene belang tegenover het andere, waardoor de uiteindelijke keuze soms alleen de instemming geniet van een meerderheid. Pas wanneer de burger niet gehoord is of de gemeente een fout maakt in de berekening van de belastingen, de uitvoering van een verkeersplan of het verlenen van een sloopvergunning komt de kwaliteit van de genomen beslissing ter discussie te staan en nog pas dan als de gemeente niet in staat blijkt een gemaakte fout te herstellen.
R
I
F
T
E
N
2
0
0
5
Dat de burger zich wel eens afvraagt “waarom moest dit nu allemaal zo lang duren?” is heel begrijpelijk. Hoewel er ook voorbeelden zijn waar de gemeente (na protest) al bij voorbaat terug komt op een genomen beslissing, kan er soms een behoorlijke tijd overheen gaan voor een verkeerde beslissing is hersteld. Enerzijds heeft dat te maken met de zorgvuldigheid waarmee een beslissing opnieuw wordt bekeken, anderzijds kan dit te maken hebben met de nu eenmaal langzaam draaiende molens der bureaucratie. Als we de balans opmaken van mensen die vooruitgang ervaren en mensen die achteruitgang zien (zie tabel hieronder), dan is de eerste groep gelukkig nog ruim in de meerderheid.
Het percentage Dordtenaren dat vindt dat het voorruit gaat met Dordrecht 1997 27% 18% 1999 52% 12% 2001 200 21% 42% 2003 200 20% 44% 2005 18% 39%
-60
-40 -20 achteruit gegaan
-0 20 vooruit gegaan
40
60
29
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
N
E
M
E
R
S
A
A
N
H
E
T
W
O
O
R
D
“Ik wil graag iets doen voor Oud-Krispijn” Bouwkundig tekenaar en ingenieur Osman Kömbe had voor architecten, bouwkundige bureaus en zeven jaar lang voor ABB Ontwikkeling en ABB Vastgoed in Sliedrecht gewerkt, toen hij in augustus 2003 voor zichzelf begon. Bij de realisatie van plannen krijgt Osman veel te maken met de afdeling Bouwen en Wonen, de welstandscommissie of met inspraakprocedures. Zo bouwt hij samen met aannemer BM van Houwelingen uit Hardinxveld-Giessendam drie villa’s aan de kop van de nieuwe wijk Klein-Dubbeldam. ,,Hoewel het een nieuwe wijk is, moest daarvoor het bestemmingsplan gewijzigd worden. Dat is een korte procedure geweest. Daar zijn overigens geen bezwaren tegen ingediend. In Sliedrecht heb ik vroeger de moskee getekend en daar was heel het dorp op tegen. Dat duurde uiteindelijk vier jaar. Dan kan inspraak een plan lang ophouden. Grote projectontwikkelaars kunnen het zich veroorloven als een plan op de lange baan wordt geschoven, maar die lange adem heb ik niet.”
Met het ondernemersloket heeft Kömbe niet vaak van doen, maar des te meer met de afdeling Bouwen en Wonen. De gemeente heeft hem gevraagd het particulier opdrachtgeverschap in Oud-Krispijn op zich te nemen. Hierbij maakt hij voor huiseigenaren plannen om hun woning goedkoop te laten slopen en herbouwen. ,,Ik ben een Dordtse ondernemer dus ik wil graag in die wijk wat doen”, aldus Kömbe.
De welstandscommissie kan ook een hobbel zijn, zo is gebleken. Kömbe: ,,Ik heb veel dakopbouwen in Oudelandshoek gedaan en daar zat de welstandscommissie niet om te springen. Maar over het algemeen kan ik zeggen dat negen van de tien bouwvergunningen die ik aanvraag snel behandeld worden.”
OSKAM KOMBE
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Bouwen en Wonen zal ook in 2006 proberen werkverbanden aan te gaan met mensen in de wijk.
31 29
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
V
E
I
L
5 Veiligheid
Dit laat onverlet dat de gemeente, politie of andere bevoegde instantie ook als wetshandhaver zal optreden wanneer dat nodig is. Er past nu eenmaal geen vriendelijk woord voor wie een huis bekladt met graffiti of mensen berooft van hun bezittingen. Veiligheidsgevoel in het algemeen en in de eigen buurt
80 70 60 50 40 30 20 10 0
te voorkomen.
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
H
E
I
D
19%
16%
21%
44%
weet ik niet
enigszins
helemaal niet
in grote mate
in % van de Dordtse bevolking van 18 jaar en ouder
1997 wachten vooral ingezet worden om vernielingen
G
Bijdrage stadswachten aan veiligheid
Als er één toetssteen is voor de kwaliteit van de veiligheid, dan is het wel de mate waarin we elkaar kunnen aanspreken op elkaars gedrag. Gelukkig is de sfeer van de gesprekken in Dordrecht over het algemeen genomen rustig en gaan mensen op voet van gelijkwaardigheid met elkaar om. Ik heb het dan niet over de wijze waarop een politieagent wel eens de les wordt gelezen of de soms ronduit onbeschofte wijze waarop een parkeerwachter wordt benaderd. Ik heb het over die momenten waarop we open staan voor een goed advies, een tip, een stevig debat, een vriendelijk woord of misschien gewoon een gezellig buurtfeest. In dat laatste geval wil de gemeente daar nog een subsidie voor geven ook.
Volgens de meeste inwoners moeten de stads-
I
1999
2001
Algemeen -----------Steefpunt 2006
2003
2005 Eigen buurt
Ontwikkeling van de veiligheidsgevoel in het algemeen: zeer positief Ontwikkeling van de veiligheidsgevoel in de eigen buurt: zeer positief
Als ik stadswacht was... In mei 2005 ging de campagne ‘Als ik een stadswacht was...’ van start. Alle inwoners van Dordrecht zijn uitgenodigd mee te denken over de beste inzet van de toezichthouders in hun wijk. Eerder heeft de gemeenteraad al besloten dat een kwart van de taken van de toezicht door inwoners zelf mag worden bepaald. De gemeente kreeg hierop zeer veel reacties: 6299. Volgens de meeste inwoners moeten de stadswachten vooral ingezet worden om vernielingen te voorkomen. De resultaten van de campagne sluiten aan bij
33
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
de huidige inzet van de stadswachten in de wijken, maar de accenten kunnen per wijk verschillen. Met de verkregen informatie kan meer gericht worden gesurveilleerd in de wijken. De campagne ‘Als ik een stadswacht was...’ maakt onderdeel uit van de campagne ‘Dordt Veilig’, waarmee de gemeente en de politie op tal van creatieve manieren de criminaliteit in de stad verder terug te dringen. Cruciaal in het veiligheidsbeleid is het aanbrengen van samenhang en het met elkaar stellen van prioriteiten. Het kader waarbinnen dat gebeurt is het Integraal Veiligheids Programma. Integraal Veiligheids Programma. Het Integraal Veiligheidsprogramma biedt alle partijen een kader waarbinnen aan veiligheid gewerkt wordt. In 2005 is hard gewerkt aan een nieuw IVP voor de periode 2006-
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
Verkeersoverlast (indicatorscore: hoe hoger, hoe slechter)
4 3 2 1 0 2003
2005
Verkeersoverlast in de Binnenstad -----------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van de verkeersoverlast in de binnenstad: positief Verkeersoverlast in de Noordflank -----------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van de verkeersoverlast in de Noordflank: stabiel
Overlast
25
Verkeersoverlast in de Oud-Krispijn ---------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van de verkeersoverlast in de Oud-Krispijn: positief
20
W A
L
I
T
E
I
T
V A
N
het inderdaad, al is het beeld niet voor iedereen en niet in alle buurten gelijk. Onderdeel van het veiligheidsbeleid is het meten van concrete resultaten. De resultaten daarvan zijn bij de gemeenteraad bekend (wie hierover meer wil weten raadplege hiervoor het raadsinformatiesysteem op www. dordrecht.nl). Een paar opvallende cijfers zijn ter illustratie opgenomen in dit burgerjaarverslag.
5
2000
K
Verkeersoverlast in het Reeland --------------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van de verkeersoverlast in het Reeland: negatief
Veiligheidsregio In 2005 heeft ook de startconferentie plaatsgevonden van de ‘Veiligheidsregio Zuid-Holland Zuid’. Dit past in de wens van de minister van Binnenlandse Zaken om niet alleen de politie, maar ook de andere hulpdiensten (Brandweer en GGD) binnen regio’s te organiseren. De twintig burgemeesters van Zuid-Holland Zuid hebben vooruitlopend op dit plan besloten zélf het initiatief te nemen bij het vormen van een gemeenteoverstijgende samenwerking en zich niet afhankelijk op te stellen van het rijk. Deze grootschalige samenwerking kan alleen maar succesvol zijn als de veiligheid dicht bij huis op orde is. Als alle betrokken partijen dan ook nog eens goed gaan samenwerken, dan kunnen we écht een stap vooruit zetten op weg naar een veiliger Dordrecht.
D
E
V
E
I
L
I
G
H
E
I
D
Indicatorscore sociale samenhang (hoe hoger de score, hoe groter de sociale samenhang)
6,2 6,0 5,8 5,6 5,4 5,2 5,0
5,4
5,3
6,0
6,1
6,1
1997
1999
2001
2003
2005
4,8
15 10 5 0 2000
2003
2005
‘Vaak’ overlast door hangjongeren -----------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van ‘vaak’overlast door hangjongeren: positief ‘Vaak’ drugsgerelateerde overlast ------------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van ‘vaak’ drugsgerelateerde overlast: positief ‘Soms’ drugsgerelateerde overlast ------------Steefpunt 2006 Ontwikkeling van ‘soms’ drugsgerelateerde overlast: positief
34
G
E
M
E
E
N
T
E
2010. Met alle betrokkenen zijn discussiebijeenkomsten gehouden, elf in totaal, en er is een grote slotmanifestatie geweest waarin de resultaten van alle bijeenkomsten zijn samengebracht. Dit alles heeft geleid tot een concept Integraal Veiligheidsprogramma dat dit jaar wordt aangeboden aan de nieuwe raad. Alle informatie is steeds via www.dordtveilig.nl voor iedereen na te lezen op internet, en dat alles zonder dat daar dure woorden aan te pas hoeven komen als participatie, transparantie en interactief beleid. Alle deskundige inbreng, heldere keuzes en goede samenwerking zullen niet verhinderen dat de burger van Dordrecht de vraag stelt: wat levert dit mij dit op? Betekent dit dat de criminaliteit afneemt? Er minder verkeersoverlast is? Het veiliger is in de buurt? Dat betekent
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Conclusie veiligheid Als burgemeester ben ik verantwoordelijk voor de veiligheid in Dordrecht. Toch is veiligheid geen taak van de burgemeester alleen. Evenmin is het de exclusieve taak van de politie, brandweer of soortgelijke organisaties. Veiligheid is van ons allemaal. Ik heb het eerder zo geformuleerd: de verantwoordelijkheid voor veiligheid moet te vinden zijn in de haarvaten van de samenleving. Ik wil daarmee zeggen dat de individuele burger zijn eigen verantwoordelijkheid moet nemen, uiteraard
voor zover dat mogelijk is. Ik verwacht niet dat bewoners zich intensief bezig houden met rampenplannen of wetgeving. Wat ik wel hoop is dat iedereen de verstandige dingen doet. Niet door rood licht rijden, bijvoorbeeld. Zich houden aan de voorschriften. Op een verstandige manier de kinderen naar school brengen. En de politie bellen als er iets verdachts gebeurt. In die zin moeten we allemaal, steeds vanuit onze eigen verantwoordelijkheid, blijven werken aan een veilige samenleving.
35
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
N
E
M
E
R
S
A
A
N
H
E
T
W
O
O
R
D
“Dordt moet groter denken” Aad Boudesteijn nam in 1991 lederwarenzaak Woerdenbach over en vierde een jaar later het honderdjarig bestaan. Vroeger zat zijn winkel aan de Voorstraat, maar sinds de vernieuwing van het Statenplein en V&D is hij ‘gekanteld’ naar de Kolfstraat.
omzetstijging door het toerisme. Dordrecht kan zijn verzorgingsgebied vergroten met een soort tweede regionale schil. Dordt is op de goede weg. Sinds eind 2005 zien we als ondernemers dat er meer besteed gaat worden. Maar vroeger gingen mensen met treinen vol naar Dordt om te winkelen. Dat is weg en moet weer terugkomen.”
Aad geloofde als eerste ondernemer dat dit laad- en losstraatje kon uitgroeien tot een volwaardige winkelstraat. ,,Toen ik de gemeentelijke plannen voor de nieuwbouw zag, dacht ik meteen: ik haak aan. We hebben het achtergedeelte afgebroken en een nieuwe winkel gebouwd”, vertelt hij. Hoewel de vernieuwing van zijn winkel twee jaar voorbereiding en vanwege een failliete aannemer twee jaar bouwtijd in beslag nam, heeft hij zelf weinig te maken gehad met vergunningen en gesprekken met de gemeente. Dat werk besteedde hij uit aan projectontwikkelaar Paul van Wijnen. ,,Ik heb wel veel contact gehad met projectleider Nico van Klinken van het Statenplein. Daar ben ik tevreden over. Dat was heel zakelijk.” Over het verkeersplan binnenstad, de basis voor de invoer van de pollers, heeft hij nooit geklaagd. ,,Die paaltjes zijn perfect, want ze geven ruimte aan mijn klanten. Al heb ik er zelf ook wel eens last van. Als ik na elven bij mijn zaak moet zijn, loop ik ook met een steekwagentje. Maar voor mij staat als een paal boven water dat zo’n binnenstad verkeersluw moet zijn.”
AAD BOUDESTEIJN
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
Waarin de gemeente volgens hem tekort schiet, is het promoten van de stad in de regio. ,,De parkeerterreinen op de Weeskinderendijk en het Eneco-terrein vind ik geweldig, maar het moet beter gecommuniceerd worden. Dat doet de gemeente in Zwijndrecht en Papendrecht, maar niet in Gorinchem. Daar heb ik ook een winkel en daar zie je meer
Samen met ondernemers wordt op dit moment de Stichting Marketing Dordrecht opgericht die zich speciaal met de promotie van de stad zal gaan bezighouden. Steeds meer mensen weten bovendien de weg te vinden naar de bezoekersinformatie op de website van de gemeente.
37
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
O
N
D
E
R
S
C
H
E
I
D
I
N
G
E
N
2
0
0
5
Bijlage Onderscheidingen Onderscheidingen van de stad Dordrecht 2005
Koninklijke onderscheidingen in 2005
Johan de Witt-speld
Lid in de Orde van Oranje-Nassau:
Januari Maart April
Mevrouw J.L. Bakker-Arkenbout De heer H. Bax Mevrouw K. Biever Mevrouw J. Blom Mevrouw P. Dam-de Jong De heer H.J. den Haring De heer G.A. van der Heijden De heer A. Holster Mevrouw N. Holster-de Groot De heer W.C. Holster De heer J.M. Hopma De heer P. van Huizen De heer drs. S.P. Huizinga De heer H.A.A.M. Janssens De heer J. Knaape De heer J. Kreukniet De heer A.C.L. van Krieken De heer A.E. van Ravels De heer S. de Roo De heer H. van Vliet De heer B. de Wit
Mei Juni Oktober
December
de heer Chr. Van Heusden, voor zijn verdiensten voor Bridgeclub ‘80 de heer W. Verbeek, voor activiteiten in de wijk Reeland de heer J. de Jonge, voor zijn inzet binnen de Nederlands Hervormde Kerk en als de Dordtse Sint Nicolaas mevrouw J.P. Wapperom-Peterson, voor haar verdiensten voor de ouderenorganisaties ANBO en VRSB de heer K. Kooij, voor zijn inzet voor Pro Patria mevrouw A. Jaroschka-Pohl Bollaart, voor haar loyale inzet en warme betrokkenheid voor haar medemens de heer G.N. van der Pijl, voor zijn inzet voor buurt-en speeltuinvereniging “Victorie” mevrouw T. Kleinjan-Ouburg, voor haar inzet voor buurt-en speeltuinvereniging “Victorie” de heer P.J. Peters, voor zijn loyale inzet voor de gymnastiekvereniging St. Paul mevrouw F.C.W. de Kok-Unen, voor haar loyale inzet voor de gymnastiekvereniging St. Paul de heer H.K.C. Wiegel, voor zijn loyale inzet voor de gymnastiekvereniging St. Paul de heer L. Kleinjan, voor zijn inzet voor de speeltuinvereniging “Victorie” en de toneelvereniging De Valkenier
Ridder in de Orde van Oranje-Nassau: De heer drs. H.A. Aardoom De heer J.C.L. van den Brink De heer H. Mostert De heer J.P.V.M. Laurijssens
38
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
39
B
U
R
G
E
R
J
A
A
R
V
E
R
S
L
A
G
2
0
0
5
E
P
I
L
O
O
G
Naschrift Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Daarom vind ik het leuk dat op het vooromslag kinderen te zien zijn, die heel bewust een halt willen toeroepen aan misstanden in de wereld. Ik hoop van harte dat die generatie er in slaagt de wereld te verbeteren. Tegelijkertijd maakt de toenemende vergrijzing aandacht voor ouderen meer dan ooit noodzakelijk. Ik heb begrepen dat ik mijzelf ook al tot die categorie mag rekenen, want de 55 jaar ben ik royaal gepasseerd. Nu voel ik mij verre van oud en ik hoop nog een poos voor Dordrecht te mogen werken. Dat ik niet tot de jongste generaties behoor, merk ik wanneer ik jonge mensen achter de computer bezig zie. Ook ik maak natuurlijk gebruik van sommige digitale mogelijkheden, maar zo bedreven als sommige jongeren daarin zijn, zal ik nooit worden. Het liefst werk ik toch nog met mijn vulpen en met mijn doodgewone zakagenda. Dat geeft mij in elk geval de zekerheid dat ik niet zonder zit, als bijvoorbeeld de stroom eens uitvalt. Een waardevol onderdeel van mijn werk zijn bezoeken aan ouderen. Ik spreek oudere echtparen, bijvoorbeeld bij de viering van hun zestigjarig huwelijk en Dordtenaren die de leeftijd van honderd jaar hebben bereikt. Het is altijd boeiend om zo uit de eerste hand wat over de geschiedenis te horen. Heel persoonlijke geschiedenissen weliswaar, maar toch vaak verbonden aan de stad. En als bonus geven familieleden vaak onversneden commentaar op het wel en wee van Dordrecht nu. Dat is ook heel leerzaam. Als eerbetoon aan al onze ouderen is op de achterpagina een foto te zien van mijn bezoek aan mevrouw A.C.Glerum-Hoevens, die onlangs honderd jaar is geworden. Zo komen jong en oud samen in dit Burgerjaarverslag en zo moet dat ook, want samen zorgen zij voor een goede balans in de samenleving. R.J.G. Bandell.
Juni 2005: Zeventig vrouwen worden bij de finish van de avondvierdaagse onthaald door wethouder Hans Spigt (integratie). De vrouwen deden mee met een initiatief van Nilüfer Çankaya en Lilian Bekkers om vrouwen van allerlei culturen met elkaar te laten kennismaken tijdens de avondvierdaagse.
G
E
M
E
E
N
T
E
D
O
R
D
R
E
C
H
T
41
B
U
R G
Colofon
Foto achterpagina: januari 2006, Burgemeester Bandell bezoekt de honderdjarige Anna-Catrina Glerum-Hoevens
Het Burgerjaarverslag is een uitgave van de gemeente Dordrecht. Vormgeving Impuls Publiciteit, Alblasserdam, Druk De Groot, Goudriaan, Fotografie Rini Boon, Etiènne Busink, Rob Kamminga Afdeling Communicatie gemeente Dordrecht, mei 2006
G E
E
R
J
A
A
R
M
E
E
N
T
E
V
E D
R
S
L
A
G
O
R
D
R
E
C
2
0
H
T
0
5
B U R G E R J A A R V E R S L A G G E M E E N T E
2 0 0 5
D O R D R E C H T