D E
R A A D
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Dames en heren, leden van de raad, Bij deze nodig ik u uit tot het bijwonen van de Raadsvergadering, te houden op maandag 18 januari 2016 in de Raadszaal in het gemeentehuis, Zuiderzeestraatweg Oost 19 te Oostendorp. De vergadering begint om 19.30 uur. Elburg, 14 december 2015 De burgemeester van Elburg, F.A. de Lange Agenda: 1.
Opening en nieuwjaarstoespraak burgemeester.
2.
Vragenhalfuur.
3.
Spreekrecht niet-geagendeerde onderwerpen.
4.
Vaststelling agenda.
5.
Primus bij hoofdelijke stemming.
6.
Besluitenlijst van de raadsvergadering van 14 december 2015.
7.
Lijst van ingekomen post.
8.
Hamerstukken Machtiging ambtenaren voor juridische procedures.
9.
Benoeming leden Schipluidenfonds.
10.
Integraal Veiligheidsplan 2016-2019.
11.
1 e wijziging op de wegsleepverordening.
12.
Tekstuele aanpassing van de Verordeningen 212, 213, 213a Gemeentewet.
13.
Begrotingswijzigingen.
14.
Afscheid en benoemingen Afscheid wethouder M. Boukema.
15.
Benoeming en beëdiging mw. N.J. Oosthoek tot wethouder.
16.
Toelating en beëdiging mw. E.H.C. Ten Have – Schoonhoven tot raadslid.
17.
Afscheid raadslid G.W. Hoeve.
18.
Sluiting.
Gemeente Elburg Gemeenteraad
Datum vergadering: Plaats:
14 december 2015 Raadszaal van het gemeentehuis, Zuiderzeestraatweg Oost 19 te Oostendorp
Aanwezig: Voorzitter: Griffier:
de heer F.A. de Lange mevrouw M.C. Luiting
Fractie Algemeen Belang: Fractie CDA: Fractie ChristenUnie: Fractie D66: Fractie Elburg Beleid:
de heer G.W. Hoeve, de heer B. van Loo en mevrouw A.E. de Weerd de heer C.H. Dijkhuizen en de heer J.A. Neijzen de heer B. Bosman, de heer C.L.W. Wijnolts, de heer J. Dickhof en mevrouw J. van de Weg - Kruithof de heer M. Smulders de heer P.R. van Andel, de heer T.C. Pouwels
Fractie PvdA: Fractie VVD: Fractie SGP:
de heer E.J. Vonk de heer D.A. van Velthuysen, mevrouw M. Schoots – van Duren de heer J. Beens, de heer J. Krooneman en de heer A.J. Klein
De wethouders:
de heer J. Polinder, de heer S.W. Krooneman, de heer M. Boukema en de heer H. Wessel
Afwezig: Fractie Algemeen Belang:
de heer G. Visscher
1. Opening De voorzitter heet iedereen welkom en opent de raadsvergadering om 19.30 uur met het uitspreken van het ambtsgebed. Wethouder Boukema deelt de raad mee dat hij vanaf 18 januari zijn portefeuille ter beschikking stelt omdat hij een eigen bedrijf heeft gekocht. 2. Vragenhalfuur Mevrouw Schoots stelt vragen over winkelcentrum ’t Harde. De heer Smulders stelt vragen over de financiering van het hotel aan de haven. 3. Spreekrecht niet-geagendeerde agendapunten Hier wordt geen gebruik van gemaakt. 4. Vaststelling agenda Op verzoek van de VVD, gesteund door het CDA, wordt de 30 e begrotingswijziging over uitstroom personeel opgewaardeerd tot debatonderwerp. De agenda wordt aldus gewijzigd vastgesteld. 5. Primus bij hoofdelijke stemming De voorzitter bepaalt dat bij hoofdelijke stemming wordt begonnen bij de heer Van Velthuysen. 6. Besluitenlijst van de raadsvergadering van 23 november 2015 Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
2
7. Lijst van ingekomen post De poststukken 2, 5, en 8 over de vluchtelingenproblematiek en poststuknummer 23 over leges invalidenparkeerkaart gaat naar het presidium voor bespreking van de verdere procedure. Voor het overige wordt besloten conform voorstel. 8. Belastingverordeningen 2016 (m.u.v. legesverordening) Alle fracties stemmen in met het voorstel. 9. Begrotingswijzigingen Alle fracties stemmen in met de 29 e begrotingswijziging over bestemmingsplan Gerichtenweg en met de 34 e begrotingswijziging over de septembercirculaire. Algemeen Belang legt een stemverklaring af over de Gerichtenweg. 10. Toekomst sociale werkvoorziening Alle fracties stemmen in met het voorstel. 11. Re-integratieverordening Alle fracties stemmen in met het voorstel. 12. Benoeming bestuurslid Het Goor De burgemeester benoemt een stemcommissie bestaande uit de heer Smulders, mevrouw De Weerd en de heer Vonk. De heer A. van Zeeburg uit Doornspijk wordt benoemd met 16 stemmen voor en 2 stemmen blanco. 13. 2 e wijzigingen gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Noord Veluwe Alle fracties stemmen in met het voorstel. 14. Legesverordening met bijbehorende tarieventabel en kostenonderbouwing De ChristenUnie dient samen met alle andere fracties een amendement in om de leges voor gastouderopvang te schrappen en eerst te bespreken in de commissie MO. Alle fracties stemmen in met het amendement en met de geamendeerde verordening. 15. 30 e begrotingswijzigingen over uitstroom personeel De heer Hoeve zit dit agendapunt voor. De heer Van Velthuysen vraagt om hoofdelijke stemming. De raadsleden Van Velthuysen, Schoots, Neijzen en Dijkhuizen stemmen tegen het voorstel. De overige 14 aanwezige raadsleden stemmen voor het voorstel. 16. Sluiting De voorzitter sluit de raadsvergadering met het uitspreken van het ambtsgebed.
Vastgesteld door de raad van de gemeente Elburg in zijn vergadering van 18 januari 2016 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
Stuknr: 7 D E
R A A D
Portefeuillehouder: F.A. de Lange
D E R
G E M E E N T E
Raadsvergadering:
AAN
DE
E L B U R G
18 januari 2016
RAAD
Onderwerp: Ingekomen post Wij stellen u voor: De stukken genoemd onder 1 t/m 8 voor kennisgeving aan te nemen; De stukken genoemd onder 9 t/m 12 in handen te stellen van het college ter afdoening;
Ingekomen stukken: Ter kennis name 1. Brief van het ministerie van Volksgezondheid, welzijn en sport met aa ndachtspunten en actuele ontwikkelingen Wmo 2015. 2. Brief van de familie Ponsteen. 3. Brief van Natuur & Milieu over duurzaam inkopen mobiliteit. 4. Circulaire van Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over wijzigingen in de Gemeentwet. 5. Rapport van de raad voor het openbaar bestuur over een betere wisselwerking tussen gemeenteraden en de bovengemeentelijke samenwerking. 6. Brief van de VNG over de accountantscontrole sociaal domein. 7. Brief van de heer Vis over integratie van statushouders. 8. Definitief VNG-akkoord op bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom. Ter afdoening naar het college 9. Brief van mevrouw De Gunst over de vluchtelingenproblematiek . 10. Brief van CNL Bouwplanadvies & Management BV over hotel aan de Flevoweg. 11. Subsidieverzoek van de stichting Meent van der Sluis in verband met de aardbevi ngen in Groningen. 12. Brief met handtekeningenlijst van buurtbewoners tegen de voorgenomen bestemmngsplanwijziging en bouwplan 9 starterswoningen aan de Korenbloem 35 -37 in elburg.
Elburg, 4 januari 2016
de griffier, M.C. Luiting
De raad van de gemeente Elburg; gelezen het voorstel van de griffier van 16 juni 2015;
b e s l u i t :
de afhandeling van de ingekomen post af te handelen conform voorstel.
Vastgesteld in de raadsvergadering van 18 januari 2015 de voorzitter,
de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
College van Burgemeester en Wethouders
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Parnassusplein 5 Postbus 20350 2500 EJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Inlichtingen bij
[email protected] Kenmerk 880380-144957B-DMO a
Datum Betreft
1 december 2015 Aandachtspunten en actuele ontwikkelingen Wmo 2015
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
Geacht college, De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) wordt nu elf maanden door u uitgevoerd. De uitvoeringspraktijk laat diversiteit zien. Dit is - binnen de kaders van de wet - ook zo beoogd; een grote mate van beleidsruimte voor gemeenten om zoveel mogelijk maatwerk te bieden in lokaal beleid en de uitvoering daarvan. In mijn laatste kwartaalbrief (van 21 september jl.) heb ik u over een aantal belangrijke landelijke ontwikkelingen geïnformeerd. Met deze brief wil ik u, gelet op recente ontwikkelingen en door mij aan de Tweede Kamer gedane toezeggingen, aandacht vragen voor een aantal uitvoeringsthema’s. Concreet betreft het de volgende onderwerpen: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Categoraal uitsluiten van voorzieningen van de Wmo 2015; Belang van ondersteuning op maat; Financiële positie mantelzorger; Wmo-werkplaatsen; Inning eigen bijdragen Wmo 2015/stapelfacturen; Aanbevelingen van cliëntenorganisaties over informele zorg en het gesprek met de burger over zorg en ondersteuning.
1. Categoraal uitsluiten van voorzieningen van de Wmo 2015 De Wmo 2015 biedt u weliswaar een grote mate van beleidsvrijheid, maar omvat ook de nodige waarborgen voor een zorgvuldig uitvoeringsproces. Zo verlangt de wet van u dat u, na een melding door een ingezetene, een zorgvuldig onderzoek uitvoert naar de kenmerken van de persoon en diens situatie. Als op basis daarvan blijkt dat ondersteuning in die concrete situatie nodig is in de zelfredzaamheid en participatie van betrokkene, dan moet deze georganiseerd worden. Daar waar deze ondersteuning niet zelf of met behulp van de omgeving of door gebruik te maken van een algemene voorziening kan worden georganiseerd, dient de gemeente een maatwerkvoorziening te verstrekken overeenkomstig artikel 2.3.5, derde lid van de Wmo 2015. De Wmo 2015 schrijft hierbij, gelet op het beoogde maatwerk in individuele situaties, bewust niet voor welke (typen) voorzieningen hiervoor moeten worden ingezet.
Pagina 1 van 5
Dat de Wmo 2015 geen limitatieve opsomming geeft van ondersteuningsvormen die kunnen worden aangeboden om te voorzien in een passende bijdrage aan de ondersteuning in de behoefte aan zelfredzaamheid en participatie van een cliënt in een individuele situatie, maakt niet dat u bepaalde diensten, hulpmiddelen of andere maatregelen volledig op voorhand kan uitsluiten van de Wmo 2015. Cliënten, hun situaties en daarmee hun ondersteuningsbehoeften, verschillen, de ondersteuning dient daar rekening mee te houden en dient daar op afgestemd te zijn. Ook dient rekening te worden gehouden met een (eventueel) door de cliënt overlegd zorgplan. Zoals ik in eerdere brieven1 aan u heb geschreven is het strijdig met de Wmo 2015 om in uw verordening of beleidsregels vooraf, categoraal bepaalde typen ondersteuning uit te sluiten als bijdrage aan iemands zelfredzaamheid, zoals hulp bij het huishouden, zonder daarbij een zorgvuldig onderzoek te doen naar de ondersteuningsvraag en de manier waarop daarin op een voor de betreffende cliënt passende wijze kan worden voorzien.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Kenmerk 143954-DMO
Mij bereiken signalen van gemeenten die in hun lagere regelgeving schoonmaakhulp aanmerken als een algemeen gebruikelijke voorziening, of die in de praktische uitvoering van de Wmo 2015 dit criterium materieel gebruiken. Het verlenen van schoonmaakhulp wordt op deze wijze categoriaal buiten de werkingssfeer van de Wmo 2015 geplaatst. Met het aanmerken van deze voorziening als algemeen gebruikelijk wordt geen recht gedaan aan het individuele onderzoek zoals dat door de Wmo 2015 wordt voorgeschreven. Deze handelswijze sluit evenmin aan bij de ontwikkelde jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep onder de oude Wmo over algemene gebruikelijke voorzieningen2. Ook in die jurisprudentie wordt iedere keer een individuele toets ten grondslag gelegd aan de vraag of in een individueel geval de voorziening daadwerkelijk beschikbaar en passend is. Het past dan ook niet om in gemeentelijke regelgeving een absoluut criterium te hanteren als afwijzingsgrond voor schoonmaakhulp. Daarmee wordt geen maatwerk geleverd in die gevallen waarin iemand problemen heeft met zijn zelfredzaamheid. Een relatief criterium is wel mogelijk, een beleidsuitgangspunt waarbij in elke individuele situatie door u onderzocht dient te worden of een voorziening gelet op iemands zelfredzaamheid en participatie geboden is. In het verlengde hiervan is het niet de bedoeling dat gemeenten een inkomenstoets hanteren voor de vraag of iemand al dan niet toegang tot een Wmo voorziening wordt geboden. Het inzetten van de bijzondere bijstand voor deze voorzieningen die ten onrechte vooraf, categoraal zijn uitgesloten van de Wmo 2015, vindt dan ook geen steun in de wetgeving. 2. Ondersteuning op maat Een ander aspect waarvoor ik uw aandacht wil vragen is het recente onderzoek naar de omvang en aard van zorgmijding3 waarin het belang wordt onderstreept van ondersteuning op maat via het gemeentelijk loket. Gemeenten hebben met het afschaffen van de Wtcg en de CER aanvullend budget ontvangen (2014 € 45 miljoen oplopend tot € 268 miljoen structureel vanaf 2017) om burgers op maat te ondersteunen, waaronder burgers met een chronische ziekte en/of beperking en daarmee samenhangende meerkosten.
1
De brieven over de uitvoering van de Wmo 2015 aan wethouders Wmo van 22 december 2014, 9 april 2015 en 21 september 2015. 2 Zie bijvoorbeeld CRvB 14 juli 2010, ECLI:NL:CRVB:2010:BN1265 en CRvB 31 oktober 2012, ECLI:NL:CRVB:2012:/BY2147 3 Brief van de minister van VWS aan de Tweede Kamer, omvang en aard van zorgmijding, 28 oktober 2015 Pagina 2 van 5
Artikel 2.1.7. Wmo 2015 kan hierbij uitkomst bieden. Dit artikel biedt een aanvullende mogelijkheid, naast het bestaande gemeentelijke instrumentarium, om personen met een chronische ziekte en/of beperking te ondersteunen. Bij verordening kan worden bepaald, òf en zo ja, in welke gevallen en in welke mate u een financiële tegemoetkoming kan verstrekken. U bent daarbij vrij in het stellen van criteria, zodat ook in deze gevallen tot maatwerk gekomen kan worden. Daarbij bent u niet verplicht eisen of grenzen te stellen met betrekking tot de financiële draagkracht van betreffende personen.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Kenmerk 143954-DMO
Graag vestig ik uw aandacht op de uitkomsten van het uitgevoerde onderzoek. Dit onderzoek wijst uit dat de aan het onderzoek deelnemende gemeenten hun verantwoordelijkheid hebben genomen om tot het door de wetgever beoogde financiële maatwerk (in beleid en uitvoering) te komen. 3. Financiële positie mantelzorger Het verlenen van mantelzorg is vaak geen keuze; het overkomt je vanuit de zorg voor naasten. Ik vind dat mantelzorgers daarin niet onnodig moeten worden belemmerd, maar juist waar nodig en mogelijk moeten worden ondersteund. U heeft als gemeente mogelijkheden om met integraal maatwerk zorg en ondersteuning te bieden aan niet alleen de cliënt, maar ook aan de mantelzorger. In dat verband wil ik u wijzen op onderzoek van Mezzo, waaraan circa 500 mantelzorgers hebben deelgenomen4. Het signaal dat op basis daarvan wordt afgegeven is dat mantelzorgers te maken kunnen hebben met extra kosten. Financiële problematiek kan worden ervaren als last bovenop de zorg die zij al voor hun naaste hebben. Ik vraag u daarom met name tijdens het onderzoek naar ondersteuning aandacht te hebben voor eventuele knelpunten in het besteedbaar inkomen van zowel de cliënt als de mantelzorger en zo nodig en waar mogelijk maatregelen te nemen. 4. Wmo-werkplaatsen Met de voortgangsrapportage Hervorming langdurige zorg van 25 juni 2015 heb ik de Kamer geïnformeerd over de voortgang van de vernieuwing van de kennisinfrastructuur in het sociaal domein. De brief gaat niet alleen in op de landelijke, maar ook op de regionale kennisinfrastructuur. De Wmo-werkplaatsen, bij veel gemeenten al bekend, zijn door de wisselwerking tussen onderzoek, onderwijs en praktijk een succesvolle formule om kennis te ontwikkelen, toe te passen en te implementeren. De Wmo-werkplaatsen hebben hun focus op kennisvragen uit de lokale praktijk die steeds meer sociaal domeinbrede vraagstukken betreffen. Om de verbreding en consolidering van de Wmowerkplaatsen te faciliteren heb ik, na overleg met de VNG, besloten de subsidiëring van de 14 werkplaatsen (het gaat daarbij om een bedrag van € 2,6 mln. op jaarbasis) voor de periode 2016 – 2018 voort te zetten. Het doel is te komen tot de omvorming van de huidige Wmo-werkplaatsen tot een goed functionerend en vraag gestuurd regionaal kennisnetwerk sociaal domein, waarin gewerkt wordt op basis van een door de betrokken partijen – gemeenten, instellingen, hogescholen en cliëntorganisaties - gedragen meerjarige kennisagenda. Daarbij is een stevige betrokkenheid van gemeenten essentieel. Ik heb dat verankerd in een brief van 8 oktober 2015 aan de werkplaatsen, waarbij als voorwaarde voor subsidie is opgenomen dat een gemeente in de regio medetrekker is van de werkplaats. Ik stuur u hierbij een afschrift van deze brief 4
https://www.mezzo.nl/artikel/mantelzorgers-gaan-ver-ook-financieel Pagina 3 van 5
en reken op uw commitment om gezamenlijk invulling te geven aan de doorontwikkeling van de werkplaatsen. 5. Inning eigen bijdragen Wmo 2015 / stapelfacturen Graag vraag ik ook uw aandacht voor de signalen die ik ontvang dat de aanlevering van gegevens aan het CAK, door gemeenten en/of aanbieders, nog niet overal goed verloopt. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Vertraging in de aanlevering en/of niet correct aanleveren bij het CAK kan ertoe leiden dat cliënten pas zeer laat een hoge factuur krijgen, over meerdere perioden. Dit is voor cliënten zeer vervelend en zorgt voor veel onzekerheid. Met het CAK en de VNG/KING wordt gezamenlijk aan oplossingen gewerkt. Zo neemt het CAK contact op met gemeenten die in het systeem van het CAK bovengemiddeld veel uitval hebben of waarvoor het CAK een groot aantal stapelfacturen verstuurt. VNG/KING ontwikkelt een dashboard, in het kader van het programma ISD (informatievoorziening sociaal domein). Dit dashboard zal inzicht opleveren in onder andere het berichtenverkeer tussen gemeenten en aanbieders. Bij opvallende patronen kunnen gemeenten gericht worden benaderd en kan ondersteuning worden aangeboden vanuit het accountmanagement ISD.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Kenmerk 143954-DMO
Ik verzoek u om na te gaan of in uw gemeente het proces op orde is; wordt er door uw gemeente en aanbieders regulier aangeleverd aan het CAK? Meer specifiek wil ik u ook vragen om na te gaan of er in uw gemeente sprake is van een achterstand in de aanlevering van gegevens en indien nodig zorg te dragen voor een spoedige aanlevering van deze gegevens. Als er in uw gemeente (en al dan niet met de aanbieders) een probleem is betreffende de aanlevering, wil ik u dringend vragen het CAK hierover te informeren (via het CAK relatiebeheer voor gemeenten via het telefoonnummer 088-7115005). Op basis van uw informatie kan het CAK inschatten waar nog aanleverings- of verwerkingsproblemen (en vervolgens stapelfacturen) te verwachten zijn. Het CAK kan ook helpen met het oplossen van eventuele problemen in de aanlevering. Mocht er in uw gemeente inderdaad sprake zijn van vertraging, een probleem en daardoor van stapelfacturen, dan is het belangrijk om cliënten hierover direct te informeren. Bij het informeren van de cliënten werkt het CAK graag met u samen. Zij kunnen u onder andere voorzien van voorbeeldbrieven. Naast deze acties voor de korte termijn overleg ik met VNG/KING en het CAK, voor de iets langere termijn, waar de werkprocessen in de eigen bijdrageketen kunnen worden geoptimaliseerd, zodat problemen voor cliënten kunnen worden voorkomen en de uitvoering voor gemeenten kan worden vereenvoudigd. 6. Aanbevelingen van cliëntenorganisaties over informele zorg en het gesprek met de burger over zorg en ondersteuning. In september 2015 heeft het programma Aandacht voor Iedereen – een driejarig gezamenlijk programma van een groot aantal cliëntenorganisaties5 - voor de vierde keer de digitale raadpleging ‘Zorg naar gemeenten’ gehouden. De raadpleging was bedoeld voor mensen die vrijwillig en onbetaald hulp en ondersteuning bieden én mensen die sinds 2015 voor hun zorg en ondersteuning 5
CSO, Ieder(in), Koepel Wmo-raden, LPGGz, Mezzo, NPCF, Oogvereniging, Per Saldo en Zorgbelang Nederland. Pagina 4 van 5
terecht kunnen bij hun eigen gemeente. De onderwerpen waren deze keer informele zorg en het gesprek van de gemeente met de burger over zijn zorg en ondersteuning. Ik breng graag de aanbevelingen die de cliëntenorganisaties doen onder uw aandacht door middel van bijgevoegde factsheet van de cliëntenorganisaties.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Kenmerk 143954-DMO
Tot slot Ik wil u oproepen voornoemde punten zoveel mogelijk in acht te nemen en voor zover nodig uw lokale beleid en uitvoeringspraktijk hierop aan te passen. De komende periode blijf ik als vanzelfsprekend voor u onverminderd aanspreekbaar op de belemmeringen die u ervaart in de uitvoering van de wet en de bijdrage die ik vanuit mijn verantwoordelijk kan leveren om deze weg te nemen. Daarnaast ben ik altijd benieuwd naar lokale voorbeelden van de Nieuwe Praktijk, voorbeelden waar u trots op bent. Graag hoor ik uw ervaringen de komende periode tijdens bijeenkomsten en werkbezoeken in het land. U kunt ook altijd via
[email protected] contact met mijzelf en mijn medewerkers opnemen. Hoogachtend, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
drs. M.J. van Rijn
Pagina 5 van 5
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag
lector Wmo-werkplaats (verzendlijst)
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MDH Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl
Datum Betreft
8 oktober 2015 Projectsubsidie Wmo-werkplaats
Inlichtingen bij Bijl, B. (Bas) senior beleidsmedewerker T (070)-3405024 M 0652776547
[email protected] Kenmerk 843588-141808-DMO a
Geachte lector,
Met het oog op de aanstaande projectsubsidiering van de Wmo-werkplaatsen voor de periode 2016-2018 heeft VWS in overleg met betrokken partijen een aantal uitgangspunten/criteria geformuleerd waarmee rekening moet worden gehouden. Het onderstaande is een nadere specificering op het beleidskader dat is verwoord in de Voortgangsrapportage HLZ van 25 juni 2015 aan de Tweede Kamer. Het doel is te komen tot de omvorming van de huidige Wmo-werkplaatsen tot een goed functionerend en vraag gestuurd regionaal kennisnetwerk sociaal domein, waarin gewerkt wordt op basis van een door de betrokken partijen – gemeenten, instellingen, hogescholen en cliëntorganisaties - gedragen meerjarige kennisagenda.
Uw brief Bijlage(n)
Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief.
De voor de Wmo-werkplaats verantwoordelijke lector en zijn hogeschool behouden hun trekkende rol. De lector krijgt daarbij versterking van een ‘medetrekker’. Elke werkplaats heeft in 2016 ten minste 3 gemeenten die deelnemen aan de werkplaats, waaronder tenminste één met voldoende substantie in het gemeentelijke veld. Deze gemeenten wijzen in overleg met de lector en de hogeschool een ambtelijk vertegenwoordiger als medetrekker aan. De hogeschool is penvoerder van de werkplaats en dient het met de medetrekker afgestemde subsidieverzoek in. Deze trekkers overleggen met belangstellende gemeenten, instellingen en andere organisaties over de vraag welke organisaties op welke wijze participeren. Het gaat primair om andere gemeenten, andere bestaande kennisnetwerken in het sociaal domein, kennisinstellingen in de regio - bijvoorbeeld academische werkplaatsen en aanbieders, maar ook cliëntenorganisaties of mbo-instellingen kunnen zich aansluiten. Daarbij dient nadrukkelijk aandacht te zijn voor uitbreiding op het terrein van jeugdzorg en werk en inkomen. De huidige driehoek van betrokkenen – hogeschool, gemeente en aanbieders - kan daarmee overeind blijven en naar behoefte uitbreiden of qua samenstelling in de tijd fluctueren.
Pagina 1 van 2
Betrokkenheid bij de werkplaats ofwel regionaal kennisnetwerk sociaal domein is niet vrijblijvend. De deelnemende partijen –instellingen, gemeenten en hogeschool - leveren daarom ook financiële en/of personele bijdragen. Gemeenten, instellingen en hogeschool leveren gezamenlijk een bijdrage ter hoogte van ten minste twee keer de VWS-subsidie, die maximaal € 185.000 bedraagt. Dat verstevigt het besef van gedeelde verantwoordelijkheid en vergroot de armslag voor de uit te voeren activiteiten. Daarnaast kunnen financiële bijdragen komen van partijen die primair afnemer zijn van diensten/producten.
Directie Maatschappelijke Ondersteuning Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport MDH Kenmerk 843588-141808-DMO
U draagt er zorg voor dat de (deels) met publieke middelen gerealiseerde kennis en producten die voortkomen uit de werkplaats of regionaal kennisnetwerk sociaal domein om niet toegankelijk zijn in het publieke domein. Het subsidieverzoek De aanvraag voor de projectsubsidie bevat het werkprogramma op hoofdlijnen per 1 januari 2016. Er is op het moment van de aanvraag dus nog geen uitgewerkte en door deelnemende partijen gedragen kennisagenda nodig. Daar moet uiteraard wel naar worden toegewerkt. Per 1 april 2016 levert u bij VWS een uitgewerkte meerjarige kennisagenda aan, waarvoor een breed draagvlak in de regio is verkregen. Dit betekent dat er oog is voor de driehoek gemeenten, onderwijs- en kennisinstellingen en aanbieders. De kennisagenda bevat een inhoudelijk programma op hoofdlijnen en een schets van de structuur van het regionale kennisnetwerk. Voorts wordt expliciet gemaakt wat de bijdragen (financieel of personele inzet) van betrokkenen zijn. De kennisagenda kan door de trekkers van de Wmo-werkplaats, met oog voor behoud van breed draagvlak, zonodig tussentijds worden bijgesteld. Uw subsidieverzoek moet worden ingediend via het subsidieportaal van het ministerie van VWS. De Kaderregeling VWS-subsidies is van toepassing. Zie ook https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/subsidies-vws/inhoud/kaderregelingvws-subsidies. De VNG en het ministerie van VWS zullen de inhoud van bovenstaande brief delen met gemeenten en andere partijen. Met vriendelijke groet, de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, namens deze, de waarnemend directeur Maatschappelijke Ondersteuning,
dhr. J.A. Vermeer Pagina 2 van 2
Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2015–2016
29 689
Herziening Zorgstelsel
Nr. 664
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 28 oktober 2015 1. Inleiding De afgelopen jaren is in het maatschappelijke debat regelmatig gesproken over zorgmijding. Het afzien van zorg is niet per se ongewenst. Soms gebruiken mensen terecht geen (vervolg)zorg, omdat bijvoorbeeld zonder zorg de klacht vanzelf overgaat. Wanneer mensen echter onterecht afzien van noodzakelijke (vervolg)zorg, bijvoorbeeld vanwege hun inkomen, is dat ongewenst. Met uw Kamer heb ik meermaals van gedachten gewisseld over zorgmijding en over de gevolgen van het verhoogde eigen risico. Daarbij is uitgebreid stilgestaan bij de verschillende resultaten uit eerdere onderzoeken en enquêtes. Omdat ik wil voorkomen dat mensen afzien van noodzakelijke zorg heb ik daarop aan uw Kamer toegezegd om nader onderzoek te verrichten naar de omvang en aard van zorgmijding.1 Om te komen tot een breed gedragen onderzoeksopzet heb ik het onderzoek samen met de Consumentenbond, de Landelijke Huisartsen Vereniging en Zorgverzekeraars Nederland door Nivel laten uitvoeren. Hierbij bied ik u de resultaten van dit onderzoek2 en mijn reactie daarop aan. 2. Voornaamste bevindingen Het breed opgezette onderzoek geeft inzicht in de omvang en de aard van het mijden van zorg, de achtergrondkenmerken van zorgmijders, hun redenen en de gevolgen. Hiertoe zijn naast een enquête ook diepteinterviews gehouden en gegevens over daadwerkelijk zorggebruik 1
2
kst-29689-664 ISSN 0921 - 7371 ’s-Gravenhage 2015
Algemeen Overleg over de Zorgverzekeringswet op 4 september 2014 (Kamerstuk 29 689, nr. 555). Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
1
geanalyseerd. Daarbij is gekeken in hoeverre een verwijzing van de huisarts daadwerkelijk heeft geleid tot het afzien van het gebruik van geneesmiddelen, diagnostiek of medisch specialistische zorg. Het onderzoek heeft betrekking op de periode 2008 tot 2014/2015, waardoor resultaten ook in perspectief geplaatst kunnen worden. Signalen uit de maatschappij geven aan dat afzien van zorg voornamelijk optreedt bij mensen met lagere inkomens. Om te komen tot betrouwbare uitspraken over die groep zijn voor de enquête relatief veel mensen met lage inkomens benaderd. Daarmee zijn ook relatief meer ouderen benaderd. Desondanks onderkennen de onderzoekers dat met dit onderzoek sommige kwetsbare groepen niet zijn bereikt. Het aantal patiënten waarop de analyses zijn gebaseerd verschilt per jaar en per zorgvorm, van circa 93.000 verwijzingen naar medische specialistische zorg in 2008 tot bijna 500.000 voor geneesmiddelen in 2014. Een dergelijk omvangrijk onderzoek naar zorgmijding in Nederland is niet eerder uitgevoerd. Resultaten: • Vijftien procent van de mensen heeft in de twaalf maanden voorafgaand aan de vragenlijst afgezien van een bezoek aan de huisarts. • Drie procent van de mensen ziet af van een bezoek aan de huisarts vanwege financiële redenen. Dit percentage neemt niet toe door de jaren heen en is onveranderd in vergelijking met 2009 en 2012. • Jongvolwassenen (18–39 jaar) en mensen met lagere inkomens zien vaker af van huisartsenbezoek vanwege financiële redenen dan mensen vanaf 40 jaar en mensen met hogere inkomens. • Achtenveertig procent van de mensen die afziet van een bezoek aan de huisarts geeft achteraf aan dat het geen goede beslissing was. • Het percentage mensen dat een verwijzing niet opvolgt stijgt sinds 2010, met de sterkste toename in 2011 en 2012. • Het percentage mensen dat geneesmiddelen niet ophaalt, is gedaald tussen 2008 en 2010. Van 2011 op 2012 steeg het percentage en sindsdien is het vrijwel constant. Het huidige percentage is overigens lager dan in 2008. • Voor diagnostiek kunnen op basis van dit onderzoek geen conclusies worden getrokken over het mijden van zorg. • Jongvolwassenen (18–39 jaar) zien vaker af van vervolgzorg dan andere leeftijdsgroepen. Mensen die in achterstandswijken wonen, halen vaker hun voorgeschreven geneesmiddelen niet op dan mensen in andere wijken. • In de hele onderzoeksperiode was er sprake van het afzien van vervolgzorg (minimaal 18% bij verwijzingen en 24% bij geneesmiddelen). De toename in het afzien van vervolgzorg vindt vooral plaats onder patiënten met chronische aandoeningen. • In januari en februari halen mensen gemiddeld vaker hun geneesmiddelen niet op dan in de rest van het jaar. Ik concludeer uit het onderzoek dat verhoudingsgewijs een beperkt aantal patiënten (3%) om financiële redenen afziet van een bezoek aan de huisarts. Dat aantal is zeer vergelijkbaar met uitkomsten van onderzoeken uit 2009 en 2012. Ondanks dat het om een klein percentage gaat, vind ik het belangrijk om gericht te kijken naar de groepen waar dit optreedt: jongvolwassenen tussen 18–39 jaar en mensen met lage inkomens (zie paragraaf 4). Overigens valt op dat meer dan de helft van de personen die zegt af te zien van een bezoek aan de huisarts dat doet omdat zij denken dat de klacht vanzelf over gaat. Terecht wordt dit niet als het ongewenst afzien van huisartsenzorg beschouwd.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
2
Het onderzoek laat zien dat in de periode 2010–2013 het aantal personen dat een verwijzing voor medisch-specialistische zorg niet opvolgt fors is en met 9 procentpunt is gestegen. Opvallend is echter dat de sterkste toename in 2011 en 2012 heeft plaatsgevonden, terwijl de stijging in 2013 (het jaar van sterke verhoging van het eigen risico tot € 350) juist relatief beperkt is. Dit duidt er op dat ook andere (financiële) factoren dan het verplicht eigen risico een rol spelen bij zorgmijding. Niettemin vraagt (de toename van) het aantal mensen dat een verwijzing naar een medisch specialist niet opvolgt om aandacht (zie paragraaf 4). Het onderzoek laat zien dat vooral jongvolwassenen een verwijzing niet opvolgen. Daarbij maak ik wel de kanttekening dat het in absolute termen eerder chronisch zieken of ouderen zullen zijn die afzien van vervolgzorg, omdat deze groepen meer zorg gebruiken dan jongvolwassen. Opvallend is dat bij jongeren onder de 18 jaar (waarvoor geen eigen risico geldt) 25% van de verwijzingen niet wordt opgevolgd. De cijfers over het niet ophalen van geneesmiddelen zijn eveneens opvallend. Weliswaar is ook hier in 2011 en in 2012 sprake van een toename (en relatief constant in 2013 en 2014), maar het huidige cijfer is dan nog steeds lager dan het in 2008 is geweest. Mensen uit achterstandswijken komen naar voren als groep die vaker voorgeschreven geneesmiddelen niet ophaalt. Naar mijn idee komen de resultaten van dit onderzoek overeen met die van eerdere onderzoeken die ik heb laten verrichten naar de effecten van de verhoging van het eigen risico in 2013.3 Vektis4 heeft effecten op de eerste- en tweedelijnszorg geanalyseerd door het zorggebruik in 2012 en 2013 te vergelijken. De uitkomsten van het Nivel-onderzoek komen op verschillende punten overeen. Zo blijkt uit de Vektis-analyse dat de gemiddelde kosten per (declarerende) verzekerde op het gebied van huisartsenzorg in 2013 zijn gestegen in vergelijking met 2012. Dit duidt niet op het meer afzien van huisartsenzorg in 2013 ten opzichte van 2012. Ook het Nivel-onderzoek concludeert dat er in de periode 2008–2014 geen aanwijzingen zijn dat meer mensen afzien van huisartsenzorg. De Vektis-analyse van tweedelijnszorg laat zien dat in 2013 een lichte volumedaling optrad in de tweedelijnszorg ten opzichte van 2012. Hoewel niet direct tot elkaar te herleiden, past hierbij de Nivel-bevinding van een lichte stijging van het percentage patiënten dat één (of meerdere) verwijzingen naar een specialist niet opvolgde. Vektis schrijft dit voornamelijk toe aan verzekerden jonger dan 65. Ook uit het Nivel-onderzoek blijkt dat het vooral jongvolwassenen tussen 18–39 jaar waren die één of meerdere verwijzingen naar de medisch specialist niet hebben opgevolgd. 3. Betaalbaarheid van het zorgstelsel De macro-betaalbaarheid van de zorg is een belangrijke doelstelling van beleid. Het verplichte eigen risico draagt daaraan op drie manieren bij: − Medefinanciering: wanneer mensen die zorg gebruiken een deel van de kosten zelf betalen, blijven de collectieve lasten beperkt en stijgt de zorgpremie minder. Voor 2016 is de geraamde opbrengst van het verplicht eigen risico € 3,2 miljard. Wanneer het verplichte eigen risico € 0,– zou zijn, zou de premie voor iedereen met circa € 240 stijgen (het
3
4
Kamerstuk 29 689, nr. 533, brief van 2 juli 2014 en Kamerstuk 29 689, nr. 623, brief van 23 juni 2015. Vektis, Eigen risico en afzien van zorg, mei 2014 en Vektis, Vergelijking gebruik tweedelijnszorg 2012 en 2013, juni 2015.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
3
financieringeffect bij gelijkblijvende zorguitgaven). Ik vind een dergelijke premiestijging onwenselijk. − Sturing: zorgverzekeraars kunnen het eigen risico inzetten als sturingsinstrument. Daarmee komen zorgkosten niet of slechts gedeeltelijk ten laste van het eigen risico wanneer een patiënt gebruik maakt van door de zorgverzekeraar geselecteerde zorg of gezondheidsprogramma’s. − Remeffect: het eigen risico doet de vraag naar (onnodige) zorg aantoonbaar afnemen. In sommige gevallen is het niet nodig om naar de arts te gaan, het eigen risico is een factor die de patiënt bij die afweging mee kan nemen.5 Deze functies van het eigen risico gelden onverkort. Tegelijkertijd ben ik mij ervan bewust dat het eigen risico voor sommige mensen een factor kan zijn om af te zien van noodzakelijke zorg. Om de financiële toegang tot de zorg ook voor hen te borgen is ondersteuning gecreëerd: − Huishoudens met lage inkomens worden via de zorgtoeslag grotendeels gecompenseerd voor de gemiddelde zorgpremie en het gemiddeld eigen risico. De extra verhoging van het eigen risico met € 115 in 2013 is zelfs volledig gecompenseerd in de zorgtoeslag. Hierdoor betaalt iemand met een minimum inkomen in 2015 per maand gemiddeld € 35 aan nominale premie en gemiddeld eigen risico voor de hoge kwaliteit zorg zoals we dat in Nederland kennen. Dit is minder dan vóór de invoering van de Zorgverzekeringswet. In 2015 was bijvoorbeeld de gemiddelde jaarlijkse premielast voor mensen met een minimum inkomen € 90 lager dan tien jaar geleden, in 2005. De zorgtoeslag is daarmee een effectief instrument voor de inkomenssolidariteit in ons stelsel. − Na afschaffing van de Wet Tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten en de Compensatie eigen risico is in 2015 € 216 miljoen (in 2016 € 266 mln en vanaf 2017 € 268 miljoen) via het Gemeentefonds ter beschikking gesteld aan gemeenten. Deze mogen de middelen naar eigen inzicht besteden aan bijvoorbeeld een bijdrage in de premie van mensen die deelnemen aan een gemeentecollectiviteit, een tegemoetkoming voor meerkosten voor zorg of financiële ondersteuning bieden in individuele, specifieke situaties. − Sommige zorgkosten komen in aanmerking voor een fiscale aftrek. Juist mensen met een beperkt inkomen kunnen voor aftrek in aanmerking komen, omdat zij de drempel eenvoudiger halen. De belastinguitgave voor specifieke zorgkosten heeft een omvang van € 400 miljoen, de aftrek voor jonggehandicapten bedraagt € 90 miljoen. Diverse zorgvormen zijn bewust uitgezonderd van het eigen risico, namelijk: huisartsenzorg (waaronder de huisartsenpost), verloskundige zorg en kraamzorg, specifieke zorg bij chronische aandoeningen (diabetes mellitus type 2, COPD en CVR), wijkverpleging, nacontroles bij orgaandonatie en reiskosten bij orgaandonatie. Ook voor zorg aan jongeren tot 18 jaar geldt geen eigen risico. Als een zorgverzekeraar bepaalde hulpmiddelen in bruikleen verstrekt (zoals een beeldschermloep of infuuspompen) vallen deze ook buiten het eigen risico. Alle hulpmiddelen die in eigendom worden verstrekt vallen wel onder het eigen risico, met soms een eigen bijdrage. Ik sta achter de zorgvuldige balans tussen toegankelijkheid en betaalbaarheid in ons stelsel. Er is een palet aan maatregelen om de financiële toegang tot zorg te borgen. Dit neemt niet weg dat mensen met schulden of mensen met lage inkomens het betalen van zorgkosten (premies, eigen 5
CPB – Zorgkeuzes in Kaart, bijlage 4, Toelichting op de effecten van eigen betalingen in de zorg.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
4
risico, eigen bijdragen) als een probleem kunnen ervaren, en dat dit nijpender is geworden door de economische crisis van de afgelopen jaren. Uit het voorgaande blijkt dat de zorgtoeslag de financiële toegang tot zorg voor mensen met een laag inkomen borgt. Ik ben daarom ook niet van plan de hoogte van het eigen risico aan te passen of extra zorgvormen uit te zonderen van het eigen risico. 4. Aanvullende acties Wel neem ik op basis van de onderzoekresultaten maatregelen gericht op een aantal specifieke groepen waarbij relatief meer sprake is van het afzien van noodzakelijke zorg: mensen met lage inkomens, jongvolwassenen in de leeftijdscategorie 18–39 jaar en mensen in achterstandswijken. Deze groepen hebben uiteenlopende redenen om af te zien van noodzakelijke zorg, en deze redenen zijn niet louter van financiële aard. Rijksoverheid Het onderzoek toont aan dat mensen die de hoogte van het eigen risico realistisch inschatten minder vaak afzien van noodzakelijke zorg dan degenen die dat niet doen. Ik vind het essentieel dat zoveel mogelijk mensen beschikken over de juiste kennis over zorgkosten, het eigen risico en de zorgtoeslag. Daarnaast zal ik sommige groepen extra voorlichten om te komen tot een betere bewustwording. Daartoe onderneem ik de volgende acties: − Extra aandacht voor het verplichte eigen risico in de jaarlijkse najaarscampagne, gericht op de hele bevolking. Ik vind het bijvoorbeeld belangrijk dat mensen bewust zijn van het feit dat sommige zorgvormen zijn uitgezonderd van het eigen risico. − Vergroten bekendheid van mogelijkheden voor gespreid betalen, zodat betaling van het eigen risico niet een onverwachte eenmalige uitgave hoeft te zijn, maar dat deze beter in de pas kan lopen met de ontvangst van het inkomen en de zorgtoeslag. Meer bekendheid over gespreid betalen kan ertoe leiden dat onder andere mensen met lage inkomens en mensen in achterstandswijken er meer gebruik van maken. − Het opnieuw onder de aandacht brengen van de fiscale aftrek voor specifieke zorgkosten. De regeling is dusdanig vorm gegeven dat deze voor mensen met lage inkomens relevant is. − Doelgroepgerichte voorlichting om bij de leeftijdsgroep 18–39 jaar meer bewustwording te creëren. Uit ander onderzoek blijkt dat ook de helft van alle wanbetalers uit deze leeftijdsgroep komt6. In het algemeen vormt deze groep weliswaar een relatief gezonde populatie, maar ik vind het geen goede zaak als zij op verkeerde gronden afzien van noodzakelijke zorg. Omdat de Stichting Klachten en Geschillen Zorgverzekeringen (SKGZ) ervaring heeft met voorlichting aan deze doelgroep zal ik hen betrekken om te bekijken hoe deze groepen het beste bereikt kunnen worden. − Gerichte voorlichting bij jongeren rond het moment dat zij 18 jaar worden. Daarbij wil ik gebruik maken van specifieke communicatiekanalen met een hoog bereik in deze groep, bijvoorbeeld sociale media. Ook hierbij wil ik mede gebruik maken van de kennis van de SKGZ. Gemeenten Ook vind ik het belangrijk dat mensen optimaal gebruik maken van de verschillende mogelijkheden tot de ondersteuning die gemeenten kunnen bieden. Met name voor kwetsbare mensen in specifieke omstandigheden, 6
Zie ook VWS-verzekerdenmonitor 2015, brief van de Minister van VWS d.d. 14 oktober 2015 (Kamerstuk 33 077, nr. 15).
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
5
mensen met lagere (besteedbare) inkomens en mensen in achterstandswijken kan dit van belang zijn. Het is belangrijk dat deze mensen weten dat de gemeente een loket biedt voor specifieke ondersteuning en daar terecht kunnen. − Zo bieden nagenoeg alle gemeenten momenteel een collectieve verzekering (inclusief aanvullend pakket) voor minima en chronisch zieken aan. Naar schatting zijn 620.000 mensen via de gemeentelijke collectiviteiten verzekerd voor zorgkosten. De gemeente kan daarbij een bijdrage geven in de premie voor de aanvullende zorgverzekering; daarnaast geldt mogelijk een collectiviteitskorting. Naar schatting heeft ongeveer 50% van deze verzekerden een regeling in hun aanvullende polis voor betaling van het eigen risico. Via de aanvullende verzekering in de collectieve polis kan circa 15% het eigen risico vooraf gespreid betalen en is het bij 35% herverzekerd. Ik vind het belangrijk dat gemeenten en iedereen voor wie deze collectieve polis een oplossing kan zijn, kennis heeft van de mogelijkheden van het afsluiten c.q. deelnemen aan deze collectiviteit. − Ik wil daartoe mede in overleg met de VNG in de voorlichting door de rijksoverheid meer bekendheid geven aan de rol van gemeenten. Een andere mogelijkheid kan zijn hier in de directe cliëntenvoorlichting meer bekendheid aan te geven, bijvoorbeeld bij het verstrekken van uitkeringen, aan het Wmo-loket of de bijzondere bijstand en tijdens de keukentafelgesprekken. De loketfunctie van de gemeente voor kwetsbaren is belangrijk. − Gemeenten hebben in het kader van de uitvoering Wmo, beleidsvrijheid in de wijze waarop zij invulling geven aan de tegemoetkoming in meerkosten als bedoeld in art. 2.1.7 Wmo. Gemeenten die een tegemoetkoming bieden kiezen veelal voor een invulling waarbij vooraf wordt gedefinieerd welke groepen voor een tegemoetkoming in aanmerking komen. Toch heeft een gemeente de mogelijkheid te bepalen dat een regeling kan worden getroffen in individuele omstandigheden waarin een algemenere tegemoetkoming niet voorziet. Ook op dit punt zal ik met gemeenten/VNG in overleg gaan over de vraag hoe we burgers beter kunnen informeren over het gemeentelijk tegemoetkomingbeleid in verband met meerkosten als gevolg van ziekte of beperking alsook over eventuele andere maatregelen om het risico op zorgmijding op lokaal niveau te beperken. Zorgaanbieders Ook zorgaanbieders kunnen ertoe bijdragen dat mensen minder afzien van noodzakelijke zorg. In een goede behandelrelatie tussen arts/hulpverlener en patiënt wordt vanzelfsprekend ook het gesprek gevoerd over de noodzaak om een verwijzing voor vervolgzorg op te volgen. Vooral daar waar andere motieven dan louter financiële een rol spelen, vind ik het belangrijk dat een arts/hulpverlener het gesprek aangaat. Als het afzien van zorg niet met financiële motieven te maken heeft ligt er een taak voor zorgaanbieders om schaamte, een gebrek aan vertrouwen of onvoldoende inzicht in het ziektebeeld bespreekbaar te maken. Daarnaast denk ik aan het volgende: − Doelmatig handelen door de arts kan voorkomen dat de patiënt onnodige kosten maakt. Dit betekent het zoveel mogelijk behandelen in de eerste lijn, het bespreken van alternatieven en het voorkomen van dubbele diagnostiek. − Ik vind het belangrijk dat er ook voldoende transparantie over zorgkosten is en dat er vooraf inzage is in die kosten. Per 1 november 2015 treedt de regeling informatieverstrekking ziektekostenverzekeraars aan consumenten in werking. Hierin wordt geregeld dat wanneer een consument vraagt om informatie over de financiële gevolgen van
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
6
een behandeling, de zorgverzekeraar alle informatie verstrekt die de consument nodig heeft voor een goed overwogen keuze voor een vervolgbehandeling. Zorgverzekeraars Zorgverzekeraars besteden in hun communicatie reeds aandacht aan het eigen risico. Via de «mijn omgeving» is voor de verzekerde het verloop van het eigen risico te volgen. Ik vind die transparantie belangrijk. Daarnaast vind ik het belangrijk dat verzekerden op de hoogte zijn van het volgende: − Er bestaat de mogelijkheid om het verplicht eigen risico gespreid te betalen, nadat zorgkosten zijn gemaakt. Er zijn verschillende groepen die hierbij baat kunnen hebben, waaronder mensen met lage inkomens. Sommige verzekeraars bieden daarnaast de mogelijkheid om het eigen risico vooraf in termijnen te betalen. Dit laatste kan relevant zijn voor degenen die verwachten het eigen risico te zullen volmaken, zoals chronisch zieken. − De verzekeraar kan ook zelf bepalen dat over bepaalde zorg geen eigen risico is verschuldigd. In de brief Kwaliteit loont7 worden verzekeraars aangemoedigd om het eigen risico meer als sturingsinstrument te gebruiken. Ik stimuleer dit door de risicoverevening voor met name chronisch zieken aan te passen8. Verzekeraars kunnen bij door hen te bepalen zorgvormen ervoor kiezen geen eigen risico in rekening te brengen. Vooral voor geneesmiddelen is er al een aantal verzekeraars die dit instrument gebruikt. − Zorgverzekeraars hebben zelf in het Actieplan Kerngezond aangekondigd dat zij vanaf dit najaar niet meer zullen werven met een Zvwpremie bij een volledig vrijwillig eigen risico. Ik juich dit toe omdat het mensen kan behoeden voor financieel onverstandige keuzes. Degene die kiest voor een vrijwillig eigen risico moet wel in staat zijn om de zorgkosten te betalen. Het onderzoek bevat hierover geen informatie, maar mogelijk speelt bij de groep jongvolwassenen tussen 18 en 39 jaar ook het hebben van een maximaal vrijwillig eigen risico een rol. − Om dezelfde reden kunnen verzekeraars er zelf voor kiezen om geen of maar in beperkte mate een vrijwillig eigen risico bij de zorgverzekering aan te bieden. Daarvoor staat geen wet- of regelgeving in de weg. Patiënten- en consumentenorganisaties Organisaties van patiënten en cliënten spelen een belangrijke rol in de voorlichting, door bijvoorbeeld aandacht te besteden aan het verplicht eigen risico en uitzonderingen daarop. Zoals uit het onderzoek naar voren komt: respondenten die hun eigen risico realistisch inschatten (hoogte, uitzonderingen) mijden minder vaak zorg. Ook is het belangrijk dat de organisaties hun leden informeren over de mogelijkheden die er zijn om het eigen risico (en de Zvw-premie) betaalbaar te houden. Mensen zien vaak wel dat de zorgkosten toenemen, maar beseffen niet dat ook de zorgtoeslag stijgt. Overigens is ook van belang dat mensen zich bewust zijn van de risico’s die verbonden zijn aan het vrijwillig eigen risico.
7 8
Kamerstuk 31 765, nr. 116, brief van 6 februari 2015. De verbeteringen van de vereveningsmodellen hebben naar verwachting in ieder geval de volgende gevolgen: 350.000 extra chronisch zieken worden geïdentificeerd. Herverdeling van gezond naar ongezond bedraagt 13,8 miljard euro (36% van de kosten). Dit was 5,2 miljard in 2006 (26% van de kosten). Anders gezegd: chronisch zieken zijn steeds beter in beeld bij de verdeling van zorgmiddelen waardoor verzekeraars meer dan in het verleden een stimulans hebben om zich te richten op deze groep, deze aan zich te binden en een goede inkoop van zorg voor deze groep te organiseren.
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
7
5. Tot slot Door de koppeling van enquêtes en interviews aan databestanden van feitelijk gedrag biedt het Nivel-onderzoek een goed inzicht in de omvang en aard van zorgmijding en de achtergrondkenmerken, redenen en gevolgen van degenen die afzien van zorg. Ik wil de uitwerking van bovenstaande maatregelen in samenwerking met de Consumentenbond, de Landelijke Huisartsen Vereniging en Zorgverzekeraars Nederland ter hand te nemen en daarmee een vervolg geven aan de goede samenwerking tijdens dit onderzoek. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
Tweede Kamer, vergaderjaar 2015–2016, 29 689, nr. 664
8
14-12-2015
Brief voor gemeenteraad; onderwerp duurzaam inkopen mobil... - G e m e e n t e Elburg
Brief voor gemeenteraad; onderwerp duurzaam inkopen mobiliteit bij gemeenten Karin Blaauw < K . B l a a u w @ n a t u u r e n m i l i e u . n l > ma 14-12-2015 14:30 Postvak IN Aan:Karin Blaauw
;
@l 2 bijlagen (1 MB)
151207 brief raadsleden duurzaam inkopen mobiliteit.pdf; 151126 rapport Goed Besteed def.pdf;
Geachte heer mevrouw, Kunt u bijgesloten brief en rapport doorsturen aan de leden van de gemeenteraad? Het betreft de aanbieding van en onderzoek naar duurzaam inkopen bij Wmo-, leerlingen- vervoer en dienstauto' onder 70 gemeenten. Met een aantal aanbevelingen om duurzaam inkopen beter te borgen i n het gemeentelijke beleid. Het rapport wordt tevens verspreid onder het college van burgemeester en wethouders. Ik hoor graag uw reactie Met vriendelijke groet Karin Blaauw
Karin Blaauw Projectleider duurzame mobiliteit Natuur 81 Milieu Postbus 1578 I 3500 BN Utrecht Hamburgerstraat 28a | 3512 NS Utrecht M 06 - 14487425 | K.BIaauwffinatuurenmilieu.nl | www.natuurenmilieu.nl Twitter: (Sj^blaauw Investeer in de toekomst, steun Natuur Sí Milieu
https^/outlook.officexom/owa/gemeenteigelburg^
ATUUR MILIEU
Geachte leden van de gemeenteraad, Graag vragen wij uw aandacht voor Maatschappelijk Verantwoord Inkopen van mobiliteit. Deze mobiliteitsinkopen hebben een belangrijke milieuimpact; vooral op het gebied van klimaat, gezonde lucht en leefbaarheid. Gemeenten kunnen hiermee ook laten zien dat ze hun eigen milieudoelen serieus nemen en inspiratie bieden aan inwoners en bedrijven. Dat lukt bij een aantal gemeenten bijzonder goed, maar 75?6 van de gemeentelijke aanbestedingen voldoet niet aan de minimumcriteria voor duurzaam inkopen én stelt geen aanvullende eisen zo blijkt uit een recent onderzoek van Natuur 8r Milieu en PitPoint Clean Fuels. De ambitie om vanaf 2015 10ũ9é duurzaam in te kopen wordt daarmee in veel gemeenten niet gerealiseerd. Ook bleek uit het onderzoek dat de landelijke criteria voor duurzaam inkopen voor het Wmo en leerlingen vervoer verouderd zijn en niet geschikt om duurzaamheid te borgen. Het onderzoek sturen we als bijlage mee en kunt u teruglezen via www.natuurenmilieu.nl. Graag lichten we in deze brief de resultaten en aanbevelingen uit het onderzoek kort toe. Ook willen we u vragen om dit onderzoek aan te grijpen om de discussie over duurzaam inkopen in uw gemeenten te voeren. Vragen daarbij kunnen bijvoorbeeld zijn: »
Welke concrete duurzaamheidsambities en doelen bij de mobiliteitsinkoop stelt uw gemeente?
»
Hoe verhouden deze doelen zich ten opzichte van specifieke duurzaamheidsambities van de gemeente (luchtkwaliteit, klimaatdoelen, hernieuwbare energie, leefbaarheid etc)?
» »
Welke aanbestedingen zijn het afgelopen jaar uitgezet en welke staan voor 2016 op de rol? Welke concrete ambities, minimumeisen en verdergaande criteria op het gebied van MVI/duurzaam inkopen zijn daarvoor gerealiseerd of worden gesteld?
»
Wordt systematisch gerapporteerd welke duurzaamheidcriteria in aanbestedingen zijn gesteld en tot welke producten/diensten dit heeft geleidt?
Het onderzoek We hebben onderzocht welke duurzaamheidseisen en criteria gemeenten in aanbestedingen voor het leerlingen, Wmovervoer en voor dienstauto's stellen. De resultaten zijn vergeleken met de landelijke minimumcriteria (van PianoO). Alle openbare aanbestedingen uit de eerste helft van 2015 zijn hiervoor onderzocht. Het ging hierbij om 70 gemeenten. Op basis van het onderzoek doen we de volgende aanbevelingen: 1 Neem de landelijke duurzaamheidscriteria niet 1-op-i over maar stel eigen doelen en minimumvoorwaarden De criteria voor duurzaam inkopen van leerlingen en Wmovervoer zijn sterk verouderd, weinig ambitieus en vaak weinig concreet. Daarmee zijn ze niet goed geschikt om duurzaamheid te borgen. Toch blijken veel gemeenten ze nog direct over te nemen. Zo staan de minimumeisen voor zwaardere voertuigen nog dieselvoertuigen zonder roetfilter(euro 4) toe en worden alleen voor vervangend vervoer CO2 eisen en brandstofbesparingsopties genoemd. Op de PianoO website wordt erkend dat de criteria zijn verouderd en wordt verwezen naar de criteria voor transportdiensten. Deze zijn nieuwer, maar ook onvoldoende omdat bijvoorbeeld klimaatdoelen niet in de minimumcriteria zitten, maar slechts in de aandachtspunten en gunningscriteria. Wij pleiten daarom voor een snelle aanpassing van de criteria voor duurzaam inkopen én betere ondersteunende informatie. In de tussentijd doen wij alvast een aantal aanbevelingen om effectievere criteria te kunnen opnemen.
KvK Utrecht 41192228
IBAN NL82 RABO 0131 9620 35
ATUUR MILIEU t.a.v. Minimumeisen » Luchtkwaliteit: sluit in alle gevallen dieselvoertuigen zonder roetfilter uit (vraag minimaal Euros voor diensten). Overweeg om dieselpersonenauto's en dieselbestelbusjes helemaal te vermijden in verband met de hoge NOx uitstoot in de praktijk. » Klimaat: Stel voor alle voertuigen C0 eisen (eventueel met een differentiatie voor de bestaande vloot en vervangende voertuigen). » Neem alle kostenbesparende, eenvoudig toepasbare opties zoals zuinige, stille banden standaard op. » Neem meer innovatieve opties (zoals o-emissie voertuigen) ook als minimum eis op, als je als gemeente zeker wil zijn dat deze producten of diensten in de praktijk geleverd worden. 2
t.a.v. gunningscriteria » Neem hierin meer innovatieve opties op die je als gemeente graag wil stimuleren, maar niet kan/wil eisen. « Combineer de gunningscriteria altijd met een voldoende weging (PianoO adviseert minimaal 2o9o om effectief te kunnen zijn, in de praktijk gebeurt dit nog nauwelijks). « Neem niet i-op-i het criterium voor alternatieve brandstoffen over omdat er grote verschillen tussen de milieuprestaties van biodiesel, gas, elektrisch, hybriden etc. Effectiever is om of een scherpe COprestatie te stellen, of concreter te specificeer welke alternatieve brandstoffen welk gunningsvoordeel krijgen. «
Combineer de gunningscriteria altijd met minimumcriteria, je weet immers niet zeker of het milieucriterium in de gunning de doorslag geeft. Het minimum voor duurzaamheid kun je daarom beter blijven borgen met minimumeisen.
2 Stel heldere doelen en veranker deze in zowel beleid en de uitvoeringspraktijk. » Zorg voor heldere, concrete doelen en criteria voor de aanbestedende diensten, stel deze minimaal in lijn met de duurzaamheidsdoelen van de gemeente (lucht, klimaat, leefbaarheid etc). Maak daarmee duidelijk wat er concreet verwacht wordt van de aanbesteders. » Zorg voor een goede en regelmatige monitoring van de duurzaamheidscriteria in de aanbestedingen en informeer raad en gemeentelijke organisatie. « Deel kennis en overweeg samenwerking met andere gemeenten om capaciteitsproblemen op te lossen met behoud van de eigen ambitie en doelen. Wij zijn benieuwd naar uw reactie en horen ook graag eventuele successen, tips, aanbevelingen en vragen. Medio 2016 verwachten we opnieuw een benchmark van duurzaam inkopen bij mobiliteitsaanbestedingen te publiceren. We hopen dan te kunnen melden dat er een sterke positieve trend is ingezet. Met vriendelijke groet, Natuur 8r Milieu
Maarten van Biezen Hoofd Mobiliteit Voor vragen en reacties kunt u contact opnemen met: Natuur 8r Milieu, Karin Blaauw, 030-233 1328, k.blaauwÇŵnatuurenmilieu.nl
LATUUR &MILIEU
Goed (Aan)Besteed? Benchmark duurzaam aanbesteden in WMO-, leerlingenvervoer- en eigen-wagenpark Nederlandse overheden eerste h a l f j a a r van 2015
December, 2015 Natuur 8t Milieu: Peter de Jong en Karin Blaauw Dit onderzoek is mede mogelijk gemaakt door PitPoint Clean Fuels
LATUUR ©MILIEU S amenvatting Gemeenten geven veel geld uit aan mobiliteit. Deze mobiliteitsinkopen hebben een belangrijke milieuimpact; vooral op het gebied van klimaat, gezonde lucht en leefbaarheid. Door duurzaam in te kopen kunnen gemeenten milieuwinst boeken én laten zien dat ze hun eigen milieudoelen serieus nemen. Gemeenten en provincies hebben zichzelf (vrijwillig) als doel gesteld om vanaf 1 januari 2015 ioo9o duurzaam in te kopen. Wat daarvoor als duurzaam geldt, is vastgelegd in landelijke criteria voor duurzaam inkopen die per productgroep zijn opgesteld. In dit onderzoek is bekeken in hoeverre gemeenten erin slagen om vanaf 2015 hun mobiliteit ioo9á duurzaam in te kopen. Daarvoor zijn alle beschikbare' openbare aanbestedingen uit de eerste helft van 2015, voor het eigen wagenpark, het leerlingenvervoer en het Wmo-vervoer, onderzocht. Met een aantal koplopergemeenten zijn interviews afgenomen. Uit het onderzoek blijkt dat het nog niet goed gaat met duurzaam inkopen. 7390 van de leerlingenvervoeraanbestedingen, 8396 van de Wmo-aanbestedingen en 75 X van de aanbestedingen voor het eigen wagenpark voldeden niet aan de minimum criteria voor duurzaam inkopen. Verdergaande of alternatieve eisen worden nauwelijks gesteld. De gemeenten die het goed doen, hebben allemaal een college met ambitie én concrete doelen voor de inkoop én dat er op toeziet dat die ambities in de praktijk ook echt schone, zuinige en klimaatvriendelijke voertuigen opleveren. De landelijke minimumeisen en gunningscriteria voor WMO en leerlingevervoer zijn verouderd en blijken onvoldoende om duurzaamheid te borgen. Zo gaan de klimaateisen veel minder ver dan wat al gangbaar is in de zakelijke markt en zijn de luchteisen zo weinig ambitieus dat sterk vervuilende nog als duurzaam gelden. Ook komen veel kosteneffectieve maatregelen niet in de eisen terug. H e t r a p p o r t doet de volgende a a n b e v e l i n g e n V o o r de r i j k s o v e r h e i d :
«
Zorg zo snel mogelijk voor een update en aanscherping van de minimum en de gunningscriteria. Neem ook alle kosteneffectieve opties die zonder meer toepasbaar zijn (zoals zuinige banden) standaard op in de minimumcriteria.
»
Zorg voor heldere toegankelijke informatie en ondersteuning voor inkopers. Maak deze informatie beter vindbaar en eenvoudig toepasbaar.
»
Zorg voor een goede jaarlijkse monitoring van de voortgang van duurzaam inkopen bij alle overheden en maak de resultaten openbaar.
1
Hierbij zijn alle beschikbare aanbestedingen die zijn gepubliceerd op TenderNed of Negometrix meegenomen; dit zijn online platforms waarop de aanbestedingen van overheden worden gepubliceerd. Zie www.tenderned.nl en h t t p s : / / n e g o m e t r i x . c o m / n l
LATUUR ©ÏY1ILIEU V o o r gemeenten:
»
Stel heldere ambities voor duurzaam inkopen en concrete doelen voor de aanbestedende diensten. Breng daarmee de eigen inkoop minimaal in lijn met het duurzaamheidsbeleid (klimaat, leefbaarheid, luchtkwaliteit, hernieuwbare energie en duurzame mobiliteit).
»
Geef gunningscriteria voldoende gewicht (minimaal 2096) zodat duurzaamheid daadwerkelijk meeweegt in de aanbestedingen.
»
Gebruik naast gunningscriteria ook altijd minimumcriteria om vervuilende voertuigen en brandstoffen uit te sluiten. Neem niet daarbij niet i-op-i de landelijke minimumcriteria over omdat die onvoldoende ambitieus en specifiek zijn.
»
Monitor regelmatig of de aanbestedingen aan de duurzaamheidsdoelen voldoen.
«
Werk samen met en maak gebruik van de kennis van andere gemeenten en instellingen.
3
fNATUUR ©MILIEU 1 Inleiding Overheden (rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) kopen per jaar voor bijna 60 miljard euro in. Deze bestedingen hebben een aanzienlijke milieu-impact. Duurzaam inkopen kan hierbij een krachtig instrument zijn om doelen op het gebied van klimaat en gezonde lucht te bereiken en innovatieve mobiliteitsoplossingen te stimuleren. Bovendien kunnen overheden hiermee laten zien dat ze hun eigen milieudoelen serieus te nemen. Voor de doelen op het gebied van klimaat en luchtkwaliteit is mobiliteit een belangrijke inkoopcategorie. Gemeenten en provincies hebben zichzelf (vrijwillig) als doel gesteld om vanaf 1 januari 2015 ioo96 duurzaam in te kopen. Wat daarvoor als duurzaam geldt is vastgelegd in criteria voor duurzaam inkopen die per productgroep zijn opgesteld. Onderzoeksopzet
In dit onderzoek is bekeken in hoeverre gemeenten erin slagen de ambitie waar te maken om vanaf 2015 2
hun mobiliteit ioo96 duurzaam in te kopen. Daarvoor zijn alle beschikbare openbare aanbestedingen uit de eerste helft van 2015 voor het eigen wagenpark (ook wel dienstauto's genoemd), het leerlingenvervoer en het Wmo-vervoer onderzocht. Uiteindelijk zijn er 40 aanbestedingen onderzocht; 30 aanbestedingen in het leerlingenvervoer, 6 in het Wmo-vervoer en 4 voor het eigen wagenpark. 4 aanbestedingen vielen af omdat we daar onvoldoende informatie over hadden. Deze 40 aanbestedingen vertegenwoordigen 70 gemeenten. Sommige aanbestedingen zijn van meerdere gemeenten samen. Zij organiseren de aanbestedingen in een regionaal samenwerkingsverband. Onderzocht is welke criteria voor duurzaam inkopen gebruikt overheden in hun aanbestedingen opnemen. Daarnaast is met een aantal gemeenten die goed presteren een interview afgenomen. Resultaten
De resultaten zijn onthutsend. Enerzijds blijken de landelijke minimumeisen voor duurzaam inkopen voor leerlingen en Wmo-vervoer niet geschikt om als basis te dienen voor duurzaam inkopen. Onzuinige en vervuilende voertuigen, waaronder oude diesels zonder roetfilters, worden vaak nog toegestaan en eenvoudige, kosteneffectieve maatregelen zoals zuinige banden ontbreken. Dit zorgt voor een hoge uitstoot van klimaatemissies en gezondheidsschadelijke stoffen zoals roet en stikstof. Voor de dienstauto's zijn in 2015 nieuwe criteria gepubliceerd. Die bieden een beter duurzaamheidskader. Naast de landelijke minimumeisen zijn er ook criteria voor een hogere duurzaamheidsambitie; de gunningscriteria. Deze criteria zijn veelal niet concreet omschreven en bieden daardoor geen goed handvat voor overheden met een serieuze duurzaamheidsambitie. Zo wordt voor lucht en klimaat volstaan met de optie om verdergaande ambities dan het minimum te stellen en wordt het vragen om
3
Hierbij zijn alle beschikbare aanbestedingen die zijn gepubliceerd op TenderNed of Negometrix meegenomen;
dit zijn online platforms waarop de aanbestedingen van overheden worden gepubliceerd. Zie www.tenderned.nl en h t t p s : / / n e g o m e t r i x . c o m / n l
1
«NATUUR ©MILIEU 'alternatieve brandstoffen' als optie genoemd zonder te differentiëren naar de verschillende soorten brandstoffen, hun milieuwinst en de toepasbaarheid. Bovendien blijkt dat de meeste aanbestedingen niet aan deze weinig ambitieuze minimumeisen voldoet. Maar liefst 73^6 van de leerlingenvervoeraanbestedingen, 8396 van de Wmo-aanbestedingen en 7590 van de aanbestedingen voor het eigen wagenpark voldeden niet aan de minimum criteria voor duurzaam inkopen. Opvallend is dat vaak wel het belang van duurzaamheid wordt genoemd, maar dat dit vervolgens niet leidt tot concrete criteria in de aanbestedingen en dus ook niet tot milieuwinst. Dat geldt ook voor de inzet van alternatieve brandstoffen; overheden vragen hier regelmatig om. Maar dit gebeurt in de meeste gevallen op zo'n manier dat duurzame opties zoals O-emissie voertuigen en hernieuwbare brandstoffen geen gunningsvoordeel opleveren. Opzet v a n het r a p p o r t
Hoofdstuk 2 beschrijft de achtergrond en het belang van duurzaam inkopen, hoofdstuk 3 geeft een analyse van de huidige duurzaam inkopen criteria en in hoofdstuk 4 laten we zien hoe de onderzochte aanbestedingen op de verschillende criteria presteren. De conclusies en aanbevelingen presenteren we in hoofdstuk 5. Daarnaast laten we de gemeenten aan het woord die er in slagen om echt schone, zuinige en innovatieve voertuigen en diensten in te kopen.
5
fNATUUR &MILIEU 2 Duurzaam inkopen In het klimaatakkoord van 2007 spraken de Vereniging van Gemeenten (VNG) en de rijksoverheid af om te streven naar 75^6 duurzaam inkopen in 2010 en ioo9ó in 2015. Inkopen zouden daarvoor moeten voldoen aan per productgroep vastgestelde duurzaamheidscriteria die zijn opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland in opdracht van de ministeries SZW, VROM, EZ, RWS, RGD, UvW alsmede gemeenten en provincies. Die duurzaamheidscriteria gaan zowel over milieuthema's (zoals emissies, materialen, grondstoffen en afval) als over sociale criteria zoals arbeidsomstandigheden bij de productie. De criteria zijn te vinden op de website van PIANOo. De duurzaamheidscriteria kennen minimumcriteria die als eis kunnen worden opgenomen in de aanbesteding. Daarnaast zijn er gunningscriteria. Middels weegfactoren kunnen inkopers aangeven hoe inschrijvers op de gunningscriteria kunnen scoren. Daardoor wint de aanbieder met de laagste prijs niet meer automatisch de aanbesteding maar heeft ook de duurzaamheid van het aanbod invloed op de beslissing. Een bedrijf dat een iets duurder aanbod doet maar beter scoort op duurzaamheid kan alsnog de aanbesteding winnen. Een voorwaarde daarvoor is wel dat de gunningscriteria t.a.v. duurzaamheid voldoende gewicht krijgen. Deze weegfactoren zijn alleen van toepassing als gekozen wordt voor het gunnen op Economisch Meest Voordelige Inschrijving (EMVI). De eerste criteria zijn opgesteld in 2010/2011 en inmiddels verouderd omdat in de tussentijd voertuigen schoner en zuiniger zijn geworden. Voor dienstauto's zijn de criteria daarom aangepast. Voor het leerlingen- en vraagafhankelijke vervoer niet, daarvoor wordt aanbevolen te kijken naar het criteriadocument voor transportdiensten. Momenteel wordt niet gemonitoord hoe de voortgang op het onderwerp duurzaam inkopen is. Uit eerdere onderzoeken bleek al dat overheden er onvoldoende in slagen om zelfs de minimumcriteria voor duurzaam inkopen toe te passen en dat de ambitie te laag is om marktpartijen uit te dagen om met slimme en innovatieve oplossingen te komen'. In September 2015 heeft de regering een plan gepubliceerd om duurzaam inkopen te verbeteren. Een heldere ambitie, bestuurlijk commitment van de betrokken overheden en een concreet voorstel voor een goede jaarlijkse monitor ontbreken daarbij vooralsnog. Er wordt momenteel besproken hoe dit plan verder uitgewerkt kan worden.
3
Zie de quick scan duurzaam inkopen van de groene zaak: http://degroenezaak.com/wpcontent/uploads/2015/Ol/Rapport DGZ Duurzaam lnkopen.pdf 6
(NATUUR &MILIEU Duurzame m obiliteitsinkoop Mobiliteit is een belangrijke inkoopcategorie. De voertuigen die voor gemeenten rijden zijn een belangrijk onderdeel van de milieubelasting van overheden en er zijn aanzienlijke bedragen mee gemoeid. Veel gemeenten hebben ambities om de klimaatbelasting te verminderen, klimaatneutraal te worden, om de luchtkwaliteit en gezondheid te verbeteren en om duurzame mobiliteit te stimuleren. Duurzaam inkopen kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Overheden kunnen daarmee laten zien hun eigen ambities serieus te nemen en concrete milieuwinst te boeken. Ook kunnen ze een belangrijke rol spelen in het stimuleren van innovatieve technieken zoals elektrische en waterstof bussen, taxi's etc. Voor deze rol van de eigen inkoop van overheden als launching customer' wordt een belangrijke rol toegedicht in de visie op een duurzame brandstofmix. De relevantie van een duurzame mobiliteitsinkoop blijkt ook uit de uitgaven die ermee gemoeid zijn. Zo zijn de kosten voor het Wmovervoer circa Cl,2 miljard per jaar ofwel C72,50 per burger*. Voor het leerlingenvervoer is dat 230 miljoen euro per jaar ofwel Ci3,50 per burger^. Een derde mobiliteitspost waar de Nederlandse gemeenten veel geld aan uitgeven is hun eigen wagenpark. De grootte van het wagenpark van een gemeente loopt sterk uiteen van nul tot enkele honderden voertuigen. Deze voertuigen variëren van gewone personenauto's tot zware bedrijfsvoertuigen. De wijze waarop gemeenten de eigen aanbestedingen organiseren, verschilt.
Wethouder Harriet Tiemens
Sommigen organiseren dit zelf, vaak met
Gemeente Nijmegen
ondersteuning van een adviseur. Andere gemeenten laten de aanbesteding geheel door een extern bureau uitvoeren. In toenemende
Over aanbesteding leerlingenvervoer "De gemeente heeft een duidelijke rol als l aunching customer en we vinden het belangrijk om de markt een duwtje in de goede richting te geven."
mate organiseren gemeenten de aanbestedingen ook samen met andere gemeenten uit de regio. Dat heeft als belangrijk voordeel dat er meer specifieke
"Uiteindelijk is het geen kwestie van geld. Het gaat om ambitie tonen en dat consistent bl ijven doen zodat het bedrijfsleven weet waar het aan toe is. Wij doen veel aan marktconsul tatie en onderhouden een goede relatie met de verschillende marktpartijen."
kennis en capaciteit is om de aanbestedingen goed uit te voeren. Binnen de regio moeten dan wel goede afspraken worden gemaakt om te zorgen dat de aanbestedingen aansluiten op de duurzaamheidsambities van de betreffende
"Het is hier bijna vanzel fsprekend om duurzaamheidscriteria een grote rol te laten spel en in onze concessies. We dagen de markt bewust uit om met hun beste aanbod te komen. Doordat we dit consistent en voor een langdurige periode doen, zijn marktpartijen zich daarvan bewust en accepteert zij dit ook."
gemeente. "Coìĩtinuïteit van bel eid is het belangrijkste. Ga een duurzame rel atie met el kaar aan. Zorg ervoor dat het contract voor beide partijen goed is. Ga dus niet al l een voor de laagste prijs, en zorg voor een l angere contractduur. Zo waarborg je de kwal iteit."
4
Benchmark W m o 2012, 2012, SGBO
5
Leerlingenvervoer in Nederland, 2014, ministerie van OCW
7
LATUUR ŴMILIEU 3 Criteria voor duurzaam ink open Per productgroep zijn er minimumcriteria (minimumeisen) en criteria voor verdergaande ambitie (gunningscriteria) opgesteld. De minimumcriteria zijn bedoeld als basisniveau om niet duurzame producten uit te sluiten. Bedrijven die hier niet aan voldoen, kunnen niet meedoen met de aanbesteding. De gunningscriteria zijn bedoeld om bedrijven met duurzame producten te stimuleren. Om dat te bereiken wegen de gunningscriteria mee in de beoordeling naast andere aspecten zoals de prijs. Hoe zwaar duurzaamheid meeweegt wordt per gunning bepaald. PIANOo adviseert een minimale weging van 2o9á om voldoende effectief te kunnen zijn. Zowel de minimumcriteria als de gunningscriteria zijn niet juridisch verplicht. De ambitie die overheden hebben vastgelegd om hieraan te voldoen is 'slechts' een afspraak. De opgestelde criteria vormen daarvoor een ondergrens, overheden zijn te allen tijde vrij om verdergaande eisen te stellen. Hieronder geven we een overzicht van de huidige inkoopcriteria zoals die op de PIANOo website gepubliceerd staan. Het gaat hier om verouderde criteria. Voor het eigenwagenpark zijn deze in april 2015 aangepast. Omdat de criteria tijdens de loopduur van het onderzoek zijn verschenen, zijn de aanbestedingen vergeleken met de oude criteria. In de bespreking van de criteria worden wel de nieuwere criteria betrokken. Voor het leerlingen en WMO vervoer zijn geen nieuwere criteria. Hierbij wordt verwezen naar de criteria voor transportdiensten 'ter inspiratie'. Maar deze criteria zijn eigenlijk niet geschikt en bevatten nauwelijks minimum of gunningscriteria. In de verdere bespreking van de criteria laten we deze daarom buiten beschouwing. 6
Overzicht duurzaam ink oopcriteria PIANOo in opdracht van R V O . Leerlingenvervoer en Wmo 2 0 1 1 :
Eigen wagenpark 2 0 1 1
Minimumcriteria CO2 eis bij vervangend vervoer: maximaal 130 g/km voor
C0 eis: maximaal 175 g/km?. 2
voertuigen met maximaal 5 zitplaatsen en maximaal 175 g/km voor voertuigen met 6-8 zitplaatsen Emissie-eis; Euro 5 voor voertuigen lichter dan 3500 kg en
Emissie-eis: In te zetten voertuig lichter dan 3500 kg voldoet
Euro 4 voor voertuigen zwaarder dan 3500 kg
minimaal aan de Euro EEV norm.
Vervangende voertuigen met meer dan 8 zitplaatsen hebben een brandstofverbruiksindicator en een bandenspanningsmeter. Ecorijden
-
Gunningscriteria Lagere COo-emīssie dan minimumcriterium
Lagere C0 -emissie dan minimumcriterium
Nieuwere Euro-norm dan gevraagd in minimumcriteria
Nieuwere Euro-norm dan gewaagd in minimumcriteria
2
6
Deze criteria zijn voor aanbestedingen in W m o , leerlingenvervoer en eigen wagenp ark (dienstauto's) te vinden op http s://www.p ianoo.nl/themas/maatschap p eliik-verantwoord-inkop en-duurzaaminkopen/productgroepen/cluster-transportvervoer. De gehanteerde criteria voor W m o , leerlingenvervoer en dienstauto's zijn van oktober 2011. 7
Uitgaande van een gewicht van 1706 kg
8
JMATUUR gTMILIEU brandstofverbruiksindicator, bandenspanningsmeter of
Brandstofverbruiksindicator
snelheidsbegrenzer voor voertuigen waar dit geen
Bandenspanningsmeter
minimumcriterium is. Start/stop systeem
-
-
Snelheidsbegrenzer
Hybride aandrijving
Alternatieve aandrijving
Alternatieve brandstoffen
Alternatieve brandstoffen Water- en energiegebruik bij reinigen
Nieuwe criteria (2015) Leerlingenvervoer en Wmo:
Eigen wagenpark 2 0 1 5
transportdiensten ('ter inspiratie') Minimumcriteria Geen alleen 'aandachtspunt'
CO2 eis: 90-200 voor personenauto, 130 tot 180 voor bestelauto's
Emissie-eis: Euro 5 ļ EuroV
Emissie-eis: In te zetten voertuig lichter dan 3500 kg voldoet minimaal aan de Euro 6 norm. Schakelindicator (GSI) bandenspanningsmeter brandstofverbruiksindicator
Geen alleen aandachtspunt
Geluidsemissie banden conform EU verordening, Rolweerstand banden (klasse D of E)
Geen alleen aandachtspunt
Eisen aan koelmiddelen klimaatregelsysteem
Geen alleen aandachtspunt
Eisen aan smeeroliën
Geen alleen aandachtspunt
Beperken water en energiegebruik bij reiniging
Gunningscriteria lagere C02-emissie dan minimumcriterium Aandeel voertuigen dat is ontworpen voor alternatieve
Gebruik alternatieve brandstoffen zoals biobrandstoffen,
brandstoffen of -systemen
elektriciteit, waterstof of hybride
Euro 6 ĽĽV CO2 compensatie
4
JļJATUUR ©MILIEU Hoe effectief zijn de duurzaam inkopen criteria? C0
eis
2
De minimumeisen voor de C0 uitstoot voor het leerlingen en Wmovervoer zijn 130 tot 175 g/km. Deze eisen gelden alleen voor nieuwe wagens die tijdens de contractperiode worden aangeschaft. Voor de overige voertuigen worden geen eisen gesteld en speelt de zuinigheid daarmee geen rol in de selectie. Voor het eigenwagenpark zijn de nieuwe C0 eisen gedifferentieerd naar grote van de auto. Dit loopt van 90 g/km voor een kleine tot 200 g/km voor een zeer luxe auto. Ter vergelijking, benzineauto's zijn verkrijgbaar vanaf 75 g/km, diesel en CNG auto's vanaf 79 g/km. De gemiddelde zakelijke nieuwe auto had in 2014 een uitstoot van 99 g/km. Bestelauto's zijn verkrijgbaar vanaf 105 g/km voor een kleine en 149 g/km voor een middelgrote bestelauto (bron: top 10 zuinige auto's van ANWB en N&M). Daarnaast zijn in deze segmenten ook oemissie modellen en hybride voertuigen beschikbaar met veel lagere emissies. De minimumeisen voor de zuinigheid van de voertuigen zijn daarmee veel minder ambitieus dan hetgeen in de markt beschikbaar is én dat wat in de zakelijke markt gebruikelijk is. Daarmee lijken de criteria geen goede basis voor overheden die echt duurzaam willen inkopen. 2
2
Lucht-emissies
De minimumcriteria voor Wmo en leerlingenvervoer zijn euro 4 ^ 3 5 0 0 kg) of euro 5 ^ 3 5 0 0 kg). Deze euronormen dicteren wat de maximale voertuigemissie van koolmonoxide (CO), koolwaterstof (HC), stikstofoxiden (NO ) en fijn stof (PM ) mag zijn. Het verschil in uitstoot tussen de verschillende euronormen is groot. Euro 4 en oudere voertuigen hebben geen roetfilter en stoten daarmee nog veel schadelijke fijn stof deeltjes uit. Voor alle dieselpersonenwagens en bestelbusjes is bovendien de uitstoot van NO* hoog. Zo is gebleken uit de recente 'dieselgate' discussies. Zie onderstaande grafiek waaruit blijkt dat de NO emissies ook bij nieuwe voertuigen hoog zijn, veel hoger dan de norm. Euro 4 is al vanaf 2005 verplicht voor nieuwe wagens, Euro 5 vanaf 2009 voor personenwagens en vanaf 2011 voor bestelwagens. Euro 6 heeft strengere normen voor de allerkleinste deeltjes en de uitstoot van stikstofdioxide en is verplicht vanaf 1 januari 2015 voor alle nieuwe wagens. De minimumcriteria sluiten dus voertuigen met een hoge emissie van gezondheidsschadelijke stoffen niet uit. Voor gemeenten met ambities op luchtkwaliteit lijken de criteria daardoor geen goed minimum voor duurzaamheid. x
m
x
Wethouder Odile Rasch gemeente Bergen over aanbesteding leerlingenvervoer: "ĩn de voorbereidingsfase hebben wij gedegen onderzoek gedaan naar de mogelijkheden die er waren om onze duurzaamheidsdoelstelling te real iseren." "Daarbij wil den we verder gaan dan het opnemen van al l een een minimumeis. Wat ons opviel was dat duurzaamheid maar in beperkte mate werd gestimuleerd bij aanbestedingen. Een gemiste kans naar ons idee." "Om ook tíjdens de contractperiode duurzaamheid niet uit het oog te verliezen hebben wij een bonusregeling in het contract opgenomen. Mocht tijdens de contractperiode tļX of meer COsreductie kunnen worden gereal iseerd dan mag een extra bedrag bij de factuur worden opgetel d. Zo blijft duurzaamheid ook tíjdens de contractperiode l even!"
10
JMATUUR &MILIEU
0.8 0.6 0.4
Euro 1 Limit Figure
Euro 2
Euro 3
Euro 5
R ealworld urban conditions
3. N O , e m i s s i o n s of light commercial
conditions,
Euro 4
compared
to the emissions
vehicles
(vansl
in
urban
limit.
Alternatieve brandstoffen
Er zijn geen minimumeisen opgesteld voor de type brandstoffen of de aandrijving die wordt toegepast. Wel staat in de gunningscriteria alternatieve of hybride aandrijving en/of alternatieve brandstoffen vermeld, zonder verdere uitwerking hoe een gemeente dit verder in de aanbestedingen op kan nemen. Dat is wel nodig. Als slechts de term 'alternatieve brandstoffen' direct in de aanbestedingstekst wordt overgenomen, heeft de gemeente geen invloed op welke brandstof wordt aangeboden en of en in welke mate dit milieuwinst oplevert. Er is immers geen formele definitie van wat 'alternatieve brandstoffen' zijn. Vaak wordt daar : elektrisch, hybride, waterstof, CNG (aardgas), biogas, biodiesel, Eio (bio methanol voor benzine), soms zelfs LPG. Dit zijn voor een deel gewoon fossiele brandstoffen en de verschillen in milieuprestatie tussen de brandstoffen zijn groot . Om milieuwinst te realiseren kunnen gemeenten dan ook beter een scherpe C0 en lucht eis opnemen. Dat zorgt er automatisch voor dat gangbare fossiele toepassingen zoals diesel afvallen. Een andere optie is om heel gericht specifieke brandstofopties te vragen, bijvoorbeeld volledig elektrische auto's als dat past in de duurzaamheidsstrategie van de gemeente. 8
2
Banden
Zuinige banden én voldoende bandenspanning leveren een aanzienlijke besparing van brandstof en C0 én een grote geluidsreductie op. Banden op spanning levert 2 tot sX brandstofreductie ', zuinige banden circa 7,596. Zuinige en stille banden maken geen onderdeel uit van de criteria. Een bandenspanningsmeter en indicator zijn gunningscriteria. Voor banden bestaan Europese labels voor de energiezuinigheid, geluid en veiligheid. Dit maakt het eenvoudig om hiervoor eisen op te nemen. 2
a
Jê l
1
i «ā 0 E F
0
f.» c n
Conclusie
De huidige minimumcriteria sluiten voertuigen met hoge emissies niet uit. WBĒ Zelfs dieselvoertuigen zonder roetfilter kunnen nog als duurzame aanbesteding gelden. Dit kan (mede) komen doordat de criteria uit 2011 verouderd zijn. Voor C0 gaan de minimumcriteria veel minder ver dan hetgeen beschikbaar én in de zakelijke markt al gebruikelijk is. De gunningscriteria bieden de mogelijkheid om verder te gaan, maar zijn vaak weinig concreet. Daarmee bieden ze geen goed toepasbaar handvat voor aanbestedende diensten. Daarnaast ontbreken een aantal eenvoudig toepasbare en kosteneffectieve opties, zoals zuinige en stille banden. 2
8
9
Z ie CE delft en TNO factsheets brandstoffen voor het wegverkeer; kenmerken en perspectief. http://www.bandopspanning.nl/ 11
JļJATUUR ÖÏYIIUEU 4 Resultaten; hoe duurzaam zijn de aanbestedingen? In deze paragraaf is bekekenen in hoeverre de onderzochte aanbestedingen 'duurzaam' zijn. Voldoen ze aan de gestelde minimum eisen en gunningscriteria en/of tonen ze meer ambitie? Hiervoor zijn de aanbestedingen vergeleken met de criteria die in hoofdstuk 3 zijn besproken. In bijlage A staat per gemeente of samenwerkingsverband in welke mate de aanbesteding ze aan de verschillende criteria voldoet. Minimumcriteria duurzaam inkopen
Uit het onderzoek blijkt dat 27^6 van de leerlingenvervoeraanbestedingen, 1796 van de Wmo aanbestedingen en 2o96 van de aanbestedingen voor het eigen wagenpark voldoen aan alle minimum criteria voor duurzaam inkopen. De overgrote meerderheid van aanbestedingen voldoet dus niet aan de minimumcriteria voor duurzaam inkopen. Tabel i:percentage gemeenten dat de alle minimumcriteria
Alle minimumcriteria
in aanbestedingen
heeft opgenomen per productgroep
leerlingenvervoer
WMO-vervoer
eigen wagenpark
2796
1796
2596
In tabel 2 staat een uitsplitsing naar de verschillende criteria. Minimumcriteria die relatief goed worden meegenomen zijn de Euronormen en Ecorijden. De overige minimumcriteria worden door de meerderheid van de gemeenten niet gevraagd. Tabel 2:percentage gemeenten dat de verschillende minimumcriteria productgroep Minimumcriterium
in aanbestedingen
heeft opgenomen per
leerlingenvervoer
Wmo-vervoer
eigen wagenpark
Euro-norm
9796
8 96
CO^-emissie
4796 3796
1 96 1796
5o96 2 96 o96*
6 96
N.v.t.
Brandstofverbruiksindicator
3
7
5
+ bandenspanningsmeter Ecorijden 6796 *: is een gunningscriterium, geen minimumcriterium
7
Gunningscriteria duurzaam inkopen
De meeste gunningscriteria worden niet of nauwelijks toegepast. Zo wordt er slechts tweemaal gevraagd om een start-stopsysteem en banden met een lage rolweerstand. Eenmaal wordt er gevraagd om klimaat7C0 compensatie en schakelindicatoren. Alternatieve brandstoffen en een hogere euronorm dan geëist worden relatief vaak gevraagd. 2
«NATUUR &MILIEU Tabel 3: percentage gemeenten dat de gunningscriteria in aanbestedingen heeft opgenomen Gunningscriterium
leerlingenvervoer
WM O-vervoer
eigen wagenpark
Start-stop systeem
796
o96
o?6
3*
o9é
2596
396
o96
2596
Verdergaande CO * prestatie dan de minimum eis Zuinige 1 stille banden Alternatieve brandstoffen*
1796
3396
5oX
Hogere euronorm dan de eis
1796
6796
5o96 o96 5o96
Klimaat/COs compensatie
096
1796
Gebruik milieuvriendelijke
N.v.t.
N.v.t.
smeeroliën
N.v.t. N.v.t. o9é Energiegebruik bij reinigen N.v.t. N.v.t. o96 *alternatieve brandstoffen is alleen meegerekend indien dit ook minimaal als concreet gespecificeerd gunningscriterium is opgenomen. Watergebruik bij reinigen
Emissie-eisen
Er is gekeken naar welke Euro-norm gemeenten als minimumeis stellen. Uit figuur 1 blijkt dat de meest geëiste Euro-norm Euro 5 is. Een aanzienlijk deel van de gemeenten vraagt minimaal euro 4. Zij lopen daarmee de kans dieselvoertuigen met een hoge roetemissie geleverd te krijgen. In één aanbesteding wordt er geen eis gesteld, tegenover 3 aanbestedingen waar Euro 6 de minimumeis is.
Emissie-eis 25
20
*
15
•3
ra 10
m
c geen eis • totaal
Figuur
1: verdeling
euro 3
Leerlingenvervoer
IWMO
aanbestedingen
euro 4
naar
gestelde
I
euro 5
m euro 6
M Eigen wagenpark
emissie-eisen
CO*-eis
In 47/Ó van de leerlingenvervoeraanbestedingen wordt een eis aan de maximale C 0 uitstoot van de voertuigen of vervangende voertuigen gesteld. Dit is in 17^6 van de Wmo-aanbestedingen het geval en in o9á van de eigen-wagenparkaanbestedingen. In de meeste van de aanbestedingen wordt de minimumeis zoals opgesteld door PIANOo gehanteerd. In twee gevallen wordt er om een significante lagere emissie 2
13
fNATUUR ŴMILIEU gevraagd dan de minimumeis van PI ANOo, namelijk 75?ó en ïoX lager dan wat nu de gemiddelde uitstoot is in het specifieke segment. Dit komt neer op respectievelijk ongeveer 34 en 123 gram COa/km. Alternatieve brandstof f en
In de helft (21 van de 40) van de aanbestedingen staan alternatieve brandstoffen vermeld. Dit is vaak niet in de vorm van een concreet criterium. Een groot aantal heeft niet nader gespecificeerd wat wordt verstaan onder alternatieve brandstoffen. Daarbij wordt vaak vermeld "dat gedurende de uitvoeringsperiode met de opdrachtnemer overlegd wordt over de inzet van alternatieve brandstoffen". Deze formuleringen lijken weinig effectief te hebben omdat alternatieve aandrijving of brandstoffen daardoor niet meewegen bij gunning. Ook wordt in een aanbesteding gerept van "milieubrandstoffen"; een term waar geen definitie van is, en die niet (juridisch) houdbaar lijkt als basis voor aanbestedingen. Een klein aantal gemeenten heeft wel concretere criteria op dit onderwerp. Zij vragen om een bepaalde toepassing of een keuze uit een aantal brandstoffen (elektrisch/hybride/gas) soms in combinatie met een C0 reductiedoel. De verdeling van de gevraagde brandstoffen staat in figuur 2. Het totaal van deze diagram is groter dan het totale aantal meegenomen aanbestedingen. Dit komt doordat een aantal gemeenten om verschillende alternatieve brandstoffen vragen. 2
Totaal alternatieve brandstoffen 15 10 5 0 (F)EV
CNG
LNG
groen gas
biodiesel
hybride
waterstof
I
niet
gespecificeerd m Uit m i n i m u m c r i t e r i a
Figuur
2: Verdeling
alternatieve
U Uit gunníngscriteria
brandstoffen
Weging duurzaamheidscriteria Bij de meeste aanbestedingen wegen de duurzaamheidscriteria nog niet zwaar mee in de aanbesteding. Gemiddeld wegen duurzaamheidscriteria voor 5 procent mee in het gunningscriterium; daar waar PIANOo een weging van minimaal 2o9ó adviseert om voldoende effectief te zijn. De verwachting is dat bij de lage wegingsfactoren de kans groot is dat goedkope niet duurzame mobiliteitsoplossingen de gunning winnen zodat de betreffende gemeente niet het duurzaam product krijgt waar ze op hoopte. De verdeling van de weging van de duurzaamheidscriteria staat in figuur 3. Een groot deel van de aanbestedingen heeft een weging van o96, daarin worden geen gunningscriteria in de aanbesteding opgenomen.
14
JSIATUUR &MILIEU Weging duurzaamheidscriteria 25 20 15 10 5
I
0
m
l.
094
• Totaal
Figuur
I
1-594
3: verdeling
l .I 6-1094
11-1594
a Eigen W a g e n p a r k
aanbestedingen
naar
weging
16-2094
21-2594
» Leerlingenvervoer
Meer
• W M O
duurzaamheidscriteria
Looptijd overeenkomsten De gemiddelde looptijd van de beschouwde aanbestedingen is 2 jaar en q maanden. De verdeling van de looptijden staat in onderstaande figuur. De meeste overeenkomsten hebben een looptijd van 2 jaar, meestal met een optie tot verlenging van minimaal 1 jaar. Voor innovatieve technieken die investeringen vragen van de aanbieder is een langere looptijd gewenst om een kosteneffectieve oplossing te kunnen aanbieden. Soms is dat praktisch niet mogelijk bijvoorbeeld omdat afgesproken is dat voor de betreffende productgroep de aanbesteding op termijn onderdeel gaat uitmaken van een geclusterde aanbesteding; bijvoorbeeld samen met andere gemeenten in de regio.
Looptijd concessie 20 .5
™ 10 -
11..
0
6
7
Aantal jaa • Totaal
Figuur
4: Verdeling
looptijd
B Eigen W a g e n p a r k
Leerlingenvervoer
I W M O
overeenkomsten
15
jNATUUR GTMILIEU 5 Conclusies en aanbevelingen Conclusies Uit de resultaten blijkt dat de overgrote meerderheid van de aanbestedingen die we in 2015 onderzochten nog niet aan het minimum voor duurzaam inkopen voldoen. Slechts 2796 de leerlingenvervoeraanbestedingen, 17/6 van de WMO aanbestedingen en 2596 van de aanbestedingen in het eigen wagenpark voldoet aan de minimumeisen. Daarnaast blijken de meeste gemeenten ook via de gunningscriteria niet of nauwelijks te sturen op verdergaande duurzaamheid. Dat komt omdat ze geen gunningscriteria stellen, omdat de criteria onvoldoende specifiek zijn of omdat er in de weging veel te weinig gewicht aan wordt toegekend. Dat is opmerkelijk gezien de ambities die veel overheden hebben voor luchtkwaliteit, klimaat en schoon en zuinig vervoer en de afspraak om vanaf 2015 ioo96 duurzaam in te kopen. Er zijn gelukkig een aantal positieve uitzonderingen. De gemeente Haarlemmermeer bijvoorbeeld die voor de aanbesteding van zijn eigen wagenpark enkel elektrische auto's (volledig elektrisch en hybride) vraagt. Ook Nijmegen/Beuningen/Wijchen doet het zeer goed met hun leerlingenvervoeraanbesteding waar zij vragen om een gemiddelde C0 emissie die 7596 lager moet liggen dan wat nu gangbaar is in de sector. 2
Opvallend is dat 63 96 van de gemeenten geen eisen stelt aan de C0 uitstoot. Daar waar dat wel gebeurd volgt een groot deel van de gemeente de (verouderde) duurzaam inkoopcriteria. Deze gaan veel minder ver dan wat in de markt beschikbaar is én dan wat in bijvoorbeeld de zakelijke markt al gebruikelijk is. Daarnaast stuurt de helft van de gemeente niet op de inzet van alternatieve aandrijving en brandstoffen. En als dat wel gebeurt is het vaak zo weinig concreet geformuleerd dat dit geen of weinig effect zal hebben. Wel stellen de meeste gemeenten een eis aan de luchtvervuiling. 7896 past de minimum eis toe. Een knelpunt daarbij is dat minimumeisen voor het leerlingenvervoer en het Wmo- vervoer verouderd zijn (uit 2011). De geëiste Euro 4 en Euro 5 zijn al respectievelijk 10 en 6 jaar verplicht voor nieuwe Hans van der Stam auto's. Euro 4 dieselvoertuigen stoten nog erg veel Hoofd Gebouw en Materiaalbeheer gezondheidsschadelijke roetdeeltjes uit. Pas vanaf Euro Over eigen wagenpark gemeente Amsterdam 5 is een roetfilter standaard aanwezig. Het is daarmee "Wij rijden met zeven ïooX elektrische op zijn minst opmerkelijk dat de Euro 4 voertuigen nog Renault ZOE's en rijden onze kilometers als 'duurzaam inkopen' gelden. Ook de nieuwe voornamelijk binnen de stad." dieselvoertuigen blijken in de praktijk veel "Het bevalt uitstekend. We rijden 16 uur per luchtvervuiling (NOx) te veroorzaken, specifieke dag, zeven dagen per week met de auto's. criteria op deze groep komen in de aanbestedingen Tussendoor laadt de ZOE erg snel op en anders maken we gebruik van echter niet terug. 2
snellaadpunten"
Opmerkelijk is verder het grote verschil van de mate waarin duurzaamheid meeweegt in de aanbesteding. De weging van de gunningscriteria loopt van o96 tot 3796. Het gemiddelde is 596, duurzaamheid speelt daarmee geen serieuze rol in de afweging van verschillende aanbiedingen. Veel gemeenten hanteren
"Wij hebben zelf geen keuze gemaakt in type auto. Dat hebben de medewerkers gedaan. Voor de aanschaf hebben we ze in een aantal verschillende elektrische auto's laten rijden en daar kwam de Renault Zoe als beste uit. Op deze manier voelen de medewerkers zich betrokken bij de keuze en worden het echte ambassadeurs."
16
-NATUUR ©MILIEU een korte looptijd van de overeenkomsten. Dit kan positief zijn uit oogpunt van voortschrijdend inzicht en het inspelen op nieuwe normen. Echter vanuit het oogpunt van de inschrijver die zijn investering in duurzame voertuigen terug moet verdienen vormt dit een knelpunt. De vraag is waarom veel gemeenten zo slecht presteren op duurzaam inkopen van mobiliteit. Uit de verschillen met goed presterende gemeenten komen een aantal voorwaarden naar voren om van duurzaam inkopen een succes te maken. Dit zijn: » Er is een heldere ambitie en prioriteit van het college op duurzame mobiliteit en, in het verlengde daarvan, op de inkoop van het eigen wagenpark. » De ambitie op duurzaam inkopen is naar concrete doelstellingen voor de aanbestedende diensten vertaald. » Er is voldoende kennis en uitvoeringscapaciteit bij de aanbestedende ambtenaren. Nu zien we nog vaak dat de duurzaamheidscriteria niet goed zijn overgenomen in de aanbestedingen. De verouderdere, vaak weinig ambitieuze en weinig concrete duurzaamheidscriteria bieden geen goed handvat waardoor dit extra moeilijk wordt voor de aanbestedende diensten. » En is structurele aandacht voor én controle op de resultaten van het duurzaam inkopen beleid voor mobiliteit. Het gebrek aan duurzaamheidseisen en criteria komt niet door hoge kosten van duurzame opties, of een gebrek aan aanbod zoals vaak gedacht wordt. Dat blijkt uit het gegeven dat ook eenvoudig toepasbare maatregelen die zichzelf snel terugverdienen zoals zuinige, stille banden en een bandenspanningsmeter nauwelijks worden gevraagd.
Aanbevelingen De resultaten uit het onderzoek laten zien dat een forse verbetering nodig is om de ambities voor duurzaam inkopen in de praktijk te brengen. Daarbij zijn 2 zaken van belang. Ten eerste zijn de huidige duurzaam inkopen criteria verouderd en te weinig ambitieus. Daardoor bieden zij geen goed handvat voor inkopende overheden. Die criteria moeten dus worden herzien en aangevuld. Ten tweede blijkt dat in de aanbestedingspraktijk duurzaamheid vaak niet of onvoldoende een rol speelt. Dat kan verschillende oorzaken hebben. Het kan komen doordat bestuurders duurzaamheidsambities van de gemeente niet naar de eigen inkoop door vertalen, of als dat wel gebeurd dat dit niet naar heldere doelen voor de inkopers wordt vertaald, dat er weinig prioriteit aan wordt gegeven, of dat aanbesteders te weinig tijd, kennis en ondersteunende informatie hebben om de beleidsambities in concrete inkoopcriteria om te zetten, omdat ze niet weten hoe ze de criteria voldoende kunnen laten meewegen in de aanbestedingsprocedure of omdat ze denken dat duurzaamheid te duur is, niet toepasbaar etc. Aanbevelingen voor gemeenten
«
»
Definieer heldere bestuurlijke ambities voor duurzaam inkopen en maak concreet wat er van de aanbestedende diensten verwacht wordt op dit vlak. Breng daarmee de eigen inkoop minimaal in lijn met het duurzaamheidsbeleid (klimaat, leefbaarheid, luchtkwaliteit, hernieuwbare energie en duurzame mobiliteit). Maak de criteria voldoende specifiek; alleen een term als alternatieve brandstoffen of milieubrandstoffen noemen werkt niet. Neem of een specifieke technologie zoals elektrisch, waterstof, groen gas en/of een concrete resultaatverplichting in termen als C0 prestatie en de maximale uitstoot van luchtvervuiling etc. Vertrouw niet blind op de handreiking duurzaam inkopen . De criteria daarin (lucht/ en C0 uitstoot van auto's) lopen achter bij wat haalbaar is. Kosteneffectieve opties zoals eco-rijden en zuinige en stille banden kunnen altijd probleemloos als minimumeis gevraagd worden. 2
»
2
JļJATUUR ĞfMILIEU » «
«
»
Geef gunningscriteria voldoende gewicht (min. 20%) zodat duurzaamheid daadwerkelijk meeweegt in de aanbestedingen. Gebruik naast gunningscriteria ook altijd minimumcriteria. Bij het gebruik van gunningscriteria is er immers geen zekerheid dat de duurzame optie geleverd wordt. Het uitsluiten van niet duurzame voertuigen en brandstoffen blijft daarom van belang Monitor regelmatig, maar zeker jaarlijks of de aanbestedingen voldoen aan de minimumcriteria voor duurzaam inkopen en de aanvullende ambities van de gemeente en bij welke aanbestedingen juist meer milieuwinst is geboekt en communiceer de resultaten aan college en de raad. Werk samen met en maak gebruik van de kennis van andere gemeenten en instellingen. Het delen van best practices, marktinformatie en achterliggende informatie kan hier een goede bijdrage aan leveren. En maak gebruik van de beschikbare kennis binnen de gemeente op het gebied van duurzame mobiliteit.
De r i j k s o v e r h e i d e n f a c i l i t e r e n d e organisaties zoals P i a n o O
»
Zorg zo snel mogelijk voor een update en aanscherping van de minimum en de gunningscriteria en zorg voor een jaarlijkse check of een update wenselijk is. Nu gaan de C0 eisen veel minder ver dan al gebruikelijk in de markt en staan de eisen voor luchtvervuiling zelfs nog dieselvoertuigen zonder roetfilters toe. Daarmee vormen ze een volstrekt onvoldoende basisniveau. Neem ook alle kosteneffectieve opties die zonder meer toepasbaar zijn (zoals zuinige banden) standaard op in de minimumcriteria. Zorg voor heldere toegankelijke informatie over welke mogelijkheden er zijn om verdergaande ambities in de aanbestedingen op te nemen en geef op een eenvoudige manier weer wat de milieuwinst, kosten, baten en praktische uitvoeringsaspecten hiervan zijn. De huidige gunningscriteria zijn in veel gevallen ongeschikt omdat ze te weinig concreet zijn (zoals 'alternatieve brandstoffen', 'lagere uitstoot dan de minimumcriteria' etc). Maak de informatie beter vindbaar en eenvoudig toepasbaar. Zorg voor een goede jaarlijkse monitoring van de voortgang van duurzaam inkopen bij alle overheden en maak de resultaten openbaar. 2
« »
« «
18
LATUUR ŴMILIEU Bijlage A: Overzicht duurzaamheidscriteria per aanbesteding De verschillende aanbestedingen zijn hieronder weergegeven. Per criterium is weergegeven in hoeverre de aanbesteding aan de norm voldoet of juist beter is dan de minimumeisen. Daarnaast zijn alternatieve brandstoffen vermeld, mits die als concreet gespecificeerde eis of gunningscriterium zijn opgenomen. Categorie 1 beter d a n de m i n i m u m n o r m e n Gemeente
type
Emissie eisen
aanbesteding
CO2 norm
Brandstofverbruiks
bij
indicator t
aandrijving/
vervangend
bandenspannings
brandstoffen
vervoer
meter bij
Ecorijden
Alternatieve
vervangend vervoer Haarlemmermeer
Eigen
beter dan norm
wagenpark Nijmegen
Leerlingen
Beunmgen
vervoer
beter dan norm
beter dan norm beter dan
voldoet niet aan
voldoet
Gunning:
nnrm
norm*
niet aan
EV/CNG/
norm*
biodiesel/LNG
n.v.t.
Leerlingen
licht beter dan
voldoet aan
Geldermalsen
vervoer
norm
norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet aan
vervoer
norm
norm
Minimumeis; EV/hybride
Wijchen Buren
n.v.t.
voldoet aan norm
voldoet aan norm
NederBetuwe Neerijnen Zevenaar
voldoet aan norm
voldoet
aan norm
*De minimumnormen zijn in het geval van Nijmegen minder relevant omdat zij een prestatienorm voor C0 van 75?6 reductie 2
meegeven, aanbieders kunnen zelf aangeven met welke oplossingen zij dit denken te realiseren. Categorie 2 voldoet a a n m i n i m u m n o r m e n , m a a r geen v e r d e r g a a n d e c r i t e r i a Gemeente
type
Emissie eisen
aanbesteding
CO2 norm
Brandstofverbruiks
bij
īndicator *
aandrijving/
vervangend
bandenspannings
brandstoffen
vervoer
meter bij
Ecorijden
Alternatieve
vervangend vervoer 's Hertogenbosch Alphen aan den
WMO Leerlingenvervoer
Rijn AlphenChaam
Leerlingenvervoer
BaarleNassau Cranendonck Geertruidenberg Leusden/Soest Nieuwkoop
Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer Leerlingenvervoer
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan
voldoet aan
norm
norm
voldoet aan norm
voldoet
-
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm voldoet aan norm
voldoet
aan norm
19
«NATUUR ©MILIEU Categorie 3 voldoet niet a a n de m i n i m u m c r i t e r i a , m i n i m a a l l c r i t e r i u m beter d a n de norm Gemeente
type
Emissie eisen
aanbesteding
Ecorijden
Alternatieve
CO; norm bij
Brandstofverbruiks-
vervangend
indicator +
aandrijving/
vervoer
bandenspannings-
brandstoffen
meter bij vervangend vervoer Rheden
Eigen
beter dan norm
wagenpark
voldoet niet
n.v.t.
n.v.t. voldoet aan
Minimumeis; CNG
aan norm
Leerlingen-
licht beter dan
voldoet aan
voldoet niet aan
vervoer
norm
norm
norm
norm
Lisse
Leerlingen-
licht beter dan
voldoet aan
voldoet niet aan
voldoet aan
Hillegom
vervoer
norm
norm
Beemster
Leerlingen-
licht beter dan
voldoet niet
Purmerend
vervoer
norm
aan norm
Bloemendaal
Leerlingen-
licht beter dan
voldoet liet
voldoet niet aan
voldoet niet
Haarlemmerliede
vervoer
norm
aan norn
norm
aan norm
WMO
licht beter dan
voldoet liet
voldoet niet aan
voldoet aan
norm
aan nornt
norm
norm
voldoet niet aan
voldoet aan
Gunning;
norm
CNG/LNG/EV
Drechtsteden
norm
Noordwijkerhout Teylingen voldoet aan norm
voldoet niet aan norm
Zeevang Landsmeer Waterland
Spaarnwoude Heemstede Zandvoort Almere Cuijk
Leerlingen-
licht beter dan
voldoet niet
Grave Mill
vervoer
norm
aan
noĘÊmįÚ norm
Sint Hubert voldoet aan
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
Gouda
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
Waddinxveen
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
Heumen
Leerlingen
licht beter dan
voldoet liet
voldoet niet aan
voldoet aan
Lelystad
Haarlem Halderberge Krimpen a / d IJssel NoordVeluwe Middelburg
vervoer
norm
aan norr
norm
norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet liet
voldoet niet aan
voldoet niet
vervoer
norm
aan norr n
norm
aan norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet niet
vervoer
norm
aan norm
norm
aan norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
WMO
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
norm
aan norm
norm
norm
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
norm
aan norm
norm
norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet niet
vervoer
norm
aan norm
norm
aan norm
Leerlingen
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet niet
vervoer
norm
aan norm
norm
aan norm
Vlissingen Veere Noord
WMO
Kennemerland Rucphen Utrecht
įfálįplį
Gunning; CNG, biogas, elektrisch, waterstof of bi fuelinstallatie.
Zaanstad Veenweide
Leerlingen
licht beter dan
vervoer
norm
aan norm
norm
aan norm
WMO
licht beter dan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet niet
Gunning
norm
aan norm
norm
aan norm
CNG/LNG/EV
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet niet
20
JSĮATUUR ©MILIEU C a t e g o r i c 4 voldoet niet aan de m i n i m u m c r i t e r i a en geen v e r d e r g a a n d e c r i t e r i a Gemeente
type
Emissie eisen
aanbesteding
CO2 norm bij
Brandstofverbruiks
vervangend
indicator +
aandrijving/
ven/oer
Bandenspannings
brandstoffen
Ecorijden
Alternatieve
meter bij vervangend vervoer Zoetermeer
Leerlingen
voldoet aan
voldoet aan
vervoer
norm
norm
Bergen op Zoom
Leerlingen
voldoet aan
voldoet aan
voldoet aan
Woensdrecht
vervoer
norm
norm
norm
Leerlingen
onder de norm
voldoet aan
GeldropMierlo
vervoer Doesburg
voldoet aan norm
voldoet aan norm
norm
voldoet niet
voldoet niet aan norm
Leerlingen
voldoet aan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
voldoet aan
Hof van T w e n t e
Leerlingen
voldoet aan
voldoet niet
voldoet niet aan
Oldenzaal
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
Lopik
Leerlingen
voldoet aan
voldoet niet
voldoet niet aan
voldoet aan
Montfoort
vervoer
norm
aan norm
norm
norm
Eigen wagenpark
onder de norm
voldoet niet
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Nieuwegein IJsselstein Horst aan de M a a s
aan norm SudwestFryslan
Eigen wagenpark
onder de norm
voldoet niet aan norm
Leeuwarden
WMO
onder de norm
voldoet niet
voldoet niet aan
aan norm
norm
aan norm
21
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
DGBK
Aan de gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters
Directie Bestuur, D e m o c r a t i e e n Financiën T u r f m a r k t 147 Den Haag Postbus 2 0 0 1 1 2500EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Contactgegevens [email protected]
circulaire
Datum 9 december 2 0 1 5 Kenmerk 2015-0000695351
onderwerp
Wijzigingen in de Gemeentewet
Doelstelling
Informeren
Juridische grondslag
Stb.
2015,
426
Relaties m e t andere circulaires
Niet Van toepassing
Ingangsdatum
1 februari 2016
Geldig t o t
Onbepaalde tijd
1.
Inleiding
Op 24 november 2015 is de wet houdende wijziging van de Gemeentewet, de Provinciewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Waterschapswet (institutionele bepalingen) in het Staatsblad gepubliceerd (Stb. 2015, 426). De wet treedt per 1 februari 2016 in werking; de geconsolideerde tekst van de Gemeentewet zal vanaf die datum beschikbaar zijn via www.wetten.nl. Door middel van deze circulaire wil ik de wijzigingen die voor het gemeentebestuur van direct belang zijn onder uw aandacht brengen. Voor meer informatie over de achtergronden van de wetswijziging verwijs ik u naar het wetgevingsdossier Kamerstukken 33 6 9 1 . In geval van vragen kunt u een bericht sturen aan [email protected]. 2.
G e m e e n t e r a a d en college
Ondertekening raadsstukken (art. 32a, tweede lid) Het college kon al, op grond van artikel 59a, de burgemeester toestaan dat hij de ondertekening van collegestukken opdraagt aan een ander lid van het college, aan de secretaris of aan een of meerdere ambtenaren. Nieuw is dat een overeenkomstige regeling nu ook voor de ondertekening van raadsstukken geldt: de raad kan de burgemeester toestaan de ondertekening van raadsstukken aan de griffier of griffieambtenaren op te dragen. In dat geval blijft medeondertekening door de griffier achterwege.
Pagina 1 van 5
Voorzitter raadscommissies (art. 82, vierde lid) Raadscommissies zijn bedoeld om de besluitvorming van de raad voor te bereiden en met het college of de burgemeester te overleggen. De voorzitter van een raadscommissie heeft tot taak zorg te dragen voor een ordelijk verloop van het debat. De Gemeentewet schrijft voor dat deze taak door een raadslid wordt vervuld. Hoewel dit artikel ongewijzigd is, vraag ik hiervoor uw bijzondere aandacht. De regering stelde de Tweede Kamer voor deze norm te laten vervallen, om zo de ruimte te creëren dat anderen dan raadsleden een raadscommissie zouden kunnen voorzitten. Tijdens de parlementaire behandeling is een amendement aanvaard waardoor het voorstel van de regering om deze norm te laten vervallen, uit het wetsvoorstel is gehaald. Daarmee is de norm dat een raadslid voorzitter is van een raadscommissie, gehandhaafd. Ik heb hierover reeds enkele gemeenten waar anderen dan raadsleden het voorzitterschap vervulden, moeten aanschrijven. Ik maak dan ook graag gebruik van deze circulaire om aan te geven dat de Gemeentewet degenen die geen raadslid zijn, uitsluit van het voorzitterschap van raadscommissies ex artikel 82 Gemeentewet.
Datum 9 december 2015 Kenmerk 2015-0000695351
Momenteel wordt gewerkt aan een Experimentenwet voor gemeenten waarin een voorstel is opgenomen om in een beperkt aantal gemeenten te experimenteren met het voorzitterschap van raadscommissies. Een eventueel experiment ter zake zal echter niet eerder dan per 1 januari 2017 mogelijk zijn (en mits het de steun van de Staten-Generaal krijgt). Bezwaar- en klachtcommissies (art. 84, tweede lid) Het is niet langer toegestaan dat raadsleden lid zijn van een commissie die adviseert over de beslissing op ingediende bezwaarschriften of een commissie die belast is met de behandeling van en advisering over klachten. Initiatiefvoorstel (art. 147a, vierde lid) Een raadslid kan een initiatiefvoorstel doen, zo was reeds bepaald. Nieuw is dat het college wensen en bedenkingen over dat voorstel kenbaar moet kunnen maken. Pas nadat het college daartoe in de gelegenheid is gesteld, kan de raad een besluit nemen over het betreffende initiatiefvoorstel. Burgerjaarverslag (art. 170, tweede lid) De verplichting om naast het uitbrengen van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197) ook een burgerjaarverslag waarin wordt gerapporteerd over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening en de kwaliteit van procedures op het vlak van burgerparticipatie uit te brengen, is vervallen. Het is nu aan de burgemeester zelf om te bepalen of en hoe hierin wordt voorzien. 3.
Benoeming en ontslag wethouder
Stemming (art. 35, eerste lid, en art. 49) Op de benoeming van een wethouder is artikel 31 voortaan van toepassing. Daardoor is deze stemming schriftelijk en daarmee geheim. Dit geldt ook voor de stemming over het ontslag van een wethouder in het geval een motie van wantrouwen niet tot onmiddellijk aftreden leidt. Ook dat gebeurt schriftelijk en is daarmee geheim.
Pagina 2 van 5
Ontslag met onmiddellijke ingang (art. 43, tweede lid) De hoofdregel is dat het ontslag van de wethouder die vrijwillig ontslag neemt, een maand later ingaat, of zoveel eerder als zijn opvolger de benoeming heeft aangenomen. Nieuw is dat vrijwillig ontslag nu ook met onmiddellijke ingang genomen kan worden; het is aan de wethouder om af te wegen of de omstandigheden daartoe aanleiding geven. 4.
Datum 9 december 2015 Kenmerk 2015-0000695351
Benoeming en herbenoeming burgemeester
Rol wethouders (art. 61, tweede lid, en art. 61a, vierde lid) In het kader van de benoemingsprocedure voor een burgemeester, stelt de gemeenteraad, in overleg met de commissaris van de Koning, een profielschets op. Nieuw is dat het college door de raad in staat moet worden gesteld voorafgaand aan het overleg met de commissaris van de Koning, zijn wensen en bedenkingen kenbaar te maken met betrekking tot de eisen die aan de nieuwe burgemeester worden gesteld. Nieuw is verder dat nu ook in het kader van de herbenoemingsprocedure van de burgemeester een vertrouwenscommissie dient te worden ingesteld, en dat de raad evenals bij de benoemingsprocedure kan bepalen dat één of meer wethouders als adviseur aan deze vertrouwenscommissie worden toegevoegd. Over de procedure rond (her)benoeming ontvangen gemeenten op korte termijn een afzonderlijke circulaire. Stemming (art. 61c, derde lid) Ten aanzien van de stemming inzake de aanbeveling tot benoeming, herbenoeming en ontslag van de burgemeester wordt artikel 31 van toepassing verklaard, waardoor deze stemming schriftelijk en daarmee geheim is. Woonplaatsvereiste en huisvestingsvoorzieningen burgemeester (art. 71, derde lid) De raad kan de burgemeester nu al voor één jaar ontheffing van het woonplaatsvereiste verlenen. Nieuw is dat indien de raad ontheffing heeft verleend, deze door de commissaris van de Koning (als rijksorgaan), ingeval van bijzondere omstandigheden, tweemaal met een jaar verlengd kan worden; alvorens daartoe over te gaan, hoort de commissaris de raad. De huisvestingsvoorzieningen die de burgemeester faciliteren bij het voldoen aan dit woonplaatsvereiste, worden aangepast aan deze verlenging van de maximale ontheffingstermijn. Hierover ontvangen gemeenten op korte termijn een afzonderlijke circulaire. Waarnemend burgemeester (art. 80) Artikel 80 bepaalt dat de met het burgemeestersambt onverenigbare betrekkingen (artikel 68) en verboden handelingen (artikel 69) ook van toepassing zijn op de waarnemend burgemeester. Nieuw is dat ook het vereiste van Nederlanderschap (artikel 63) en de regeling inzake nevenfuncties (artikel 67) van toepassing zijn verklaard op de waarnemend burgemeester. 5.
Bestuurlijke integriteit en bestuurlijke verhoudingen
Bestuurlijke integriteit (art. 170, tweede lid) Integriteit is een gemeentebrede aangelegenheid. Volksvertegenwoordigers, bestuurders maar ook ambtenaren dienen in de eerste plaats zelf zorg te dragen voor de integriteit van hun handelen. Tevens dragen zij gezamenlijk
Pagina 3 van 5
verantwoordelijkheid voor het functioneren van de gemeentelijke organisatie als geheel. Daarnaast gelden wettelijke verantwoordelijkheden. Zo is ambtelijke integriteit een verantwoordelijkheid van het college (artikel 160, eerste lid, onderdelen c en d, van de Gemeentewet en artikel 125quater, onder a en b, van de Ambtenarenwet). Omdat het een verantwoordelijkheid van het college betreft, zal deze verantwoordelijkheid, als onderdeel van de portefeuille personeelsbeleid, in het kader van de portefeuilleverdeling aan een lid van het college worden toevertrouwd. Dat kan een wethouder zijn, maar ook de burgemeester (als lid van het college).
Datum 9 december 2015 Kenmerk 2015-0000695351
In de huidige praktijk vervult de burgemeester, als eenhoofdig orgaan, reeds de rol van hoeder van de bestuurlijke integriteit, als onderdeel van zijn algemene taak om een goede behartiging van de gemeentelijke aangelegenheden te bevorderen (artikel 170, derde lid, Gemeentewet). Bij (vermoedens van) integriteitschendingen door het bestuur wordt handelen van de burgemeester verwacht. Deze specifieke zorgplicht wordt nu vastgelegd in artikel 170, tweede lid, Gemeentewet. Rol commissaris van de Koning (art. 182 Provinciewet) Ik wil u tevens wijzen op een wijziging in de Provinciewet op dit punt. Nieuw is dat is geëxpliciteerd (in artikel 182 Provinciewet) dat de commissaris van de Koning - in zijn hoedanigheid als rijksorgaan - kan adviseren en bemiddelen wanneer de bestuurlijke verhoudingen in een gemeente verstoord zijn of wanneer de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is. 6.
Privaatrechtelijke taakbehartiging
De Gemeentewet spreekt de voorkeur uit voor publiekrechtelijke rechtsvormen boven privaatrechtelijke rechtsvormen (artikel 160, tweede lid). Oprichting van of deelneming in een privaatrechtelijke rechtsvorm is een bevoegdheid van het college. Het college dient ter zake een ontwerpbesluit aan de raad voor te leggen, zodat de raad wensen en bedenkingen kenbaar kan maken. Tot op heden gold dat de gedeputeerde staten goedkeuring over het definitieve besluit moest geven (artikel 160, derde lid). Deze verplichte goedkeuring is komen te vervallen. Met betrekking tot de keuze tussen publiekrechtelijke en privaatrechtelijke taakbehartiging is een handreiking ontwikkeld, getiteld "Verzelfstandiging en samenwerking bij decentrale overheden, afwegingskader voor de keuze tussen publiekrechtelijke of privaatrechtelijke vormgeving". Deze handreiking is bedoeld om raad en college ter zake een weloverwogen afweging te kunnen laten maken, indachtig de wettelijke voorkeursnorm. Medio december kunt u deze handreiking vinden op www.rijksoverheid.nl. Tevens zal aan de raad en aan het college een exemplaar worden toegezonden. 7.
Rechtspositionele a s p e c t e n
Artikel 99 van de Gemeentewet wijzigt. De strekking van deze wijziging is dat de voordelen die in het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden zijn geregeld, niet ook in de verordening behoeven te worden vastgelegd (tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden nadere regeling voorschrijft).
Pagina 4 van 5
8.
C o m m i s s a r i s van de Koning als rijksorgaan
Datum 9 december 2015
De commissaris van de Koning heeft een bijzondere positie in het staatsbestel. Naast zijn provinciale taken voert hij ook taken uit als rijksorgaan. In de Gemeentewet is geregeld welke taken ten aanzien van gemeenten hij als rijksorgaan vervult. Tot op heden was dit geregeld in artikel 61d; dit betrof de taken die de commissaris als rijksorgaan verrichtte in het kader van benoeming, herbenoeming en ontslag van burgemeesters. Nieuw is dat een aantal taken die de commissaris voorheen formeel gezien nog als provinciaal orgaan uitvoerde, hij voortaan als rijksorgaan uitvoert, als erkenning van de bestuurlijke praktijk. Het gaat om de volgende taken en bevoegdheden: de openbare beëdiging van de burgemeester ten overstaan van de raad (artikel 65), het aan de burgemeester verlenen van ontheffing inzake verboden handelingen (artikel 69), het verlenen van ontheffing van het woonplaatsvereiste van de burgemeester (artikel 7 1 , een nieuwe bevoegdheid, zie ook onder punt 4 ) , het verlenen van toestemming aan de burgemeester om langer dan zes weken buiten de gemeente te verblijven (artikel 72) en de benoeming van een waarnemend burgemeester (artikel 78). Om de overzichtelijkheid van de Gemeentewettelijke rijkstaken van de commissaris te vergroten, worden de reeds bestaande en de nieuwe rijkstaken in een nieuw artikel 81bis als zodanig aangeduid. Ook zij gewezen op de nieuwe bevoegdheid van de commissaris om te adviseren en bemiddelen bij verstoorde bestuurlijke verhoudingen in een gemeente of indien de bestuurlijke integriteit van een gemeente in het geding is (artikel 182 Provinciewet, zie ook onder punt 5).
Kenmerk 2015-0000695351
Voor het handelen als rijksorgaan is de commissaris geen verantwoording verschuldigd aan provinciale staten maar aan de regering.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
u dr. R.H.A. Plasterk
Pagina 5 van 5
vniG Vereniging van Nederlandse Gemeenten Brief aan de leden T . a . v . het college en de raad
informatiecentrum tel.
bijlage(n)
(070) 373 8393 betreft
ons kenmerk
datum
Accountantscontrole sociaal
ECFE/U201502166
21 december 2015
domein
Lbr. 15/102
Samenvatting
De verwachting is dat door accountants bij de gemeentelijke jaarrekeningen over 2015 veel niet goedkeurende accountantsverklaringen worden afgegeven. De oorzaken hiervan zijn fouten en onzekerheden in het Sociale Domein die voor een groot deel vanuit de keten bij de gemeenten neerslaan en deels ook uit de eigen contractuele relatie met zorgaanbieders kunnen voortkomen. De afgelopen periode hebben wij met het Rijk, de accountantssector en de zorgaanbieders over deze situatie gesproken. Uiteindelijk heeft het Rijk er toch voor gekozen de accountantscontrole op een reguliere wijze te laten plaats vinden. In aanvulling hierop adviseert de VNG aan gemeenten het inregelen van de beheersorganisatie ten bate van de controle 2016 en 2017 voorop te zetten en de administratieve lasten voor 2015 zoveel mogelijk te beperken, inclusief eventuele extra accountscontrolekosten ten behoeve van de jaarrekening van 2015. In deze brief wordt een schets op hoofdlijnen gegeven van wat dit alles voor gemeenten betekent. In het nieuwe jaar zal de VNG met het Rijk, accountants en zorgaanbieders doorspreken om tot een verdere concretisering te komen. Hiertoe zullen ook regionale bijeenkomsten worden georganiseerd. Over relevante ontwikkelingen zult u door de VNG, onder meer via onze website, op de hoogte worden gehouden.
VIUC V e r e n i g i n g van Nederlandse Gemeenten
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
ons kenmerk
datum
(070) 373 8393 betreft
Accountantscontrole sociaal domein
li
ECFE/U201502166
21 december 2015
Lbr. 15/102
Geacht college en gemeenteraad,
De verwachting is dat door accountants bij de gemeentelijke jaarrekeningen over 2015 veel niet goedkeurende accountantsverklaringen worden afgegeven. De oorzaken hiervan zijn fouten en onzekerheden in het Sociale Domein die voor een groot deel vanuit de keten bij de gemeenten neerslaan en deels ook uit de eigen contractuele relatie met zorgaanbieders kunnen voortkomen. Continuïteit van zorg voorop De situatie is dat het Rijk, gemeenten en ook zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB) in 2015 de continuïteit van de zorg voorop hebben gezet. Hoewel niet alles in 2015 perfect is gegaan, is er wel alles aan gedaan om deze transitie zo goed mogelijk te laten verlopen. Dat een en ander naar alle waarschijnlijk zal resulteren in een beeld van veel niet goedkeurende verklaringen is voor gemeenten dan ook wrang. Hier komt bij dat de oorzaken van de onzekerheden en onduidelijkheden waar gemeente mee worden geconfronteerd voor een groot deel buiten de macht van gemeenten liggen. Vanwege de systematiek werken ze echter door in het accountantsoordeel bij de gemeenterekening. Verkenningen De afgelopen periode hebben wij met het Rijk, de accountantssector en de zorgaanbieders over deze situatie gesproken. Tijdens deze verkenningen is door de VNG aan het Rijk voorgesteld om de regelgeving over de accountantscontrole aan te passen en deze controle in 2015 beter af te stemmen op dit buitengewone jaar van transformatie, waarin niet alleen een transformatie van het sociale domein moet plaats vinden maar ook van de administratie organisatie en verantwoording. Om de daadwerkelijke gemeentelijke inspanningen zichtbaar te maken, is onder meer aan het Rijk een groeipad van drie jaar voorgesteld. Ook andere oplossingen zijn verkend.
Een reguliere
controle
Uiteindelijk heeft het Rijk er toch voor gekozen de accountantscontrole op een reguliere wijze te laten plaatsvinden. Aanpassing van regelgeving acht het Rijk principieel onjuist en ook disproportioneel in verband met de transparantie naar de raad en met de verschillende uitgangsposities van gemeenten. Het Rijk heeft in de gesprekken meermaals ook aangegeven: zich ervan bewust te zijn dat een transitie als deze nu eenmaal tijd vergt; dat de oorzaken van substantiële fouten en onzekerheden deels buiten de gemeentelijke invloedsfeer liggen; zorgcontinuïteit in 2015 prevaleert; we vooral onze energie moeten inzetten op getrouwheid en dat rechtmatigheid in een fase van transitie niet de eerste prioriteit heeft. Wanneer een gemeente in het kader van de controle besluit om voor 2015 niet meer te investeren in het aantonen van de rechtmatigheid van de bestedingen, is dat een te respecteren keuze. Met het Rijk is afgesproken dat deze punten nadrukkelijk in de communicatie worden meegenomen.
Energie richten op 2016 en 2017 In aanvulling hierop adviseert de VNG aan gemeenten het inregelen van de beheersorganisatie ten bate van de controle 2016 en 2017 voorop te zetten en de administratieve lasten voor 2015 zoveel mogelijk te beperken, inclusief eventuele extra accountscontrolekosten ten behoeve van de jaarrekening van 2015. We adviseren gemeenteraden, lokale auditcommissies en colleges in overleg te gaan en deze stand van zaken met elkaar te delen en de verwachtingen over de controle 2015 op elkaar af te stemmen. Vervolgens kan dan het gesprek met de accountant worden gevoerd om tot een zo praktisch mogelijke inrichting van de controle 2015 te komen, binnen het kader van de regelgeving waarmee de accountant te maken heeft. Met dit als uitgangspunt komt de vraag op: Wat betekent dit nu voor mijn gemeente? Onderstaand gaan we hier op hoofdlijnen op in aan de hand van het afrekenen van de PGBgelden en de zorg in natura.
PGB-gelden De SVB gebruikt de komende tijd om meer zicht op de omvang van de geconstateerde fouten en onzekerheden bij de trekkingsrechten van de PGB's te krijgen. Deze fouten en onzekerheden zullen doorwerken naar de financiële rechtmatigheid van de gemeenterekening.
onderwerp
Accountantscontrole sociaal domein
datum
21 december 2015
02/04
De SVB is gevraagd om uiterlijk 1 april met een verantwoording naar de gemeenten te komen. Zij heeft echter aangegeven, vanwege doorlooptijden van declaraties van budgethouders en verwerking naar partijen als de belastingdienst en het CAK, pas per juni 2 0 1 6 tot een definitieve afrekening te kunnen komen. Samen met Rijk en accountants zal nu moeten worden gewerkt aan een instructie hoe in een eerder stadium een voorlopige afrekening kan plaatsvinden. Iedere gemeente zal de SVB t.z.t. moeten laten weten of zij akkoord gaat met de uiteindelijke afrekening. De fouten en onzekerheden vormen dan mogelijk een knelpunt. Met het ministerie van VWS zal nader overleg volgen om hier een oplossing voor te vinden.
Zorg in natura Een zelfde verhaal geldt voor de aanbieders in de zorg. Ook zij zullen in 2 0 1 6 met hun afrekeningen komen waarbij vragen kunnen ontstaan. Zorgaanbieders worden momenteel door hun brancheverenigingen geïnformeerd over deze afrekeningen. Veel aanbieders hebben aangegeven zich niet te kunnen verantwoorden conform de eerder met de gemeente overeengekomen contractvoorwaarden. Zij vragen de gemeenten om zich voor 2 0 1 5 te mogen verantwoorden volgens een protocol met een algemene set aan verantwoordingseisen en controles. De VNG ondersteunt dit protocol, het is een passend arrangement op weg naar het nader inregelen van de transitie van het Sociale Domein. Zo houden we de administratieve lasten voor zowel de zorgaanbieders als de gemeenten binnen de perken. Dit alles onder de voorwaarde dat aanbieders zich op tijd zullen verantwoorden. Het neemt niet weg dat in sommige gevallen gemeenten/ regio's met hun aanbieders overeenstemming hebben over het wel verantwoorden conform de contractvoorwaarden of over een ander wijze van afwikkeling. Dan ligt het in de rede om deze andere afspraak te laten prevaleren. De VNG is geen voorstander van aanpassingen van gemeentelijke verordeningen specifiek voor de accountantscontrole 2 0 1 5 . Beter is het nu om de door het Rijk gekozen lijn te volgen en zich te richten op een langer termijn perspectief. Gemeenten nemen dan ook hier een eventueel niet goedkeurend oordeel voor wat betreft de financiële rechtmatigheid voor lief.
Tot slot Tot zover de tussenstand van dit moment. In het nieuwe jaar zal de VNG met het Rijk, accountants en zorgaanbieders doorspreken om tot een verdere concretisering van bovenstaande te komen. Hiertoe zullen ook regionale bijeenkomsten worden georganiseerd. Over relevante ontwikkelingen zult u door de VNG, onder meer via onze website, op de hoogte worden gehouden.
onderwerp
Accountantscontrole sociaal domein
datum 2 1
december
2 0 1 5
0 3 / 0 4
De gesprekken vanuit de VNG zijn gevoerd in nauwe samenwerking tussen het bureau van de VNG en gemeentelijke vertegenwoordigers zowel vanuit de gemeentelijke financiën als het sociale domein. Graag zeggen we iedereen dank die hiervoor tijd vrij heeft willen maken. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
J. Kriens Voorzitter directieraad Deze ledenbrief staat ook op www.vnq.nl onder brieven.
onderwerp
Accountantscontrole sociaal domein
datum 2 1
december
2 0 1 5
0 4 / 0 4
28-12-2015
Statushouders op weg naar integratie. Hoe krijgt uw gemee... - Gemeente Elburg
Statushouders op weg naar integratie. Hoe krijgt uw gemeente dat voor elkaar? Peter Vis vr 2 5 - 1 2 - 2 0 1 5 16:02
Geachte b u r g e m e e s t e r en w e t h o u d e r s en g e m e e n t e r a a d , Ook uw g e m e e n t e krijgt te m a k e n met toestroom van v l u c h t e l i n g e n . Wie zijn zij? W a t k u n n e n zij? En h o e b e g e l e i d e n w e ze succesvol n a a r integratie en h o e g a a n w e ze h u i s v e s t e n ? Graag ga ik met u in g e s p r e k over k n e l p u n t e n en vooral k a n s e n die ik, s a m e n met c o l l e g a e , de a f g e l o p e n dertig j a a r effectief heb t o e g e p a s t bij de (re)integratie e n huisvesting van bijzondere doelgroepen. M e e r d a n 4 5 . 0 0 0 a s i e l a a n v r a g e n . Dat w a s de v e r w a c h t i n g voor 2 0 1 5 . Ook uw g e m e e n t e is v e r a n t w o o r d e l i j k voor de huisvesting en integratie van hen die een v e r b l i j f s v e r g u n n i n g o n t v a n g e n (de ' s t a t u s h o u d e r s ' ) . O m de grote a a n t a l l e n n i e u w k o m e r s succesvol te laten i n t e g r e r e n , m o e t e n w e kritisch kijken naar d e b e s t a a n d e k a d e r s . Wat m o e t e n en k u n n e n g e m e e n t e n d o e n ? W a a r l o p e n ze t e g e n a a n ? W a t h e b b e n ze n o d i g o m d e z e taak op zich te n e m e n ? En hoe o r g a n i s e e r je d a t n a a s t a l l e andere verplichtingen binnen hetsociaal domein?' Geschiedenis Leren van het nabije v e r l e d e n kan hierbij h e l p e n . Eerste les is dat het aantal a a n v r a g e n nu o n g e v e e r op het n i v e a u ligt van m i d d e n j a r e n ' 9 0 . H e l e m a a l uitzonderlijk is het d u s niet. Een t w e e d e , w e l l i c h t b e l a n g r i j k e r les: de integratie van de m e n s e n die de voorbije 15-20 j a a r n a a r N e d e r l a n d k w a m e n , is g e e n s u c c e s v e r h a a l . W e i n i g werk, veel u i t k e r i n g s a f h a n k e l i j k h e i d . De o o r z a k e n ? ' D e n e t w e r k e n zijn b i j v o o r b e e l d w e i n i g f u n c t i o n e e l . Er is in het v e r l e d e n z e e r w e i n i g tot niet of niet effectief ingezet op dat terrein. Blijven is m e e d o e n Een eerste les (die ik de a f g e l o p e n dertig j a a r o p d e e d ) w a s al snel na de o p v a n g p e r i o d e (bijv. v a n d a k l o z e n of verslaafde m e n s e n in e e n o p v a n g p r o j e c t of A M A ' s in w o o n p r o j e c t e n ) o m te starten met integratie: met het in kaart b r e n g e n v a n potentieel. W a t d e e d je in het land van herkomst? Wat zijn j e ambities hier? Ik d e n k o o k dat w e m o e t e n n a d e n k e n over en inzetten op e e n slimme v e r d e l i n g v a n m e n s e n over het l a n d : op w e l k type m e n s e n met w e l k soort c o m p e t e n t i e s en a m b i t i e s zitten w e in o n z e regio te w a c h t e n (bijv. lassers als er s c h e e p s w e r v e n in uw o m g e v i n g zijn, tuinders als er kassen zijn)? De a f s t e m m i n g (met de C O A ì A Z C ) g e b e u r t op dit terrein nu n o g m o n d j e s m a a t . C r u c i a a l p u n t hierbij is de informatieoverdracht. De focus lag (en ligt) op integratie. Of beter g e z e g d : participatie. Blijven is m e e d o e n , dat is de g e d a c h t e achter u i t g e v o e r d e p l a n n e n als " v o o r w a t hoort w a t p r o j e c t e n " (als v e e g p r o j e c t e n in e e n wijk w a a r d o o r er contacten o n t s t o n d e n met o m w o n e n d e n , v o o r o o r d e l e n v e r a n d e r d e n , m e n s e n e e n sociale en zinvolle b e z i g h e i d k r e g e n en al " w e r k e n d e als vrijwilliger" ook alvast iets van de taal l e e r d e n ) . A n d e r s o o r t i g e projecten zijn de Z u i d e r l i n g in R o t t e r d a m , Peer to Peer projecten als t a a i m a a t j e s , de d a k l o z e n k r a n t , l e e f b a a r h e i d s a a n d e l e n m a a r o o k initiatieven v a n u i t corporaties w a a r b i j b u r e n w e r d e n b e l o o n d als ze n i e u w k o m e r s b e g e l e i d e n e.d. N a a s t t a a l l e s s e n heeft vooral sociale participatie een positief effect op de arbeidsparticipatie m o g e l i j k h e d e n van v l u c h t e l i n g e n en integratie in de sociale o m g e v i n g . C r e a t i e v e integratie en h u i s v e s t i n g : Win-Win voor s t a t u s h o u d e r s , uw b u r g e r s , uw g e m e e n t e Geen w o n i n g e n m a a r kamers in e e n w o n i n g b e s c h i k b a a r stellen (met g e m e e n s c h a p p e l i j k e faciliteiten), de d o e l g r o e p betrekken bij het o p k n a p p e n en I of v e r b o u w e n van de w o n i n g e n , het s a m e n met de d o e l g r o e p en de g e m e e n t e o n t w i k k e l e n en uitzetten v a n l a a g d r e m p e l i g e en praktische i n t e g r a t i e m e t h o d i e k e n , het s a m e n m e t de d o e l g r o e p o n t w i k k e l e n v a n i n t e g r a t i e p l a n n e n . B u r g e r s v a n u i t uw g e m e e n t e die e e n bijstandsuitkering o n t v a n g e n de k a n s e n g e v e n uit h u n sociale i s o l e m e n t te k o m e n d o o r e e n tegenprestatie op het terrein v a n integratie van s t a t u s h o u d e r s te l e v e r e n . Allicht is d e z e b e w o n e r s van uw g e m e e n t e e e n p r e m i e te g e v e n op g r o n d van artikel 3 1 , t w e e d e lid, o n d e r d e e l j van de participatiewet. V a n u i t w e i n i g m e e r o n t w i k k e l e n , het is en blijft m a a t w e r k m a a r biedt m o g e l i j k h e d e n en de kans o m tot e e n g o e d e integrale a a n p a k en a f s t e m m i n g met uw b u r g e r s te k o m e n . D r a a g v l a k onder de b u r g e r s v a n uw g e m e e n t e E e r d e r g e n o e m d e praktische en l a a g d r e m p e l i g e m e t h o d i e k e n h e b b e n hun m e e r w a a r d e b e w e z e n bij het c r e ë r e n van d r a a g v l a k in d e o m g e v i n g w a a r de s t a t u s h o u d e r s k o m e n te w o n e n . H o e w e l v o o r o o r d e l e n altijd z u l l e n blijven ontstaan en o n v e r w a c h t s w e e r o p d u i k e n , v e r g r o o t het w e r k e n met i n t e g r a t i e m e t h o d i e k e n de k a n s e n o p d r a a g v l a k en het k o m e n tot e e n "Win-Win situatie". Graag ga ik met u in g e s p r e k over mijn visie en e r v a r i n g e n op het terrein van huisvesting en integratie van de d o e l g r o e p s t a t u s h o u d e r s voor uw g e m e e n t e .
httpsV/outlMk.office.com/owa/gemeentegelburg.n^
1/2
28-12-2015
Statushouders op weg naar integratie. Hoe krijgt uw gemee... - Gemeente Elburg
Met v r i e n d e l i j k e groet, Peter Vis DeKWM L a n g e Stoep 2 9 2941AE LEKKERKERK T: 0 1 8 0 - 8 5 1 7 8 5 106-14572038 E: p e t e r . d e k w m ( ã j q m a i l . c o m I: w w w . d e k w m . n l Ps. N a a s t b o v e n g e n o e m d e w e r k z a a m h e d e n b e n ik o o k t w e e d a g e n per w e e k w e r k z a a m als a a n k o o p m a k e l a a r .
https://outlcck.office.com/owa/gem [email protected]^
VNG V e r e n i g i n g van Nederlandse Gemeenten
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
bijlage(n)
(070) 373 8393 betreft
ons kenmerk
datum
Definitief VNG-akkoord op
BB/U201502219
22 december 2015
bestuursakkoord Verhoogde
Lbr. 15/103
Asielinstroom
li
Samenvatting
In de ledenraadpleging over het onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom heeft een ruime meerderheid van de leden ingestemd met het akkoord. In totaal hebben 263 gemeenten op de ledenraadpleging gereageerd, waarvan 246 gemeenten met het onderhandelaarsakkoord hebben ingestemd. Op basis van het gewogen aantal stemmen per gemeente leverde dat een ruime meerderheid op van 94,2470. Gelet op deze duidelijke uitslag heeft het bestuur van de VNG op 21 december 2015 het onderhandelaarsakkoord definitief vastgesteld als bestuursakkoord.
Een aantal gemeenten heeft op onderdelen van het bestuursakkoord opmerkingen gemaakt en aanvullende vragen gesteld. In deze ledenbrief geven wij u een overzicht van de belangrijkste punten die door gemeenten zijn ingebracht. Deze vragen en opmerkingen willen wij betrekken bij de uitwerking van het huidige bestuursakkoord en de voorbereiding van een volgend bestuursakkoord.
Wij maken van de gelegenheid gebruik om u te attenderen op ons voornemen om op 16 februari 2016 een werkconferentie bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom te organiseren. De conferentie zal centraal in het land plaatsvinden. De exacte locatie wordt in de eerste week van januari bekendgemaakt. In deze bijeenkomst voor ambtenaren, gemeentesecretarissen en ondersteunende professionals proberen wij zoveel mogelijk kennis, ervaringen en praktijkvoorbeelden te delen en op te halen. Bij de invulling van het programma worden diverse partijen betrokken. Binnenkort start de voorinschrijving.
vwc V e r e n i g i n g van Nederlandse Gemeenten
A a n de leden
informatiecentrum tel.
bijlage(n)
(070) 373 8393 betreft
ons kenmerk
datum
Definitief VNG-akkoord op
BB/11201502219
22 december 2015
bestuursakkoord Verhoogde
Lbr. 15/103
Asielinstroom
Geacht college en gemeenteraad.
li Op vrijdag 27 november 2015 is tussen het kabinet en de VNG het onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom afgesloten. Tijdens de Buitengewone ALV is dit onderhandelaarsakkoord gepresenteerd en vervolgens in een ledenraadpleging aan de leden voorgelegd. In deze ledenraadpleging heeft een ruime meerderheid van de leden ingestemd met het akkoord. In totaal hebben 263 gemeenten op de ledenraadpleging gereageerd, waarvan 246 gemeenten met het onderhandelaarsakkoord hebben ingestemd. Op basis van het gewogen 0
aantal stemmen per gemeente leverde dat een ruime meerderheid op van 94,24 Zo. Gelet op deze duidelijke uitslag heeft het bestuur van de VNG op 21 december 2015 het onderhandelaarsakkoord definitief vastgesteld als bestuursakkoord. Bestuursakkoord In het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom staan afspraken tussen het kabinet en de gemeenten. Deze afspraken zijn voor de korte termijn nodig om adequaat te kunnen reageren op de verhoogde instroom van vluchtelingen. Dit akkoord richt zich op afspraken met betrekking tot eerste opvang van vluchtelingen en de huisvesting van statushouders in gemeenten. Het akkoord toont bovendien de door partijen uitgesproken ambitie om als overheden blijvend samen te werken voor een succesvolle keten van opvang tot en met volwaardig staatsburgerschap. Dit bestuursakkoord zal in maart 2016, voorafgaand aan de Voorjaarsnota worden gevolgd door een aanvullend bestuursakkoord waarin wij (financiële en inhoudelijke) afspraken met het kabinet maken over o.a. onderwijs, Wmo, gezondheidszorg. Ook zullen wij dan kijken of de benodigde vrijgemaakte financiën in het huidige akkoord toereikend zijn. Indien nodig worden deze bijgesteld.
Toelichting Een ruime meerderheid van de leden stemt in met het bestuursakkoord. Een aantal gemeenten heeft op onderdelen opmerkingen gemaakt en aanvullende vragen gesteld. Hierbij geven wij u een overzicht van de belangrijkste punten die door gemeenten zijn ingebracht. Deze vragen en opmerkingen willen wij betrekken bij de uitwerking van het huidige bestuursakkoord en de voorbereiding van een volgend bestuursakkoord. 1. Financiële compensatie
voor bijstandsuitkeringen
statushouders
Gemeenten willen financieel worden gecompenseerd voor de feitelijke kosten die zij maken bij de verstrekking van bijstandsuitkeringen. Hierbij richten de vragen zich vooral op het budget van f 50 miljoen dat ter beschikking wordt gesteld voor de financiering van hogere instroom van statushouders in het kader van de Participatiewet. De ē 50 miljoen voor de bijstand is indicatief en heeft het karakter van een open-einderegeling. De VNG gaat ervan uit dat het Rijk de kosten volledig vergoedt op basis van nacalculatie. Z oals bekend is de ē 50 miljoen voor de bijstand in het bestuursakkoord als een kasschuif gepresenteerd (van 2018 naar 2015). Maar de doelgroep statushouders zal in 2018 deel uitmaken van de reguliere groep bijstandsgerechtigden en dan dus volledig meelopen op de grondslagen voor de bijstand. De gemeenten mogen geen materiële hinder ondervinden van de presentatie van deze regeling als kasschuif. Gemeenten zullen samen met de VNG in januari 2016 cijfers uitwisselen en financiële onderbouwing leveren. Zo wordt duidelijk wat gemeenten ramen nodig te hebben voor Wmo, Jeugdzorg en overige activiteiten in het sociaal domein. Deze cijfers zijn voor de VNG uitgangspunt voor de gesprekken over de dekking van deze opgaven met de ambtelijke regiegroep van het Rijk. Ten slotte is de tijdigheid van belang. De dekking van de kosten in het kader van de vluchtelingenproblematiek dient te worden overeen gekomen in het bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (BOFv), dat in februari plaatsvindt, voorafgaand aan de begrotingsbesprekingen binnen het kabinet. Dit betekent dat de gemeenten in maart duidelijkheid hebben over de beschikbare middelen. Het resultaat van het bestuurlijk overleg kan dan als gegeven worden verwerkt in de Voorjaarsnota 2016. 2. Schaal van
noodopvang
Gemeenten waarderen het feit dat de mogelijkheid wordt geboden om over te gaan tot kleinschalige noodopvanglocaties. Dit draagt bij aan de uitfasering van de crisisopvang per 1 januari 2016. Gemeenten vragen hierbij wel expliciet om lokaal maatwerk en flexibiliteit vanwege het draagvlak van de bewoners. Dit onderwerp zal in de eerste plaats worden geagendeerd aan de regionale regietafels. Indien zich hierin knelpunten voordoen zullen wij die agenderen op de landelijke regietafel.
onderwerp
Definitief VNG akkoord op bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom
datum 2 2
december
2 0 1 5
02/04
3. 2500 opvangplaatsen
per gemeente voor 1 februari 2016
Het aantal te realiseren opvangplaatsen van
2 5 0 0
per provincie voor
1
februari
2 0 1 6
wordt door
meerdere gemeenten als onevenwichtig ervaren, gezien de verschillende grootte van provincies. Indien nodig zal aan de landelijke regietafel worden bekeken of het nodig en mogelijk is verschillen te maken tussen provincies. Uiteraard zullen uiteindelijk in totaal
1 2
maal
2 . 5 0 0
plaatsen moeten worden geleverd. 4. Versnelling
huisvesting
Een aantal gemeenten vraagt om meer maatwerk binnen de subsidieregeling voor de huisvestingsvoorziening. Zo is het gelet op de prijzen en de krapte op de woningmarkt voor een aantal grotere gemeenten, waaronder Amsterdam, lastig om op basis van de huidige regeling een sluitende business case te maken. Wij hebben begrip voor deze wens. Dit punt zullen wij agenderen aan de landelijke regietafel door knelpunten te identificeren en concrete oplossingen te vinden binnen de subsidieregeling. 5. Verplichte
participatieverklaring
Gemeenten hebben vragen over de effectiviteit van het instrument van de participatieverklaring en de daarmee gemoeide kosten. Gemeenten willen graag een lokale invulling kunnen geven aan het participatieverklaringstraject. Verdere uitwerking start in het nieuwe jaar en zal plaatsvinden samen met gemeentenA/NG. 6. Toeleiding naar werk staat centraal Gemeenten hechten, evenals het kabinet, aan een snelle doorgeleiding van statushouders naar werk. Binnen de Taskforce Werk en Integratie werken de gemeenten/VNG samen met het ministerie van SZW, COA, werkgevers en vluchtelingenorganisaties aan arbeidsmarktscreening, het matchen aan werkgevers of onderwijs (koppelen van wonen en werken) en integratie (parallel aan werk). Mede naar aanleiding van het WRR rapport 'Geen tijd te verliezen' zullen wij voorstellen doen voor nadere afspraken in het volgende bestuursakkoord. 7. Draagvlak
bewoners
Terecht benadrukken veel gemeenten dat het draagvlak onder inwoners voor de opvang en integratie van asielzoekers en vluchtelingen moet worden behouden en versterkt. Dat zal ook in 2 0 1 6 inspanningen vragen. Mede op basis van de ervaringen in de afgelopen periode en de signalen van het ondersteuningsteam zullen wij aan de landelijke regietafel spreken over mogelijke aanpakken. Tot slot Bovengenoemde punten maken duidelijk dat de opvang en integratie van vluchtelingen een complexe en grote opgave is en gemeenten hun verantwoordelijkheid nemen. De uitslag van de ledenraadpleging onderstreept dit. Het bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom wordt door gemeenten gezien als een opmaat naar een gezamenlijke aanpak om vluchtelingen zo snel
onderwerp
Definitief VNG akkoord op bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom
datum 2 2
december
2 0 1 5
0 3 / 0 4
mogelijk volwaardig te laten participeren in onze samenleving. Aanvullende (financiële) afspraken zijn nodig om tot een adequate en sluitende aanpak te komen. De bovengenoemde punten vormen, naast de maatregelen die voor de middellange termijn zijn benoemd op domeinen als onderwijs, Wmo, jeugdzorg en gezondheidszorg, een essentieel onderdeel van het (aanvullend) akkoord en de Voorjaarsnota. Uiterlijk in februari 2 0 1 6 moeten in het BOFv heldere afspraken worden gemaakt die ertoe leiden dat er voor de gemeenten in maart duidelijkheid bestaat over de beschikbare middelen.
Hoogachtend Vereniging van Nederlandse Gemeenten
J. Kriens Voorzitter Directieraad
Deze ledenbrief staat ook op www.vnq.nl onder brieven.
onderwerp
Definitief VNG akkoord op bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom
datum 2 2
december
2 0 1 5
0 4 / 0 4
Goedemorgen, Ik heb al eens eerder een mail gestuurd over het vluchtelingen probleem, maar het laat me nog steeds niet los en met name het gevoel van machteloosheid, terwijl we er als gemeente Elburg vast aan kunnen bijdragen dit probleem aan te pakken. Ik begreep dat het COA een aantal maanden geleden met name op zoek was naar grootschalige opvang, maar daar is intussen verandering in gekomen. En ik denk dat we in onze gemeente zeker draagkracht kunnen verwachten voor opvang op kleinere schaal. Nu komen er eind februari 2 schoolgebouwen vrij, zou het geen goed idee zijn om hier voor een aantal vluchteling gezinnen een voorlopige opvang te realiseren. Ik kan me niet voorstellen dat mensen in Elburg bezwaar hebben tegen de opvang van een aantal gezinnen en zeker als we er als gemeente voor zorgen dat de problemen waarvoor de mensen bang zijn, bij voorbaat worden onderkent en opgelost. Ik heb de documentaire Herberg Europa gezien en tranen liepen mij over de wangen bij het zien van zoveel leed. Hier kunnen en mogen we de ogen niet voor sluiten en zeker wanneer we in staat blijken iets te kunnen doen mogen we niet weg kijken. Hoe gaan we straks de geschiedenis in, hebben we de schouders er onder gezet en geprobeerd voor deze mensen iets te doen, of moet ons na geslacht straks lezen hoe we hebben weg gekeken en niets gedaan. Ik kan niet geloven dat in de mooie gemeente waarin ik geboren en opgegroeid ben geen plaats is voor mensen in nood! Nogmaals mocht ik iets kunnen betekenen in het aanpakken van dit probleem dan hoor ik het graag Ik wens jullie allemaal een mooi en gezond 2016 waarin we kunnen laten zien waar we voor staan! Met vriendelijke groet Bertha de Gunst
I
B O U W P L A N A D V Í E S
Landjuweel 20
8.
| 3905 PG
M A N A G E M E N T
Veenendaal
Postbus 368 | 3900 AJ Veenendaal Telefoon: 0318 503285 E-mail: [email protected] | w w w . IBAN: NL59ABNA0510094562
cnl-bouwplanadvies.nl
| btw-nummer: 8520.65.504.B.01
Het Gemeentebestuur van Elburg t.a.v. m e v r o u w S. K i e w i e t P o s t b u s 70 8080 A B ELBURG
Datum
14 d e c e m b e r 2 0 1 5 Onze
referentie
TBSZpmgZBCI40l-22 Betreft
H o t e l F l e v o w e g / v e r z o e k o m m e d e w e r k i n g aan o p d r a c h t bvan k o o p r e c h t aan d e r d e p a r t i j
Geachte m e v r o u w K i e w i e t , beste Simone,
Z o a l s in de laatste S t u u r g r o e p v e r g a d e r i n g is b e s p r o k e n , d o e ik j e b i j g a a n d n a m e n s R. A . W a r r i n g P r o j e c t e n B.V., e e n v e r z o e k t o e k o m e n t o t m e d e w e r k i n g van g e m e e n t e E l b u r g aan d e o v e r d r a c h t van r e c h t e n en p l i c h t e n zoals b e d o e l d in a r t i k e l 12 v a n d e t u s s e n p a r t i j e n g e s l o t e n U i t g i f t e o v e r e e n k o m s t . G r a a g v e r z o e k ik j e o m d i e m e d e w e r k i n g , bij g o e d k e u r i n g , s c h r i f t e l i j k aan de h e e r R. A . W a r r i n g k e n b a a r t e w i l l e n m a k e n ( m e t bij v o o r k e u r e e n cc. als m a i l b e r i c h t naar m i j ). V o o r h e t p r o j e c t t r e e d t g e n o e m d e d e r d e p a r t i j als b e l a n g r i j k s t e f i n a n c i e r I b e l e g g e r o p , w a a r b i j d e z e , s a m e n m e t de h e e r W a r r i n g c.s. o o k de h o t e l - en o v e r i g e h o r e c a - e x p l o i t a t i e zal v e r z o r g e n . A l s g r o n d s l a g v o o r d i e n s f i n a n c i ë l e c o m m i t m e n t , vastgelegd in e e n g e t e k e n d e v e r k l a r i n g
d d . 16 n o v e m b e r 2 0 1 5
( w e l k e aan j u l l i e is g e t o o n d ), is n a m e n s R. A . W a r r i n g P r o j e c t e n BV. v e r z o c h t de r e c h t e n en p l i c h t e n t e n aanzien van de g r o n d v e r w e r v i n g v o o r h e t h o t e l p r o j e c t dan o o k aan d e z e d e r d e p a r t i j o v e r t e d r a g e n . G r a a g v e r z o e k ik je o m m e t b e i d e w e t h o u d e r s , J. P o l i n d e r e n J. B o u k e m a af t e w i l l e n s t e m m e n o f h e t m o g e l i j k is o m o p d i n s d a g 15 d e c e m b e r a.s. n a m i d d a g een k e n n i s m a k i n g s g e s p r e k t e a r r a n g e r e n .
D e te p r e s e n t e r e n d e r d e p a r t i j is: O r a n g e S e c u r e d I n v e s t m e n t s N . V . * ( zie n o o t svp ) Fascinatio B o u l e v a r d 7 2 2 2 9 0 9 V A C a p e l l e aan d e IJssel
H a a r v e r z o e k is o m m e t haar v i e r a a n d e e l h o u d e r s m e t de w e t h o u d e r s o v e r de b e s t u u r l i j k e o n d e r s t e u n i n g v o o r h e t p r o j e c t ( m e t n a m e b e s t e m m i n g s p l a n p r o c e d u r e ) t e s p r e k e n en e e n i n d r u k t e k u n n e n k r i j g e n van de " b e d d i n g " w a a r i n h e t h o t e l t o t in l e n g t e van j a r e n zal w o r d e n g e ë x p l o i t e e r d .
V o o r h e t p r o j e c t z u l l e n w i j , zoals is a f g e s p r o k e n , in o v e r l e g m e t j u l l i e , de a f g e s p r o k e n
stukken
vervaardigen
v o o r de t e v o e r e n r u i m t e l i j k e o r d e n i n g p r o c e d u r e .
C ? v
t-.e i ir
, - W s ifiï r i
. .
il .. ' e n
-v . ^ I I. f .
'
:
i v ţ.
recht Į Ī .
. .r
to* ť r Gr BO
S ín' l
Ar.T
1
- aar ĩn nt n t s r - r ana
-i I b a n k t - . n t " '.
echt ' i.,. \s.
'er
.. o - d r
- re'a. i C - i
tí
e
ch'
" "u *r
" n b.j
tr Utr
is e e n nr
5 .303.'
4
Betreft
c h t aan d e r d e p a r t i j
H o t e l F ì e v o w e g / v e r z o e k o m m e d e w e r k i n g aan o p d r , Bladnummer 2
Z e k e r aan h e t in de v o o r b e r e i d i n g daarvan t e v o e r e n o v e r l e g m e t b e t r o k k e n o m w o n e n d e n z u l l e n w i j a a n d a c h t schenken. D e v e r k r e g e n n o t i t i e van O D N V d o e t v e r w a c h t e n , d a t e r m i l i e u t e c h n i s c h g e e n g r o t e c o m p l i c a t i e s aan d e o r d e z u l l e n zijn ( g e l u i d , m i l i e u h i n d e r c o n t o u r e n , e . d . ) . A l s k a d e r r i c h t e n w e o n s d a a r b i j o p de van j o u o n t v a n g e n g l o b a l e V o o r b e r e i d i n g s p l a n n i n g d d . 19 n o v e m b e r 2 0 1 5 . Ik h o o p , dat je m e snel z u l t k u n n e n b e r i c h t e n o f de g e v r a a g d e afspraak o p d i n s d a g a.s. a g e n d a t e c h n i s c h is in t e passen. G e d a c h t w o r d t aan 15.30 a 16.00 u u r als s t a r t t i j d s t i p . Ik h o o r graag. Bij v o o r b a a t d a n k , m e t v r i e n d e l i j k e g r o e t , o o k namens Roel
W a r r i n g natuurlijk*,
T o n Bons C N L B o u w p l a n a d v i e s 8t M a n a g e m e n t B.V.
*(noot) D e g e n o e m d e N . V . is in o p r i c h t i n g . Binnen ca. e e n w e e k w o r d t de i n s c h r i j v i n g in h e t H a n d e l s r e g i s t e r g e ë f f e c t u e e r d . A l s d a n zal ik e e n k o p i e van de i n s c h r i j v i n g aan je d o e n t o e k o m e n . D e t o t v o o r k o r t
als " i . o . " o p e r e r e n d e
v e n n o o t s c h a p is i n m i d d e l s u i t g e s c h r e v e n u i t h e t H a n d e l s r e g i s t e r . D i r e c t e u r ( z e l f s t a n d i g b e v o e g d ) is de h e e r F. ( F l o r i s ) C . G . G r e m m e n . ,
• jļj
ftnyi 1
rivis*
ri
we-i»:a.Hņí - d e n , í j n var
to r .c
C.'Nfc 7Qİ t. ġ ė d ċ p o t * c ? w * i t :
•MOA'.ISIUJ'
» » « «fc ' « c l t ţ p f i
s ' i i . f ií r Gi i l f í ť
Si
.-an ái
ftddatťvoso
\irtJcn voo
1 -
d e P cc l i u v e * hr HidHg ^pr h
A t M f K l J s s c m ^ ti i f r c c hi t j t Ui li í e A n i ĩ t ė r t " n . . i .'Ml
ut -' 6 0 * . j r » h i i e ^ i j » r - a d vi e s - m . U ^ C I I CI-.I ř v
w t l l c i- I I I Į J V U I I C
f si
hr t i vr c
- A r i h k c c t - l'ifí. İCN i'
icui en
M i ,-- ? ' \ h l is
f^Vte ŕ M ' U u e i l u
oi"l
i t.i
-i S-.ÎOVM
22-12-2015
Brief aan het College van B en W. - Gemeente Elburg
Brief aan het College van B en W. Info ma 21-12-2015 18:46
Aan: [email protected] ;
9
2 bijlagen (5 MB)
Brief aan B en W..pdf; Afbeelding Monument.pdf;
Geacht College van B en W , Hierbij (zie bijlagen) sturen wij u een brief met een bijzonder subsidieverzoek dat verband houdt met de aardbevingen in Groningen. Wij hopen dat u het in overweging wilt nemen. Ook verzoeken w e u deze brief ter inzage te geven aan uw gemeenteraad. Met vriendelijke groet,
Namens Stichting Meent van der S l u i s Piter Bergstra Voorzitter
Vrijdomstreekje 33 9515 A T Gasselternijveenschemond Tel: 0599-615502 Mob: 06-13652942 Mail: I [email protected] W W W : HetAndereMonument.nl
i
https://outlook.office.com/ow a/gemeente® el burg.nlZ#viewmode^ReadMessageltemSltemlD AAM kADIyYTFjYTY4LWNjMDUtNDAyNS1hMDQ2LWVh.
S t i c h t i n g Meent van der S l u i s o O O
EEN CENT VOOR EEN
MONUMENT 16 d e c e m b e r 2015 Aan B u r g e m e e s t e r en W e t h o u d e r s E
Geacht College, U w e e t o n g e t w i j f e l d van de a a r d b e v i n g e n in G r o n i n g e n als gevolg van de
—
g a s w i n n i n g . Ze zijn ver van u w b e d , maar t o c h h e e f t u er - net als iedere andere N e d e r l a n d e r - m e e t e m a k e n . I m m e r s dankzij de g a s w i n n i n g g e n i e t N e d e r l a n d een hoge w e l v a a r t . Ook in l e t t e r l i j k e zin zit heel N e d e r l a n d er dankzij het G r o n i n g e r
Ķ
aardgas w a r m p j e s b ij.
ņ
De Groningers zelf d a a r e n t e g e n vangen op dit m o m e n t de klappen o p . My home is
g,
my castle, maar niet in G r o n i n g e n . De huizen van d u i z e n d e n Groningers s c h u d d e n
2
O
op hun g r o n d v e s t e n , de m u r e n scheuren en v e r b r o k k e l e n ; s o m m i g e staan op
f in
i n s t o r t e n . Huizen die net hersteld zijn, k u n n e n ieder ogenb lik o p n i e u w schade o p l o p e n d o o r een a a r d b e v i n g . De g e b o r g e n h e i d en w a r m t e die een t h u i s m o e t bieden is ver te zoeken. M e n s e n zijn o n g e r u s t en vaak ook angstig.
-2 O
|
Er w o r d t g e w e r k t aan een oplossing v o o r de p r o b l e m e n , maar v o o r velen is die nog ver w e g . De ellende zal nog j a r e n d u r e n en veel Groningers voelen zich in de steek g e l a t e n . De g a s w i n n i n g gaat d o o r en het v o e l t alsof de rest van het land m e t de rug naar ze t o e staat. Dat gevoel w i l l e n w i j w e g n e m e n . W i j w i l l e n zichtb aar m a k e n dat er m e t ze w o r d t m e e g e l e e f d . |
is
Sinds 2009 staat bij Slochteren in de m i d d e n b e r m van de a u t o s n e l w e g A7 een m o n u m e n t in de v o r m van een reuze-gasmolecule dat de zegeningen van de
m v
1
g a s w i n n i n g b e j u b e l t , een cadeau van Nederlandse Aardolie M a a t s c h a p p i j t e r
—'
jí
g e l e g e n h e i d van v i j f t i g jaar g a s w i n n i n g . U k u n t zich v o o r s t e l l e n dat dit m o n u m e n t
ai
|
steeds m e e r g e m e n g d e gevoelens o p r o e p t .
«
jy
D a a r o m w i l onze stichting een a n d e r m o n u m e n t o p r i c h t e n , een m o n u m e n t dat de
5
Groningers een hart o n d e r de r i e m steekt d o o r ook de keerzijde van de medaille t e
ui
S
b e l i c h t e n . Het stelt een gebarsten baksteen v o o r van acht m e t e r hoog, w a a r m e e de kunstenaar Karei Buskes s y m b o l i s e e r t w a t er in G r o n i n g e n mis is. (Zie bijgevoegde
t Ķ
-
E E
-
c
S
fot0
)-
V o o r dit m o n u m e n t is geld nodig (C 230.000,-). D a a r o m r i c h t e n w e ons ook t o t u.
E —
Onze gedachte is: Laat alle Nederlanders via hun g e m e e n t e n 1 cent (C 0,01) per persoon bijdragen aan dit m o n u m e n t . Als klein blijk van solidariteit dat tastbaar maakt dat het lot van de Groningers de rest van het land niet koud laat. Ons verzoek is derhalve of u als g e m e e n t e 1 cent per i n w o n e r w i l t d o n e r e n . M o c h t het m o n u m e n t er niet k o m e n , dan w o r d t u w geld g e g a r a n d e e r d t e r u g g e s t o r t . Deze brief r i c h t e n w i j aan alle colleges van B en W van N e d e r l a n d . Als u m e e d o e t w o r d t u w g e m e e n t e v e r m e l d op onze w e b s i t e w w w . h e t a n d e r e m o n u m e n t . n l , tenzij u dat niet w e n s t . Op deze w e b s i t e v i n d t u alle noodzakelijke i n f o r m a t i e , ook o m t r e n t onze b e g r o t i n g , s t a t u t e n , onze inschrijving bij de k a m e r van k o o p h a n d e l , onze ANBI-status en ons C o m i t é van A a n b e v e l i n g . Ons C o m i t é van A a n b e v e l i n g bestaat uit m e n s e n uit de w e r e l d van de m e d i a , kunst, w e t e n s c h a p en bestuur. O n d e r a a n deze brief v i n d t u hun n a m e n . W i j v e r z o e k e n u vriendelijk deze brief in afschrift t e d o e n t o e k o m e n aan u w g e m e e n t e r a a d . M e t vriendelijke groet, Hoogachtend, Piter Bergstra, v o o r z i t t e r Stichting M e e n t van der Sluis
Comité van
aanbeveling:
Jacques ď Ancona, Groningen, kunstrecensent, tv-persoonlijkheid; Micha van den Berg, hoofdredacteur R TV N o o r d ; Eric van der Bilt, d i r e c t e u r / b e s t u u r d e r Stichting Het Drentse Landschap; Dink Binnendijk, hoofdredacteur R TV Drenthe; Prof dr.
z
mr. Jan Brouwer, hoogleraar Algemene R echtswetenschap R ijksuniversiteit van Groningen; drs. Annemarie Heite,
—
strijdvaardig vertolker van de aardbevingsellende, docent marketing â communicatie Hanzehogeschool Groningen; Henk
re
Helmantel, W e s t e r e m d e n , kunstschilder; Cor Kalfsbeek, Paterswolde, architect; Marga Kool, schrijfster, politica, bestuurder; Hans van der Laan, o u d - w e t h o u d e r Loppersum, oud-burgemeester Dwingelo, Eemsmond en N o o r d e n v e l d ; Jan Mulder, schrijver, tv-persoonlijkheid; Dr. Jan O o s t e r h a v e n , emeritus-hoogleraar R uimtelijke Economie aan de Rijksuniversiteit van Groningen; Albert Radem aker, grafisch o n t w e r p e r , winnaar Culturele Prijs van Drenthe; Jean Pierre Rawie, Groningen, dichter; Cor R odenburg, Vries, journalist, v m . hoofd voorlichting gemeente Delfzijl en provincie Drenthe; Trijni van der Sluis, Assen, w e d u w e van M e e n t van der Sluis; Pieter Sijpersma, hoofdredacteur Dagblad van het Noorden.
s
De Stichting M e e n t van der Sluis h e e f t de ANBI-status. Banknr. NL34INGB0006944414 K v K - n u m m e r : 6 3 9 0 3 4 2 3 R SIN 8 5 5 4 4 7 2 3 0
m
CO
ĩ
0)
e
0)
to
fl)
0)
-J
HV.Ē
111111*1*11 1115***"
Gemeente Elburg T.a.v. Gemeenteraad en College van B&W Zuiderzeestraatweg Oost 19 8081 LA Elburg
Kopie gestuurd aan: Wijkcomité De Pal/Oostendorp (wcovelburggpgmail.com)
Elburg, 4 december 2015
Betreft: voorgenomen bestemmingsplanwijziging en bouwplan van 9 starterswoningen op de Korenbloem 35-37 in afwijking van de huidige bestemming van slechts 1 woning (met mogelijkheid t o t inwoning).
Geachte leden van de gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders van Elburg, De "directe buurtbewoners" van de Korenbloem zijn door Van Pijkeren Woningbouw BV en makelaarskantoor De Boer uitgenodigd voor een inloopavond om het voorgestelde bouwplan op de Korenbloem 35-37 te bekijken en eventueel vragen te stellen. De gemeente Elburg was deze avond ook aanwezig in de persoon van wethouder Jan Polinder. Deze avond heeft plaatsgevonden op donderdag 26 november 2015 in het kerkgebouw van de Vrij evangelische gemeente aan de Boterbloem 15 te Elburg en wel van 19.30 tot 20.30uur. Tijdens deze avond bleek dat de directe bewoners en bewoners van de Ereprijs grote bezwaren hebben tegen dit voorgestelde plan (m.a.w. fel tegen!). Op vrijdag 27 november en zaterdag 28 november 2015 is er door één van de directe buurtbewoners, mede op verzoek van de anderen, een buurtonderzoek gestart. De bewoners van de Korenbloem tot de kruising Boterbloem/Zwanebloem en de bewoners van de Ereprijs zijn gepolst. Dit zijn de bewoners van de Korenbloem, te weten de nummers 33,31,29,27,25,23,21,19,17,15, 13,34,32,30,28,26,24,22,20,18,16 en de bewoners van de Ereprijs nummers 1,3,2 en 4. In totaal 25 huishoudens/gezinnen (voor bewijsstuk zie bijlage). Ook bewoners van de naastgelegen Boterbloem en Kievitsbloem zouden direct belanghebbende kunnen zijn, maar deze zijn op dit moment (nog) niet benaderd. Van de gepolste bewoners is iedereen tegen dit plan. De bewoner(s) van Korenbloem 18 wilde(n) niet meedoen, want ze hebben er persoonlijk geen last van. Een mooi plan vinden ze het niet.
Conclusie buurtonderzoek: «
25 huishoudens/gezinnen: o
waarvan 24 tegen het plan
o
1 onthouding van stemmen
Op grond van deze uitslag, stemmenverhouding 24-1, kun je maar één conclusie trekken: Stoppen met dit plan. Je kunt van allerlei aanpassingen bedenken, enkel en alleen om dit plan er door te drukken, de bewoners (een hechte buurt) blijven tegen çļiţ plan. Moeten wij nu al met argumenten komen om de bezwaren tegen dit plan nog duidelijker te maken?? Zo'n overweldigende meerderheid (24-1) kunt u niet zo maar naast zich neerleggen. Het woon- en leef milieu wordt, bij doorgaan van dit plan, op verschrikkelijke wijze geweld aangedaan. Wij hopen op korte termijn (binnen 3 weken) uw reactie te ontvangen. Uw reactie graag per mail naar G.J. Freriks (huizef reriks(5)gmail.com) en J. Fijn (hf ijn(5)hotmail.com). Wij willen graag kunnen blijven genieten van een rustig en prettig woon- en leef milieu in de Korenbloem. Wij rekenen er op dat de stem van bewoners gehoord wordt. Met vriendelijke groeten, namens de gepolste bewoners,
G.J. Freriks
J. Fijn
M. van Dragt
Bijlage: handgeschreven overzicht buurtbewoners (personalia) die tegen dit plan zijn
n
^F?s i co ie. ;
9
^
&OĻŰL
7 . 7 .
j
of
~
T2
^
^
"RA*
s
^c
0
U T
c/cP
^
#
H«
*-
-
7»
5
Z
3
I?f(i f 6frw'ké
9
û*VAWötv
^
J
ŷM/tiL.COM
flĉüĉU Coat
1
ft QÜSI
-SU
3
r
cliWc,
BUet.nl
üb ì^Q ĻjS US ķ. l b -io-
,
å b â l OH
B iWurĵ
4 v Cw/ŕ"'
J
LA)
öoQu
i t*ì
DH 6!burg
Z
obzszŵsi^
C
tod
Pagina 1 van 2
Fam. Fijn Van: Aan: Verzonden: Onderwerp:
"Gemeente Elburg" "Fam. Fijn" vrijdag 11 december 2015 8:07 Re: Formele email aan de Gemeenteraad  College van B&W: Bezwaar tegen bouwplan 9 starterswoningen aan de Korenbloem 35-37 te Elburg
Geachte heer Fijn, V a n d a a g de 11e d e c e m b e r w o r d t er e e n o n t v a n g s t b e v e s t i g i n g p e r b r i e f naar u t o e g e z o n d e n , w a a r i n staat v e r m e l d w i e de b e h a n d e l e n d a m b t e n a a r is. De g e m e e n t e Elburg s t u u r t e e n o n t v a n g s t b e v e s t i g i n g o p een b r i e f na t w e e dagen na binnenkomst/registratie. M e t vriendelijke groeten, T. Visscher-Wierenga
Van: Fam. Fijn Verzonden: donderdag 10 december 2015 21:42 Aan: Gemeente Elburg Onderwerp: Fw: Formele email aan de Gemeenteraad S College van B&W: Bezwaar tegen bouwplan 9 starterswoningen aan de Korenbloem 35-37 te Elburg Geachte heer, mevrouw, afgelopen zaterdag hebben we een formele mail gestuurd betreffende bezwaar tegen het voorgenomen bouwplan aan de Korenbloem 35-37 te Elburg. Conform het email-protocol van de gemeente Elburg hadden wij hiervan al een ontvangstbevestiging verwacht. Helaas hebben wij deze nog niet ontvangen. Wilt u ons zsm bevestigen dat de mail (inclusief bijlagen) in goede orde is ontvangen? Met vriendelijke groeten, G.J. Freriks M. van Dragt I.E.H. Maks-Pfundt J. Fijn — Original Message — From: Fam. Fijn To: [email protected] C c : [email protected] Sent: Saturday, December 05, 2015 9:57 AM Subject: Formele email aan de Gemeenteraad S College van B&W: Bezwaar tegen bouwplan 9 starterswoningen aan de Korenbloem 35-37 te Elburg Geachte leden van de Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Wethouders, In de bijlage treft u de brief (inclusief bijlage) van direct belanghebbenden over de voorgenomen bestemingsplanwijziging en bouw van 9 starterswoningen aan de Korenbloem 35-37 te Elburg. Wij hopen op korte termijn (binnen 3 weken) uw reactie te ontvangen. Met vriendelijke groeten,
20-12-2015
Pagina 2 van 2
G.J. Freriks M. van Dragt I.E.H. Maks-Pfundt J. Fijn
E-mail disclaimer: De g e m e e n t e Elburg m a a k t geen g e b r u i k van e-mail v o o r h e t n e m e n v a n besluiten o f h e t sluiten v a n o v e r e e n k o m s t e n . M o c h t u mail o n t v a n g e n die niet v o o r u is b e s t e m d , dan vragen w i j u v r i e n d e l i j k o f u d e v e r z e n d e r hierop wilt wijzen. W i j a a n v a a r d e n geen aansprakelijkheid bij o n j u i s t e o n t v a n g s t . Kijk v o o r m e e r i n f o r m a t i e o p : h t t p : / / w w w . e l b u r g . n l / C o n f i R u r a t i e / N i e u w s / E m a i l
protocol
20-12-2015
D E
R A A D
D E R
G E M E E N T E
Portefeuillehouder: F.A. de Lange Raadsvergadering :
AAN
DE
E L B U R G
Commissievergadering: nvt 18 januari 2016
RAAD
Onderwerp: Machtigen ambtenaren juridische procedures.
Wij stellen u voor: de in het machtigingsbesluit genoemde ambtenaren te machtigen om de raad te vertegenwoordigen in juridische procedures. Beschrijving probleem of maatschappelijke wens Voor het verdedigen van raadsbesluiten in juridische procedures moeten ambtenaren worden gemachtigd om dit namens de raad te kunnen doen. Daarom is een algemene doorlopende machtiging opgesteld die geldt voor de verdediging van besluiten van zowel de raad , het college als de burgemeester.
Elburg 8 december 2015, Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris,
F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Elburg, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft: Gelet op de bepalingen van de Wet op de Raad van State, de Beroepswet, de Wet bestuursrechtspraak bedrijfsorganisatie, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet, Machtigen hierbij: Domein 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bedrijfsvoering Mevrouw D.A. van Boven, medewerker persoonsgegevens De heer J. Horst, adviseur P&O De heer J. Lamers, communicatieadviseur De heer W. Muntinga, adviseur inkoop De heer E.W.A. Nieuwenhuis, organisatieadviseur De heer mr. J.D. Post, adviseur juridische zaken Mevrouw T.M. Weeda, adviseur juridisch bestuurlijke zaken
Domein 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Dienstverlening Mevrouw B. Assenberg-Westra, adviseur vergunningverlening Mevrouw F. Breteler, adviseur monumenten De heer H. Deenen, medewerker handhaving De heer C. Duitman, adviseur natuur en landschap Mevrouw P.R. Lemans-van Oene, adviseur handhaving bouwen De heer S. Smit, adviseur handhaving APV
Domein 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Ruimte Mevrouw S. Kiewiet-de Wit, beleidsmedewerker ruimte De heer D.G. van de Kolk, beleidsmedewerker beheer De heer G. Riezebos, adviseur civiele projecten De heer ing. J.J. Ruster, beleidsmedewerker verkeer en vervoer De heer A.J. Sinke, beleidsmedewerker vastgoed De heer G.A.M. Steentjes, beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling Mevrouw H. Tychon-Kwakkel, beleidsmedewerker milieu De heer A. Weelink, beleidsmedewerker ruimte De heer W. Weessies, medewerker grondexploitatie en onroerend z aakbeheer
Domein 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36.
Samenleven Mevrouw W. van Asselt-Scholten, medewerker cultuur en erfgoed Mevrouw M.C.A. van Beek, beleidsmedewerker WMO De heer A. Bosman, medewerker openbare orde en veiligheid Mevrouw W. van Boven, beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid De heer B.G. Gerritsen, beleidsmedewerker maatschappelijke ontwikkeling Mevrouw E.M. den Hengst, medewerker financiën sociaal domein De heer R. van Henten, beleidsmedewerker cultuur en erfgoed De heer N.H. Kaman, beleidsmedewerker welzijn en sport Mevrouw H. Oostendorp, beleidsmedewerker werk en inkomen Mevrouw L. Post-Seijbel, beleidsmedewerker Jeugd Mevrouw C.C. Treurniet-van Etten, adviseur sociaal domein Mevrouw A. Vlieger - van ‘t Hul, adviseur sociaal domein Mevrouw mr. Y. de Vries-Pruim, beleidsmedewerker participatiewet Mevrouw M.A. Walta, beleidsmedewerker openbare orde en veiligheid 1
37. 38.
De heer T. Warmels, beleidsmedewerker onderwijs Mevrouw M. Wieringa, beleidsmedewerker jeugd
om de raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Elburg te vertegenwoordigen door het uitvoeren van alle benodigde voorbereidingshandelingen met betrekking tot juridische procedures en tijdens zittingen bij: a) b) c) d) e) f) g) h) i) j)
Publiekrechtelijke organen in het kader van bezwaar- en beroepschriftprocedures; De commissie bezwaarschriften; De voorzieningenrechter van een rechtbank; De sector kanton van een rechtbank; De sector civiel van een rechtbank; De sector bestuursrecht van een rechtbank; De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State; Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven, alsmede de voorzitter daarvan; De Centrale Raad van Beroep, alsmede de voorzitter daarvan.
Deze machtiging treedt in werking per 19 januari 2016. De machtiging van 16 maart 2015 wordt per datum inwerkingtreding van deze machtiging ingetrokken.
Elburg, 18 januari 2016 Aldus besloten door de raad van de gemeente Elburg de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting
Elburg, 8 december 2015 Aldus besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg de burgemeester, de secretaris,
F.A. de Lange
J.K.C. van de Jagt
Elburg, 8 december 2015 Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Elburg,
F.A. de Lange
2
BenW-
advies
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
F.A. de Lange
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
Tamara Weeda
Datum advies
1-12-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m.
Alle domeinmanagers
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
w
Beslissing d . d .
•12-2015
Nummer
3 w
Conform v o o r s t e l .
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
Ter b e s l u i t v o r m i n g
Onderwerp Machtigen a m b t e n a r e n juridische procedures Voorstel 1. 2. 3.
De in het machtigingsbesluit genoemde a m b t e n a r e n machtigen o m het college te v e r t e g e n w o o r d i g e n in juridische p r o c e d u r e s ; De b u r g e m e e s t e r m a c h t i g t de in het m a c h t i g i n g s b e s l u i t genoemde a m b t e n a r e n o m hem te v e r t e g e n w o o r d i g e n in juridische procedures middels zijn paraaf op dit stuk; I n s t e m m e n m e t bijgevoegd raadsvoorstel en raadsbesluit en de agendacommissie voorstellen d i t onderwerp te agenderen voor de raad van 18 j a n u a r i 2 0 1 6 .
1
Toelichting De bestuursorganen r a a d , college en burgemeester worden in juridische procedures v e r t e g e n w o o r d i g d door a m b t e n a r e n . De machtiging uit 2015 is aan actualisatie toe en daarom is in overleg met alle domeinmanagers het bijgaande machtigingsbesluit opgesteld. Zowel raad, college als burgemeester moeten de ambtenaren machtigen o m namens hen op te treden in juridische procedures. Daarom wordt het machtigingsbesluit aan het college v o o r g e l e g d . Daarnaast w o r d t ook de burgemeester verzocht o m de genoemde ambtenaren te machtigen en w o r d t het college verzocht om de agendacommissie te verzoeken het machtigingenbesluit te agenderen voor de raadsvergadering van 18 j a n u a r i 2016. Communicatieparagraaf Na vaststelling wordt de lijst op intranet geplaatst.
2
D E
R A A D
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Portefeuillehouder: F.A. de Lange Commissievergadering: nvt Raadsvergadering: 18 januari 2016
AAN
DE
RAAD
Onderwerp: Voorzien in vacatures bestuur van de stichting Het Schipluidenfonds. Wij stellen u voor: vier weesmeesters te (her)benoemen in het bestuur van de stichting Het Schipluidenfonds. Beschrijving probleem of maatschappelijke wens Het Schipluidenfonds wordt beheerd door vier weesmeesters, die door de gemeenteraad worden benoemd voor een periode van vier jaar. Door het overlijden van de heer W.F. Seijbel en het terugtreden van de heer L. de Jong zijn er twee vacatures ontstaan binnen het bestuur. Hiervoor stellen, per vacature, twee heren zich verkiesbaar. Daarnaast is per 1 januari 2015 de zittingsperiode van de heer W. van Norel en de heer H. de Graaf verstreken. Beide heren stellen zich herkiesbaar. Wij stellen u voor om uit de voorgedragen kandidaten vier weesmeesters te benoemen als bestuurslid. Weesmeester: 1. de heer J.W. Seijbel, wonende aan de Nunspeterweg 47 te Elburg; 2. de heer A. ten Have, wonende aan Stoopschaarweg 2 te Elburg. Weesmeester: 1. de heer B. Buurkes, wonende aan de Zuiderzeestraatweg West 38 te Doornspijk; 2. de heer A. van de Weg, wonende aan de Winterdijk 23 te Oosterwolde. Weesmeester: 1. de heer W. van Norel, wonende aan de Kreengoedweg 41A te Elburg; 2. de heer C.C. Hengeveld, wonende aan de Clakenweg 144 te Elburg. Weesmeester: 1. de heer H. de Graaf, wonende aan de Wildemaetstraat 11 te Elburg; 2. de heer H.J. Zoet, wonende aan de Klaproos 1 te Elburg. De benoeming geschiedt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2015 tot en met 31 december 2018. Elburg 15 december 2015, Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris, F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
BenW-
advies
i
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
F.A. de Lange
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
Mirjam Bredewold
Datum advies
8-12-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m.
T.M. Weeda
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
Beslissing d . d .
15-12-2015
B
W
w
Nummer
/J
?
Cj
Conform voorstel.
" Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
^
Ter b e s l u i t v o r m i n g
Onderwerp Benoeming weesmeesters Stichting Het Schipluidenfonds Voorstel 1.
I n s t e m m e n met bijgevoegd raadsvoorstel en - b e s l u i t ;
2.
De agendacommissie voorstellen dit o n d e r w e r p te agenderen voor de raad van 18 j a n u a r i 2 0 1 6 .
Toelichting Door het o v e r l i j d e n van de heer W.F. Seijbel en het t e r u g t r e d e n van de heer L. de Jong zijn er binnen het bestuur van de stichting Het Schipluidenfonds twee vacatures o n t s t a a n . Daarnaast liep op 1 j a n u a r i
1
2015 de zittingsperiode van de heer W. van Norel en de heer H. de Graaf af in het bestuur van de Stichting Het Schipluidenfonds. Beide heren stellen zich herkiesbaar. Conform artikel 4 van de stichtingsakte wordt door de g e m e e n t e r a a d , binnen twee maanden na het o n t s t a a n , in de vacature voorzien. Het is gebruikelijk om bij voordrachten t o t benoemingen tevens tegenkandidaten voor te d r a g e n . In overleg met het bestuur van Het Schipluidenfonds zijn de volgende voordrachten o p g e s t e l d : Weesmeester: 1. de heer J.W. Seijbel, wonende aan de Nunspeterweg 47 te Elburg; 2. de heer A. ten Have, wonende aan Stoopschaarweg 2 te Elburg. Weesmeester: 1. de heer B. Buurkes, wonende aan de Zuiderzeestraatweg West 38 te D o o r n s p i j k ; 2. de heer A. van de Weg, wonende aan de W i n t e r d i j k 23 te Oosterwolde. Weesmeester: 1. de heer W. van Norel, wonende aan de Kreengoedweg 41A te Elburg; 2. de heer C C . Hengeveld, wonende aan de Clakenweg 144 te Elburg. Weesmeester: 1. de heer H. de Graaf, wonende aan de Wildemaetstraat 11 te Elburg; 2. de heer H.J. Zoet, wonende aan de Klaproos 1 te Elburg. De benoeming geschiedt met t e r u g w e r k e n d e kracht vanaf 1 j a n u a r i 2015 t o t en met 3 1 december 2018. Communicatieparagraaf De kandidaten en het bestuur van Het Schipluidenfonds per brief informeren over het besluit van de raad.
2
D E
R A A D
Portefeuillehouder: F.A. de Lange
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Commissievergadering: 04-01-2016 Raadsvergadering : 18-01-2016
AAN
DE
RAAD
Onderwerp: Integraal Veiligheidsplan 2016 - 2019
Wij stellen u voor: In te stemmen met het Integraal Veiligheidsplan 2016 – 2019. Beschrijving probleem of maatschappelijke wens De gemeente voert de regie op het veiligheidsbeleid en op de samenwerking tussen de in - en externe partners die zijn betrokken bij de verschillende veiligheidsvraagstukken. Om te kunnen coördineren en verbinden als gemeente is het noodzakelijk dat vanuit een gezamenlijk gedragen visie wordt gewerkt en dat deze visie kan rekenen op bestuurlijk commitment. Het Integraal Veiligheidsplan 2016 – 2019 is hier de komende jaren de basis voor. Wat willen we bereiken / indicatoren? In de raadsvergadering van juni zijn de volgende prioriteiten ten behoeve van het integraal veiligheidsplan 2016-2019 vastgesteld: Leefbaarheid in de wijk Aanpak ernstige overlast door personen in de woonomgeving High Impact Crimes, met focus op woninginbraken Maatschappelijke ondermijning met focus op hennepteelt, drugsdeal en Bibob Radicalisering Bovengenoemde prioriteiten zijn in het Integraal Veiligheidsplan 2016 – 2019 nader uitgewerkt. De gemeenten Epe, Hattem, Heerde, Oldebroek, Nunspeet en Elburg, allen deel uitmaken d van het politieteam Noord-Veluwe hebben gezamenlijk met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) het veiligheidsplan opgesteld. In het Integraal Veiligheidsplan zijn naast de prioriteiten, de doelen opgenomen die behaald moeten worden en een globale beschrijving van de inhoud van de te nemen acties. Deze acties worden vervolgens verder uitgewerkt in jaarlijkse uitvoeringsplannen. Naast de in het IVP 2016 – 2019 opgenomen prioriteiten spelen ook andere ontwikkelingen een rol waaraan wij in het kader van de veiligheid aandacht moeten besteden. Deze ontwikkelingen zijn echter niet altijd op voorhand te voorspellen en dus ook niet altijd in het Integraal Veiligheidsplan opgenomen . Soms doen zich acute veiligheidsproblemen voor die met voorrang opgepakt moeten worden waardoor andere zaken even minder aandacht krijgen. Deze onderwerpen worden besproken in de driehoek en (zo nodig achteraf) opgenomen in het jaarlijkse uitvoeringsplan. Reacties Het integraal veiligheidsplan 2016 – 2019 is 29 oktober 2015 in de driehoek besproken en vastgesteld.
2
Ook is het plan besproken in de regiegroep integrale veiligheid van onze gemeente en besproken met de betrokken beleidsmedewerkers van de deelnemende gemeenten. Planning Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met het voorliggende IVP 2016 – 2019. Na vaststelling van het IVP kan gestart worden met de opstelling van het uitvoeringsplan 2016. Streven is het uitvoeringsplan begin 2016 in het college (ter besluitvorming) en de raadscommissie (ter kennisname) te brengen. Communicatieparagraaf Het IVP wordt ter informatie toegezonden aan de wijkcomités. Daarnaast worden de wijkcomités betrokken bij de uitwerking van diverse activiteiten uit het uitvoeringsplan 2016. Financiële paragraaf Er is jaarlijks een bedrag van €4.500,- beschikbaar voor (kleinere) activiteiten die voortvloeien uit het Integraal Veiligheidsplan. De kosten voor het reeds bestaande veiligheidsbeleid zijn al opgenomen in de productbegrotingen van de verschillende beleidsvelden die bij het integrale veiligheidsbeleid zijn betrokken. Eventuele extra kosten voor intensivering van het integraal veiligheidsbeleid worden zo nodig opgevoerd bij de voorjaarsnota. Elburg, 1 december 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris, F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 01-12-2015 b e s l u i t : 1. In te stemmen met het Integraal Veiligheidsplan 2016 – 2019
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 18-01-2016 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
BenW-
advies
Gemeente Elburg Domeinr na nager F.A. de Lange
J
Domein
Samen Leven
J
Advies van
Marijke Walta
Datum advies
24-11-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m.
A. Klein, J.P. Lamers, S. Ruster, L. Post, G.
CD
Portefeuillehouder
w
Gerritsen, W. Pap, P. Leemans, S. Smit, N. Kaman, R. van Henten I.o.m. wijkcontactambtenaar
Ja
Beslissing d . d .
1-12-2015
Nummer
~~ļ
™Y
Conform voorstel.
Besluit
Openbaar
Persbericht
Ja
Commissie
Ja
Ter bespreking
Raad
Ja
Ter besluitvorming
5
1\
Onderwerp Integraal Veiligheidsplan 2016 - 2019
Voorstel 1. 2.
In te s t e m m e n met het I n t e g r a a l Veiligheidsplan 2016 - 2 0 1 9 . De agendacommissie te verzoeken het Integraal Veiligheidsplan ter b e s l u i t v o r m i n g te agenderen voor de raadscommissie van 4 j a n u a r i 2016 en de raadsvergadering van 18 j a n u a r i 2016.
1
Toelichting De zorg voor de openbare orde en veiligheid is één van de voornaamste taken van de o v e r h e i d . O m d a t veiligheid een breed begrip is dat zich afspeelt op een groot aantal deelterreinen is een integrale aanpak van de veiligheidsproblemen van groot belang. De gemeente voert de regie op het veiligheidsbeleid en op de samenwerking tussen de in- en externe partners die b e t r o k k e n zijn bij de verschillende veiligheidsvraagstukken. Om te kunnen coördineren en verbinden als g e m e e n t e is het noodzakelijk dat vanuit een gezamenlijk gedragen visie w o r d t g e w e r k t en dat deze visie kan rekenen op bestuurlijk c o m m i t m e n t . Het Integraal Veiligheidsplan 2016 - 2019 is hier de komende j a r e n de basis voor. De gemeenten Epe, H a t t e m , Heerde, Oldebroek, Nunspeet en Elburg, allen deel u i t m a k e n d van het politieteam Veluwe-Noord, hebben in 2012 gezamenlijk met de politie en het Openbaar Ministerie (OM) het integraal veiligheidsplan 2012 - 2015 opgesteld. Ook het nu voorliggende veiligheidsplan voor de j a r e n 2016 - 2019 is een gezamenlijk product. De gemeenteraad heeft in j u n i 2015 de volgende prioriteiten ten behoeve van het I n t e g r a a l Veiligheidsplan v a s t g e s t e l d : « Leefbaarheid in de wijk « Aanpak ernstige overlast door personen in de woonomgeving « High I m p a c t Crimes, met focus op woninginbraken « Maatschappelijke o n d e r m i j n i n g m e t focus op hennepteelt, drugsdealen en Bibib « Radicalisering. Bovengenoemde prioriteiten zijn door de werkgroep Integrale Veiligheid, waarin de beleidsmedewerkers integrale veiligheid van de gemeenten uit Veluwe Noord, de politie en het OM zijn v e r t e g e n w o o r d i g d , nader u i t g e w e r k t in het onderliggende plan en zijn van toepassing op alle g e m e e n t e n in het team Veluwe-Noord. Het IVP is ook besproken in de regiegroep I n t e g r a l e Veiligheid van onze g e m e e n t e . In a f w i j k i n g van het vorige IVP is het nieuwe IVP abstracter met daarin de p r i o r i t e i t e n en de doelen die behaald moeten worden en een globale beschrijving van de inhoud. Daarnaast gaat m.i.v. 2016 g e w e r k t worden met een zgn. uitvoeringsplan. Dit is een j a a r l i j k s operationeel d o c u m e n t waarin de acties die voortvloeien uit de speerpunten uit het Integraal Veiligheidsplan verder worden u i t g e w e r k t . Ook het jaarplan van de politie w o r d t hierin mee g e n o m e n . Naast de in het IVP 2016 - 2019 opgenomen prioriteiten spelen ook andere o n t w i k k e l i n g e n een rol waaraan wij in het kader van het integraal veiligheidsbeleid aandacht moeten besteden. Deze o n t w i k k e l i n g e n zijn niet altijd op voorhand te voorspellen en dus ook niet a l t i j d in het IVP o p g e n o m e n . Soms doen zich acute veiligheidsproblemen voor die met voorrang opgepakt moeten worden (zoals bv. de v l u c h t e l i n g e n p r o b l e m a t i e k ) waardoor andere zaken even minder aandacht k r i j g e n . Deze onderwerpen worden besproken in de driehoek en (zo nodig achteraf) opgenomen in het j a a r l i j k s e uitvoeringsplan. Het nieuwe IVP is op 29 oktober door de driehoek Veluwe Noord v a s t g e s t e l d . Aan de colleges van de gemeenteraden van de deelnemende g e m e e n t e n w o r d t gevraagd akkoord te gaan m e t het voorliggende IVP 2016 - 2019. Na vaststelling van het IVP kan g e s t a r t worden met de opstelling van het uitvoeringsplan 2 0 1 6 . Streven is het uitvoeringsplan 2016 begin volgend j a a r in het college (ter b e s l u i t v o r m i n g ) en de raadscommissie ( t e r kennisname) te brengen.
Communicatieparagraaf Het IVP w o r d t ter informatie toegezonden aan de w i j k c o m i t é s . Daarnaast worden de w i j k c o m i t é s betrokken bij diverse activiteiten die worden u i t g e w e r k t in het uitvoeringsplan 2 0 1 6 .
2
In overleg met de communicatieadviseur is bijgevoegd persgericht opgesteld. Financiële paragraaf Er is j a a r l i j k s een bedrag van e 4.500,- beschikbaar voor (kleinere) activiteiten die v o o r t v l o e i e n uit het integraal veiligheidsplan. De kosten voor het reeds bestaande veiligheidsbeleid zijn al opgenomen in de productbegrotingen van de verschillende beleidsvelden die bij het integrale veiligheidsbeleid zijn b e t r o k k e n . Eventuele extra kosten voor intensivering van het integraal veiligheidsbeleid worden zo nodig opgevoerd bij de v o o r j a a r s n o t a . E.e.a. conform overleg met A. Klein.
Risicoparagraaf N.v.t.
3
D E
R A A D
D E R
Portefeuillehouder: M. Boukema
AAN
DE
G E M E E N T E
E L B U R G
Commissievergadering: nvt Raadsvergadering: 18 januari 2016
RAAD
Onderwerp: Wijzigen wegsleepverordening gemeente Elburg
Wij stellen u voor: 1. artikel vier van de Wegsleepverordening gemeente Elburg te wijzigen. 2. de tweede alinea van de algemene toelichting van de Wegsleepverordening gemeente Elburg te wijzigen.
Beschrijving probleem of maatschappelijke wens Al enige tijd, sinds 1 oktober 2012, is de btw verhoogd van 19% naar 21%. Dit is nog niet aangepast in de tarieven van de vigerende Wegsleepverordening. In de toelichting behorende bij de Wegsleepverordening Elburg wordt daarnaast een verouderde term gehanteerd. Dit komt omdat in 2009 Awb is gewijzigd waarbij de term ‘oplegging van een last onder bestuursdwang’ is geïntroduceerd in plaats van ‘toepassing van bestuursdwang’. De toelichting wordt hierop aangepast. Oorzakenanalyse Het probleem is ontstaan door de verhoging van de btw en de wijziging van de Awb. Wat willen we bereiken? Actualiseren van de verordening. Oplossingsrichtingen Het wijzigen van de vigerende wegsleepverordening conform bijgevoegde wijzigingsverordening. Communicatieparagraaf De wijziging wordt bekendgemaakt in het digitale Gemeenteblad. Risicoparagraaf Kraan- en bergingsbedrijf Stouwdam sleept op verzoek van de gemeente voertuigen af die fout geparkeerd staan. De tarieven die Stouwdam in rekening brengt voor het afslepen van voertuigen zijn (door de btw verhoging) hoger dan de in de verordening vastgelegde tarieven. Wanneer de verordening niet wordt aangepast is het risico dat de gemeente niet alle kosten voor het wegslepen kan verhalen op de foutparkeerders. Elburg 1 december 2015, Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris,
2
F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 december 2015
b e s l u i t :
Vast te stellen de volgende verordening tot wijziging van de Wegsleepverordening Elburg: WIJZIGINGSVERORDENING WEGSLEEPVERORDENING ELBURG
Artikel I Artikel vier wordt ingetrokken en vervangen door een nieuw artikel vier welke als volgt komt te luiden: Artikel 4 Kosten overbrengen en bewaren voertuigen 1. De kosten van het overbrengen van een voertuig naar de bewaarplaats bedragen inclusief BTW: a) basistarief/voorrijkosten: € 97,61; b) voor het overbrengen van het voertuig naar de bewaarplaats: € 45,75. 2. De kosten van het bewaren van een voertuig bedragen: € 25,42 voor het eerste etmaal en voor de volgende dagen € 4,07 per etmaal of een gedeelte ervan. 3. Het college is bevoegd de bedragen in dit artikel jaarlijks te wijzigen op basis van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie. Artikel II De tweede alinea van de algemene toelichting wordt ingetrokken en vervangen door een nieuwe alinea waardoor de tweede alinea van de toelichting komt te luiden als volgt: Bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen Het uitvoeren van de wegsleepregeling is een bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders. Het wegslepen van een voertuig moet worden gezien als een bijzonder e vorm van bestuursdwang. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn algemene regels gesteld over de oplegging van een last onder bestuursdwang. Deze regels zijn voor een groot deel ook van toepassing op het wegslepen van voertuigen. Tegen het wegslepen van voertuigen staat op grond van de Awb bezwaar en vervolgens beroep open. Artikel III Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking . Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 18 januari 2016, de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
BenW-
w is*
advies
y #2-' j .
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
M. Boukema
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
Mirjam Bredewold
Datum advies
23-11-2015
Advies O.R.
Nee
I.o.m.
T.M. Weeda
I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
w
w
w Beslissing d . d .
1-12-2015
5
Nummer
w
Conform v o o r s t e l .
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
Ter b e s l u i t v o r m i n g
Onderwerp Wijzigen wegsleepverordening Voorstel 1.
I n s t e m m e n met wijziging van artikel 4 van de Wegsleepverordening Elburg en de daarbij
2.
behorende t o e l i c h t i n g . I n s t e m m e n met bijgevoegd raadsvoorstel en raadsbesluit en de agendacommissie voorstellen dit o n d e r w e r p te agenderen voor de raad van 18 j a n u a r i 2 0 1 6 .
Toelichting Al enige t i j d , sinds 1 o k t o b e r 2 0 1 2 , is de btw verhoogd van 19^0 naar 21 Zo BTW. Dit is nog niet aangepast in de tarieven welke zijn opgenomen in de vigerende w e g s l e e p v e r o r d e n i n g . 0
1
In de toelichtin g behoren de bij de Wegsleepverorden in g, on der het kopje bevoegdheid tot het wegslepen van voertuigen staat een verouderde t e r m . Dit komt o m d a t in 2009 de aan passin gswet vierde tran che Awb in werkin g is g e t r e d e n . De t e r m 'toepassin g van b e s t u u r s d w a n g ' in de t o e l i c h t i n g w o r d t daarom vervan gen voor 'opleggin g van een last on der bestuursdwan g'. Voor een overzicht van de wijzigin gen zie bijgevoegd raadsbesluit. Communīcatieparagraaf De wijzigin gsverorden in g Wegsleepverorden in g Elburg wordt voor in werkin gtredin g gepubliceerd in digitale gemeen teblad.
het
Risicoparagraaf Kraan- en bergin gsbedrijf Stouwdam sleept op verzoek van de gemeen te voertuigen af die f o u t geparkeerd staan . De tarieven die Stouwdam in reken in g bren gt voor het afslepen van v o e r t u i g e n zijn (door de btw verhogin g) hoger dan de in de v e r o r d e n i n g vastgelegde t a r i e v e n . Wan n eer de v e r o r d e n i n g niet w o r d t aan gepast is het risico dat de gemeen te n iet alle kosten voor het wegslepen kan verhalen op de foutparkeerders.
2
D E
R A A D
D E R
Portefeuillehouder: H. Wessel
AAN
DE
G E M E E N T E
E L B U R G
Commissievergadering: Raadsvergadering : 23 november 2015
RAAD
Onderwerp: Geactualiseerde verordeningen artikel 212, 213, 213a Gemeenwet Wij stellen u voor: De volgende verordeningen vast te stellen; Financiële verordening gemeente Elburg 2015 (artikel 212) Controleverordening gemeente Elburg 2015 (artikel 213) Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Elburg 2015 (artikel 213a) Toelichting Door de reorganisatie per 1 oktober 2015 zijn enkele tekstuele aanpassingen in de voorliggende verordeningen noodzakelijk. De tekstuele aanpassingen zijn puur een formaliteit zoals verandering van het begrip afdeling(en) en afdelingshoofd(en) in domein(en) en domeinmanager(s). Communicatieparagraaf De verordeningen worden gepubliceerd op intranet en internet en in het digitale gemeenteblad. Elburg, 13 oktober 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris, F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelet op artikel 213 van de Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden,
b e s l u i t : vast te stellen de
Controleverordening gemeente Elburg 2015 Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: 1.
accountant een door de raad benoemde: a.
registeraccountant;
b.
organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.
2.
accountantscontrole de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door de door de raad benoemde accountant van: a.
het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;
b.
het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;
c.
het in overeenstemming zijn van de door het college opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;
d.
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen. 3.
auditcommissie een door de raad ingestelde commissie waarvan de samenstelling, taken en bevoegdheden bij verordening nader worden geregeld.
4.
rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole het in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole gemeenten.
Controleverordening gemeente Elburg 2015
Pagina 1 van 4
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole 1.
De accountantscontrole wordt opgedragen aan een door de raad te benoemen accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van 4 jaar.
2.
Het college bereidt in overleg met de raad de aanbesteding van de accountantscontrole voor.
3.
De raad stelt voor de aanbesteding van de accountantscontrole het programma van eisen vast. In het programma van eisen worden voor de jaarlijkse accountantscontrole opgenomen: a.
de toe te passen goedkeuringstoleranties en afwijkende rapporteringtoleranties bij de controle van de jaarrekening;
b.
de
apart
te
controleren
deelverantwoordingen
en
de
daarbij
toe
te
passen
omvangsbases
en
goedkeuringstoleranties (en afwijkende rapporteringtoleranties); c.
de inrichtingseisen voor het verslag van bevindingen;
d.
de eventueel aanvullende uit te voeren tussentijdse controles;
e.
de frequentie en inrichtingseisen van de aanvullende tussentijdse rapportering; en voor ieder afzonderlijk te controleren begrotingsjaar:
f.
de posten van de jaarrekening en deelverantwoordingen met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden;
g.
de gemeentelijke producten en of organisatieonderdelen met bijbehorende afwijkende rapporteringtoleranties, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden.
4.
In afwijking van het gestelde in lid 3, letters f en g kan de raad in het programma van eisen opnemen, dat de auditcommissie jaarlijks voorafgaand aan de accountantscontrole in overleg met de accountant vaststelt de posten van de jaarrekening, de posten van de deelverantwoordingen, de gemeentelijke producten en de gemeentelijke organisatieonderdelen, waaraan de accountant bij zijn controle specifiek aandacht dient te besteden en welke rapporteringtoleranties hij daarbij dient te hanteren.
5.
In geval van Europese aanbesteding van de accountantscontrole stelt de raad voor de selectie van de accountant de selectiecriteria vast en per selectiecriterium de bijbehorende weging vast.
Artikel 3. Informatieverstrekking door college 1.
Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
2.
Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.
3.
Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is verstrekt.
4.
Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de accountantsverklaring en het verslag van bevindingen binnen de wettelijke termijn aan de raad.
5.
Alle informatie die na afgifte van de accountantsverklaring en voor behandeling van de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant gemeld.
Artikel 4. Inrichting accountantscontrole 1.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de daarbij behorende werkzaamheden.
2.
De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de frequentie van de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder voorafgaande kennisgeving uitvoeren.
3.
Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en de auditcommissie.
Controleverordening gemeente Elburg 2015
Pagina 2 van 4
Artikel 5. Toegang tot informatie 1.
De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken,
notulen,
brieven,
computerbestanden
en
overige
bescheiden,
waarvan
hij
inzage
voor
de
accountantscontrole nodig oordeelt. Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente. 2.
De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het college draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.
3.
Het college draagt er zorg voor, dat alle organisatie-eenheden van de gemeente zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.
Artikel 6. Overige controles en opdrachten 1.
Het college kan de door de raad benoemde accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt. Het college informeert de raad vooraf over deze aan de accountant te verstrekken opdrachten.
2.
Het college draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het college is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
3.
Het college draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten moet worden uitgevoerd door een accountant, is het college bevoegd hiervoor de opdracht verlenen aan een andere dan de door de raad benoemde accountant, indien dit in het belang van de gemeente is.
Artikel 7. Rapportering 1.
Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan de raad en zendt een afschrift hiervan aan het college.
2.
In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel)controles verslag uit over zijn bevindingen die niet van bestuurlijk belang zijn aan: a.
de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd,
3.
b.
de domeinmanager van de onder sub a genoemde medewerker;
c.
de controller;
d.
de domeinmanager bedrijfsvoering;
e.
de directeur.
De accountantsverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan de raad door de accountant aan het college voorgelegd met de mogelijkheid voor het college om op deze stukken te reageren.
4.
De accountant bespreekt voorafgaand aan de raadsbehandeling van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de auditcommissie.
Artikel 8. Inwerkingtreding 1.
Deze verordening treedt in werking per 1 december 2015.
2.
Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de “Controleverordening gemeente Elburg 2009 “, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 30 september 2009.
Controleverordening gemeente Elburg 2015
Pagina 3 van 4
Artikel 9. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als “Controleverordening gemeente Elburg 2015”.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 23 november 2015 de voorzitter,
de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
Controleverordening gemeente Elburg 2015
Pagina 4 van 4
De raad der gemeente Elburg; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, gelet op het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten, gelet op de Kadernota rechtmatigheid van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten, b e s l u i t : vast te stellen de
Financiële verordening gemeente Elburg 2015 Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. BBV: het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. b. Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van de organisatie van de gemeente Elburg en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd. c. Financiële administratie: het onderdeel van de administratie dat omvat het systematisch maken en verwerken van aantekeningen betreffende de financiële gegevens van de organisatie van de gemeente Elburg, teneinde te komen tot een goed inzicht in: de financieel-economische positie; het financiële beheer; de uitvoering van de begroting; het afwikkelen van vorderingen en schulden; alsmede tot het afleggen van rekening en verantwoording daarover. d. Administratieve organisatie: het stelsel van organisatorische maatregelen gericht op het tot stand brengen en het in stand houden van de goede werking van de bestuurlijke en ambtelijke informatieverzorging ten behoeve van de verantwoordelijke leiding. e. Financieel beheer: het uitoefenen van bestuur over en toezicht op het beheer van middelen en het uitoefenen van rechten van de gemeente Elburg. f. Doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. g. Doeltreffendheid: de mate waarin de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald. h. Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden. i.
Product: een samenhangend geheel van goederen, diensten, activiteiten en voorzieningen, dat bijdraagt aan het realiseren van een programma, zo mogelijk meetbaar gemaakt in tijd, geld, kwantiteit en kwaliteit.
Financiële verordening gemeente Elburg 2015
Pagina 1 van 5
Titel 1.
Begroting en verantwoording
Artikel 2. (vervallen)
Programma-indeling
Artikel 2a. Planning en controlcyclus Voor aanvang van een begrotingsjaar biedt het college een overzicht aan met daarin in elk geval de data voor het aanbieden door het college en het vaststellen door de raad van de jaarstukken, de voorjaarsnota, de tussentijdse rapportages en de begroting met de meerjarenraming. Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken 1. De begroting en de jaarstukken bevatten naast de verplichte paragrafen een paragraaf subsidies met daarin een overzicht van de subsidies aan instellingen en ondernemingen. 2. In de jaarrekening wordt als toelichting op alle geautoriseerde investeringen groter dan € 25.000 de totale besteding van het krediet in het jaar en de actuele raming van de totale uitgaven van de investering weergegeven. Artikel 3a. Kaders ontwerp-begroting Het college biedt de raad jaarlijks een Voorjaarsnota aan over de kaders voor het volgende begrotingsjaar en de drie opvolgende jaren. Verplichte onderdelen in de voorjaarsnota zijn: a Meerjarenperspectief komende planperiode b Verantwoording voorgaande planperiode c Voorjaarsbestuursrapportage lopende begrotingsjaar d Toelichting ingediende wensen en bijbehorende dekkingsmiddelen e Totaal overzicht van te honoreren en niet te honoreren wensen Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de totale lasten en de totale baten per programma, het overzicht algemene dekkingsmiddelen, de gestelde doelen en de beoogde maatschappelijke effecten. Artikel 5. Uitvoering begroting 1. Het college stelt regels die waarborgen dat de uitvoering van de begroting rechtmatig, doelmatig en doeltreffend verloopt. 2. Het college draagt ten aanzien van de productenraming er zorg voor dat: a de lasten en baten, door middel van kostentoerekening, eenduidig zijn toegewezen aan de producten van de productraming; b de budgetten uit de productraming en kredieten voor investeringen passen binnen de kaders zoals geautoriseerd bij de vaststelling van de programmabegroting; c de lasten van de producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen hetzelfde programma onder druk komt. 3. Het college draagt er zorg voor dat de lasten van de programma’s zoals geautoriseerd in de (gewijzigde) begroting niet worden overschreden. Artikel 6. Tussentijdse bestuursrapportage Het college informeert de raad door middel van tussentijdse bestuursrapportages over de realisatie van de begroting van de gemeente over de eerste vier maanden en de eerste acht maanden van het lopende boekjaar. 1. De tussentijdse bestuursrapportages gaan in op afwijkingen, zowel wat betreft de baten als de lasten, de gestelde doelen en indien daar aanleiding voor is de beoogde maatschappelijke effecten. 2. In de tussentijdse bestuursrapportage worden incidentele afwijkingen op de oorspronkelijke ram ingen van de baten en lasten en investeringskredieten in de begroting groter dan € 25.000 toegelicht. Tevens worden structurele afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten groter dan € 10.000 toegelicht. Daarnaast worden alle mutaties in de reserves en het begrotingsoverschot toegelicht. 3. In de tussentijdse bestuursrapportage wordt als toelichting op alle geautoriseerde investeringen groter dan € 25.000 de totale besteding van het krediet in het jaar en de actuele raming van de totale u itgaven van de investering weergegeven.
Financiële verordening gemeente Elburg 2015
Pagina 2 van 5
Artikel 7. Informatieplicht 1. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te breng en voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde verplichtingen inzake: a Aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 25.000; b Het toekennen van subsidies groter dan € 25.000; c Het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 25.000; d Onttrekkingen uit de bestemmingsreserves groter dan € 25.000; e Onttrekkingen uit de stelpost begrotingsoverschot groter dan € 25.000; f Investeringen groter dan € 50.000 waarbij de kapitaallasten niet hoger mogen zijn dan € 10.000. 2. Indien het college voorziet dat een bij begroting vastgestelde verplichting dreigt te worden overschreden met meer dan € 25.000, wordt dit door het college in de eerstvolgende raadsvergadering aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid. 3. Het college informeert de raad achteraf, indien vooraf rapporteren niet mogelijk blijkt te zijn geweest. De rapportage verschijnt binnen twee weken nadat de overschrijding van meer dan € 25.000, van een bij begroting vastgestelde verplichting, bekend is geworden 4. Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien het college nieuwe meerjarige verplichtingen aangaat waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 10.000. Onder de meerjarige lasten vallen niet kapitaallasten. 5. Het hiervoor onder lid 1 t/m 4 gestelde is niet van toepassing op besluite n tot en het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, welke zijn opgenomen op een bij raadsbesluit van 23 januari 2003 gewaarmerkte lijst die als bijlage bij deze verordening is gevoegd. Artikel 8. (vervallen)
Jaarstukken
Titel 2.
Financieel beleid
Artikel 9. Waardering & afschrijving vaste activa Het college biedt de raad 4-jaarlijks een (bijgestelde) nota waardering en afschrijving met daarin opgenomen beleidsvoornemens en kaders aan. Artikel 10. Reserves en voorzieningen Het college biedt de raad 2-jaarlijks een (bijgestelde) nota reserves en voorzieningen met daarin opgenomen beleidsvoornemens en kaders aan. Artikel 11. Kostprijsberekening 1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van producten en diensten van de gemeente wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd. Bij de kostentoerekening worden naast de directe kosten alleen die indirecte kosten betrokken, die rechtstreeks samenhangen met de door de gemeente verleende diensten. 2. Bij de indirecte kosten worden betrokken de bijdragen aan reserves en voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa, de apparaatskosten, de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa en voor rioolrechten, reinigingsrechten en afvalstoffenheffing de compensabele BTW. 3. De omslagrente voor de rentetoerekening aan de activa wordt bepaald door het rentetotaal van de uitstaande leningen en de bij begroting vastgestelde gecalculeerde rente over het eigen vermogen en voorzieningen. Artikel 12. Financieringsfunctie 1. Het college draagt bij de uitoefening van de financieringsfunctie zorg voor: a het aantrekken van voldoende financiële middelen en het uitzetten van overtollige gelden om de programma’s binnen de door de raad vastgestelde kaders van de begroting uit te kunnen voeren; b het beheersen van de risico’s verbonden aan de financieringsfunctie zoals renterisico’s, koersrisico’s en kredietrisico’s; c het zo veel mogelijk beperken van de kosten van de leningen en het bereiken van een voldoende rendement op de uitzettingen; d het beperken van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities.
Financiële verordening gemeente Elburg 2015
Pagina 3 van 5
2. Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie de volgende richtlijnen in acht: a het uitzetten van overtollige geldmiddelen gebeurt uitsluitend bij financiële instellingen met minimaal een AA- rating, of bij Nederlandse overheden en andere publiekrechtelijke lichamen met een solvabiliteitsratio van 0%; b overtollige geldmiddelen worden uitsluitend uitgezet tegen vastrentende waarden , dan wel in producten waarbij de hoofdsom tenminste aan het eind van de looptijd in tact is; c het gebruik van derivaten is niet toegestaan; d voor het aantrekken van financieringen voor langer dan 1 jaar worden tenminste 2 prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd; e overeenkomsten voor het aangaan van leningen, het uitzetten van middelen of het verlenen van garanties luiden in euro. 3. Verstrekken van leningen en garanties en het aangaan van financiële participaties anders dan genoemd in het tweede lid worden uitsluitend gedaan uit hoofde van de publieke taak. Bij het uitzetten van middelen, het verstrekken van garanties en het aangaan van financiële participaties uit hoofde van de publieke taak bedingt het college indien mogelijk zekerheden. Het college motiveert in zijn besluit het openbaar belang van dergelijke uitzettingen van middelen, verstrekkingen van garanties en financiële participaties. 4. Het college stelt regels op ter uitvoering van het gestelde onder het eerste tot en met derde lid en legt deze regels alsmede de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening vast in een Treasurystatuut. Het college zendt het Treasurystatuut ter kennisgeving aan de raad. Artikel 13. Weerstandsvermogen en risicomanagement Het college biedt de raad 4-jaarlijks een (bijgestelde) nota weerstandsvermogen en risicomanagement met daarin opgenomen beleidsvoornemens en kaders aan. Artikel 14. Grondbeleid Het college biedt de raad 4-jaarlijks beleidsvoornemens en kaders aan.
een
(bijgestelde)
nota
grondbeleid
met
daarin
opgenomen
Artikel 15. Subsidies (vervallen)
Titel 3.
Financiële organisatie en administratie
Artikel 16. Administratie De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor: a het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de domeinen; b het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, enzovoorts; c het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties; d het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet - en regelgeving; e de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, al smede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet - en regelgeving. Artikel 17. Interne controle Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijki ngen neemt het college maatregelen tot herstel. Artikel 18. Misbruik en oneigenlijk gebruik Het college zorgt voor en legt vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.
Financiële verordening gemeente Elburg 2015
Pagina 4 van 5
Artikel 19. Financiële organisatie Het college draagt de zorg voor en legt vast: a een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de domeinen; b een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden, zodat aan de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie aan beleids - en beheersorganen is gewaarborgd; c de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten; d de regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie.
Titel 4.
Slotbepalingen
Artikel 20. Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 2015. 2. Deze verordening treedt in de plaats van de “Financiële verordening gemeente Elburg 2011 vastgesteld door de raad op 19 december 2011. Artikel 21. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam “Financiële verordening gemeente Elburg 2015”.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 23 november 2015 de voorzitter,
de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
Financiële verordening gemeente Elburg 2015
Pagina 5 van 5
De raad der gemeente Elburg; gelet op artikel 213a van de Gemeentewet, b e s l u i t : vast te stellen de
Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Elburg 2015 Artikel 1. Definities In deze verordening wordt verstaan onder: a. Doelmatigheid: het realiseren van bepaalde prestaties met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen. b. Doeltreffendheid: de mate waarin de gewenste prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten van het beleid ook daadwerkelijk worden behaald. Artikel 2. Onderzoek frequentie 1. Het college onderzoekt jaarlijks de doelmatigheid van (onderdelen van) organisatie -eenheden van de gemeente en de uitvoering van taken door de gemeente alsmede de doeltreffendheid van (delen van) het gevoerde beleid. 2. Het college voert jaarlijks minimaal 1 doeltreffendheidsonderzoek uit en minimaal twee onderzoeken in totaal. Artikel 3. Onderzoeksplan 1. Ter uitvoering van het gestelde onder artikel 2 sub 1 stelt het college ieder jaar uiterlijk in december een onderzoeksplan vast voor de in het volgende jaar te verrichten onderzoeken. In dit plan kunnen ook door de raad aangedragen onderzoeksonderwerpen worden meegenomen. 2. In het onderzoeksplan wordt per intern onderzoek globaal aangegeven: a. het object van onderzoek; b. de reikwijdte van het onderzoek; c. de onderzoeksmethode; d. doorlooptijd van het onderzoek; e. de wijze van uitvoering. 3. In het onderzoeksplan wordt aangegeven welke budgetten in de begroting zijn opgenomen voor de uitvoering van de onderzoeken. 4. Het college zendt het vastgestelde onderzoeksplan ter kennisname aan de raad en de rekenkamercommissie. Artikel 4. Voortgang onderzoeken Het college rapporteert in de bedrijfsvoeringparagraaf van de begroting en jaarstukken en indien daar aanleiding toe is in de tussentijdse rapportages, over de voortgang van de onderzoeken naar de doelmatigheid en doeltreffendheid en de uitputting van de bijbehorende budgetten. Artikel 5. Rapportage en gevolgtrekking 1. De uitkomsten van een onderzoek worden vastgelegd in een rapportage. Elke r apportage bevat tenminste een analyse van de onderzoeksresultaten en indien nodig aanbevelingen voor verbeteringen. 2. Op basis van de resultaten van ieder onderzoek stelt het college indien nodig een plan van verbetering op. De rapportage en het plan van verbetering worden ter kennisgeving aan de raad aangeboden. Het college neemt op basis van het plan van verbetering organisatorische maatregelen.
Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Elburg 2015
Pagina 1 van 2
Artikel 6. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 december 2015 onder gelijktijdige intrekking van de verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid van de gemeente Elburg van 200 5. Artikel 7. Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Elburg 2015”.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 23 november 2015 de voorzitter,
de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
Verordening doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Elburg 2015
Pagina 2 van 2
B en W - a d v i e s
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
H. Wessel
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
Arjan Bruijnes
Datum advies
2-10-2015
Advies O.R.
Nee
w
I.o.m. I.o.m. wijkcontactambtenaar
Nee
w Beslissing d . d .
13-10-2015
Nummer
b w
Conform voorstel.
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
Ter b e s l u i t v o r m i n g
Onderwerp Geactualiseerde verordeningen artikel 2 1 2 , 2 1 3 , 213a G e m e e n w e t Voorstel 1 De volgende verordeningen ter vaststelling aanbieden aan de r a a d ; Financiële verordening g e m e e n t e Elburg 2015 (artikel 212) Controleverordening g e m e e n t e Elburg 2015 (artikel 213) Verordening d o e l m a t i g h e i d en d o e l t r e f f e n d h e i d g e m e e n t e Elburg 2015 (artikel 213a) 2. Agendacommissie voorstellen o n d e r w e r p als h a m e r s t u k te agenderen voor de raadsvergadering van 23 n o v e m b e r 2 0 1 5 ;
1
Toelichting Door de reorganisatie per 1 oktober 2015 zijn enkele tekstuele aanpassingen in de voorliggende verordeningen noodzakelijk. De tekstuele aanpassingen zijn puur een f o r m a l i t e i t zoals v e r a n d e r i n g van het begrip afdeling(en) en afdelingshoofd(en) in domein(en) en d o m e i n m a n a g e r ( s ) . De verordeningen kunnen in de raad van 23 november 2015 als hamerstuk ter vaststelling worden aangeboden. Communicatieparagraaf De verordeningen worden gepubliceerd op intranet en internet en in het digitale g e m e e n t e b l a d . Financiële p a r a g r a a f
Risicoparagraaf
2
D E
R A A D
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Portefeuillehouder: H. Wessel Commissievergadering: Raadsvergadering : 18 januari 2016
AAN
DE
RAAD
Onderwerp: Begrotingswijziging 2016 Wij stellen u voor: De begroting 2016 dienovereenkomstig te wijzigen.
Beschrijving probleem of maatschappelijke wens 4 e begrotingswijziging 2016 Als gevolg van de septembercirculaire 2015 stijgt de algemene uitkering in 2016 met € 86.200 ten opzichte van de meicirculaire. Dit betreft een stijging van de uitkeringsfactor als gevolg van een verhoging van het accres en de ruimte onder het BCF-plafond. Rekening houdend met de onderstaande mutaties ontstaat er een overschot in 2016 van € 92.806: Uitvoeringskosten bijstandsgerechtigden: 1. Vrijlating lijfrenteopbouw € 2. Wet taaleis participatiewet Wmo huishoudelijke hulp Sociaal Domein: 1. Wmo begeleiding 2. Participatiewet Totaal stelposten € Hogere algemene uitkering Per saldo voordeel €
4.550 -/1.750 -/24.726 -/33.244 4.388 6.606 86.200 92.806
Het begrotingsoverschot ad € 45.114 wordt met € 92.806 verhoogd waardoor het begrotingsoverschot 2016 op € 137.920 uitkomt. Voor alle mutaties in 2016 geldt dat deze budgettair geen effect hebben omdat verrekening plaatsvindt met de bestaande ramingen waarvoor deze uitkeringen bestemd zijn. Het overschot op de Wmo huishoudelijke hulp ad € 24.726 wordt in de reserve sociaal domein gestort. Verwerking van de mutaties kan plaatsvinden bij de 4 e begrotingswijziging 2016. Financiële paragraaf De stelpost begrotingsoverschot 2016 heeft een positief saldo van € 137.920. Zie onderstaand overzicht: Omschrijving
Raming
Saldo eerste jaarschijf MPB
2-nov-15
45.114
Septembercirculaire 2015 (4e bgw 2016)
18-jan-16
92.806
Actueel saldo inclusief claims/ ontwikkelingen
137.920
2
De vrij besteedbare ruimte in de algemene reserve bedraagt na verwerking van alle wijzigingen t/m januari 2016 en inclusief alle tot op heden bekende claims € 530.000. Een overzicht hoe het saldo van de algemene reserve is opgebouwd is bij de stukken meegezonden.
Elburg, 24 november 2015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg, de burgemeester, de secretaris,
F.A. de Lange.
J.K.C. van der Jagt.
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 november 2016 b e s l u i t : -
de 4 e begrotingswijziging 2016 vast te stellen.
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 18 januari 2016 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.
B e n W -
advies
Gemeente Elburg Domeinmanager Portefeuillehouder
H. W e s s e l
Domein
Bedrijfsvoering
Advies van
5
Alex Klein
Datum advies
18-11-2015
A d v i e s O.R.
Nee
w
IMee
w
I.o.m. I.o.m. wijkcontactambtenaar
W Beslissing d . d .
24-11-2015
Nummer
Conform voorstel.
Besluit
Openbaar
Persbericht
Nee
Commissie
Nee
Raad
Ja
Ter
besluitvorming
Onderwerp
Septembercirculaire Gemeentefonds
2015
Voorstel 1.
De s e p t e m b e r c i r c u l a i r e 2 0 1 5 v o o r k e n n i s g e v i n g
2.
De r a a d v o o r s t e l l e n d e 3 4
3.
De raad v o o r s t e l l e n de 4
4.
Beide b e g r o t i n g s w i j z i g i n g e n a g e n d e r e n v o o r de raad v a n 14 d e c e m b e r
e
e
aannemen.
b e g r o t i n g s w i j z i g i n g 2 0 1 5 vast te stellen.
begrotingswijziging 2016 vast te stellen.
Toelichting
1
2015.
Samenvatting In de s e p t e m b e r c i r c u l a i r e zijn b i j s t e l l i n g e n v e r w e r k t t e n o p z i c h t e van de m e i c i r c u l a i r e . In d e z e c i r c u l a i r e w o r d e n de g e m e e n t e n g e ï n f o r m e e r d o v e r de a c t u e l e o n t w i k k e l i n g e n van de
gemeentefondsuitkeringen
2 0 1 5 en v e r d e r .
E é n v a n d e b e p a l e n d e f a c t o r e n v o o r d e o n t w i k k e l i n g v a n h e t g e m e e n t e f o n d s is h e t a c c r e s . H e t a c c r e s voor 2015 wordt ten opzichte van de meicirculaire 2015 positief bijgesteld m e t C 60 miljoen
(minder
n a d e l i g ) . I n c l u s i e f s t r u c t u r e l e d o o r w e r k i n g v a n 2 0 1 5 is e r in 2 0 1 9 u i t e i n d e l i j k s p r a k e v a n e e n
toename
van het accres van r u i m C 200 m i l j o e n . Een g r o t e i m p a c t h e e f t d e i n s c h a t t i n g v a n h e t m i n i s t e r i e v a n F i n a n c i ë n d a t e r d e k o m e n d e j a r e n
minder
BTW d o o r d e g e m e e n t e n g e d e c l a r e e r d g a a t w o r d e n d a n h e t d a a r v o o r g e l d e n d e B C F - p l a f o n d . H e t n i e t g e d e c l a r e e r d e d e e l w o r d t in h e t g e m e e n t e f o n d s g e s t o r t . I n 2 0 1 5 g a a t h e t o m C 2 4 m i l j o e n e x t r a e n in 2 0 1 6 o m C 1 0 6 m i l j o e n w a a r d o o r e r c u m u l a t i e f C 1 3 0 m i l j o e n e x t r a in 2 0 1 6 e n v e r d e r b e s c h i k b a a r i s .
V o o r E l b u r g is h e t b e e l d v a n h e t m e e r j a r e n p e r s p e c t i e f o p b a s i s v a n d e z e c i r c u l a i r e a l s v o l g t : uitkeringsjaar
2015 29.442.041
uitkering septembercirculaire 2015 in C uitkering meicirculaire 2015 in C verschil
Sociaal
29.245.629 196.412
2016 28.940.085 28.853.885 86.200
2017 28.043.777 27.915.687 128.090
2018 27.830.930 27.535.325 295.605
2019 27.831.507 27.496.960 334.547
domein
De u i t k e r i n g e n b i j d e v e r d e e l m o d e l l e n W m o , j e u g d e n p a r t i c i p a t i e w o r d e n v o o r h e t j a a r 2 0 1 6
nog
slechts marginaal aangepast. Dat b e t e k e n t ook dat de m a a t s t a v e n voor dat j a a r niet m e e r g e a c t u a l i s e e r d w o r d e n en de i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g sociaal d o m e i n d a a r m e e d e f i n i t i e f w o r d t . Bij de meicirculaire 2 0 1 6 w o r d e n de 3 d e c e n t r a l i s a t i e - u i t k e r i n g e n voor het j a a r 2 0 1 7 g e a c t u a l i s e e r d . D e u i t k e r i n g 2 0 1 5 v o o r j e u g d w o r d t n o g g e c o r r i g e e r d in v e r b a n d m e t e e n c o r r e c t i e o p h e t woonplaatsbeginsel. Uitkeringsjaar
2013
D o o r v a s t s t e l l i n g v a n d e d e f i n i t i e v e b e l a s t i n g c a p a c i t e i t is e r in h e t u i t k e r i n g s j a a r 2 0 1 3 e e n v o o r d e e l o n t s t a a n v a n C 3 9 . 7 6 8 . D i t v o o r d e e l w o r d t v e r a n t w o o r d in 2 0 1 5 e n m e e g e n o m e n i n d e 34
e
begrotingswijziging
2015.
V o o r h e t u i t k e r i n g s j a a r 2 0 1 3 w o r d e n g e e n m u t a t i e s m e e r v e r w a c h t . Eind d i t j a a r v o l g t de d e f i n i t i e v e beschikking 2013. Uitkeringsjaar
2014
Er z i j n d e n o d i g e p o s i t i e v e m u t a t i e s o p d e m a a t s t a v e n ( o n d e r a n d e r e l a g e i n k o m e n s ,
oppervlakte
bebouwing) waardoor er per saldo een voordeel ontstaat van C 6 1 . 6 5 2 . Dit voordeel wordt in 2 0 1 5 e n m e e g e n o m e n in d e 3 4 Uitkeringsjaar
e
begrotingswijziging
verantwoord
2015.
2015
De h o g e r t e r a m e n u i t k e r i n g 2 0 1 5 o p basis v a n d e s e p t e m b e r c i r c u l a i r e b e d r a a g t C 1 9 6 . 4 1 2 . D e u i t k e r i n g s f a c t o r w o r d t v e r h o o g d m e t 7 u i t k e r i n g s p u n t e n . Dit w o r d t v e r o o r z a a k t door een t o e n a m e van h e t a c c r e s m e t C 6 0 m i l j o e n (5 p u n t e n ) en h e t p l a f o n d BCF m e t C 2 4 m i l j o e n ( 2 p u n t e n ) . D a a r n a a s t zijn g e d u r e n d e het j a a r enkele m a a t s t a v e n ( o n d e r a n d e r e h u i s h o u d e n s , lage i n k o m e n s , m i n d e r h e d e n , k l a n t e n p o t e n t i e e l ) g e m u t e e r d welke v a n invloed zijn op de h o o g t e van de
uiteindelijke
u i t k e r i n g . Per s a l d o is e r d a a r d o o r s p r a k e v a n e e n v o o r d e e l v a n c a . C 9 6 . 5 0 0 . Voor de v r i j l a t i n g l i j f r e n t e o p b o u w
w o r d t in 2 0 1 5 l a n d e l i j k C 4 m i l j o e n t o e g e v o e g d a a n h e t
g e m e e n t e f o n d s , o p l o p e n d n a a r e 1 4 m i l j o e n in 2 0 2 0 . D i t w o r d t o n t v a n g e n v o o r e e n v e r w a c h t e v a n de b i j s t a n d s p o p u l a t i e als g e v o l g v a n het f e i t d a t l i j f r e n t e n n i e t m e e r als v e r m o g e n
toename
worden
a a n g e m e r k t . Voor Elburg betekent dit een bedrag van C 2.675 wat voor dit doel beschikbaar blijft. W e g e n s a c t u a l i s a t i e v a n m a a t s t a v e n is d e i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g
Wmo
2 0 1 5 in p o s i t i e v e z i n b i j g e s t e l d .
Voor de g e m e e n t e Elburg b e t e k e n t deze bijstelling een v e r h o g i n g van het W m o - b u d g e t m e t C 2 0 . 4 2 0 . D i t o v e r s c h o t w o r d t g e s t o r t in d e r e s e r v e s o c i a a l d o m e i n . In deze s e p t e m b e r c i r c u l a i r e zijn v o o r 2 0 1 5 voor de 3 decentralisaties ( j e u g d , W m o en participatie) op 2 o n d e r d e l e n nog g e r i n g e aanpassingen b e k e n d g e m a a k t . In de i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g zijn deze 3 decentralisaties
samengebracht.
2
sociaal
domein
V o o r d e W m o g a a t h e t o m e e n v e r h o g i n g v a n e 11.146 a l s g e v o l g v a n a l g e h e l e v e r h o g i n g v a n h e t m a c r o b u d g e t . B i j d e j e u g d is e r s p r a k e v a n e e n k o r t i n g o p h e t b u d g e t v a n C 2 3 . 2 5 3 a l s g e v o l g v a n d e regeling voor compensatie van g e m e e n t e n die nadeel ondervinden van toepassing van het w o o n p l a a t s b e g i n s e l . G e n o e m d e m u t a t i e s w o r d e n t o e g e v o e g d danwel a f g e r a a m d op de beschikbare budgetten.
D i t l e i d t p e r s a l d o t o t d e v o l g e n d e u i t k o m s t in 2 0 1 5 : Algemene uitkering u i t k e r i n g s e p t e m b e r c i r c u l a i r e 2015 in C
e
29.442.041
u i t k e r i n g m e i c i r c u l a i r e 2015 in C
e
29.245.629
Mutatie algemene uitkering
e
196.412
Op te nemen
2015
stelposten:
IU Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)
e
20.420-
Uitvoeringskosten lijfrenteopbouw
e
2.675-
Sociaal
domein
(decentralisaties):
IU W m o
e
11.146-
IU Jeugd
e
23.253
IU Participatie
c
Per saldo v o o r d e e l a l g e m e n e u i t k e r i n g
e
185.424
H e t b e t r e f t h i e r u i t e i n d e l i j k e e n v o o r d e e l v a n C 1 8 5 . 4 2 4 in 2 0 1 5 . I n c l u s i e f h e t v o o r d e e l o v e r u i t k e r i n g s j a a r 2 0 1 3 a d C 3 9 . 7 6 8 e n 2 0 1 4 a d C 6 1 . 6 5 2 is e r i n 2 0 1 5 e e n i n c i d e n t e e l v o o r d e e l v a n C 2 8 6 . 8 4 4 . D i t v o o r d e e l k a n in d e s t e l p o s t b e g r o t i n g s o v e r s c h o t 2 0 1 5 w o r d e n g e s t o r t . D e s t e l p o s t h e e f t d a a r m e e weer een positief saldo v e r w o r v e n van C 1 4 6 . 8 8 4 . H e t o v e r s c h o t o p h e t W m o - b u d g e t 2 0 1 5 a d C 2 0 . 4 2 0 w o r d t in d e r e s e r v e s o c i a a l d o m e i n g e s t o r t . Verwerking van bovenstaande mutaties kan plaatsvinden door middel van vaststelling van de 34
e
begrotingswijziging 2015 door de raad.
Uitkeringsjaar
2016
De h o g e r te r a m e n u i t k e r i n g 2 0 1 6 op basis v a n de s e p t e m b e r c i r c u l a i r e b e d r a a g t C 8 6 . 2 0 0 . O n d e r s t a a n d worden enkele mutaties nader toegelicht. De u i t k e r i n g s f a c t o r s t i j g t p e r s a l d o m e t 1 5 p u n t e n t e n o p z i c h t e v a n d e m e i c i r c u l a i r e . O o r z a a k is e e n v e r h o g i n g van het accres m e t C 70 m i l j o e n (6 p u n t e n ) en een lagere i n s c h a t t i n g van de
BTW-declaraties
ad C 130 miljoen ten opzichte van het plafond waardoor de uitkeringsfactor stijgt m e t 11 p u n t e n . Door o n t w i k k e l i n g e n in d e u i t k e r i n g s b a s i s d a a l t d e u i t k e r i n g s f a c t o r m e t 2 p u n t e n . Het o v e r s c h o t in 2 0 1 6 e n v e r d e r e j a r e n w o r d t v e r k l a a r d d o o r e e n v e r h o g i n g v a n h e t a c c r e s t e n o p z i c h t e v a n d e m e i c i r c u l a i r e (C 2 0 5 m i l j o e n ) e n e e n v e r h o g i n g a l s g e v o l g v a n d e e x t r a r u i m t e b i n n e n h e t B C F p l a f o n d v a n liefst C 1 3 0 m i l j o e n ( w a t m i n d e r w o r d t g e d e c l a r e e r d aan BTW w o r d t t o e g e v o e g d a a n h e t g e m e e n t e f o n d s ) . H i e r s c h u i l t t e v e n s e e n r i s i c o in o m d a t d e w e r k e l i j k g e d e c l a r e e r d e B T W in d e p r a k t i j k h e e l a n d e r s k a n u i t p a k k e n ( d e i n f o r m a t i e is z a c h t ) . D o o r b e i d e b o v e n g e n o e m d e o o r z a k e n s t i j g t d e u i t k e r i n g s f a c t o r in 2 0 1 9 u i t e i n d e l i j k m e t l i e f s t 2 8 p u n t e n t e n o p z i c h t e v a n d e m e i c i r c u l a i r e . N a d a t b i j d e m e i c i r c u l a i r e u i t v o o r z o r g al e e n v e r l a g i n g v a n
het
a c c r e s is o p g e n o m e n v a n C 1 0 0 m i l j o e n ( v e r l a g i n g m e t 8 u i t k e r i n g s p u n t e n ) w o r d t g e z i e n h e t r i s i c o b i j het BCF-plafond het accres nogmaals m e t C 100 miljoen (opnieuw 8 u i t k e r i n g s p u n t e n ) (Wij
hebben
daarmee C 200 orde
het
advies
opgevolgd. miljoen
is uit
in de prakt ijk
deskundigen
de gemeentefondsspecialist
De verlaging voorzorg t nie
op het
van
reëel
vakgebied
van
he t
opgenomen. zal zijn houden
Voor de v r i j l a t i n g l i j f r e n t e o p b o u w
accres
om een 2016
Ervaring
(cijfers
rekening
t me
de afgelopen
van
naarma te
een
in de volgende
daling
t he
jaar
da t
verlaagd.
miljoen t e
C 647
leer t
nega t iever
miljoen)
t han eren t me
een st ijging vers t rijk t ).
van
die
Diverse
circulaires.)
w or d t in 2 0 1 6 l a n d e l i j k C 7 m i l j o e n ( i n 2 0 1 5 v o o r
C 4 m i l j o e n ) t o e g e v o e g d a a n h e t g e m e e n t e f o n d s , o p l o p e n d n a ar ontvangen voor
jaren
êľ 200
van
(geraamde t oename
van
worden
verlaging
h e t e er s t
C 1 4 m i l j o e n i n 2 0 2 0 . D i t w or d t
e e n v e r w a c h t e t o e n a m e v a n d e b i j s t a n d s p o p u l a t i e a l s g e v o l g v a n h e t f e i t d a t l i j fr e n t e n
3
n i e t m e e r a l s v e r m o g e n w o r d e n a a n g e m e r k t . V o o r E l b u r g b e t e k e n t d i t in 2 0 1 6 e e n b e d r a g v a n e 4 . 5 5 0 o p l o p e n d t o t C 8 . 5 0 0 in 2 0 1 9 . D e m i d d e l e n b l i j v e n b e s c h i k b a a r v o o r d i t d o e l . O p 1 j a n u a r i 2 0 1 6 t r e e d t d e W e t t a a l e i s P a r t i c i p a t i e w e t in w e r k i n g . D e z e w e t r e g e l t d a t b i j s t a n d s g e r e c h t i g d e n die o n v o l d o e n d e de Nederlandse taal beheersen en d a a r d o o r
worden
b e l e m m e r d bij hun inschakeling op de a r b e i d s m a r k t , de v e r p l i c h t i n g w o r d t o p g e l e g d o m de Nederlandse taal te leren. Vanaf 2 0 1 6 en 2 0 1 7 w o r d t er j a a r l i j k s structureel C 2,5 m i l j o e n t e r c o m p e n s a t i e van de u i t v o e r i n g s k o s t e n beschikbaar gesteld ( c u m u l a t i e f C 5 m i l j o e n ) . Voor
Elburg
b e t e k e n t d i t d a t e r in 2 0 1 6 C 1 . 7 5 0 e n v a n a f 2 0 1 7 C 3 . 5 0 0 g e r e s e r v e e r d w o r d t v o o r d i t d o e l . De i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g
W m o 2 0 1 6 is t e n o p z i c h t e v a n d e m e i c i r c u l a i r e m e t C 2 4 . 7 2 6 in p o s i t i e v e z i n
b i j g e s t e l d a l s g e v o l g v a n a a n p a s s i n g v a n d e m a a t s t a v e n . H e t v o o r d e e l w o r d t g e s t o r t in d e r e s e r v e sociaal d o m e i n . In de i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g
s o c i a a l d o m e i n zijn de 3 decentralisaties ( j e u g d , W m o en participatie)
s a m e n g e b r a c h t . Voor de k o m e n d e j a r e n zijn er op t w e e o n d e r d e l e n nog m a r g i n a l e verschillen
ontstaan
w e l k e m e e g e n o m e n d i e n e n t e w o r d e n . V o o r d e W M O g a a t h e t in 2 0 1 6 o m e e n d a l i n g v a n C 3 3 . 2 4 4 ( e e n m a l i g ) e n v o o r p a r t i c i p a t i e o m e e n d a l i n g v a n u i t e i n d e l i j k C 1 1 . 8 8 1 in 2 0 1 9 . U i t g a n g s p u n t b l i j f t d a t d e e x t r a t a k e n w o r d e n u i t g e v o e r d m e t d e t o e g e k e n d e b u d g e t t e n . F o r m e e l is e r s p r a k e v a n é é n i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g Sociaal d o m e i n . Zolang de v e r d e l i n g o v e r de drie a f z o n d e r l i j k e
integratie-
u i t k e r i n g e n b e k e n d is, w o r d t die u i t s p l i t s i n g g e h a n t e e r d . Meerjarenperspectief 2017 t/m
2019
De a c c r e s s e n v o o r d e j a r e n 2 0 1 7 t / m 2 0 1 9 n e m e n t o e ( ' s a m e n d e t r a p o p ' ) . D e
uitkeringsfactoren
v o o r deze j a r e n laten v e r d e r een s t i j g e n d e t r e n d zien door g e n o e m d e o n t w i k k e l i n g bij de declaratie B T W - c o m p e n s a t i e f o n d s ( r u i m t e o n d e r h e t p l a f o n d ) w a a r d o o r d e u i t k e r i n g s f a c t o r in 2 0 1 9 u i t e i n d e l i j k 20 punten
met
toeneemt.
De i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g
W m o 2 0 1 7 - 2 0 1 9 is t e n o p z i c h t e v a n d e m e i c i r c u l a i r e m e t C 7 6 . 5 0 5 in
positieve zin b i j g e s t e l d als g e v o l g v a n a l g e h e l e v e r h o g i n g v a n de m a c r o b e d r a g e n . O v e r i g e n s b l i j v e n de m i d d e l e n beschikbaar binnen de W m o . In o n d e r s t a a n d e cijfers zijn de b o v e n g e n o e m d e o n t w i k k e l i n g e n over 2 0 1 6 - 2 0 1 9
uitkeringsjaar
2016
meegenomen.
2017
2018
2019
u i t k e r i n q s e p t e m b e r c i r c u l a i r e 2 0 1 5 in C
28.940.085
28.043.777
27.830.930
27.831.507
u i t k e r i n g m e i c i r c u l a i r e 2 0 1 5 in C
28.853.885
27.915.687
27.535.325
27.496.960
86.200
128.090
295.605
334.547
Uitvoeringskosten vrijlating lijfrenteopbouw
4.550-
5.650-
6.750-
8.500-
Uitvoeringskosten Wet taaleis p a r t i c i p a t i e w e t
1.750-
3.500-
3.500-
3.500-
24.726-
76.505-
76.505-
76.505-
4.388
7.527
10.379
11.881
92.806
49.962
219.229
257.923
verschil
Stelposten:
IU Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( W m o )
Integratie-uitkering sociaal domein: 33.244
W m o 2015 Jeugdwet Participatiewet
Saldo tov meicirculaire 2015
I n 2 0 1 6 is e r s p r a k e v a n e e n o v e r s c h o t v a n C 9 2 . 8 0 6 . H e t b e g r o t i n g s o v e r s c h o t 2 0 1 6 a d C 4 5 . 1 1 4
wordt
m e t dit b e d r a g v e r h o o g d w a a r d o o r h e t b e g r o t i n g s o v e r s c h o t v o o r 2 0 1 6 op C 1 3 7 . 9 2 0 k o m t . Voor alle m u t a t i e s in 2 0 1 6 g e l d t d a t d e z e b u d g e t t a i r g e e n e f f e c t h e b b e n o m d a t v e r r e k e n i n g p l a a t s v i n d t m e t d e bestaande ramingen waarvoor deze uitkeringen bestemd zijn. V o o r g e s t e l d w o r d t d e r a a d d e m u t a t i e s i n d e a l g e m e n e u i t k e r i n g in 2 0 1 6 m i d d e l s d e 4
e
b e g r o t i n g s w i j z i g i n g 2 0 1 6 te laten v a s t s t e l l e n .
4
R e k e n i n g h o u d e n d m e t d e u i t k o m s t e n v a n d e MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9 r e s t e e r t in 2 0 1 9 c u m u l a t i e f e e n v o o r d e l i g saldo van C 2 7 6 . 4 6 8 .
2016
2017
2018
2019
Mutaties agv septembercirculaire
92.806
49.962
219.229
257.923
Saldi MPB 2 0 1 6 - 2 0 1 9
45.114
91.400
40.762
18.545
137.920
141.362
259.991
276.468
N i e u w e saldi i n c l u s i e f s e p t e m b e r c i r c u l a i r e
De p o s i t i e v e saldi 2 0 1 7 - 2 0 1 9 k u n n e n b e s c h i k b a a r b l i j v e n v o o r de v o o r j a a r s n o t a 2 0 1 6 . In h e t a l g e m e e n is h e t w e l z o d a t h o e v e r d e r w e g d e r e s u l t a t e n l i g g e n , h o e o n z e k e r d e r h e t u i t e i n d e l i j k e r e s u l t a a t in d e p r a k t i j k zal z i j n . Overige
mededelingen
In de Wet houdbare overheidsfinanciën (HOF) w o r d t geregeld d a t m e d e o v e r h e d e n een g e l i j k w a a r d i g e i n s p a n n i n g m o e t e n l e v e r e n in h e t k a d e r v a n h e t r e s p e c t e r e n v a n d e E u r o p e s e
begrotingsdoelstellingen.
Op g r o n d v a n d e z e w e t w o r d t g e s t u u r d o p een m a c r o n o r m v o o r h e t E M U - s a l d o v a n d e
medeoverheden
g e z a m e n l i j k . Zo w o r d t v o o r k o m e n d a t het toezicht zich richt op individuele g e m e e n t e n . Volstaan
wordt
m e t m o n i t o r i n g e n t o e z i c h t o p m a c r o n i v e a u . V o o r 2 0 1 6 is b e s l o t e n o m g e e n i n d i v i d u e l e E M U r e f e r e n t i e w a a r d e v o o r p r o v i n c i e s , g e m e e n t e n e n w a t e r s c h a p p e n v a s t t e s t e l l e n . De a f g e l o p e n j a r e n is d i t n o g w e l g e d a a n . V o o r 2 0 1 6 e n 2 0 1 7 is d e a f s p r a a k d a t e r g e e n s a n c t i e s z u l l e n w o r d e n o p g e l e g d b i j 0
o v e r s c h r i j d i n g v a n d e l a n d e l i j k e E M U - t e k o r t r u i m t e ( v o o r 2 0 1 6 v a s t g e s t e l d o p -0,4 Zo B B P ) . 0
0
D e m a c r o n o r m O Z B is in 2 0 1 6 v a s t g e s t e l d o p l , 5 7 Z o . De o o r s p r o n k e l i j k e m a c r o n o r m 2 0 1 6 v a n 2,74 Zo 0
is g e c o r r i g e e r d m e t d e o v e r s c h r i j d i n g v a n d e m a c r o n o r m O Z B in 2 0 1 5 ( l , 1 7 Z o ) . Procedure Voorgesteld w o r d t beide b e g r o t i n g s w i j z i g i n g e n ter vaststelling te laten a g e n d e r e n v o o r de r a a d s v e r g a d e r i n g v a n 14 d e c e m b e r 2 0 1 5 .
Communicatieparagraaf
Financiële
34
e
paragraaf
begrotingswijziging
Septembercirculaire Uitkeringsjaar
2015 2015
2013
O p b a s i s v a n d e s e p t e m b e r c i r c u l a i r e b e d r a a g t d e a l g e m e n e u i t k e r i n g o v e r 2 0 1 3 C 3 9 . 7 6 8 m e e r . D i t is het gevolg van de definitieve vaststelling van de belastingcapaciteit OZB. Uitkeringsjaar
2014
O p b a s i s v a n d e s e p t e m b e r c i r c u l a i r e b e d r a a g t d e a l g e m e n e u i t k e r i n g o v e r 2 0 1 4 C 6 1 . 6 5 2 m e e r . D i t is het gevolg v a n de nodige ( p o s i t i e v e ) m u t a t i e s op de m a a t s t a v e n ( o n d e r a n d e r e lage i n k o m e n s , o p p e r v l a k t e b e b o u w i n g ) welke van invloed zijn op de hoogte van de uiteindelijke u i t k e r i n g . Uitkeringsjaar
2015
De h o g e r t e r a m e n u i t k e r i n g 2 0 1 5 o p basis v a n d e s e p t e m b e r c i r c u l a i r e b e d r a a g t C 1 9 6 . 4 1 2 . O n d e r a n d e r e d o o r d a t de u i t k e r i n g s f a c t o r w o r d t v e r h o o g d m e t 7 u i t k e r i n g s p u n t e n als g e v o l g v a n e e n t o e n a m e v a n h e t a c c r e s m e t C 6 0 m i l j o e n ( 5 p u n t e n ) e n h e t p l a f o n d BCF m e t C 2 4 m i l j o e n ( 2 p u n t e n ) . D a a r n a a s t zijn g e d u r e n d e het j a a r enkele m a a t s t a v e n ( o n d e r a n d e r e h u i s h o u d e n s , lage i n k o m e n s , m i n d e r h e d e n , klantenpotentieel) g e m u t e e r d welke van invloed zijn op de hoogte van de uiteindelijke uitkering. Op 2 onderdelen w o r d t de i n t e g r a t i e - u i t k e r i n g
s o c i a a l d o m e i n in g e r i n g e m a t e a a n g e p a s t . V o o r d e
W m o g a a t h e t o m e e n v e r h o g i n g v a n C 1 1 . 1 4 6 e n b i j d e j e u g d is e r s p r a k e v a n e e n k o r t i n g o p h e t budget van C 23.253 vanwege toepassing woonplaatsbeginsel. Genoemde mutaties worden danwel a f g e r a a m d op de beschikbare
budgetten.
5
toegevoegd
Voor uitvoeringskosten vrijlating l i j f r e n t e o p b o u w
is e e n b e d r a g v a n C 2.675 b e s c h i k b a a r g e s t e l d . H e t
W m o - b u d g e t 2 0 1 5 is d o o r een actualisatie v a n de m a a t s t a v e n in p o s i t i e v e z i n b i j g e s t e l d . H e t v o o r d e e l ad C 20.420 k a n in d e b e s t e m m i n g s r e s e r v e s o c i a a l d o m e i n w o r d e n g e s t o r t .
O n d e r a f t r e k v a n b o v e n s t a a n d e m u t a t i e s k a n p e r s a l d o k a n e e n b e d r a g v a n e 185.424 als v o o r d e e l in 2015 w o r d e n b i j g e r a a m d . I n o v e r z i c h t z i e t h e t e r a l s v o l g t u i t : Algemene uitkering u i t k e r i n g s e p t e m b e r c i r c u l a i r e 2015 in C
e
29.442.041
u i t k e r i n g m e i c i r c u l a i r e 2015 in e
e
29.245.629
M u t a t i e a l g e m e n e u i t k e r i n g 2015
e
196.412
Op te nemen
stelposten:
IU Wet Maatschappelijke Ondersteuning ( W m o )
e
20.420-
Uitvoeringskosten lijfrenteopbouw
e
2.675-
Sociaal
domein
(decentralisaties):
IU W m o
e
11.146-
IU Jeugd
e
23.253
IU Participatie
e
Per saldo v o o r d e e l a l g e m e n e u i t k e r i n g
e
185.424
Recapitulatie: M e t d e v o o r d e l e n v a n 2 0 1 3 a d C 3 9 . 7 6 8 e n 2 0 1 4 a d C 6 1 . 6 5 2 k o m t h e t i n c i d e n t e l e o v e r s c h o t in 2 0 1 5 u i t op C 2 8 6 . 8 4 4 . Voorgesteld w o r d t het o v e r s c h o t v a n C 2 8 6 . 8 4 4 t o e te voegen a a n de stelpost b e g r o t i n g s o v e r s c h o t . De s t e l p o s t b e g r o t i n g s o v e r s c h o t 2 0 1 5 h e e f t d a a r m e e w e e r e e n positief saldo v e r w o r v e n v a n C 1 4 6 . 8 8 4 . H e t o v e r s c h o t o p h e t W m o - b u d g e t 2 0 1 5 a d C 2 0 . 4 2 0 w o r d t in d e r e s e r v e sociaal d o m e i n gestort. e
Verwerking van de mutaties kan plaatsvinden bij de 3 4 begrotingswijziging 2 0 1 5 . 4
e
begrotingswijziging 2016
Als g e v o l g v a n d e s e p t e m b e r c i r c u l a i r e s t i j g t d e a l g e m e n e u i t k e r i n g in 2 0 1 6 m e t C 8 6 . 2 0 0 t e n o p z i c h t e van d e m e i c i r c u l a i r e . Dit b e t r e f t een s t i j g i n g v a n d e u i t k e r i n g s f a c t o r als g e v o l g v a n e e n v e r h o g i n g v a n het accres en de r u i m t e onder het BCF-plafond. Rekening houdend m e t de onderstaande
mutaties
ontstaat er een overschot van C 9 2 . 8 0 6 : Uitvoeringskosten:
e
4.550
-
24.726
1. WMO
-
33.244
2. Participatie
-
4.388
1. Vrijlating
lijfrenteopbouw
2. W e t taaleis
participatiewet
WMO
1.750
Sociaal D o m e i n :
Totaal stelposten Hogere algemene
uitkering
Per s a l d o v o o r d e e l
e
6.606
-
86.200
f
92.806
Het b e g r o t i n g s o v e r s c h o t 2 0 1 6 ad C 4 5 . 1 1 4 w o r d t m e t C 9 2 . 8 0 6 v e r h o o g d w a a r d o o r h e t b e g r o t i n g s o v e r s c h o t o p C 1 3 7 . 9 2 0 u i t k o m t . V o o r a l l e m u t a t i e s in 2 0 1 6 g e l d t d a t d e z e b u d g e t t a i r g e e n effect hebben o m d a t verrekening plaatsvindt m e t de bestaande ramingen waarvoor deze
uitkeringen
b e s t e m d z i j n . H e t o v e r s c h o t o p h e t W m o - b u d g e t 2 0 1 6 a d C 2 4 . 7 2 6 w o r d t in d e r e s e r v e s o c i a a l d o m e i n gestort. Verwerking van de mutaties kan plaatsvinden bij de 4
6
e
begrotingswijziging 2016.
Risicoparagraaf Door een korting van C 200 m i l j o e n op het accres te h a n t e r e n w o r d t het e v i d e n t e risico van een lagere a l g e m e n e u i t k e r i n g in d e k o m e n d e j a r e n ( m e t n a m e 2 0 1 6 ) v o o r e e n b e l a n g r i j k d e e l o n d e r v a n g e n .
De v a n a f 2 0 1 5 i n g e v o e r d e d e c e n t r a l i s a t i e s W m o , J e u g d w e t en P a r t i c i p a t i e w e t h e b b e n h u n e i g e n d y n a m i e k . Dat hier een g r o t e o p g a v e voor de g e m e e n t e n ligt o m m e t de t o e g e k e n d e m i d d e l e n
vanuit
h e t s o c i a a l d o m e i n d e u i t g a v e n in d e z e t e k u n n e n b e k o s t i g e n , is v o o r i e d e r e e n d u i d e l i j k . D a t d e g e m e e n t e h i e r f i n a n c i ë l e r i s i c o ' s l o o p t is e v i d e n t . T e r a f d e k k i n g v a n r i s i c o ' s o p h e t b r e d e t e r r e i n v a n h e t s o c i a a l d o m e i n is e r d e r e s e r v e s o c i a a l d o m e i n . D e z e r e s e r v e h e e f t in 2 0 1 5 n o g e e n s a l d o v a n c i r c a C 3 miljoen.
7
Overzicht algemene reserve Opmerking Omschrijving
Bedrag
T/m 2014
Stand per 1-1-2015
1.463.853
2015027
Toevoegingen 2015: Algemene weerstandsreserve
2004003 2004028 2005033 2006016 2008000 2010028 2013006 2013033 2013040 2014014 2015000 2015000 2015002 2015006 2015005 2015011 2015012 2015015 2015023 2016000
Onttrekkingen 2015: -83.000 Peuterspeelzaal De Regenboog [751218] -44.966 Uitvoering RIE 2002-2005 [781200] -182.496 Structuurplan [710514] -17.500 Vrijstellingsprocedure vesting cie. Ter Steeg [713700] -28.000 Project IkStartSmart -43.675 Digitalisering archief [775061] -50.000 Woningbehoefte-onderzoek/woonvisie [717603] -50.000 Onderhoud beschoeiingen haven [733519] -24.000 Audit BAG (784019) -14.000 Cyclorama's [715501] -15.000 Startnotitie volksgezondheid -15.921 Klimaatactieplan -24.689 Septembercirculaire 2014 24.689 Decembercirculaire 2014 -99.000 Beheerplan voorziening haven -730.000 Project EGEM-i [784015-784039] -25.000 Luchtfoto's -65.000 Beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen -273.412 Meicirculaire 2015 -15.000 Startnotitie volksgezondheid
250.000
Claims 2015 e.v. -483.000 2008 Claim verdeling middelen ISV2-subsidie [714602] 2012 Claim inventarisatie cultuurhistorie (2007012) [720623] -25.000 MPB 2016-2019: -25.000 MIP - 1 Begrotingsapp (2016) -50.000 MIP - 4 Braindrain (2018) Detailhandelstructuurvisie (2018) -40.000 MIP - 25 -29.000 MIP - 27 Cyclorama's (2016 + 2018) -28.000 MIP - 28 Luchtfoto’s (2017) -35.000 MIP - 29 Tachymeter (2019) -6.000 MIP - 30 Waterpasinstrument (2019) -27.000 MIP - 31 Luchtfoto's (2019)
Vrije deel algemene reserve
OverzAlgRes2016 (raad 18 januari 2016) --versie 7-1-2016
Claim
250.000
-18.675 -20.021 -175.826 -11.394 -14.120 -14.902 -23.369 -27.148 -6.150
-605.775
-423.093
-64.325 -24.945 -6.670 -6.106 -13.880 -28.773 -26.631 -22.852 -24.000 -7.850 -15.000 -15.921 -24.689 24.689 -99.000 -124.225 -25.000 -65.000 -273.412 -15.000
-59.907 -25.000 -25.000 -50.000 -40.000 -29.000 -28.000 -35.000 -6.000 -27.000
530.357
Blad: 1
D E
R A A D
Portefeuillehouder: P.R. van Andel
AAN
D E R
G E M E E N T E
E L B U R G
Commissievergadering: Raadsvergadering : 18 januari 2016
DE
RAAD
Onderwerp: Benoeming wethouder Wij stellen u voor: mevrouw Drs. N.J. Oosthoek te benoemen tot wethouder van de gemeente Elburg voor 0,6 fte. Beschrijving probleem of maatschappelijke wens Met het vertrek van wethouder Boukema is er een vacature ontstaan in het college. Elburg Beleid heeft een nieuwe kandidaat-wethouder gevonden die zij bij deze voor benoeming voordraagt. In de formatieomvang wordt in dit voorstel niets gewijzigd.
Elburg, 4 januari 2016
De fractie van Elburg Beleid P.R. van Andel T.C. Pouwels
De raad der gemeente Elburg; gelezen het voorstel van de fractie van Elburg Beleid; gehoord het advies van de geloofsbrievencommissie;
b e s l u i t : mevrouw Drs. N.J. Oosthoek te benoemen tot wethouder van de gemeente Elburg voor 0,6 fte .
Aldus besloten door de raad der gemeente Elburg in zijn vergadering van 18 januari 2016 de voorzitter, de griffier,
F.A. de Lange
M.C. Luiting.